Beleidssamenvatting. De volledige documenten zijn terug te vinden op de website

Transcriptie

1 Beleidssamenvatting Op verzoek van het WOP s-gravenland wordt in deze notitie een korte samenvatting gegeven van de meest relevante beleidsdocumenten. Het WOP heeft verzocht dit aanvullend aan de wijkanalyse te verstrekken, zodat zij deze informatie kunnen meenemen bij het opstellen vande Toekomstagenda. De volgende documenten zijn opgenomen: 1. Beheerplan Speelplaatsen Groenvisie De parkeernormen 4. Het aangescherpte hondenpoepbeleid Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan, visie Fietsplan , Slim op de fiets De volledige documenten zijn terug te vinden op de website

2 1. Beheerplan Speelplaatsen Het beheerplan is een uitwerking van de evaluatie speelruimtebeleidsplan Een verandering ten opzichte van het eerdere beheerplan speelplaatsen is de verlaging van de financiële middelen vanaf Dit vraagt om een andere beheerstrategie. Van werd in het beheerplan uitgegaan van de behoefte van de jeugd. Door het teruglopen van de beschikbare financiële middelen wordt voor de periode uitgegaan van het in stand houden van het kwaliteitsniveau Basis (met uitzondering van de wijk Fascinatio) en het beschikbaar gestelde budget. Concreet houdt dit in dat er 180 speelplaatsen conform de kwaliteitsambitie Basis gehandhaafd kunnen worden. Het kwaliteitsniveau Basis is gedefinieerd als: De speelvoorziening is in enige mate beschadigd, beplakt of bevuild door aanslag, maar niet besmeurd. Er is voor deze strategie gekozen omdat het handhaven van het huidige aantal speelplekken (in speelplekken) binnen het huidige budget op het huidige onderhoudsniveau (basis) niet langer mogelijk is. De onderhoudskosten zijn onder andere door toename van de (verplichte) veiligheidsondergronden gestegen, terwijl de budgetten voor onderhoud en vervanging niet voldoende zijn meegegroeid. Dit betekent dat wanneer hetzelfde aantal speelvoorzieningen gehandhaafd blijft, er een steeds grotere onderhoudsachterstand zal ontstaan en de veiligheid niet kan worden gewaarborgd. Met deze verlaging van het aantal speelplekken voldoet de gemeente niet aan de formele speelnorm en daarmee niet aan de vraag van kinderen, jeugd en jongeren. Daarom wordt gekozen voor het uitsterfbeleid. Dit houdt in dat wanneer een speeltoestel op een formele speelplaats schade heeft, gerepareerd of afgekeurd wordt door de inspectie, dan wordt het speeltoestel verwijderd en niet meer vervangen. Een speelplek wordt op deze manier omgevormd naar een informele speelplek: een plek waar alle speeltoestellen zijn verwijderd, maar waar de ondergrond gehandhaafd blijft. 2. Groenvisie 2011 Tot op heden is in Capelle vooral aandacht besteed aan nieuw te realiseren groenstructuren en minder aan het behoud en verbetering van bestaand groen. De hoofddoelstelling van het algemeen groenbeleid is daarom als volgt geformuleerd: Het in standhouden, verbeteren en nieuw ontwikkelen van groenvoorzieningen die bijdragen aan een veelzijdige, gevarieerde, gezonde en prettige leefomgeving voor mens, dier en plant. Naast de hoofddoelstelling is ook een visie op hoofdlijnen geformuleerd: Het Capelse groen draagt bij aan een afwisselende, herkenbare en waarde(n)volle woon- en leefomgeving door cultuurhistorisch groen te koesteren, ruimte te bieden voor ecologie en recreatie en door het eigen groene karakter van de wijken centraal te stellen. Duurzaamheid, veiligheid en beheerbaarheid gelden hierbij als randvoorwaarde. Belangrijke uitgangspunten in de visie zijn onder andere dat waardevolle groenstructuren behouden moeten blijven bij stedelijke verdichting en hoogbouw en cultuurhistorisch waardevolle groengebieden en groenstructuren gekoesterd moeten worden. De hoofdgroenstructuur is onaantastbaar. Daarnaast moet het groen

3 eenvoudig en doelmatig onderhouden kunnen worden. Uitgifte van groen moet onder voorwaarden - mogelijk zijn en het streven is om de waardering van inwoners van het openbaar groen te doen toenemen. In de beheerplannen (IBOR ) voor de openbare ruimte wordt uitgegaan van het kwaliteitsniveau basis binnen de woonwijken in Capelle. Dit houdt in dat voor zowel beplanting als gazon dat er: hier en daar beschadigingen zijn, de rand met de verharding redelijk zichtbaar is en er hier en daar sprake is van oneffenheden. Het zelfonderhoud van groen door inwoners wordt gestimuleerd vanuit de gemeente. 3. Parkeernormen Doordat het autobezit de laatste jaren sterk is toegenomen, neemt ook de behoefte aan parkeerplaatsen toe. Om aan deze vraag te kunnen voldoen wordt in nieuw te ontwikkelen plannen en herstructureringsplannen een parkeernorm gehanteerd die aansluit op de behoefte. Deze norm geeft het aantal parkeerplaatsen aan bij een bestemming (bijvoorbeeld een woning of een voorziening). Per type woning of voorziening is een norm opgesteld, gebaseerd op de veel gebruikte CROW-normen. Dit neemt niet weg dat het toevoegen van parkeerplaatsen altijd ten koste zal gaan van andere voorzieningen zoals bijvoorbeeld groen. Ook voor fietsen is een stallingsnorm opgenomen in het gemeentelijk beleid. Binnen deze norm kan een bouwer/ontwikkelaar zelf een keuze maken hoe invulling wordt gegeven aan deze norm. Blauwe zones worden in Capelle toegepast op plekken waar een externe factor (zoals de aanwezigheid van forenzen of een winkelcentrum) van invloed is op het gebruik van parkeerplaatsen. 4. Het aangescherpte hondenpoepbeleid 2011 In mei 2011 is het bestaande hondenpoepbeleid uit 2006 aangescherpt omdat een groot deel van de inwoners overlast ervaart van hondenpoep. Het aangescherpte beleid houdt het volgende in: - Opruimplicht van hondenpoep geldt op verhardingen (stoep en straat) en groenstroken in woongebieden; - Aanlijnplicht op verhardingen (algemene aanlijnplicht met uitzonderingsgebieden op aanwijzing van het college); - Bij alle speelplaatsen zijn volgens de APV 2009 honden verboden, we plaatsen bij alle speelplaatsen APV borden waarbij naast verboden voor honden ook de overige APV verboden zijn opgenomen (verboden voor honden, drugs alcohol en glaswerk); - Per wijk wijzen we, in samenspraak met de WOP s één uitrengebied aan. Daar geldt geen opruimplicht; - Handhaving en vergunningen zetten in op handhaving; - De hondenpoepzuiger blijft in actie om overlast van poep in de uitlaatzones te verminderen.

4 5. Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan, visie In de visie SLIM REIZEN ( ) is een algemene doelstelling geformuleerd die luidt: Het verkeersbeleid in Capelle is erop gericht een optimale balans te vinden tussen mobiliteit, leefbaarheid en veiligheid. Alleen op die manier ontstaan er duurzame oplossingen.. Om deze algemene doelstelling te bereiken zijn er ambities opgesteld voor de verschillende onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ambities op regionaal niveau en op lokaal niveau. Op lokaal niveau zijn de volgende ambities opgesteld: - Het percentage fietsgebruik op afstanden kleiner dan 7,5 km stijgt van 26% in 2007 naar 29% in 2020; - Een betere score in 2020 op drie van de vier aspecten (gebruik, concurrentiepositie, fietsparkeren en directheid) in de Fietsbalans waar Capelle in 2007 onvoldoende scoort; - In 2020 is de oversteekbaarheid van de belangrijkste verkeersaders redelijk tot goed; - 42% van de bushaltes is toegankelijk voor minder validen in Op regionaal niveau zijn voor een aantal regionale knelpunten de volgende ambities opgesteld: - Algeracorridor (van Kralingseplein tot en met Algerabrug) o In 2020 voldoen aan de regionale doorstroomeis van minimaal 30 km/uur in - Capelseweg/Kanaalweg o De intensiteit blijft beperkt tot mvt/etmaal in 2020; o In 2020 voldoen aan de regionale doorstroomeis van minimaal 15 km/uur in - Hoofdwegplein en omgeving o In 2020 voldoen aan de regionale doorstroomeis van minimaal 15 km/uur in - Abram van Rijckevorselweg (ten oosten van Capelseplein) o In 2020 voldoen aan de regionale doorstroomeis van minimaal 30 km/uur in o Verminderen van de barrièrewerking tussen Capelle noord en zuid. Om deze ambities te bereiken is een uitvoeringsagenda opgesteld met concrete maatregelen. De uitvoeringsagenda wordt elke twee jaar geactualiseerd. 6. Fietsplan , Slim op de fiets In Capelle ligt het fietsaandeel op korte afstanden op 26% en dat is relatief bescheiden in verhouding tot vergelijkbare gemeenten in Nederland. De fietsnota richt zich vooral op de verbetering van de kwaliteit van de infrastructuur (betere fietspaden en nieuwe verbindingen waar nodig en mogelijk). Een ander belangrijk speerpunt zijn de fietsparkeervoorzieningen. Om het fietsgebruik aantrekkelijker te maken, zullen enkele bewaakte stallingen gratis worden. Tot slot zullen de inwoners beter worden geïnformeerd over de mogelijkheden en voordelen van de fiets door onder meer een fietskaart uit te brengen en aan te sluiten bij landelijke campagnes.

5 Door deze maatregelen moet het fietsaandeel op korte afstanden met 3% zijn toegenomen in 2020 (ten opzichte van 2007). Deze verbeterpunten zijn gedestilleerd uit de Fietsbalans. In de Fietsbalans wordt de score van een gemeente ten aanzien van het fietsklimaat op een aantal punten vergeleken met andere gemeenten. De belangrijkste conclusies uit deze fietsbalans zijn: 1. In de uitgangspositie van stedelijke dichtheid scoort Capelle erg goed. Een hoog Fietsgebruik zou hierdoor in Capelle mogelijk moeten zijn. 2. In verhouding tot andere middelgrote steden staat het er wat betreft verkeersveiligheid zeer goed voor in Capelle. Zeker als het gaat om de fietsers gebeuren er in verhouding weinig ongevallen. In comfort en aantrekkelijkheid van de fietsroutes past het predicaat gewoon goed. 3. Capelle scoort relatief slecht op fietsparkeren en op de concurrentiepositie van de fiets ten opzichte van de auto. 4. De goede uitgangspositie ten aanzien van stedelijke dichtheid en ook verkeersveiligheid, en de gemiddelde score op directheid, comfort en aantrekkelijkheid leiden niet tot een fietsgebruik dat vergelijkbaar is met andere gemeenten. Om het fietsaandeel te laten toenemen is een groot aantal maatregelen benoemd. Bij de prioritering van deze maatregelen is gekeken naar de ernst van het probleem, het aantal betrokken fietsers en de kosten.