ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie"

Transcriptie

1 ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie De invloed van bekrachtiging op de prestatie over tijd op een werkgeheugentaak van kinderen met en kinderen zonder ADHD Anne Meyer Masterthese Klinische Ontwikkelinspsychologie, eindversie Universiteit van Amsterdam Begeleiding: Sebastiaan Dovis en Pier Prins 05 februari 2011 Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 1

2 Inhoudsopgave Abstract... 2 Inleiding: ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie... 3 Methode... 7 Deelnemers... 7 Materialen... 8 Procedure Geplande data-analyse Resultaten Discussie en Conclusies Literatuur Bijlagen Bijlage I: Afbeelding van de Schaakbordtaak Bijlage II: Instructieschermen, bekrachtigingschermen en eindscherm FO-conditie Bijlage III: Instructieschermen, bekrachtigingschermen en eindscherm TienEuro-conditie 24 Abstract Achtergrond: In dit onderzoek werd gekeken of het toedienen van bekrachtiging van invloed kan zijn op het volhouden van de inspanning bij kinderen met ADHD. Tevens werd nagegaan in hoeverre de werkgeheugenprestatie van kinderen met ADHD afhankelijk is van hun motivatie. Dit werd onderzocht door te kijken naar de invloed van bekrachtiging op de gemiddelde werkgeheugenprestatie en de prestatie over tijd van kinderen met ADHD en kinderen zonder ADHD. Methode: Kinderen met en zonder ADHD voerden een werkgeheugentaak uit in een Feedback-Only-conditie en in een bekrachtigingconditie (TienEuro-conditie). In de Feedback-Only-conditie kregen de kinderen na elke trial feedback over hun prestatie en in de Tien-Euro-conditie zagen ze na elke trial of de kans op het krijgen van tien euro s toe- of afnam. De tien euro s kregen ze na afloop van de taak. Resultaten: Kinderen met ADHD presteerden beter wanneer ze tien euro s bekrachtiging kregen dan wanneer ze feedback kregen. Hun prestatie bleef gedurende de taak op hetzelfde niveau in de TienEuro-conditie. Daarentegen verslechterde hun prestatie over tijd wanneer ze alleen feedback kregen. Kinderen met ADHD presteerden in beide condities slechter dan kinderen zonder ADHD. In tegenstelling tot de kinderen met ADHD presteerden de kinderen zonder ADHD in beide condities even goed. Conclusies: Bekrachtiging verbeterde de prestatie en het volhouden van de inspanning bij kinderen met ADHD. Hoewel er een grote hoeveelheid bekrachtiging werd toegediend, bleven de kinderen met ADHD slechter presteren dan de kinderen zonder ADHD. De resultaten wijzen uit dat kinderen met ADHD zowel werkgeheugentekorten als motivationele afwijkingen hebben. Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 2

3 Inleiding: ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie ADHD (Attention-deficit/hyperactivity disorder) is een gedragsstoornis die in de kindertijd begint en ernstige gevolgen kan hebben. Mensen met ADHD hebben chronische aandachtsproblemen en/of last van hyperactiviteit en impulsiviteit. Er worden drie subtypes van ADHD onderscheiden: het overwegend impulsieve/hyperactieve type, het overwegend aandachtstekort type, en het gecombineerde type waarbij er sprake is van aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit (American Psychiatric Association (APA), 2000). Geschat wordt dat 3-5% van de Nederlandse kinderen en jongeren onder de 16 jaar lijdt aan ADHD en dat de stoornis drie tot vijf maal vaker voorkomt bij jongens dan bij meisjes. De behandeling van ADHD vindt over het algemeen plaats middels psycho-educatie, gedragstherapeutische interventies en/of medicatie. Gedragstherapeutische interventies richten zich meestal op de ouders en leerkrachten van het kind met ADHD, zodat deze leren om beter met het hyperactieve en impulsieve gedrag van het kind om te gaan. Om minder last te hebben van aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit slikken veel van de kinderen met ADHD psychostimulantia, zoals methylfenidaat. De gevolgen van de stoornis zijn groot: kinderen met ADHD verongelukken vaker, hebben slechtere sociale relaties, presteren slechter op school en hebben meer kans op schooluitval dan kinderen zonder ADHD (Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ, 2005). Er zijn verschillende verklaringen voor het gedrag van kinderen met ADHD en voor het feit dat kinderen met ADHD vaak slechter functioneren en presteren dan kinderen zonder ADHD. Ten eerste zijn er onderzoekers die ervan uitgaan dat kinderen met ADHD tekorten hebben in het executieve functioneren (Barkley, 2008). Executieve functies (EF) zijn belangrijk voor het monitoren en reguleren van emoties, gedachten en gedrag. Tot het domein van de EF behoren onder andere het werkgeheugen (WG), het planningsvermogen en het vermogen om niet-adequaat gedrag te onderdrukken (inhibitie) (Barkley, 2008; Goswami, 2008, Nigg, 2006). Uit onderzoek blijkt dat kinderen met ADHD vaak slechter presteren op EF-taken dan kinderen zonder ADHD. Het WG lijkt hierbij het meest beperkt te zijn bij kinderen met ADHD (Martinussen, Hayden, Hogg-Johnson & Tannock, 2005; Wilcutt, Doyle, Nigg, Faraone & Pennington, 2005). Het WG bestaat uit drie componenten: het centraal executieve (CE) systeem, het fonologische en het visuo-spatiële geheugensysteem. In het fonologische en het visuo-spatiële geheugensysteem wordt respectievelijk verbale en visuo-spatiële informatie voor een korte periode opgeslagen en in het CE-systeem wordt deze informatie gemanipuleerd en gereorganiseerd (Baddeley, 2003). Het WG is belangrijk voor bewuste denkprocessen, zoals logisch redeneren, het plannen van stappen om een doel te bereiken en het nemen van beslissingen. Wanneer kinderen met ADHD inderdaad EFtekorten, waaronder WG-tekorten, zouden hebben, zou dit grote invloed kunnen hebben op hun alledaagse functioneren (Baddeley, 2003; Klingberg et al., 2002, Martinussen, Hayden, Hogg-Johnson & Tannock, 2005; Rapport, Alderson, Kofler, Sarver, Bolden & Sims, 2008). Ten tweede zijn er onderzoekers die motivationele verklaringen geven voor onderprestaties van kinderen met ADHD (Luman, Oosterlaan & Sergeant, 2005). Kinderen met ADHD zouden een afwijkende gevoeligheid hebben voor bekrachtiging (beloning en straf). Ze zouden minder motivatie of inspanning kunnen opbrengen dan kinderen zonder ADHD en hierdoor over het algemeen slechter presteren. Het toedienen van bekrachtiging zou de prestatie echter kunnen verbeteren. Volgens Haenlein en Caul (1987) zou de prestatie bij het toedienen van voldoende hoeveelheden bekrachtiging normaliseren. Ten derde zijn er onderzoekers die uitgaan van een dual deficit. Bij kinderen met ADHD zou sprake zijn van EF-tekorten en afwijkende motivationele processen (Shanahan, Pennington & Willcutt, 2008). Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 3

4 Om te achterhalen of er sprake is van EF-tekorten, motivationele afwijkingen of een dual deficit kan men kijken naar de invloed van bekrachtiging op de EF-prestaties van kinderen met en kinderen zonder ADHD. Uit onderzoek komt bijvoorbeeld naar voren dat, wanneer kinderen met ADHD voldoende bekrachtigd worden, hun inhibitievermogen even goed kan zijn als van kinderen zonder ADHD (Slusarek, Velling, Bunk & Eggers, 2001). De energetic dysfunction hypothese van Sergeant, Oosterlaan en Van der Meere (1999) valt onder de motivationele verklaringen. Deze onderzoekers gaan ervan uit dat kinderen met ADHD problemen hebben met het volhouden van de prestatie en/of tekorten hebben in het toewijzen van energie die nodig is voor een optimale prestatie (Sergeant et al., 1999). Sergeant et al. (1999) refereren in hun hypothese aan het cognitive-energetical model (CEM) van Sanders (1983). Het CEM is niet specifiek opgesteld voor mensen met ADHD. Sanders (1983) gaat ervan uit dat bewuste en gecontroleerde cognitieve processen en de prestatie beïnvloed worden door: 1) basale cognitieve processen, zoals inputverwerking, responskeuze en responsvoorbereiding; 2) de energieleveringmechanismen arousal, activation en effort die energie leveren voor de uitvoering van de basale cognitieve processen. Arousal levert energie voor de inputverwerking, activation levert energie voor de responsvoorbereiding en effort levert energie voor de responskeuze. 3) een evaluatiemechanisme dat de prestatie, en de toestand van de energieleveringmechanismen evalueert en beïnvloedt (zie Afbeelding 1). Volgens Sanders (1983) activeert en inhibeert effort het arousal en het activation mechanisme. De toewijzing van effort is alleen noodzakelijk wanneer arousal en activation niet in optimale staat verkeren. Dit is het geval wanneer mensen moe of erg gestrest zijn of wanneer ze een taak langdurig uitvoeren. Over het algemeen zal de prestatie dan afnemen. Effort is volgens het CEM dus de noodzakelijke energie om te (blijven) voldoen aan de eisen van een taak, dus de inspanning of de volgehouden inspanning. Volgens Sanders (1983) wordt de inspanning alleen volgehouden als er doorgaans motiverende stimulatie plaatsvindt. Afbeelding 1. Vereenvoudigde afbeelding van het CEM (Sanders, 1983). In hun energetic dysfunction hypothese gaan Sergeant et al. (1999) er vanuit dat de energieleveringmechanismen van kinderen met ADHD vaak niet in optimale staat verkeren. Bekrachtiging zou de effort echter positief kunnen beïnvloeden, zodat kinderen met ADHD beter presteren. Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 4

5 In meerdere onderzoeken is het effect van bekrachtiging op de prestatie van kinderen met en zonder ADHD onderzocht. Uit een review van Luman et al. (2005) blijkt onder andere dat bekrachtiging een positieve invloed kan hebben op de gemiddelde prestatie van kinderen met en zonder ADHD en dat kinderen met ADHD relatief meer baat kunnen hebben bij het toevoegen van bekrachtiging dan kinderen zonder ADHD (Carlson, Mann & Alexander, 2000; Carlson & Tamm, 2000; Konrad, Gauggel, Manz & Scholl, 2000; McInerny & Kerns, 2003). Opvallend is dat bij dit soort onderzoek meestal alleen naar de gemiddelde prestatie gekeken werd en niet naar de invloed van bekrachtiging op het prestatieverloop, dus op de prestatie over tijd. Uitgaande van de energetic dysfunction hypothese (Sergeant et al., 1999) dient zich namelijk de vraag aan in hoeverre bekrachtiging invloed heeft op de inspanning (effort) en het volhouden van de inspanning gedurende de taakuitvoering bij kinderen met ADHD. Een uitzondering vormen de onderzoeken van Solanto, Wender en Bartell (1997) en Lee en Zentall (2006). In deze onderzoeken werd wel naar het effect van bekrachtiging op het prestatieverloop gekeken. Solanto et al. (1997) deden onderzoek naar de separate en gecombineerde effecten van methylfenidaat (MPH) en bekrachtiging op de prestatie van kinderen met ADHD. Alle deelnemers doorliepen vier condities: een placebo+feedback conditie, een placebo+bekrachtiging conditie, een MPH+feedback conditie en een MPH+bekrachtiging conditie. In elke conditie moesten de kinderen een taak uitvoeren die de volgehouden aandacht meet. In de condities met bekrachtiging kregen de deelnemers na elke goede reactie een penny en werd er na elke foute reactie een penny weggenomen. De onderzoekers vonden dat de gemiddelde prestatie beter was wanneer kinderen MPH hadden gekregen dan wanneer ze een placebo hadden gekregen. Daarnaast presteerden de kinderen over het algemeen beter wanneer ze een placebo en bekrachtiging hadden gekregen dan wanneer ze een placebo en feedback hadden gekregen. Ook al was het toedienen van bekrachtiging van positieve invloed op de prestatie wanneer kinderen een placebo hadden geslikt, de prestatie over tijd daalde eerder en sterker in de placebocondities dan in de MPH condities. Solanto et al. (1997) verwezen in hun conclusie naar het CEM (Sanders, 1983). Ze concludeerden dat alleen MPH een positieve invloed had op het volhouden van de inspanning, dus op de effort. Solanto et al. (1997) gaven echter aan dat de bekrachtiging van maximaal een dollar in vorm van penny s misschien te klein was om de motivatie in zoverre te verhogen dat de kinderen de prestatie langer konden volhouden. Aangezien Solanto et al. (1997) geen gebruik hebben gemaakt van een controlegroep bestaande uit kinderen zonder ADHD, is niet duidelijk welke invloed bekrachtiging op de prestatie over tijd van kinderen zonder ADHD heeft en in hoeverre het prestatieverloop van kinderen met ADHD verschilt van het prestatieverloop van kinderen zonder ADHD. Lee en Zentaal (2006) maakten wel gebruik van een controlegroep. Zij onderzochten het effect van continue en partiële beloning op de prestatie bij studenten met en zonder ADD (ADHD; het overwegend aandachtstekort type). De deelnemers in de ADD-groep en de controlegroep werden verdeeld over twee condities waarin zij een taak moesten uitvoeren die de volgehouden aandacht meet. In de continue beloningsconditie kregen de deelnemers na elke trial positieve verbale feedback terwijl ze in de partiële beloningsconditie maar na 30 % van de trials positieve verbale feedback kregen. Het positieve verbale feedback hield in dat de onderzoeker plus zei na een trial. Over het algemeen presteerde de controlegroep beter dan de ADD-groep. Het bleek dat de ADD-groep zowel bij partiële als continue bekrachtiging in het begin even goed presteerde als de controlegroep, maar dat de prestatie op een later tijdstip slechter was dan de prestatie van de controlegroep. Net als Solanto et al. (1997) gaven Lee en Zentall (2006) aan dat het resultaat in verband stond met het CEM (Sanders, 1983). Het prestatieverschil zou verklaard kunnen worden door het suboptimale functioneren van de energieleveringmechanismen bij mensen met ADHD. Mensen met ADHD zouden hierdoor meer stimulatie nodig hebben om hun inspanning vol te houden dan mensen zonder ADHD. Als kritiek op het onderzoek kan aangevoerd worden de deelnemers verbale beloning kregen ongeacht hun prestatie. Het is mogelijk dat vooral de volwassenen met ADD hierdoor niet Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 5

6 hun best deden om goed te blijven presteren. Slecht presteren had immers geen negatieve consequenties. Uit de besproken onderzoeken kan geconcludeerd worden dat bekrachtiging bij mensen met ADHD een positief effect kan hebben op de gemiddelde prestatie. De onderzoeken suggereren echter dat bekrachtiging geen effect heeft op het langer volhouden van de prestatie. Kritiekpunt is dat de gebruikte hoeveelheden bekrachtiging misschien te klein waren om de deelnemers met ADHD en ADD voldoende te motiveren om de prestatie langer vol te houden (Solanto et al., 1997). Om te achterhalen of het toedienen van bekrachtiging ook van positieve invloed kan zijn op het langer volhouden van de inspanning, dus op de persistentie van de efficiënte toewijzing van de effort, is het van belang om te kijken naar het effect van grotere hoeveelheden bekrachtiging op de prestatie over tijd. Om meer inzicht te krijgen in de effecten van bekrachtiging op het volhouden van de inspanning werd in dit onderzoek gekeken naar het effect van bekrachtiging op de gemiddelde prestatie en de prestatie over tijd van kinderen met en zonder ADHD. Hierbij werd een grotere hoeveelheid bekrachtiging toegediend dan in de onderzoeken van Solanto et al. (1997) en Lee en Zentall (2006). Door te kijken naar het effect van bekrachtiging op de gemiddelde prestatie en de prestatie over tijd op een WG-taak werd in dit onderzoek tevens geprobeerd om meer inzicht te krijgen in de factoren die ten grondslag liggen aan het gedrag en de onderprestaties van kinderen met ADHD. Met andere woorden: is er sprake van WG-tekorten, motivationele afwijkingen of een combinatie van allebei? Aangezien kinderen met ADHD vooral slechter presteren dan kinderen zonder ADHD op taken waarvoor het visuo-spatiële en het CE WG-systeem nodig is, is gekozen voor een visuo-spatiële CE WG-taak (Martinussen et al., 2005; Rapport et al., 2008). Dit zijn taken waarbij men visuo-spatiële informatie moet onthouden, manipuleren en reorganiseren. Kinderen met ADHD en kinderen zonder ADHD voerden een visuo-spatiële CE WG-taak uit in onder andere een Feedback-Only-conditie (FO-conditie) en een TienEuro-bekrachtigingconditie (TienEuro-conditie). De taak hield in dat ze de volgorde van oplichtende groene en blauwe blokken op een scherm moesten onthouden, reorganiseren en natikken. Gemeten werd de nagetikte sequentielengte. In de FO-conditie kregen de deelnemers na elke trial feedback over hun prestatie. In de TienEuro-conditie zagen ze na elke trial of de kans op het krijgen van tien euromunten toenam of afnam. Na afname van deze conditie kreeg ieder kind tien euro s. Volgende onderzoeksvragen werden opgesteld: 1. Heeft het toevoegen van bekrachtiging invloed op het moment van daling van het prestatieverloop op een spatiële CE WG-taak van kinderen met ADHD? 2. Neemt de prestatie over tijd van kinderen met ADHD eerder en steiler af dan van kinderen zonder ADHD, ongeacht de bekrachtiging? 3. In hoeverre is de WG-prestatie van kinderen met ADHD afhankelijk van motivatie? Volgende hypotheses werden opgesteld: 1. Het toedienen van bekrachtiging heeft een positieve invloed op de gemiddelde prestatie, maar geen invloed op het moment van daling van het prestatieverloop op een visuo-spatiële CE WG-taak bij kinderen met ADHD. 2. De prestatie over tijd van kinderen met ADHD neemt zowel met als zonder bekrachtiging eerder en steiler af dan de prestatie van kinderen zonder ADHD. 3. De WG-prestatie van kinderen met ADHD is deels afhankelijk van motivatie: de prestatie van kinderen met ADHD verbetert meer bij het toedienen van bekrachtiging dan de prestatie van kinderen zonder ADHD, maar ook bij het toedienen van bekrachtiging presteren de kinderen met ADHD slechter dan de kinderen zonder ADHD (Shanahan et al., 2008). Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 6

7 De derde hypothese werd opgesteld op basis van de eerste twee hypotheses, die gebaseerd zijn op de onderzoeksbevindingen van Solanto et al. (1997) en Lee en Zentall (2006). Omdat verwacht werd dat de prestatie over tijd van kinderen met ADHD eerder en steiler zou afnemen dan van kinderen zonder ADHD, werd ervan uitgegaan dat de WG-prestatie van kinderen met ADHD niet zou normaliseren. Dit werd ook verwacht omdat het WG het meest beperkte EF-domein lijkt te zijn bij kinderen met ADHD (Martinussen et al., 2005; Wilcutt et al., 2005). Aangezien kinderen met ADHD echter relatief meer baat kunnen hebben bij het toedienen van bekrachtiging dan kinderen zonder ADHD, werd verwacht dat dit ook in dit onderzoek het geval zou zijn (Carlson et al., 2000; Carlson & Tamm, 2000; Konrad et al., 2000; McInerny & Kerns, 2003). De volgende verwachtingen werden opgesteld: 1. De gemiddelde sequentielengte van kinderen met ADHD is groter in de TienEuroconditie dan in de FO-conditie. 2. De prestatie van de kinderen met ADHD daalt op hetzelfde moment in de TienEuroconditie en de FO-conditie. 3. De prestatie daalt eerder en meer bij kinderen met ADHD dan bij kinderen zonder ADHD in de FO-conditie en in de TienEuro-conditie. 4. Er is sprake van een interactie-effect voor groep en conditie. Het verschil in sequentielengte tussen de FO-conditie en de TienEuro-conditie is groter voor de ADHD-groep dan voor de controlegroep. 5. De gemiddelde sequentielengte in de TienEuro-conditie is kleiner voor de ADHDgroep dan voor de controlegroep. Methode Deelnemers Voorafgaand aan de selectie van de deelnemers werd het onderzoek goed gekeurd door de Commissie Ethiek van de Universiteit van Amsterdam. In totaal werden er 60 kinderen zonder een diagnose ADHD en 74 kinderen met een diagnose ADHD of een vermoeden van ADHD aangemeld voor deelname aan dit onderzoek. ADHD-groep De deelnemers voor de ADHD-groep werden geworven via Lucertis in Zaandam, Punt P in Amsterdam en via de Jeugdriagg in Haarlem, Amstelveen en Hoofddorp. Alle deelnemers moesten een selectieprocedure doorlopen. Om mee te kunnen doen aan het onderzoek moesten de kinderen in de ADHD-groep aan de volgende criteria voldoen: - 9 t/m 12 jaar oud; - een klinische score op een van de ADHD-schalen of een subklinische score op beide ADHD-schalen op de ouderversie van de Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen (VvGK); - een klinische DSM-IV diagnose ADHD (APA, 2000); het gecombineerde type ADHD op basis van de Diagnostic Interview Schedule for Children IV (DISC-IV); - geschatte IQ score > 80, op basis van de twee subtests Woordkennis en Blokpatronen van de Nederlandse bewerking van de Wechsler Intelligence Scale for Children III (WISC- III); - de afwezigheid van Conduct Disorder (CD) op basis van de DISC-IV 1 ; 1 Het uitsluiten van kinderen met ADHD en CD was belangrijk omdat kinderen met beide stoornissen blijken te verschillen van kinderen met ADHD of kinderen met CD. Het hebben van ADHD en CD schijnt ernstiger te zijn dan het hebben van een van de stoornissen. Tussen kinderen met ADHD en kinderen met ADHD en ODD worden deze verschillen niet gevonden (Berlin, Bohlin, Nyberg, & Janols, 2003). Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 7

8 - het volgens de intakevragenlijst afwezig zijn van kleurenblindheid en motorische problemen die het uitvoeren van de computertaak kunnen beïnvloeden; - geen gebruik van psychostimulantia anders dan MPH of dexamfetamine, en geen gebruik van andere medicatie die de testresultaten kan beïnvloeden. Ter controle van de invloed van psychostimulantia op de testresultaten, moesten deelnemers bereid zijn om op de dag van de afspraken geen psychostimulantia te slikken totdat de afspraak voorbij was. Controlegroep De deelnemers zonder ADHD werden geworven via de basisscholen De Meidoorn en de Theo Thijssenschool in Amsterdam, Panta Rhei in Almere, De Komeet in Krommenie, Het Eiland in Zaandam en Toermalijn in Castricum. Om mee te kunnen doen aan het onderzoek, moesten de aangemelde kinderen in de controlegroep aan de volgende criteria voldoen: - 9 t/m 12 jaar oud; - scores binnen het normale gebied op de ADHD-schalen en de CD-schaal van de ouderen leerkrachtversie van de VvGK; - geschatte IQ score > 80, op basis van twee subtests Woordkennis en Blokpatronen van de WISC-III; - afwezigheid van kleurenblindheid en motorische problemen die het uitvoeren van een computertaak kunnen beïnvloeden; - geen gebruik van medicatie die de testresultaten kan beïnvloeden ten tijde van de afspraken. Materialen Om de invloed van bekrachtiging op de prestatiecurve van kinderen met en zonder ADHD te meten, werd er gebruik gemaakt van vier condities. In iedere conditie moest ieder kind de Schaakbordtaak uitvoeren. De mate van bekrachtiging verschilde per conditie. De Schaakbordtaak De Schaakbordtaak is een visuo-spatiële CE WG-taak (Dovis, Ponsioen, Prins, Geurts, Ten Brink, en Van der Oord, 2008). Deelnemers moeten hierbij zowel visuo-spatiële informatie onthouden als reorganiseren. De Schaakbordtaak wordt aangeboden op een computer. Vierkanten in een grid van 16 vierkanten lichten een voor een in willekeurige volgorde op en vormen een sequentie. De vierkanten zijn groen of blauw. De bedoeling is dat de deelnemer eerst de groene vierkanten en pas daarna de blauwe vierkanten in de goede volgorde met de muis natikt. Binnen elke aangeboden sequentie lichten vierkanten met beide kleuren op en licht er tenminste één keer een blauw vierkant vóór een groen vierkant op. Hierdoor moet de informatie worden onthouden en gereorganiseerd bij elke aangeboden sequentie. De Schaakbordtaak is adaptief. De eerst aangeboden sequentie bestaat altijd uit twee vierkanten. Wanneer de deelnemer twee opeenvolgende sequenties correct reproduceert, wordt de sequentie van de volgende trial een vierkant langer. Wanneer de deelnemer twee opeenvolgende sequenties fout reproduceert, wordt de sequentie van de volgende trial een vierkant korter. Als er net zo veel vierkanten zijn aangeklikt als het aantal vierkanten waaruit de aangeboden sequentie bestond, verschijnt er feedback of bekrachtiging op het scherm, afhankelijk van de conditie. Om met de volgende trial te beginnen, moet de deelnemer op een pijl rechtsonder in het beeld klikken. Aan de hand van een prestatiebalk onder in het beeld wordt de deelnemer over de gemiddelde prestatie geïnformeerd. Bij correcte reproducties wordt de balk langer en bij foute reproducties wordt de balk korter. Aangezien de taak adaptief is, zal een deelnemer die de taak serieus neemt, altijd meer correcte dan foute reproducties maken. Na 60 trials verschijnt er een eindscherm dat per conditie verschilt. Gemeten wordt de lengte van elke uitgevoerde sequentie. De betrouwbaarheid en de validiteit van de Schaakbordtaak moet nog vastgesteld worden. (Zie de bijlage I voor een afbeelding van de Schaakbordtaak.) Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 8

9 De condities Elk kind doorliep vier condities in gecounterbalancet volgorde. 1.) de Feedback-Only (FO) conditie Aan het kind werd uitgelegd dat het de bedoeling was om zo veel mogelijk goed te doen en zo min mogelijk fout te doen bij het uitvoeren van de taak. Aan hand van de prestatiebalk kon het kind zijn prestatie volgen. Na elke correct nagetikte sequentie kwam er een plaatje in beeld met een groene krul en bij een foute reproductie kwam er een rood kruis in beeld. Deze feedback werd respectievelijk begeleid door een positief geluid ( Tadaa! ) en een negatief geluid ( Euuuh! ). Na 60 trials werd het scherm paars en stond er in gele letters Je bent klaar. Haal de onderzoeker. (Zie de bijlage II voor het instructiescherm en de bekrachtigingschermen.) 2.) de TienEuro-conditie Aan het kind werd verteld dat het kind tien euro s zou krijgen wanneer het de taak goed genoeg zou uitvoeren, dus zo veel mogelijk goed zou doen en zo min mogelijk fout zou doen. Tijdens de instructies werden tien euromunten op een rijtje voor het kind neergelegd. Aan het kind werd uitgelegd dat het aan de prestatiebalk kon zien hoe het presteert. Na elke correct uitgevoerde trial kwamen 10 euromunten in kleur in beeld met een groene krul en de tekst meer kans op de 10 euro s!`. Dit beeld werd begeleid door kassagerinkel. Bij een incorrect uitgevoerde trial kwamen 10 euromunten grijzig in beeld met een rood kruis erover heen en de tekst minder kans op de 10 euro s!, begeleid door het negatieve geluid Euuuh!. Na 60 trials sprang het scherm op groen en stond er in zwarte letters Je bent klaar. Je hebt de 10 euro s verdiend! Haal de onderzoeker. (Zie de bijlage III.) 3.) de EenEuro-conditie De instructies, de bekrachtigingschermen en het eindscherm waren nagenoeg gelijk aan de TienEuro-conditie. In deze conditie werd echter aan het kind uitgelegd dat het één euro kon verdienen en ook op de bekrachtigingschermen was dus maar één euro te zien. Deze conditie is verder niet van belang voor dit werkstuk en zal niet meegenomen worden in de analyses. 4.) de Gameconditie In deze conditie was de Schaakbordtaak geïntegreerd in een computergame. Deze conditie is verder niet van belang voor de onderzoeksvraag en zal daarom niet verder uitgelegd worden. De resultaten van deze conditie en van de EenEuro-conditie zijn opgenomen in het artikel van Dovis, Van der Oord en Prins (2011, in review). Laptops Voor de afname van de Schaakbordtaak werd er in dit onderzoek gebruik gemaakt van zes laptops: Dell Latitude D530 laptop met Intel Core 2 Duo Processor T7250 (2.00 GHz, 1,99GB Ram), schermgrootte: 15 inch. Er werd een aparte optische muis gebruikt. Meetinstrumenten voor de selectie van deelnemers Telefonische aanmeldingsvragenlijst Via de telefonische aanmeldingsvragenlijst werden belangrijke gegevens van de deelnemers achterhaald, zoals de naam van het kind en de ouders, de adresgegevens, het medicatiegebruik, de naam van de school en de leerkracht. Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen (VvGK) Met de VvGK (Oosterlaan, Bayens, Scheres, Antrop, Roeyers & Sergeant, 2008) beoogt men te meten of en in welke mate symptomen van agressiestoornissen en van ADHD voorkomen bij kinderen en jongeren van 6-16 jaar. De VvGK kan door ouders en leerkrachten worden ingevuld. De vragenlijst heeft 42 items en omvat vier schalen: Aandachtstekort, Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 9

10 Hyperactiviteit/ Impulsiviteit, ODD (Oppositional Deviant Child Disorder) en CD (Conduct Disorder). De items worden gescoord op een vierpuntsschaal die loopt van 0 ( helemaal niet`) tot 3 ( heel veel`). Een voorbeelditem is: Ergert vaak met opzet anderen. De ruwe schaalscores kunnen omgezet worden naar normscores voor de leerkracht- en ouderversie. Er zijn verschillende normscores voor meisjes en jongens. Aan de hand van de normscores kan men zien of een score in het klinische ( 95 e percentiel), subklinische (90 e 94 e percentiel) of normale ( 89 e percentiel) gebied ligt. In 2001 heeft de Commissie Testaangelegenheden Nederland (Cotan) (Nederlands Instituut voor Psychologen, 2009) de VvGK beoordeeld. Zowel de uitgangspunten bij de testconstructie, de normen als de betrouwbaarheid werden als voldoende beschouwd. De kwaliteit van het testmateriaal, de kwaliteit van de handleiding en de begripsvaliditeit werd als goed beoordeeld. De criteriumvaliditeit werd als onvoldoende beoordeeld omdat de vragenlijst niet bedoeld is om voorspellingen te maken. Voor dit onderzoek werd een digitale versie van de VvGK aangemaakt. Voor de ouders van de kinderen met ADHD die psychostimulantia slikten, werd een instructie toegevoegd: hun werd gevraagd om het gedrag van hun kind te beoordelen wanneer het kind geen medicatie zou nemen. Er werd gekozen voor het hanteren van de normscores uit de handleiding van Intakevragenlijst De intakevragenlijst is gebaseerd op de intakevragenlijst van Dovis et al. (2008). Met de vragenlijst worden belangrijke gegevens achterhaald voor dit onderzoek. Er wordt onder andere gevraagd naar de hoeveelheid geld die een kind per week krijgt, de ervaring van het kind met computergames en de aanwezigheid van kleurenblindheid, dyslexie en een probleem dat het uitvoeren van een computertaak kan belemmeren. Een voorbeelditem is: Krijg je zakgeld? De vragen kunnen met ja/nee of met korte antwoorden beantwoord worden. National Institute of Mental Health Diagnostic Interview Schedule for Children IV (NIHM DISC-IV / DISC-IV) De DISC-IV (Ferdinand & Van der Ende, 1998; Shaffer, Fisher, Lucas, Dulcan & Schwab- Stone, 2000) is een gestructureerd diagnostisch interview. Op basis van DSM-IV criteria (APA, 1994) kunnen hiermee meer dan 30 psychiatrische diagnoses gegeven worden aan kinderen en jongeren. In dit onderzoek werden de schalen ADHD, ODD en CD van de ouderversie afgenomen. De ouderversie is voor ouders van kinderen van 9 t/m 17 jaar. De meeste vragen kunnen met ja (score = 2) of nee (score = 0) beantwoord worden. Gevraagd wordt onder andere of bepaalde symptomen zich voordeden tijdens het afgelopen jaar, de afgelopen zes maanden en de afgelopen vier weken. Een voorbeelditem is: Het afgelopen jaar, probeerde [hij/zij] toen vaak dingen waarbij [hij/ zij] lange tijd zou moeten opletten niet te doen? Bij sommige vragen kan de geïnterviewde nog tussen andere antwoordmogelijkheden kiezen, zoals bijvoorbeeld bij het item Hoe vaak was u toen geïrriteerd of verontrust omdat [hij/ zij] problemen had met opletten of concentreren? Zou u zeggen: vaak, soms of bijna nooit. Voor het antwoord vaak krijgt de geïnterviewde de score 3, voor soms de score 2 en voor bijna nooit de score 0. Weinig vragen eisen een zelfgeformuleerd antwoord. Een diagnose ADHD (gecombineerd type, overwegend aandachtstekort of overwegend hyperactief type), ODD of CD wordt gesteld: - wanneer een kind volgens de ouder een bepaald aantal symptomen heeft en deze symptomen zich het afgelopen jaar en de afgelopen vier weken hebben voorgedaan; - wanneer deze problemen zich al voordeden vóór het zevende levensjaar; - wanneer de symptomen zich zowel thuis als op school of andere locaties voordoen; - wanneer er sprake is van impairment. Voorlopers van de DISC-IV bleken voldoende valide en betrouwbaar te zijn (Shaffer, Fisher, Lucas, Dulcan en Schwab-Stone, 2000). Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 10

11 Wechsler Intelligence Scale for Children III (WISC-III) Met de WISC-III (Wechsler, 1992, aangehaald in de Nederlandse bewerking van Kort et al., 2002) kan men het algemene intelligentieniveau van kinderen tussen 6 en 16 jaar bepalen. De WISC-III bestaat uit tien tot dertien tests die een verbale en een performale schaal vormen. In 2005 kreeg de WISC III een Cotanbeoordeling (NIP, 2009). Uitgangspunten bij de testconstructie, de kwaliteit van het testmateriaal en de kwaliteit van de handleiding bleken goed te zijn. De normen, de betrouwbaarheid en de begripsvaliditeit bleken voldoende te zijn. De criteriumvaliditeit werd als onvoldoende beoordeeld omdat er nog te weinig onderzoek naar was gedaan. Om de verbale, performale en totale IQ-score te schatten werden in dit onderzoek de subtest Woordkennis en de subtest Blokpatronen afgenomen. Deze subtests hebben een goede betrouwbaarheid en correleren hoog met het totale IQ (Sattler, 2001). Bij de subtest Woordkennis moet het kind de betekenis omschrijven van een mondeling aangeboden woord. Het kind krijgt de score 0 wanneer het antwoord fout is, de score 1 wanneer het woord redelijk goed omschreven is en de score 2 wanneer het woord goed omschreven is. Een voorbeelditem is: Wat is een paraplu?. Er zijn 35 items. Wanneer het kind op vier items achter elkaar met een 0 scoort, wordt de test afgebroken. De score wordt omgezet in een normscore. Hierbij wordt rekening gehouden met de leeftijd van het kind. Om een schatting te maken van het verbale IQ werd de normscore maal vijf genomen en werd het bijbehorende verbale IQ opgezocht in een normtabel. Bij de subtest Blokpatronen moet een kind met behulp van vijf of negen roodwitte blokjes afbeeldingen van geometrische patronen naleggen. Wanneer een afbeelding fout nagelegd is of wanneer een kind er te lang over doet, krijgt het kind een score van 0. Wanneer het kind een afbeelding goed heeft nagelegd, krijgt het een score van 4, 5, 6 of 7. Hoe sneller het kind de afbeelding heeft nagelegd, hoe hoger de score. De test bestaat uit 12 items. De test wordt afgebroken na twee opeenvolgende 0-punts scores. De score wordt omgezet in een normscore, waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van het kind. De normscore werd wederom maal vijf genomen om een schatting te maken van het performale IQ door middel van een normtabel. Het totale IQ werd geschat op basis van de geschatte verbale en performale IQ-scores. Andere meetinstrumenten In dit onderzoek werden daarnaast de Corsi Block Tapping Task (CBTT; Vandierendonck, Kemps & Fastame, 2004) en de subtest Cijferreeksen van de WISC-III afgenomen. Om te achterhalen in hoeverre er sprake was van executieve functieproblemen en andere internaliserende en externaliserende problemen bij de controlegroep en de ADHD-groep zijn de Behavior Rating Inventory Executive Functions (BRIEF; Smidts en Huizinga, 2009) en de Gedragsvragenlijst voor kinderen (CBCL; Verhulst, Van der Ende & Koot, 1997) afgenomen. Daarnaast mochten de kinderen op cadeaukeuzebladeren hun favoriete cadeaus kiezen met een waarde van een en tien euro. Aangezien deze metingen niet van belang zijn voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen, zal hier niet verder op ingegaan worden. Procedure Het onderzoek bestond uit twee fases: de selectiefase en de testfase. De selectiefase bestond uit een voorselectie en de intake-afspraak en de testfase bestond uit twee testafspraken. Er waren 12 proefleiders. Een proefleider was promovendus en de andere proefleiders waren Masterstudenten Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Alle proefleiders waren getraind in het afnemen van de tests. Selectiefase 1.)Voorselectie Ouders van kinderen met een DSM-IV diagnose ADHD of een vermoeden van ADHD en een leeftijd van 9 t/m 12 jaar werden aangeschreven namens de onderzoekers en de deelnemende Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 11

12 instellingen. Ouders van kinderen met een leeftijd van 9 t/m 12 jaar op de deelnemende basisscholen werden aangeschreven namens de onderzoekers en de basisscholen. De ouders werden uitgenodigd om hun kind binnen 14 dagen aan te melden voor het onderzoek via de mail of via de telefoon. Aan alle ouders die hun kind hadden aangemeld, werd het onderzoek tijdens een telefoongesprek uitgelegd. Op basis van de telefonische aanmeldingsvragenlijst werden belangrijke gegevens achterhaald, zoals de adresgegevens, de geboortedatum van het kind, de naam van de leerkracht en de gegevens van de school. Ouders van kinderen met ADHD of een vermoeden van ADHD werd eerst gevraagd om informatie te verstrekken over medicatiegegevens van hun kind. Wanneer een kind met ADHD geen medicatie slikte of wanneer het kind methylfenidaat of dexamfetamine slikte en de ouders bereid waren om de medicatie op de dag van de mogelijke afspraken te staken, werden de andere gegevens achterhaald. Aan alle ouders werd gevraagd om de digitale VvGK zo snel mogelijk in te vullen. Daarnaast werd uitgelegd dat ze via een digitale informed consent toestemming moesten geven voor de deelname van hun kind. Na afloop van het telefoongesprek ontvingen de ouders per mail de inlogcodes voor de digitale VvGK. Na toestemming van de ouders werd de leerkracht benaderd met de vraag of hij/zij de VvGK kon invullen. Wanneer een leerkracht de VvGK na twee weken nog niet ingevuld had, werden de kinderen in de ADHDgroep alleen op basis van de scores op de ouderversie van de VvGK telefonisch wel of niet uitgenodigd voor de intake-afspraak. Wanneer de scores van een kind uit de controlegroep in het normale gebied lagen op de ADHD-schalen en de CD-schaal van de ouder- en leerkrachtversie van de VvGK werden de ouders gebeld en werden de intake-afspraak en de twee testafspraken gemaakt. De ouders werden ook voor het wel of niet maken van de afspraken gebeld wanneer de leerkracht de VvGK na twee weken nog niet had ingevuld maar aangegeven had dat hij/zij de VvGK nog zou invullen. Aangezien de ouders van de controlekinderen niet aanwezig waren bij de afspraken, werd de procedure tijdens de afspraken aan de telefoon toegelicht. Ook de intakevragenlijst werd telefonisch afgenomen. Het informed consent, de BRIEF en de CBCL werden opgestuurd en aan de ouders werd gevraagd om deze ingevuld mee te geven aan hun kind op de dag van de intake-afspraak. 2.) Intake-afspraak De intake-afspraak van de kinderen uit de ADHD-groep vond plaats op de instellingen waar de kinderen in behandeling waren. Aan het begin van de afspraak werden de ouder(s) en het kind van twee proefleiders ontvangen. Het verloop van de afspraak werd uitgelegd en de intakevragenlijst werd afgenomen. De afspraak werd afgebroken wanneer bleek dat het kind zijn ADHD-medicatie had genomen op de dag van de afspraak. Na het afnemen van de intakevragenlijst ging een proefleider met het kind naar een andere testkamer, die zo prikkelarm mogelijk was gemaakt. Bij het kind werden vervolgens de CBTT en de subtests Blokpatronen en Woordkennis afgenomen. Na een korte pauze werden de subtest Cijferreeksen en een computertaak voor een ander onderzoek afgenomen. Hierna mocht het kind vier favoriete cadeaus op de cadeaubladeren uitkiezen. Bij de ouder(s) van de kinderen uit de ADHD-groep werd in de tussentijd de DISC-IV afgenomen. Ook een papieren versie van het informed consent werd ingenomen. De intake-afspraak van de kinderen uit de controlegroep vond plaats op de school van het kind. Bij het kind werden dezelfde tests in dezelfde volgorde als bij de ADHD-groep afgenomen. De intake-afspraak duurde ongeveer anderhalf uur. Wanneer kinderen uit de ADHD-groep voldeden aan de inclusiecriteria werden er binnen twee weken na de intake-afspraak twee testafspraken gemaakt. Wanneer een kind uit de controlegroep niet voldeed aan de inclusiecriteria, werden de ouders gebeld om de testafspraken af te zeggen. Testfase De testafspraken van kinderen vonden weer plaats op de instelling of de school. Er werd geprobeerd om precies een week tussen de eerste en de tweede testafspraak te laten Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 12

13 verstrijken. Testkamers werden zo prikkelarm mogelijk gemaakt. Voorafgaand aan de testafname van kinderen uit de ADHD-groep legde de proefleider het verloop van de afspraak uit aan de ouder(s) en het kind. De proefleider achterhaalde of het kind zijn ADHD-medicatie op de dag van de afspraak nog niet had genomen. Tijdens de eerste testafspraak werd de ouder(s) gevraagd om de CBCL en de BRIEF in te vullen gedurende het wachten. Wanneer de ouder(s) uit de testkamer was (waren) vertrokken, werd de Schaakbordtaak aan het kind uitgelegd. Het kind werd gevraagd om enkele oefentrials uit de FO-conditie te doorlopen. Wanneer het kind twee keer achter elkaar een sequentie van drie blokken goed had nagetikt, werd de oefenfase afgebroken. Vervolgens gaf de onderzoeker de instructies behorende bij de te doorlopen conditie. De volgorde van de condities was gecounterbalancet. Bij de TienEuroen de EenEuro-conditie werden de te verdienen euromunten op de laptop voor het kind neergelegd en bleven de munten daar liggen gedurende de hele conditie. Na het geven van de instructies zei de proefleider dat hij iets voor zichzelf moest doen en dat het kind moest aangeven wanneer het klaar was met de taak. Het kind voerde vervolgens de taak uit terwijl de proefleider schuin achter het kind ging zitten om het kind te kunnen observeren. Het doorlopen van de FO-, TienEuro- en EenEuro-conditie duurde ongeveer 25 minuten. Het doorlopen van de Gameconditie duurde ongeveer 45 minuten. Wanneer het kind de EenEuro- of TienEuro-conditie had doorlopen, mocht het de gewonnen munten in zijn broekzak stoppen. Na minstens vijf minuten pauze werd de tweede te doorlopen conditie afgenomen. Tijdens de tweede testafspraak doorliep het kind de andere twee condities nadat het weer de oefenfase had doorlopen. Aan het einde van de afspraak waarin het kind de tweede geldconditie had doorlopen, mocht het kind de euro/euro s die het tijdens de tweede geldconditie had verdiend, ruilen voor een cadeau van dezelfde waarde. Ouders en kinderen werden hartelijk bedankt voor hun deelname. De testafname van kinderen uit de controlegroep verliep op dezelfde manier als bij de kinderen met ADHD. Als dank voor hun deelname zullen alle ouders die hun kinderen hebben aangemeld, de medewerkers van de instellingen en de leraren van de scholen worden uitgenodigd voor een bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst zullen de onderzoeksresultaten en praktische implementaties gepresenteerd worden. Geplande data-analyse Per conditie voerden de deelnemers 60 trials uit. Aangezien de Schaakbordtaak adaptief is en op een laag niveau begint, kunnen de eerste 15 trials als opbouwfase worden beschouwd. Daarom werden de eerste 15 trials van de FO- en de TienEuro-conditie niet meegenomen in de analyses. Om de prestatie over tijd overzichtelijk weer te geven, werden de resterende 45 trials per conditie samengevat in drie trialblokken. Het beginblok bestond uit trial 16 20, het middenblok bestond uit trial en het eindblok bestond uit trial Per trialblok werd de gemiddelde sequentielengte berekend. Er werden MANOVA s uitgevoerd om te achterhalen of de ADHD-groep en de controlegroep van elkaar verschilden op de variabelen leeftijd, geschatte totaal IQ, te besteden geld per week en VVGK-scores. Chi-square toetsen werden uitgevoerd om te achterhalen of er een verschil was tussen de groepen met betrekking tot de verdeling van jongens en meisjes en de verdeling van deelnemers met en zonder dyslexie. Voor het toetsen van de eerste hypothese werd een 2 x 3 (twee condities x drie trialblokken) herhaalde metingen ANOVA uitgevoerd voor de ADHD-groep met simple first contrasten. Voor het toetsen van de tweede en derde hypothese werd een 2 x 3 (twee condities x drie trialblokken) herhaalde metingen ANOVA uitgevoerd voor de controlegroep, een 2 x 2 x 3 mixed design ANOVA (twee condities x twee groepen x drie trialblokken) met simple first contrasten, en een 2 x 3 mixed design ANOVA voor de TienEuro-conditie (twee groepen Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 13

14 x drie trialblokken) met simple first contrasten. Effectgroottes die achterhaald werden waren partial eta square (partial 2 ) en phi ( ). Resultaten Deelnemers ADHD-groep Van de 74 kinderen die op basis van de telefonische intake waren aangemeld, voldeden 15 kinderen niet aan de VvGK-inclusiecriteria voor de ADHD-groep. Twee deelnemers trokken hun aanmelding terug en twee kinderen bleken toch een ander psycho-stimulantium dan MPH te slikken. Uiteindelijk namen 55 kinderen en hun ouders deel aan de intake-afspraak. Op basis van de intake-afspraak werden 21 kinderen geëxcludeerd. Bij 16 deelnemers was er geen sprake van het gecombineerde type ADHD op basis van de DISC-IV. Bij één kind was er sprake van CD en drie kinderen hadden een geschatte IQ-score van lager dan 80. Daarnaast werd een kind geëxcludeerd omdat de onderzoekers een sterk vermoeden koesterden dat dit kind autisme had. Van de 34 kinderen met ADHD die meededen aan de testafspraken konden de data van drie kinderen niet meegenomen worden in de analyses, omdat de data van de TienEuroconditie niet waren opgeslagen. In totaal zijn dus de data van 31 kinderen in de ADHD-groep meegenomen in de analyses. De belangrijke demografische gegevens van de groep zijn weergegeven in Tabel 1. Controlegroep Op basis van de telefonische intake werden 60 kinderen aangemeld voor het onderzoek. Drie deelnemers werden niet uitgenodigd voor de intake-afspraak, omdat de ouders technische problemen hadden met het invullen van de VvGK. Eén deelnemer was te jong, een deelnemer wilde niet meer meedoen en zes deelnemers werden op basis van subklinische of klinische VvGK-scores geëxcludeerd. Om organisatorische redenen deden de kinderen wier ouders en leraren de VvGk nog niet hadden ingevuld alvast mee aan de intake-afspraak Er namen 49 deelnemers in de controlegroep deel aan de intake-afspraak. Hieruit bleek dat twee kinderen een IQ-score hadden lager dan 80. Daarnaast trokken twee ouders hun deelname terug en twee kinderen bleken toch niet tussen de 9 en 12 jaar oud te zijn. Deze deelnemers werden geëxcludeerd. In totaal deden 43 kinderen mee aan de testafspraken. Achteraf konden niet alle data van de 43 kinderen gebruikt worden. Pas na de testafspraken hadden sommige leerkrachten en ouders de VvGK ingevuld, waaruit bleek dat de VvGK-scores van acht kinderen in het klinische of subklinische gebied lagen. Daarnaast werden de data van drie meisjes met het hoogste IQ uit de controlegroep verwijderd om de twee groepen vergelijkbaar te houden. Deze meisjes konden niet gematcht worden aan een kind in de ADHD-groep. Uiteindelijk zijn de testdata van 31 kinderen uit de controlegroep meegenomen in de analyses. Belangrijke demografische gegevens van de controlegroep zijn wederom weergegeven in Tabel 1. Vergelijking groepen Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de ADHD-groep en de controlegroep wat betreft belangrijke demografische gegevens. Zie Tabel 1 voor de demografische gegevens en de toetsingsgegevens. Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 14

15 Tabel 1 Demografische Gegevens en Toetsingsgegeven voor de Vergelijking tussen de ADHD-groep (N = 31) en de Controlegroep (N = 31) ADHD-groep (N = 31) Controlegroep (N = 31) M SD M SD F/ χ2 p Partial 2 / Sekse (jongens : meisjes) 24 : : Leeftijd in jaren IQ totaal Geld per week in Euros Dylexie (ja : nee) 7 : : VvGK a -scores ouders Aandachtstekort - schaal Hyperactiviteit - schaal ODD b - schaal CD c - schaal VvGK-scores leerkrachten d Aandachtstekort - schaal Hyperactiviteit - schaal ODD - schaal CD - schaal a VvGK = Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen. b ODD = Oppositional Defiant Disorder. c CD = Conduct Disorder. d voor de ADHD-groep geldt hier n = 24 en voor de controlegroep geldt hier n = 26. Toetsing hypotheses In dit onderzoek werd uitgegaan van de stelling dat ANOVA s robuust zijn voor schendingen van de assumpties van normaalverdeeling en homogeniteit (Field, 2005). FO-conditie versus TienEuro-conditie voor de ADHD-groep Uit de 2 x 3 herhaalde metingen ANOVA voor de ADHD-groep bleek dat er sprake was van een hoofdeffect voor conditie, F (1, 30) = 12.44, p < 0.05, partial 2 = De gemiddelde sequentielengte in de TienEuro-conditie was hoger dan in de FO-conditie, zie Tabel 2 en Afbeelding 2. Dit komt overeen met de verwachtingen. Er was geen hoofdeffect voor trialblokken, F (1.40, 42.06) = 0.77, p = 0.43, partial 2 = Over het algemeen was er dus geen sprake van een afname van de prestatie over tijd. Dit komt niet overeen met de verwachtingen. Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 15

16 Er was geen interactie-effect voor trialblokken en conditie, F (2, 60) = 2.78, p = 0.07, partial 2 = 0.09, maar er was een trend te zien. Om te achterhalen hoe deze trend tot stand kwam, werd naar de contrasten gekeken. Hieruit bleek dat het interactie-effect significant was wanneer het beginblok en het eindblok met elkaar werden vergeleken, F (1, 30) = 4.27, p < 0.05, partial 2 = Terwijl de prestatie in de loop van de tijd afnam in de FO-conditie, was er geen sprake van verandering of daling van het prestatieverloop in de TienEuroconditie. Dit komt niet overeen met de verwachtingen. Tabel 2 Gemiddelde Sequentielengte (M) per Conditie en Trialblok en bijbehorende Standaarddeviaties (SD) voor de ADHD-groep (N = 31) en de Controlegroep (N = 31) FOconditie TienEuroconditie ADHD-groep Controlegroep M SD M SD Beginblok Middenblok Eindblok Totaal Beginblok Middenblok Eindblok Totaal Afbeelding 2. Prestatie over tijd in beide Afbeelding 3. Prestatie over tijd in beide condities voor de ADHD-groep (N = 31). condities voor de controlegroep (N = 31). FO-conditie versus TienEuro-conditie voor de Controlegroep Uit de 2 x 3 herhaalde metingen ANOVA voor de controlegroep bleek dat er geen hoofdeffect was voor conditie, F (1, 30) = 0.31, p = 0.58, partial 2 = Dit betekent dat de controlegroep even goed presteerde in de FO-conditie en de TienEuro-conditie. Verder was er geen hoofdeffect voor trialblokken, F (1.76, 52.72) = 0.82, p = 0.43, partial 2 = 0.03, en geen interactie-effect voor tijd en conditie, F (2, 60) = 0.14, p = 0.87, partial 2 = Anne Meyer, , Masterthese, eindversie 16

ADHD, Bekrachtiging en Werkgeheugenprestatie:

ADHD, Bekrachtiging en Werkgeheugenprestatie: UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Masterthese Master Klinische Psychologie ADHD, Bekrachtiging en Werkgeheugenprestatie: De invloed van bekrachtiging op de

Nadere informatie

Welke elementen van het werkgeheugen zijn beperkt bij kinderen met ADHD? Verschillen tussen ADHD met- en zonder hyperactiviteit/impulsiviteit

Welke elementen van het werkgeheugen zijn beperkt bij kinderen met ADHD? Verschillen tussen ADHD met- en zonder hyperactiviteit/impulsiviteit UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Welke elementen van het werkgeheugen zijn beperkt bij kinderen met ADHD? Verschillen tussen ADHD met- en zonder hyperactiviteit/impulsiviteit

Nadere informatie

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Sylvie Verté INLEIDING Reeds geruime tijd worden pogingen ondernomen om te bepalen welke aspecten van diverse ontwikkelings-

Nadere informatie

Braingame Brian; een executieve functie training voor kinderen met ADHD. Effect op inhibitie en cognitieve flexibiliteit & ADHD symptomen

Braingame Brian; een executieve functie training voor kinderen met ADHD. Effect op inhibitie en cognitieve flexibiliteit & ADHD symptomen Braingame Brian; een executieve functie training voor kinderen met ADHD Effect op inhibitie en cognitieve flexibiliteit & ADHD symptomen Roza van der Heide Studentnummer: 5829011 Afdeling ontwikkelingspsychologie

Nadere informatie

Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S.

Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S. Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S. Dovis Cognitive Control and Motivation in Children with

Nadere informatie

What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive

What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive Drs. Sebastiaan Dovis Promovendus Klinische Ontwikkelingspsychologie Theorieën

Nadere informatie

Werkgeheugen- en motivationele beperkingen bij kinderen met ADHD: Verschillen tussen subtypen met en zonder hyperactiveit/impulsiviteit

Werkgeheugen- en motivationele beperkingen bij kinderen met ADHD: Verschillen tussen subtypen met en zonder hyperactiveit/impulsiviteit Werkgeheugen- en motivationele beperkingen bij kinderen met ADHD: Verschillen tussen subtypen met en zonder hyperactiveit/impulsiviteit Masterthese: tweede versie Josje de Bont 5958830 Klinische Ontwikkelingspsychologie

Nadere informatie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Inhoud v Theoretische verklaringen ADHD v Plannen en organiseren bij ADHD v In het dagelijkse leven?

Nadere informatie

Wat is de Invloed van Motivatie op het Werkgeheugen bij Kinderen met Attention- Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD)? Astrid Nauta, BSc.

Wat is de Invloed van Motivatie op het Werkgeheugen bij Kinderen met Attention- Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD)? Astrid Nauta, BSc. Wat is de Invloed van Motivatie op het Werkgeheugen bij Kinderen met Attention- Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD)? Astrid Nauta, BSc. Datum: 28-03-2013 Collegekaartnummer: 5805783 Afstudeerrichting:

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

De Invloed van een Executieve Functietraining op Probleemgedragingen bij Kinderen met ADHD

De Invloed van een Executieve Functietraining op Probleemgedragingen bij Kinderen met ADHD Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Afdeling Psychologie De Invloed van een Executieve Functietraining op Probleemgedragingen bij Kinderen met ADHD door Marloes van der Arend Masterthese:

Nadere informatie

Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld)

Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld) Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld) Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis Boodschap 1. Bij mensen met verschillende diagnoses zien we meer EF problemen

Nadere informatie

De Invloed van Beloning op de Interferentie Controle van Adolescenten met ADHD

De Invloed van Beloning op de Interferentie Controle van Adolescenten met ADHD De Invloed van Beloning op de Interferentie Controle van Adolescenten met ADHD Masterthese Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Programmagroep Klinische Ontwikkelingspsychologie Jeske Andreoli

Nadere informatie

Motivatie tekorten bij kinderen met ADHD; de constructvaliditeit van de motivatie index van de Chessboardtask

Motivatie tekorten bij kinderen met ADHD; de constructvaliditeit van de motivatie index van de Chessboardtask Motivatie tekorten bij kinderen met ADHD; de constructvaliditeit van de motivatie index van de Chessboardtask Masterthese Klinische Neuropsychologie Student: Sanne Francken, BSc. Datum: 07-12-2016 Studentnummer:

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD. Eline Vermeulen

Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD. Eline Vermeulen Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD Eline Vermeulen Masterthese Klinische (Ontwikkelings)Psychologie Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Begeleiding:

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Leerkrachtversie Informant: Liesbeth Bakker Leerkracht BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is

Nadere informatie

Planning van Adolescenten met ADHD: Sekseverschillen en het Effect van een Planningstraining

Planning van Adolescenten met ADHD: Sekseverschillen en het Effect van een Planningstraining Planning van Adolescenten met ADHD: Sekseverschillen en het Effect van een Planningstraining M. A. Stoop Universiteit van Amsterdam Abstract- In deze studie werd het effect van een planningstraining onderzocht.

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Detector Ability Achtergronden bij het instrument

Detector Ability Achtergronden bij het instrument Detector Ability Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl

Nadere informatie

HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN

HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN Opleiding Jeugdgezondheiszorg Eline Van Hoecke Medische Psychologie Kinderen en Jongeren UZ Gent 30 maart 2012 1 OVERZICHT 1.

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Zelfrapportageversie BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is een vragenlijst waarmee executieve

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1 IST Standaard Intelligentie Structuur Test ID 4589-1031 Datum 25.03.2015 IST Inleiding 2 / 12 INLEIDING De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor jongeren

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten

Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten Samenvatting presentatie congres EF bij adolescenten Utrecht, 19 juni 2012 Dr. Mariëtte Huizinga Universiteit van Amsterdam Executieve functies Weerstand

Nadere informatie

Nationale Dyslexie Conferentie 3 april 2013. Dyslexie, Emotioneel welbevinden en Schoolverzuim handvatten voor signalering, diagnostiek en begeleiding

Nationale Dyslexie Conferentie 3 april 2013. Dyslexie, Emotioneel welbevinden en Schoolverzuim handvatten voor signalering, diagnostiek en begeleiding Nationale Dyslexie Conferentie 3 april 2013 Dyslexie, Emotioneel welbevinden en Schoolverzuim handvatten voor signalering, diagnostiek en begeleiding Nouchka Tick 1 Thea Vogelaar 2 1 Senior Onderzoeker,

Nadere informatie

Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers

Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers Samenvatting presentatie Expertisebijeenkomst Executieve Functies Koers-VO; Capelle a/d IJssel; 3 december 2012

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG ADHD en ASS Bij normaal begaafde volwassen Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Diagnostiek van het handelend rekenen

Diagnostiek van het handelend rekenen Diagnostiek van het handelend rekenen Test Meten en Metend rekenen 2-6 D. Van De Steene Van De Steene I. Vervenne 1 Introductie Meten en metend rekenen in ons dagelijks leven Situering Domein meten en

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

3/4/13. Executieve functies GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS

3/4/13. Executieve functies GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS SAMENVATTING PRESENTATIE SCHOOLPSYCHOLGENCONGRES; AMSTERDAM; 15 MAART 2013 Dr. Mariëtte Huizinga Vrije Universiteit

Nadere informatie

ADHD. Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli

ADHD. Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli 00 ADHD Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli U bent met uw kind verwezen naar de ADHD poli. De ADHD poli is een samenwerkingsverband tussen

Nadere informatie

Het Effect van een Planningstraining op de Planningsvaardigheden en ADHD Symptomen van Adolescenten met ADHD

Het Effect van een Planningstraining op de Planningsvaardigheden en ADHD Symptomen van Adolescenten met ADHD Het Effect van een Planningstraining op de Planningsvaardigheden en ADHD Symptomen van Adolescenten met ADHD Nynke Grupstra Abstract Adolescenten met ADHD hebben problemen in het executief functioneren,

Nadere informatie

Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht

Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht 1 Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht Marina Schoemaker, Merel Timmer, Marleen van der Wees, Heleen Reinders Messelink, Chiel Volman, Jolien van den Houten Wat

Nadere informatie

Executief functioneren in relatie tot taal bij kinderen met ADHD en kinderen met SLI. Esther Parigger juni 2012

Executief functioneren in relatie tot taal bij kinderen met ADHD en kinderen met SLI. Esther Parigger juni 2012 Executief functioneren in relatie tot taal bij kinderen met ADHD en kinderen met SLI Esther Parigger juni 2012 APA, 2000 ADHD Taalproblemen zijn ook opgenomen in de symptoomlijst! Diagnose Symptomen -aanwezig

Nadere informatie

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD.

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD. PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD. Informatiebrief voor ouders Beste ouder(s)/verzorger(s),

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vrouw BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een

Nadere informatie

De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015

De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015 De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015 1. Inleiding BB is een gecomputeriseerde cognitieve training voor kinderen met zelfregulatieproblemen (bv. kinderen

Nadere informatie

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid ALCOHOLGEBRUIK: BEWUST OVERWOGEN OF ONBEWUST OVERKOMEN? Impliciete en expliciete processen bij alcoholgebruik en implicaties voor interventies Katrijn Houben k.houben@maastrichtuniversity.nl Alcoholgebruik,

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004)

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Dia 1 Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen Een reactie van Bibi Huskens Dia 2 Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Problemen in: Planning Inhibitie Schakelvaardigheid

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

EF en gedragsproblemen. Walter Matthys

EF en gedragsproblemen. Walter Matthys EF en gedragsproblemen Walter Matthys Verminderde EF bij gedragsproblemen afhankelijk van ADHD (symptomen)? Meta-analyse bij jonge kinderen met externaliserend gedrag (Schoemaker, Mulder, Dekovic & Matthys,

Nadere informatie

Kajak Congres Psychiatrie en LVB

Kajak Congres Psychiatrie en LVB WERKEN AAN SAMENSPEL Kajak Congres Psychiatrie en LVB Sammy Roording, Klinisch neuropsycholoog Karakter, Zorglijn LVB Ede/Apeldoorn s.roording@karakter.com Muntgebouw Utrecht, 17 mei 2018 pagina 1 INVENTARISATIE

Nadere informatie

Marijn Nijboer Orthopedagoog i.o.t. GZ-psycholoog Accare UCKJP

Marijn Nijboer Orthopedagoog i.o.t. GZ-psycholoog Accare UCKJP Marijn Nijboer Orthopedagoog i.o.t. GZ-psycholoog Accare UCKJP INHOUD Impulsief en agressief gedrag; normaal op jonge leeftijd? Alarmsignalen Verwijzen? Werkwijze team jonge kinderen zorglijn ADHD en gedragsstoornissen

Nadere informatie

Comorbiditeitsprofielen van Adolescenten met ADHD en ADD

Comorbiditeitsprofielen van Adolescenten met ADHD en ADD Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Comorbiditeitsprofielen van Adolescenten met ADHD en ADD en het Effect van de Training Zelf Oplossingen Bedenken M. Veerkamp

Nadere informatie

Training van het Executief Functioneren van Kinderen met ADHD

Training van het Executief Functioneren van Kinderen met ADHD UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Training van het Executief Functioneren van Kinderen met ADHD Invloed op de kwaliteit van leven. Tim van den Broek 5660955 ABSTRACT Doel: De huidige studie onderzocht het effect

Nadere informatie

Executieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog

Executieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog Executieve Functies en Werkgeheugen Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog U krijgt antwoord op: 1. Wat is het werkgeheugen? 2. Hoe belangrijk is het werkgeheugen? 3. En wat als het werkgeheugen faalt?

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. David-Jan Punt ID 255-4 Datum 10.11.2015. Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. David-Jan Punt ID 255-4 Datum 10.11.2015. Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam d2-r Aandachts- en concentratietest HTS Report ID 255-4 Datum 10.11.2015 Standaard d2-r Inleiding 2 / 14 INLEIDING De d2-r is een instrument voor het meten van de visuele selectieve aandacht, snelheid

Nadere informatie

Afname en scoring van de BAYLEY-III-NL op het online platform Q-global

Afname en scoring van de BAYLEY-III-NL op het online platform Q-global Afname en scoring van de BAYLEY-III-NL op het online platform Q-global Aanmelden Om een test te kunnen afnemen of scoren op het online platform, dient u zich eerst aan te melden als gebruiker. Raadpleegt

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR AFNAME VAN DE SON-R 2½ - 7 OP DE COMPUTER Een toepassing voor kinderen met een lichamelijke handicap

HANDLEIDING VOOR AFNAME VAN DE SON-R 2½ - 7 OP DE COMPUTER Een toepassing voor kinderen met een lichamelijke handicap HANDLEIDING VOOR AFNAME VAN DE SON-R 2½ - 7 OP DE COMPUTER Een toepassing voor kinderen met een lichamelijke handicap Marijke Dijkstra Rijksuniversiteit Groningen, maart 2006 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING

Nadere informatie

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Pagina 1 van 17 BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Executieve functies gedragsvragenlijst Met de BRIEF kunnen executieve functies op gedragsniveau in kaart worden gebracht bij kinderen tussen

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Otto Peterszoon ID icode TE9Q Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Otto Peterszoon ID icode TE9Q Datum BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 255-199 icode TE9Q Datum 03.10.2015 Ouderversie Informant: Roelofsen moeder BRIEF Interpretatie 3 / 11 INTERPRETATIE De BRIEF

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Master Kinder- en Jeugdpsychologie. Een experiment naar de invloed van klassenrumoer op het inhibitievermogen

Master Kinder- en Jeugdpsychologie. Een experiment naar de invloed van klassenrumoer op het inhibitievermogen Master Kinder- en Jeugdpsychologie Een experiment naar de invloed van klassenrumoer op het inhibitievermogen van kinderen met ADHD vergeleken met een controlegroep Annelien Barten, 3824861 Datum: 08-07-2015

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

HTS Report DESIGMA - A. Design a Matrix. Tom Billiet ID Datum Advanced 1. Editie. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report DESIGMA - A. Design a Matrix. Tom Billiet ID Datum Advanced 1. Editie. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam HTS Report DESIGMA - A Design a Matrix ID 5107-4177 Datum 31.01.2017 Advanced 1. Editie DESIGMA - A Inleiding 2 / 10 INLEIDING Structuur van dit rapport Interpretatie Profielformulier Schaalscores Schaalinformatie

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting. (Summary in Dutch)

CHAPTER 8. Samenvatting. (Summary in Dutch) CHAPTER 8 Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond en doel van het onderzoek Gedragsstoornissen zoals ADHD (Attention-Deficit Hyperactivity Disorder), ODD (Oppositional Defiant Disorder) en CD (Conduct

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam d2-r Aandachts- en concentratietest HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Standaard d2-r Inleiding 2 / 16 INLEIDING De d2-r is een instrument voor het meten van de visuele selectieve aandacht, snelheid

Nadere informatie

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014 AD(H)D bespreken N.B.: de inhoud van dit programma is slechts van adviserende aard en dient niet als vervanging voor professioneel en/of medisch advies. Als u verdere consultatie wenst, of wanneer u zich

Nadere informatie

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen:

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Kritische bespreking en klinische implicaties Lien Van Eylen VCKJPP 22 september 2011 Overzicht Neuropsychologische taken o Betrouwbaarheid

Nadere informatie

HTS Report IST. Intelligentie Structuur Test. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report IST. Intelligentie Structuur Test. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam IST Intelligentie Structuur Test HTS Report ID 5105-7035 Datum 20.07.2017 Standaard INLEIDING IST 2/20 Inleiding De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor

Nadere informatie

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Instrument BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Met de BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst kunnen executieve functies bij een kind in kaart gebracht worden. Executieve functies zijn cognitieve

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

10 DE PSYCHOLOOG / MEI 2016

10 DE PSYCHOLOOG / MEI 2016 10 DE PSYCHOLOOG / MEI 2016 [T]he power of attention is different, not only in different individuals, but also at different times (Crichton, 1798, p.255). Ruim tweehonderd jaar geleden onderkende de Schotse

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Connector Ability Voorbereiding en veel gestelde vragen

Connector Ability Voorbereiding en veel gestelde vragen P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Connector Ability Voorbereiding en veel gestelde vragen www.picompany.nl Inhoud Inhoud... 2 Connector Ability... 3 De test maken... 3 Veel gestelde vragen...

Nadere informatie

BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF-P Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader BRIEF-P Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF-P is een

Nadere informatie

ACT Algemene Intelligentie

ACT Algemene Intelligentie Rapport Datum ACT Algemene Intelligentie Voor u ligt het rapport van de ACT Algemene Intelligentie. Door middel van subtests zijn uw cognitieve capaciteiten gemeten. Allereerst wordt uw totaalscore weergegeven.

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Kandidaatbrochure met oefenvragen Opleidingsniveau: (V)MBO1-2-3

Kandidaatbrochure met oefenvragen Opleidingsniveau: (V)MBO1-2-3 P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Kandidaatbrochure met oefenvragen Opleidingsniveau: (V)MBO1-2-3 1 van 37 / PiCompany 2005iMedia 2005 www.picompany.nl tel. 0346-55 90 10 0346-55 90 15 www.picompany.nl

Nadere informatie

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Hieronder staan de antwoorden beschreven voor de vragen die jullie beantwoord hebben tijdens de IOF bijeenkomst. Mochten jullie naar

Nadere informatie

Kandidaatbrochure met instructie en voorbeeldvragen. Opleidingsniveau: (V)MBO1-2-3

Kandidaatbrochure met instructie en voorbeeldvragen. Opleidingsniveau: (V)MBO1-2-3 P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Kandidaatbrochure met instructie en voorbeeldvragen Opleidingsniveau: (V)MBO1-2-3 1 van 32 / PiCompany 2005iMedia 2005 www.picompany.nl tel. 0346-55 90 10

Nadere informatie

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys Een reactie door Hilde M. Geurts Lezing Begeer, Keysar et al., 2010: Advanced ToM 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Autisme (n=34) Controle

Nadere informatie

Kandidaatbrochure met instructie en voorbeeldvragen. Opleidingsniveau: MBO4-BA-MA

Kandidaatbrochure met instructie en voorbeeldvragen. Opleidingsniveau: MBO4-BA-MA P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Kandidaatbrochure met instructie en voorbeeldvragen Opleidingsniveau: MBO4-BA-MA 1 van 35 / PiCompany 2005iMedia 2005 www.picompany.nl tel. 0346-55 90 10

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Wanneer in deze folder wordt gesproken over ouders en kinderen worden daar uiteraard ook respectievelijk verzorgers en jongeren mee bedoeld.

Wanneer in deze folder wordt gesproken over ouders en kinderen worden daar uiteraard ook respectievelijk verzorgers en jongeren mee bedoeld. ADHD poli Roermond Deze folder is bedoeld voor ouders van kinderen en jongeren met ADHD. In de folder wordt uitleg gegeven over het stellen van de diagnose en behandeling bij ADHD. Wanneer in deze folder

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM, FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN,

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM, FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM, FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN, PROGRAMMAGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE Executief disfunctioneren bij kinderen met ADHD Een onderzoek naar de effectiviteit

Nadere informatie

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE GOOD PRACTICES De onderbouwing van de beperking van de onderwijsparticipatie blijkt uit het VO Aanmeldformulier Amsterdam 2009-2010, niet ouder dan een half jaar, plus diagnostische

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2009-10 Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2009-10 Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetechappen Academiejaar 2009-10 Eerste Examenperiode BELONINGSGEVOELIGHEID BIJ KINDEREN EN ADOLESCENTEN MET ADHD: Effect van leeftijd, subtype en soort beloning op

Nadere informatie

Deze test moet in januari tot en met mei van groep 8 worden afgenomen.

Deze test moet in januari tot en met mei van groep 8 worden afgenomen. Bijlage Bij de Regeling vaststelling van te gebruiken instrumenten bij de indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en praktijkonderwijs () ten behoeve van instroom in schooljaar 2008-2009

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportageversie BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Zelfrapportageversie BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een vragenlijst waarmee executieve

Nadere informatie

In het geval van Carl ziet u op pagina 4 bij de factoranalyses direct: *Laag bij P-IQ Motivatie niveau *Hoog bij P-IQ Non-verbaal redeneren

In het geval van Carl ziet u op pagina 4 bij de factoranalyses direct: *Laag bij P-IQ Motivatie niveau *Hoog bij P-IQ Non-verbaal redeneren Voorbeeld WAIS-III Analyse-rapport Fijn dat u de tijd neemt om echt inhoudelijk kennis te maken met het resultaat van een analyse uit ons kennissysteem. Een kennissysteem dat ik in de afgelopen 25 jaar

Nadere informatie