Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven en omgeving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven en omgeving"

Transcriptie

1

2

3 Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven en omgeving Het belang van het havenbekken als paai- en opgroeigebied Situatie 2008/2009 Opdrachtgever: NUON Power Generation RWE Power AG December 2009

4 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 2 Opdrachgever: NUON Power Generation RWE Power AG Titel: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven en omgeving Het belang van het havenbekken als paai- en opgroeigebied Situatie 2008/2009 Uitvoerder: BIOCONSULT Schuchardt & Scholle GbR Reeder-Bischoff-Str Bremen Tel Fax Klenkendorf Gnarrenburg Tel Fax Internet info@bioconsult.de Samenstellers: Sandra Schulze Jörg Scholle Bastian Schuchardt David Kopetsch Datum: December 2009

5 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 3 Inhoud Samenvatting en conclusies Eems-estuarium Doelstelling, materiaal en methoden Basis- en abiotische parameters Steekproeven naar juveniele en volwassen vissen met het kuilnet Steekproeven naar eieren en larven met het bongonet Veldonderzoek Laboratoriumonderzoek Literatuuronderzoek Validatie vangstmethode (kuilnet) Resultaten Standaard en abiotische parameters Soortensamenstelling juveniele en volwassen vissen Beschermingsstatus Aantal soorten (per onderzoeksstation) Vergelijking dag- en nachtvangsten Aanwezigheid en biomassa Vanuit ruimtelijke aspecten Vanuit het seizoen bekeken Vergelijking dag- en nachtvangsten Dominantiestructuren Verdeling in diverse afmetingen Soortenverdeling vislarven Aantal soorten Aantallen Seizoenaspecten Ruimtelijke aspecten Factor Dag/Nacht Soorten van de Habitatrichtlijn en Rode Lijst Soorten Fint (Alosa fallax) Rivier- en zeeprik Literatuuranalyse Literatuur Bijlagen... 61

6 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 4 Afbeeldingen en tabellen Afbeelding 1: Overzicht van het Eems-estuarium. Onderzoeksgebied rood omkaderd. Bron: Google Earth...13 Afbeelding 2: Situering van de onderzoeksstations in de Wilhelminahaven en buiten de haven (Eemsestuarium en Doekegat) in de periode juli 2008 juni Afbeelding 3: Onderzoeksinstrument: aangepast kuilnet...17 Afbeelding 4: Bongonet...18 Afbeelding 5: Watertemperatuur (ºC) en Zuurstofgehalte (mg/l) bij de onderzoeksstations (Haven, Eemsestuarium en Doekegat); onderzoeksperiode juli 2008 juni 2009 (gemiddelden). Lijn onderbroken waar geen tussentijdse metingen werden verricht...22 Afbeelding 6: Zoutgehalte (psu) bij de onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium en Doekegat); onderzoeksperiode juli 2008 juni 2009 (gemiddelden) Afbeelding 7: Totaal van de diverse soorten in de Eems bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst per maandelijks onderzoek tussen juli 2008 en juni Afbeelding 8: Totaal van de diverse soorten in de Eems bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst naar dag- en nachtvangsten...26 Afbeelding 9: Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) gevangen vissen in de Eems in de periode juli 2008 juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat) Afbeelding 10:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Clupea harengus in de Eems in de periode juli 2008 juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat) Afbeelding 11:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Merlangius merlangus in de Eems in de periode juli 2008 juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat) Afbeelding 12:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Osmerus eperlanus in de Eems in de periode juli 2008 juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat) Afbeelding 13:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Pomatoschistus spp. in de Eems in de periode juli 2008 juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat) Afbeelding 14:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Sprattus Sprattus. in de Eems in de periode juli 2008 juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat) Afbeelding 15:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) Syngnathus rostellatus. in de Eems in de periode juli 2008 juni 2009, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems-estuarium, Doekegat) Afbeelding 16:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) in de Eems voor de minder vaak gevangen vissoorten in de periode juli 2008 juni 2009, gerekend over alle onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium, Doekegat)...32 Afbeelding 17:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) gevangen vissen in de periode juli 2008 juni 2009, gemiddelde van de onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium, Doekegat)...34 Afbeelding 18:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) in de verschillende onderzoeksgebieden Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst naar maandelijkse vangsten in de periode juli 2008 juni

7 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 5 Afbeelding 19:Aanwezigheid van haring in de periode juli november 2008 (X-as, linkerhelft) en februari juni 2009 (X-as, rechterhelft). Bron: resultaten kuilnetvangst Bioconsult , cijfers hoeveelheden LOG-getransformeerd; Box-plots: bar = gemiddelde Afbeelding 20:Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) in de Eems gevangen vissen bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst naar dag- en nachtvangsten...38 Afbeelding 21:Vergelijking van dag- en nachtvangsten op basis van de hoeveelheid (LOG-getransformeerd) aangetroffen Clupea harengus. Resultaten uit september 2008, maart 2009 en mei 2009, uitgesplitst naar onderzoeksgebieden. D = Doekegat, E = Eems-estuarium, H = haven. _d = dagvangsten, _n nachtvangsten Afbeelding 22:Samenhang tussen hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) en biomassa (kg/h/80 m²) voor haring (C. harengus) en sprot (S. Sprattus). Cijferoverzicht van de vangstresultaten tussen juli 2008 en juni 2009 bij de onderzoeksstations haven, Eems en Doekegat. Grondslag van de cijfers: alle in het kader van deze studie vergaarde gegevens...41 Afbeelding 23:Dominantiecijfers (%) van meest voorkomende soorten, uitgesplitst naar onderzoeksstation (Haven, Eems, Doekegat). De verschillen per periode worden duidelijk uit de standaardafwijkingen Afbeelding 24:Verdeling naar lengte en aantallen, op basis van de tellingen per soort, voor 4 vaak voorkomende soorten. Meting: juli 2008 juni 2009 in alle gebieden Afbeelding 25:Hoeveelheid larven [larv./m³] (abundance) van de kleine zeenaald en grondels tijdens de onderzoekperiode van juli 2008 juni 2009, onder vermelding van de paaitijden (spawning season) Afbeelding 26:Hoeveelheid larven [larv./m³] van de clupeida en tong tijdens de onderzoekperiode van juli 2008 juni 2009, o.v.v. de paaitijden Afbeelding 27:Gemiddelde totale hoeveelheid (larv./m³) van de in de Eems geregistreerde vislarven aan de proefstations: Haven, Eems-Estuarium en Doekegat, gedifferentieerd naar maandelijkse viscampagnes in de periode juli 2008 juni Afbeelding 28:Geep (Belone belone), postlarve uit de Eemshaven...51 Afbeelding 29:Gemiddelde hoeveelheid larven (larv./m³) in de haven. Gedifferentieerd naar maanden en onderzochte waterlagen, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni Afbeelding 30:Gemiddelde hoeveelheid larven (larv./m³) van de meest voorkomende larven in de haven. Gedifferentieerd naar maanden en onderzochte waterlagen, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni Afbeelding 31:Gemiddelde totale hoeveelheid (larv./m³) van vislarven aan de proefstations Haven, Eems- Estuarium en Doekegat, gedifferentieerd naar dag- en nachtbevissing Afbeelding 32:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in juli 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...61 Afbeelding 33:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in augustus 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...62 Afbeelding 34:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in september 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems- Estuarium en Doekegat (dagbevissingen) Afbeelding 35:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in september 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems- Estuarium en Doekegat (nachtbevissingen)....63

8 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 6 Afbeelding 36:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in oktober 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...63 Afbeelding 37:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in november 2008 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...64 Afbeelding 38:Hoeveelheid haring (C. harengus) en wijting (M. merlangius) tijdens de periode september november 2008 in de deelgebieden Doekegat, Eems-Estuarium en Haven Afbeelding 39:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in februari 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...65 Afbeelding 40:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve antallen [%] van de in maart 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (dagbevissingen) Afbeelding 41:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in maart 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (nachtbevissingen) Afbeelding 42:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in april 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...66 Afbeelding 43:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in mei 2009 ( ) geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems- Estuarium en Doekegat Afbeelding 44:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in mei 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat (dagbevissingen) Afbeelding 45:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in mei 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat. (nachtbevissingen) Afbeelding 46:Dominantiestructuren op basis van de biomassaverdeling [%] en relatieve aantallen [%] van de in juni 2009 geregistreerde vissoorten aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat...68 Afbeelding 47:Variabiliteit van de taxa-cijfers (vangst-niveau) in de deelgebieden Doekegat (D), Eems- Estuarium (E) en Haven (H) in september 2008, maart 2009 en mei ( ), gedifferentieerd naar dag- (_d) en nachtvangsten (_n) Afbeelding 48: Varianties van de vangstcijfers van de 6 meest voorkomende soorten, gedifferentieerd naar vanggebied. Bevissingscampagnen juli 08 juni 09 (zonder nachtbevissingen). Let op de verschillende schalen van de y-assen Tabel 1: Overzicht onderzoeksperioden van juli 2008 tot juni Tabel 2: Tabel 3: Diverse soorten in de Eems, bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, onderzoeksperiode: juli 2008 juni Gemiddelde totale hoeveelheid (exemplaren/h/80 m²) en biomassa (kg/h/80 m²) voor de onderzoeksperiode juli 2008 tot juni 2009 (inclusief nachtvangsten) voor de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat....27

9 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 7 Tabel 4: Resultaten van de variantieanalyses (Kruskal Wallice, post hoc Nemenyi). H = Hafen, E = Eems, D = Doekegat...33 Tabel 5: Tabel 6: Tabel 7: Tabel 8: Tabel 9: Tabel 10: Gemiddelde hoeveelheid (inclusief standaardafwijkingen) dominante soorten, uitgesplitst naar dag en nacht. H = Haven, E = Eems, D = Doekegat. Cijfers: september 2008, maart 2009 en mei * = de hoeveelheid was in dit deelgebied s nachts, statistisch gezien, significant hoger...39 Verdeling naar leeftijdsklassen van de meest voorkomende soorten (alleen vangsten met kuilnet) bij het onderzoeksstation Haven. Onderzoeksperiode juli 2008 tot juni Diversiteit soorten vislarven in de Eems bij alle onderzoeksstations: Haven, Eems-estuarium en Doekegat tijdens de periode juli 2008 juni 2009 (vangsten met bongonet) Gemiddelde totale aantallen/vangst van de vislarven (larv. m-³) tijdens de onderzoekperiode van juli 2008 tot juni 2009 aan de proefstations Haven, Eems-Estuarium en Doekegat Gemiddelde larvendichtheid per soort (larv./1000 m ³ ) in de haven. Gedifferentieerd naar maanden en onderzochte waterlagen, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni Fintenaantallen bij Rysum & Terborg (Bioconsult 2009) en in het gebied Oterdum (mesohalin) & Spijk (polyhalin; Algemene Waterrichtlijn-Monitoring in 2009, Bioconsult 2010 i. Vorb.)...56 Tabel 11: Bewijs van rivier- en zeeprik in het onderzoekgebied, tijdens de onderzoekperiode juli 2008 tot juni Tabel 12: Resultaten van de correlatieanalyse (Spearman rank). Data: aantallen juli juni 2009, dagvangsten (N = 99 vangsten). Rood: negatieve correlatie tussen aantallen van een soort en vanggebied. Blauw: positieve correlatie tussen aantallen van een soort en vanggebied Tabel 13: Resultaten van de correlatieanalyse (Spearman rank). Data: aantallen juli juni 2009, dagvangsten (N = 99 vangsten). Rood: negatieve correlatie tussen aantallen van een soort en vangdag. Blauw: positieve correlatie tussen aantallen van een soort en vangdag. Mei 09 = , mei 09b =

10 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 8 Samenvatting en conclusies Achtergrond Zowel Nuon Power Generation als RWE zijn van plan aan de Wilhelminahaven (onderdeel van het Eemshavengebied) een elektriciteitscentrale te bouwen. De door Nuon geplande centrale zal MWe gaan produceren en per seconde 45 m³ koelwater uit het havenbekken onttrekken. De centrale van RWE heeft MWe capaciteit en zal ook koelwater aan de Wilhelminahaven onttrekken: tot 65 m³ per seconde. In totaal zullen beide centrales dus per seconde maximaal 110 m³ koelwater uit de haven onttrekken. Het havengebied van de Eemshaven ligt vlakbij een aantal Natura 2000 gebieden, waarvan vissen een belangrijk beschermd onderdeel vormen. In die gebieden geldt een nadrukkelijke bescherming van de vissoorten zeeprik, rivierprik en fint. Voornaamste doelstelling van deze studie is om de Wilhelminahaven als mogelijk paai- en opgroeigebied voor vissen te evalueren. Daarvoor zijn de volgende subdoelstellingen geformuleerd: In hoeverre functioneert de Wilhelminahaven als paai- en opgroeigebied (*) voor vissen, in vergelijking tot soortgelijke gebieden buiten de haven. Hiervoor was het nodig om onderzoek te doen naar de leeftijdsopbouw van de diverse aanwezige vissensoorten binnen en buiten de haven. Het vastleggen van de samenstellingen en de aantallen van de diverse groepen vissen, alsook de variaties die per seizoen in de haven optreden. Deze gegevens vormen de basis voor het ontwerp van mogelijke maatregelen ter vermindering van de inzuiging van vissen met het koelwater. De focus lag in het onderzoek ook op de Natura 2000-soorten zeeprik, rivierprik en (in het bijzonder) fint. Buro Bakker constateerde in de Passende Beoordeling dat het onwaarschijnlijk is dat het aantal ingezogen exemplaren een negatief effect zal hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van deze soorten. (*) Onder paai- en opgroeigebieden worden habitats verstaan, die voor de ontwikkeling van de soort van essentieel, dan wel levensbelang zijn. Voor vissen zijn in de zeer gevarieerde leefgebieden van estuaria alle functionaliteiten voorhanden. De bovengenoemde ecologische functies zijn daarbij voor elke soort anders. Estuaria (respectievelijk bepaalde delen) zijn voor estuarische vissen (inclusief trekkende soorten, zoals de spiering en de fint) van groot belang als paai- en opgroeigebied. Voor andere zeedieren (onder andere haring, schol en schar) is het estuarium erg belangrijk als opgroei- en voedingsgebied. Ter ondersteuning van de doelstellingen werd van juli 2008 tot juni 2009 op drie locaties elke maand onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van juveniele vissen, visseneieren en larven: 1) in de Wilhelminahaven (in het vervolg haven genoemd), 2) direct voor het havengebied (in het vervolg Eems-estuarium genoemd) en

11 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 9 3) in het Doekegat (in het vervolg Doekegat genoemd). Voor het vangen van de juveniele vissen en het verzamelen van visseneieren en larven, werden gangbare methoden toegepast. Er werd gebruik gemaakt van een aangepast kuilnet voor juveniele vis en van bongonetten voor viseieren en larven. In totaal werden met elk vangapparaat 14 onderzoeksvangsten gedaan. Elf daarvan vonden overdag plaats, drie s nachts. Teneinde de verzamelde resultaten toereikend en adequaat te kunnen analyseren, werd rekening gehouden met extra informatie over de betekenis van open getijdehavens in estuaria voor vissen. Hiervoor is ondermeer een literatuurstudie verricht, waarmee overigens geen relevante nieuwe inzichten werden verkregen. Het belang van de Wilhelminahaven als paai- en opgroeigebied Het aantal verschillende soorten vis was in de haven, totaal bezien, kleiner dan buiten de haven. Vanuit kwantitatief oogpunt werden zowel in tijd (per seizoen) als in plaats (deelgebieden) per soort verschillen waargenomen. Zo was met name het voorkomen van haringen (Clupea harengus) in de haven groter dan in de buiten de haven onderzochte gebieden. Daarentegen kwamen Wijting (Merlangius merlangus) en Slakdolf (Liparis liparis) buiten de haven beduidend meer voor dan in de haven. De Waddenzee (inclusief de Buiteneems) is voor veel van de aangetroffen vissen een kraamkamer en/of een belangrijk opgroeigebied. De Wilhelminahaven heeft weliswaar een open verbinding met maar maakt geen deel uit van dit zeer uitgebreide natuurgebied. De resultaten tonen aan dat visseneieren in de haven en ook daarbuiten, niet zijn aangetroffen. Het aantal larven was, in vergelijking met het Eems-estuarium en het Doekegat, lager. Wel werd geconstateerd dat er in het havenbekken wel degelijk vislarven voorkomen en dat hun aantal, afhankelijk van het seizoen, kan oplopen. De gevonden resultaten wijzen er echter in hun totaliteit op, dat de Wilhelminahaven geen noemenswaardige functie als paaigebied heeft. Deze resultaten komen overeen met de conclusie in de Passende Beoordeling van Buro Bakker dat de Wilhelminahaven met rechte, diepe oevers, geen vegetatie en grote diepte voor de meeste vissoorten niet de ideale plaats zal zijn om te paaien of op te groeien (Buro Bakker 2007). Wel kan uit de aangetroffen vondsten worden geconcludeerd, dat de Wilhelminahaven een tijdelijke functie als verblijfsgebied voor bepaalde soorten zou kunnen hebben. Opvallend was dat het gebruik van het havenbekken soortspecifiek zeer verschillend was. De haven werd voornamelijk gebruikt door juveniele haring en in beperkte mate ook door de kleine zeenaald. Habitatrichtlijn De vissen die in het Natura 2000 gebied van het Eems-estuarium als beschermde diersoort gelden, te weten de zee- en rivierprik en de fint, werden in de Wilhelminahaven (die buiten het Natura 2000 gebied ligt) niet aangetroffen. Van de zee- en rivierprik werd wel een enkel exemplaar buiten de haven gevonden. Finten echter, kwamen tijdens de onderzoeksperiode ook in de andere gebieden (het Eems-estuarium en het Doekegat) niet voor.

12 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 10 Het is niet aannemelijk, dat volwassen finten op hun weg naar hun potentiële paaiplaatsen in het zoetwatergebied van het aan getijden onderhevige deel van de Eems, doelgericht het havenbekken zullen opzoeken. Onderzoeksresultaten Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste onderzoeksresultaten op grond van het uitgevoerde visonderzoek. I) Vangsten met het kuilnet (juveniele en volwassen vissen) In totaal werden tijdens de onderzoeksperiode 27 soorten gevangen, die in 5 verschillende ecologische orden verdeeld konden worden. Drie van de gevonden soorten komen voor op de Nederlandse Rode Lijst : Aphia minuta (glasgrondel), Pholis gunellus (botervis) en Galeorhinus galeus (ruwe haai). Lampetra fluviatilis (rivierprik) en Petromyzon marinus (zeeprik) zijn belangrijke soorten, die voorkomen op de lijst van de Nederlandse Flora- en Faunawet (Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten) en in de Europese Habitatrichtlijn. Uit de cumulatieve analyse van alle vangsten blijkt, dat in het Doekegatgebied het grootste aantal verschillende soorten werd gevangen (21). Een vergelijkbaar getal (20) zien we voor het onderzoeksstation Eems-estuarium, direct voor de havenmond. In de haven werden beduidend minder verschillende soorten gevangen (14). Zes soorten werden uitsluitend bij het onderzoeksstation Doekegat gevangen; vier alleen bij het station Eems-estuarium. Slechts één soort werd uitsluitend in de haven gevangen. Hoeveelheid en diversiteit varieerden deels heel sterk tijdens de onderzoeksperiode: zowel plaatselijk, tussen de diverse onderzoeksstations, als tijdelijk, tussen de verschillende maanden. Per gebied bekeken, werden in de haven de meeste exemplaren gevangen. De vangsten (herleid naar de standaardeenheid exemplaren/h/80m2) zijn als volgt: haven exemplaren/h/80 m², Eems-estuarium exemplaren/h/80 m², Doekegat exemplaren/h/80 m². Deze bevinding is hoofdzakelijk terug te voeren op de haring. Deze was met afstand de meest voorkomende soort en dus sterk bepalend voor de totaalcijfers. Gemiddeld werden in de haven >9.400 exemplaren/h/80 m² van de haring gevangen. De hoeveelheden in beide andere deelgebieden waren veel geringer: <2.400 exemplaren/h/80 m². De haring was daarmee ook in het Doekegat en bij het onderzoeksstation Eems-estuarium de meest voorkomende soort. Een hele reeks soorten werd buiten de haven vaker aangetroffen. Hiertoe behoorden met name sprot, wijting, grondel, kleine zeenaald en slakdolf. Sprot kwam met name bij het station Eemsestuarium het meest voor: ongeveer 140 exemplaren/h/80 m². Bekeken vanuit de verschillende seizoenen, werden in de zomer van 2008 (augustus, exemplaren/h/80 m²) en de herfst van 2008 ( exemplaren/h/80 m²) de grootste aantallen gevangen. In de andere perioden werd, met aantallen (herleid naar de standaardeenheid exemplaren/h/80m2) tussen de en exemplaren/h/80 m², aanmerkelijk minder gevangen. Tussen april en juni 2009 waren de aantallen het laagst: 83 tot exemplaren/h/80 m². Dit seizoenspatroon werd in alle deelgebieden waargenomen.

13 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 11 II) Eieren en larven In het onderzoeksgebied werden in totaal 14 verschillende larvensoorten aangetroffen. In de haven waren dat er 10. Dit verschilde amper van de andere onderzoeksgebieden (10 en 11). Visseneieren werden niet gevonden. De grootste larvendichtheid (tot 2,7 exemplaren/m3, augustus 2008) en de laagste larvendichtheid (maart tot mei 2009, gemiddeld 0,15 exemplaren/ m3) werden onafhankelijk van de diverse onderzoeksgebieden geconstateerd. In de loop van het onderzoek werd een verwachte, seizoensbepaalde verandering waargenomen in de samenstelling van de groepen larven. Deze verandering had alles te maken met de verschillende paaiperiodes van de diverse soorten. Over de volledige onderzoeksperiode bekeken, werd in de Wilhelminahaven met grote plaatselijke en tijdelijke variabiliteit in totaal de laagste larvendichtheid geconstateerd. Bezien over de totale onderzoekstijd, lagen de aantallen ongeveer de helft lager dan buiten de haven. De in de haven het meest gevangen vislarven behoorden tot de soorten: kleine zeenaald, grondel en diverse exemplaren van de Clupeidae familie (haring en sprot). Geep, tarbot en griet kwamen niet veel voor en werden alleen in de haven gevangen. Op grond van hun sporadische aanwezigheid, zouden we hier van toevalstreffers kunnen spreken. In tegenstelling tot bij de andere onderzoeksstations, werd in de haven geen tong gevangen. III) Dag- en nachtbevissingen Het onderzoek leverde verschillen op in diversiteit en hoeveelheden bij dag- en nachtbevissingen. In het donker werd, in vergelijking met overdag, duidelijk een grotere diversiteit aangetroffen, bij zowel juveniele als volwassen vissen. De geconstateerde verschillen in hoeveelheid waren, met name doordat er geen regelmaat was in het patroon van dag- en nachtbevissingen, niet eenduidig waar te nemen. Dat geldt met name voor de dichtheid van de vislarven. De steekproeven die gedaan zijn bieden niet de mogelijkheid om een eensluidende uitspraak te doen over de verschillen tussen dag- en nachtbevissingen. Wel is duidelijk, dat s nachts soms hogere aantallen waar te nemen zijn. Algemeen bezien, overstijgt dit echter niet de aantallen die overdag voorkomen.

14 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page Eems-estuarium Zowel Nuon Power Generation als RWE zijn van plan aan de Wilhelminahaven (onderdeel van het Eemshavengebied) een elektriciteitscentrale te bouwen. De door Nuon geplande centrale zal MWe gaan produceren en per seconde 45 m³ koelwater uit het havenbekken onttrekken. De centrale van RWE heeft MWe capaciteit en zal ook koelwater aan de Wilhelminahaven onttrekken: tot 65 m³ per seconde. In totaal zullen beide centrales dus per seconde maximaal 110 m³ koelwater uit de haven onttrekken. Het havengebied van de Eemshaven ligt vlakbij een aantal Natura 2000 gebieden, waarvan vissen een belangrijk beschermd onderdeel vormen. In die gebieden geldt een nadrukkelijke bescherming van de vissoorten zeeprik, rivierprik en fint. De monding van de Eems (het Eems-estuarium) is naar ecologische begrippen een overgangszone tussen een zoetwater- en een zoutwatergebied. Kenmerkende eigenschap van zo n overgangszone is, dat daarin leefgebieden van beide zones voorkomen. Er worden echter ook unieke, alleen in estuare gebieden voorkomende leefgebieden aangetroffen (Witt 2004). De Eems heeft een oppervlakte van ongeveer 500 km². De door het getij beïnvloede zoetwaterzone omvat ongeveer 37 km². Geografisch gezien, zijn de volgende onderdelen te onderscheiden: een bovenloop die veel gelijkenis vertoont met een rivier, tussen de getijdendam bij Hebrum en Pognum (in de buurt van Emden) en de Dollard (een flauwe bocht, deels afgesloten door de Geisedamm). Vanaf de Dollard strekt zich het middelste, trechtervormige deel uit, dat stroomafwaarts tot de Eemshaven reikt. Vanaf hier gaat het estuarium geleidelijk over in de Waddenzee. Het deel vanaf Papenburg tot aan de monding van het estuarium is officieel ingedeeld in kilometers. Bij Papenburg begint het met kilometer 0. Bij kilometer 13 ligt Hebrum met de zich daar bevindende getijdendam. Tussen kilometer 35 en 53 verbreedt de Dollard zich meer en meer (10 x 10 km). Het eiland Borkum ligt bij kilometer 90. Het Eems-estuarium laat een voor estuaria kenmerkend verloop van het zoutgehalte in het water zien. Dat is het resultaat van de vermenging van zoet en zout water. De hoeveelheden zoet en zout water variëren plaatselijk bijna voortdurend zeer sterk, onder invloed van wind en het getij. In principe zijn, uitgaande van het Venice System, in de Eems de volgende zoutgehaltezones te onderscheiden (IBL 1997): Zoet water: tussen km 9 (Hebrum) en km 20 (Critzum) (zoutgehalte < 0.5 promille) Oligohalien of zwak brak: tussen km 20 en 30 (Oldersum) (zoutgehalte promille) Mesohalien of brak: tussen km 30 en 51 (Knock) (zoutgehalte 5 18 promille) Polyhalien of sterk brak: tussen km 51 en km 97 (Borkum) (zoutgehalte promille) Euhalien of zout: richting zee, vanaf kilometer 97 (Borkum) (zoutgehalte promille) Grote delen van het estuarium vallen, door hun hoge ecologische waarde, onder diverse milieubeschermingsmaatregelen. Ze zijn aangewezen als beschermd natuurgebied in het kader van

15 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 13 Natura 2000, of als Nationaal Park. De Eemshaven zelf valt echter buiten de Natura 2000 gebieden. De Eemshaven en de aangrenzende gebieden, die object van studie waren in dit onderzoek, liggen aan de zeezijde van het buitenste deel van het estuarium, in het polyhalien gebied (Afbeelding 1). Afbeelding 1: Overzicht van het Eems-estuarium. Onderzoeksgebied rood omkaderd. Bron: Google Earth.

16 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page Doelstelling, materiaal en methoden Tussen juli 2008 en juni 2009 werd 14 keer onderzoek gedaan naar zowel de aanwezigheid van juveniele en volwassen vissen als naar de aanwezigheid van viseieren en vislarven: 11 keer overdag en 3 keer s nachts (Tabel 1). Voor het vangen van de juveniele vissen en het verzamelen van visseneieren en larven, werden gangbare methoden toegepast. Er werd gebruik gemaakt van een aangepast kuilnet voor juveniele vis en van bongonetten voor viseieren en -larven. In totaal werden met elk vangapparaat 14 onderzoekscampagnes uitgevoerd. Voornaamste doelstelling van deze studie is om de Wilhelminahaven als mogelijk paai- en opgroeigebied 1 voor vissen te evalueren. Daarvoor zijn de volgende subdoelstellingen geformuleerd: In hoeverre functioneert de Wilhelminahaven als paai- en opgroeigebied (* 1 ) voor vissen, in vergelijking tot soortgelijke gebieden buiten de haven. Hiervoor was het nodig om onderzoek te doen naar de leeftijdsopbouw van de diverse aanwezige vissensoorten binnen en buiten de haven. Het vastleggen van de samenstellingen en de aantallen van de diverse groepen vissen, alsook de variaties die per seizoen in de haven optreden. Deze gegevens vormen de basis voor het ontwerp van mogelijke maatregelen ter vermindering van de inzuiging van vissen met het koelwater. De focus lag in het onderzoek ook op de Natura 2000-soorten zeeprik, rivierprik en (in het bijzonder) fint. Buro Bakker constateerde in de Passende Beoordeling dat het onwaarschijnlijk is dat het aantal ingezogen exemplaren een negatief effect zal hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van deze soorten. Op Afbeelding 2 staan de onderzochte gebieden aangegeven. Voor het station Eems-estuarium werd gekozen, omdat daardoor een vergelijking mogelijk zou zijn tussen het havengebied en de aangrenzende Eems. De haven kenmerkt zich met name anders, doordat er praktisch geen stroming staat ten opzichte van de aangrenzende Eems. Het station Doekegat deed dienst als verderweg gelegen referentiegebied. Onderzoek werd gedaan vanaf de krabbenkotter Comet, van eigenaar Ralph van Osten. * 1 Onder paai- en opgroeigebieden worden habitats verstaan, die voor de ontwikkeling van de soort van essentieel, dan wel levensbelang zijn. Voor vissen zijn in de zeer gevarieerde leefgebieden van estuaria alle functionaliteiten voorhanden. De bovengenoemde ecologische functies zijn daarbij voor elke soort anders. Estuaria (respectievelijk bepaalde delen) zijn voor estuarische vissen (inclusief trekkende soorten, zoals de spiering en de fint) van groot belang als paai- en opgroeigebied. Voor andere zeedieren (onder andere haring, schol en schar) is het estuarium erg belangrijk als opgroei- en voedingsgebied.

17 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page Basis- en abiotische parameters Behalve de resultaten van de gevangen vissen, werden ook andere cijfers vastgelegd, zoals fase van het getij, moment van het uitzetten en inhalen van het net, de actuele waterdiepte, de stroomsnelheid, windrichting en windkracht. Deze cijfers zijn vermeld in Bijlage 3. Afbeelding 2: Situering van de onderzoeksstations in de Wilhelminahaven en buiten de haven (Eems-estuarium en Doekegat) in de periode juli 2008 juni Tabel 1: Overzicht onderzoeksperioden van juli 2008 tot juni Month Stow net by day Bongo net by day Stow net by night Bongo net by night Juli August September / / October November February

18 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 16 March / / April May May/Juni / / Juni De onderzoekscampagnes vonden in maandelijkse intervals plaats, met deze intervals is het mogelijk seizoensafhankelijke veranderingen, en het voorkomen van larven over het jaar te traceren. Tijdens elke onderzoekscampagne vonden 9 vangsten (3 aan ieder station) met het kuilnet plaats, verdeeld over de gehele getijdecyclus. Met het Bongonet werden tijdens elke campagne 27 onderzoeksvangsten uitgevoerd, waarbij steeds op ieder station 3 parallelle proefvangsten gedaan werden: in de bovenste, de middelste en de onderste waterlaag. (zie ook paragraaf 2.2.1) De metingen van de specifieke fysieke en chemische waarden (watertemperatuur, geleidingsvermogen, zuurstofgehalte en ph-waarde) werden verricht met een multimeetapparaat van de firma Yellow Springs. De actuele waterdiepte werd gemeten met het echolood van het schip. Het watervolume dat werd bevist, werd bepaald met een doorloopmeter van de firma Hydrobios, die werd bevestigd aan het frame van het gebruikte net. 2.2 Steekproeven naar juveniele en volwassen vissen met het kuilnet Teneinde onderzoek te kunnen doen naar juveniele en volwassen vissen, werd een aangepast kuilnet toegepast (Afbeelding 3), dat bij alle 3 de onderzoeksstations gebruikt kon worden. Optimale vergelijkbaarheid van de cijfers was daardoor gewaarborgd. Het net had een frameoppervlak van 18 m² (3 x 6 m). De maaswijdte was 10 mm. Door de verschillende omstandigheden in de haven (amper getijdestroom) en buiten de haven (Eems-estuarium en Doekegat, met sterke getijdestromen) kon geen gebruikelijk kuilnet ingezet worden, zoals dat ook in de visserij wordt toegepast. Normaal gesproken wordt zo n net passief in de getijdestroom gehangen. In de haven was het echter nodig om, door het ontbreken van stroming, het net langzaam door het water te slepen, wat met het aangepaste kuilnet mogelijk was. Bij beide andere onderzoeksstations werd het net, zoals een standaard kuilnet, in de getijdestroom gehangen. Bij alle stations werd voor het vissen de diepte aangehouden waarop ook de onttrekking van koelwater zal gaan plaatsvinden (gedetailleerde cijfers over de diepte waarop gevist werd vindt u in Bijlage 3). Het net werd ongeveer 30 minuten uitgezet. Bij elk station werden telkens 3 vangsten gedaan. De resultaten van de vangst met het kuilnet werden meteen genoteerd bij het aan boord brengen van de vis. De vis werd per soort onderverdeeld en de aantallen en het totaalgewicht per soort werden vastgelegd. Voor de Pomatochistus minutus en de P. Iozanoi zijn geen geldige

19 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 17 onderscheidscriteria voorhanden. Deze twee soorten zijn daarom als één geclassificeerd. Er kan bijna zeker worden aangenomen, dat het hierbij met name gaat om P. minutus omdat deze in het gebied veel vaker voorkomt. Er valt echter niet uit te sluiten dat er enkele exemplaren van P. Iozanoi zijn gevangen. Vervolgens werd de lengte van de vissen bepaald, met een afronding op de centimeter naar beneden. Bij grote vangstaantallen werd een representatieve steekproef gedaan, waarvan dan vervolgens de resultaten voor de totale vangst gebruikt werden. Om de resultaten van de diverse vangsten met elkaar te kunnen vergelijken, werd een standaard ingesteld van aantallen exemplaren per uur per 80 m² oppervlak van de netopening. Deze standaard wordt ook binnen de EU-Kaderrichtlijn Water toegepast. Een tabel met de ruwe gegevens treft u aan in Bijlage 6 (aantal exemplaren en biomassa per vangst en station in de gestandaardiseerde eenheid (hoeveelheid / h/80 m²) en aantal exemplaren en biomassa per m³. Afbeelding 3: Onderzoeksinstrument: aangepast kuilnet

20 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page Steekproeven naar eieren en larven met het bongonet Veldonderzoek Voor het onderzoek naar eieren en vislarven werd op alle 3 de onderzoeksstations gebruik gemaakt van een bongonet. De twee cirkelvormige openingen van het net hadden beide een doorsnee van 0,5 meter. Het net was 2.5 meter lang. De mazen hadden een opening van 500 µm (Afbeelding 4). Al eerder werden met dit net, onder meer bij onderzoek in de Weser en in de Eems (onder andere BIOCONSULT 2006, 2007) goede resultaten behaald. Voor de onderhavige studie werden bij elk onderzoeksstation 3 parallelle proefvangsten gedaan: steeds in de bovenste, de middelste en de onderste waterlaag. In totaal kwamen we daarbij dus uit op 9 vangsten per station. De tijdsduur van één enkele vangst was 3 minuten. De doorstroming werd met een doorstroommeter bepaald. Deze was in het midden van het net aangebracht. De vangst werd telkens meteen na het aan boord brengen uitgezeefd (maaswijdte 500 µm) en geconserveerd in 96% ethanol. De soortindeling van de vislarven werd in het laboratorium gedaan. Afbeelding 4: Bongonet

21 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page Laboratoriumonderzoek In het laboratorium werden eerst de vislarven gescheiden van het restmateriaal dat na het zeven nog aanwezig was. Vervolgens werden de larven op taxonomisch niveau ingedeeld: familie, klasse of soort. Voor deze taxonomische onderverdeling werd gebruik gemaakt van: EHRENBAUM (1894, 1964), FRICKE (1987), HALBEISEN (1988), HASS (1969), RUSSELL (1976), SCHEFFEL (1989) en DIEKWISH (1987). 2.4 Literatuuronderzoek Om goed te kunnen inschatten wat de ecologische betekenis van de haven kan zijn voor de vissen in de Eems, werd aanvullend op de onderzoeken naar de visstand, literatuuronderzoek gedaan. Daarbij werd met name gekeken naar het belang dat open getijdehavens in estuaria kunnen hebben voor vissen. Er is gebruik gemaakt van de databanken van ASFA (Aquatic sciences and fisheries abstracts) en het ISI Web of Knowledge (web of science).

22 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page Validatie vangstmethode (kuilnet) Algemeen Voor het vangen van de juveniele en volwassen vissen werd, zoals hiervoor al beschreven, geen commercieel visgerei gebruikt. In plaats daarvan werd eigen visgerei gebruikt, dat zowel geschikt was voor de plaatselijke omstandigheden, alsook om aan de doelstellingen van de opdracht te voldoen. Doel was, om pelagische vissen te vangen in de buurt van de geplande koelwaterinname. In de commerciële visvangst worden deze vissen voornamelijk gevangen met kotters voorzien van een kuilnet. De methode wordt ook gebruikt voor de bilaterale (Nederlands-Duitse) fish monitoring of the Water Framework Directive (WFD = Kader Richtlijn Water). Het vissen met het kuilnet is een passieve vismethode, waarbij gebruik wordt gemaakt van de getijdestroming. Het schip ligt voor anker en het net wordt in de stroming gehangen, waardoor de waterstroom als het ware gefilterd wordt. Het oppervlak van zo n kuilnet bedraagt (afhankelijk van de grootte van de kotter) 90 tot 150 m². Omdat in de haven amper mogelijkheden waren om voor anker te gaan en ook omdat de benodigde stroming er ontbrak, was het niet mogelijk om daar een gewoon kuilnet te gebruiken. Daarom werd een speciaal, klein kuilnet (stow net) vervaardigd, dat zowel op de conventionele manier (passief, gebruikmakend van de getijdestroom), alsook actief kon worden ingezet (namelijk: door het langzaam door het water te slepen en zo de stroming na te bootsen). Op deze manier was gebruik in de haven, ondanks het ontbreken van de getijdestroming, mogelijk. Met inachtneming van enkele beperkingen, is deze aangepaste kuilnetvangstmethode het best te vergelijken met de gebruikelijke methode. Opmerking: als alternatief voor het commerciële kuilnet zou je ook aan de boomkor kunnen denken. De boomkor is echter met name bedoeld voor het vangen van op de bodem levende vissen. Die soorten zijn voor het onderzoek minder belangrijk, omdat de koelwaterinname ongeveer 6 meter boven de bodem zal plaatshebben. De met een boomkor gevangen pelagische vissen geven geen representatief beeld. Test (voor het begin van het onderzoek) Voordat het nieuwe kuilnet daadwerkelijk voor onderzoek werd gebruikt, werden eerst diverse praktijktesten gedaan op toepasbaarheid en vangstresultaat. Die testen gaven aanleiding om enkele optimalisaties aan het net door te voeren. Zo bleek het nodig om het gewicht te verhogen, waardoor het kuilnet beter vertikaal in de stroming gehangen (en gehouden) kon worden en daardoor de vangstresultaten niet ongunstig beïnvloed werden door de stroming. Aanvullend aan het vissen met het net, werden de vangstresultaten vergeleken met het beeld dat tegelijkertijd werd gegeven door het echolood (fishfinder) aan boord van het schip. Deze vergelijkingen vertoonden kwalitatief geen opvallende verschillen. Leverde het kuilnet een grote vangst op, dan toonde het signaal van het echolood ook een hoge visdichtheid aan. Bij mindere vangst toonde ook het echolood minder aanwezigheid van vis. Volgens de resultaten van de testen is onze conlusie, dat het gewijzigde kuilnet geschikt is om de gegevens voor de beantwoording van de doelstelling te genereren.

23 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 21 Verdere validaties Voor het onderzoek werden met het kuilnet, verspreid over diverse gebieden én verdeeld over een lange periode, diverse hoeveelheden vis gevangen (zie Hoofdstuk 4). Om er achter te komen of deze natuurlijke variabiliteit, behalve door de territoriale en tijdgebonden factoren, mogelijk ook door de toegepaste vangsttechniek zou worden beïnvloed, werd gebruik gemaakt van informatie van het LNV (inspectieschip De harder). Die cijfers werden verkregen via hydro-akoestisch onderzoek met echolood, maar werden niet systematisch vastgelegd. Toch kon er een algemene overeenkomst uit worden afgeleid met de variabiliteit aan vis die met het kuilnet in de haven was gevangen. Volgens de gegevens van het LNV komen op sommige dagen tijdelijk grote scholen vis voor in de haven. Een continue hoge visdichtheid in de haven kon uit de cijfers van het LNV niet worden vastgesteld. Als aanvulling op de informatie van LNV werden tijdens de onderzoeksperiode ook enkele eigen echoloodtrajecten gevaren door de hele haven. Daarbij werden gegevens vastgelegd over de verspreiding van de vis per periode en per plaats. De resultaten zorgden voor de volgende inzichten: Er kon niet geconcludeerd worden dat vissen een voorkeur hadden voor een bepaald deel van de haven; de waargenomen variabiliteit in de diverse delen van de haven vertoonde geen duidelijk systematisch patroon dat wil zeggen plaatsen met constant buitengewoon veel vis werden niet waargenomen. De betekenis van tijdelijke variabiliteit; Soms kwam er tijdelijk een beduidende variatie in de hoeveelheid vis voor. Zo werd waargenomen dat binnen de relatief korte tijd van 6 uur de signaaldichtheid toenam, doordat blijkbaar vissen de haven binnenkwamen. Over het algemeen bevestigt het resultaat van het varen van het echoloodtraject de met het kuilnet aangetoonde variabiliteit. Er zijn geen bewijzen gevonden van duidelijke afwijkingen (bijvoorbeeld een door het echolood aangetoonde grote hoeveelheid vis, maar een kleine vangst) die tot een onderschatting van de visdichtheid in de haven zou kunnen leiden. De geconstateerde variabiliteit (die sterk bepaald werd door de in tijd en ruimte wisselende verdeling van de in aantallen sterk dominerende haring; (zie paragraaf 4.2.3) is ons inziens niet het resultaat van de vangstmethode, maar wordt over het algemeen bepaald door seizoensafhankelijke en kortdurende verplaatsingen van vissen.

24 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page Resultaten 4.1 Standaard en abiotische parameters Hierna treft u een selectie aan van fysische en chemische parameters, die een beeld geven van de algemene omstandigheden waaronder het onderzoek plaatshad. In Bijlage 5 zijn alle gedocumenteerde abiotische parameters in detail vastgelegd. De watertemperatuur wisselde, zoals verwacht, per seizoen. Er werd een verloop waargenomen van zomerse temperaturen van ongeveer 20º C (juli en augustus) tot ongeveer 5º C in november. De laagste temperatuur werd gemeten in februari: 1 tot 2º C. In de loop van het voorjaar liep de temperatuur geleidelijk op tot ongeveer 17º C in de vroege zomer (juni). De verschillen tussen de onderzoeksstations waren minimaal (Afbeelding 5). Tijdens de volledige onderzoeksperiode, van juli 2008 tot juni 2009, werd in totaal een relatief hoog zuurstofgehalte gemeten: > 7 mg/l (geen probleem voor vissen). s Zomers werd in de haven een iets hoger zuurstofgehalte gemeten dan bij de andere stations (Afbeelding 5) Harbour Ems Estuary Doekegat Harbour Ems Estuary Doekegat 26,0 13,0 water temperature [ C] 21,0 16,0 11,0 6,0 12,0 11,0 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 oxygen [mg/l] 1,0 5, daytime nighttime daytime nighttime Afbeelding 5: Watertemperatuur (ºC) en Zuurstofgehalte (mg/l) bij de onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium en Doekegat); onderzoeksperiode juli 2008 juni 2009 (gemiddelden). Lijn onderbroken waar geen tussentijdse metingen werden verricht.

25 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 23 Het zoutgehalte van het water liep tijdens het onderzoek uiteen tussen 18 en 29 psu (*). Daarbij was de variabiliteit tijdens de periode juli-november 2008 kleiner dan in het voorjaar Over het algemeen was het zoutgehalte in de haven iets minder. Tijdens de proefperiode in februari (en met name in maart dag en nacht) werd een in verhouding lager zoutgehalte van circa 19 psu (*) gemeten. De reden daarvoor is niet duidelijk. Wellicht leverde de rivier op dat moment bovenstrooms meer water af dan gebruikelijk (Afbeelding 6). *psu= Practical Salinity Unit Harbour Ems Estuary Doekegat 31,00 29,00 27,00 salinity [psu] 25,00 23,00 21,00 19,00 17,00 15, daytime nighttime daytime nighttime Afbeelding 6: Zoutgehalte (psu) bij de onderzoeksstations (Haven, Eems-estuarium en Doekegat); onderzoeksperiode juli 2008 juni 2009 (gemiddelden). 4.2 Soortensamenstelling juveniele en volwassen vissen Beschermingsstatus Volgens de lijst van de Nederlandse Flora- en faunawet (Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten) en volgens de Europese Habitatrichtlijn, zijn Lampetra fluviatilis (rivierprik) en Petromyzon marinus (zeeprik) belangrijke soorten. Drie soorten die in het kader van dit onderzoek gevangen werden staan op de Rode Lijst NL vissen. Ze vallen respectievelijk onder de

26 NUON/RWE: Aanwezigheid van vissen en vislarven in de Wilhelminahaven, Eemshaven Page 24 categorie ernstig bedreigd : Aphia minuta (glasgrondel) en de categorie kwetsbaar : Pholis gunellus (botervis) en Galeorhinus galeus (ruwe haai) Aantal soorten (per onderzoeksstation) Het aantal per soort varieerde per tijdstip en gebied vaak enorm. Geen van de onderzoeksstations viel in de loop van het onderzoek evenwel op door structureel afwijkende, hogere of lagere cijfers. 9 Harbour Ems Doekegat 8 7 number of species July Aug Sept Oct Nov Feb Mar Apr May 1 May 2 June Afbeelding 7: Totaal van de diverse soorten in de Eems bij de onderzoeksstations Haven, Eems-estuarium en Doekegat, uitgesplitst per maandelijks onderzoek tussen juli 2008 en juni Wel lieten de onderzoeksstations ten opzichte van elkaar afwijkende cijfers zien met betrekking tot het aantal verschillende soorten. Uit de cumulatieve analyse van alle vangsten blijkt, dat in het Doekegatgebied het grootste aantal verschillende soorten werd gevangen (21). Een vergelijkbaar aantal (20) zien we voor het onderzoeksstation Eems-estuarium, direct voor de havenmond. In de haven werden beduidend minder verschillende soorten gevangen (14). Zes soorten werden uitsluitend bij het onderzoeksstation Doekegat gevangen; vier alleen bij het station Eemsestuarium. Slechts één soort werd uitsluitend in de haven gevangen. In kwalitatieve zin werden beperkte plaatselijke verschillen vastgesteld. Lampetra fluviatilis, Gadus morhua, Pholis gunellus, Chelidonichthys lucernus, trisopterus Luscus en de haaiensoort Galerhinus galeus werden bijvoorbeeld alleen maar in het Doekegat gevangen; de soorten Ciliata mustela, Dicentrarchus labrax, Liza ramada en Arnoglossus alleen maar bij het station Eems-estuarium. In de haven kwam maar één soort exclusief voor: Aphia minuta (Tabel 2).

Dr. G.W.N.M. van Moorsel Postbus AC Doorn. Project nummer: Handtekening:

Dr. G.W.N.M. van Moorsel Postbus AC Doorn. Project nummer: Handtekening: Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 97 AB IJmuiden AB Yerseke Tel.: 55 5666 Tel.: 5778 Fax.: 55 566 Fax.: 5777 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl RIVO Rapport Nummer:

Nadere informatie

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Bemonstering, vaststellen ecologisch effect, aanvragen ontheffing Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij

Nadere informatie

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

Maatlat vissen in estuaria KRW watertype O2

Maatlat vissen in estuaria KRW watertype O2 Maatlat vissen in estuaria; KRW watertype O2 Maatlat vissen in estuaria KRW watertype O2 juni 2008 Projectnummer P2008-86 Jan Kranenbarg (RAVON) & Zwanette Jager (RWS Waterdienst) 1 Reptielen Amfibieën

Nadere informatie

Fint in rivieren en IJsselmeer

Fint in rivieren en IJsselmeer Indicator 9 mei 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De fint is een trekvis die in de

Nadere informatie

Trekvissen in Natura2000 gebieden. Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes

Trekvissen in Natura2000 gebieden. Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes Trekvissen in Natura2000 gebieden Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes martin.kroes@tauw.nl Inhoud Achtergrond Natura2000 Bijlage IV HR Relatie met Flora- en Faunawet Bijlage V HR Relatie met Visserijwet

Nadere informatie

Intercalibratie NL KRW-vismaatlat voor overgangswateren

Intercalibratie NL KRW-vismaatlat voor overgangswateren Intercalibratie NL KRW-vismaatlat voor overgangswateren Vissennetwerk, 7 oktober 2010 Zwanette Jager [ZiltWater Advies] Mede namens RWS - Waterdienst EuropeseKaderrichtlijnWater(2000) Stroomgebieden: Rijn,

Nadere informatie

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Mei 2007 Versie 1 door: Kemper, Jan H. Statuspagina Statuspagina Titel Biomassaschatting van de pelagische

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Vis in de Waddenzee wat vertelt de monitoring ons (en wat niet)? 6 april, Ingrid Tulp & Loes Bolle

Vis in de Waddenzee wat vertelt de monitoring ons (en wat niet)? 6 april, Ingrid Tulp & Loes Bolle Vis in de Waddenzee wat vertelt de monitoring ons (en wat niet)? 6 april, Ingrid Tulp & Loes Bolle Waddenzee als opgroeigebied Residente (standvis)soorten: hele levenscyclus in Waddenzee Trekvis: op doortrek

Nadere informatie

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,

Nadere informatie

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Aan: Van: Kopie: M. de Visser (Kubiek Ruimtelijke Plannen) F.A. van Meurs (Ecoresult) L. Boon (Ecoresult)

Nadere informatie

Kenniskring garnaal NO

Kenniskring garnaal NO Kenniskring garnaal NO Introductie KK & bijvangsten Lauwersoog 9 oktober 2015 Europees Visserijfonds: Investering in duurzame visserij AGENDA 13:00 Kennismaking en verwachtingen 13:15 Aanlandplicht, wat

Nadere informatie

edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring

edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring De toepassing van de edna methode in stromend water Wouter Patberg - 9 april 2015 - Vissennetwerk Inleiding edna de edna methode in een notendop e staat

Nadere informatie

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. Kuilen op de Westerschelde. Data rapport P.C. Goudswaard & M. van Asch. Rapport C129/14

IMARES Wageningen UR. Kuilen op de Westerschelde. Data rapport P.C. Goudswaard & M. van Asch. Rapport C129/14 Kuilen op de Westerschelde Data rapport 2014 P.C. Goudswaard & M. van Asch Rapport C129/14 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Opdrachtgever: Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013

Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013 Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal Jasper Arntz 6 juni 2013 Inhoud Karakteristieken Julianakanaal Grensmaasproject Effecten van vertroebeling Abiotische monitoring Biotische

Nadere informatie

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Wouter Patberg (Koeman en Bijkerk), Jan Warmink (Sylphium molecular ecology), Hans Ruiter (Rijkswaterstaat), Bart Wullings, Edwin Kardinaal (KWR Watercycle

Nadere informatie

Statistische variabelen. formuleblad

Statistische variabelen. formuleblad Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete

Nadere informatie

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling RSG DE BORGEN Anders varen Informatie voor de leerlingen Inhoud 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling [1] RSG de BORGEN Anders varen [Technasium] mei 2017 1 DE OPDRACHT

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat - Waterdienst T. a. v. Dhr. P. Bot Postbus 17 8200 AA Lelystad

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat - Waterdienst T. a. v. Dhr. P. Bot Postbus 17 8200 AA Lelystad Vismonitoring 29, Overgangswater: Westerschelde en Zoute Meren: Veerse meer P.C. Goudswaard & I.J. de Boois Rapport C13B/9 IMARES Wageningen UR (IMARES - institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Nadere informatie

edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch

edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch edna en monitoring van trek- en estuariene vissen in het NZK Bas van den Boogaard & Martijn Dorenbosch Opbouw presentatie Visgemeenschap in het NZK: (Bas van den Boogaard) - monitoring en visserijtechnieken,

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming

Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming Dick Bal, Ministerie van LNV (senior beleidsmedewerker Natuur, Directie Kennis) 1 Nationaal natuurbeleid voor

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. Kuilen op de Westerschelde. Data rapport P.C. Goudswaard & M. van Asch Rapport C165/13

IMARES Wageningen UR. Kuilen op de Westerschelde. Data rapport P.C. Goudswaard & M. van Asch Rapport C165/13 Kuilen op de Westerschelde Data rapport 2013 P.C. Goudswaard & M. van Asch Rapport C165/13 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Opdrachtgever: Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Waterdienst. Nadere analyse van de effecten van koelwateronttrekking op vis. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2.

Rijkswaterstaat Waterdienst. Nadere analyse van de effecten van koelwateronttrekking op vis. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. Rijkswaterstaat Waterdienst Nadere analyse van de effecten van koelwateronttrekking op vis van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland St. Zeeschelp M. Dubbeldam Waterschap Zeeuwse Eilanden W. Quist Inhoudsopgave Waterschap Zeeuwse Eilanden Beleidskader (kort) Huidige situatie Gewenste beeld Maatregelen

Nadere informatie

NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN

NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN Opdrachtgever Stichting Natuur & Milieu Educatie Zaanstreek Postbus 223 1500 EE Zaandam Telefoon: 075-6312020 Fax: 075-6312468 E-mail: info@nme-zaanstreek.nl Samenstelling Natuuratlas

Nadere informatie

Inzet van vrijwilligers voor deopvolging van de visfauna in de Zeeschelde

Inzet van vrijwilligers voor deopvolging van de visfauna in de Zeeschelde Inzet van vrijwilligers voor deopvolging van de visfauna in de Zeeschelde Vissennetwerk Lelystad 22 november 27 Maarten Stevens Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25 17 Brussel www.inbo.be

Nadere informatie

Ecologische basiskaarten voor de Nederlandse mariene wateren ten behoeve van advisering bij crisismanagement

Ecologische basiskaarten voor de Nederlandse mariene wateren ten behoeve van advisering bij crisismanagement Ecologische basiskaarten voor de Nederlandse mariene wateren ten behoeve van advisering bij crisismanagement Selectie vissen Ilse De Mesel, Carola van Zweeden, Remment ter Hofstede Rapport C085/07 Wageningen

Nadere informatie

paling onderzoek Prosea Eerste leerjaar

paling onderzoek Prosea Eerste leerjaar paling onderzoek Prosea Eerste leerjaar http://vistikhetmaar.nl/lesprogramma/paling-onderzoek/ Introductie op het lesprogramma Docent: Jerry Lust Contact: jerry@prosea.info PALING ONDERZOEK 2 / 15 Lesmodules

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. Kuilen op de Westerschelde. Data rapport Kees Goudswaard & Margriet van Asch. Rapport nummer C145/15

IMARES Wageningen UR. Kuilen op de Westerschelde. Data rapport Kees Goudswaard & Margriet van Asch. Rapport nummer C145/15 Kuilen op de Westerschelde Data rapport 2015 Kees Goudswaard & Margriet van Asch Rapport nummer C145/15 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Opdrachtgever:

Nadere informatie

1. Algemene meteorologische situatie

1. Algemene meteorologische situatie Koninklijk Meteorologisch Instituut Wetenschappelijke Dienst meteorologische en klimatologische Inlichtingen Ringlaan, 3 B-1180 Brussel Tél.: +32 (0)2 373 0520 Fax : +32 (0)2 373 0528 Vlaamse Overheid

Nadere informatie

De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn. André Breukelaar.

De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn. André Breukelaar. De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn André Breukelaar RWS Kierbesluit juni 2000 Haringvlietsluizen -bij voldoende Rijnafvoerook bij

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

Ankerkuilmonitoring Westerschelde: resultaten Auteurs: I.J. de Boois, M. van Asch, A.S. Couperus. Wageningen Marine Research Rapport C113/16

Ankerkuilmonitoring Westerschelde: resultaten Auteurs: I.J. de Boois, M. van Asch, A.S. Couperus. Wageningen Marine Research Rapport C113/16 Ankerkuilmonitoring Westerschelde: resultaten 2016 Auteurs: I.J. de Boois, M. van Asch, A.S. Couperus Wageningen Marine Research Rapport C113/16 Ankerkuilmonitoring Westerschelde: resultaten 2016 Auteur(s):

Nadere informatie

Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen. Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck

Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen. Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck Vissennetwerk 7 september 2017 Indeling Levenscyclus Situatie in Vlaanderen

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR

IMARES Wageningen UR Kuilen op de Westerschelde data rapport 2012 P.C. Goudswaard & M. van Asch Rapport C107/12 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Opdrachtgever: Waterdienst

Nadere informatie

NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen

NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen NVO's en vis Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen Amersfoort, 24 november 2011 Carlo Rutjes & Michelle de la Haye Scoren met natuurvriendelijke

Nadere informatie

SUNDISC HET RENDEMENT

SUNDISC HET RENDEMENT SUNDISC HET RENDEMENT Rendement SunDisc zonnecollector systeem. Jarenlange ervaring en ontwikkeling door SunDisc Solar Systems BV hebben van het huidige type SunDisc zonne-energie systeem een hoogwaardig

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018

Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018 Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 In opdracht van: Sportvisserij Zuidwest Nederland Uitgevoerd

Nadere informatie

Joachim Maes Katholieke Universiteit Leuven Laboratorium voor Aquatische Ecologie 03 december 2004

Joachim Maes Katholieke Universiteit Leuven Laboratorium voor Aquatische Ecologie 03 december 2004 Het visbestand van de Zeeschelde: actuele toestand en trends op basis van vismonitoring Joachim Maes Katholieke Universiteit Leuven Laboratorium voor Aquatische Ecologie december Vismonitoring in het Schelde

Nadere informatie

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Victor N. de Jonge, november 2013 Het Eems estuarium vormt ecologisch gezien één groot geheel, maar dat

Nadere informatie

Internationale Scheldecommissie (ISC) Arnould Lefébure

Internationale Scheldecommissie (ISC) Arnould Lefébure Internationale Scheldecommissie (ISC) Arnould Lefébure Inhoud van het Master Plan (1/2) Hfstk.1: Context (hydrografisch, historisch, wettelijk en bestuurlijk) Hfstk.2: Aanwezigheid trekvissen in het Scheldedistrict

Nadere informatie

Wageningen IMARES Harder en zeebaars

Wageningen IMARES Harder en zeebaars Harder en zeebaars Biologie en visserij in Nederland en Europa Tammo Bult, Floor Quirijns, Harriët van Overzee, Stijn Bierman is een samenwerkingsverband tussen Wageningen UR en TNO Harder en Zeebaars

Nadere informatie

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167 Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke 1790 AD Den

Nadere informatie

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:

Nadere informatie

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013 Maatregelverkenning Economie en Ecologie in balans Petra Dankers 08 november 2013 Kader Eerste bijeenkomst Programma Rijke Waddenzee in juni veel maatregelen geidentificeerd Royal HaskoningDHV heeft in

Nadere informatie

EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK

EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK RIJKSWATERSTAAT MIDDEN NEDERLAND 28 april 2015 Definitief C01021.200821. Samenvatting Rijkswaterstaat Midden Nederland

Nadere informatie

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000

Nadere informatie

Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 2001).

Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 2001). Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 00). Gerlinde Van Thuyne Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 4 B-50 Hoeilaart-Groenendaal Werkdocument juni 00 IBW.Wb.V.IR.00.4 . Inleiding

Nadere informatie

Visbemonstering de Zandmotor

Visbemonstering de Zandmotor Visbemonstering de Zandmotor maart-augustus 2012 EcoShape Building with Nature Project: Smart nourishments: improve ecosystem services Report title: Visbemonstering de Zandmotor; maart-augustus 2012 Report

Nadere informatie

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Visseninventarisatie terrein Simon Loos Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel

Nadere informatie

Investigations on the Nitrogen Cycle in the Coastal North Sea H. Fan

Investigations on the Nitrogen Cycle in the Coastal North Sea H. Fan Investigations on the Nitrogen Cycle in the Coastal North Sea H. Fan Samenvatting Dit proefschrift gaat over de stikstofcyclus in het Nederlandse kustgebied, waarbij zowel de waterkolom als het sediment

Nadere informatie

Drs. N.S.H. Tiën, Ing. I.J. de Boois & dr. ir. R.E. Grift

Drs. N.S.H. Tiën, Ing. I.J. de Boois & dr. ir. R.E. Grift Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 572781 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

inbo Visbestandopnames op het Boudewijnkanaal (2006) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R

inbo Visbestandopnames op het Boudewijnkanaal (2006) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14 - B-1560 Groenendaal - T.: 32 (0)2 658 04 10 - F.: 32 (0)2 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be Visbestandopnames

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford april 2007 Waterbalansen Quarles van Ufford Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford April

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

Wadden Sea Fish Haven: Development agenda for fish in the Wadden Sea and overview of species

Wadden Sea Fish Haven: Development agenda for fish in the Wadden Sea and overview of species Vis in de Waddenzee Ontwikkelagenda voor vis in de Waddenzee en overzicht van soorten Wadden Sea Fish Haven: Development agenda for fish in the Wadden Sea and overview of species Inleiding De Waddenzee

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

TIELT-WINGE 06/09/2018. Ombudsdienst van de Federale Regering voor de Luchthaven Brussel-Nationaal

TIELT-WINGE 06/09/2018. Ombudsdienst van de Federale Regering voor de Luchthaven Brussel-Nationaal TIELT-WINGE 06/09/2018 Ombudsdienst van de Federale Regering voor de Luchthaven Brussel-Nationaal Banenstelsel Brussel-Nationaal 3 banen, theoretisch te gebruiken in beide richtingen, dus 6 baanmogelijkheden

Nadere informatie

Memo. ing. L. Dielen. ldielen@breijn.nl. Datum 1 juli 2011 Onderwerp Aanleg forellenvijver te Boerdonk Ons kenmerk 2411034. Van

Memo. ing. L. Dielen. ldielen@breijn.nl. Datum 1 juli 2011 Onderwerp Aanleg forellenvijver te Boerdonk Ons kenmerk 2411034. Van Memo Datum 1 juli 2011 Onderwerp Aanleg forellenvijver te Boerdonk Van ing. L. Dielen Telefoon +31 (0)73 658 22 51 Fax +31 (0)73 658 22 99 E-mail ldielen@breijn.nl Aan de heer C. Stelling, Planomar de

Nadere informatie

Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam

Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam Inventarisatie naar beschermde vissoorten M. van Straaten 2013 Opdrachtgever Gemeente Edam Volendam G&G advies 2013 Versie Datum Concept 19 4 2013 Eindrapport 3 6

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 28 t/m 39 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 29 september 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse

Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen Tom Buijse 1 Aanleiding Aanleiding Decembernota 2006 Kaderrichtlijn Water Om vismigratie naar ecologisch waardevolle

Nadere informatie

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A.

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A. Boek 1 H7, Boek 2 H7&8 Martin@CH.TUdelft.NL Boek 2: H7. Verbanden (Recht) Evenredig Verband ( 1) Omgekeerd Evenredig Verband ( 1) Hyperbolisch Verband ( 2) Machtsverband

Nadere informatie

MINISTERIE VAN LANDBOUW

MINISTERIE VAN LANDBOUW MINISTERIE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Rijkscentrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent RIJKSSTATION VOOR ZEEVISSERIJ - OOSTENDE (Directeur : P. HOVART) TEMPERATUUR EN VANGST P.

Nadere informatie

Parkeeronderzoek gemeente Boxtel

Parkeeronderzoek gemeente Boxtel Parkeeronderzoek gemeente Boxtel Centrum oost en Hoogheem Opdrachtgever Opdrachtnemer Gemeente Boxtel Ruimtelijke Ontwikkeling Postbus 10000 5280 DA Boxtel DTV Consultants B.V. Werner Willemse TBO 110308

Nadere informatie

Deelnemende Vissers Rotgans/Bakker Schilder/Smit Last Klop. Rapportage door; Arjan Heinen Adviseur visserijbeheer bij de Combinatie van Beroepsvissers

Deelnemende Vissers Rotgans/Bakker Schilder/Smit Last Klop. Rapportage door; Arjan Heinen Adviseur visserijbeheer bij de Combinatie van Beroepsvissers Kenniskring IJsselmeervisserij & Kenniskring Binnenvisserij www.kenniskringvisserij.nl Onderzoek naar bijvangsten aan aal in aangepaste hokfuiken en schietfuiken. Verslag van een proef Deelnemende Vissers

Nadere informatie

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

Beoordelingsprotocol objectkenmerken WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 februari 2014 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Slib, algen en primaire productie monitoren met satellietbeelden

Slib, algen en primaire productie monitoren met satellietbeelden Slib, algen en primaire productie monitoren met satellietbeelden Pilot Eems-Dollard Charlotte Schmidt Dienst Water, Verkeer en Leefomgeving Afd. Kennis- en Innovatiemanagement Aanleiding NSO-SBIR-call

Nadere informatie

Winde. Willie van Emmerik Jochem Koopmans

Winde. Willie van Emmerik Jochem Koopmans Winde Willie van Emmerik Jochem Koopmans Vis van het jaar 2006 Belangrijke vissoort Sportvisserij Waterbeheer Visstandbeheer Visserij Zeer gewilde vis voor de sportvisserij Vroeger ook voor de beroepsvisserij

Nadere informatie

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A Brussel, 6 december 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0365 (E) 14292/18 PECHE 462 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling, voor 2019,

Nadere informatie

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. 3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. Absolute verandering = Aantal 2004 Aantal 1994 = 1625 3070 = -1445 Relatieve verandering = Nieuw Oud Aantal

Nadere informatie

Wegvangen van kleine modderkruipers i.v.m. het vergraven van watergangen in de Klapwijkse Pier

Wegvangen van kleine modderkruipers i.v.m. het vergraven van watergangen in de Klapwijkse Pier Ecologisch werkprotocol Wegvangen van kleine modderkruipers i.v.m. het vergraven van watergangen in de Klapwijkse Pier Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4a, 3329 KH Dordrecht Ecologisch Adviesbureau

Nadere informatie

VAN AAL TOT ZALM TUSSEN ZOUT EN ZOET

VAN AAL TOT ZALM TUSSEN ZOUT EN ZOET VAN AAL TOT ZALM TUSSEN ZOUT EN ZOET EEN BESCHOUWING OVER DE VISSTAND IN HARINGVLIET, HOLLANDS DIEP EN GOEREESCHE GAT TUSSEN 1870-1970 Vissennetwerk 19 mei 2016 J. Quak Opbouw Inleiding Bronnen Data en

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Opzet berekeningen

Memo. Inleiding. Opzet berekeningen Memo Aan Bart Grasmeijer Van Thijs van Kessel Aantal pagina's 7 Doorkiesnummer +31 (0)88 33 58 239 E-mail thijs.vankessel @deltares.nl Onderwerp notitie specieverspreiding Eemshaven Inleiding Deze beknopte

Nadere informatie

Rapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen

Rapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen Rapport Hengelvangstregistraties 2017 Volkerak-Zoommeer en kanalen Inleiding Op het Volkerak-Zoommeer wordt gevist door zowel sport- als beroepsvissers. Sportvisserij Zuidwest Nederland heeft een machtiging

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 12 t/m 15. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 12 t/m 15. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 12 t/m 15 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 15 april 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Ecologische monitoring; standaardisatie?

Ecologische monitoring; standaardisatie? Ecologische monitoring; standaardisatie? Auteur: H.E. Keizer-Vlek Methode zou moeten afhangen van het doel Maar data worden vaak voor meerdere doeleinden gebruikt: vaststellen ecologische toestand detecteren

Nadere informatie

Documentnummer AMMD ( )

Documentnummer AMMD ( ) Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk

Nadere informatie

Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete

Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete Alain De Vocht Centrum voor Milieukunde, Universiteit Hasselt, Agoralaan, Geb. D, 3590 Diepenbeek, Belgium alain.devocht@uhasselt.be

Nadere informatie

f. Wat is de halveringstijd van deze uitstervende diersoort uitgaande van de formule: N ,88 t, t in jaren t=0 betekent ?

f. Wat is de halveringstijd van deze uitstervende diersoort uitgaande van de formule: N ,88 t, t in jaren t=0 betekent ? RUDOLF STEINERCOLLEGE HAARLEM WISKUNDE HAVO CM/EM T311-HCMEM-H5679 Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting

Nadere informatie

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE Bron: VLIZ Fotogalerij - Collectie Daniel Moeyaert, 2008 LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE An Vanhulle An Vanhulle Universiteit Gent Vakgroep Internationaal Publiekrecht,

Nadere informatie

Vismigratie Afsluitdijk

Vismigratie Afsluitdijk Vismigratie Afsluitdijk Ben Griffioen Erwin Winter, Olvin van Keeken, Betty van Os, Marco Lohman, Tjerk en Marinus van Malsen (WON 1),Tomasz Zawadovski, Svenja Schönlau Diadrome vis intrek via afsluitdijk

Nadere informatie

bezonningsstudie Moye Keene

bezonningsstudie Moye Keene c5s Compositie 5 stedenbouw bv bezonningsstudie Moye Keene gemeente Moerdijk april 2009 Aanleiding Woningbouwvereniging Brabants Westhoek is voornemens aan de Moye Keene 2 in de kern Klundert van de gemeente

Nadere informatie

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III.

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III. Notitie aan van betreft projectnummer 0712 S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden G. Bakker & A. de Baerdemaeker Quick scan Aalmarkt II en III datum 6 september 2011 Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon:

Nadere informatie

Resultaten nader onderzoek vissen en ecologisch werkprotocol sloten Zuidplasweg te Zevenhuizen

Resultaten nader onderzoek vissen en ecologisch werkprotocol sloten Zuidplasweg te Zevenhuizen Notitie Contactpersoon B. (Berto) van Dam Datum 25 augustus 2014 Kenmerk N001-1225645ERT-efm-V02-NL Resultaten nader onderzoek vissen en ecologisch werkprotocol sloten Zuidplasweg te Zevenhuizen 1 Inleiding

Nadere informatie

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren

Nadere informatie

EU-Intercalibratie maatlatten M-typen. Meten = Weten?

EU-Intercalibratie maatlatten M-typen. Meten = Weten? EU-Intercalibratie maatlatten M-typen Meten = Weten? Inhoud presentatie Aanleiding Kort maatlatten M-typen Aanpak onderzoek Resultaten buitenland deel Resultaten binnenland deel Vergelijking maatlatten

Nadere informatie