FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Joris van Doorn ID Datum

Transcriptie

1 FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren HTS Report ID Datum Zelfrapportage

2 FEEL-KJ Inleiding 2 / 27 INLEIDING De FEEL-KJ brengt de strategieën in kaart die kinderen en jongeren gebruiken om hun emoties te reguleren. Op basis van een zelfrapportage wordt inzicht gegeven in de manier waarop een kind of jongere omgaat met gevoelens van boosheid, angst en verdriet. In dit rapport worden scores gegeven voor vijftien emotieregulatiestrategieën, die worden onderverdeeld in adaptieve strategieën, maladaptieve strategieën en externe regulatiestrategieën. Bij elke categorie worden daarnaast drie emotiespecifieke scores (voor boosheid, angst en verdriet) en een totaalscore vastgesteld. De antwoorden op de vragenlijst zijn vergeleken met de normgroep: Nederlandse populatie, meisjes en jongens, jaar. De leeftijd van de testnemer is buiten het leeftijdsbereik van de normgroep (zie de informatie over de normen). Bij het interpreteren van de resultaten dient u hier rekening mee te houden. Structuur van dit rapport Profielformulier Schaalscores Schaalinformatie Iteminformatie Antwoordstatistieken Extra invoervelden Het interpreteren van testresultaten is voorbehouden aan gekwalificeerde professionals met voldoende kennis van het gebruik en de toepassing van psychologische tests. Volg altijd de richtlijnen van de desbetreffende beroepsvereniging.

3 FEEL-KJ Profielformulier 3 / 27 PROFIELFORMULIER Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren Zelfrapportage Adaptieve strategieën Probleemgericht handelen Afleiding Positieve stemming oproepen Accepteren Vergeten Cognitieve probleemoplossing Herevaluatie Adaptief - Boosheid Adaptief - Angst Adaptief - Verdriet Adaptief - Totaal Maladaptieve strategieën Opgeven Agressie Terugtrekken Zelfdevaluatie 9 25 Rumineren Maladaptief - Boosheid Maladaptief - Angst Maladaptief - Verdriet Maladaptief - Totaal Externe regulatiestrategieën Sociale steun Expressie Emotionele controle Externe regulatie - Boosheid Externe regulatie - Angst Externe regulatie - Verdriet Externe regulatie - Totaal

4 FEEL-KJ Schaalscores 4 / 27 SCHAALSCORES Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren Zelfrapportage Adaptieve strategieën Schaalscores Ruwe score Normscore Probleemgericht handelen Afleiding Positieve stemming oproepen Accepteren Vergeten Cognitieve probleemoplossing Herevaluatie Adaptief - Boosheid Adaptief - Angst Adaptief - Verdriet Adaptief - Totaal Maladaptieve strategieën Opgeven Agressie Terugtrekken Zelfdevaluatie Rumineren 9 25 Maladaptief - Boosheid Maladaptief - Angst Maladaptief - Verdriet Maladaptief - Totaal Externe regulatiestrategieën Sociale steun Expressie Emotionele controle Externe regulatie - Boosheid Externe regulatie - Angst Externe regulatie - Verdriet Externe regulatie - Totaal 56 52

5 5 / 27 SCHAALINFORMATIE Probleemgericht handelen Ruwe score 16 Normscore 43 Interval [34-52] De strategie Probleemgericht handelen heeft betrekking op het zelf veranderen van de negatieve situatie die je boos/bang/verdrietig maakt. Afleiding Ruwe score 19 Normscore 51 Interval [44-58] De strategie Afleiding verwijst naar het doen van iets leuks, wat afleidt van de negatieve situatie.

6 6 / 27 Positieve stemming oproepen Ruwe score 19 Normscore 51 Interval [44-58] De strategie Positieve stemming oproepen heeft betrekking op het opzoeken van een andere stemming door aan iets positiefs te denken. Accepteren Ruwe score 14 Normscore 36 Interval [24-48] Met de strategie Accepteren wordt bedoeld: je neerleggen bij wat er gebeurd is en er het beste van van maken.

7 7 / 27 Vergeten Ruwe score 22 Normscore 60 Interval [50-70] De strategie Vergeten heeft betrekking op het proberen te vergeten wat je boos/bang/verdrietig maakt en denken dat het voorbij zal gaan. Cognitieve probleemoplossing Ruwe score 23 Normscore 60 Interval [52-68] De strategie Cognitieve probleemoplossing verwijst naar het nadenken over wat je zou kunnen doen (of had kunnen doen) om het probleem op te lossen.

8 8 / 27 Herevaluatie Ruwe score 16 Normscore 43 Interval [35-51] Met de strategie Herevaluatie wordt bedoeld: het probleem dat je boos/bang/verdrietig maakt minimaliseren, door te denken dat het niet zo erg of niet zo belangrijk is. Adaptief - Boosheid Ruwe score 40 Normscore 45 Interval [38-52] Deze schaal meet in hoeverre een kind of jongere gebruik maakt van adaptieve strategieën om zijn/ haar boosheid te reguleren. Een lage score (T < 40) wijst erop dat het kind of de jongere deze welzijnsbevorderende emotieregulatiestrategieën benedengemiddeld (of slechts zelden) inzet bij gevoelens van boosheid. Een normale score (40 < T < 60) of een hoge score (T > 60) betekent dat er voldoende of veel gebruik wordt gemaakt van adaptieve strategieën om boosheid te reguleren.

9 9 / 27 Adaptief - Angst Ruwe score 43 Normscore 49 Interval [43-55] Deze schaal meet in hoeverre een kind of jongere gebruik maakt van adaptieve strategieën om zijn/ haar angst te reguleren. Een lage score (T < 40) wijst erop dat het kind of de jongere deze welzijnsbevorderende emotieregulatiestrategieën benedengemiddeld (of slechts zelden) inzet bij gevoelens van angst. Een normale score (40 < T < 60) of een hoge score (T > 60) betekent dat er voldoende of veel gebruik wordt gemaakt van adaptieve strategieën om angst te reguleren. Adaptief - Verdriet Ruwe score 46 Normscore 53 Interval [46-60] Deze schaal meet in hoeverre een kind of jongere gebruik maakt van adaptieve strategieën om zijn/ haar verdriet te reguleren. Een lage score (T < 40) wijst erop dat het kind of de jongere deze welzijnsbevorderende emotieregulatiestrategieën benedengemiddeld (of slechts zelden) inzet bij gevoelens van verdriet. Een normale score (40 < T < 60) of een hoge score (T > 60) betekent dat er voldoende of veel gebruik wordt gemaakt van adaptieve strategieën om verdriet te reguleren.

10 10 / 27 Adaptief - Totaal Ruwe score 129 Normscore 49 Interval [45-53] Als er voor de totaalscore van de adaptieve strategieën (of voor de schalen binnen deze categorie) een T-score < 40 wordt vastgesteld, dan kan gesteld worden dat het kind of de jongere deze welzijnsbevorderende emotieregulatiestrategieën benedengemiddeld (of slechts zelden) inzet om zijn/haar gevoelens te reguleren. Over de oorzaak hiervan kunnen echter geen uitspraken gedaan worden. In volgende diagnostische stappen kan worden onderzocht of het om een acuut of chronisch probleem gaat, of om een fundamenteel gebrek aan competentie. Er kan dan ook overwogen worden om een therapeutische interventie op te starten om de oorzaak van het probleem aan te pakken. Tevens kan een training geïndiceerd worden om de adaptieve emotieregulatiestrategieën te verwerven. Bij een normale score (40 < T < 60) of een hoge score (T > 60) is er sprake van een bevredigend of zeer goed ontwikkeld regulatiegedrag, hetgeen welzijnsbevorderend is. Bij bovengemiddelde T- scores kan de betreffende omgang met emoties ook als sterkte beschouwd worden, hetgeen eventueel gebruikt kan worden in het therapeutische proces. Opgeven Ruwe score 12 Normscore 36 Interval [27-45] De strategie Opgeven heeft betrekking op het denken dat je niets kunt doen om je boosheid/angst/ verdriet te veranderen.

11 11 / 27 Agressie Ruwe score 14 Normscore 43 Interval [37-49] De strategie Agressie verwijst naar het aangaan van de confrontatie met anderen wanneer je boos/ bang/verdrietig bent. Terugtrekken Ruwe score 21 Normscore 54 Interval [46-62] De strategie Terugtrekken heeft betrekking op het niet willen zien van anderen wanneer je boos/ bang/verdrietig bent.

12 12 / 27 Zelfdevaluatie Ruwe score 18 Normscore 48 Interval [40-56] De strategie Zelfdevaluatie verwijst naar het denken dat het alleen jouw probleem is en de fout bij jezelf leggen. Rumineren Ruwe score 9 Normscore 25 Interval [14-36] Met de strategie Rumineren wordt bedoeld: voortdurend blijven denken waarom je je boos/bang/ verdrietig voelt en de gedachten die ermee geassocieerd zijn niet uit je hoofd krijgen.

13 13 / 27 Maladaptief - Boosheid Ruwe score 27 Normscore 43 Interval [33-53] Deze schaal meet in hoeverre een kind of jongere gebruik maakt van maladaptieve strategieën om zijn/haar boosheid te reguleren. Een hoge score (T > 60) wijst erop dat er bij gevoelens van boosheid bovengemiddeld (of relatief vaak) gebruik wordt gemaakt van emotieregulatiestrategieën die nadelig zijn voor het welbevinden. Een normale score (40 < T < 60) of lage hoge score (T < 40) wijst op een normaal of benedengemiddeld gebruik van maladaptieve strategieën bij het reguleren van boosheid, hetgeen niet als problematisch wordt gezien. Maladaptief - Angst Ruwe score 24 Normscore 41 Interval [33-49] Deze schaal meet in hoeverre een kind of jongere gebruik maakt van maladaptieve strategieën om zijn/haar angst te reguleren. Een hoge score (T > 60) wijst erop dat er bij gevoelens van angst bovengemiddeld (of relatief vaak) gebruik wordt gemaakt van emotieregulatiestrategieën die nadelig zijn voor het welbevinden. Een normale score (40 < T < 60) of lage hoge score (T < 40) wijst op een normaal of benedengemiddeld gebruik van maladaptieve strategieën bij het reguleren van angst, hetgeen niet als problematisch wordt gezien.

14 14 / 27 Maladaptief - Verdriet Ruwe score 23 Normscore 38 Interval [30-46] Deze schaal meet in hoeverre een kind of jongere gebruik maakt van maladaptieve strategieën om zijn/haar verdriet te reguleren. Een hoge score (T > 60) wijst erop dat er bij gevoelens van verdriet bovengemiddeld (of relatief vaak) gebruik wordt gemaakt van emotieregulatiestrategieën die nadelig zijn voor het welbevinden. Een normale score (40 < T < 60) of lage hoge score (T < 40) wijst op een normaal of benedengemiddeld gebruik van maladaptieve strategieën bij het reguleren van verdriet, hetgeen niet als problematisch wordt gezien. Maladaptief - Totaal Ruwe score 74 Normscore 40 Interval [34-46] Als er voor de totaalscore van de maladaptieve strategieën (of voor de schalen binnen deze categorie) een T-score > 60 wordt vastgesteld, dan kan worden uitgegaan van een disfunctioneel gebruik en een voor het welbevinden nadelige inzet van deze strategieën. Naast verdere diagnostiek om de mogelijke klinische of sociale oorzaken (of in stand houdende factoren) te identificeren, worden ook hier therapeutische interventies en/of gerichte trainingen aanbevolen om de maladaptieve emotieregulatiestrategieën te veranderen of het gebruik ervan te verminderen. Bij een normale T-score (40 < T < 60) of een lage T-score (T < 40) kan worden uitgegaan worden van een normaal of benedengemiddeld gebruik van de betreffende maladaptieve strategieën, hetgeen niet als problematisch wordt gezien.

15 15 / 27 Sociale steun Ruwe score 13 Normscore 40 Interval [34-46] Met de strategie Sociale steun wordt bedoeld: aan iemand vertellen hoe het met je gaat, naar iemand toegaan die je misschien kan helpen. Expressie Ruwe score 19 Normscore 52 Interval [44-60] De strategie Expressie heeft betrekking op het uiten van je boosheid/angst/verdriet en het openlijk laten zien dat je je zo voelt.

16 16 / 27 Emotionele controle Ruwe score 24 Normscore 34 Interval [24-44] Met de strategie Emotionele controle wordt bedoeld: je boosheid/angst/verdriet voor jezelf houden, wegstoppen en niet aan anderen laten merken dat je je zo voelt. Externe regulatie - Boosheid Ruwe score 19 Normscore 52 Interval [41-63] Deze schaal meet in hoeverre een kind of jongere gebruik maakt van externe regulatiestrategieën om zijn/haar boosheid te reguleren. Een normale score (40 < T < 60) duidt op een gemiddelde ontwikkeling van extern regulatiegedrag. Een lage score (T < 40) wijst erop dat het kind of de jongere benedengemiddeld (of slechts zelden) naar mogelijkheden tot verwerking van boosheid zoekt in interactie met de leefomgeving. Een hoge score (T > 60) wijst op een bovengemiddelde inzet van externe regulatiestrategieën bij gevoelens van boosheid.

17 17 / 27 Externe regulatie - Angst Ruwe score 15 Normscore 44 Interval [35-53] Deze schaal meet in hoeverre een kind of jongere gebruik maakt van externe regulatiestrategieën om zijn/haar angst te reguleren. Een normale score (40 < T < 60) duidt op een gemiddelde ontwikkeling van extern regulatiegedrag. Een lage score (T < 40) wijst erop dat het kind of de jongere benedengemiddeld (of slechts zelden) naar mogelijkheden tot verwerking van angst zoekt in interactie met de leefomgeving. Een hoge score (T > 60) wijst op een bovengemiddelde inzet van externe regulatiestrategieën bij gevoelens van angst. Externe regulatie - Verdriet Ruwe score 22 Normscore 59 Interval [51-67] Deze schaal meet in hoeverre een kind of jongere gebruik maakt van externe regulatiestrategieën om zijn/haar verdriet te reguleren. Een normale score (40 < T < 60) duidt op een gemiddelde ontwikkeling van extern regulatiegedrag. Een lage score (T < 40) wijst erop dat het kind of de jongere benedengemiddeld (of slechts zelden) naar mogelijkheden tot verwerking van verdriet zoekt in interactie met de leefomgeving. Een hoge score (T > 60) wijst op een bovengemiddelde inzet van externe regulatiestrategieën bij gevoelens van verdriet.

18 18 / 27 Externe regulatie - Totaal Ruwe score 56 Normscore 52 Interval [45-59] Als er voor de totaalscore van de externe regulatiestrategieën (of voor de schalen binnen deze categorie) een normale score (40 < T < 60) wordt vastgesteld, dan is er sprake van een gemiddelde ontwikkeling van extern regulatiegedrag. De externe regulatie betreft het zoeken naar mogelijkheden tot verwerking van de emotie in interactie met een leefomgeving, bijvoorbeeld door sociale steun te zoeken of de emotie uit te drukken. Bij een lage score (T < 40) kan worden uitgegaan worden van een benedengemiddeld gebruik van deze strategieën. Een hoge score (T > 60) wijst op een bovengemiddeld gebruik. Bij de externe regulatiestrategieën is echter nog niet duidelijk in hoeverre een score buiten het standaardbereik welzijnsbevorderend dan wel welzijnsbelemmerend is.

19 FEEL-KJ Iteminformatie 19 / 27 ITEMINFORMATIE Nr Item (verkorte weergave) Antwoord Punten Probleemgericht handelen 1 Wanneer ik boos ben, verander ik dat wat me boos maakt. Tijd (sec.) 18 Wanneer ik boos ben, maak ik er zelf het beste van. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, verander ik dat wat me bang maakt. 48 Wanneer ik bang ben, maak ik er zelf het beste van. 61 Wanneer ik verdrietig ben, verander ik dat wat me verdrietig maakt. 78 Wanneer ik verdrietig ben, maak ik er zelf het beste van. (1) Bijna nooit 1 0 Afleiding 4 Wanneer ik boos ben, doe ik iets wat ik leuk vind. 27 Wanneer ik boos ben, doe ik iets leuks. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, doe ik iets wat ik leuk vind. 57 Wanneer ik bang ben, doe ik iets leuks. 64 Wanneer ik verdrietig ben, doe ik iets wat ik leuk vind. 87 Wanneer ik verdrietig ben, doe ik iets leuks. (3) Af en toe 3 0 Positieve stemming oproepen 3 Wanneer ik boos ben, denk ik aan dingen die me gelukkig maken. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, denk ik terug aan vrolijke dingen. 33 Wanneer ik bang ben, denk ik aan dingen die me gelukkig maken. 47 Wanneer ik bang ben, denk ik terug aan vrolijke dingen. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, denk ik aan dingen die me gelukkig maken. 77 Wanneer ik verdrietig ben, denk ik terug aan vrolijke dingen. Accepteren 6 Wanneer ik boos ben, maak ik er het beste van. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, accepteer ik wat me boos maakt. 36 Wanneer ik bang ben, maak ik er het beste van. (3) Af en toe Wanneer ik bang ben, accepteer ik wat me bang maakt. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, maak ik er het beste van. 81 Wanneer ik verdrietig ben, accepteer ik wat me verdrietig maakt. Vergeten 15 Wanneer ik boos ben, probeer ik te vergeten wat me boos maakt. 20 Wanneer ik boos ben, denk ik dat het voorbij zal gaan. (1) Bijna nooit 1 0

20 FEEL-KJ Iteminformatie 20 / 27 Nr Item (verkorte weergave) Antwoord Punten Vergeten 45 Wanneer ik bang ben, probeer ik te vergeten wat me bang maakt. Tijd (sec.) 50 Wanneer ik bang ben, denk ik dat het voorbij zal gaan. (3) Af en toe Wanneer ik verdrietig ben, probeer ik te vergeten wat me verdrietig maakt. 80 Wanneer ik verdrietig ben, denk ik dat het voorbij zal gaan. Cognitieve probleemoplossing (3) Af en toe Wanneer ik boos ben, denk ik wat ik zou kunnen doen. 28 Wanneer ik boos ben, denk ik na over hoe ik het probleem zou kunnen oplossen. 41 Wanneer ik bang ben, denk ik wat ik zou kunnen doen. 58 Wanneer ik bang ben, denk ik na hoe ik het probleem zou kunnen oplossen. 71 Wanneer ik verdrietig ben, denk ik wat ik zou kunnen doen. 88 Wanneer ik verdrietig ben, denk ik na hoe ik het probleem zou kunnen oplossen. Herevaluatie 12 Wanneer ik boos ben, zeg ik dat het probleem niet zo erg is. (1) Bijna nooit 1 0 (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, zeg ik dat het niets belangrijks is. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, zeg ik dat het probleem niet zo erg is. 59 Wanneer ik bang ben, zeg ik dat het niets belangrijks is. 72 Wanneer ik verdrietig ben, zeg ik dat het probleem niet zo erg is. 89 Wanneer ik verdrietig ben, zeg ik dat het niets belangrijks is. Adaptief - Boosheid 1 Wanneer ik boos ben, verander ik dat wat me boos maakt. 3 Wanneer ik boos ben, denk ik aan dingen die me gelukkig maken. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, doe ik iets wat ik leuk vind. 6 Wanneer ik boos ben, maak ik er het beste van. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, denk ik wat ik zou kunnen doen. 12 Wanneer ik boos ben, zeg ik dat het probleem niet zo erg is. 15 Wanneer ik boos ben, probeer ik te vergeten wat me boos maakt. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, denk ik terug aan vrolijke dingen. 18 Wanneer ik boos ben, maak ik er zelf het beste van. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, denk ik dat het voorbij zal gaan. (1) Bijna nooit 1 0

21 FEEL-KJ Iteminformatie 21 / 27 Nr Item (verkorte weergave) Antwoord Punten Adaptief - Boosheid 21 Wanneer ik boos ben, accepteer ik wat me boos maakt. 27 Wanneer ik boos ben, doe ik iets leuks. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, denk ik na over hoe ik het probleem zou kunnen oplossen. Tijd (sec.) 29 Wanneer ik boos ben, zeg ik dat het niets belangrijks is. (1) Bijna nooit 1 0 Adaptief - Angst 31 Wanneer ik bang ben, verander ik dat wat me bang maakt. 33 Wanneer ik bang ben, denk ik aan dingen die me gelukkig maken. 34 Wanneer ik bang ben, doe ik iets wat ik leuk vind. 36 Wanneer ik bang ben, maak ik er het beste van. (3) Af en toe Wanneer ik bang ben, denk ik wat ik zou kunnen doen. 42 Wanneer ik bang ben, zeg ik dat het probleem niet zo erg is. 45 Wanneer ik bang ben, probeer ik te vergeten wat me bang maakt. 47 Wanneer ik bang ben, denk ik terug aan vrolijke dingen. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, maak ik er zelf het beste van. 50 Wanneer ik bang ben, denk ik dat het voorbij zal gaan. (3) Af en toe Wanneer ik bang ben, accepteer ik wat me bang maakt. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, doe ik iets leuks. 58 Wanneer ik bang ben, denk ik na hoe ik het probleem zou kunnen oplossen. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, zeg ik dat het niets belangrijks is. Adaptief - Verdriet 61 Wanneer ik verdrietig ben, verander ik dat wat me verdrietig maakt. 63 Wanneer ik verdrietig ben, denk ik aan dingen die me gelukkig maken. 64 Wanneer ik verdrietig ben, doe ik iets wat ik leuk vind. 66 Wanneer ik verdrietig ben, maak ik er het beste van. 71 Wanneer ik verdrietig ben, denk ik wat ik zou kunnen doen. 72 Wanneer ik verdrietig ben, zeg ik dat het probleem niet zo erg is. 75 Wanneer ik verdrietig ben, probeer ik te vergeten wat me verdrietig maakt. 77 Wanneer ik verdrietig ben, denk ik terug aan vrolijke dingen. 78 Wanneer ik verdrietig ben, maak ik er zelf het beste van. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, denk ik dat het voorbij zal gaan. (3) Af en toe 3 0

22 FEEL-KJ Iteminformatie 22 / 27 Nr Item (verkorte weergave) Antwoord Punten Adaptief - Verdriet 81 Wanneer ik verdrietig ben, accepteer ik wat me verdrietig maakt. Tijd (sec.) 87 Wanneer ik verdrietig ben, doe ik iets leuks. (3) Af en toe Wanneer ik verdrietig ben, denk ik na hoe ik het probleem zou kunnen oplossen. 89 Wanneer ik verdrietig ben, zeg ik dat het niets belangrijks is. Opgeven 9 Wanneer ik boos ben, wil ik niets meer doen. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, kan ik er niets tegen doen. 39 Wanneer ik bang ben, wil ik niets meer doen. 60 Wanneer ik bang ben, kan ik er niets tegen doen. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, wil ik niets meer doen. (3) Af en toe Wanneer ik verdrietig ben, kan ik er niets tegen doen. (1) Bijna nooit 1 0 Agressie 13 Wanneer ik boos ben, maak ik ruzie met andere mensen. 23 Wanneer ik boos ben, reageer ik het af op anderen. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, maak ik ruzie met andere mensen. 53 Wanneer ik bang ben, reageer ik het af op anderen. 73 Wanneer ik verdrietig ben, maak ik ruzie met andere mensen. 83 Wanneer ik verdrietig ben, reageer ik het af op anderen. (3) Af en toe 3 0 Terugtrekken 7 Wanneer ik boos ben, wil ik niemand zien. 25 Wanneer ik boos ben, trek ik me terug. 37 Wanneer ik bang ben, wil ik niemand zien. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, trek ik me terug. 67 Wanneer ik verdrietig ben, wil ik niemand zien. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, trek ik me terug. Zelfdevaluatie 8 Wanneer ik boos ben, denk ik dat het mijn eigen probleem is. 16 Wanneer ik boos ben, zoek ik de fout bij mezelf. 38 Wanneer ik bang ben, denk ik dat het mijn eigen probleem is. 46 Wanneer ik bang ben, zoek ik de fout bij mezelf. 68 Wanneer ik verdrietig ben, denk ik dat het mijn eigen probleem is. 76 Wanneer ik verdrietig ben, zoek ik de fout bij mezelf. (1) Bijna nooit 1 0 Rumineren 10 Wanneer ik boos ben, vraag ik me altijd af waarom.

23 FEEL-KJ Iteminformatie 23 / 27 Nr Item (verkorte weergave) Antwoord Punten Rumineren 24 Wanneer ik boos ben, krijg ik het maar niet uit mijn hoofd. Tijd (sec.) 40 Wanneer ik bang ben, vraag ik me altijd af waarom. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, krijg ik het maar niet uit mijn hoofd. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, vraag ik me altijd af waarom. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, krijg ik het maar niet uit mijn hoofd. Maladaptief - Boosheid 7 Wanneer ik boos ben, wil ik niemand zien. 8 Wanneer ik boos ben, denk ik dat het mijn eigen probleem is. 9 Wanneer ik boos ben, wil ik niets meer doen. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, vraag ik me altijd af waarom. 13 Wanneer ik boos ben, maak ik ruzie met andere mensen. 16 Wanneer ik boos ben, zoek ik de fout bij mezelf. 23 Wanneer ik boos ben, reageer ik het af op anderen. (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, krijg ik het maar niet uit mijn hoofd. 25 Wanneer ik boos ben, trek ik me terug. 30 Wanneer ik boos ben, kan ik er niets tegen doen. Maladaptief - Angst 37 Wanneer ik bang ben, wil ik niemand zien. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, denk ik dat het mijn eigen probleem is. 39 Wanneer ik bang ben, wil ik niets meer doen. 40 Wanneer ik bang ben, vraag ik me altijd af waarom. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, maak ik ruzie met andere mensen. 46 Wanneer ik bang ben, zoek ik de fout bij mezelf. 53 Wanneer ik bang ben, reageer ik het af op anderen. 54 Wanneer ik bang ben, krijg ik het maar niet uit mijn hoofd. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, trek ik me terug. 60 Wanneer ik bang ben, kan ik er niets tegen doen. (1) Bijna nooit 1 0 Maladaptief - Verdriet 67 Wanneer ik verdrietig ben, wil ik niemand zien. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, denk ik dat het mijn eigen probleem is. 69 Wanneer ik verdrietig ben, wil ik niets meer doen. (3) Af en toe Wanneer ik verdrietig ben, vraag ik me altijd af waarom. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, maak ik ruzie met andere mensen.

24 FEEL-KJ Iteminformatie 24 / 27 Nr Item (verkorte weergave) Antwoord Punten Maladaptief - Verdriet 76 Wanneer ik verdrietig ben, zoek ik de fout bij mezelf. (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, reageer ik het af op anderen. (3) Af en toe Wanneer ik verdrietig ben, krijg ik het maar niet uit mijn hoofd. Tijd (sec.) 85 Wanneer ik verdrietig ben, trek ik me terug. 90 Wanneer ik verdrietig ben, kan ik er niets tegen doen. (1) Bijna nooit 1 0 Sociale steun 2 Wanneer ik boos ben, vertel ik iemand hoe het met me gaat. 19 Wanneer ik boos ben, ga ik naar iemand die me kan helpen. 32 Wanneer ik bang ben, vertel ik iemand hoe het met me gaat. 49 Wanneer ik bang ben, ga ik naar iemand die me kan helpen. 62 Wanneer ik verdrietig ben, vertel ik iemand hoe het met me gaat. 79 Wanneer ik verdrietig ben, ga ik naar iemand die me kan helpen. Expressie (3) Af en toe 3 0 (1) Bijna nooit 1 0 (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, uit ik mijn boosheid. (3) Af en toe Wanneer ik boos ben, laat ik dit openlijk zien. (3) Af en toe Wanneer ik bang ben, uit ik mijn angst. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, laat ik dit openlijk zien. 74 Wanneer ik verdrietig ben, uit ik mijn verdriet. (3) Af en toe Wanneer ik verdrietig ben, laat ik dit openlijk zien. Emotionele controle 5 Wanneer ik boos ben, houd ik mijn gevoelens voor me. (2) Zelden Wanneer ik boos ben, laat ik niet merken dat ik boos ben. (2) Zelden Wanneer ik bang ben, houd ik mijn gevoelens voor me. (2) Zelden Wanneer ik bang ben, laat ik niet merken dat ik bang ben. 65 Wanneer ik verdrietig ben, houd ik mijn gevoelens voor me. 86 Wanneer ik verdrietig ben, laat ik niet merken dat ik verdrietig ben. Externe regulatie - Boosheid 2 Wanneer ik boos ben, vertel ik iemand hoe het met me gaat. (4) Vaak 2 0 (1) Bijna nooit 5 0 (1) Bijna nooit Wanneer ik boos ben, houd ik mijn gevoelens voor me. (2) Zelden Wanneer ik boos ben, uit ik mijn boosheid. (3) Af en toe 3 0

25 FEEL-KJ Iteminformatie 25 / 27 Nr Item (verkorte weergave) Antwoord Punten Externe regulatie - Boosheid 19 Wanneer ik boos ben, ga ik naar iemand die me kan helpen. Tijd (sec.) (3) Af en toe Wanneer ik boos ben, laat ik dit openlijk zien. (3) Af en toe Wanneer ik boos ben, laat ik niet merken dat ik boos ben. Externe regulatie - Angst 32 Wanneer ik bang ben, vertel ik iemand hoe het met me gaat. (2) Zelden 4 0 (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, houd ik mijn gevoelens voor me. (2) Zelden Wanneer ik bang ben, uit ik mijn angst. (1) Bijna nooit Wanneer ik bang ben, ga ik naar iemand die me kan helpen. 52 Wanneer ik bang ben, laat ik dit openlijk zien. 56 Wanneer ik bang ben, laat ik niet merken dat ik bang ben. Externe regulatie - Verdriet 62 Wanneer ik verdrietig ben, vertel ik iemand hoe het met me gaat. 65 Wanneer ik verdrietig ben, houd ik mijn gevoelens voor me. (4) Vaak 2 0 (1) Bijna nooit 1 0 (1) Bijna nooit Wanneer ik verdrietig ben, uit ik mijn verdriet. (3) Af en toe Wanneer ik verdrietig ben, ga ik naar iemand die me kan helpen. 82 Wanneer ik verdrietig ben, laat ik dit openlijk zien. 86 Wanneer ik verdrietig ben, laat ik niet merken dat ik verdrietig ben. (1) Bijna nooit 5 0 Aantal ontbrekende antwoorden 0 Totale tijdsduur 00:00

26 FEEL-KJ Antwoordstatistieken 26 / 27 ANTWOORDSTATISTIEKEN Antwoordverdeling 1 29 % 2 23 % 3 11 % 4 18 % 5 19 %

27 FEEL-KJ Extra invoervelden 27 / 27 EXTRA INVOERVELDEN Naam invoerveld Functie Hoogst genoten opleiding dit invoerveld is leeg dit invoerveld is leeg Inhoud