Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

Transcriptie

1 Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012 Juni 2012 verkeer en vervoer

2 Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012 Vastgesteld op 4 juli 2012

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding Investeringsprogramma Bezuinigingstrategie Extra rijksbijdragen voor verschillende grote projecten Samenhang in beleid en investeringen Toelichting op de procesgang van de regionale projecten Algemeen IPVV Indeling projecten Hoofdstukindeling Doelenboom 12 2 Openbaar Vervoer 15 Doelenboom Inleiding Realisatieprojecten Openbaar Vervoer Tramlijn 19 (M004) (RLG001), (M021) Zuid-Westtangent lijn 37 (M005) en (RSH003) Toegankelijkheid bushaltes OV (TOV) (M017) OV-knoop/Spoortunnel Delft, busstation (RDT001, RZH028, M023) ZoRo/Doortrek Oosterheemlijn naar Goudse lijn (RZH001, M208 en M025) Masterplan OV-knoop Voorburg (RVE003, RZH013, RSH001, M203, M017, QW MIRT) Aanlanding Erasmuslijn bij station Den Haag CS Actieprogramma Regionaal OV (M208) en Infra-maatregelen Netwerk RandstadRail OV-exploitatiekosten 29 3 Fietsverkeer 31 Doelenboom Inleiding Realisatie- en uitwerkingsprojecten fiets 33 Inhoudsopgave 4 Autoverkeer en goederenvervoer 35 Doelenboom Inleiding Realisatieprojecten autoverkeer en goederenvervoer in 1 Westland (M115, RZH026, RZH018) Reconstructie N223 Duurzaam Veilig (O7VZH001) A4 Delft-Schiedam (IODS=Integrale Ontwikkeling Delft Schiedam) (M113) Rotterdamsebaan (voorheen Trekvliettracé ) (M116) (RDG003) Tuindersweg Pijnacker-Nootdorp (RPR002-1) Komkommerweg fase 1 en 3 (M119) Komkommerweg fase Oostelijke Randweg (fase 2) Ontvlechten weefbeweging A13/A4 richting Utrechtsebaan (Prins Clausplein) (M118) Verbreding Beatrixlaan Rijswijk/provinciale weg Delft + Fietspad Hooipolderweg (verlengde Verlengde Reinier de Graafweg) 47 2 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

4 Hoofdstuk 5 Uitwerkingsprojecten : 49 Autoverkeer, goederenvervoer en Openbaar Vervoer Doelenboom Inleiding 51 6 Ketenmobiliteit 53 Doelenboom Inleiding 55 7 Verkeersveiligheid 57 Doelenboom Inleiding Realisatieprojecten verkeersveiligheid 59 8 Quick Wins projecten Quick Wins projecten Quick Wins 1 e tranche: Dynamische Reisinformatie Systemen (DRIS) (M018) (RSH006) Quick Wins 2 e tranche: verbeteren OV-aansluitingen (onderdeel van M907) Quick Wins 2 e tranche: verbeteren doorstroming buscorridors (onderdeel M907) Quick Wins benutten: mobiliteitsaanpak korte termijn Quick Wins 2 e tranche, HWN/OWN A4/N223 Den Hoorn/Schipluiden Quick Wins 2 e tranche, HWN/OWN A4 Leidschendam Quick Wins 2 e tranche, HWN/OWN A13/N470 Delft Kruithuisplein Quick Wins 2 e tranche: DVM/DRIP s (onderdeel van M907) Quick Wins MIRT Verkenning Beter Benutten Haaglanden 74 Afkortingenlijst 81 Bijlagen 82 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie

5 Inhoudsopgave 4 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

6 Inleiding Hoofdstuk 1

7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding Het Stadsgewest Haaglanden wil de regio Haaglanden ontwikkelen tot een hoogwaardig, duurzaam en internationaal georiënteerd leef- en woonmilieu. Een regio waar inwoners en bezoekers graag willen wonen, recreëren, werken en bedrijven zich willen vestigen. Het Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012 (IPVV) maakt duidelijk hoe deze ambities vorm krijgen, welke doelstellingen hieraan worden gekoppeld en welke kosten hiermee gepaard gaan. Het Stadsgewest Haaglanden wordt echter geconfronteerd met omvangrijke, structurele bezuinigingen op de Brede DoelUitkering (BDU). Daarnaast wordt de eerder door het Rijk toegezegde reële groei van de BDU met 1,1% per jaar niet geëffectueerd en wordt een generieke korting op de BDU toegepast van 5% per jaar. Dit leidt tot een korting op het budget van 4 mln. in 2011 oplopend tot 24 mln. in Tenslotte wordt ook de loon-prijsindex van 2010 niet doorberekend. Dat leidt tot een korting van 3 mln. per jaar op het budget. Naast de generieke korting op de BDU geldt voor het OV in het bijzonder nog de aanbestedingskorting op het stadsvervoer in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Rekening houdend met secundaire effecten, zoals extra rentekosten en minder renteopbrengsten, zal het Stadsgewest Haaglanden over de periode een bedrag van 452 mln. aan inkomsten mislopen. Deze door het kabinet aangegeven financiële kaders zullen in hun uitwerking effect hebben op de bereikbaarheid en mobiliteit van en binnen de regio. Overigens is de hoofdboodschap van dit IPVV 2013 dat er ondanks stevige bezuinigingen toch nog heel veel projecten kunnen worden uitgevoerd. Vervoerregio In het regeerakkoord van het inmiddels demissionaire Kabinet is aangegeven dat de Wgr-plus-regeling per 1 januari 2013 wordt afgeschaft. Het Stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam zijn in nauwe samenwerking met de 24 inliggende gemeenten op het moment van schrijven druk doende met de oprichting van een Metropoolregio Rotterdam Den Haag. De bedoeling is dat hieronder een Vervoerregio ressorteert voor het grondgebied van het huidige Haaglanden en dat van de huidige stadsregio. De 24 gemeenteraden dienen hier hun goedkeuring aan te geven, want zij zijn de constituerende partijen. De intrekkingswet Wgr-plus die de oprichting van de Metropoolregio en Vervoerregio als alternatief voor de beide stadsregio s noodzakelijk maakte, is vooralsnog niet door het Kabinet ingediend. Totdat andere wetgeving door de Tweede en Eerste Kamer is vastgesteld, blijven de huidige bevoegdheden bij de stadsregio liggen. Daaronder valt ook de bevoegdheid om op grond van de Planwet verkeer en vervoer (1998) het verkeer- en vervoersbeleid voor de regio Haaglanden uit te werken in een regionaal verkeer- en vervoersplan. De stadsregio is op grond van de Wet Personenvervoer 2000 ook opdrachtgever voor het openbaar stads- en streekvervoer in de regio. Deze bevoegdheden verplichten het Stadsgewest jaarlijks een bestedingsplan op te stellen waarin de toekenning van middelen vanuit deze bevoegdheden wordt verantwoord aan het Rijk. Inleiding 6 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

8 1.2 Investeringsprogramma Bezuinigingsstrategie Op 22 februari 2012 is door het algemeen bestuur van Haaglanden de bezuinigingsstrategie voor het IPVV vastgesteld. Daarbij is afgesproken dat de volgende principes worden gehanteerd: Algemeen 1. De opgelegde BDU bezuiniging wordt voor de helft toegerekend aan de exploitatie van het openbaar vervoer. De andere helft wordt toegerekend aan OV-infra, weginfra, programmaprojecten en overige projecten binnen het Mobiliteitsfonds. De Rijksoverheid heeft in juni 2011 Haaglanden een bezuiniging voor verkeer en vervoer opgelegd. De korting loopt op van 17 mln. in 2012 tot 45 mln. in Ongeveer 70% van de BDU-gelden wordt uitgegeven aan de exploitatie van het openbaar vervoer. De overige 30% is onder andere voor bijdragen aan Gemeentelijke investeringsprojecten. Als de bezuinigingen in een 50/50-verhouding worden toegekend aan beide onderdelen gaan de 45 mln. bezuinigingen (tot 2015) voor 22,5 mln. naar het openbaar vervoer en voor eenzelfde bedrag naar de overige bestedingen. Daarmee wordt het openbaar vervoer relatief ontzien. Maar dat betekent ook dat voor de beleidsterreinen fiets en auto, verkeersveiligheid en dynamisch verkeersmanagement relatief minder investeringen overblijven. Nieuwe voorzieningen in deze beleidsterreinen zullen daarom in een lager tempo worden gerealiseerd. Het huidige voorzieningenniveau zal echter niet lager worden. Bestaande voorzieningen zullen immers niet verdwijnen. Extra bezuinigingen op het OV zouden daarentegen wel leiden tot verlaging van het voorzieningenniveau. Nog meer bus- of tramlijnen zouden dan moeten worden opgeheven. 2. De gemeentelijke bijdrage aan het Mobiliteitsfonds blijft op het niveau van 2012 inclusief de jaarlijkse indexatie. 3. Jaarlijks wordt een doorkijk gegeven voor 10 jaar. Voor het IPVV 2013/2012 wordt een doorkijk gegeven tot en met Handhaven van het subsidiepercentage voor gemeentelijke projecten van 50%. 5. Subsidies tussen programma s mogen maximaal één keer gestapeld worden. Verkeer 6. Op het totaal van het momenteel nog niet belegde deel van de programmaprojecten bestaande uit fietsprojecten, verkeersveiligheidprojecten en projecten Ketenmobiliteit wordt 40% - 50% bezuinigd. 7. Van het programma Gemeentelijke projecten wordt in de jaren 2013 tot en met 2017 niet bezuinigd, voor de jaren 2018 tot en met 2020 wordt 50% bezuinigd. 8. Het programma Provinciale projecten vanaf het jaar 2014 laten vervallen. 9. Het programma Ketenbenadering en Mobiliteitsmanagement veranderen in programma Ketenmobiliteit mln. van het deelprogramma Mobiliteitsmanagement ( ) halveren en herverdelen over andere onderdelen van het nieuwe programma Ketenmobiliteit en/of de andere programma s. OV In het IPVV 2012/2011 is in juni 2011 door het algemeen bestuur bepaald dat er in mln. en in de jaren 2013 en 2014 tot 13 mln. wordt gekort. Voor de periode 2015 en verder zijn nog extra bezuinigingen nodig (tot 23 mln.). Voor 2012 is door bezuinigingen op het voorzieningenniveau de door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu opgelegde taakstelling gerealiseerd. Er traden echter ook zogeheten frictiekosten op bij vervoerders die Haaglanden vanwege concessieverplichtingen dienden te vergoeden. Dit zijn kosten die gezien de omvang van de bezuiniging redelijkerwijs niet in één keer gereduceerd kunnen worden. Het betreft onder andere personeelskosten en materieelkosten. Na aftrek van deze frictiekosten Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie

9 bleef er een structurele besparing over van 6 mln. Met aftrek van de in 2012 bereikte structurele besparing van 6 mln. betekent dit dat er voor 2013 nog voor zo n 7 mln. aan extra besparingen moet worden gezocht. In de vergadering van het dagelijks bestuur van Haaglanden van 22 februari 2012 is in principe afgesproken dat 4 mln. van deze besparingen moet worden gevonden in het voorzieningenniveau. De overige 3 mln. zou vervolgens worden gerealiseerd door tariefwijzigingen. Lenteakkoord Na de val van het kabinet Rutte in april 2012 sloten de Tweede Kamer-partijen VVD, CDA, ChristenUnie, D66 en GroenLinks een akkoord met als doel het begrotingstekort voor 2013 terug te dringen tot de door de Europese Commissie geëiste 3%. In dit zogeheten Lenteakkoord is afgesproken dat er voor mln. verlichting komt op de door het Kabinet vastgestelde bezuinigingsopgave voor het OV. Het ziet ernaar uit dat Haaglanden een bijdrage kan verwachten van 12,6 mln. in Het lijkt dat hier geen sprake is van structureel geld. Het dagelijks bestuur van Haaglanden heeft op 13 juni 2012 besloten dat onder voorwaarde van de uitkering van deze Lenteakkoord gelden de verwachte bijdrage geheel in lijn met de bezuinigingsstrategie 50/50 wordt verdeeld. Zowel voor de OV-exploitatie als voor overige verkeer- en vervoersprojecten zou daarmee circa 6 mln. beschikbaar komen. Het dagelijks bestuur heeft in diezelfde vergadering ook besloten dat de 6 mln. voor de OV-exploitatie zal worden ingezet om de te verwachten frictiekosten voor 2012 te verlichten en de in februari 2012 afgesproken extra verhoging van tarieven voorlopig op te schorten Extra rijksbijdragen voor verschillende grote projecten Poorten en inprikkers A4-passage In het Bestuurlijk Overleg (BO) MIRT van 7 december 2011 hebben de minister van Infrastructuur en Milieu, de gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland en de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer van Haaglanden een pakket aan maatregelen voor het verbeteren van de autobereikbaarheid in en na 2020 afgesproken. De kosten van het totale pakket aan maatregelen worden geschat op 576 mln. (incl. BTW). Hiervan wordt 424 mln. door het Ministerie bekostigd en 40 mln. door de provincie Zuid-Holland. Vanuit de regio (Stadsgewest en betrokken gemeenten) wordt een bijdrage verwacht voor de Pr. Beatrixlaan (eerste fase 53,3 mln.) en de ongelijkvloerse kruising Erasmusweg/Lozerlaan ( 58 mln.). In de vergadering van het algemeen bestuur Haaglanden van 25 januari 2012 is afgesproken dat Haaglanden 60 mln. reserveert als bijdrage in de jaartranche 2022 van het IPVV. Inleiding Beter Benutten In het najaarsoverleg BO MIRT 2011 met de minister van Infrastructuur en Milieu is voor de regio Haaglanden een samenhangend programma Beter Benutten vastgesteld. Dit programma biedt kansen om de bereikbaarheid van onze regio voor alle modaliteiten sterk te verbeteren en daarmee de inspanningen op het gebied van mobiliteitsmanagement door het bedrijfsleven te doen slagen. Onder meer zullen de tramlijnen 15 en 17 worden opgewaardeerd, fietsenstallingen bij stations worden aangepakt en diverse weg- en fietsprojecten uitgevoerd. Ook voor de nieuwe vervoersknoop BleiZo is een substantieel bedrag beschikbaar. Het Beter Benutten-programma is een totaal pakket aan maatregelen van ruim 158 mln. met meer dan 74 mln. aan rijksbijdrage. Het overzicht van alle concrete projecten staat vermeld in hoofdstuk In de vergadering van het algemeen bestuur van Haaglanden van 25 januari 2012 is afgesproken om bovenop de gereserveerde bijdragen van Haaglanden aan een groot aantal projecten voor dit programma te reserveren als bijdrage van Haaglanden voor de volgende projecten: 8 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

10 Project 6: aansluiting A4 Leidschendam: verdubbelen afrit Project 7: aansluiting A13 Rijswijk - Ypenburg: verlengen opstelstrook Project 12: aansluiting A4 Leidschendam - Zoetermeerse rijweg Project 15: Centrale as Westland N Reservering 50% van de BTW voor de bijdragen van het Stadsgewest Haaglanden aan dit programma (conform afspraak BO MIRT) TOTAAL Wanneer de doorkijk vanaf 2013 in het IPVV voor de komende 10 jaar gemaakt wordt dan ziet de opgaaf er als volgt uit: Tabel 1 1mln. Totaal Inkomsten Saldo over/tekort van vorig jaar BDU pp 2010 ( ) Actieprogramma Openbaar Vervoer Regeerakkoord Aanbesteding OV steden Regeerakkoord 1,1% groei achterwege en 5% bezuiniging bovenop 2011 Niet doorbetalen l/p bijstelling Gemeentelijke bijdragen (er vanuit gaand dat de gemeenten blijven storten in het mob. fonds t/m 2020 Totaal inkomsten inclusief saldo voorgaand jaar Uitgaven in de realisatiefase Infraprojecten Openbaar vervoer Exploitatiebijdrage Openbaar Vervoer Terugbetaling Rijk voorfinanciering Chipkaart 7 1,85 1,85 1,85 1,85 Indicatie bezuiniging exploitatie Openbaar Vervoer Autoprojecten Programmaprojecten (auto, fiets, verk.veil., mob.man.arov) Personeelskosten plus overige projecten Rentekosten Totaal uitgaven in de realisatiefase Totaal beschikbaar na realisatiefase Uitgaven in de Uitwerkingsfase Programmaprojecten (auto, fiets, verkeersveil., mob.man.) Overige projecten in de uitwerkingsfase Totaal projecten in de uitwerkingsfase Totaal tekort na uitwerkingsfase (inclusief rente) * -183 Indicatie bezuinigingen prgrammaprojecten Indicatie bezuinigingen overige projecten Rentekosten/opbrengsten Totaal cumulatief saldo mobiliteitsfonds * *) Optellingen lijken soms niet te kloppen, dit wordt veroorzaakt door de rentecomponent Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie

11 1.3 Samenhang in beleid en investeringen De rijksoverheid heeft in het voorjaar van 2012 een herijking uitgevoerd van het landelijk verkeer- en vervoersbeleid. De Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit worden vervangen door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. In deze structuurvisie staat welke verantwoordelijkheid het Rijk en de decentrale overheden hebben op het gebied van ruimtelijke ordening en mobiliteit. Als bijlage van deze structuurvisie zijn onder andere de essentiële onderdelen van de huidige Nota Mobiliteit opgenomen. Het Ministerie van I&M werkt, als uitvloeisel van deze structuurvisie, aan een bereikbaarheidsindicator. Tijdens het opstellen van dit IPVV is nog onduidelijk welke consequenties dit heeft op het mobiliteitsbeleid. Een en ander impliceert dat de stadsregio s pas in de tweede helft van 2012 kunnen werken aan een eventuele actualisatie van het regionale verkeer- en vervoersbeleid. De beleidsdoelstellingen die in de onderstaande paragrafen en doelenbomen worden weergegeven, zijn derhalve nog de oude doelstellingen zoals opgenomen in de Regionale Nota Mobiliteit (RNM) 2005 en in de nota Naar een toekomstbestendige bereikbaarheid, supplement bij de RNM Gezien de enorme bezuinigingsopgave is overigens al met zekerheid te zeggen dat doelstellingen in deze nota s bijstelling behoeven. Vanuit de bovengenoemde nota s geeft dit IPVV per hoofdstuk inzicht in de stand van zaken van de verschillende mobiliteitsprojecten en de daarbij behorende financiën. In de bijlagen staan tabelsgewijs de overzichten van de projecten en de diverse programma s uit het Mobiliteitsfonds Haaglanden en het Regionaal fonds Bereikbaarheidsoffensief Haaglanden (BOR-fonds) 1. Het Mobiliteitsfonds Haaglanden is een regionaal fonds waaruit de bijdragen van het Stadsgewest aan de ontwikkeling en uitvoering van het regionaal verkeers- en vervoerbeleid worden gefinancierd. Het fonds kent meerdere bronnen: de Brede Doel Uitkering (BDU) Verkeer en Vervoer van het Rijk (circa 233 mln. in 2011, aflopend naar 200 mln. in 2016) de jaarlijkse contributie (per inwoner) van de Haaglanden-gemeenten (circa 8,6 mln.). het fonds wordt geregeld aangevuld met extra rijksmiddelen uit onder andere Quick Wins en Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer De spelregels voor het Mobiliteitsfonds zijn beschreven in de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005, gewijzigd op 1 januari 2011 en 4 juli Inleiding 1) Het betreft hier uiteraard alleen de projecten waar het Ministerie van Infrastructuur en Milieu op verzoek van het Stadsgewest Haaglanden uitstel voor heeft verleend. 10 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

12 Het Regionaal fonds Bereikbaarheidsoffensief Haaglanden (afgekort als BOR-fonds) is in 2001 ingesteld voor de financiering van infrastructuurprojecten gericht op de verbetering van de bereikbaarheid in de regio Haaglanden en voor een bijdrage aan alternatieve mogelijkheden van verkeer en vervoer. De deelnemers aan het fonds (negen gemeenten, het Stadsgewest Haaglanden en de provincie Zuid-Holland) hebben ieder een bepaald bedrag in het fonds gestort. Dit bedrag is vervolgens door het Rijk bijna verdubbeld. Gegeven de bestaande reserveringen en de eindigheid van het fonds (voor 31 december 2011 dienen de bedragen besteed te zijn) is sprake van een gesloten fonds: in principe rest geen financiële ruimte en de in het fonds opgenomen projecten dienen voor de eindigheid van het fonds te zijn aanbesteed. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft echter op verzoek van het Stadsgewest Haaglanden voor een aantal projecten, waaronder de Rotterdamsebaan, formeel uitstel verleend. De meeste BOR-projecten zijn tijdig financieel-technisch afgerond. Slechts van een aantal projecten konden niet alle kosten worden verantwoord, waardoor er middelen overblijven. De komende periode wordt bekeken of het mogelijk is om deze middelen over te hevelen naar de projecten waarvoor uitstel is verleend en op welke wijze dat moet gebeuren. De spelregels van het BOR-fonds zijn beschreven in de Verordening op het regionaal fonds bereikbaarheidsoffensief Haaglanden Toelichting op de procesgang van de regionale projecten Algemeen Omdat de beoordelingsprocedure van regionale projecten ieder moment van een gegeven jaar kan worden afgerond, is het mogelijk om gedurende het hele jaar een regionaal project in de overzichtslijsten van het IPVV op te nemen. Dit doet het algemeen bestuur, respectievelijk het dagelijks bestuur (zie ook hoofdstuk 3 Bepaling ten aanzien van het IPVV, artikel 10, lid 5). Om het overzicht te behouden van de aankomende projecten voor de begroting biedt het IPVV jaarlijks een overzicht van de stand van zaken van de beoordeling van en besluitvorming over alle bekende projecten. Dit overzicht is zuiver informatief over de mate waarin projecten zijn uitgewerkt en de mate waarin er financieel commitment is voor projecten en daarmee niet besluitvormend IPVV 2013 Het voorliggende IPVV 2013 geeft een terugblik op de uitgaven tot en met 2011 en een vooruitblik op de investeringen op projectniveau uit het Mobiliteitsfonds en het BOR-fonds in 2012 (actualisatie), 2013 en verder tot en met In het IPVV wordt, waar dat van toepassing is, (in de tabellen) aangegeven wanneer het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur, door middel van het afgeven van een subsidiebeschikking of het afsluiten van een uitvoeringsovereenkomst heeft besloten over een financiële bijdrage aan een project. Waar nog geen besluit van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur over een subsidiebeschikking of uitvoeringsovereenkomst aan de orde is, heeft de bijdrage van het Stadsgewest de status van een financiële reservering. Opname in het IPVV betekent dus niet dat daar rechten aan kunnen worden ontleend Indeling projecten Conform de nieuwe verordening (de gewijzigde verordening Mobiliteitsfonds, januari 2011) wordt het onderscheid tussen planstudiefase en verkenningsfase weggelaten en vervangen door brede verkenningsfase (een soort voorraadlijst). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen huidige en nieuwe projecten. Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie

13 De huidige projecten/budgetten uit het IPVV worden onderverdeeld in drie fasen: a. realisatiefase. Projecten in deze fase worden beschikt in 2012 of zijn al beschikt, of daarvoor is een bestuurlijke toezegging gedaan; b. uitwerkingsfase. Projecten waar gemeenten geld voor (blijven/gaan) reserveren. Hierbij wordt de stelregel gehanteerd dat de budgetreservering in het IPVV beperkt blijft tot twee jaar in de uitwerkingsfase (zie ook nieuwe verordening). c. brede verkenningenlijst/voorraadlijst 2012 en verder. Voor deze projecten reserveert het Stadsgewest Haaglanden (nog) geen geld (of geen geld meer). Deze lijst is niet opgenomen in dit IPVV. Nieuwe projecten moeten eerst via de geldende regels worden aangemeld en inhoudelijk beoordeeld. Indien inhoudelijk akkoord worden deze projecten geordend in een aparte realisatielijst (= beschikken in 2012), uitwerkingslijst 2013 (indien eigen bijdrage gedekt is) of voorraadlijst (het Stadsgewest Haaglanden reserveert hier geen middelen voor) Hoofdstukindeling Het Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer omvat: projecten uit het Mobiliteitsfonds Haaglanden, waaronder: a. grotere regionale projecten openbaar vervoer en exploitatie OV (hoofdstuk 2) en autoverkeer/goederenvervoer (hoofdstuk 4); b. programmaprojecten zoals de gemeentelijke projecten, fiets- en verkeersveiligheidsprojecten, programma ketenmobiliteit (hoofdstuk 3, 5, 6, 7 en de tabellen). projecten met extra aanvullende rijksmiddelen (hoofdstuk 8): Quick Wins projecten, programma Beter Benutten, programma Poorten en Inprikkers A4-passage; BOR-uitstelprojecten. Deze zijn beschreven in de verschillende bovengenoemde hoofdstukken. In de hoofdstukken 2 tot en met 8 wordt de indeling in de eerder beschreven realisatiefase en uitwerkingsfase aangehouden, met uiteraard meer aandacht voor de projecten die in de realisatiefase zitten. Alle bedragen in de tabellen zijn, voor zover niet anders aangegeven, in mln. en euro s. Alle bedragen in dit IPVV zijn voor het Mobiliteitsfonds gebaseerd op prijspeil 2012, behalve als het gaat om de werkelijke uitgaven in 2011 en eerdere jaren. Voor het BOR-fonds geldt dat de rente is bijgeschreven op de projecten tot en met 31 december Alle projectkosten en daarbij behorende subsidies, genoemd in dit IPVV, zijn voor het Mobiliteitsfonds bedragen exclusief BTW 2 en inclusief VAT 3 -kosten (voor zover van toepassing) en voor het BOR-fonds inclusief BTW en VAT-kosten (voor zover van toepassing) Doelenboom Het IPVV vormt in financiële zin een onderdeel van de begroting van het Stadsgewest Haaglanden. In de begroting van het Stadsgewest Haaglanden zijn voor alle Haaglandenprogramma s doelenbomen ontwikkeld. Een doelenboom geeft schematisch aan welke doelen Haaglanden wil bereiken voor deze beleidsterreinen. Inleiding 2) Per 1 januari 2011 is de wijziging van de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 in werking getreden, waardoor BTW per 1 januari 2011 in principe niet meer subsidiabel is (art. 25, lid 2). Er is overigens wel een overgangsregeling overeengekomen met het Rijk, waardoor de BTW tot 1 januari 2011 nog wel subsidiabel kan zijn. Voor het regiofonds (BOR) zijn geen nadere regels gesteld. Op grond hiervan kan de BTW (nog) steeds gesubsidieerd worden. 3) VAT-kosten zijn kosten voor Voorbereiding, Administratie en Toezicht. Voor sommige projecten zijn deze kosten niet subsidiabel. 12 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

14 De letters H(oog), M(iddel) of L(aag) geven aan in welke mate het Stadsgewest Haaglanden direct invloed kan uitoefenen op deze afzonderlijke doelstellingen. Voor het programma Mobiliteit zijn twee doelenbomen opgesteld: een voor het programmaonderdeel Openbaar Vervoer; een voor het programmaonderdeel Verkeer. Om vanuit het IPVV duidelijker aan te sluiten bij de begroting van het Stadsgewest Haaglanden 2012 en een duidelijke relatie te leggen tussen de doelstellingen die Haaglanden beoogt en de uitwerking daarvan door de diverse sectoren zijn de twee doelenbomen uit de begroting overgenomen in het IPVV. Aan het begin van elk hoofdstuk wordt de bijbehorende doelenboom herhaald, waarbij de doelstellingen die voor dat specifieke hoofdstuk gelden met een steeds verschillende kleur in de lay-out, duidelijk naar voren komen. Op die manier wordt duidelijk van welke sectordoelstellingen en brede maatschappelijke effecten de projecten in het bewuste hoofdstuk een uitwerking vormen. Het IPVV legt daarmee op projectniveau een relatie tussen het te bereiken doel en de specifieke kosten die met het bewuste project gemoeid zijn. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat een project soms meerdere doeleinden ondersteunt. Om praktische redenen is het project in dat geval gekoppeld aan het doel waaraan het project het meeste bijdraagt. Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie

15 Inleiding 14 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

16 Openbaar Vervoer Hoofdstuk 2

17 Openbaar Vervoer De letters H(oog), M(iddel), L(aag) geven aan in welke mate het Stadsgewest Haaglanden direct invloed kan uitoefenen op deze afzonderlijk doelstellingen. 16 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

18 Hoofdstuk 2 Openbaar Vervoer 2.1 Inleiding In de nota Naar een toekomstbestendige bereikbaarheid (april 2008) - supplement behorend bij de Regionale Nota Mobiliteit (2005) - is vastgelegd dat het Stadsgewest Haaglanden streeft naar: 50% meer instappers in het openbaar vervoer in 2030 en zo mogelijk nog meer. Deze doelstelling staat ook in het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) (april 2008); een verbetering van het voorzieningenniveau, de capaciteit, de reisinformatie, de sociale veiligheid, de betrouwbaarheid, de snelheid en de toegankelijkheid van trams, bussen en haltes. Het Stadsgewest wil deze ambities vooral vormgeven door een kwaliteitssprong te maken naar hoogwaardig en aantrekkelijk openbaar vervoer. Het Stadsgewest focust daarbij primair op de dikke stromen waar een grote (potentiële) vervoersvraag is in de regio. Het programma Netwerk RandstadRail (NRR) werkt deze insteek verder uit. De stadsgewestelijke aanpak sluit goed aan bij de doelstellingen van de landelijke Nota Mobiliteit en de thans in procedure zijnde Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), het Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer, de Randstedelijke ontwikkeling van Randstad-net (R-net), de MIRT-afspraken en het programma Beter Benutten. Het uitgangspunt voor de openbaar vervoerprojecten van het Stadsgewest is dat deze voor 100% worden bekostigd door Haaglanden. Dit geldt ook voor de exploitatie. Uitzonderingen hierop zijn het Actieprogramma Regionaal OV en het programma Beter Benutten. Aan deze programma s dragen de decentrale overheden bij met een eigen bijdrage van circa 50%. De kosten van bijzondere projecten - i.c. van de projecten waarover de gemeenten eerder afspraken met het Rijk hebben gemaakt en van de extra wensen die gemeenten hebben bij de realisering van bepaalde projecten - komen voor rekening van die gemeenten. Ook de OV-exploitatiekosten zijn in het IPVV opgenomen, omdat deze worden bekostigd uit de BDU. 2.2 Realisatieprojecten Openbaar Vervoer Voor realisatieprojecten geldt dat de financiering rond is. Zij zijn in uitvoering of gaan op korte termijn in uitvoering. Onderstaande projecten zijn in 2011 gerealiseerd. De financiële afwikkeling is gereed of wordt binnenkort afgerond. Er is geen verdere projectbeschrijving opgenomen (tussen haakjes het hoofdstuknummer uit het IPVV 2012): Zuid-Westtangent lijn 37 (2.2.2) Aflossing snelheid Den Haag (2.2.3) Agglonet (2.2.4) Bijdrage aan Rijn-Gouwelijn (2.2.6) Van onderstaande grote regionale projecten wordt de aanpak en de stand van zaken in de volgende paragrafen weergegeven. 1. Tramlijn Zuid-Westtangent lijn Toegankelijkheid bushaltes 4. OV-knoop/Spoortunnel Delft, busstation 5. ZoRo/doortrek Oosterheemlijn naar Goudse lijn 6. Masterplan Stationsgebied Voorburg, een samenvoeging van de projecten OV-knoop station Voorburg en het project Huijgensfietsbrug 7. Aanlanding Erasmuslijn bij station Den Haag CS en bouw nieuwe stationshal 8. Actieprogramma Regionaal OV, o.a. RandstadRail 2, Stationsplein HS en Hoornbrug Tailtrack MCH Antoniushove (Leidschendam-Voorburg) en Nieuwe Plantage (Delft). Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie

19 2.2.1 Tramlijn 19 (M004) (RLG001), (M021) Deel a: Noordtangent Leidschendam - Delft (TU Zuid nabij Kruithuisweg) Deel b: Verlenging Tramlijn 19 van TU Zuid nabij Kruithuisweg naar Technopolis Trekker Stadsgewest Haaglanden Betrokken gemeenten Delft, Rijswijk, Den Haag en Leidschendam-Voorburg Overige betrokkenen Einde project 2016 Financiën Totale kosten Totale kosten deel b 141,2 mln. voor deel a en deel b Waarvan ten laste van het Stadsgewest Haaglanden 135,2 mln. (incl. 3,3 mln. uit BOR voor Leidschendam-Voorburg) (M004) en (RLG001) 4,7 mln. (MO21) Waarvan ten laste van het Stadsgewest Haaglanden 1,3 mln. 4 Betrokkenen SGH via: Gemeente(n) Rijk PZH Overig Jaar MOB BOR < ,2 4, ,4 3,9 L-V (deel b) * 0,6 Delft e.v. 25, (rest deel b) * 0, TOTAAL 141,2 126,7 8,5 6 1 De gemeenten Delft en Leidschendam-Voorburg dragen ieder 3 mln. bij aan de investeringskosten. Leidschendam-Voorburg heeft gekozen voor een tracé over de Weigelia (winkelcentrum Leidsenhage). Delft heeft er voor gekozen tramlijn 19 naar Technopolis door te trekken. Deze keuzen houden een scope-uitbreiding in ten opzichte van het vigerende plan. Beide gemeenten stellen het benodigde geld voor deze uitbreidingen beschikbaar. Met Leidschendam-Voorburg en Delft is afgesproken dat eventuele aanbestedingsvoordelen tot een maximum van 6 mln. evenredig over Leidschendam-Voorburg en Delft verdeeld worden en in mindering worden gebracht op de eigen bijdrage van 3 mln. aan dit project. Het eerste deel van tramlijn 19 is juli 2010 in dienst genomen. Op verzoek van de gemeente Leidschendam-Voorburg (en met instemming van de andere partijen) is ultimo 2010 de eindafrekening opgemaakt. Het projectresultaat van a is voor 50% uitgekeerd aan de gemeente Leidschendam-Voorburg. De overige 50% (resultaat voor Delft) blijven beschikbaar voor de overige werkzaamheden. Openbaar Vervoer Stand van zaken Nagenoeg alle werkzaamheden aan tramlijn 19 van Leidschendam-Voorburg tot de aansluiting op tramlijn 1 in Delft zijn uitgevoerd. De voorbereiding van de werkzaamheden in Delft zijn in volle gang. Het moment van starten van de uitvoering hangt sterk af van de voortgang van de werkzaamheden project Spoorzone en herstel/ nieuwbouw van de St. Sebastiaansbrug. Mogelijk zullen de werkzaamheden aan lijn 19 hierdoor enkele jaren moeten worden uitgesteld. Van medio april tot medio december 2011 is de doorgang Prinses Irenetunnel af- 4) Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft op 22 februari 2006 besloten de reservering in het Mobiliteitsfonds voor de Zuidweg in Rijswijk een nieuwe invulling te geven. Delft zal van het haar toekomende deel een bedrag van 1,3 mln. benutten voor het doortrekken van raillijn 19 van de Kruithuisweg naar Technopolis. Dit onderdeel is in 2010 beschikt en is er in 2010 reeds een bedrag van betaalbaar gesteld. 18 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

20 gesloten geweest voor tramverkeer. Voor de tramlijnen 1 en 19 is op het trajectdeel Westvest (ter hoogte van station Delft) een tijdelijke keerdriehoek gerealiseerd. Er wordt gestudeerd op de mogelijkheid om de Regio Citadis in te zetten op het trajectdeel MCH Leidsenhage-Delft Noord. Daarvoor wordt onderzocht of nabij de Wateringsevest (locatie Bacinol ) een tailtrack voor twee richtingtrams kan worden gerealiseerd. Deze voorziening voorkomt dat tramlijn 19 voor een reeks van jaren onnodig doorrijdt naar Tanthof. De tailtrack is ook later nuttig als calamiteitenvoorziening voor lijnen 1 en 19 binnen Delft, bij een calamiteit tussen Delft en Rijswijk/Den Haag Zuid-Westtangent lijn 37 (M005) en (RSH003) Trekker Stadsgewest Haaglanden Betrokken gemeente(n) Delft en Midden-Delfland Overige betrokkenen Einde project 2012 Financiën Totale kosten 160 mln. Waarvan ten laste van het Stadsgewest Haaglanden 9,7 mln. Betrokkenen SGH via: Gemeente(n) Rijk PZH Overig Jaar MOB BOR < , , ,2 2, TOTAAL 9,7 5,7 4 Stand van zaken Voor de lange termijn is voorzien in de hoogwaardige OV-Verbinding (HOV) lijn 37 Den Haag-Delft-Zoetermeer. Daarvoor was oorspronkelijk circa 160 mln. opgenomen als investeringsbedrag in het Mobiliteitsfonds. Het Stadsgewest Haaglanden draagt bij voor 5,7 mln. Voor HOV-lijn 37 is bij het Stadsgewest nog circa 5 mln. beschikbaar. De lange termijn visie van nut en noodzaak HOV-lijn 37 tussen Den Haag en Delft is aangehouden. Voor een HOV-railoplossing lijkt de komende tijd de vervoervraag te laag. Delen van de route van de HOV-buslijn 37 zijn aangelegd als aparte HOV-busbaan (om de omgeving van het station Delft en de wijkdelen Look West en Look West Noord in Midden Delfland te ontsluiten). Op andere trajectdelen rijdt de bus mee met het wegverkeer. Voor diverse nieuwe trajectdelen is de busbaan zo uitgevoerd, dat ombouw tot trambaan te zijner tijd relatief eenvoudig kan plaatsvinden. Voor de korte termijn is voorzien in de aanleg van OV-infrastructuur voor de reguliere buslijn 37. Voor het trajectdeel rotonde Wippolderlaan tot en met de aansluiting Kristalweg is vanuit het BOR-fonds 4 mln. aan subsidie verstrekt. Dit bedrag wordt besteed aan het realiseren van businfrastructuur tussen de rotonde Wippolderlaan en de aansluiting op de Hoornseweg en is ontstaan uit de inleg van Haaglanden en het Rijk (en rente op rente). De gemeenten hebben in dit geval geen bijdrage geleverd. De bijdrage is bedoeld voor realisatie van OV-gebonden infrastructuur en omvat o.a. een bijdrage in de kosten van grondverwerving, de meerkosten van het OV-deel van de geplande kunstwerken en de OV-infrastructuur. Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie

21 In het kader van het programma Netwerk RandstadRail wordt de verkennende studie voor het trajectdeel Delft - Zoetermeer voortgezet. Voor het trajectdeel tussen de rotonde Wippolderlaan tot en met de aansluiting Hoornseweg wordt gewerkt aan een reële begroting van de benodigde OV-infra werkzaamheden. De eventueel resterende middelen vloeien terug naar het Stadsgewest (en Rijk), tenzij het Stadsgewest hiervoor een nieuwe bestemming vindt Toegankelijkheid bushaltes OV (TOV) (M017) Trekker Stadsgewest Haaglanden Betrokken gemeente(n) alle negen Haaglanden-gemeenten Overige betrokkenen provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat als wegbeheerders Einde project 2014 Financiën Totale kosten 15,6 mln. Volledig ten laste van het Stadsgewest Haaglanden Betrokkenen SGH via: Gemeente(n) Rijk PZH Overig Jaar MOB BOR /2014 6,6 TOTAAL 15,6 15,6 Stand van zaken Het Stadsgewest Haaglanden heeft eind 2007 het Implementatieplan Toegankelijkheid Bushaltes vastgesteld. In 2008 is regiobreed gestart met het aanpassen van de haltes. Het aanbestedingstraject waar de meeste gemeenten voor kiezen leidt soms tot enige vertraging. De aanpassingen zijn nu in volle gang. De doelstelling is om eind % van de bushaltes aangepast te hebben. Eind 2011 is zo n 75% van die doelstelling gerealiseerd. De verwachting is dan ook dat de doelstelling eind 2014 ruimschoots gehaald zal worden. Circa 960 van de in totaal bushaltes zullen dan zijn aangepast. Openbaar Vervoer 20 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

22 2.2.4 OV-knoop/Spoortunnel Delft, busstation (RDT001, RZH028, M023) Trekker Gemeente Delft Betrokken gemeente(n) Overige betrokkenen provincie Zuid-Holland Einde project 2015 Financiën Totale subsidie 45,5 mln. Waarvan ten laste van het BOR-fonds 38,5 mln., ten laste van het Mobiliteitsfonds 7 mln. Betrokkenen SGH via: Gemeente(n) Rijk PZH Overig Jaar MOB BOR ,2 (RDT001) Delft ,3 (RZH028) PZH TOTAAL 45,5 7 * 38,5 *) Spoortunnel Delft (bijdrage Zuidvleugel M023, reeds afgerond) Stand van zaken In oktober 2005 ondertekenden de gemeente Delft, het Stadsgewest Haaglanden en het Rijk de overeenkomsten inzake de realisering van de spoortunnel. In dat kader is in het BOR-fonds een bedrag van 25 mln. opgenomen voor aanpassing van de OVknoop, met name voor het nieuwe busstation bij het nieuw te bouwen station Delft. Dit bedrag is in 2008 beschikt. De bouw van de spoortunnel is eind 2009 gestart. Naar verwachting wordt het busstation in 2014/2015 opgeleverd. Voor het realiseren van een toekomstvaste vier-sporige cascotunnel is in mei 2008 op bestuurlijk niveau afgesproken dat de projectpartners ieder 7 mln. extra uittrekken. Het Stadsgewest Haaglanden heeft deze afspraak ingevuld door een bedrag van 7 mln. in het Mobiliteitsfonds te reserveren. De gemeente Delft heeft de uitvoering van het Spoortunnelproject overgedragen aan het Ontwikkelbedrijf Spoorzone (OBS). 52 De werkzaamheden Spoorzone zijn in 2010 gestart, te beginnen met het in gebruik nemen van een tijdelijk busstation. Op maaiveld is het bouwterrein ingericht en zijn de werkzaamheden aan de diepwanden gevorderd. Het tramspoor is en wordt gefaseerd diverse malen verlegd. Van april tot en met december 2011 is de tramonderdoorgang Prinses Irenetunnel gesperd en keerden de trams op de tijdelijke keerdriehoek Westvest nabij station Delft. Intussen is duidelijk geworden dat de afronding spoortunnelwerkzaamheden 1 e fase is vertraagd van medio 2013 naar medio Dit heeft gevolgen voor de herinrichting maaiveld, het realiseren van het definitieve busstation en de sloop van het huidige treinviaduct (ook 2 jaar later). Delft heeft aangegeven het reeds beschikte BOR-geld voor de OV-knoop niet tijdig te kunnen besteden en heeft het verzoek gedaan om dit geld over te hevelen naar de spoortunnel. In nauw overleg met enerzijds de gemeente Delft en OBS en anderzijds het Stadsgewest Haaglanden wordt bekeken of dit mogelijk is en, zo ja, op welke wijze dit procedureel afgehandeld kan worden. 5) De gemeente Delft en ProRail werken samen in het project Spoorzone Delft. Voor de uitvoering heeft de gemeente Delft het Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone Delft BV (OBS) in het leven geroepen. Dit ontwikkelingsbedrijf neemt de voorbereiding en uitvoering van de ontwikkeling ter hand, voert de financiële administratie en beheert de kosten en opbrengsten van het project. Het Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone Delft functioneert sinds 1 januari Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie

23 2.2.5 ZoRo/Doortrek Oosterheemlijn naar Goudse lijn (RZH001, M208 en M025) Trekker Stadsgewest Haaglanden Betrokken gemeente(n) Zoetermeer Overige betrokkenen Lansingerland Einde project 2014 (2015 doortrek tot A12) Financiën Totale kosten 76,3 mln (+ 10,0 mln. voor opstelterrein) Waarvan ten laste van het BOR-fonds 39,4 mln. Betrokkenen SGH via: Gemeente(n) Rijk PZH Overig Jaar MOB BOR , , en verder 38,9 4, TOTAAL 86,3 46,9 */** 39,4 *) 36,9 mln. ten laste van Actieprogramma openbaar vervoer (M208, zie 2.2.8) **) 10,0 mln. ten laste van Inframaatregelen Netwerk RandstadRail (M025) Stand van zaken Het project is gesplitst in twee fasen. Fase 1 loopt van de Javalaan tot kunstwerk 18 over de Bleiswijkseweg en fase 2 betreft het onderdeel dat deel uitmaakt van de knoop BleiZo. De Stedenbaan-pilot BleiZo (Bleiswijk-Zoetermeer) is in de fase van de planstudie. De betrokken gemeenten Zoetermeer en Lansingerland hebben een bestuursovereenkomst gesloten om de gebiedsontwikkeling tot stand te brengen. Voor de knoop BleiZo inclusief fase 2 van de Verlengde Oosterheemlijn (V(OHL) is opdracht gegeven voor het maken van een voorlopig ontwerp (VO). Fase 1 van de VOHL is in de uitvoeringsfase. Het eerste deel van deze fase, verlenging van de bestaande opstelsporen, die na het gereedkomen van het opstelterrein exploitatiesporen worden, is in 2011 in gebruik genomen. In de fase 1 zitten ook de halte Van Tuylpark en een definitief en vergroot opstelterrein Oosterheem. Risico s In het BOR-fonds (RZH001) is totaal 39,4 mln. aanwezig. Hierin is begrepen een bedrag van 7,3 mln. dat onder meer betrekking heeft op de projecten VOHL nachtstalling en 2 e verlenging Oosterheemlijn in relatie tot Australiëweg, welke reeds zijn afgerond en waarvoor de subsidie is vastgesteld. Het resterende BOR subsidie voor de VOHL van circa 32,1 mln. is eveneens definitief vastgesteld. Openbaar Vervoer Voor het opstelterrein is 10 mln. nodig. Daarvoor is door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden besloten dit bedrag over te hevelen van het exploitatiebudget in het Mobiliteitsfonds naar een aparte post voor het opstelterrein Oosterheem. Dit bedrag zal in de exploitatie zowel door structureel lagere kosten en door efficiëntere remisering van voertuigen als door een beperking van het aantal lege kilometers van voertuigen worden terugverdiend. 22 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

24 2.2.6 Masterplan OV-knoop Voorburg (RVE003, RZH013, RSH001, M203, M017, QW MIRT) Trekker Stadsgewest Haaglanden Betrokken gemeente(n) Leidschendam-Voorburg Overige betrokkenen Einde project 2014 Financiën Totale kosten 9,7 mln. Waarvan ten laste van het BOR-fonds 7,6 mln. Betrokkenen SGH via: Gemeente(n) Rijk PZH Overig Jaar MOB BOR , ,2 3, , ,9 1,2 TOTAAL 9,7 2,1 * 7,6 *) Hierin is begrepen een bedrag van 1 mln. vanuit de Quick Wins MIRT Verkenning, maatregel B15 (zie ook 8.1.9) Stand van zaken Aanvankelijk omvatte het project zowel de aanleg van een fietsbrug langs de A12 als het verbeteren van de verkeerssituatie rondom het NS-station. Omdat de Huijgensfietsbrug politiek omstreden was, is gezocht naar alternatieven voor dit ontbrekende deel van de regionale fietsroute langs de A12. Dit alternatief is gevonden in een verbinding via de Fonteijnenburghlaan die daarvoor wordt heringericht. Omdat dit alternatief goedkoper is, worden de resterende BOR-budgetten aangewend voor de verbetering van de verkeersafwikkeling in het stationsgebied. Omdat de gemeente Leidschendam-Voorburg al plannen had om de ruimtelijke kwaliteit van de stationsomgeving te verbeteren is in overleg met het Stadsgewest Haaglanden een integraal plan opgesteld met de ambitie om de transferfunctie van het knooppunt station Voorburg en de ruimtelijke kwaliteit in samenhang te verbeteren. Verkeerskundig onderdeel van het masterplan is het verbeteren/verplaatsen van het busstation (incl. andere vormgeving van aangrenzende kruispunten) aanleg van een P+R-terrein onder het Marianneviaduct, verbeteren van de fietsroutes van en naar het station incl. het upgraden van de fietsenstalling, aanleggen van een brede looproute naar de Binckhorst. Het aandeel BOR-subsidie bedraagt 7,6 mln. Het project is grotendeels beschikt en in uitvoering. Voor het P+R-terrein wordt in 2012 een aparte subsidieaanvraag ingediend. Naar verwachting wordt daarvoor ook een rijkssubsidie uit het actie-plan groei op het spoor toegekend. Het busstation wordt in 2012 gerealiseerd. Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie

25 2.2.7 Aanlanding Erasmuslijn bij station Den Haag CS Trekker Gemeente Den Haag Betrokken gemeente(n) Den Haag Overige betrokkenen Einde project 2014 Financiën Totale kosten 62,7 mln. Waarvan ten laste van het Stadsgewest Haaglanden 2,4 mln. Betrokkenen SGH via: Gemeente(n) Rijk PZH Overig Jaar MOB BOR 2010 en verder (Den Haag) 19,6 4, , ,4 20 TOTAAL 62,7 2,4 19,6 40,7 Stand van zaken In 2006 heeft Haaglanden met het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat (nu Ministerie van Infrastructuur en Milieu) een nadere overeenkomst gesloten waarin onder andere de realisering van een definitief eindpunt voor de Erasmuslijn op station Den Haag Centraal is geregeld. Het Ministerie stelt in deze overeenkomst 38 mln. (prijspeil 2006) ter beschikking voor dit project. Van dit budget is 37 mln. bestemd voor het project zelf en 1 mln. als nabetaling voor de exploitatiekosten RandstadRail voor de stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden. In 2010 is deze afspraak na scopewijzigingen herbevestigd en zal een nieuwe beschikking worden afgegeven door het Rijk. Destijds was het plan om een tunnel onder de sporen 11 en 12 op station Den Haag CS te bouwen. In het schetsontwerp was becijferd dat deze tunnel circa 49 mln. zou kosten. De ontbrekende 12 mln. zou de gemeente Den Haag aanvullen. De uitwerking in een voorlopig ontwerp van het schetsontwerp bracht aan het licht dat de tunnel - door tussentijdse wijzigingen in het project en door extra risico s als gevolg van kabels en leidingen in de grond en strengere brandveiligheidseisen - aanzienlijk duurder zou worden. Een zoektocht naar een alternatief heeft geleid tot de oplossing van een nieuw eindstation op niveau +2 op enkele kolommen naast het busplatform, waardoor het station boven spoor 12, het busplatform op Den Haag CS en de Anna van Buerenstraat, komt. Openbaar Vervoer Op 16 december 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag besloten deze variant verder uit te werken. Eind 2010 is het voorlopig ontwerp in concept gereed gekomen en is een business-case opgesteld. Daaruit blijkt dat er een tekort is ten opzichte van het beschikbare budget van 49 mln. Overeenkomstig gemaakte afspraken draagt de gemeente Den Haag bij in het tekort voor een bedrag van 7,6 mln. De gemeenteraad van Den Haag heeft hierover een positief besluit genomen. Het Stadsgewest Haaglanden is bereid maximaal 2,4 mln. bij te dragen in het resterende tekort, te dekken voor een bedrag van 2 mln. door een onderbesteding van de ombouw van tramlijn 2 en de voor de HSL-shuttle toegezegde 0,4 mln. exploitatiebijdrage. De gemeente Den Haag voert het project voor eigen rekening en risico uit. Het college van B&W van de gemeente Den Haag heeft in april 2012 tot uitvoer van het project besloten. 24 Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie 2012

26 2.2.8 Actieprogramma Regionaal OV (M208) en Infra-maatregelen Netwerk RandstadRail Trekker Stadsgewest Haaglanden Betrokken gemeente(n) Den Haag, Rijswijk, Zoetermeer Overige betrokkenen provincie Zuid-Holland, Rijk Einde project 2020 Financiën Het Stadsgewest Haaglanden heeft een rijksbijdrage gekregen voor de uitvoering van het Actieprogramma van ongeveer 92 mln. Daarnaast zijn rijksbijdragen gekregen vanuit de Quick Wins MIRT-verkenning ( 5 mln.) en het programma Beter Benutten ( 23 mln.). Het werkbudget bedraagt 290 mln. Dit bedrag is exclusief bedragen voor het meenemen van projecten uit het onderhoudsprogramma van HTM. De rijksgelden worden via de BDU-uitkering in het Mobiliteitsfonds gestort. A. Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer Capaciteitsverhoging tramlijn 2 en keerlus Madurodam Einde project 2011 Financiën Totale kosten 47,4 mln. ( 26,4 mln. investering infrastructuur en 21 mln. exploitatie-bijdrage) Waarvan ten laste van het Stadsgewest Haaglanden (inclusief bijdrage Rijk via BDU) ten aanzien van de infrastructuur 24,7 mln. Betrokkenen SGH via: Gemeente(n) Rijk PZH Overig Jaar MOB BOR , ,6 (Den Haag) 1, , TOTAAL 26,4 24,7 1,7 Stand van zaken De tijdelijke keerlus Madurodam is juli 2009 in gebruik genomen en wordt gebruikt voor het keren van de korte trajectritten van tramlijn 9. De keerlus zal bovendien goed van pas komen als gewerkt wordt aan het tramspoor tussen Madurodam en Scheveningen. Tramlijn 2 wordt geschikt gemaakt voor gebruik van de Regio Citadis. De werkzaamheden op de tak Den Haag CS - Leidschendam-Voorburg zijn in 2011 afgerond, exclusief de tailtrack MCH Antoniushove. De tailtrack wordt in 2012 gerealiseerd. De werkzaamheden op de tak naar Loosduinen zijn in 2011 uitgevoerd. Naar verwachting kunnen de Regio Citadis voertuigen vanaf april 2012 in gebruik worden genomen. De tailtrack is dan nog niet gereed. Tramlijn 2 rijdt tijdelijk door naar het keerpunt Dillenburgsingel. Stadsgewest Haaglanden = Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2013 en actualisatie