Evaluatierapport implementatie richtlijn. Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatierapport implementatie richtlijn. Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews"

Transcriptie

1 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

2

3 Colofon Dit rapport is tot stand gekomen met financiering van KWF Kankerbestrijding met medewerking van het Nationaal Programma Kankerbestrijding, werkgroep integratie psychosociale zorg met medewerking van de Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie in samenwerking met Integraal Kankercentrum Zuid. Uitgevoerd door IKNL Mw. F.C. Dalhuisen (adviseur netwerken) Mw. M.S. Schouten (projectmedewerker) Mw. drs. A. van de Vegte (opleidingsadviseur) en Leden IKNL werkgroep coördinatoren Psychosociale zorg 3 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews Mw. September drs. A. van 2011 de

4 4 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

5 Inhoudsopgave Colofon 3 Inleiding 5 Samenvatting 7 1 Onderzoeksopzet Vraagstelling van het onderzoek Respondenten Methodiek 10 2 Beschrijving interviewresultaten Inleidende vragen ten aanzien van de respondent Geschiedenis/opstartfase Van de opstartfase naar de huidige stand van zaken Huidige situatie ten opzichte van de aanbevelingen uit de richtlijn Sleutelfiguren en draagvlak Randvoorwaarden Evaluatie en borging Reflectie op het implementatieproces 21 3 Conclusie Bevorderende en belemmerende factoren bij de implementatie van psychosociale zorg Specifieke aanbevelingen uit de richtlijn 26 4 Aanbevelingen 28 Geraadpleegde literatuur 29 B1 Itemlijst interview 30 B2 codelijst -Boom 33 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

6

7 Inleiding De NVPO, KWF Kankerbestrijding en het IKNL willen met de richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg' (2010; zie Geraadpleegde literatuur 4) bewerkstelligen dat bij alle volwassen patiënten met kanker die zorg ontvangen in een ziekenhuis op systematische wijze gesignaleerd wordt of er sprake is van (verhoogde) distress en bevorderen dat indien gewenst passende zorg wordt aangeboden. Vanuit de NPK-werkgroep Integratie psychosociale zorg is bij KWF Kankerbestrijding subsidie verkregen voor een vervolgtraject van deze richtlijn voor implementatie en evaluatie. Het traject beslaat de periode najaar 2009 tot medio Het vervolgtraject is opgezet met de volgende doelen: het creëren van draagvlak voor de aanbevelingen in de richtlijn; regionale ondersteuning bieden bij het implementeren van de aanbevelingen; de implementatiegraad van de richtlijn evalueren en het identificeren van goede ervaringen en barrières. De coördinatoren psychosociale zorg van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) 1 hebben, in samenwerking met de NVPO werkgroep Signalering, de uitvoerende rol in dit traject op zich genomen. Om de beschreven doelen te bereiken zijn vijf projectonderdelen uitgevoerd, namelijk: 1. Nulmeting: kwantitatieve evaluatie in de vorm van een digitale enquête om de stand van zaken rondom psychosociale zorg in ziekenhuizen voorafgaand aan de implementatie van de richtlijn in kaart te brengen (najaar 2009). Eindproduct van dit onderdeel is het rapport Enquête Signaleren Psychosociale Problematiek, resultaten nulmeting. 2. Regionale bijeenkomsten: bijeenkomsten om de richtlijn onder de aandacht te brengen en een start te maken met de implementatie (najaar 2009 tot voorjaar 2010). 3. Ondersteuning op maat: advisering in de individuele ziekenhuizen bij de implementatie van de aanbevelingen (doorlopend). 4. Tweede of vervolgmeting: kwantitatieve evaluatie in de vorm van een digitale enquête als vervolg op de nulmeting om de mate van implementatie van de richtlijn te meten (voorjaar 2011). Eindproduct van dit onderdeel is het rapport Signaleren Psychosociale Problematiek, resultaten vervolgenquête. 5. Diepte interviews: kwalitatief onderzoek in de vorm van diepte interviews om succes en faalfactoren bij de implementatie van de richtlijn naar boven te halen. Dit rapport 'Onderzoeksresultaten diepte interviews' beslaat het laatste onderdeel van het vervolgtraject: Diepte interviews om succes en faalfactoren bij de implementatie van de richtlijn naar boven te halen. Het rapport geeft antwoord op de vraag welke factoren bevorderend respectievelijk belemmerend werken bij het implementeren van psychosociale signalering in het algemeen en de richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg in het bijzonder. Daarnaast geeft het rapport een beeld over hoe de implementatie van de richtlijn en psychosociale signalering is ingebed in de reguliere zorg en geeft het inzicht in de ondersteuningsbehoeften van de ziekenhuizen. De conclusies van dit rapport leveren input op voor de toekomstige revisie van de richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg en het inzetten van verdere implementatiestrategieën. Het rapport bestaat uit de volgende vier hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk beschrijft de opzet van het onderzoek en de gehanteerde methodiek. Hoofdstuk twee geeft een beschrijving van de interviewresultaten die voortkomen uit de analyse. De conclusie van het onderzoek staat in hoofdstuk drie beschreven. Hoofdstuk vier biedt tot slot concrete aanbevelingen voor de revisie van de richtlijn en verdere implementatie. 1 Voorheen de Vereniging van Integrale Kankercentra,VIKC 5 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

8 Wanneer in dit rapport wordt gesproken over de richtlijn wordt de richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg' bedoeld. Ook kan in dit rapport het begrip 'signalering' staan, hiermee wordt bedoeld psychosociale signalering. 6 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

9 Samenvatting Het doel van dit onderzoek was te beschrijven welke factoren bevorderend of belemmerend werken bij - het implementeren van psychosociale signalering in het algemeen en - de richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg in het bijzonder. In deze notitie geven we u een korte samenvatting van de evaluatie van de implementatie van de richtlijn. De resultaten dienen als input voor de toekomstige revisie van de richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg en voor de inzet van verdere implementatiestrategieën. Signaleren 22% (zeventien ziekenhuizen) geeft aan bij alle oncologiepatiënten te signaleren. Structurele signalering vindt met name plaats bij borstkankerpatiënten en patiënten die chemotherapie ontvangen. Een meerderheid van de ziekenhuizen past ook bij de longkankerpatiënten psychosociale signalering toe. In ongeveer de helft van de ziekenhuizen doet men dit ook bij de hematologie- en gastroenterologiepatiënten. Signaleren van psychosociale zorgbehoefte gebeurt nog nauwelijks bij patiëntgroepen als gynaecologie, urologie, dermatologie, bot en weke delen, endocriene tumoren en neuro-oncologie. Signaleringsinstrument De meerderheid van de respondenten is tevreden over het gebruikersgemak, de toepasbaarheid, de structuur/houvast en het inzicht dat de signalering via de Lastmeter biedt. De tijdsinvestering en de geboden houvast bij verwijzing laten nog te wensen over. Momenten van signaleren Driekwart van de ziekenhuizen werkt met vaste meetmomenten. Conform de richtlijn vindt signalering veelal plaats in een vervolggesprek (na het slechtnieuwsgesprek) en bij de start van elke behandeling. Signaleren van psychosociale zorgbehoefte tijdens de controleperiode, bij het afsluiten van de controlefase en overdracht naar de eerste lijn is nog geen praktijk. Dossiervoering Bijna alle ziekenhuizen geven aan dat de signalering op enige wijze wordt opgenomen in het patiëntendossier. De manier van vastleggen is nog steeds zeer divers: in het medisch en/of verpleegkundig dossier, al dan niet digitaal. Afstemming tussen de verpleegkundige, psychosociale en medische zorg wordt zo belemmerd. Respondenten wensen een betere communicatie met de huisarts, het digitaal invullen van de Lastmeter en borgen van de resultaten van de Lastmeter. Multidisciplinair psychosociaal overleg De helft van de ziekenhuizen geeft aan een multidisciplinair psychosociaal overleg (MDO) te hebben. Bevorderende en belemmerende factoren bij implementatie psychosociale signalering De meeste ziekenhuizen beschikken over een visie en beleid op psychosociale signalering. Het is opvallend dat een meerderheid van de ziekenhuizen aangeeft dat er onvoldoende menskracht en financiering voor scholing beschikbaar is en dat er onvoldoende tijd en formatie van de gespecialiseerde psychosociale hulpverleners beschikbaar is om dit beleid uit te oefenen. Gespecialiseerde verpleegkundigen In de opstartfase worden voorlopers en kartrekkers door de respondenten belangrijk gevonden. In de praktijk blijkt dat het meer betrekken van verpleegkundigen voor verspreiding van het eigenaarschap kan zorgen. De aanwezigheid van een (coördinerend) oncologieverpleegkundige / verpleegkundig specialist wordt als cruciaal gezien bij de implementatie van psychosociale zorg op een afdeling. Gespecialiseerde psychosociale zorgverleners 7 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

10 De aanwezigheid van voldoende psychologen, maatschappelijk werkers en geestelijk verzorgers is als voorwaarde genoemd bij de doorverwijzing van patiënten die behoefte hebben aan extra ondersteuning. Een derde van de ziekenhuizen geeft aan intern onvoldoende beschikbaarheid van alle psychosociale disciplines te hebben. Ziekenhuizen ondervangen dit door te verwijzen naar de eerste lijn of eerstelijns hulpverleners in het ziekenhuis in te zetten. Het opzetten en up-to-date houden van een sociale kaart met externe verwijsmogelijkheden is door ziekenhuizen als toekomstig verbeterpunt genoemd. Andere sleutelfiguren en prikkels De oncologiecommissie, het afdelingsmanagement, de werkgroep, medisch specialisten en de directie respectievelijk de Raad van Bestuur zijn belangrijke sleutelfiguren als het gaat om draagvlak, klankbord, ruggespraak en het faciliteren van menskracht en financiën. Externe financiële prikkels van bijvoorbeeld een zorgverzekeraar, Pink Ribbon of IKNL stelden ziekenhuizen in staat extra formatie vrij te maken en de implementatie te versnellen. Tijd en formatie Beschikbare tijd en formatie voor de implementatie van psychosociale zorg is een frequent genoemde randvoorwaarde. Tegelijkertijd is dit ook de grootste belemmering die respondenten aangeven. Veelal is er geen extra formatie beschikbaar om de implementatie op te starten en zijn ziekenhuizen afhankelijk van enthousiaste kartrekkers per afdeling. Het afnemen van het signaleringsinstrument zelf hoeft volgens de meeste respondenten geen extra tijd te kosten, mits de signalering goed is ingebed in de bestaande structuur. Inbedding in de organisatie- en afdelingsstructuur Meer dan de helft van de ziekenhuizen ziet inbedding in zorgpaden als dé structuur om psychosociale signalering bij de verschillende tumorsoorten te implementeren. Verpleegkundige spreekuren op de poliklinieken worden gezien als bevorderende factor. Een afnamemoment kan hierin eenvoudig worden vastgelegd en verpleegkundigen zijn goed geschoold en structureel aanwezig. Afwezigheid van een verpleegkundig spreekuur op een afdeling ziet men als belemmerende factor omdat verpleegkundigen de meetmomenten dan zelf moeten creëren. Deskundigheidsbevordering en interne afstemming Scholing vindt men belangrijk om draagvlak en deskundigheid te creëren. Veel ziekenhuizen zetten scholing in bij de start van de implementatie. Ook het psychosociale multidisciplinaire overleg zien de respondenten als middel om van elkaars deskundigheid te leren. Hoewel dit overleg op lang niet voor alle patiëntengroepen en alle afdelingen is gerealiseerd, is de meerwaarde voor respondenten groot en de behoefte aan uitbereiding aanwezig. 8 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

11 1 Onderzoeksopzet Dit hoofdstuk beschrijft de opzet van het onderzoek met de vraagstelling, de onderzoeksgroep en de gehanteerde methodiek. 1.1 Vraagstelling van het onderzoek Het kwantitatieve onderzoek in de vorm van een nul- en vervolgmeting gehouden in de periode 2009 respectievelijk 2011 (zie Geraadpleegde literatuur 6) heeft inzicht gegeven in de stand van zaken over psychosociale signalering in de ziekenhuizen voorafgaand aan en een jaar na het uitkomen van de richtlijn. Het onderzoek laat onder meer zien dat systematisch signaleren van de psychosociale zorgbehoefte bij oncologiepatiënten in de ziekenhuizen een stijgende lijn vertoont. Wat maakt dat psychosociale signalering in sommige ziekenhuizen al succesvol is ingevoerd en geborgd en bij anderen dit in mindere mate of zelfs nog niet heeft plaatsgevonden? Hoe komt het dat er verschillen zijn tussen de ziekenhuizen bij de implementatie van de richtlijn en waardoor wordt dit veroorzaakt? Om antwoord te vinden op deze vragen en te weten te komen welke zogenaamde bevorderende en belemmerende factoren bij de implementatie van psychosociale signalering een rol spelen is kwalitatief onderzoek gedaan in de vorm van diepte interviews. De onderzoeksvraagstelling bevat twee deelvragen: - Welke factoren werken bevorderend dan wel belemmerend bij de implementatie van psychosociale signalering? - Waarom worden de specifieke aanbevelingen uit de richtlijn al dan niet opgevolgd? De antwoorden op deze onderzoeksvragen leveren informatie op over de praktijk van het implementeren van de richtlijn en psychosociale signalering, en specifiek op de inhoud en toepasbaarheid van de richtlijn in het werkveld. Bij de revisie van de richtlijn, drie jaar na verschijning (juni 2013), kan dit als uitgangspunt fungeren. Daarnaast geven de antwoorden voor beleidsmakers en ondersteuningsorganisaties inzicht in de behoeften die ziekenhuizen hebben bij het implementeren van psychosociale signalering. 1.2 Respondenten De vraagstelling is onderzocht in ziekenhuizen. De selectie van de ziekenhuizen is tot stand gekomen met behulp van de kwantitatieve onderzoeksgegevens uit de vervolgmeting (2011; zie Geraadpleegde literatuur 6). Om een goede afspiegeling van de ziekenhuizen te krijgen heeft de selectie plaatsgevonden op basis van: - gebruik signaleringsinstrument (Lastmeter volgens de richtlijn, Lastmeter met eigen aanpassingen, SIPP 2, geen instrument); - grootte van het ziekenhuis en het soort ziekenhuis; - stadium van implementatie van de richtlijn (voor opstart, beginnend of bij meer patiëntgroepen); - aanwezigheid van randvoorwaarden zoals genoemd in de richtlijn; - mate van tevredenheid over de implementatie; - verspreiding in het land verdeeld per regio/iknl-locatie. 2 Screening Inventory of Psychosocial Problems 9 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

12 Per IKNL-locatie zijn, afhankelijk van de grootte van de regio, twee of drie ziekenhuizen geselecteerd. IKNL-locatie Selectie aantal ziekenhuizen Amsterdam (IKA) 3 Leiden (IKW) 2 Rotterdam (IKR) 3 Maastricht (IKL) 2 Nijmegen (IKO) 2 Groningen/Enschede (IKNO) 3 Utrecht (IKMN) 2 IKZ (Eindhoven) 2 Totaal: 8 19 Tabel 1. Aantal geselecteerde ziekenhuizen per IKNL-locatie Door onvoorziene omstandigheden zijn twee ziekenhuizen (uit de regio Amsterdam en Nijmegen) afgevallen, waardoor in totaal zeventien ziekenhuizen hebben deelgenomen aan het onderzoek. De respondenten binnen de ziekenhuizen zijn geselecteerd door de coördinatoren psychosociale zorg per IKNL-locatie. Deze coördinatoren hebben de respondenten benaderd die een sleutelrol vervullen bij de implementatie van psychosociale signalering in het ziekenhuis en daarmee over de meeste informatie en ervaring beschikken ten aanzien van het implementatieproces. Vooraf is ingecalculeerd dat de functie van die persoon kan verschillen. Respondenten zijn vooraf mondeling en schriftelijk geïnformeerd over het doel en de werkwijze van de interviews. De meeste interviews zijn gehouden met één respondent, twee interviews zijn gehouden met twee respondenten. In de analyse wordt uitgegaan van het aantal ziekenhuizen ongeacht of er een of twee respondenten bij het interview betrokken waren. 1.3 Methodiek De diepte interviews vormen de dataverzameling voor de analyse. De interviews zijn afgenomen met behulp van een semigestructureerde vragenlijst, een zogenaamde itemlijst. Op basis van literatuur over implementatie van vernieuwingen in de gezondheidszorg (zie Geraadpleegde literatuur 1,2,3) en de richtlijn (zie Geraadpleegde literatuur 4) is deze itemlijst ontwikkeld. De itemlijst bestaat uit tien hoofditems, per hoofditem onderverdeeld in subitems. De hoofditems verwijzen naar de grote lijnen bij het proces van implementeren en hoofdonderwerpen die genoemd zijn in de richtlijn. De itemlijst is bedoeld als protocol zodat bij elk gesprek dezelfde onderwerpen aan de orde komen. In bijlage 1 is de itemlijst te vinden zoals deze is gebruikt. De interviews duurden gemiddelde één uur en vonden plaats op locatie van het betreffende ziekenhuis. De interviews zijn per regio afgenomen door de coördinatoren psychosociale zorg IKNL. De interviewers hebben voorafgaand een schriftelijke toelichting en mondeling uiteenzetting gekregen over de werkwijze en de itemlijst. Bij de afname van de interviews is gebruik gemaakt van opname apparatuur. De opgenomen interviews zijn letterlijk uitgetypt. Voor de data-analyse zijn de teksten van de interviews anoniem verwerkt. Aan de dataverzameling zijn op basis van de itemlijst vierendertig verschillende codes toegekend. Deze zogenaamde boomstructuur is in bijlage 2 bijgevoegd. De data-analyse heeft plaatsgevonden met behulp van het computerondersteunende kwalitatieve dataanalyse programma Kwalitan, versie 5.0 (zie Geraadpleegde literatuur 5). Alle segmenten met dezelfde code zijn bij elkaar geplaatst om de data te analyseren. Het levert informatie op over een bepaald onderwerp. Een zogenaamde codeboom binnen het data-analyseprogramma combineert en selecteert meerdere codes met elkaar. Uiteindelijk vormen de beschrijvingen tezamen het resultaat van de analyse. Het volgende hoofdstuk geeft de beschrijving van deze interviewresultaten weer. 10 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

13 2 Beschrijving interviewresultaten In dit hoofdstuk zijn per hoofdonderwerp van de itemlijst de interviewresultaten uit de data-analyse beschreven. Dit hoofdstuk is beschrijvend (en niet concluderend) van aard en geeft aan wat de respondenten per interviewvraag hebben geantwoord. 2.1 Inleidende vragen ten aanzien van de respondent Van de negentien respondenten uit de zeventien ziekenhuizen hebben elf respondenten een verpleegkundige achtergrond namelijk: verpleegkundig specialist oncologie (5), nurse practitioner (2), coördinerend oncologieverpleegkundige (2) en verpleegkundig consulent oncologie (2). Vier respondenten hebben een psychosociale achtergrond: drie klinisch psychologen en een geestelijk verzorger. De andere vier respondenten vallen in de categorie (project)management waaronder projectleiders, een floormanager en een afdelingshoofd psychosociale zorg. Naast verschillende functies hebben de respondenten ook verschillende taken binnen het ziekenhuis. In de dataverzameling hebben zestien respondenten deze taak aangegeven. Tien van deze zestien respondenten hebben meerdere taken naast de zorg voor patiënten, zoals: beleidstaken, protocolleren, scholing geven, onderzoek doen, coördinatie en projectwerkzaamheden. Drie van deze zestien respondenten voeren uitsluitend patiëntenzorg uit en eveneens drie respondenten houden zich alleen bezig met coördinerende taken zoals aansturen, faciliteren en projectwerkzaamheden. Binnen het implementatieproces van de richtlijn hebben elf respondenten naar eigen zeggen hierin een grote rol gehad. Zij noemen zichzelf: kartrekker, projectleider, aanjager of voortrekker. Hiervan zegt één respondent de kartrekkers te faciliteren, vier respondenten omschrijven hun rol als aansturend of coachend en één respondent beschrijft haar rol als "het implementeren van de richtlijn". De overige twee respondenten waren deelnemer aan de werkgroep die de richtlijn implementeert. 2.2 Geschiedenis/opstartfase Tijdens de interviews gaven zestien ziekenhuizen aan (al langere tijd) te zijn gestart met het implementeren van psychosociale signalering. Eén ziekenhuis bevindt zich in de voorbereidingsfase voor implementatie. Onderstaande tabel laat zien wanneer de zestien ziekenhuizen zijn gestart met signaleren. Niet Voor gespecificeerd Tabel 2 Jaartal start met psychosociale signalering en aantal ziekenhuizen De richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg is sinds juni 2010 definitief en was sinds het najaar van 2009 in conceptvorm beschikbaar. De richtlijn is voor drie van de zeventien ziekenhuizen de aanleiding geweest om te starten met signaleren. Twee ziekenhuizen gaven aan dat de richtlijn hier geen invloed op heeft gehad. De rol die de richtlijn in de overige ziekenhuizen heeft gehad, werd omschreven als een aanvulling op de acties die de ziekenhuizen al ondernomen hadden. Mogelijk heeft de richtlijn wel het laatste zetje in de goede richting gegeven. (respondent 12) Twee ziekenhuizen gaven aan gestart te zijn toen het IKNL een regiobijeenkomst over de richtlijn organiseerde. Andere aanleidingen die werden genoemd als aanleiding voor het starten van 11 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

14 psychosociale signalering waren: Zorgvernieuwingsgeld (41,2%) van Menzis, Pink Ribbon en het IKNL, het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (17,3 %). Andere aanleidingen waren: het Nationaal Programma Kankerbestrijding, de stimulans vanuit het IKNL en eigen acties zoals het opzetten van een oncologiecentrum. De 16 ziekenhuizen die daadwerkelijk aan signalering doen, zijn vrijwel allemaal gestart met een pilot op één tot vier afdelingen of bij bepaalde patiëntengroepen. De meest genoemden zijn: mammapoli (35,3 %), poli urologie (28,6 %), patiënten die chemotherapie ontvangen (23,5 %) en longkankerpatiënten (28,6 %). Daarnaast zijn in mindere mate aangegeven: patiënten met een colorectaalcarcinoom, afdeling interne geneeskunde, oncologie-unit en chirurgieafdeling. Als redenen om op deze afdelingen respectievelijk bij deze patiëntengroepen te beginnen zijn genoemd: er is oncologieverpleging aanwezig en het is logistiek in te passen in het zorgpad. Het ziekenhuis dat nog niet met psychosociale signalering is begonnen, is van plan te starten op de dagbehandeling oncologie bij patiënten die chemotherapie ontvangen. De respondenten die zichzelf als voortrekker zagen, noemden ook andere collega zorgverleners uit het ziekenhuis die eveneens betrokken zijn geweest bij de opstart van signalering. Genoemd zijn: verpleegkundig specialist oncologie, projectleiders oncologische zorg, verpleegkundigen uit de werkgroep oncologische zorg, uroloog, voorzitter van de oncologiecommissie, (klinisch) psycholoog, hematoloog, oncoloog en een psychiater. 2.3 Van de opstartfase naar de huidige stand van zaken In de interviews is gevraagd hoe de implementatie na de opstart is verlopen en wat bevorderend en belemmerend heeft gewerkt. Van de ziekenhuizen gaf 35,3% expliciet aan bezig te zijn de richtlijn respectievelijk de Lastmeter3 te implementeren op meerdere afdelingen. Twee ziekenhuizen gaven aan na de evaluatie van de pilotfase de patiëntgroepen te hebben versmald vanwege het ontbreken van sleutelfiguren waardoor een bredere verankering als onmogelijk werd gezien. Een ander ziekenhuis gaf aan dat verspreiding naar andere afdelingen een zodanige tijdinvestering vraagt die niet beschikbaar is. De keuze van de patiëntengroepen wordt ingegeven door diverse factoren. Genoemd worden: een opdracht vanuit de oncologiecommissie, afstudeerprojecten van nurse practitioners, gemotiveerde artsen, passend in zorgpaden en het aanwezig zijn van ervaren verpleegkundigen. Psychosociale signalering vindt met name plaats bij de grote tumorgroepen (mamma, long, urologie, gynaecologie en gastroenterologie), op de dagbehandeling en bij patiënten die behandeld worden met chemotherapie. Tien ziekenhuizen geven aan de richtlijn te koppelen of te willen koppelen aan de zorgpaden van de verschillende tumorsoorten. Het maken van specifieke afspraken per zorgtraject en met de geëigende sleutelfiguren zorgt voor een praktische toepasbaarheid. We gaan per zorgpad afspreken, we vragen de mensen die in die Lastmeter groep zitten met hun specialist of met de maatschap waarvoor ze werken vaste afspraken te maken over wanneer de Lastmeter wordt afgenomen (respondent 10). Belemmerende factoren Tijdens het proces van implementatie zijn de ziekenhuizen op een aantal belemmeringen gestuit. De belangrijkste belemmeringen die de ziekenhuizen aandragen zijn: tijd en geld, meetmomenten, verwijzing, dossiervoering, multidisciplinair overleg en organisatorische belemmeringen. Tijd en geld omdat de implementatie van de richtlijn naast de gewone werkzaamheden wordt gedaan. 3 Lastmeter en richtlijn wordt door de respondenten door elkaar gebruikt 12 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

15 Volgens de respondenten willen ziekenhuizen hier maar weinig in investeren. Ook bezuinigingen spelen hierbij een rol. Medisch specialisten staan vaak wel achter psychosociale signalering maar houden zich afzijdig vanwege de tijdsinvestering. (...) er veel meer moet in veel minder tijd en met veel minder mensen (respondent 7). Het afnemen van de Lastmeter en het gesprek met de patiënt vraagt tijd. In hoeverre dit extra tijd vraagt daar verschillen de respondenten in. Wel wordt aangegeven dat verpleegkundigen het zichzelf nog eigen moeten maken om de Lastmeter in te passen in de reguliere werkzaamheden. Vond het bij voorbaat erg lastig om te zorgen dat al die oncologiepatiënten zo n Lastmeter invullen. Je bent afhankelijk van het feit of de verpleegkundige er op een goede manier mee omgaat. Met name op de verpleegafdeling is het een probleem ( op de grote bulk oncologiepatiënten zijn dat er niet zo heel veel) en dat moet je wel steeds denken oh ja..het is niet een gangbare dagelijkse routine. (respondent 2) De meetmomenten is een ander probleem waar ziekenhuizen tegenaan lopen. Ze vinden het lastig te bepalen wanneer de meetmomenten ingepast moeten worden. Enkele ziekenhuizen geven aan dat wanneer bij ieder bezoek van de patiënt aan het ziekenhuis een Lastmeter wordt afgenomen er dan logistieke problemen zijn betreffende de inzetbaarheid van gespecialiseerde verpleegkundigen. Ja, dan houd je geen verpleegkundigen meer over voor het gewone werk. (respondent 11) Ook wordt aangegeven dat een ziekenhuis wel over een verpleegkundige beschikt die de psychosociale signaleringstaak op zich kan nemen maar dat deze beperkt aanwezig is. Daarnaast geven de ziekenhuizen die met zorgpaden werken aan dat de afspraken over meetmomenten goed in zorgpaden kan worden opgenomen. Opvallend is dat een aantal respondenten aangeeft hierdoor af te wijken van de aanbevelingen in de richtlijn. Bij verwijzing zijn ook enkele knelpunten genoemd. Zes ziekenhuizen geven aan dat in hun ziekenhuis geen psychosociale hulpverleners beschikbaar zijn in de organisatie. Vier van deze zes ziekenhuizen hebben problemen met het inzetten van een psycholoog wanneer dit nodig is. Redenen hiervoor zijn: de psycholoog is alleen klinisch inzetbaar, de afdeling psychologie is onderbemand en de psycholoog is wegbezuinigd. Twee ziekenhuizen gaven aan geen medisch maatschappelijk werk te hebben; deze discipline is vanwege de financiering respectievelijk bezuiniging verdwenen. Eén ziekenhuis gaf aan dat vanwege de beschikbare financiering er geen geestelijke verzorging op de poliklinieken kan worden ingezet. Ziekenhuizen die geen of beperkt psychosociale hulpverleners beschikbaar hebben, verwijzen soms naar externe psychosociale hulpverleners. We hebben dus psychologen van buiten moeten inhuren; eerstelijns psychologen die hier praktijk doen. Omdat er vanuit het vak medische psychologie zeg maar geen mensen zijn die dit stuk konden of wilden doen. (respondent 4) Een ziekenhuis geeft aan dat intern verwijzen wel laagdrempelig is maar dat extern verwijzen meer mogelijkheden biedt. Een knelpunt dat hierbij wordt genoemd is dat veel contacten nodig zijn met andere organisaties en deze markt wordt als lastig en ondoorzichtig gezien. Ziekenhuizen lieten weten dat een sociale kaart opzetten tijd en mankracht vraagt en dat het onduidelijk is wie dit op zich neemt. Dossiervoering en terugkoppeling van de resultaten op de Lastmeter is voor veel ziekenhuizen een 13 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

16 probleem. Ziekenhuizen gaven aan dat het handig zou zijn dat als de Lastmeter bij de ene hulpverlener in het traject is afgenomen, deze ook voor de volgende hulpverlener inzichtelijk is. Het is namelijk moeilijk communiceren en verschillen in het traject te evalueren wanneer de resultaten van de Lastmeter niet toegankelijk zijn. Dossiervoering en terugkoppeling tussen hulpverleners wordt zonder elektronisch dossier als lastig ervaren. (...) het mooiste zou zijn als de Lastmeter inzichtelijk zou zijn voor alle hulpverleners. Nu wordt de Lastmeter toegevoegd aan het medisch dossier waar de patiënt op dit moment is. Op het moment dat er een elektronisch patiënten dossier is wordt dit probleem al minder groot. (respondent 10) Terugkoppeling kan volgens één ziekenhuis vertraagd worden wanneer er geen psychosociaal multidisciplinair overleg (MDO) aanwezig is. Het ontbreken van een MDO wordt ook door andere ziekenhuizen als een belemmering gezien. Als er meer gezamenlijkheid is binnen psychosociale signalering en dit breed en multidisciplinair gedragen wordt binnen de organisatie, verloopt de implementatie soepeler. Enkele ziekenhuizen geven aan dat de Lastmeter door sommige patiënten als een belemmering wordt ervaren. Dit heeft betrekking op het aanbieden van de Lastmeter aan patiënten. Genoemde belemmeringen hierbij zijn: patiënten vinden het lastig om de lijst meerdere keren in te vullen, er zijn patiënten die geen behoefte hebben aan het invullen van de Lastmeter, en patiënten vullen de Lastmeter verkeerd in. Dat merk je bij patiënten van bijvoorbeeld urologie, die talen er niet naar (respondent 2) Als de patiënt geen hulp wil dan wil hij geen hulp. En daarom moet je de patiënt ook niet betuttelen of overvoeren met Lastmeters... (respondent 10) Eén ziekenhuis nuanceert dit. Deze respondent geeft aan dat dit soort belemmeringen meer eigen beperkingen zijn van de verpleegkundige; de patiënt vult over het algemeen in wat je als verpleegkundige aanreikt. Dus wanneer je als verpleegkundige het goed weet over te brengen wat er van de patiënt wordt verwacht, zullen er minder belemmeringen bij de patiënt naar voren komen." Het belang van scholing zou in dezen een oplossing bieden. De respondenten zien dit wel in maar geven aan dat dit door andere hulpverleners niet altijd zo wordt gezien. Twee ziekenhuizen merkten op dat vanuit de verpleegkundigen er geen behoefte was aan scholing en twee anderen ziekenhuizen hadden klachten over de lage opkomst bij een interne scholing over de Lastmeter. En een ziekenhuis gaf aan dat er in eerste instantie geen scholing was ingezet maar na verloop van tijd bleek dat de kennis van de verpleegkundigen toch onvoldoende was. Bevorderende factoren Ziekenhuizen hebben ook factoren aangegeven die bevorderend hebben gewerkt bij de implementatie van psychosociale signalering. Genoemd zijn: creëren van draagvlak, aanwezigheid van verpleegkundigen, dossiervoering, en hulp van externe organisaties. Draagvlak creëren vindt plaats door enthousiaste kartrekkers op een afdeling, door scholing aan medewerkers en door het opzetten van een werkgroep met verschillende disciplines. De ziekenhuizen geven daarnaast aan het belangrijk te vinden dat de directie en de oncologiecommissie achter psychosociale signalering staan. Wanneer de Raad van Bestuur en de oncologiecommissie officieel goedkeuring geeft, is er meer draagvlak en de kans op een succesvolle implementatie groter. 14 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

17 Je moet de oncologiecommissie mee hebben. Uh, die moet het belangrijk vinden en ondersteunen. Dat levert op dat je kan teruggrijpen. En ook dat je het uniform kan invoeren in je hele ziekenhuis. (respondent 16) De ziekenhuizen gaven daarnaast aan dat wanneer op de afdelingen verpleegkundigen aanwezig zijn die zich inzetten voor het signaleren van psychosociale zorgbehoeften, de implementatie van psychosociale signalering daar goed verloopt. Verpleegkundigen met de specifieke taak om psychosociale signalering in goede banen te leiden bevordert de logistiek en de communicatie. Het zelf mogen verwijzen draagt daar tevens aan bij. Het feit dat wij regieverpleegkundigen hebben heeft natuurlijk een enorm verschil gemaakt. (respondent 2) De ziekenhuizen die met een intern elektronisch patiëntendossier werken gaven aan dat dit erg bevorderend heeft gewerkt bij de implementatie van de richtlijn. We begonnen eigenlijk al heel snel met het elektronisch patiëntendossier, een klinisch dossier dat de patiënt altijd in het kielzog mee neemt waar je ook komt Ja dat maakt het qua communicatie wel een stuk makkelijker in ieder geval." (respondent 15) Externe organisaties kunnen ook bijdragen aan het implementeren van de richtlijn. Pink Ribbon en Menzis zijn een aantal keer genoemd als belangrijke externe financieringsbron. Hierbij werd ook het IKNL genoemd. Het organiseren van bijeenkomsten en symposia door het IKNL over de richtlijn werden tevens zeer gewaardeerd. Ziekenhuizen gaven aan het prettig te vinden dat tijdens deze bijeenkomsten er aandacht was voor het uitwisselen van tips tussen de ziekenhuizen onderling. Bovendien konden ze zich uiten over knelpunten die zij ervaren bij de implementatie. Dit omdat ze zich allen in dezelfde positie bevonden. dat het goed is om dit met je collega s ook gewoon te delen en elkaar te helpen en soms een bevestiging van oké iedereen loopt tegen hetzelfde aan als waar wij ook mee worstelen. Dat vind ik van dit soort bijeenkomsten altijd wel, dat het gewoon inspireert omdat je soms met elkaar zwoegt over hetzelfde... (respondent 8) Het rapport Zorgketen voor kankerpatiënten moet verbeteren van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (2009) werd ook in dit kader aangedragen als bevorderende factor. ook een onderzoeksrapport van de inspectie waarin aandacht wordt besteed aan het feit dat er te weinig aandacht is voor psychosociale zorg. Ja, en dat is natuurlijk ondersteunend voor ons vak omdat je je daarmee heel serieus genomen voelt. (respondent 14) 2.4 Huidige situatie ten opzichte van de aanbevelingen uit de richtlijn In de interviews is gevraagd in hoeverre de aanbevelingen uit de richtlijn overeenkomen met de huidige situatie in het ziekenhuis. Ook is gevraagd hoe de ziekenhuizen de inhoud en uitvoerbaarheid van de richtlijn met de aanbevelingen waarderen. De invloed die de richtlijn in het algemeen heeft gehad, wordt aangegeven als hulpmiddel en richtinggevend om psychosociale signalering op te starten of de bestaande werkwijze te evalueren of aan 15 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

18 te passen. Ook wordt de richtlijn als pressiemiddel richting het management gezien. Eén ziekenhuis geeft aan dat een verpleegkundig spreekuur hieruit is voortgekomen. Het merendeel van de ziekenhuizen, 76% ziet de aanbevelingen uit de richtlijn als uitgangspunt bij de uitvoering van psychosociale signalering. Het feit dat de richtlijn structuur biedt en handvatten geeft en het meetinstrument landelijk aanvaard is, zijn argumenten om met de richtlijn te werken. Het inplannen in het zorgtraject dat de patiënt in het ziekenhuis doorloopt, bepaalt echter de uiteindelijke invulling. En die drie maanden, ja de ene keer hanteren we dat wel en een andere keer helemaal niet, dan kunnen we er niet mee uit de voeten. Maar het is wel een richtlijn geweest waarop we in eerste instantie zijn ingegaan. (respondent 1) in sommige patiëntengroepen is het niet haalbaar maar dan hebben we zelf een creatieve oplossing bedacht, want wij gebruiken dit wel als richtlijn en niet als vaststaande regel. (respondent 2). Hoewel ziekenhuizen aangaven psychosociale signalering bij zoveel mogelijk volwassen oncologiepatiënten te willen toepassen, bleek dit voor sommige patiëntengroepen om logistieke of inhoudelijke redenen in de praktijk niet haalbaar. Redenen hiervoor zijn: in het zorgproces zoals het nu is geregeld zien sommige patiëntengroepen in het gehele traject geen verpleegkundige; of individuele zorgtrajecten per patiënt gaan dwars door afdelingen en poliklinieken heen waardoor er geen verpleegkundig aanspreekpunt te realiseren is en niet behandelbare patiënten worden gemist. Twee ziekenhuizen trekken in twijfel of het haalbaar is de Lastmeter af te nemen bij neurologische patiënten die vanwege de behandeling kampen met cognitieve problemen. Uit de dataverzameling blijkt dat alle zeventien ziekenhuizen poliklinisch aan psychosociale signalering doen. Twee ziekenhuizen gaven aan te hebben gekozen voor alleen poliklinisch omdat zij de klinische setting niet de meest ideale setting vinden. Eén ziekenhuis merkte op dit expliciet niet te doen omdat zij van mening zijn dat de Lastmeter poliklinisch niet gevalideerd is. We hebben eigenlijk gezegd klinisch afnemen van de Lastmeter is volgens mij, volgens ons, niet het goede moment om de Lastmeter af te nemen omdat als een patiënt klinisch bijvoorbeeld wordt opgenomen vanwege een ok, dan gaat dat al gepaard met heel veel stress. (..) dan heb je natuurlijk al het risico dat je hoger scoort. ( ) maar is dat een reële meting? (respondent 10) Twee ziekenhuizen noemen de doelgroep naasten (partner/kinderen) als aanvulling op de bestaande patiëntengroepen in de richtlijn om te screenen op behoefte aan psychosociale zorg. Gebruik Lastmeter De Lastmeter, als signaleringsinstrument, wordt door vijftien van de zeventien ziekenhuizen gebruikt. Twee ziekenhuizen werken met het signaleringsinstrument SIPP omdat ze wilden aansluiten bij de andere ziekenhuizen in de regio en de ervaringen in die andere ziekenhuizen heel positief waren. Redenen voor de vijftien ziekenhuizen die met de Lastmeter werken en hier voor kiezen zijn: het instrument is gevalideerd, landelijk en patiënt- en gebruiksvriendelijk. het wordt gevalideerd en ja..dan heb je zoiets van dat is wel een goed instrument. Het zag er ook gebruiksvriendelijk uit. Dat zijn natuurlijk wel dingen die je moet ervaren in de praktijk. Maar het is overzichtelijk, makkelijk en het geeft handvatten om met de juiste onderwerpen in gesprek te gaan met de patiënt. (respondent 3) 16 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

19 De ziekenhuizen die met de Lastmeter werken passen deze soms aan naar hun eigen behoefte. Zo heeft één ziekenhuis een aantal vragen over seksualiteit toegevoegd. Eén ziekenhuis heeft een vermoeidheidsvragenlijst bijgevoegd, en een ander ziekenhuis wil levensbeschouwende vragenlijsten toevoegen. In één ziekenhuis kunnen patiënten op de Lastmeter zelf aankruisen welke verwijsmogelijkheid ze wensen. En één ziekenhuis geeft aan een aantal lichamelijke problemen van de lijst te schrappen omdat die psychosociaal gezien geen effect zouden hebben. Twee ziekenhuizen geven als aanbeveling aan om onderzoek te doen naar het effect van de Lastmeter. De richtlijn geeft aan dat op basis van de ingevulde Lastmeter een gesprek met de patiënt dient plaats te vinden. De ziekenhuizen beamen het belang van deze aanbeveling. De Lastmeter wordt duidelijk niet als doel gezien maar als middel om in gesprek te kunnen gaan met de patiënt. Maar het is met name een tool en het is geen doel op zich. Ik bedoel het doel op zich is in gesprek komen met de patiënt. (respondent 16) Enkele ziekenhuizen sturen de Lastmeter op en nemen telefonisch contact op met de patiënt op basis van de score op de Lastmeter. Meetmomenten Vrijwel alle ziekenhuizen gaven aan dat ze het moeilijk vonden om het aantal meetmomenten te bepalen en deze in te passen in het behandeltraject. Ziekenhuizen zijn eenduidig dat bij de meetmomenten zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met de behoefte van de patiënt en met de trajecten van specifieke patiëntengroepen in plaats van star de richtlijn te volgen. De frequentie van één keer per drie maanden wordt niet in alle patiënttrajecten als passend ervaren. Zo werd door een ziekenhuis als voorbeeld genoemd dat wanneer tussen de chemotherapie en het vervolgconsult vier maanden zitten deze periode wordt aangehouden voor een vervolgmeting. Een ander ziekenhuis geeft aan dat de Lastmeter bij longkankerpatiënten elke drie weken wordt afgenomen omdat de behandeling palliatief is en de kans op verslechtering groot..niet zo strak vasthouden maar kijken naar het proces van de patiënt.( ) Want het gaat natuurlijk om de patiënt en die moet niet het gevoel hebben dat die alleen maar lijstjes moet invullen, dat is niet de bedoeling het is een hulpmiddel. (respondent 2). Verwijzing en dossiervoering De richtlijn adviseert een afkappunt voor verwijzing. De meeste ziekenhuizen houden meer rekening met de behoefte van de patiënt dan met de score hoger dan vijf. Van de zeventien ziekenhuizen geeft 18,8% expliciet aan verwijsbeleid te hebben dat is aangepast naar de eigen organisatie. wij houden ons wel meer vast moet ik zeggen aan de vraag of de patiënt zou willen spreken met ja, nee of misschien ( ). Wij zeggen niet dat de richtlijn zegt boven 5 moet het en dat we het dan dus doen (respondent 13) De richtlijn schrijft voor om de scores op de Lastmeter en het beloop op te nemen in een dossier dat toegankelijk is voor alle behandelaars. Van de zeventien ziekenhuizen heeft 29,4% een elektronisch dossier in de vorm van een intern digitaal programma waardoor betrokken disciplines inzicht hebben in de uitslag en het beloop. Daarnaast geeft 23,5% van de zeventien ziekenhuizen aan wel met een elektronisch patiëntendossier te willen werken maar dat dit nog niet (ziekenhuisbreed) operationeel is. 17 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

20 2.5 Sleutelfiguren en draagvlak Tijdens de interviews is expliciet gevraagd welke personen of disciplines de respondenten als sleutelfiguren zagen bij de implementatie van de richtlijn. Hieronder volgt een beschrijving van de genoemde personen en disciplines. Verpleegkundigen worden door het merendeel van de respondenten genoemd als belangrijke sleutelfiguur. Van de respondenten gaf 88,2% aan dat verschillende soorten verpleegkundigen onder de sleutelfiguren vallen. Hun rol in het implementatieproces wordt vooral benoemd als uitvoerend en kartrekkend. Ook worden zij als de personen op de werkvloer gezien die draagvlak creëren. Verpleegkundigen zijn volgens respondenten de aangewezen personen voor vroegsignalering. Zij zijn belangrijk bij zowel de implementatie als uitvoering. Artsen of medisch specialisten worden door 23,5% van de zeventien ziekenhuizen genoemd als sleutelfiguur. De rol die zij hebben bij de implementatie is ondersteuning bieden en anderen beïnvloeden. Van de zeventien ziekenhuizen geeft ook 23,5% aan dat de arts of medisch specialist niet bereid is om met de Lastmeter te werken; daarbij merkte één respondent op dat ze slecht benaderbaar zijn. Hoewel respondenten het belangrijk vinden dat de specialisten achter de Lastmeter staan, geven de specialisten volgens de respondenten aan geen tijd te hebben zich in de Lastmeter te verdiepen of zich ermee bezig te houden. De psycholoog wordt door 58,8% van de zeventien ziekenhuizen genoemd als sleutelfiguur. Een reden hiervoor is dat de psycholoog vaak de belangrijkste psychosociale hulpverlener in het ziekenhuis is waarnaar men kan verwijzen. De psycholoog is belangrijk om richting te geven aan het proces en wordt vaak ingezet voor deskundigheidsbevordering. Een werkgroep om de implementatie van de richtlijn binnen het ziekenhuis te stroomlijnen werd acht keer genoemd als belangrijk orgaan. Deze werkgroepen zijn meestal bepalend voor de grote beleidslijnen rondom signalering en het presenteren van beleidsvoorstellen naar hogere lagen in de organisatie en vertalen de richtlijn naar de werksituatie op afdelingsniveau. De werkgroepen zijn van belang tijdens de opstart, invoering en borging. De samenstelling van de werkgroepen varieert van een kleine groep enthousiastelingen of een verpleegkundige werkgroep tot een brede multidisciplinaire werkgroep met vertegenwoordiging van een manager, psycholoog, oncoloog en de oncologieverpleegkundigen van betrokken afdelingen. Je merkt gewoon dat als mensen kunnen meedenken over een bepaald proces, dat je dan meer draagvlak creëert. Het betrekken van diverse disciplines in zo n werkgroep is denk ik wel heel essentieel. (..)Voor het uitvoeren van het proces maar ook bij het uitdragen naar hun achterban (respondent 4) Van de zeventien ziekenhuizen benoemde 58,8 % de oncologiecommissie als het orgaan als het gaat om ondersteuning en commitment van de richtlijn. Als taken van de oncologiecommissie werden genoemd: het geven goedkeuring voor het opstarten, belangrijk voor het geven van feedback, bepalen van de haalbaarheid binnen het ziekenhuis en kunnen druk uitoefenen op andere specialisten. De oncologiecommissie is vooral belangrijk tijdens de opstartfase en evaluatie van de richtlijn. Het management werd door 52,9 % van de ziekenhuizen genoemd. Dit is geëxpliceerd naar zorgmanager, unitmanager, (medisch) manager en afdelingsmanager. Ruim een derde van de ziekenhuizen noemde de afdelingsmanager als belangrijk bij het faciliteren van de randvoorwaarden. Zij zien de inhoudelijke 18 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

21 meerwaarde van psychosociale signalering, hebben de bevoegdheid om medewerkers te laten participeren in werkgroepen en kunnen budget beschikbaar stellen. (..) de afdelingsmanagers moeten ook wel toestaan dat hun medewerkers... tijd spenderen aan het afnemen van de signaleringslijst (.) er zijn ook wel afdelingsmanagers die zeggen van goh we zijn al heel lang op zoek om die psychosociale zorg wat beter op de kaart te zetten. Het is mooi dat er ook een scholing komt. Dus het wordt ook wel heel goed ontvangen... (respondent 7) De directie respectievelijk de Raad van Bestuur werd drie keer genoemd als orgaan. Twee van deze drie ziekenhuizen gaven aan de directie nodig te hebben gehad als steun. De Raad van Bestuur werd één keer genoemd. Daarnaast werd nog een beleidsmedewerker aangegeven. Als externe organisatie werd het IKNL door drie ziekenhuizen genoemd in de rol van aanjager bij het implementatietraject. Zij hebben gefungeerd als aandrager van informatie, projectmatige tools en boden financiële steun. 2.6 Randvoorwaarden Aan de ziekenhuizen is gevraagd welke randvoorwaarden vanuit de organisatie nodig zijn om psychosociale signalering goed vorm te geven. Door de interviewers is hierbij een aantal randvoorwaarden aangedragen. Daarnaast hebben de ziekenhuizen zelf ook enkele randvoorwaarden naar voren gebracht. Tevens is gevraagd in welke mate ze zijn gerealiseerd en welk effect dit heeft gehad op het resultaat. Vrijwel alle ziekenhuizen gaven aan een flinke tijdsinvestering te hebben gedaan om de richtlijn te implementeren. De grootste tijdinvestering zat in het oprichten van een werkgroep, het participeren daarin, het schrijven van een implementatieplan en het scholen van personeel. Twee ziekenhuizen gaven aan dat wanneer de Lastmeter is ingebed in de structuur, het verder geen extra tijd en mankracht hoeft te kosten om de Lastmeter af te nemen. Volgens enkelen biedt de huidige formatie echter te weinig tijd voor het afnemen van de Lastmeter. Enkele ziekenhuizen vrezen dat bij een bezuiniging vooral dit soort projecten zullen wegvallen. Ziekenhuizen noemden sleutelfiguren als belangrijke randvoorwaarde voor de implementatie van de richtlijn. Aangegeven werd dat motivators nodig zijn om collega s enthousiast te maken en met de implementatie aan de slag te gaan en te zorgen dat de afdeling daarin mee gaat. Vaak werd gesproken over verpleegkundig specialisten of oncologieverpleegkundigen die kennis hebben van het oncologiewerkveld en van de richtlijn zelf. Het scholen van verpleegkundigen is in vrijwel alle ziekenhuizen gerealiseerd om de richtlijn te implementeren. Eén ziekenhuis opperde de scholing verplicht te maken om de opkomst te verhogen en daarmee de deskundigheid binnen de organisatie. Een ander ziekenhuis ziet het belang in van een terugkomdag om zo dieper op het onderwerp in te gaan. Echter één ziekenhuis gaf aan dat het scholen geen effect heeft gehad op de implementatie van de richtlijn omdat deze te basaal was en het niveau te laag voor de verpleegkundigen. Van de zeventien ziekenhuizen heeft 71,6% een MDO gericht op de psychosociale zorg. Aangegeven werd dat met name op poliklinieken en verpleegafdelingen met oncologische patiënten dit overleg is ingevoerd. Vooral verpleegkundige en psychosociale disciplines zijn daarbij aanwezig. Twee ziekenhuizen gaven aan dat het een utopie is om een integraal MDO te hebben met zowel medici als psychosociale 19 Evaluatierapport implementatie richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg Onderzoeksresultaten diepte interviews September 2011

Signaleren Psychosociale Problematiek Resultaten Vervolgenquête

Signaleren Psychosociale Problematiek Resultaten Vervolgenquête Signaleren Psychosociale Problematiek Resultaten Vervolgenquête Maart 2011 Colofon Dit rapport is tot stand gekomen met financiering van KWF Kankerbestrijding met medewerking van het Nationaal Programma

Nadere informatie

Implementatie van Samen Beslissen

Implementatie van Samen Beslissen Implementatie van Samen Beslissen Successen en uitdagingen Drs. Hoda Al-Itejawi, arts-onderzoeker VU Medisch Centrum Overzicht Implementatie-studie Implementatiegraad Evaluatie en gebruik van de keuzehulp

Nadere informatie

Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 10 minuten. Uw gegevens worden anoniem verwerkt.

Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 10 minuten. Uw gegevens worden anoniem verwerkt. Inleiding IKNL geeft op basis van de oncologische richtlijnen en normen formats zorgpaden, stroomschema s en evaluatielijsten uit van de meest voorkomende tumorsoorten: mammacarcinoom, melanoom, colorectaalcarcinoom,

Nadere informatie

Verdiepingsvariant Training 'Psychosociale problemen signaleren'

Verdiepingsvariant Training 'Psychosociale problemen signaleren' Verdiepingsvariant Training 'Psychosociale problemen signaleren' Anke van de Vegte, coördinator Deskundigheidsbevordering IKNL, locatie Rotterdam Tot stand gekomen in samenwerking met: - Mieke Groen, klinisch

Nadere informatie

PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling ondervoeding in revalidatiecentra

PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling ondervoeding in revalidatiecentra PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling in revalidatiecentra Voorbeeldversie A. Inleiding en deelnemende afdelingen Inleiding Ondervoeding is sinds 2010 een prestatie indicator voor de revalidatiecentra.

Nadere informatie

Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom. Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam

Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom. Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam Inhoud presentatie Wat is visitatie? Waarom tumorspecifieke visitatie?

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

Psychosociale oncologische zorg. Afstemming en communicatie tussen eerste- en tweedelijn

Psychosociale oncologische zorg. Afstemming en communicatie tussen eerste- en tweedelijn Psychosociale oncologische zorg Afstemming en communicatie tussen eerste- en tweedelijn Psychosociale oncologische zorg binnen het st. Anna Ziekenhuis en de eerste lijn Input huidig procesverloop: Doorlopen

Nadere informatie

O n c o l o g i s c h e f o l l o w - u p : k w a l i t e i t e n d o e l m a t i g h e i d g a a n h a n d i n h a n d

O n c o l o g i s c h e f o l l o w - u p : k w a l i t e i t e n d o e l m a t i g h e i d g a a n h a n d i n h a n d O n c o l o g i s c h e f o l l o w - u p : k w a l i t e i t e n d o e l m a t i g h e i d g a a n h a n d i n h a n d P I C A, 1 2 n o v e m b e r 2015 1 D i s c l o s u r e b e l a n g e n s p r e k

Nadere informatie

Lessons learned: pilot Dapper App

Lessons learned: pilot Dapper App Naam Afzender De ontwikkeling van een app ter ondersteuning van zelfmanagement van het kind met overgewicht en obesitas en zijn gezin Auteur: Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wat is Dapper? 4 2.1 Waarom een app

Nadere informatie

Toekomst en ontwikkelingen Tips voor hulpverleners

Toekomst en ontwikkelingen Tips voor hulpverleners Toekomst en ontwikkelingen Tips voor hulpverleners Hetty Muller Gespecialiseerd oncologieverpleegkundige Interne Oncologie Disclosure: Er is geen sprake van belangenverstrengeling. 6/3/14 1 Inleiding Ik

Nadere informatie

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014 Samenvatting Onderzoeksrapport 2014 Monitoring en evaluatie Cultuureducatie met Kwaliteit Drenthe door Zoë Zernitz, Rijksuniversiteit Groningen In 2012 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Goede kankerzorg is meer dan een medische behandeling

Goede kankerzorg is meer dan een medische behandeling Goede kankerzorg is meer dan een medische behandeling DEZE RAPPORTAGE IS AANGEPAST OP 16 JULI 2018 Als kankerpatiëntenorganisaties vinden wij dat ziekenhuizen aan specifieke randvoorwaarden moeten voldoen

Nadere informatie

Het Palliatief Advies Team. De verpleegkundig specialist centraal en transmuraal 1 september 2015

Het Palliatief Advies Team. De verpleegkundig specialist centraal en transmuraal 1 september 2015 Het Palliatief Advies Team De verpleegkundig specialist centraal en transmuraal 1 september 2015 2011 nieuw ziekenhuis en starten PAT Waarom? Hoe? Met wie? Waarom een PAT Stervensfase in het ziekenhuis

Nadere informatie

Jaarverslag 2013 Stichting Geriatrische Oncologie Nederland December 2013

Jaarverslag 2013 Stichting Geriatrische Oncologie Nederland December 2013 Jaarverslag 2013 Stichting Geriatrische Oncologie Nederland December 2013 Auteursrechten voorbehouden 1 Periode Jaarverslag Dit jaarverslag beslaat de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013.

Nadere informatie

Palliatieve zorg in de eerste lijn

Palliatieve zorg in de eerste lijn Palliatieve zorg in de eerste lijn Resultaten van een landelijke behoefte-inventarisatie onder zorgverleners, patiënten en naasten en de rol van PaTz hierbij. Ian Koper Roeline Pasman Bart Schweitzer Bregje

Nadere informatie

Pilot Ondersteuning bij zelfregie

Pilot Ondersteuning bij zelfregie Pilot Ondersteuning bij zelfregie Achtergrond proces methodiek gespreksmodel Pilot voor zorgpaden long, mamma, colon & prostaat Inhoud presentatie Achtergrondinformatie zorg voor kankerpatiënten in Nederland

Nadere informatie

Implementatie nazorgplan in de oncologie

Implementatie nazorgplan in de oncologie Implementatie nazorgplan in de oncologie Workshop 20 maart 2015 I Ankie Krol, verpleegkundig specialist Meander MC en Saskia Lunter, projectmedewerker IKNL Programma Wat is een nazorgplan? Hoe implementeer

Nadere informatie

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie ) De Veranderplanner Wanneer een zorgorganisatie een verandering invoert zijn er veel factoren die het succes van deze verandering bepalen. Dit instrument, de veranderplanner, is gemaakt om voorafgaand aan

Nadere informatie

Casemanagement bij kankerpatiënten

Casemanagement bij kankerpatiënten Casemanagement bij kankerpatiënten Marieke Schreuder-Cats V&VN Oncologie Procesmanager projectteam 24 januari 2012 Aanleiding» Tekortkomingen in de ketenzorg: zorg te gefragmenteerd» Oncologische keten

Nadere informatie

Startnotitie Amsterdams Netwerk Oncologische Zorg in de eerste lijn

Startnotitie Amsterdams Netwerk Oncologische Zorg in de eerste lijn Startnotitie Amsterdams Netwerk Oncologische Zorg in de eerste lijn Inleiding Sinds 2017 is een groep van zorgverleners vanuit de fysiotherapie, ergotherapie, diëtetiek en psychologie bezig met het oprichten

Nadere informatie

PROJECTPLAN MONDZORG IS HOOFDZAAK dd 30 maart 2011

PROJECTPLAN MONDZORG IS HOOFDZAAK dd 30 maart 2011 PROJECTPLAN MONDZORG IS HOOFDZAAK dd 30 maart 2011 A. Inleiding en deelnemende locaties en/of afdelingen Inleiding Aanleiding project Uit onderzoek in 2002 is gebleken dat de mondhygiënische zorg van verpleeghuisbewoners

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

Beleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis

Beleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis 28 juni 2010 Status definitief Referentie cb 1/7 Auteur(s) Drs. M.B.L. Leys Dhr. E.M. Reijerink Beleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis Stichting Maasstad Ziekenhuis Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK COPANETWERKEN IN ZIEKENHUIZEN

RAPPORTAGE ONDERZOEK COPANETWERKEN IN ZIEKENHUIZEN RAPPORTAGE ONDERZOEK COPANETWERKEN IN ZIEKENHUIZEN Maris patiëntgericht communiceren, december 2010 1. Maris patiëntgericht communiceren, 2010 Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar

Nadere informatie

Richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg : revisie 2017

Richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg : revisie 2017 186 Richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg : revisie 2017 Guideline Screening for psychosocial distress : revision 2017 dr. J.E.H.M. Hoekstra-Weebers 1 en dr. M.J. Velthuis 2, namens de werkgroep

Nadere informatie

In 10 stappen van project naar effect!

In 10 stappen van project naar effect! In 10 stappen van project naar effect! een handleiding voor slim zorgen > Betrek de belangrijke sleutelpersonen > Stel projectteam samen & kies pilotteams > Screen de huidige situatie > Organiseer een

Nadere informatie

Zorgpaden: wat, waarom en hoe

Zorgpaden: wat, waarom en hoe V i a B e e l d K o p t e k s t 1 1 8 oktober 2014 Zorgpaden: wat, waarom en hoe Jolanda van Hoeve, adviseur IKNL Wat zijn zorgpaden? Zorgpaden: terminologie Termen: zorgpaden, zorgstraten, zorgprogramma

Nadere informatie

STARTNOTITIE AMSTERDAMS NETWERK ONCOLOGISCHE ZORG IN DE EERSTE LIJN

STARTNOTITIE AMSTERDAMS NETWERK ONCOLOGISCHE ZORG IN DE EERSTE LIJN STARTNOTITIE AMSTERDAMS NETWERK ONCOLOGISCHE ZORG IN DE EERSTE LIJN Missie & visie Het Amsterdams Netwerk Oncologische Zorg (ANOZ) heeft de volgende visie: Patiënten met kanker krijgen een zo optimaal

Nadere informatie

SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN

SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN een onderzoek naar de ontwikkeling en implementatie van het Zorgprogramma Palliatieve Eerstelijnszorg in de deelgemeente Rotterdam Kralingen - Crooswijk

Nadere informatie

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM HET BELANG VAN ONZE HANDEN Het is wellicht iets waar niemand iedere dag bij stilstaat, maar onze handen zijn erg belangrijk. Zonder handen zouden we dagelijkse klusjes onmogelijk kunnen uitvoeren en zou

Nadere informatie

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter)

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter) Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter) De diagnose kanker kan grote impact op u en uw naaste(n) hebben. De ziekte en de behandeling kunnen niet alleen lichamelijke klachten met zich meebrengen,

Nadere informatie

Post-hbo opleiding psychosociale zorg door oncologieverpleegkundigen

Post-hbo opleiding psychosociale zorg door oncologieverpleegkundigen mensenkennis Ik heb ruime ervaring, maar door deze opleiding heb ik me gerealiseerd dat de zorg voor de patiënt beter kan. Post-hbo opleiding psychosociale zorg door oncologieverpleegkundigen Psychosociale

Nadere informatie

De zorg is onze passie, verbeteren ons vak. Productive Ward

De zorg is onze passie, verbeteren ons vak. Productive Ward Productive Ward Verbeter de kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid van uw zorg door reductie van verspilling Brochure Productive Ward CBO 2012 CBO, Postbus 20064, 3502 LB UTRECHT Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Nazorg bij kanker; de rol van de eerste lijn. Hans Nortier 24-01-2013

Nazorg bij kanker; de rol van de eerste lijn. Hans Nortier 24-01-2013 Nazorg bij kanker; de rol van de eerste lijn Hans Nortier Nazorg Nazorg is een essentieel onderdeel van individuele patiëntenzorg na behandeling voor kanker Nazorg behelst voorlichting, begeleiding, ingaan

Nadere informatie

Professionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015

Professionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015 Professionele ruimte - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn Den Haag Mei 2015 Mei 2015 Inhoud Inleiding... 3 Algemene gegevens... 4 Richtlijnen... 6 Reflectie... 8 Conclusies... 10 2 Inleiding

Nadere informatie

Workshop Positieve gezondheid en geluk Co-productie institute for Positive Health (iph) en HKN huisartsen

Workshop Positieve gezondheid en geluk Co-productie institute for Positive Health (iph) en HKN huisartsen Workshop Positieve gezondheid en geluk Co-productie institute for Positive Health (iph) en HKN huisartsen Ellen van Steekelenburg, Femke Beelen, 5 oktober 2017 Onze bijdrage in grote lijnen: Positieve

Nadere informatie

De anti-emeticabox. Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam

De anti-emeticabox. Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam De anti-emeticabox Geïnspireerd door: Janny Salomé Nurse practitioner oncologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam Achtergrond De patiënten signaleren problemen t.a.v. het correcte gebruik van anti-emetica

Nadere informatie

Resultaten van de studie naar casemanagement: de visie van huisartsen op casemanagement voor palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek

Resultaten van de studie naar casemanagement: de visie van huisartsen op casemanagement voor palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek Resultaten van de studie naar casemanagement: de visie van huisartsen op casemanagement voor palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek Auteur: Cindy Rodigas, student Universiteit Maastricht In samenwerking

Nadere informatie

Palliatieve Zorg Haaglanden

Palliatieve Zorg Haaglanden Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden Jaarplan Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden 2012 Inleiding Het Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden (Netwerk PZH) richt zich op het versterken van de samenwerking en

Nadere informatie

2.1 Het gebruik van het ZLP en het inzetten van multidisciplinair overleg om aandacht voor levensvragen te borgen (Expertisenetwerk)

2.1 Het gebruik van het ZLP en het inzetten van multidisciplinair overleg om aandacht voor levensvragen te borgen (Expertisenetwerk) Opzet ontwikkeltrajecten BrabantZorg/ Catharinahof en TriviumMeulenbeltZorg (TMZ) met het Expertisenetwerk Levensvragen en Ouderen voor Kwaliteitsstandaard Levensvragen Juni 2014 Aanleiding Het Expertisenetwerk

Nadere informatie

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Aanleiding Het ministerie van Justitie en Veiligheid, onderdeel dienst Justitiële Inrichtingen, is eind 2016 gestart met de pilot doorzorgfunctionaris.

Nadere informatie

Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk. november december 2007

Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk. november december 2007 Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk november december 2007 Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk November - december 2007 Opdrachtgever: Sardes Utrecht, februari 2008 Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

Implementatieplan interactief beleid

Implementatieplan interactief beleid Implementatieplan interactief beleid (juni 2010 t/m mei 2011) Gemeente Weert, 15 juli 2010 Portefeuillehouder interactief beleid: wethouder H. Litjens Regisseur wijkgericht werken: Marianne Schreuders

Nadere informatie

CVA zorg, topsport voor ons allemaal. Dinsdag 11 april 2017

CVA zorg, topsport voor ons allemaal. Dinsdag 11 april 2017 CVA zorg, topsport voor ons allemaal Dinsdag 11 april 2017 CVA pilot binnen 1 e lijn Geert Smits, kaderhuisarts HVZ (POZOB) & Marly Verheijden, consulente CVRM-DM (DOH) Inhoud Aanleiding pilot Doelstelling

Nadere informatie

organisatie aandacht voor duurzame inzetbaarheid

organisatie aandacht voor duurzame inzetbaarheid Peiling draagvlak voor duurzame onder leden van Transvorm - 2014 In 2012 is Transvorm gestart met het programma, vitaliteit & arbeidsproductiviteit. Tijdens de kick off bijeenkomst in het najaar zijn ook

Nadere informatie

Zorgen rond kanker. Bij wie van ons kunt u terecht?

Zorgen rond kanker. Bij wie van ons kunt u terecht? Zorgen rond kanker Bij wie van ons kunt u terecht? Zorgen rond kanker Bij u is kanker geconstateerd. Tijdens of na uw ziekte kunt u te maken krijgen met situaties waar u geen raad mee weet, ook wanneer

Nadere informatie

Nieuws vanuit de werkgroep vorming van een Regionaal Palliatief Advies Team in de regio s-hertogenbosch Bommelerwaard

Nieuws vanuit de werkgroep vorming van een Regionaal Palliatief Advies Team in de regio s-hertogenbosch Bommelerwaard Nieuws vanuit de werkgroep vorming van een Regionaal Palliatief Advies Team in de regio s-hertogenbosch Bommelerwaard In de regio s-hertogenbosch Bommelerwaard is een werkgroep actief die zich richt op

Nadere informatie

Overwegingen voor deelname aan netwerk / samenwerking

Overwegingen voor deelname aan netwerk / samenwerking Overwegingen voor deelname aan netwerk / samenwerking Mede als gevolg van hervormingen en kostenbesparingen in de zorg ontstaan in toenemende mate mono- en multidisciplinaire netwerken en samenwerkingsverbanden.

Nadere informatie

Handleiding voor de zorgverlener

Handleiding voor de zorgverlener September 2017 QQ Handleiding voor de zorgverlener KEUZEHULP VOOR DE NAZORG VAN BORSTKANKER PATIENTEN Beste zorgverlener, Deze keuzehulp is bedoeld ter ondersteuning van het (eerste) nazorggesprek dat

Nadere informatie

SAMEN AAN ZET. voor toekomstbestendige psychosociale zorg

SAMEN AAN ZET. voor toekomstbestendige psychosociale zorg SAMEN AAN ZET voor toekomstbestendige psychosociale zorg Achtergrond Constateringen Kanker in Nederland: méér dan een medisch technisch probleem PSOZ onvoldoende gewaarborgd in de zorg Financiering PSOZ

Nadere informatie

VERPLEEGKUNDIG NETWERK NOTITIE

VERPLEEGKUNDIG NETWERK NOTITIE VERPLEEGKUNDIG NETWERK NOTITIE Bevorderen van continuïteit van zorg middels een verpleegkundig spreekuur voor patiënten met een oncologische aandoening en haar naasten De projectgroep bestaat uit: Dorien

Nadere informatie

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

Organisatiescan persoonsgerichte zorg Organisatiescan persoonsgerichte zorg Doel organisatiescan: bijdragen aan implementatie (-bereidheid) van persoonsgerichte zorg en gezamenlijke besluitvorming in de organisatie. Insteek is op organisatieniveau.

Nadere informatie

Communicatie onderzoek Team haarverzorging

Communicatie onderzoek Team haarverzorging Communicatie onderzoek Team haarverzorging Introductiebrief behorende bij de enquête over de interne communicatie Beste collega s, Gedurende het schooljaar doen wij ons uiterste best om de taken te vervullen

Nadere informatie

Hoofdstuk II. zorgprogramma voor oncologische basiszorg

Hoofdstuk II. zorgprogramma voor oncologische basiszorg Simplificatie ontwerp KB oncologisch zorgprogramma: Hoofdstuk II. zorgprogramma voor oncologische basiszorg Afdeling 1. Doelgroep aard en inhoud Artikel 2 1 Elk ziekenhuis dient te beschikken over programma

Nadere informatie

Het organiseren van een MDO

Het organiseren van een MDO Het organiseren van een MDO Handreiking voor de organisatie van Multidisciplinair Overleg i.h.k.v. de keten ouderenzorg ZIO, Zorg in ontwikkeling VERSIE 1.0, 170131 Inleiding Gezien het multidisciplinaire

Nadere informatie

Evaluatie van de Veder Methode; theater als contactmethode in de psychogeriatrische zorg

Evaluatie van de Veder Methode; theater als contactmethode in de psychogeriatrische zorg Evaluatie van de Veder Methode; theater als contactmethode in de psychogeriatrische zorg A.M. van Dijk, J.C.M. van Weert, R.M. Dröes (Red.) Laag licht er is weleens zo n avond dat over het gras in de tuin

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013)

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013) Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013) Inhoudsopgave Verslag Samenvatting resultaten Bijlage - Vragenlijst Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN VENLO +31 (77) 3203736

Nadere informatie

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017 Resultaatsverslag N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen op 14 februari 2017 Heerenveen, 31 juli 2017 Inleiding Op 14 februari heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna:

Nadere informatie

Samenwerken in de GGZ

Samenwerken in de GGZ Samenwerken in de GGZ In de Gelderse Vallei Afsluitende notitie met resultaten van de GGZ netwerkbijeenkomsten voor huisartsen, praktijkondersteuners GGZ, aanbieders van de generalistische GGZ, algemeen

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan

Strategisch beleidsplan Strategisch beleidsplan 2016-2020 Afdeling V&VN Oncologie Document Strategisch beleidsplan 2016-2020 Datum April 2016 Auteur Emmy Harms / beleidsadviseur Medebetrokkenen Bestuur: Marlies Peters, Bert Fledderus,

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

beslisschijf evaluatie pilot Besluitvorming in de palliatieve fase palliatieve zorg

beslisschijf evaluatie pilot Besluitvorming in de palliatieve fase palliatieve zorg evaluatie pilot Besluitvorming in de palliatieve fase beslisschijf palliatieve zorg Begin 2006 zijn de VIKC-richtlijnen voor de palliatieve zorg en het zakboekje verschenen. Het IKMN en het UMC Utrecht

Nadere informatie

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?!

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Integrale aanpak vroegsignalering alcoholgebruik bij ouderen in de eerstelijn Drs. Myrna Keurhorst Dr. Miranda Laurant Dr. Rob Bovens

Nadere informatie

Ondersteuning van mensen met kanker en hun naasten

Ondersteuning van mensen met kanker en hun naasten Ondersteuning van mensen met kanker en hun naasten Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Algemene informatie 2 Artsen en verpleegkundigen 3 Psychosociale hulpverlening 4 Aanvullende zorg 5 Meer informatie

Nadere informatie

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015 MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN ICCO Onderzoek 2015 Inhoud 1. Uitgangspunten 2. Onderzoek Demografie Bedrijfsgegevens Functie van de respondent Landen Wat zijn mensenrechten? Waarom mensenrechten? Six step

Nadere informatie

Format implementatieplan. Onderdeel van handreiking implementatie methodiek Signalering in de palliatieve fase

Format implementatieplan. Onderdeel van handreiking implementatie methodiek Signalering in de palliatieve fase Format implementatieplan Onderdeel van handreiking implementatie methodiek Signalering in de palliatieve fase november 2016 Format implementatieplan Onderdeel van handreiking implementatie methodiek Signalering

Nadere informatie

Stand van zaken juli 2016 EMBRAZE kankernetwerk

Stand van zaken juli 2016 EMBRAZE kankernetwerk Stand van zaken juli 2016 EMBRAZE kankernetwerk www.embraze.net Aanleiding Toename kanker patiënten, complexe behandelingen, maatwerk. Toename van kwaliteitseisen/normen, krimpend budget, wijziging rol

Nadere informatie

Nieuwsbrief Stichting Mind2Care

Nieuwsbrief Stichting Mind2Care Nieuw bestuurslid: Merith Cohen de Lara Sinds september 2017 ben ik begonnen als bestuurslid bij het LKPZ en onlangs als een afvaardiging hiervan toegetreden tot het bestuur van Mind 2 Care. Als zelfstandig

Nadere informatie

25 jaar Ambities van het IKMN. in beweging

25 jaar Ambities van het IKMN. in beweging 25 jaar Ambities van het IKMN in beweging Het Integraal Kankercentrum Midden Nederland (IKMN) is een samenwerkingsverband van hulpverleners, instellingen en patiëntenverenigingen in de provincie Utrecht

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Owise app

Beoordelingsrapport Owise app Beoordelingsrapport Owise app Met OWise heb je alle gegevens over je leven met borstkanker bij elkaar via een mobiele app of website. Jij voert ze in en OWise geeft je inzicht en overzicht terug. OWise

Nadere informatie

Grip op Zorgpaden. Best of both worlds!

Grip op Zorgpaden. Best of both worlds! Grip op Zorgpaden Best of both worlds! Christiaan Hol Business Partner Zorglogistiek, Amphia Ziekenhuis Robert Klingens Senior Consultant, Process Express [1] Agenda 1. Het ziekenhuis: een complexe organisatie

Nadere informatie

Zorgen rond kanker Bij wie van ons kunt u terecht?

Zorgen rond kanker Bij wie van ons kunt u terecht? Zorgen rond kanker Bij wie van ons kunt u terecht? Zorgen rond kanker Bij u is kanker geconstateerd. Tijdens of na uw ziekte kunt u te maken krijgen met situaties waar u geen raad mee weet, ook wanneer

Nadere informatie

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi.

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi. Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken multi morbiditeit Nieuwe werkwijze voor mensen met meerdere chronische aandoeningen Werkt

Nadere informatie

Oncologische Revalidatie bij ouderen Ontwikkeling van de richtlijn Geriatrische Oncologische Revalidatie

Oncologische Revalidatie bij ouderen Ontwikkeling van de richtlijn Geriatrische Oncologische Revalidatie Oncologische Revalidatie bij ouderen Ontwikkeling van de richtlijn Geriatrische Oncologische Revalidatie Leerdoelen U maakt kennis met de richtlijn Geriatrische Oncologische Revalidatie en deelt kennis

Nadere informatie

In gesprek over chemotherapie

In gesprek over chemotherapie In gesprek over chemotherapie 2 De arts heeft met u gesproken over een behandeling met chemotherapie. Vóór het starten van de chemotherapie krijgt u een gesprek met een oncologieverpleegkundige. Dit gesprek

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek 2015

Klanttevredenheidsonderzoek 2015 Klanttevredenheidsonderzoek 2015 Uitgevoerd door de Wetenschapswinkel van de Universiteit Twente Laura van Neck December 2015 1 Colofon Onderzoek uitgevoerd door: Wetenschapswinkel Universiteit Twente

Nadere informatie

Oncologie. Patiënteninformatie. Omgaan met kanker. Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis

Oncologie. Patiënteninformatie. Omgaan met kanker. Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis Oncologie Omgaan met kanker i Patiënteninformatie Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis Algemeen Het hebben van kanker kan grote gevolgen hebben voor uw leven en dat van uw naasten. Lichamelijk

Nadere informatie

De Lastmeter. Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie

De Lastmeter. Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie 00 De Lastmeter Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie 1 Kanker is een ziekte die uw leven ingrijpend kan verstoren. De ziekte en behandeling kunnen niet alleen lichamelijke

Nadere informatie

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Projectgroep: Gemeente Tilburg: Mw. M. Lennarts, beleidsmedewerker, dhr. W.

Nadere informatie

Format implementatieplan. Onderdeel van handreiking implementatie Zorgpad Stervensfase

Format implementatieplan. Onderdeel van handreiking implementatie Zorgpad Stervensfase Format implementatieplan Onderdeel van handreiking implementatie Zorgpad Stervensfase Juni 2017 Format implementatieplan Zorgpad Stervensfase Hier de namen van de leden van de projectgroep noteren juni

Nadere informatie

Voorlichtingsgesprek. chemo- en/of doelgerichte therapie. Dagbehandeling Oncologie

Voorlichtingsgesprek. chemo- en/of doelgerichte therapie. Dagbehandeling Oncologie 00 Voorlichtingsgesprek chemo- en/of doelgerichte therapie Dagbehandeling Oncologie De arts heeft met u gesproken over een behandeling met chemotherapie en/of doelgerichte therapie. Vóór het starten van

Nadere informatie

Oncologie. Patiënteninformatie. Omgaan met kanker. Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis

Oncologie. Patiënteninformatie. Omgaan met kanker. Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis Oncologie Omgaan met kanker i Patiënteninformatie Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis Algemeen Het hebben van kanker kan grote gevolgen hebben voor uw leven en dat van uw naasten. Lichamelijk

Nadere informatie

De nazorg van pleegzorg voor pleegouders

De nazorg van pleegzorg voor pleegouders 2014 Onderzoek en Innovatie Projectresultaat Dit onderzoek is verricht ten behoeve van het studieonderdeel Onderzoek &innovatie van de opleiding Pedagogiek aan de HAN te Nijmegen De nazorg van pleegzorg

Nadere informatie

Signaleren van pschosociale problematiek in de oncologische wondzorg

Signaleren van pschosociale problematiek in de oncologische wondzorg Signaleren van pschosociale problematiek in de oncologische wondzorg Heleen Lintz-Luidens Verpleegkundig Consulent Radiotherapie UMC Sint Radboud Commissielid Oncologische wond WCS Opzet presentatie Verpleegkundige

Nadere informatie

} EBM. De vertaalslag van de richtlijn naar de diabeteszorg. Implementatie van weerstand naar commitment. Doel richtlijn.

} EBM. De vertaalslag van de richtlijn naar de diabeteszorg. Implementatie van weerstand naar commitment. Doel richtlijn. De vertaalslag van de richtlijn naar de diabeteszorg van weerstand naar commitment Evidence level Diabeteszorg We doen het al jaren zo Het gaat toch goed. dr. R.P.J. Michels, internist Kwaliteit(s) zorg

Nadere informatie

Charlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014

Charlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014 Charlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014 Zorgpad Casus Cervixcarcinoom Follow up Supportive care Soorten zorg in de psychosociale ondersteuning

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Psychosociale zorg. voor mensen met kanker

PATIËNTEN INFORMATIE. Psychosociale zorg. voor mensen met kanker PATIËNTEN INFORMATIE Psychosociale zorg voor mensen met kanker 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze informatiefolder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over psychosociale zorg voor mensen met

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Evaluatie Pilot clientondersteuning in de Rotterdamse Vraagwijzers MEE Rotterdam-Rijnmond Datum Januari 2017 Opdrachtgever Opdrachtnemer Status Gemeente

Nadere informatie

Palliatieve zorg in het Elkerliek ziekenhuis

Palliatieve zorg in het Elkerliek ziekenhuis Palliatieve zorg in het Elkerliek ziekenhuis LOOV, 4 november 2014 Ingrid van Asseldonk Verpleegkundig specialist palliatieve zorg Programmaleider palliatieve zorg Consulent palliatieve zorg IKNL Elkerliek

Nadere informatie

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Máxima Oncologisch Centrum (MOC) Inleiding Als u van uw behandelend arts te horen krijgt dat u kanker heeft, krijgen u en uw naasten veel informatie en emoties

Nadere informatie

REGISTRATIE VAN KANKER: VAN GROOT BELANG

REGISTRATIE VAN KANKER: VAN GROOT BELANG l0l00l00l0ll0l0l0ll0l0l0ll0l0l0l REGISTRATIE VAN KANKER: VAN GROOT BELANG 0l0l0ll0l HET BELANG VAN KANKERREGISTRATIE Wereldwijd vindt onderzoek plaats naar kanker. Bijvoorbeeld naar welke vormen veel voorkomen

Nadere informatie

'Integrale zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking en problematisch middelengebruik'

'Integrale zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking en problematisch middelengebruik' 'Integrale zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking en problematisch middelengebruik' Toelichting en handreiking bij het Auditinstrument Het verbeterproject LVB & Verslaving Het Trimbos-instituut

Nadere informatie

Transmurale zorgbrug

Transmurale zorgbrug Transmurale zorgbrug 13 februari 2014 Geriatriedagen 2014 Renate Agterhof, verpleegkundig specialist Spaarne Ziekenhuis Marina Tol, onderzoekscoördinator AMC Programma Aanleiding, ontwikkeling en stand

Nadere informatie

De verpleegkundig specialist: de ervaringen als arts

De verpleegkundig specialist: de ervaringen als arts De verpleegkundig specialist: de ervaringen als arts Prof. Dr. Sylvie Rottey Medisch Oncoloog Klinisch Farmacoloog Staflid dienst medische oncologie Diensthoofd Dienst voor Geneesmiddelenonderzoek 1 Samenwerking

Nadere informatie

Werkhervatting na allogene stamceltransplantatie. Sabine Harinck Verpleegkundig Specialist Hematologie

Werkhervatting na allogene stamceltransplantatie. Sabine Harinck Verpleegkundig Specialist Hematologie Werkhervatting na allogene stamceltransplantatie Sabine Harinck Verpleegkundig Specialist Hematologie Wat te verwachten? Allogene stamceltransplantatie Inleiding en aanleiding onderzoek Methode van onderzoek

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEID 2018

KLANTTEVREDENHEID 2018 Pagina 1 van 18 KLANTTEVREDENHEID 2018 Faas Psychologie Pagina 2 van 18 Inhoudsopgave Introductie... 4 Samenvatting... 5 Verbeterpunten... 6 Resultaten CQI 2018... 6 Bejegening... 7 1. Neemt de behandelaar

Nadere informatie