Beleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis

Transcriptie

1 28 juni 2010 Status definitief Referentie cb 1/7 Auteur(s) Drs. M.B.L. Leys Dhr. E.M. Reijerink Beleidsnota Palliatieve Zorg Maasstad Ziekenhuis Stichting Maasstad Ziekenhuis Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnemen of enige ander manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

2 2/7 Inhoud Inleiding 3 1. Visie 3 2. Doel 4 3. Uitvoering Projectgroep Werkgroep 6 Bijlage 1 7

3 3/7 Inleiding Deze beleidsnotitie beschrijft de doelstellingen voor de tijdsperiode van voor palliatieve zorg voor patiënten van het Maasstad Ziekenhuis. Deze notitie is geschreven in opdracht van de Raad voor Oncologie en is gebaseerd op de beleidsnota Oncologisch centrum. In deze notitie is beschreven hoe deze specifieke structuur van de palliatieve zorg binnen het Maasstad Ziekenhuis wordt vormgegeven. Palliatieve zorg is geïntegreerd in de oncologische zorg. Bovendien beslaat de palliatieve zorg een breder terrein dan het gebied van de oncologie. Dit vraagt een specifieke organisatiestructuur binnen het ziekenhuis. Binnen het oncologisch centrum wordt een Expertisecentrum Palliatieve Zorg gevormd. Naast disciplines vanuit het ziekenhuis dient hierin een specialist ouderengeneeskunde, gespecialiseerd in palliatieve zorg, opgenomen te zijn. 1. Visie Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven wil verbeteren van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard. Palliatieve zorg kan vroeg in het ziekteverloop aan de orde zijn, in combinatie met therapieën die levensverlengend zijn (zoals chemotherapie en radiotherapie). Palliatieve zorg kan ook (medische) onderzoeken omvatten die nodig zijn om pijnlijke, klinische complicaties te begrijpen en te behandelen (WHO, 2002).

4 Uitgaande van het onderstaande model van Lynn & Adamson wil het Maasstad Ziekenhuis in de totale keten van zorg zich richten op: Datum 4/7 Van traditioneel naar nieuw zorgmodel: Cure naar Care B E H A N D E L I N G Oude concept Curatieve zorg Proaktieve aanpak Gesprek en informatie over ziekte scenario! Tijd Nieuw zorg concept Curatieve zorg Palliatieve zorg noodprocedures Overlijden Palliatieve Zorg Nazorg Lynn and Adamson, Adequate en tijdige markering van de palliatieve fase (slecht nieuws gesprekken, transmurale overdracht, continuïteitshuisbezoeken) - Adequate symptoombestrijding/kortdurend verblijf (crisisinterventie en symptoomcontrole) - Adequate en tijdige markering van de stervensfase - Optimale zorg voor stervenden in het ziekenhuis Bij de totale zorg voor de patiënten van het Maasstad Ziekenhuis zullen ook de zorg voor naasten en voor de zorgenden nadrukkelijk worden meegenomen. 2. Doel In 2012 is binnen het Maasstad Ziekenhuis een organisatiestructuur (Expertisecentrum Palliatieve Zorg). Kennis met betrekking tot palliatieve zorg is beschikbaar/toegankelijk voor alle zorgverleners/afdelingen die op enigerlei wijze betrokken zijn bij de zorg voor palliatieve patiënten. Deze structuur resulteert in palliatieve zorgverlening van herkenbare en toetsbare kwaliteit. Eind 2012 zijn de volgende resultaten bereikt: - Op patiëntniveau: o Patiënt verblijft op de plek waar hij/zij in de palliatieve fase het liefst wil verblijven en wil sterven. o Binnen het ziekenhuis wordt het ingaan van de palliatieve fase duidelijk en tijdig gemarkeerd. Hierdoor is adequate behandeling en begeleiding mogelijk.

5 5/7 o Er is sprake van goede symptoomcontrole in de palliatieve fase. o Er is sprake van goede en gerichte crisisinterventie. o De zorg voor stervenden is optimaal. - Zorginhoudelijk: o In 2010 is binnen het Maasstad Ziekenhuis de implementatie van het Zorgpad Stervensfase gestart zodat in 2011 voor 80% het Zorgpad Stervensfase is geïmplementeerd. Daar waar het Zorgpad Stervensfase is geïmplementeerd, wordt het zorgpad voor 70% toegepast. o Het klinisch wachten (= niet medisch noodzakelijk verblijf op de verpleegafdeling) op hospice/terminale units of juiste hulpmiddelen (thuiszorgtechnologie) is in 2011met 80% gereduceerd. - Organisatorisch: o Eind 2010 is een mobiel palliatief team aanwezig. De specialist ouderengeneeskunde palliatieve zorg neemt deel aan dit team. Taken en verantwoordelijkheden van en tussen de disciplines onderling en met andere organisaties (of partners) zijn eind 2010 vastgelegd, zodat er sprake is van ketenzorg. o Participatie aan overlegstructuren binnen het ziekenhuis, regionaal en op landelijk niveau zijn in 2011 geregeld en vastgelegd. o In 2011 is de mogelijkheid tot het doen van onderzoek aanwezig. - Deskundigheidsbevordering: o Palliatieve zorg (medisch, verpleegkundig, psychosociaal, spiritueel) is in 2011 vanuit de richtlijnen palliatieve zorg (pallialine) beschreven in protocollen voor het Maasstad Ziekenhuis. o In 2010 is een opleidingsplan palliatieve zorg aanwezig voor de verschillende disciplines. In 2011 worden vanuit de Maasstad Academie de onderwijsprogramma s in nauwe samenwerking met de Stichting Leerhuizen Palliatieve Zorg en aanbod vanuit het netwerk palliatieve zorg en het IKR georganiseerd.

6 3. Uitvoering projectstructuur Datum 6/7 Projectgroep Samenstelling werkgroep werkgroep werkgroep werkgroep 3.1 Projectgroep Het project wordt uitgevoerd door de projectgroep palliatieve zorg, deze projectgroep bestaat uit een multidisciplinaire groep (zie bijlage 1). Voor elk activiteit wordt door de projectgroep een werkgroep ingesteld. Jaarlijks wordt door de projectgroep vastgesteld welke activiteiten er worden uitgevoerd. 3.2 Werkgroep Elke werkgroep heeft een voorzitter en bestaat uit een afvaardiging van verpleegkundige, medische en psychosociale disciplines. De werkgroep maakt een plan van aanpak, met doelen en acties. Dit vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de projectgroep. De voortgang wordt bijgehouden door middel van een actie- en besluitenlijst.

7 Bijlage 1 Datum 7/7 Mw M.B.L. Leys, internist-hematoloog, voorzitter Mw P.A. Kowlesar, maatschappelijk werker H. Moser, anesthesioloog H. Wolterink, geestelijke verzorging S. Teijn, psycholoog C. v. Leijen, coördinator palliatieve zorg, oncologieverpleegkundige E. Kaal, neuroloog E. Reijerink, projectleider/teamleider oncologie A. Wijbrands, teamleider chirurgie R.Slingeland, longarts Mw. C. Dekker, secretaresse Raad voor Oncologie