PLAN MILIEUEFFECTRAPPORT MASTERPLAN ANTWERPEN
|
|
- Christa de Koning
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 PLAN MILIEUEFFECTRAPPORT MASTERPLAN ANTWERPEN SAMENVATTING HOOFDRAPPORT Versie: definitief Mei 2005
2 Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 2 van 54
3 Samenvatting Hoofdrapport Technische deelrapporten Bijlagen Inleiding Inleiding Mens-Mobiliteit Bijlage A Verkeersmodel MMA2+ Hoofdstuk 1: Probleemstelling, nut en noodzaak Hoofdstuk 1: Algemene Inlichtingen Bodem en Grondwater Bijlage B Passende beoordeling Hoofdstuk 2: Geplande ingrepen en alternatieven Hoofdstuk 2: Probleemstelling, nut en noodzaak Lucht Bijlage C Watertoets Hoofdstuk 3: Situering van het plan Hoofdstuk 3: Geplande ingrepen en alternatieven Geluid Bijlage D MCA-rapport Hoofdstuk 4: Belangrijkste effecten Hoofdstuk 4: Juridisch en beleidsmatig kader; afwegingskader Oppervlaktewater Hoofdstuk 5: Vergelijking van de alternatieven Hoofdstuk 5: Referentiesituatie Trillingen Hoofdstuk 6: Effecten en afweging op planniveau Fauna en Flora Hoofdstuk 7: Effecten en afweging op gebiedsniveau Monumenten, Landschappen en materiële goederen in het algemeen Hoofdstuk 8: Maatregelen voor postevaluatie Externe Veiligheid Hoofdstuk 9: Leemten in de kennis Mens-Ruimtelijke aspecten Hoofdstuk 10: Conclusies Mens-Gezondheidszorg en belevingswaarde Begrippenlijst Referentielijst Lijst met afkortingen Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 3 van 54
4 Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 4 van 54
5 INHOUDSOPGAVE INLEIDING PROBLEEMSTELLING, NUT EN NOODZAAK SITUERING VAN HET PLAN GEPLANDE INGREPEN EN ALTERNATIEVEN MASTERPLAN-PROJECTEN STRATEGIEËN OP PLANNIVEAU VARIANTEN OP GEBIEDSNIVEAU Antwerpen Noord Linkeroever Ringzone Corridor BELANGRIJKSTE EFFECTEN VAN DE ALTERNATIEVEN EFFECTEN OP PLANNIVEAU EFFECTEN OP GEBIEDSNIVEAU Antwerpen Noord Linkeroever Ringzone Corridor BESLUIT...53 Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 5 van 54
6 Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 6 van 54
7 INLEIDING Door de toegenomen mobiliteit ondervinden Vlaanderen en de Antwerpse regio meer en meer fileproblemen. De gunstige ligging van Antwerpen en de daarmee verbonden transport- en distributieactiviteiten, industrie en dienstverlening vormen de basis voor welvaart van de regio. De verminderde bereikbaarheid van de Antwerpse agglomeratie vormt stilaan een ernstige bedreiging voor de economie van Vlaanderen, van de Antwerpse agglomeratie en van de haven, maar ook voor de werkgelegenheid en de woonkwaliteit van velen. Om aan deze problematiek tegemoet te komen werd het Masterplan Mobiliteit Antwerpen uitgewerkt. Het plan omvat een programma met een reeks infrastructuurprojecten, o.m. de sluiting van de kleine Ring (de Oosterweelverbinding), de optimalisatie van de Singel, de herinrichting van een aantal gewestwegen, een aantal stedelijke openbaar vervoersprojecten (tram) en enkele optimalisatieprojecten voor het waterwegentransport. In het plan milieueffectrapport (plan-mer) Masterplan Antwerpen worden de mogelijke oplossingen voor de mobiliteitsproblematiek rond Antwerpen onderzocht op hun effecten. Daarbij wordt niet enkel gekeken naar de impact op het personen- en vrachtvervoer, maar vooral naar de effecten op het milieu. Dit document is een samenvatting van het plan-mer. Naast het plan-mer wordt ook een Ruimtelijk Veiligheidsrapport (RVR) opgesteld en worden bijkomende onderzoeken parallel uitgevoerd nl. een sociale impact analyse (SIA) en een maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA). Plan- en studiegebied De projecten van het Masterplan Antwerpen strekken zich uit over de provincie Antwerpen en een deel van de provincie Oost-Vlaanderen, meer bepaald over de gemeenten Antwerpen, Beveren, Zwijndrecht, Hemiksem, Edegem, Kontich, Mortsel, Borsbeek, Wijnegem, Wommelgem en Schoten. Het primaire studiegebied is het studiegebied waarin men rechtstreeks invloed zou kunnen ondervinden van de projecten van het Masterplan. Om rekening te kunnen houden met de mobiliteitseffecten die gegenereerd worden door de aanleg van de Masterplanprojecten is het noodzakelijk om het primair studiegebied uit te breiden tot een secundair studiegebied. Door deze uitbreiding kan ook de invloed op het verkeer ter hoogte van bijvoorbeeld de Liefkenshoektunnel en de Scheldebrug in Temse mee worden bekeken. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 7 van 54
8 Figuur 1: Afbakening van het primair en secundair studiegebied en overzicht projecten Masterplan (Bron: Gewestplan, vector, 2002 (OC Product); Voorlopig Referentiebestand Gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (OC-product) Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 8 van 54
9 Het plan-mer als objectief discussiestuk De milieueffectrapportage beoogt aan het milieubelang een plaats toe te kennen die evenwaardig is aan de sociale, economische en andere belangen. Het milieueffectrapport levert informatie aan die een goede besluitvorming over het Masterplan moet mogelijk maken. Er zijn immers verschillende oplossingen mogelijk, met elk hun eigen voor- en nadelen. Belangrijk is te weten dat er in het plan-mer geen keuze is gemaakt voor een bepaalde oplossing. Uiteindelijk beslist de bevoegde Minister wat voor het geschetste probleem de beste oplossing is, rekening houdend met alle maatschappelijke belangen. Opzet van het plan-mer Het opzetten van een plan-m.e.r. is onderworpen aan strenge regels die werden vastgelegd in het MER-decreet van 18 december Het plan-mer wordt opgesteld door erkende experts en onder toezicht van de Cel Mer Hierdoor wordt de onafhankelijkheid en de wetenschappelijkheid gegarandeerd. De resultaten van een milieueffectrapportage (plan-m.e.r.) worden gepubliceerd in een plan-mer (het rapport). Het rapport bevat echter veel vakinhoudelijke detailinformatie, waardoor het niet voor iedereen even gemakkelijk te lezen is. Om de resultaten van de plan-m.e.r. toch voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken, is deze samenvatting opgesteld. In de samenvatting wordt getracht de belangrijkste onderwerpen uit het complexe plan-mer op een heldere wijze uiteen te zetten. De drie belangrijkste onderwerpen in een plan-mer zijn: Een analyse van de huidige en toekomstige problemen zodat bepaald kan worden of het echt noodzakelijk is de problemen op te lossen; Een beschrijving van mogelijke oplossingen waaruit bij de besluitvorming gekozen kan worden; Een overzicht van de milieueffecten van de mogelijke oplossingen. Het volledige plan-mer bestaat uit deze samenvatting, het hoofdrapport en de technische deelrapporten. Daarnaast zijn er ook nog enkele specialistische bijlagen in verband met het verkeersmodel MMA2+, de Passende beoordeling, de Watertoets en de Multi-Criteria Analyse (MCA). Leeswijzer In hoofdstuk 1 van deze samenvatting worden de belangrijkste problemen die aan de basis liggen van het Masterplan beschreven. Hoofdstuk 2 plaatst het Masterplan en de plan-m.e.r. in een globaal procedureel kader. In hoofdstuk 3 worden de verschillende projecten binnen het Masterplan beschreven die aan deze problemen tegemoet dienen te komen. In hoofdstuk 4 worden de effecten van de verschillende alternatieven beschreven. Tenslotte wordt een algemene conclusie gegeven. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 9 van 54
10 Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 10 van 54
11 1. PROBLEEMSTELLING, NUT EN NOODZAAK Voordat toegewerkt kan worden naar een inventarisatie van oplossingen, moeten de problemen in kaart gebracht worden. Dit hoofdstuk bevat een overzicht van deze problemen. Hierbij staan de toekomstige capaciteitsproblemen van de bestaande wegen centraal. Ook de leefbaarheid langs en in de omgeving van de betreffende wegen is een centraal aandachtspunt. Het verkeer ondervindt meer en meer fileproblemen. Voor 2002 werden de filekosten geraamd op 144 miljoen. Bij ongewijzigd beleid zullen deze in 2010 oplopen tot 800 miljoen. De fileproblemen hebben zware gevolgen voor de bereikbaarheid van de Antwerpse agglomeratie en vooral voor tijdsgebonden leveringen en acties in de haven en de industrie rond de haven. De verminderde bereikbaarheid van haven en stad leidt zo tot zware financiële verliezen voor de economie. De situatie voor de verschillende vervoerswijzen ziet er momenteel als volgt uit: Het autoverkeer op de Ring rond Antwerpen ondervindt meer en meer fileproblemen door structurele knelpunten, ongevallen, wegenwerken en incidenten. De Ring (R1) lijdt aan oververzadiging. Door de aanwezigheid van lokale op- en afritten maakt ook het plaatselijk verkeer massaal gebruik van de Ring. Bij ongevallen of werken kunnen geen haalbare alternatieven benut worden. Alternatieve wegen zoals de Singel (R10) en de Liefkenshoektunnel (R2) beantwoorden niet aan de vraag. Op de Singel (R10) treedt er teveel tijdverlies op door de talrijke kruispunten. Door de te ver afgelegen ligging van de Liefkenshoektunnel en de tolheffing op deze verbinding heeft deze een te lage bezetting. Het marktaandeel van het spoor in het goederenvervoer in de Antwerpse agglomeratie bedraagt ca. 10%. Er is echter slechts één toegang tot de haven, de huidige lijn 27A. Deze spoorweg bevindt zich bovendien volledig in bebouwde zone en zit ver boven haar theoretische capaciteit. Voor het personenvervoer is de capaciteit van het station Antwerpen-Centraal, als kopstation, gelimiteerd. Doorgaand treinverkeer verliest veel tijd door het omrijden. De Lijn beschikt zowel over specifieke stadslijnen als over streeklijnen. De doorstroming van het openbaar vervoer wordt op vele plaatsen beperkt door files en de afwezigheid van vrije tram- en busbanen. Bovendien is het bestaande netwerk alsook het materieel doorgaans relatief oud, wordt het comfortniveau als te laag ervaren en is het netwerk niet meegegroeid met de agglomeratie. De nadruk ligt voornamelijk op lijnen die de randgemeenten met het stadscentrum verbinden. Deze streeklijnen beperken zich echter tot buslijnen. Pas de laatste jaren wordt werk gemaakt van lijnen tussen de randgemeenten onderling. Daarnaast beschikt de lijn over een aantal snelbussen die een ruimere regio rond Antwerpen bedienen. De binnenvaart speelt een grote rol in het vervoer van goederen vermits ons land beschikt over een vrij goed waterwegennet. 42% van alle goederenvervoer van de haven maakt gebruik van de waterwegen. Problemen zijn er aan de Royerssluis voor binnenvaart, en aan de Van Cauwelaertsluis voor duwvaart. De capaciteit op het Albertkanaal is beperkt door een beperkte doorvaarthoogte ter hoogte van de bestaande bruggen en doorvaartbreedte binnen de Antwerpse agglomeratie. Het fietspadennetwerk is op verschillende plaatsen in Antwerpen nog onvolledig. Bovendien zijn er talrijke knelpunten. Zo vormt de oversteekbaarheid van de Ring en de Singel een probleem. Daarnaast is de kwaliteit van sommige verbindingen laag en ontbreken goede fietspaden op een aantal belangrijke assen. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 11 van 54
12 Bovenstaande situatie kan naar de toekomst mogelijk nog verslechteren ten gevolge van een aantal trends en ontwikkelingen: Stijging van het goederenvervoer over de weg: belangrijke trendmatige veranderingen in het transport van goederen via de binnenvaart of het spoor worden niet verwacht. Met de ontwikkelingen in de Antwerpse haven op linkeroever wordt verwacht dat Scheldekruisend verkeer sterk zal toenemen. Van al het vrachtverkeer over de weg vanuit het Deurganckdok zal in 2015 waarschijnlijk 65 % Scheldekruisend zijn. Stijgingen van het personenvervoer per auto: er wordt verwacht dat het personenvervoer per auto nog steeds het belangrijkste transportmiddel voor personen zal blijven, zelfs met sterke investeringen in het openbaar vervoer. Ook verhoging van brandstofprijzen heeft niet echt effect, tenzij men de prijzen drastisch laat stijgen. Aandeel van het openbaar vervoer (OV): om een zeer belangrijke overstap naar het openbaar vervoer te stimuleren, is ofwel een zeer sterke toename van de kostprijs van het autotransport noodzakelijk of dient de relatieve kwaliteit van het OV-systeem toe te nemen. Er is gebleken uit proefprojecten dat vrije busbanen en omzetting van buslijnen naar tramlijnen (betere en meer betrouwbare frequentie en tijdsintervals) positieve effecten hebben op de overstap naar het openbaar vervoer. Tenslotte is het tarievenbeleid een bepalende factor voor het gebruik van openbaar vervoer. Het recente tariefbeleid heeft geleid tot een spectaculaire toename van het gebruik van het openbaar vervoer. Toename van verliesuren in files en ongevallen: files leveren in bepaalde gevallen enorme tijdsverliezen op. Op de Ring (R1) is dit een ernstig probleem voor de economie. Aantasting van de aantrekkelijkheid van het stadscentrum: de zware verstopping van de wegen tast tenslotte ook de aantrekkelijkheid van het stadscentrum aan. Dit bevordert zowel de stadsvlucht bij bepaalde bevolkingsgroepen als bijkomende verkeersproblemen, met een verminderde leefbaarheid tot gevolg. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 12 van 54
13 2. SITUERING VAN HET PLAN Situering van het Masterplan Het Masterplan werd reeds in 1997 voorgesteld. Het is opgemaakt door de Administratie Wegen en Verkeer in overleg met andere vervoersaanbieders en -gebruikers: NMBS, De Lijn, Bestuur der Waterwegen, de Stad Antwerpen en het Havenbestuur Antwerpen. Aan het Masterplan zijn talrijke onderzoeken voorafgegaan om na te gaan welke infrastructuurwerken de beste oplossing zouden kunnen bieden voor de verkeersproblemen in en rond Antwerpen. Een lijst van prioritaire projecten werd bekomen na het doorrekenen van de voorgestelde projecten in een verkeerskundig multimodaal model voor Antwerpen (MMA-1). Uit de resultaten van de modelmatige doorrekening en het verdere ontwikkelingsproces, resulteerde het Masterplan Antwerpen prioriteit der prioriteiten. Op 15 december 2000 keurde de Vlaamse regering het Masterplan Antwerpen goed. De uitvoering van het plan moet in 2010 voltooid zijn en de kostprijs wordt geraamd op 2,2 miljard. De spoorwegprojecten zijn een federale bevoegdheid en maken geen deel uit van de beslissing van de Vlaamse regering. Gezien de korte termijn waarbinnen het plan dient uitgevoerd te worden, werd de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) opgericht, die alle projecten zal aansturen en beheren. De totale kostprijs past niet binnen de begroting van de Vlaamse overheid. Alternatieve financiering, zoals tolheffing of PPS (publiek-private samenwerking), zal noodzakelijk zijn. Situering van de plan-m.e.r. Vooraleer te starten met de wettelijke plan-m.e.r.-procedure voor het Masterplan Antwerpen werd een vooronderzoek uitgevoerd naar de definitie van het voorwerp van de plan-m.e.r. In deze eerste fase werd een eerste evaluatie gemaakt van alle gekende projectvarianten waar men op dat moment over nadacht. Het vooronderzoek liet toe om voor mens en milieu oninteressante planonderdelen aan te duiden en deze in een vroeg onderzoeksstadium te elimineren. Dit heeft geleid tot een nieuwe definitie van een aantal projectvarianten. Op 15 mei 2003 heeft de Cel Mer van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid (AMINAL) het kennisgevingdossier volledig verklaard. De ter inzage legging bij de Administratie liep van 26 mei 2003 tot 26 juni Gelijktijdig kon het document ook ingekeken worden in de diverse stadhuizen, gemeentehuizen en districthuizen van de steden en gemeenten gelegen binnen het plangebied. Ook in de Provinciehuizen van Antwerpen en Oost-Vlaanderen kon het document worden geraadpleegd. Een digitale versie van het kennisgevingdossier kon via het internet worden geraadpleegd. Het document was tevens via de webstek van de Cel Mer te raadplegen ( Parallel hieraan werden adviezen gevraagd bij de relevante administraties en openbare besturen, alsook bij de organisaties die een vertegenwoordiging hebben in de SERV en de MINA-raad. Ter begeleiding van deze ter inzage legging werd door de initiatiefnemer een 3-daagse tentoonstelling georganiseerd in het Provinciehuis te Antwerpen van 2 juni tot 4 juni De Cel Mer heeft (o.m. op basis van de inspraak tijdens de ter inzage legging) richtlijnen voor de planm.e.r. opgemaakt en medegedeeld aan de initiatiefnemer op 13 augustus Na heroverweging van de oorspronkelijke richtlijnen op vraag van de initiatiefnemer, werden de definitieve richtlijnen aan de opdrachtgever medegedeeld op 21 november Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 13 van 54
14 3. GEPLANDE INGREPEN EN ALTERNATIEVEN Om een antwoord te bieden op de uitdagingen en de problemen op te lossen, werd in 1997 het Masterplan Antwerpen opgesteld waarbij op basis van verkeersmodellen een afweging gemaakt werd van de verschillende voorgestelde maatregelen om de mobiliteitsproblematiek optimaal op te lossen. Deze afweging resulteerde in een reeks projecten die beschouwd kunnen worden als de prioriteit der prioriteiten. Het Masterplan voor de mobiliteit te Antwerpen voorziet in een globale aanpak van de mobiliteitsproblematiek met het oog op het verbeteren van het wegverkeer, het bevorderen van de binnenvaart, het openbaar vervoer en het goederenvervoer per spoor Masterplan-projecten Onderstaande figuur geeft aan welke projecten deel uitmaken van het Masterplan en bijgevolg in het plan-mer zijn onderzocht. Belangrijk daarbij is aan te stippen dat spoorwegprojecten een federale bevoegdheid zijn en bijgevolg niet mee kunnen worden opgenomen in het Masterplan, hoewel ook zij een belangrijke rol spelen in de oplossing van de mobiliteitsproblematiek. De cumulatieve milieueffecten van de spoorwegprojecten worden enkel bekeken indien er significante interferenties bestaan met de Masterplanprojecten. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 14 van 54
15 Figuur 2: Overzicht van de Masterplanprojecten (Bron: Gewestplan, vector, 2002 (OC Product); Topogrfische kaart, 1/10.000, raster, kleur, 2001, NIS) Oosterweelverbinding (OWV) Het project Oosterweelverbinding omvat de aanleg van een nieuw gedeelte van de kleine ring rond Antwerpen, tussen het viaduct van Merksem op de Rechterscheldeoever en het aansluitingscomplex tussen de E34 en de E17 op linkeroever. De verbinding bestaat uit een tunnel onder de Schelde en een dubbeldeks viaduct op de rechteroever, parallel aan het Albertkanaal. Voor de Oosterweelverbinding worden zes varianten op linkeroever en twee op rechteroever onderzocht. Optimalisatie Singel De optimalisatie van de Singel omvat een aantal ingrepen die tot doel hebben de doorstroming op de Singel te verbeteren. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de relatie met de R1 en aan de zachte weggebruiker. Voor de Singel bestaan twee varianten: de tunnelsingel en de Groene Singel. Tramprojecten Het Masterplan omvat de aanleg van negen radiale tramlijnen naar de eerste gordel van randgemeenten rond de stad. Een aantal van deze lijnen zijn volledig nieuw, een aantal zijn verlengingen van bestaande lijnen. De aanleg van de tramlijnen brengt steeds de heraanleg mee van de (gewest)weg waarop de tram wordt aangelegd. Hierbij wordt tevens aandacht besteed aan de aanleg van fiets- en voetpaden. Aanpassingen Albertkanaal De aanpassingen aan het Albertkanaal omvatten het verhogen van de doorvaarhoogte onder de bruggen over het Albertkanaal en het verbreden van het kanaal bij de doortocht door de Antwerpse agglomeratie. Sluisprojecten De Royerssluis en de Van Cauwelaertsluis spelen een belangrijke rol in het vrachtvervoer over het water. Beide sluizen dateren uit de jaren 20 van de vorige eeuw en zijn dringend aan renovatie toe. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 15 van 54
16 Heraanleg Leien De werken aan de Leien omvatten de volledige heraanleg van de Leien, inclusief de bestaande tramlijn. De nieuwe inrichting omvat het terugdringen van het doorgaand autoverkeer en meer ruimte voor zachte weggebruikers Strategieën op planniveau De evaluatie het Masterplan gebeurt in het plan-milieueffectrapport (plan-mer) op twee niveaus. Enerzijds op planniveau waar een totale evaluatie van het volledige plangebied voor de verschillende alternatieven voor het Masterplan gebeurt. Anderzijds op gebiedsniveau, waar een meer gedetailleerd onderzoek per deelgebied van het plangebied plaatsvindt. Het planniveau omvat het hele plangebied (zowel het primair als het secundair studiegebied). Op het planniveau wordt abstractie gemaakt van de exacte ligging of de liggingsvarianten voor de planonderdelen of projecten. Er wordt enkel gekeken naar wat de impact is van de ontwikkeling van een set infrastructuren binnen een zelfde ruim plangebied. De verschillende alternatieven ( strategieën ) op planniveau worden samengesteld op basis van volgende elementen: Infrastructuurprojecten: De infrastructuurprojecten die deel uitmaken van het Masterplan werden toegelicht onder paragraaf 3.1. In het kader van de inspraak werd echter besloten om een bijkomend planalternatief te onderzoeken: de bouw van een extra Kennedyverbinding. Het betreft de bouw van een verbinding (brug of tunnel) tussen Antwerpen-Zuid en Antwerpen-Linkeroever als ontdubbeling van de Kennedytunnel. De verbinding maakt het mogelijk om het bestemmingsen doorgaand verkeer te scheiden en zodoende de capaciteit van de Scheldeovergangen te verhogen. Tevens werd ook het weglaten van de Oosterweelverbinding onderzocht zonder nieuwe Kennedyverbinding. De beleidsscenario s: In het kader van de richtlijnen die door de cel M.e.r. werden opgesteld voor het plan-mer, werd gevraagd om in het multimodaal verkeersmodel (MMA-2+) een bijkomend beleidsscenario te onderzoeken: het invoeren van rekeningrijden. Over de vorm waaronder rekeningrijden kan worden ingevoerd, de hoogte van de heffing en de mobiliteitseffecten bestaat in Vlaanderen echter onvoldoende onderzoek. Hierdoor kan rekeningrijden niet als alternatief voor het Masterplan in het geheel of voor de Oosterweelverbinding in het bijzonder worden onderzocht. Om toch tegemoet te komen aan de vraag van de richtlijnen werd op basis van buitenlands onderzoek- een inschatting gemaakt van de mobiliteitseffecten van een spitsuurheffing, als voorbeeld van een vorm van rekeningrijden. Op basis hiervan werden de andere milieueffecten ingeschat. Omdat de effecten quasi onafhankelijk zijn van de keuze inzake infrastructuurprojecten, werd het effect nagegaan op de 0-strategie; De tolconcepten: Binnen de onderzochte Masterplanstrategieën worden varianten in beschouwing genomen die een bepaald niveau van tolheffing op de Oosterweelverbinding bevatten, omdat deze maatregel op planniveau fundamentele wijzigingen in de verkeersontwikkeling tot gevolg kan hebben. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 16 van 54
17 Met de hierboven beschreven elementen werden een aantal zinvolle combinaties ontwikkeld die verder worden meegenomen in het onderzoek op planniveau. Een overzicht wordt gegeven in onderstaande tabel. Tabel 1: Overzicht van de variante planstrategieën Variante planstrategie Beleidsscenario 2015 Projecten Tolconcepten 0-strategie Autonome ontwikkeling Geen Geen 0+-strategie Met rekeningrijden Geen Geen Masterplanstrategie 1 Autonome ontwikkeling Masterplan Geen Masterplanstrategie 1A Autonome ontwikkeling Masterplan Verlaagde tol Masterplanstrategie 1B Autonome ontwikkeling Masterplan tol Masterplanstrategie zonder OWV met extra Kennedy 2 Masterplanstrategie zonder OWV met extra Kennedy 2+ Masterplanstrategie zonder OWV en zonder extra Kennedy 3 Masterplanstrategie zonder OWV en zonder extra Kennedy 3+ Autonome ontwikkeling Met rekeningrijden Masterplan zr. OWV + K Masterplan zr. OWV + K Geen Geen Autonome ontwikkeling Masterplan zr. OWV Geen Met rekeningrijden Masterplan zr. OWV Geen 3.3. Varianten op gebiedsniveau Voor het onderzoek op gebiedsniveau werd het volledige plangebied opgedeeld in 4 deelgebieden: Antwerpen Noord; Ringzone; Linkeroever; Corridor De verschillende deelgebieden worden aangegeven op onderstaande figuur. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 17 van 54
18 Figuur 3: Deelgebieden (Bron: Voorlopig referentiebestand Gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (OC Product)) Op gebiedsniveau worden de projecten in beschouwing genomen die in deze deelgebieden liggen, en worden de projecten in hun relatie met het omliggend gebied beoordeeld. In het onderzoek op gebiedsniveau wordt met name gelet op cumulatieve effecten van de verschillende projecten in het beschouwde gebied. Op dit niveau wordt bij de evaluatie ook aandacht besteed aan de Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 18 van 54
19 projectvarianten (of liggingsvarianten voor een project) van de belangrijkste projecten die gelegen zijn binnen het beschouwde gebied 1. Als resultaat van deze studie bekomt men: Een inzicht in de belangrijkste milieueffecten per gebied en daaruit volgend mogelijke milderende maatregelen; Een afweging van de verschillende projectvarianten. Hierna worden kort de vier deelgebieden besproken en de respectievelijke projecten en varianten binnen deze deelgebieden. 1 Om de impact op gebiedsniveau te kunnen evalueren, wordt enerzijds de referentie- of nulstrategie en anderzijds de meest plausibele Masterplanstrategie, bepaald door de evaluatie op planniveau, geëvalueerd. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 19 van 54
20 Antwerpen Noord In het deelgebied Antwerpen Noord worden vier projecten uit het Masterplan gepland: de Oosterweelverbinding (OWV), de aanpassingen aan het Albertkanaal, de aanpassingswerken aan de Royerssluis en de aanleg van de tramlijn Ekeren. De afbakening van het deelgebied is weergegeven op onderstaande figuur. Figuur 4: Deelgebied Antwerpen Noord (Bron: Topografische kaart, 1/10.000, raster, kleur, 2001, NIS) Binnen het deelgebied Antwerpen Noord worden 2 varianten voor de Oosterweelverbinding (tracé Noordrand Eilandje en tracé Straatsburgdok) met hun subvarianten (met en zonder doortrekking Stedelijke Ringweg (SRW)) en de 0-variant (autonome ontwikkeling) t.o.v. mekaar afgewogen. Voor de andere projecten bestaan geen varianten. De te evalueren gebiedsvarianten zijn dan: Nul-variant: autonome ontwikkeling 2015 zonder uitvoering Masterplan; Tracé Straatsburgdok zonder doortrekking Stedelijke Ringweg: Vanuit de uitrit van de Oosterweeltunnel loopt het tracé parallel aan de Schelde op tot het nieuwe rond punt Oosterweel, waar de ontsluiting voor de haven plaatsvindt. De verbinding tussen het rond punt Oosterweel en de R1 bestaat uit een dubbeldeksviaduct dat loopt ten zuiden van het Amerikadok en over het Straatsburgdok om vervolgens aan te sluiten op het viaduct van Merksem. De Stedelijke Ringweg loopt tot aan de Noorderlaan; Tracé Straatsburgdok met doortrekking Stedelijke Ring: Idem variant tracé Straatsburgdok. De Stedelijke Ringweg wordt doorgetrokken tot aan het kruispunt Oosterweel met doortrekking Stedelijke Ring; Tracé Noordrand Eilandje zonder doortrekking Stedelijke Ring: Vanaf de uitrit van de Oosterweeltunnel loopt het tracé parallel aan de Schelde op tot het nieuwe rond punt Oosterweel, waar de ontsluiting voor de haven plaatsvindt. De verbinding tussen het rond punt Oosterweel en de R1 bestaat uit een dubbeldeksviaduct dat loopt ten zuiden van het Amerikadok en het Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 20 van 54
21 Straatsburgdok om vervolgens aan te sluiten op het viaduct van Merksem. De Stedelijke Ringweg loopt tot aan de Noorderlaan; Tracé Noordrand Eilandje met doortrekking Stedelijke Ring: Idem variant tracé Noordrand Eilandje maar met doortrekking van de Stedelijke Ringweg tot aan de verkeerswisselaar Oosterweel. Figuur 5: Tracé Straatsburgdok en tracé Noordrand Eilandje, telkens met doortrekking SRW Linkeroever In het deelgebied Linkeroever worden drie projecten uit het Masterplan gepland: de Oosterweelverbinding (OWV) en de aanleg van de tramlijnen Linkeroever en Zwijndrecht. In totaal worden er naast de nulvariant nog zes varianten onderzocht 2. Het betreft telkens andere mogelijke ontwerpen voor de aanleg van de Oosterweelverbinding op Linkeroever. De tramprojecten zijn voor alle onderzochte varianten dezelfde. 2 In het plan-mer worden nog twee bijkomende varianten onderzocht. Zij voldoen echter niet aan de technische voorwaarden en worden daarom niet op hun milieueffecten onderzocht. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 21 van 54
22 Figuur 6: Deelgebied Antwerpen Linkeroever (Bron: Topografische kaart, 1/10.000, raster, kleur, 2001, NIS) De te evalueren gebiedsvarianten zijn: Tracé optimalisatie Staten-Generaal: Het tracé voorziet in één enkele verkeerswisselaar die zorgt voor de uitwisseling tussen Oosterweelverbinding, Kennedyverbinding, E17 en N49/E34. De wisselaar ligt op dezelfde locatie als de huidige verbinding tussen E17 en N49/E34 op linkeroever. De lokale ontsluiting gebeurt door een parallelweg aan de westzijde die op de E17 aansluit ter hoogte van de Krijgsbaan en op de N49/E34 ter hoogte van de Keetberglaan. De opritten Linkeroever en Zwijndrecht komen om verkeerstechnische redenen te vervallen. De Ch. De Costerlaan wordt gesupprimeerd. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 22 van 54
23 Middentracé: Ruimtelijk is het Middentracé identiek aan het geoptimaliseerd tracé Staten- Generaal. De lokale ontsluiting gebeurt door een parallelweg aan de westzijde die op de E17 aansluit ter hoogte van de pastoor Coplaan en op de N49/E34 ter hoogte van de Keetberglaan. De oprit Linkeroever komt om verkeerstechnische redenen te vervallen. De Ch. De Costerlaan wordt gesupprimeerd. Dit betekent tevens dat de Waaslandtunnel de rol krijgt van stedelijke verbinding tussen linker- en rechteroever. Het doorgaand verkeer wordt op deze wijze ontmoedigd. Tracé Oost: Het tracé omvat één verkeerswisselaar die zorgt voor de uitwisseling tussen Oosterweelverbinding, Kennedytunnel, E17 en N47/E34, vergelijkbaar met die van het geoptimaliseerd tracé Staten-Generaal. De verkeerswisselaar wordt echter oostelijker gebouwd om het gebied Blokkersdijk te vrijwaren. De lokale ontsluiting gebeurt op dezelfde wijze als bij het geoptimaliseerd tracé Staten-Generaal; Tracé Zwijndrecht: Het tracé maakt gebruik van één verkeerswisselaar die zorgt voor de uitwisseling tussen Oosterweelverbinding, Kennedytunnel, E17 en N49/E34. De wisselaar ligt in het verlengde van de E17. De N49/E34 wordt via een nieuwe aansluiting ten oosten van Zwijndrecht aangesloten op de verkeerswisselaar. De bestaande verkeerswisselaar en het tracé van de N49 richting Waaslandtunnel komen te vervallen. De lokale ontsluiting gebeurt door een parallelweg aan de westzijde die op de E17 aansluit ter hoogte van de Krijgsbaan en op de N49/E34 ter hoogte van de Keetberglaan. De opritten Linkeroever en Zwijndrecht komen om verkeerstechnische redenen te vervallen. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 23 van 54
24 Tracé Krijgsbaan: Het tracé maakt gebruik van 2 verkeerswisselaars. Eén verkeerswisselaar zorgt voor de uitwisseling tussen Oosterweelverbinding, Kennedytunnel en E17 en is vergelijkbaar met het gedeelte van de verkeerswisselaar van het tracé Zwijndrecht. De uitwisseling tussen N49 en E17 gebeurt door een verkeerswisselaar ter hoogte van de aansluiting van Krijgsbaan met de E17. Om dit te verwezenlijken, wordt de N49 omgelegd ten westen van Zwijndrecht. Het bestaande tracé van de N49 ten noorden van Zwijndrecht en de verkeerswisselaar E17/N49 komen te vervallen. De ontsluiting naar de E17 gebeurt door een parallelweg tussen de Blancefloerlaan die aansluit op het nieuwe tracé van de N49/E34 ten zuiden van de N70. Tracé Krijgsbaan bis: Het tracé Krijgsbaan bis maakt gebruik van 2 verkeerswisselaars. Eén verkeerswisselaar zorgt voor de uitwisseling tussen Oosterweelverbinding, Kennedytunnel en N49 en volgt gedeeltelijk het tracé van de bestaande verkeerswisselaar. De uitwisseling tussen N49 en E17 gebeurt door een verkeerswisselaar ten noorden van Zwijndrecht. Om dit te verwezenlijken wordt de E17 omgelegd ten westen van Zwijndrecht. Het bestaande tracé van de E17 ten zuiden van Zwijndrecht komt te vervallen. De ontsluiting naar de N49 gebeurt door een parallelweg tussen de Blancefloerlaan en de pastoor Coplaan, waar zich een oprit bevindt. De aansluiting met de E17 gebeurt via het oude tracé van de E17 en de bestaande aansluiting op de verkeerswisselaar voor de Kennedytunnel. (Bron: Topografische kaart, 1/10.000, raster, kleur, 2001, NIS) Ringzone In het deelgebied Ringzone is slechts één project van het Masterplan van belang: de heraanleg van de Singel. Afhankelijk van de variant heeft dit echter ook een (gedeeltelijke) heraanleg van de R1 en de bijkomende aanleg van een tramlijn op de Singel tot gevolg. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 24 van 54
25 Figuur 7: Situering Ringzone, Ring en Singel (Bron: Topografische kaart, 1/10.000, raster, kleur, 2001, NIS) De te evalueren gebiedsvarianten zijn: Nul-variant: Autonome ontwikkeling 2015 zonder uitvoering van het Masterplan; Variant Tunnelsingel: De Singel wordt ondertunneld aan de kruispunten. Daarnaast wordt de Singel verlegd tussen de Scheldekaaien en de Silvertoplaan ter hoogte van Antwerpen-Zuid en wordt ze in de Noordelijke richting doorgetrokken vanaf de Slachthuislaan tot aan de Noorderlaan; Variant Groene Singel: Het Groene Singel-concept gaat uit van de realisatie van twee gescheiden ringwegen binnen de bedding van de bestaande Ring. De Doorgaande Ringweg, die in principe minder rijstroken vergt dan de bestaande Ring, ligt daarbij centraal. Aan weerszijden komt de Stedelijke Ringweg te liggen. De bestaande op- en afritten blijven behouden, maar takken enkel aan op de Stedelijke Ring. De Doorgaande Ringweg wordt enkel verbonden met de aantakkende snelwegen. De verkeersfunctie van de huidige Singel wordt op deze manier overgenomen door de nieuwe Stedelijke Ring, waardoor de Singel een expliciet groene en op de zachte weggebruiker gerichte inrichting kan krijgen Corridor De ingrepen in het Corridorgebied bestaan uitsluitend uit de aanleg van tramlijnen. In quasi alle gevallen gaat dit gepaard met de heraanleg van de volledige weg, waarbij bijkomende aandacht wordt Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 25 van 54
26 besteed aan het voorzien van voldoende fiets- en voetpaden. In een aantal gevallen gaat dit ten koste van het aantal (auto)rijstroken. Omdat de milieueffecten hiervan zeer sterk lokaal zijn, worden de afzonderlijke tramprojecten van het Masterplan buiten de deelgebieden niet besproken in het plan-mer. Wel worden de voornaamste impacten van de aanleg van dergelijke projecten besproken voor de relevante disciplines. Figuur 8: Tramprojecten (Bron: Topografische kaart, 1/10.000, raster, kleur, 2001, NIS) Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 26 van 54
27 3.4. Gewestgrensoverschrijdende effecten Gezien de locatie van het plan, de reikwijdte van de mogelijke effecten en de locatie van de gewestgrenzen zijn er geen gewestgrensoverschrijdende effecten te verwachten. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 27 van 54
28 4. BELANGRIJKSTE EFFECTEN VAN DE ALTERNATIEVEN 4.1. Effecten op planniveau In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de effecten op planniveau voor de verschillende strategieën. Iedere strategie heeft sterke en zwakke punten en draagt op verschillende wijzen bij aan het oplossen van de problemen in het studiegebied. De effecten zijn bepaald voor de aspecten Mens-Mobiliteit, Geluid, Trillingen, Lucht, Externe Veiligheid, Bodem en Grondwater, Oppervlaktewater, Fauna en Flora, Monumenten, Landschappen en Materiële goederen in het algemeen, Mens-Ruimtelijke aspecten en Mens-Gezondheid. De effecten worden beschreven ten opzichte van de referentiesituatie (nul-strategie). Als referentiejaar wordt 2015 bij autonome ontwikkeling genomen. In deze situatie worden in het studiegebied geen Masterplanprojecten uitgevoerd. Hierbij wordt wel rekening gehouden met het toekomstige beleid. Toekomstige ontwikkelingen waarover reeds beslissingen werden genomen, maken dus deel uit van deze autonome ontwikkeling. Algemeen Het Masterplan biedt een oplossing voor de mobiliteitsproblemen waarvoor het ontworpen is. Daarbij spelen alle projecten die er deel van uitmaken een rol. Het reorganiseren van het volledige verkeerssysteem en het aanbieden van meer alternatieven voor het wegverkeer (binnenvaart, openbaar vervoer, ) leidt niet enkel tot het oplossen van de congestie op het hoofdwegennet, maar heeft tevens positieve effecten op de bereikbaarheid, toegankelijkheid en verkeersveiligheid van het stadsgewest. De betere organisatie van het verkeer heeft tevens een positieve invloed op alle mobiliteitsgebonden milieueffecten. Het uitvoeren van de diverse infrastructuurprojecten heeft wel een aanzienlijke impact op de aanwezige landschaps- en natuurwaarden in het studiegebied. Het meest in het oog springende project binnen het Masterplan is duidelijk de Oosterweelverbinding. De onderzochte alternatieven waarbij de Oosterweelverbinding niet wordt aangelegd (strategie 2 en 3) hebben duidelijk minder (ruimtelijke) impact, maar scoren ook slechter wat betreft hun probleemoplossend vermogen. Zij voldoen m.a.w. niet aan de doelstellingen die het Masterplan zich stelt. Het aanleggen van de Oosterweelverbinding kan enkel positief worden geëvalueerd worden indien het verkeersaantrekkend effect wordt gemilderd. Het heffen van tol is noodzakelijk om dit te bereiken. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat een strategie met tol (strategie 1B) duidelijk beter scoort dan een strategie met verlaagde tol (strategie 1A). Een strategie zonder verkeersremmende maatregelen (tol of vrachtverbod) scoort zeer slecht (strategie 1). Uit de evaluaties blijkt duidelijk dat de mobiliteitsgebonden negatieve effecten van de aanleg van de Oosterweelverbinding zouden afnemen bij een geoptimaliseerde verdeling van de verkeersstromen over de verschillende Scheldeoeververbindingen. Verdere optimalisatie is nodig om het onderliggende wegennet af te stemmen op de nieuwe verkeerssituatie. Het optimaliseren van o.m. kruispunten, doortochten voor openbaar vervoer, enzovoort. kan in hoge mate de verkeersafwikkeling op lokaal niveau beïnvloeden en de milieuimpact in positieve zin doen evolueren. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 28 van 54
29 Het invoeren van rekeningrijden kan positieve effecten hebben op de mobiliteit in de Antwerpse regio. De beschikbare kennis en de bestaande effectanalysemethodes zijn echter ontoereikend om vormen van rekeningrijden als gelijkwaardige strategie voor het Masterplan in zijn geheel of voor de Oosterweelverbinding in het bijzonder te onderzoeken. Mens-Mobiliteit Welke strategie vanuit de discipline Mens-Mobiliteit de meest aangewezen Masterplanstrategie is, hangt sterk af van het belang dat men hecht aan de verschillende doelstellingen en subdoelstellingen. Indien men meer belang hecht aan een vlotte doorstroming op het hoofdwegennet en een goede multimodale bereikbaarheid van de economische knooppunten, dan is strategie 1B het Masterplan met tol op de Oosterweelverbinding - de beste keuze, gevolgd door strategie 1A. Indien meer belang gehecht wordt aan de selectieve bereikbaarheid van de stedelijke deelgebieden met openbaar vervoer en andere zachte modi, dan geniet strategie 3 (Masterplan zonder Oosterweelverbinding of nieuwe Kennedyverbinding) de voorkeur. Een grondige reorganisatie van het wegennet met een meer aangewezen verdeling van het verkeer over de verschillende wegtypes en een grondige herinrichting van onveilige delen op het wegennet leidt tot een grotere verkeersveiligheid. Een toename van het totale verkeersvolume doet de kans op ongevallen toenemen. Strategie 1 scoort hier het slechtst door de toename van het verkeersvolume. Strategie 3 scoort het best. De uitbreiding van het openbaar vervoersnetwerk en fietspadennetwerk in de verschillende strategieën leidt tot een verbeterde selectieve bereikbaarheid van de stedelijke deelgebieden en een verhoogde toegankelijkheid van de mobiliteitsmarkt. Het invoeren van een spitsuurheffing (+-strategieën) kan leiden tot een vermindering van het verkeer in het studiegebied. Daaruit volgend valt er ook een daling van het aantal verkeersongevallen te verwachten. De veralgemeende invoering van een spitsuurheffing zonder compenserende maatregelen kan negatieve effecten hebben op de toegankelijkheid van de mobiliteitsmarkt voor de financieel zwakkeren. Bodem en Grondwater De realisatie van de Oosterweelverbinding op linkeroever zorgt voor een aantasting van niet verstoorde bodems of bodems onder natuurlijk bodemgebruik. Wel zal elke Masterplanstrategie een sanerende impact hebben op een aantal gronden die in de bestaande toestand verontreinigd zijn. Veruit de meeste saneringen zijn daarbij te verwachten bij de verbreding van het Albertkanaal. Ook zullen bij de Masterplanstrategieën grote volumes grondstoffen (zand en klei) beschikbaar komen die elders gebruikt kunnen worden. Bij de strategie met OWV komt meer bruikbare grond vrij dan bij de andere Masterplanstrategieën.Tevens zal in elke Masterplanstrategie minder bodem- en grondwaterverontreiniging ontstaan omdat de weginfrastructuur er op voorzien is mogelijke lozingen op te vangen. Elke Masterplanstrategie zal een impact hebben op de grondwaterstanden in de ondiepe watervoerende lagen door het vergroten, verkleinen of verplaatsen van verharde oppervlakten, het plaatsen van damwanden, enzovoort. Met name de aanleg van de Oosterweelverbinding en de aanpassingen aan het Albertkanaal zullen een impact hebben op de lokale grondwaterstanden. Aangezien de verbreding van het Albertkanaal in alle Masterplanstrategieën voorkomt en de OWV enkel in strategie 1, 1A en 1B is de grootste impact op het grondwater bij uitvoering van deze strategieën te verwachten. Lucht Uit de berekeningen is gebleken dat de verschillende strategieën weinig of helemaal niet onderscheidend zijn van mekaar. Ten opzichte van de huidige toestand is er tegen 2015 (voor alle strategieën) een minimale stijging te verwachten van de uitstoot van broeikasgassen. Voor de uitstoot van alle andere schadelijke stoffen (niet-broeikasgassen) is een daling zichtbaar en dit tengevolge van technisch beter uitgeruste Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 29 van 54
30 voertuigen. Tussen de strategieën onderling is slechts een miniem onderscheid vast te stellen. De berekende emissiewaarden worden doorgerekend met een verspreidingsmodel waardoor een beeld wordt verkregen van de te verwachten luchtkwaliteit. Uit deze berekeningen is gebleken dat de luchtkwaliteitdoelstellingen voor fijn stof en stikstofdioxide op sommige plaatsen in het plangebied niet zullen worden gehaald. De strategieën zijn ook hier niet echt onderscheidend te noemen. Strategie 1B scoort bij deze overweging het meest gunstig. Voor de verzurende stoffen (SO 2 en NOx) worden in alle strategieën de vooropgestelde luchtkwaliteitdoelstellingen voor de bescherming van ecosystemen en vegetatie overschreden in de afgebakende VEN, Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden en enkele erkende natuurreservaten. Het invoeren van rekeningrijden heeft binnen het onderzochte gebied - een positief effect door de daling van het aantal voertuigkilometers. Geluid Het aantal inwoners die hinder ondervinden van het verkeerslawaai, alsook de oppervlakte verstoord gebied stijgt in de nulstrategie (autonome ontwikkeling) ten opzichte van de huidige situatie. Alle voorgestelde Masterplanstrategieën scoren beter dan de invoering van een spitsuurheffing die leidt tot een verschuiving van het verkeer naar andere momenten in de dag (avond en nacht). De 1- strategieën scoren het best (vooral 1A) door de verschuiving van de verkeersstroom tussen het noorden (E19-A12) en het westen (E34-E17) naar een minder dichtbevolkt gebied. De verschillen tussen de onderzochte strategieën zijn echter klein. Oppervlaktewater Nieuwe infrastructuur kan op verschillende manieren en in verschillende fasen een impact hebben op het oppervlaktewater doordat bestaande waterlopen doorkruist worden. Na de aanleg zal vooral de toegenomen verharde oppervlakte gevolgen hebben voor de waterkwaliteit en -kwantiteit. Gezien het grote bijkomende ruimtebeslag van Masterplanstrategieën 1, 1A en 1B (voornamelijk door de Oosterweelverbinding) ten opzichte van de andere strategieën, zullen deze strategieën de meeste effecten veroorzaken. Het nog meer natuurlijke watersysteem op linkeroever zal er ingrijpend veranderen door gewijzigde beektrajecten en bijkomende lozingspunten. Op rechteroever zal de impact van de werken op de reeds sterk kunstmatige afwaterings- en afvoersituatie kleiner zijn. De huidige wetgeving en het beleid terzake stellen echter dat de afvoer van regenwater gebufferd dient te worden en dat het herstel van de verstoorde waterlopen volgens de regels van de milieutechnische milieubouw dient te gebeuren. Hierdoor wordt de invloed van het Masterplan tot een minimum gereduceerd. Trillingen Overdag neemt de gehinderde oppervlakte ten gevolge van wegverkeer toe in vergelijking met het jaar 2000, onafhankelijk van de toegepaste strategie. Voor de avondperiode is de toename beperkt tot de nulstrategieën en is zelfs een daling merkbaar voor de strategieën 1 tot en met 3. Strategieën 1A en 1B scoren hier het beste. De gehinderde oppervlakte neemt daarentegen toe voor strategie 0+ door verschuivingen van verkeer naar de avond- en nachtperiode. Voor tramverkeer zijn er geen verschillen in de strategieën. Het aantal gehinderde structuren neemt toe, al is dat proportioneel minder dan de uitbreiding van de spoorlengtes. De keuze voor trillingsarme opleggingen verbetert de scores aanzienlijk. Fauna en Flora De huidige toestand (vooral met betrekking tot de groengebieden op Linkeroever) is verre van ideaal. In de huidige toestand is er een sterke versnippering van de verschillende (beschermde) gebieden. De impact op fauna en flora is sterk gerelateerd aan de omvang van de ingrepen. Vermits de verschillende strategieën (1 tot 3) vooral onderscheidend zijn wat betreft het aantal ingrepen, is het te verwachten dat de strategie met de minste ingrepen (strategie 3) het best scoort. De Masterplanstrategieën met aanleg van de Oosterweelverbinding hebben potentieel de meeste impact. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 30 van 54
31 De aanleg van een extra Kennedyverbinding heeft een beperktere impact en scoort tussen de beide andere strategieën in. De grootte en aard van de impact wordt bepaald door de keuzes die op gebiedsniveau zullen worden gemaakt. Hiervan zal afhangen of bestaande waarden worden vernietigd en al dan niet kunnen worden hersteld of dat nieuwe natuurgebieden kunnen worden ontwikkeld. De directe impact op de internationaal beschermde gebieden concentreert zich vooral ter hoogte van de Scheldeverbindingen van de Oosterweel- en de extra Kennedyverbinding. Ook hier spreekt het voor zich dat het niet aanleggen van deze verbindingen (cf. strategie 0 en 3) deze impact uitsluit. De grootste negatieve impact is bijgevolg te verwachten in strategieën 1, 1A en 1B. Externe veiligheid De discipline externe veiligheid onderzoekt de kans op mogelijke ongevallen met gevaarlijke stoffen op de weg en de impact die dit heeft op de omgeving. Bij een autonome ontwikkeling (0-strategie) zal er in 2015 een sterke toename zijn in het aantal inwoners dat beïnvloed wordt door een mogelijk ongeval. De strategieën waarbij een Oosterweelverbinding wordt voorzien (strategie 1, 1A en 1B), leiden tot een duidelijk lager aantal inwoners dat beïnvloed wordt door een mogelijk ongeval. Vooral de strategieën 1A en 1B (respectievelijk met verlaagde tol en tol aan de Oosterweelverbinding) liggen significant lager. Monumenten, Landschappen en Materiële goederen in het algemeen De huidige landschappelijke toestand (vooral op het linkeroevergebied en de Ringzone) is verre van ideaal. Drastische ingrepen zoals voorzien in het Masterplan kunnen leiden tot een verbetering van de landschappelijke kwaliteiten, indien wordt vertrokken van de nog aanwezige landschapswaarden in het gebied. Met uitzondering van het Noordkasteel zijn er door het Masterplan ook geen monumenten direct bedreigd. De indirecte impact (verstoring van de omgeving) is wel niet onaanzienlijk in de omgeving van het Eilandje. De context van de bestaande (haven)gebouwen dreigt grondig verstoord te geraken door de aanleg van de Oosterweelverbinding. De aanleg van een Kennedyverbinding (strategie 2) heeft mogelijk een indirecte impact op het vroegere goederenstation Zuid, dat de kern uitmaakt van een stedelijk herwaarderingsproject. De invloed op het archeologisch patrimonium is in hoge mate in functie van de vergravingen die zullen plaatsvinden. Ook hier is de voornaamste impact te verwachten bij de aanleg van de Oosterweelverbinding. Daarnaast kunnen ook de werken aan de Leien, de Singel en het Albertkanaal belangrijke vondsten aan het licht brengen. Mens-Ruimtelijke ordening Op het planniveau wordt nagegaan of het Masterplan conflicteert met bestaande structuurplannen voor het gebied. Daarnaast werd vooral gekeken of het Masterplan beantwoordt aan de doelstellingen die in deze structuurplannen en in het ruimtelijk beleid in het algemeen - worden naar voor geschoven. De strategie 0 (autonome ontwikkeling) scoort zeer negatief vanuit het gewenste ruimtelijk beleid. De bestaande toestand is verre van ideaal en in de autonome ontwikkeling zal dit enkel nog verslechteren. Strategieën met aanleg van de Oosterweelverbinding (1, 1A en 1B) scoren goed omdat ze enerzijds de stedelijkheid bevorderen en de economische groei ondersteunen. De Oosterweelverbinding zal functioneel de relaties tussen stad en haven niet storen, maar zal wel het gevoel van historische binding tussen haven en stad afzwakken. Strategie 2 en vooral strategie 3 scoren goed omdat de ingrepen ruimtelijk minder ingrijpend zijn. Ze behouden het best de ruimtelijk herkenbare en beleefbare binding tussen stad en haven, maar ondersteunen anderzijds onvoldoende nieuwe (economische) ontwikkelingen. Het Masterplan schrijft zich in in de doelstellingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Plan milieueffectrapport Masterplan Antwerpen - Samenvatting Pagina 31 van 54
Plan-MER Oosterweelverbinding
Plan-MER Oosterweelverbinding Infovergadering 26 juni 2013 FASE 3 - VERKEERSKUNDIGE ANALYSE TUSSENTIJDSE CONCLUSIES Dirk Engels MER-Deskundige Mens-Mobiliteit Agenda 1. Doel tussentijdse evaluatie mobiliteit
Nadere informatieHoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?
Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid
Nadere informatieHoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?
Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid
Nadere informatie4.2. De probleemstelling: dreigende congestie met maatschappelijke gevolgen
4. PROBLEEMSTELLING / NUT EN NOODZAAK 4.1. Inleiding en situering van het plan In dit hoofdstuk wordt de probleemstelling geschetst die geleid heeft tot het uitwerken van het Masterplan mobiliteit Antwerpen.
Nadere informatieWAT IS DE SITUATIE VANDAAG?
WAT IS DE SITUATIE VANDAAG? KNOKKE Blokkersdijk Sint-Annabos E34 Charles de Costerlaan Vlietbos Middenvijver R1 Zwijndrecht Blancefloerlaan P. Coplaan Galgenweel Burchtse Weel E17 GENT Burcht Schelde WAT
Nadere informatieVlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,
Vlaamse Regering Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet
Nadere informatieherstellen van de leefbaarheid
herstellen van de leefbaarheid AMBITIE EN PRAKTIJK Steven Vervaet, Zwijndrecht Parlementaire Commissie Mobiliteit, 2 juli 2015 Beoordelingskader tracékeuze 3 de Scheldekruising mobiliteitswinst leefbaarheid
Nadere informatieVerslag aan de Provincieraad
3e directie Dienst 33 Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw Verslag aan de Provincieraad registratienr. 0516799 betreft verslaggever OPENBAAR ONDERZOEK GEWESTELIJK RUP Oosterweelverbinding de heer Marc De
Nadere informatieAanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be
Nadere informatiePLAN MILIEUEFFECTRAPPORT MASTERPLAN ANTWERPEN
PLAN MILIEUEFFECTRAPPORT MASTERPLAN ANTWERPEN HOOFDRAPPORT Versie: Definitief Mei 2005 Versie Datum Definitief Mei 2005 Opgesteld: Functie Mens - Gezondheidszorg Mens Ruimtelijke aspecten Fauna en Flora
Nadere informatiePERSMEDEDELING MOBILITEIT OVER DE WEG IN ANTWERPEN EN IN HET WAASLAND
1 INTERGEMEENTELIJK SAMENWERKINGSVERBAND VAN HET LAND VAN WAAS ============================ Persnota 2009-02-09 ========== PERSMEDEDELING MOBILITEIT OVER DE WEG IN ANTWERPEN EN IN HET WAASLAND Naar aanleiding
Nadere informatieVan knelpunten naar knooppunten
Van knelpunten naar knooppunten Over mobiliteit en stadsontwikkeling in Antwerpen Donderdag 4 maart 2010 (deel 1) 1-103 Oorzaken Antwerpse mobiliteitsinfarct Algemeen: Ruimtelijke ordening: Nevelstad =
Nadere informatieCollege van 23 oktober 2015
College van 23 oktober 2015 Stad en haven investeren 350 miljoen euro in leefbaarheid en mobiliteit...2 Kom Slim naar Antwerpen tijdens de grote wegenwerken (SW A234 nr. 08845)...5 Stad en haven investeren
Nadere informatieGRUP Oosterweelverbinding - wijziging. Toelichting SARO 25/02/2014
GRUP Oosterweelverbinding - wijziging Toelichting SARO 25/02/2014 1 Inhoud van de toelichting 1. Voorafgaande stappen 2. Beslissing Vlaamse regering 14/02/2014 3. Vooropgestelde timing en verdere procedure
Nadere informatieOosterweelverbinding. Nood aan een derde Scheldekruising
Oosterweelverbinding copyright Stad Antwerpen Nood aan een derde Scheldekruising De Antwerpse regio kent vandaag twee snelwegverbindingen tussen de linker- en rechteroever van de Schelde: de Kennedytunnel
Nadere informatieInspraak voor MER: 2695
InspraakvoorMER:2695 PLAN-MILIEUEFFECTRAPPORTAGE OOSTERWEELVERBINDING Naamenvoornaam :WillyVanOverloop, Adres:Eikenlaan 13 Postcodeenwoonplaats :9111Belsele E mail * :bolster@telenet.be Inspraakals: Particulier
Nadere informatieHEEFT U NOG SUGGESTIES? Inspraak bij de opmaak van het milieueffectenrapport Oosterweelverbinding
HEEFT U NOG SUGGESTIES? Inspraak bij de opmaak van het milieueffectenrapport Oosterweelverbinding In de loop van september 2015 start de inspraakprocedure voor de opmaak van het project-milieueffectenrapport
Nadere informatieInfomoment Verapazbrug
Infomoment Verapazbrug Toelichting kennisgevingsnota project-mer 08 december 2015 P/A BOVA ENVIRO+ NV WELLINGSTRAAT 102 9070 DESTELBERGEN Tel.: + 32 9 328 11 40 - Fax: + 32 9 328 11 50 Inhoud Mer: wat
Nadere informatieINFRASTRUCTUURANALYSE VERSTERKING R2
INFRASTRUCTUURANALYSE VERSTERKING R2 0. Inleiding / aanleiding In het Toekomstverbond zijn afspraken gemaakt voor een verbeterde en versterkte R2 als hoofdontsluiting voor de haven en die doorgaand verkeer
Nadere informatieHet Toekomstverbond en het verdere studiewerk. HORTA 07 maart 2018
Het Toekomstverbond en het verdere studiewerk HORTA 07 maart 2018 Studie 1 -Oosterweel-light Ringland draagt bij aan logische Oosterweel-light mét veilige aansluiting op de noordelijke Ring De Oosterweel-light-verbinding
Nadere informatieDE GROTE VERBINDING Een akkoord over de Oosterweelverbinding én over de Ring R1 én over de Werkgemeenschap HORTA
DE GROTE VERBINDING 21.12.2018 06.02.2109 Een akkoord over de Oosterweelverbinding én over de Ring R1 én over de Werkgemeenschap HORTA 07.02.2019 2009: dé stunt van Ademloos en straten-generaal 2014: de
Nadere informatieInformatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie
Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Inhoud Deel I Achtergronden... 3 Waarom deze m.e.r.-studie?... 3 Wat zijn de knelpunten op de Sloeweg?... 3 Welke stappen zijn
Nadere informatieHOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?
HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? 1. Wat is een milieueffectrapport? Er wordt een bepaald project of plan opgevat in uw gemeente. De uitvoering daarvan zal mogelijk effecten
Nadere informatieNaar een mobiele & leefbare regio. 19 april 2018
Naar een mobiele & leefbare regio 19 april 2018 Agenda 1. De Antwerpse regio vandaag 2. Toekomstverbond 3. Oosterweelverbinding 4. Oosterweelwerken Linkeroever & Zwijndrecht 5. Maatregelen voor een optimale
Nadere informatieVOORSTELLING WERKEN OMGEVING SCHIJNPOORT
VOORSTELLING WERKEN OMGEVING SCHIJNPOORT In het najaar van 2015 staan er werken gepland in de omgeving van Schijnpoort, de parking Ten Eekhove en de Noordersingel. Deze werken bereiden de omgeving voor
Nadere informatieNieuw Zurenborg. Klankbordgroep 4 27 l 10 l 10
1 Nieuw Zurenborg Klankbordgroep 4 27 l 10 l 10 agenda 1. Collegebeslissing 'uitgangspunten project Nieuw Zurenborg 2. Procedure plan-mer (milieu-effecten-rapportage) 3. Beslissing Vlaamse regering over
Nadere informatiePlan- MER Oosterweelverbinding
PlanMER Oosterweelverbinding Inhoudsopgave Najaar 2011: openbare kennisgeving planmer... 2 Fase 1: richtlijnen dienst MER van 27 april 2012 (8 alternatieven en varianten)... 4 Fase 2: trechtering alternatieven
Nadere informatie2de spoortoegang Antwerpse. spoorvertakking Ekeren Oude Landen. Luc Vansteenkiste Directeur-Generaal Infrastructuur. Bram Cornelis Program Manager
2de spoortoegang Antwerpse Haven & spoorvertakking Ekeren Oude Landen INFOMOMENT steden & gemeenten Luc Vansteenkiste Directeur-Generaal Infrastructuur Bram Cornelis Program Manager INHOUD 1 2 Situering
Nadere informatieBevindingen bij deelrapport 4 (mobiliteit) van ontwerp-mer Oosterweelverbinding
Persconferentie straten-generaal 11 december 2013 Bevindingen bij deelrapport 4 (mobiliteit) van ontwerp-mer Oosterweelverbinding A. Meccanotracé scoort beter dan officiële regeringsprojecten uit de periode
Nadere informatiePLAN-MILIEUEFFECTRAPPORTAGE OOSTERWEELVERBINDING
In opdracht van PLAN-MILIEUEFFECTRAPPORTAGE OOSTERWEELVERBINDING DEELRAPPORT 13 SYNTHESE EN CONCLUSIES Januari 2014 Revisiestatus: Versie Datum Definitieve versie Januari 2014 Opgesteld: Functie Naam MER-coördinator
Nadere informatieWat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).
Proces en procedure Wat ging vooraf? Na de publicatie van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) in december 2017 zijn: Wegontwerpen gemaakt van de alternatieven Smart Mobility-maatregelen vertaald
Nadere informatieleeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40
leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 WelkoM Hallo, Deze leeswijzer begeleidt u doorheen de kennisgevingsnota van het milieueffectenrapport voor de ontsluiting Haspengouw
Nadere informatieOosterweeldossier. Stand van zaken Bouwstenen voor een plan B. Hortalezing straten-generaal, 28 april 2014
Oosterweeldossier Stand van zaken Bouwstenen voor een plan B Hortalezing straten-generaal, 28 april 2014 Bouwstenen voor een plan B Beslist beleid 14 februari en 4 april 2014, tevens achterhaald beleid
Nadere informatieCongres Ademloos
Congres Ademloos 12.09.12 VAN OOSTERWEELVERBINDING TOT OVERKAPPING VAN DE ANTWERPSE RING VAN MOBILITEIT TOT VOLKSGEZONDHEID 10 JAAR VOORTSCHRIJDEND INZICHT 1. De voorgeschiedenis 1 e Masterplan in 1998
Nadere informatieScopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem
Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be
Nadere informatieGoedkeuringsverslag milieueffectrapport
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag
Nadere informatieUIT DE BAN VAN DE RING
v UIT DE BAN VAN DE RING De overkapping van de Antwerpse Ring Een helder concept voor een wervend project 1 Een aanslepend probleem druk verkeer + veel weefbewegingen + ongevallen = nog meer files 2 Een
Nadere informatieOOSTERWEELVERBINDING De stand van zaken. THV Rots
OOSTERWEELVERBINDING De stand van zaken insert_v4.indd 1 20/03/14 12:29 MASTERPLAN 2020 Het ruimere plaatje OOSTERWEELVERBINDING Het plan In 2000 lanceerde de Vlaamse overheid het Masterplan 2020, met
Nadere informatieVormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen
Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen
Nadere informatieSAMENVATTING Invloed van nieuwe weginfrastructuur op de CO2 uitstoot in België
SAMENVATTING Invloed van nieuwe weginfrastructuur op de CO2 uitstoot in België *** door Transport & Mobility Leuven (TML), in opdracht van Greenpeace België en Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen *** In Brussel
Nadere informatieInfodossier Noorderlaanbrug
Infodossier Noorderlaanbrug DEEL 1: PROJECTINFORMATIE Laatste update: 9/0/08 Inhoudstafel Inleiding Pagina 3 Situering Noorderlaanbrug 4 Onderdeel van het project Bruggen Albertkanaal 5 Huidige situatie
Nadere informatieNoordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk
Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk
Nadere informatieBetere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen. Startnotitie
Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen Startnotitie Het probleem Er is een bereikbaarheidsprobleem in de regio Arnhem Nijmegen na 2020. Het Rijk, de provincie en
Nadere informatieEvaluatie spitsstrook E34-E313
Evaluatie spitsstrook E34-E313 Dr. Stefaan Hoornaert (Vlaams Verkeerscentrum) 11-13/09/2013 start: 21 14 13 10 86 415 12 11 97 53 sec Probleemstelling Evaluatie spitsstrook E34-E313 slide 1/11 Knelpunt
Nadere informatieMobiliteit: de rol van sturing en capaciteit
Mobiliteit: de rol van sturing en capaciteit BRUNO DE BORGER, UA hoogleraar economie Ringland Colloquium 20 maart 2014 de Singel Antwerpen Overzicht Basisprincipes van een goed mobiliteitsbeleid Toepassing
Nadere informatiePERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN 25 oktober 2013
PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN 25 oktober 2013 Herinrichting ring rond Brussel: toename verkeersveiligheid, afname files Keuze
Nadere informatie1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.
1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000
Nadere informatiePlan-MER-Verslag. Plan: Masterplan Antwerpen. Initiatiefnemer:
administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75
Nadere informatieMIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda
MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Tussenresultaten Inhoud Waar staan we nu, vervolgstappen en planning? NRD januari 2018 en zienswijzen Drie alternatieven A20 Resultaten van het onderzoek:
Nadere informatieOntheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.
Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een
Nadere informatieTRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT
TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT STAND VAN ZAKEN 08.11.2012 Opzet van de studie TRECHTERINGSTUDIE KENNISGEVINGSNOTA ONDERZOEK RUIMTELIJKE INPASSING PLAN MER Afgelegd traject tot kennisgevingsnota
Nadere informatieVormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen
Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)
Nadere informatieSamenvatting MER Aanpassing Marathonweg
Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)
Nadere informatiePROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs
Nadere informatiePERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN
PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN Centraal Netwerk geïnstalleerd Vandaag werd in Antwerpen het
Nadere informatieTracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011
Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011 Programma opening en welkom door wethouder Van der Zanden toelichting door projectleider van Duren pauze en gelegenheid voor vragen beantwoording
Nadere informatieOnderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016
Onderzoek ontlasten Vlietbruggen Onderzoeksresultaten Adviesgroep 10 mei 2016 2 Algemene conclusies Verkeer Voertuigverliesuren ochtendspits Voertuigverliesuren avondspits 10000 9000 8000 7000 6000 5000
Nadere informatieREKENINGRIJDEN IN EN OM ANTWERPEN. 27 oktober 2016
REKENINGRIJDEN IN EN OM ANTWERPEN 27 oktober 2016 Transport & Mobility Leuven KU Leuven spin-off met 20 toponderzoekers Ingenieusr, computerwetenschappers, psychologen, economen, milieudeskundigen Onafhankelijk
Nadere informatieFactsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid
Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan
Nadere informatiePERSMEDEDELING MOBILITEIT OVER DE WEG IN HET WAASLAND
1 INTERGEMEENTELIJK SAMENWERKINGSVERBAND VAN HET LAND VAN WAAS ============================ Persontmoeting 08 mei 2008 ================ PERSMEDEDELING MOBILITEIT OVER DE WEG IN HET WAASLAND Op aangeven
Nadere informatie14 februari Vlaamse regering maakt weloverwogen duurzame keuze: Een gesloten Ring zorgt voor een leefbare en veilige mobiliteitsoplossing
14 februari 2014 Vlaamse regering maakt weloverwogen duurzame keuze: Een gesloten Ring zorgt voor een leefbare en veilige mobiliteitsoplossing Vandaag besliste de Vlaamse Regering in overleg met de Stad
Nadere informatieBerekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel
Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Inleiding In het Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel Brabantstad is een maatregelenpakket opgenomen conform de Zevensprong van Verdaas. Dit
Nadere informatiePERSMEDEDELING MOBILITEIT OVER DE WEG IN HET WAASLAND
INTERGEMEENTELIJK SAMENWERKINGSVERBAND VAN HET LAND VAN WAAS ============================ 1 Persontmoeting 08 mei 2008 ================ PERSMEDEDELING MOBILITEIT OVER DE WEG IN HET WAASLAND Op aangeven
Nadere informatieWat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu?
Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu? In 2013 is de planstudie voor het project Duinpolderweg gestart. Na een tussenstap in 2015 en 2016 hebben de provincies Noord- en Zuid-Holland onlangs besloten
Nadere informatieAnalyse verkeerseffecten variant 2.1
Analyse verkeerseffecten variant 2.1 s-gravendijkwal - Henegouwerlaan Januari 2010 Januari 2010 2 1. Inleiding Ten behoeve van de uitwerkingsfase van variant 2.1c uit de Planstudie s-gravendijkwal - Henegouwerlaan
Nadere informatiePROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN
PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan
Nadere informatieINSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia
INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe
Nadere informatieHerinrichting Neherkade Den Haag
Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de
Nadere informatieDe Missing Link op de Groene Ring ten zuiden van Antwerpen
Fietsersbond vzw Afdeling Kontich De Missing Link op de Groene Ring ten zuiden van Antwerpen De zuidrand van Antwerpen is een dicht bevolkt gebied. Gelukkig zijn er toch nog enkele groene gebieden. Tussen
Nadere informatieSamenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda
Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Deze samenvatting bevat de hoofdlijn van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) van de MIRT Verkenning
Nadere informatieStudie herinrichting complex E40 te Drongen. Terugkoppeling bewoners 01/12/2016
Studie herinrichting complex E40 te Drongen Terugkoppeling bewoners 01/12/2016 1 Inhoud Inleiding Bijkomende varianten Bijkomende tellingen 2 Inleiding 3 Inleiding Doelstelling van de vergadering: informeren
Nadere informatieDeelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 15: Resultaten modelscenario REF3.2.1
Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 15: Resultaten modelscenario REF3.2.1 Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat
Nadere informatieMaximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude
Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2012 / rapportnummer 2557 72 1. Oordeel over het MER De gemeenten Rijnwoude en Alphen aan den Rijn willen
Nadere informatieEen vlottere mobiliteit in de Noorderkempen Aanleg Ring rond Malle FASE 1
Een vlottere mobiliteit in de Noorderkempen Aanleg Ring rond Malle FASE 1 Presentatie Gemeenteraad Malle 12 maart 2018 1 Inhoud (1) Mobiliteitsproblematiek Mobiliteitsvisie Noorderkempen Ringwegen Zoersel
Nadere informatieverkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig
flexibiliteit genoeg geraken gezondheid goed goede goedkoop grote BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT Grafische voorstelling open antwoorden andere belangrijke zaken bij verplaatsingen aankomen aansluiting
Nadere informatieToetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober
Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop 3 oktober 2002 1179-104 ISBN 90-421-1030-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieStationsproject De Groenling
Stedelijk ontwikkeling en woonbeleid Stationsproject De Groenling Stacey D heyger 5 november 2015 Stedelijk ontwikkeling en woonbeleid 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Aanleiding van het project... 2
Nadere informatieEen mobiele toekomst krijgt altijd voorrang Het Masterplan Mobiliteit Antwerpen
Een mobiele toekomst krijgt altijd voorrang Het Masterplan Mobiliteit Antwerpen Het Masterplan Mobiliteit Antwerpen: een mobiele en aangename stad voor iedereen In deze brochure krijgt u een globaal beeld
Nadere informatieAfweging alternatieve tracés bouwweg Hofstad III, mrt 2015
1 Afweging alternatieve tracés bouwweg Hofstad III mrt 2015 PROJECT EN ALTERNATIEVEN Het project betreft de legalisering en uitbreiding van een bouwweg die tot 2020 in gebruik zal blijven. In het voortraject
Nadere informatieSamenvatting van de zienswijzen
Samenvatting van de zienswijzen Trajectnota/milieueffectrapport (TN/MER) van de planstudie Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem - Nijmegen Van 16 augustus tot en met 26
Nadere informatieafbakening zeehavengebied Antwerpen
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en
Nadere informatieOntwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op
PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-
Nadere informatieAanvullende Bijzondere Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER: Oosterweelverbinding. 30 mei 2013 PLMER-0111-RL3
Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, natuur- en energiebeleid, dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79
Nadere informatieOUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota
OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota December 2010 COLOFON Opdrachtgever: Turnhout Project: RUP De Hoogt Opdrachthouder: Projectteam: Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen
Nadere informatieMilieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag
Nadere informatieBijlage I Verklarende woordenlijst
Bijlage I Verklarende woordenlijst Aansluiting De plaats waar een weg van het onderliggend wegennet aansluit op een weg van het hoofdwegennet. Door middel van toe- en afritten van de aansluiting kan de
Nadere informatieabcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,
abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301
Nadere informatieBestemmingsplan. Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss bijlage 11 bij toelichting. Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss - 2013 bijlage 11 bij toelichting Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - 2013 bijlage
Nadere informatieTerinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium
Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus 2015 Karen Polfliet Arcadis Belgium Inhoud: - MER plicht en - procedure - Inhoud van de kennisgeving - Aspecten van het MER-onderzoek - Inspraakmogelijkheden
Nadere informatieOpgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel
Nadere informatieB. VOORGESCHIEDENIS MASTERPLAN, PRIORITEIT DER PRIORITEITEN
B. VOORGESCHIEDENIS MASTERPLAN, PRIORITEIT DER PRIORITEITEN B.1. Modellering met het MMA (Multimodaal verkeers- en vervoersmodel Antwerpen) en de keuze van prioriteiten voor het Masterplan Modelmatige
Nadere informatieKLANKBORDGROEP 2. PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel
KLANKBORDGROEP 2 PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel 7 9-10-2013 AGENDA 1. verwelkoming 2. bespreking inhoud kennisgevingsnota op hoofdlijnen 3. tafeldebatten 4. kort refl ectiemoment
Nadere informatieDirectie Grondgebied Ingekomen stuk D50 (PA 28 September 2011) Mobiliteit Productmanagement en Beleid. Datum uw brief
Ingekomen stuk D50 (PA 28 September 2011) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 93 34 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105
Nadere informatiePlusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum
Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om
Nadere informatieLEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011
LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011 Voorafgaand Opbouw van dit document Deze leeswijzer hoort bij de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht / onderdeel A27/A12 (vastgesteld
Nadere informatieNotitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst
Projectbureau ViA15 Datum: 22 oktober 2008 Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst Op 28 augustus 2008 heeft projectbureau ViA15 formeel de met erratum
Nadere informatieDeelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder exploitatievarianten
Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder en Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw
Nadere informatieHervergunning en verandering van een attractiepark
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL
Nadere informatieSTUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK. Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie
STUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie ! Uitgangspunten vertrekken vanuit de hoofddoelstelling van het onderzoek: het
Nadere informatieStand van zaken quick wins
Stand van zaken quick wins In november 2013 werden 33 quick wins voorgesteld aan de toenmalige Vlaamse regering met als doel, los van de uitvoering van het Masterplan 2020, op de korte termijn een duidelijke
Nadere informatie