SOCIALE MEDIA: HET ONLINE PODIUM VAN THEATERS?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SOCIALE MEDIA: HET ONLINE PODIUM VAN THEATERS?"

Transcriptie

1 SOCIALE MEDIA: HET ONLINE PODIUM VAN THEATERS? Een onderzoek onder theaterbezoekers naar de motieven om lid te worden van een online sociaal netwerk van een theater Universiteit van Amsterdam Faculteit Gedrag- en Maatschappijwetenschappen Masterscriptie Afdeling Communicatiewetenschap Student: Mandy Bouman Studentnummer: Scriptiebegeleider: dr. Guda van Noort Inleverdatum: 31 augustus 2010

2 2

3 Samenvatting In tegenstelling tot andere media bieden sociale media bedrijven de mogelijkheid om direct met hun doelgroep in contact te staan. De laatste jaren behoren sociale media tot de meest populaire activiteiten van het internetpubliek. Echter, in de praktijk is gebleken dat bedrijven niet weten hoe zij sociale media effectief moeten inzetten, waardoor de kansen en mogelijkheden van sociale media onbenut blijven. Amsterdamse theaters zijn wel aanwezig op sociale media, maar maken daar weinig gebruik van, waardoor er nauwelijks sprake is van interactie met de doelgroep. Uit het onderzoek van Gerritsen et al. (2009) is gebleken dat het aanbod van podiumkunstaccommodaties in 2015 naar verwachting 2,5 keer hoger zal liggen dan de vraag. Dit betekent dat Amsterdamse theaters meer moeite moeten doen om publiek te stimuleren naar hun voorstellingen te komen, omdat de concurrentie is toegenomen. In dat licht is er een onderzoek verricht naar de motieven van theaterbezoekers om lid te worden van online sociale netwerksites van theaters. Aangezien Amsterdamse theaters wel aanwezig zijn op sociale media, maar nauwelijks gebruiken om de dialoog aan te gaan met de doelgroep, is het relevant om de motieven van theaterbezoekers om actief te zijn op sociale media van theaters nader te onderzoeken. Op basis van de uses & gratifications (U&G) benadering van Katz, Blumler en Gurevitch (1974) zijn er in totaal zes motieven van sociaal mediagebruik onderzocht, namelijk: informatie, sociale interactie en integratie, entertainment, persoonlijke identiteit, beloning en empowerment (McQuail, 2005; Muntinga, Moorman & Smit, 2009). Vier Amsterdamse theaters hebben meegewerkt aan dit onderzoek, welke de online vragenlijsten naar theaterbezoekers hebben gestuurd. Op verzoek van één theaters heeft de onderzoeker een bericht met link naar de online vragenlijst op sociale media van het theater geplaatst. In totaal hebben 202 respondenten de online vragenlijst volledig ingevuld. Uit de onderzoeksresultaten is gebleken dat 76 van de 167 respondenten, die actief zijn op sociale media, ook lid zijn van Amsterdamse theaters op sociale media. Entertainment, beloning en empowerment zijn sociale mediamotieven van theaterbezoekers om lid te worden van online sociale netwerken van Amsterdamse theaters. 3

4 Inhoudsopgave Samenvatting...3 Inhoudsopgave Inleiding Theoretisch kader Sociale media U&G Informatiemotief Sociale interactie en integratie motief Entertainmentmotief Persoonlijke identiteit motief Beloningsmotief 'Empowerment' motief Methode Procedure Metingen Resultaten Profiel van theaterbezoekers Media- en informatievoorziening van theaters Motieven van sociaal mediagebruik Conclusie Discussie...27 Dankwoord...28 Literatuurlijst...29 Bijlage Vragenlijst

5 1 Inleiding In 2006 luidde de Amsterdamse Kunstraad de noodklok door te constateren dat de totale capaciteit van podiumkunstaccommodaties in Amsterdam tussen 1995 en 2015 zal toenemen van naar plaatsen, maar dat het wonder van de wonderbaarlijke publieksvermenigvuldiging zich niet zou voltrekken. Gerritsen et al. (2008) onderzochten de verwachte vraag- en aanbodontwikkeling van culturele podiumaccommodaties in Amsterdam en concludeerden dat het aanbod 2,5 keer hoger zou liggen dan de vraag. Gezien de achterblijvende bezoekersaantallen zal de stoelbezetting sterk afnemen, met als gevolg dat de toekomst van Amsterdamse theaters onder druk komt te staan (Gerritsen et al., 2008). Des te meer is de promotie van theaters van groot belang, omdat de concurrentiestrijd tussen Amsterdamse theaters groot zal zijn. Wellicht bieden sociale media Amsterdamse theaters de mogelijkheid om meer vraag naar voorstellingen te creëren en concurrentievoordeel te behalen, omdat sociale media de laatste jaren tot de meest populaire online activiteiten van consumenten behoren (Weinberg, 2009). Media Embassy (2009) definieert sociale media als internettoepassingen waarop men informatie kan plaatsen en delen en waarop interactie en dialoog kan ontstaan tussen de gebruikers van sociale media (p. 4). In tegenstelling tot traditionele media bieden sociale media Amsterdamse theaters de mogelijkheid om de dialoog met hun doelgroep aan te gaan, waardoor de theaters hun doelgroep aan zich kunnen binden. Door sociale media in te zetten, kunnen Amsterdamse theaters voorstellingen snel en gemakkelijk onder de aandacht van hun doelgroep brengen. Bovendien kunnen Amsterdamse theaters sociale media gebruiken om te zien wat er onder de doelgroep leeft, waardoor de theaters in staat zijn om hun imago te versterken (Weinberg, 2009). Een belangrijk aspect van sociale media is interactie, omdat bedrijven en organisaties direct in contact met het publiek staan. Traditionele media zijn meer gericht op het zenden van een boodschap, terwijl er bij sociale media sprake is van tweezijdige communicatie: beide partijen kunnen op elkaar reageren en daarmee invloed op elkaar uitoefenen (Casey & Stephens, 2008). Uit onderzoek is gebleken dat communicatie effectief is als bedrijven uitgaan van klantbehoeften, met als gevolg dat consumenten zich gaan binden (Sharma & Patterson, 1999). Interactie op sociale 5

6 media is dus bevorderlijk voor de relatie tussen bedrijven en consumenten, omdat bedrijven zich openstellen. Door sociale media in te zetten, kunnen Amsterdamse theaters hun relatie met de doelgroep versterken, wat mogelijk ten goede komt aan de ticketverkoop van theatervoorstellingen. Interactie op sociale media heeft namelijk effect op de kennis, houding en gedrag van het publiek ten aanzien van bedrijven (Stewart & Pavlou, 2002). Echter, om sociale media effectief in te kunnen zetten, is het van belang om te weten wat theaterbezoekers motiveert om zich op sociale media van theaters te bevinden. Indien daar een antwoord op wordt gegeven, zijn Amsterdamse theaters beter in staat om hun sociale media-activiteiten op de behoeften van theaterbezoekers af te stemmen. In deze studie wordt de uses & gratifications benadering (U&G) van Katz, Blumler en Gurevitch (1974) gehanteerd, omdat deze benadering veronderstelt dat mensen media gebruiken om sociale en psychologische behoeften te vervullen. Vanuit de U&G benadering kan worden verklaard waarom theaterbezoekers actief zijn op sociale media van Amsterdamse theaters. Er worden in deze studie motieven onderzocht welke beweegredenen kunnen zijn voor het gedrag van theaterbezoekers op sociale media van theaters. Motieven van mediagebruik zijn interne en externe prikkelingen die selectie, gebruik en interpretatie van media aanzetten (Rubin, 2002). In deze studie wordt het lidmaatschap van theaterbezoekers op sociale media van theaters onderzocht, omdat het enerzijds specifiek en meetbaar is en anderzijds weergeeft of theaterbezoekers in contact staan met theaters op sociale media. Tot op heden is er nog weinig onderzoek naar sociale media verricht, omdat sociale media een vrij nieuw fenomeen op marketinggebied zijn. Uit deze studie zal moeten blijken of U&G een nuttige benadering is om de motieven van actieve theaterbezoekers op sociale media van Amsterdamse theaters te verklaren. Wellicht sluiten andere theorieën beter aan. Mocht U&G wel degelijk relevant zijn dan is het mogelijk om de motieven van actieve theaterbezoekers op sociale media van Amsterdamse theaters nader te onderzoeken. Dat kan bijvoorbeeld een vervolgstudie naar de activiteiten van theaterbezoekers op sociale media van theaters zijn. In de praktijk is de kennis over sociale media gering, waardoor sociale media niet of nauwelijks worden ingezet door Nederlandse bedrijven (Media Embassy, 2008). Zo zijn Amsterdamse theaters wel actief op sociale media, maar is er amper sprake van interactie met de doelgroep. Echter, het aanbod van 6

7 podiumkunstaccommodaties in Amsterdam is groter dan de vraag, waardoor theaters naar verwachting meer moeite moeten doen om hun voorstellingen onder de aandacht van het publiek te brengen. Daarom is het relevant om de kansen en mogelijkheden van sociale media voor Amsterdamse theaters te onderzoeken. Indien theaters weten waarom theaterbezoekers zich op sociale media van theaters bevinden, zijn zij in staat om sociale media effectief in te zetten. De onderzoeksvraag van deze studie luidt: Wat zijn de motieven van theaterbezoekers om actief te zijn op sociale media van theaters? In het volgende hoofdstuk worden op basis van een theoretische uiteenzetting van U&G de hypothesen van dit onderzoek geformuleerd. Vervolgens wordt de methode van onderzoek in hoofdstuk 3 beschreven, waarna in hoofdstuk 4 de onderzoeksresultaten worden gepresenteerd. De conclusie en discussie worden achtereenvolgens in hoofdstuk 5 en 6 besproken. 7

8 2 Theoretisch kader In dit onderzoek staan de motieven van theaterbezoekers om actief te zijn op sociale media van theaters centraal. Om de motieven van sociaal mediagebruik te kunnen onderzoeken, wordt in dit hoofdstuk U&G van Katz et al. (1974) gehanteerd. Op basis van de theoretische achtergrond worden de verwachte uitkomsten van dit onderzoek in hypothesen geformuleerd. Allereerst wordt het concept sociale media besproken. 2.1 Sociale media Sinds 1996 is het internet algemeen bekend bij het grote publiek. Het internet droeg destijds vooral een informatieve functie: internetgebruikers konden informatie opzoeken die door bedrijven werd aangeboden (Casey & Stephens, 2008). De laatste jaren is het internet echter steeds socialer geworden en wordt er gesproken over sociale media. Onder sociale media wordt verstaan: internettoepassingen waarop men informatie kan plaatsen en delen en waarop interactie kan ontstaan tussen de gebruikers van sociale media (Media Embassy, 2009, p. 4). Door de komst van sociale media is de communicatie tussen bedrijven en consumenten niet langer eenzijdig, omdat internetgebruikers behalve consumeren ook kunnen participeren en produceren op internet. Consumenten en bedrijven staan direct met elkaar in contact en daarbij kunnen consumenten onderling kennis, ervaringen en meningen uitwisselen (Mangold & Faulds, 2009). Hierdoor kunnen bedrijven macht en controle verliezen over hun boodschap, omdat de rol en invloed van consumenten groter is geworden op internet (Casey & Stephens, 2008). Daarentegen bieden sociale media bedrijven wel de mogelijkheid om direct in contact te komen met hun afnemers en hun producten of diensten te vertegenwoordigen (Media Embassy, 2009). Voorbeelden van sociale media zijn sociale netwerksites (SNS) als MySpace, Hyves en Facebook, microblogging (Twitter), virtuele werelden (Second Life), zakelijke netwerksites (LinkedIn) en gedeelde videowebsites als YouTube (Mangold & Faulds, 2009). Van alle sociale media behoren SNS tot de meest populaire websites op internet (Weinberg, 2009). Op SNS kunnen internetgebruikers een profiel aanmaken en koppelen aan profielen van anderen binnen hun sociale netwerk (Boyd & Ellison, 2007). Oude bekenden opzoeken, in contact staan met vrienden, nieuwe vrienden maken en foto s bekijken en/of plaatsen zijn de belangrijkste redenen voor internetgebruikers om SNS te gebruiken (Brandtzæg & Heim, 2009; Raacke & 8

9 Bonds-Raacke, 2008). Ondanks het feit dat sociale media tot de meest populaire activiteiten onder internetgebruikers behoren, nog steeds groeiende zijn en bedrijven sociale media kunnen inzetten om direct in contact te staan met hun afnemers, zijn er tot op heden voornamelijk Nederlandse mediabedrijven actief op sociale media (Media Embassy, 2009). Hoewel merken massaal naar sociale media trekken, benutten zij de kansen en mogelijkheden echter onvoldoende. Zo worden sociale mediapagina s nauwelijks onderhouden en wordt er in zeer beperkte mate getracht om in dialoog te treden met de doelgroep. Nederlandse bedrijven hebben onvoldoende kennis om sociale media succesvol in te zetten (Media Embassy, 2009). Net als de meeste Nederlandse bedrijven en merken op sociale media laten Amsterdamse theaters een gelijknamig beeld zien, omdat zij wel aanwezig zijn op sociale media, maar relatief weinig leden hebben en zelden nieuwe content plaatsen, waardoor zij nauwelijks interactie met de doelgroep vertonen. In tegenstelling tot Amsterdamse theaters maken theaterproducenten op Broadway juist veel gebruik van sociale media, omdat zij dan direct in contact kunnen staan met de afnemers van hun producten (Davenport, 2009). Voorheen hadden theaterproducenten geen enkele toegang tot klantinformatie, omdat ticketservice bedrijven de kaartverkoop van theatervoorstellingen verzorgen. Door de komst van sociale media zijn theaterproducenten op Broadway wel in staat om zonder tussenkomst van derden hun markt en daarmee hun doelgroep direct te bereiken en te benaderen (Davenport, 2009). Sociale media zijn voor theaterproducenten op Broadway geschikte middelen om een groot publiek te bereiken. Bovendien sluiten theatervoorstellingen aan op de functie van sociale media. Theatervoorstellingen zijn namelijk sociale producten die veelal gezamenlijk worden geconsumeerd, omdat mensen met dezelfde interesses elkaar daar ontmoeten voor een gezellig avondje uit. Mensen gaan vaak in paren, met families en vaak in grote groepen (Tesselaar, 2009). Net als theatervoorstellingen bieden sociale media de mogelijkheid om mensen dichter bij elkaar te brengen. Naast het fysieke bezoek aan Amsterdamse theaters kunnen theaterbezoekers ook door middel van sociale media hun gezamenlijke interesses delen. Enerzijds bieden sociale media van Amsterdamse theaters de bezoekers een digitaal platform waar zij met elkaar over voorstellingen kunnen praten. Anderzijds hebben Amsterdamse theaters door sociale media de 9

10 mogelijkheid om direct in contact te staan met hun doelgroep. In tegenstelling tot andere media bieden sociale media Amsterdamse theaters de mogelijkheid om de dialoog aan te gaan met de doelgroep, waardoor zij de interesse voor theatervoorstellingen kunnen stimuleren. Net als andere media hebben Amsterdamse theaters de mogelijkheid om sociale media in te zetten als marketinginstrument. Hierdoor is de term social media marketing ontstaan, ook wel social media optimization genoemd (Weinberg, 2009). Er zijn de afgelopen decennia vele definities van marketing gedefinieerd. Zo definieert Kotler (2003) marketing als satisfying needs and wants through an exchange process (p. 3). De American Marketing Association (AMA; 2004) stelde echter dat deze definiëring te beperkt is en formuleerde marketing als volgt: marketing is an organizational function and a set of processes for creating, communicating and delivering value to customers and for managing customer relationships in ways that benefit the organization and his stakeholders (p.7). In beide formuleringen is waar te nemen dat de relatie met de klant centraler is komen te staan. Behalve de interactie tussen bedrijven en consumenten bieden sociale media diverse andere voordelen. Ten eerste kunnen sociale mediagebruikers berichten, video s en/of foto s van bedrijven doorsturen naar anderen, waardoor de boodschap in grote getallen mond-tot-mond wordt verspreid (Weinberg, 2009). Ten tweede kunnen bedrijven meer bezoekers naar hun website trekken door een link op sociale media te plaatsen. Ten derde zijn sociale media voor bedrijven een middel om gebruikers bewust te maken van hun bedrijf/merk. Een positieve indruk van een bedrijf/merk op sociale media kan bepalend zijn voor een consument om een product/dienst wel of niet te kopen. Een bijkomend voordeel is dat consumenten producten/diensten kunnen aanbevelen aan anderen (Weinberg, 2009). Voordat Amsterdamse theaters sociale media kunnen inzetten als marketinginstrument is het van belang om te weten waarom theaterbezoekers zich op sociale media van theaters bevinden. Indien de motieven van sociale mediagebruikers onder theaterbezoekers in kaart zijn gebracht, zijn Amsterdamse theaters in staat om hun sociale media op de theaterbezoekers af te stemmen en dus ook effectief in te zetten. 10

11 2.2 U&G Om te weten wat te motieven van theaterbezoekers zijn om actief te zijn op sociale media van theaters wordt U&G van Katz et al. (1974) gehanteerd, omdat deze theoretische benadering nog hedendaags veelvuldig wordt gebruikt om motieven van media te beschrijven, te verklaren en te voorspellen. De U&G verklaart waarom mensen bepaalde media en -content gebruiken. De functies van media worden door Katz et al. (1974) beschreven in termen van behoeften van ontvangers die media kunnen bevredigen. Volgens U&G worden media tevens gebruikt, omdat het publiek voldoening (gratificaties) aan het mediagebruik denkt te ontlenen. Deze theoretische benadering eigent ook meer macht aan de ontvangerskant toe, omdat het publiek bij de U&G omschreven wordt als actief en doelgericht. Oftewel, het publiek is zich bewust van de media die zij gebruiken, omdat zij weten wat hun behoeften zijn en met welke media zij denken hun behoeften te bevredigen (Katz et al., 1974). Hoewel de U&G een populaire theoretische benadering is die vaak wordt gehanteerd, zijn er ook kritiekpunten. Volgens Ruggiero (2000) zou de theorie van U&G te individualistisch zijn, waardoor het lastig is om de motieven van sociaal mediagebruik te verklaren. Daarnaast is er weinig empirisch bewijs dat mediagebruik voortkomt uit een behoefte die aan de mediablootstelling voorafgaat, terwijl mediagebruikers achteraf vaak wel motivaties voor de mediakeuze kunnen geven (McQuail, 2005). Bovendien stellen De Boer en Brennecke (2005) dat het maar de vraag is of al het mediagebruik voortkomt uit behoeften, motieven of gezochte bevrediging, omdat situationele factoren niet zijn opgenomen in de theorie. Desalniettemin wordt de U&G vaak gehanteerd in wetenschappelijke onderzoeken, omdat de ontvangers van media, eveneens als de zender en de boodschap, een belangrijke rol spelen in de communicatie. In dit onderzoek is voor U&G gekozen, omdat de meeste Nederlandse bedrijven niet weten hoe zij sociale media moeten inzetten ( Bureaus investeren in sociale media, 2009). Daarom is het relevant om te onderzoeken welke behoeften en gratificaties theaterbezoekers aan het gebruik van sociale media van theaters denken te ontlenen/bevredigen. De motieven om media te gebruiken, zijn omschreven in de typologie van McQuail (2005) welke vaak in onderzoeken wordt gebruikt om motieven van mediagedrag te categoriseren. Daarom wordt de typologie van McQuail (2005), bestaande uit vier motieven van mediagebruik, logischerwijs in dit onderzoek 11

12 gehanteerd. In de eerstvolgende paragrafen worden deze motieven besproken: informatie, sociale interactie en integratie, entertainment en persoonlijke identiteit. Daarnaast hebben Muntinga et al. (2009) twee motieven van mediagebruik aan de typologie van McQuail (2005) toegevoegd welke tevens in dit onderzoek zijn opgenomen, namelijk: beloning en empowerment. Om het gebruik van sociaal mediagedrag van theaterbezoekers te kunnen meten, is er aan de respondenten gevraagd of zij lid zijn van theaters op sociale media. Profielen aan elkaar linken is namelijk een belangrijke functie van sociale media, omdat er anders geen interactie mogelijk is tussen sociale mediagebruikers (Boyd & Ellison, 2007). In de onderstaande figuur is het conceptueel model van deze studie weergegeven. De zes sociale mediamotieven van theaterbezoekers om actief te zijn op sociale media van theaters worden in de volgende paragrafen achtereenvolgens besproken. Tabel 1 Conceptueel model van sociale mediamotieven om lid te worden van online sociale netwerksites van theaters 2.3 Informatiemotief Informatie is een eerste motief van consumenten om media te gebruiken. McQuail (2005) duidt dit motief aan aan met surveillance (informatie zoeken). Mensen hebben behoefte aan informatie, omdat zij graag op de hoogte willen zijn van wat er in de wereld gebeurt. Uit onderzoek van Korgaonkar en Wolin (1999) is gebleken dat consumenten met name internet gebruiken om op een snelle en goedkope wijze de informatie te vinden die zij nodig hebben. Ze zijn met name op zoek naar informatie over onderwerpen die hun interesseren (Shao, 2009). Bij het willekeurig intypen van een onderwerp in de zoekmachine van Google 12

13 vinden consumenten niet alleen de website van een bedrijf, merk of product, maar ook resultaten van sociale media. Dit betekent dat sociale media een belangrijke informatiebron voor consumenten kunnen zijn, omdat sociale media tot de eerste zoekresultaten van Google behoren (Shao, 2009). Indien theaterbezoekers dus informatie over theaters en/of -voorstellingen op internet zoeken, behoren sociale media van theaters tot de eerste zoekresultaten. Lid worden van een online sociaal netwerk is echter een vereiste om toegang tot de SNS van theaters te krijgen. Muntinga et al. (2009) constateerden dat informatie het belangrijkste motief is voor consumenten om merkgerelateerde content te gebruiken. (Muntinga et al., 2009). In dat licht kan de informatiebehoefte van theaterbezoekers bijvoorbeeld bestaan uit data, tijden en prijzen van theatervoorstellingen. Aangezien sociale media tot de eerste zoekresultaten van Google behoren en lid worden een vereiste is om toegang te krijgen tot SNS van theaters, is informatie een mogelijk motief voor theaterbezoekers om lid te worden van een online sociaal netwerk van een theater. Daarom is de eerste hypothese: Hypothese 1 Informatie is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van een online sociaal netwerk van een theater. 2.4 Sociale interactie en integratie motief Sociale interactie en integratie is een tweede motief van consumenten om media te gebruiken. Internet maakt het mogelijk om tijden en afstanden te overbruggen, waardoor mensen over de hele wereld met elkaar in contact kunnen staan. Zo zijn mensen met dezelfde interesses in staat om elkaar te vinden op internet (Ellison, Steinfield & Lampe, 2007). Hierdoor zijn er op internet vele online communities ontstaan (Lee & Lee, 2010). Online communities zijn groepen mensen met dezelfde doelen, ideeën en waarden, die met behulp van het internet communiceren en/of samenwerken (Owston, 1998). Door de komst van sociale media kunnen intergebruikers met dezelfde interesses elkaar nog makkelijker vinden, omdat zij op sociale media profielen hebben aangemaakt met persoonlijke eigenschappen (Shao, 2009). Uit het onderzoek van Brandtzæg en Heim (2009) is gebleken dat nieuwe mensen ontmoeten, in contact 13

14 staan met vrienden en socializen de meest genoemde redenen zijn om lid te worden van sociale netwerksites (SNS). Sociale media dragen dus bij aan de sociale interactie en integratie van mensen met dezelfde interesses. Naar theatervoorstellingen gaan, is voor theaterbezoekers een interesse die zij gezamenlijk met elkaar delen. Sterker nog, theatervoorstellingen worden voornamelijk in groepsverband geconsumeerd (Davenport, 2009). Daarom is het mogelijk dat theaterbezoekers lid worden van sociale media van theaters, omdat zij online met elkaar in contact willen staan. Daarom is de tweede hypothese: Hypothese 2 Sociale interactie en integratie is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van een online sociaal netwerk van een theater. 2.5 Entertainmentmotief Entertainment is een derde motief van consumenten om media te gebruiken. Mensen gebruiken media om te relazen, problemen te ontvluchten, als tijdverdrijf of om hun stemming te reguleren (McQuail, 2005). Sociale netwerkgebruikers zijn echter wel bepalend voor de voortgang van SNS, omdat zij zowel consument, participant als producent van SNS zijn (Shao, 2009). Daartegenover bieden SNS diverse functies, onder andere: een profiel aanmaken en koppelen aan andere profielen, berichten sturen naar contacten, foto s, video s en/of internetlinks delen (Boyd & Ellison, 2007). Uit onderzoek van Sheldon (2008) is gebleken dat entertainment een bepalende factor is voor sociale mediagebruikers is om Facebook te gebruiken. Items van entertainment waren: kijken naar foto s van anderen, amusement, profielen van anderen lezen, plezier en bekenden op Facebook zoeken. Om deel uit te maken van Facebook groepen werd entertainment ook als behoefte in het onderzoek van Park, Kee en Valenzuela (2009) gevonden. Gebaseerd op de onderzoeken van Park et al. (2009) en Sheldon (2008) kan worden verondersteld dat entertainment een motief is voor theaterbezoekers om lid te worden van een online sociaal netwerk van een theater. Liefhebbers van theaters zijn mogelijk ook in elkaar geïnteresseerd. 14

15 Daarom is de derde hypothese: Hypothese 3: Entertainment is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van een online sociaal netwerk van een theater. 2.6 Persoonlijke identiteit motief Persoonlijke identiteit is een vierde motief van consumenten om media te gebruiken. Mensen hebben er behoefte aan om te laten zien wie zijn zijn, zoals zij zichzelf beschouwen. Sociale media dragen sterk bij aan persoonlijke identiteit van gebruikers, omdat zij zich kunnen uiten door middel van mediacontent (Shao, 2009). Op sociale netwerksites maken gebruikers profielen aan, waarmee zij zichzelf presenteren (Boyd & Ellison, 2007). Uit onderzoek van Bumgarner (2007) zijn motieven van persoonlijke identiteit gevonden om actief te zijn op sociale netwerksites, namelijk: een identiteit op sociale netwerksites creëren en uiten, hopen dat anderen je identiteit begrijpen en waarderen en identiteit op sociale netwerksites aanpassen op basis van de reacties die anderen geven (Bumgarner, 2007). Sociale identiteiten van jongeren op sociale netwerksites komen deels tot stand door zichzelf en deels door anderen in hun omgeving (Boyd, 2008). Op basis van de onderzoeken van Bumgarner (2007) en Boyd (2008) kan worden verondersteld dat persoonlijke identiteit een motief is voor theaterbezoekers om lid te worden online sociale netwerksites van theaters, omdat bezoekers een gezamenlijke interesse hebben die zij met elkaar willen delen. Om met elkaar in contact te staan op online sociale netwerksites is het echter van belang hoe men zichzelf presenteert, omdat persoonlijke identiteit bepalend is voor de manier waarop men elkaar beoordeelt. Daarom is de vierde hypothese: Hypothese 4: Persoonlijke identiteit is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van een online sociaal netwerk van een theater. 15

16 2.7 Beloningsmotief Het eerste motief van sociale media dat Muntinga et al. (2009) hebben toegevoegd aan de typologie van McQuail (2005) is remuneration (beloning/vergoeding). Dit motief van sociale media houdt in dat consumenten actief zijn op sociale media, omdat zij er voordeel mee kunnen behalen of er in de toekomst iets voor terugverwachten. Consumenten lezen bijvoorbeeld elkaars productervaringen op internet, zodat ze een goede koopbeslissing kunnen maken (Hennig-Thurau & Walsh, 2003). Net als het bovenstaande voorbeeld zijn theaterbezoekers in staat om hun ervaringen met theaters en -voorstellingen met elkaar op online sociale netwerksites te delen, waardoor beloning een motief is voor theaterbezoekers om lid te worden van online sociale netwerksites van theaters. Bovendien zijn theaterkaartjes, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een bioscoopkaartje, relatief duur voor een avondje uit, waardoor kortingen en aanbiedingen tevens motieven van remuneration kunnen zijn om lid te worden. Daarom is de vijfde hypothese: Hypothese 5: Beloning is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van sociale media van theaters. 2.8 Empowerment motief Het tweede motief van sociale media dat Muntinga et al. (2009) hebben toegevoegd aan de typologie van McQuail (2005) is empowerment. Op sociale media zijn gebruikers zelf in staat om content te consumeren, te participeren en te produceren, waardoor zij meer macht hebben gekregen en invloed kunnen uitoefenen (Shao, 2009). Zo worden ervaringen met reisorganisaties veelvuldig door consumenten met elkaar op internet gedeeld (Wang & Fesenmaier, 2003). Consumenten vinden het niet alleen leuk om om met elkaar in contact te staan en elkaar te adviseren, maar dwingen daarmee ook de beste service af bij de reisorganisaties (Wang & Fesenmaier, 2003). Op basis van het onderzoek van Wang en Fesenmaier (2003) kan worden verondersteld dat theaterbezoekers wellicht de behoefte hebben om invloed uit te oefenen op theaters, omdat zij bijvoorbeeld andere theaterbezoekers willen 16

17 beïnvloeden wel of niet naar een theater te gaan of theaters willen verzoeken iets wel of juist niet te doen. Daarom is de zesde hypothese: Hypothese 6 Empowerment is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van een online sociaal netwerk van een theater. 17

18 3 Methode In dit hoofdstuk wordt de opzet en uitvoering van het onderzoek beschreven. Uit de theorie van Katz et al. (1974) en het onderzoek van Muntinga et al. (2009) zijn voor deze studie zes motieven als basis genomen die de respondenten hebben om gebruik te maken van sociale media. Het doel van dit onderzoek is om de relatie tussen deze motieven en het wel of niet lid zijn van Amsterdamse theaters op sociale media te verklaren, te begrijpen en te voorspellen. 3.1 Procedure Voorafgaand aan dit onderzoek zijn er twintig Amsterdamse theaters benaderd om deel te nemen aan dit onderzoek. Ten eerste zijn de theaters benaderd, omdat zij over de contactgegevens van theaterbezoekers beschikken. Ten tweede hebben theaters door de wijziging van de Telecomwet toestemming aan leden moeten vragen om e- mailberichten te blijven versturen. Hierdoor is het juridisch verantwoord dat Amsterdamse theaters namens de onderzoeker de vragenlijst versturen. De namen van de theaters zijn grotendeels verkregen uit het onderzoek van Gerritsen et al. (2008), waarin een overzicht van Amsterdamse culturele accommodaties stond weergegeven. Op basis van de namen konden de bijbehorende adressen via internet worden opgezocht, waarna de theaters per zijn benaderd. Daarnaast leverde Google nog meer zoekresultaten naar theaters in Amsterdam op. Vier theaters gaven aan dat zij mee wilden werken aan het onderzoek, namelijk: Meervaart theater, Rozentheater, Ostadetheater en Stadsschouwburg Amsterdam. Overige theaters gaven aan dat zij niet mee wilden doen aan het onderzoek. Meervaart theater, Rozentheater en Ostadetheater hebben een bericht in hun digitale nieuwsbrief geplaatst met het verzoek aan hun leden om mee te werken aan dit onderzoek. Door het openen van een link in de nieuwsbrief werden de respondenten naar de online vragenlijst van het theater gedirigeerd. Op verzoek van Stadsschouwburg Amsterdam heeft de onderzoeker zelf een bericht met een link van het onderzoek op Hyves en Facebook geplaatst. In totaal participeerden 202 respondenten (41,6 % man, M leeftijd = 33, SD = 11.57) 18

19 3.2 Metingen De online vragenlijst bestaat uit 26 vragen. Het eerste gedeelte van de vragenlijst heeft betrekking op de relatie tussen de respondenten en de theaters: hoe vaak bent u in de afgelopen drie maanden naar een Amsterdams theater geweest, naar welk Amsterdams theater gaat u het meest, naar welk genre gaat uw voorkeur uit, waar is uw keuze voor een theater op gebaseerd en met hoeveel personen gaat u meestal naar het theater. Het tweede gedeelte van de vragenlijst heeft betrekking op de informatievoorziening van theaters en het gebruik van sociale media: via welke media blijft u geïnformeerd over theatervoorstellingen in Amsterdam, wordt u voldoende geïnformeerd door theaters, maakt u gebruik van sociale media, hoe vaak bent u actief op sociale media, hoe vaak maakt u gebruik van sociale media, van welke SNS bent u lid en bent u lid van theaters op sociale media. Het derde gedeelte van de vragenlijst heeft betrekking op de onderzoeksvraag van deze studie. Om te kunnen meten welke invloed de motieven van sociaal mediagedrag hebben op het wel of niet lid zijn van Amsterdamse theaters op sociale media zijn in deze studie zes logistische regressies uitgevoerd. Er is in dit onderzoek gekozen voor een logistische regressie, omdat deze geschikt is voor de analyse van een nominale afhankelijke variabele met twee categorieën (Field, 2005). De onafhankelijke variabele in deze regressie zijn de motieven van de respondenten om gebruik te maken van sociale media. Of de respondenten wel of niet lid zijn van Amsterdamse theaters op sociale media is in deze studie de afhankelijke variabele. Informatie. De mate waarin de respondenten informatie als motief aangaven om actief te zijn op sociale media van Amsterdamse theaters is gebaseerd op een schaal van vier items (Park, Kee & Valenzuela, 2009). De waarden zijn gemeten op een 7-puntsschaal (1 = zeer oneens, 7 = zeer mee eens; M = 4.8, SD =.85, α =.73). Voorbeelditems waren: te kijken welke voorstellingen er in het theater zijn en meer informatie over theatervoorstellingen vergaren. Sociale interactie & integratie. De mate waarin de respondenten sociale interactie en integratie als motief aangaven om actief te zijn op sociale media van Amsterdamse theaters is gebaseerd op een schaal van vier items (Bronner & De Hoog, 2009). De waarden zijn gemeten op een 7-puntsschaal (1 = zeer oneens, 7 = zeer mee eens; M = 4.0, SD = 1.06, α = 0.90). Voorbeelditems waren: mensen met een 19

20 gemeenschappelijke interesse ontmoeten en contacten onderhouden met anderen die in het theater geïnteresseerd zijn. Entertainment. De mate waarin de respondenten entertainment als motief aangaven om actief te zijn op sociale media van Amsterdamse theaters is gebaseerd op een schaal van vier items (Dholakia, Bagozzi & Wood, 2004). De waarden zijn gemeten op een 7-puntsschaal (1 = zeer oneens, 7 = zeer mee eens; M = 3.93, SD =.90, α =.77). Voorbeelditems waren: omdat ik er plezier aan beleef en het erg leuk is om te doen. Persoonlijke identiteit. De mate waarin de respondenten persoonlijke identiteit als motief aangaven om actief te zijn op sociale media van Amsterdamse theaters is gebaseerd op een schaal van vier items (Park et al., 2009). De waarden zijn gemeten op een 7-puntsschaal (1 = zeer oneens, 7 = zeer mee eens; M = 3.73, SD =.99, α =.79). Voorbeelditems waren: suggesties voor nieuwe theatervoorstellingen geven en het theater beïnvloeden dingen wel of juist niet te doen. Beloning. De mate waarin de respondenten beloning als motief aangaven om actief te zijn op sociale media van Amsterdamse theaters is gebaseerd op een schaal van drie items (Muntinga, Moorman & Smit, 2009). De waarden zijn gemeten op een 7-puntsschaal (1 = zeer oneens, 7 = zeer mee eens; M = 3.95, SD =.91, α =.91). Voorbeelditems waren kans te maken op een beloning en er zeker van zijn dat ik voor het theater de laagste prijs betaal. Empowerment. De mate waarin de respondenten Empowerment als motief aangaven om actief te zijn op sociale media van Amsterdamse theaters is gebaseerd op een schaal van vier items (Muntinga et al., 2009). De waarden zijn gemeten op een 7-puntsschaal (1 = zeer oneens, 7 = zeer mee eens; M = 4.2, SD = 1.06, α = 0.80). Voorbeelditems waren suggesties voor nieuwe theatervoorstellingen geven en het theater beïnvloeden dingen juist wel of niet te doen. In het vierde en laatste gedeelte van de vragenlijst zijn de respondenten gevraagd naar hun geslacht, leeftijd, woonplaats, hoogst genoten opleiding en status. Tot slot zijn de respondenten in staat gesteld om opmerkingen en suggesties te geven. Om de data-analyse uit te kunnen voeren, wordt het statistische computerprogramma SPSS gehanteerd. 20

21 4 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van deze studie gepresenteerd, waarna de hypothesen uit de theoretische uiteenzetting worden aangenomen of verworpen. 4.1 Profiel van theaterbezoekers In totaal hebben 202 respondenten meegewerkt aan het online onderzoek. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 33 jaar (SD = 11,57), waarvan 58,4 procent vrouw en 41,6 procent man. Meer dan de helft van de respondenten (58 procent) is woonachtig in Amsterdam, gevolgd door Haarlem (12,9 procent). Er is een opmerkelijk hoog aantal alleenstaanden onder de respondenten, namelijk 46 procent, gevolgd door samenwonend (24,8 procent) en getrouwd met kinderen (13,4 procent). Onder de respondenten zijn voornamelijk hoogopgeleiden waar te nemen: 31,7 procent HBO, 24,8 procent Postdoctoraal/MBA. Aan de respondenten is gevraagd hoe vaak zij in de afgelopen drie maanden een bezoek hebben gebracht aan Amsterdamse theaters. Een derde van de respondenten is een trouwe theaterbezoeker, want ging in de afgelopen maanden vaker dan drie keer naar een Amsterdams theater, gevolgd door een (25,7 procent) of twee keer (27,2 procent). Amsterdamse theaters die het meest worden bezocht, zijn: De Kleine Komedie, De Meervaart, Koninklijk Theater Carré en Stadsschouwburg Amsterdam, welke te beschouwen zijn als de grotere theaters van de hoofdstad. De voorkeur voor Amsterdamse theaters is te herleiden naar de genrevoorkeur van respondenten. Uit de resultaten van de online vragenlijst is waar te nemen dat respondenten een sterke voorkeur hebben voor het genre van voorstellingen. Cabaret geniet de meeste voorkeur, gevolgd door toneel, popconcerten en musicals. Klassieke voorstellingen als ballet en opera scoren laag. De bovengenoemde Amsterdamse theaters hebben dan ook een aanbod van populaire voorstellingen. De keuze voor een Amsterdams theater is voornamelijk gebaseerd op soort van voorstelling, gevolgd door prijs van theaterkaartje, nabijheid van theater en korting. Daarnaast wordt de parkeergelegenheid van Amsterdamse theaters aangegeven als motivatie waarop de keuze van een theater op is gebaseerd. De respondenten hebben een sterke voorkeur voor genre van voorstelling, welke een reden zijn om bepaalde Amsterdamse theaters te bezoeken. Hoewel het grootste gedeelte van de respondenten alleenstaand is, blijken zij liever in een 21

22 gezelschap naar het theater te gaan. 79,2 procent gaat voornamelijk met z n tweeën naar het theater, 12,9 procent in een groep. 5 procent geeft aan alleen naar het theater te gaan. Uit deze resultaten is waar te nemen dat een bezoek aan het theater een veelal gezamenlijke activiteit is. 4.2 Media- en informatievoorziening van theaters In de online vragenlijst zijn de respondenten gevraagd op welke wijze ze op de hoogte blijven over theatervoorstellingen in Amsterdam. De website van een theater is voor meer dan de helft van de respondenten (52,8 procent) de belangrijkste informatiebron, gevolgd door de nieuwsbrief (37,6 procent) en posters in de stad (27,2 procent). De respondenten laten zich dus voornamelijk door middel van de website informeren en blijven op de hoogte via de nieuwsbrief van Amsterdamse theaters. Desalniettemin spelen traditionele media tevens een grote rol in de informatievoorziening. Naast de posters in de stad worden ook de Uitkrant (20,8 procent), kranten (18,3 procent) en brochures (21,3 procent) relatief vaak genoemd. Sociale media (18,8 procent) nemen tevens een belangrijke rol in, net als mond-tot-mondreclame (17,3 procent). De wijze waarop de respondenten zich informeren of laten informeren door Amsterdamse theaters is zeer gevarieerd, omdat zowel traditionele als nieuwe media een belangrijke rol spelen. De websites van Amsterdamse theaters scoren het hoogst, maar staan niet op zichzelf, omdat andere media respondenten naar de website van theaters kunnen leiden en vice versa. 77,3 procent van de respondenten vindt dat zij voldoende of meer dan voldoende worden geïnformeerd door Amsterdamse theaters. De tevredenheid van respondenten over de mate van informatievoorziening door theaters is dus zeer hoog. In dit onderzoek staan echter sociale media van Amsterdamse theaters centraal. 82,7 procent van de respondenten is actief op sociale media. 76 van de 167 respondenten, die actief zijn op sociale media, zijn van Amsterdamse theaters op sociale media De respondenten die niet actief zijn, zijn voornamelijk niet in sociale media geïnteresseerd. De helft van de respondenten geeft aan vaker dan vijf keer per week actief te zijn op sociale media. Daarnaast maken respondenten frequent gebruik van sociale media: 16,8 procent regelmatig, 44,1 procent zeer regelmatig. Twitter, Facebook, LinkedIn en Hyves zijn SNS waar respondenten veelal actief op zijn. 22

23 4.3 Motieven van sociaal mediagebruik Uit de onderzoeksresultaten is gebleken dat 76 van de 167 respondenten, die actief zijn op sociale media, lid zijn van Amsterdamse theaters op sociale media. Onder deze 76 respondenten is het mogelijk geweest om te onderzoeken welke motieven van sociaal mediagebruik van invloed op de respondenten zijn geweest om lid te worden van theaters op sociale media. Er zijn zes logistische regressies uitgevoerd, waarbij sociale mediamotieven van theaterbezoekers de onafhankelijke variabele waren en lid worden van online sociale netwerken van theaters de afhankelijke variabele. In tabel 1 is af te lezen dat het informatiemotief niet de lidmaatschap van een sociaal netwerk verklaart (OR = 1.05, 95% C.I. =.76, 1.44). Ook het sociale interactie en integratie motief verklaart niet significant het lidmaatschap (OR =.91, 95% C.I. =.68, 1.21). Daarentegen is het entertainment motief wel een voorspeller van lidmaatschap (OR =.40, 95% C.I. =.26,.61). Persoonlijke identiteit motief verklaart ook niet het lidmaatschap van theaters (OR =.87, 95% C.I. =.63, 1.18), maar beloningsmotief (OR =.49, 95% C.I. =.32,.74) en empowerment (OR =.59, 95% C.I. =.42,.83) zijn daarentegen wel een voorspeller van lidmaatschap. Tabel 2 Statistieken Logistische Regressies per Motief Motief B SE Wald p Informatie Sociale interactie & integratie Entertainment Persoonlijke identiteit Beloning Empowerment In de theoretische uiteenzetting van deze studie werd verondersteld dat informatie, sociale interactie en integratie, entertainment, persoonlijke identiteit, beloning en empowerment motieven van sociaal mediagebruik van theaterbezoekers konden zijn om lid te worden van online sociale netwerksites van theaters. Uit de resultaten is echter gebleken dat alleen de motieven entertainment, beloning en empowerment significant het lidmaatschap van theaterbezoekers verklaren. Opmerkelijk is dat sociale interactie en integratie niet significant het lidmaatschap verklaart, omdat 23

24 theatervoorstellingen een gezamenlijke aangelegenheid is en in lijn ligt met de sociale functie van sociale media. Overzicht hypothesen: H1: Informatie is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van sociale media van theaters. H2: Sociale interactie en integratie is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van sociale media van theaters. H3:Entertainment is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van sociale media van theaters. H4: Persoonlijke identiteit is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van sociale media van theaters. H5: Beloning is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van sociale media van theaters. H6: Empowerment is voor theaterbezoekers een motief om lid te worden van een online sociaal netwerk van een theater. Op basis van de uitkomsten van de logistische regressies worden hypothesen 1, 2 en 4 verworpen. Daarentegen worden hypothesen 3, 5 en 6 aangenomen. 24

25 5 Conclusie Sociale media bieden bedrijven de kans om direct in contact te staan met de doelgroep, wat bij andere media niet tot nauwelijks mogelijk is (Weinberg, 2009). Hoewel sociale media bedrijven diverse voordelen bieden, zoals merkbekendheid creëren en snel en gemakkelijk content onder de doelgroep verspreiden, maken Nederlandse bedrijven weinig gebruik van sociale media (Media Embassy, 2009). Er is weinig kennis over de inzet van sociale media als marketingmiddel, waardoor kansen en mogelijkheden van het medium onbenut blijven. Zo zijn Amsterdamse theaters wel aanwezig op sociale media, maar is er niet of nauwelijks sprake van interactie met theaterbezoekers. Theaters zullen zich echter meer moeten inspannen om publiek te trekken, omdat in 2015 het aanbod van podiumkunstaccommodaties naar verwachting 2,5 keer groter zal zijn dan de vraag. Daarom is het van belang om de kansen en mogelijkheden van sociale media voor Amsterdamse theaters nader te onderzoeken. Er is tot op heden weinig onderzoek naar sociale media als marketingmiddel en Amsterdamse theaters weten niet hoe zij sociale media effectief kunnen inzetten. Daarom zijn sociale media in dit onderzoek vanuit de ontvangerskant benaderd. Om te onderzoek waarom theaterbezoekers sociale media van theaters gebruiken, is de U&G benadering gehanteerd (Katz et al., 1974). Zes motieven van sociaal mediagebruik vormden de onafhankelijke variabelen in dit onderzoek (McQuail, 2005; Muntinga et al., 2009). Het lid zijn van sociale media van theaters gemeten was de afhankelijke variabele. De onderzoeksvraag van deze scriptie luidde: Wat zijn de motieven van theaterbezoekers om actief te zijn op sociale media van theaters? Er hebben vier Amsterdamse theaters meegewerkt aan dit onderzoek, welke de online vragenlijst naar theaterbezoekers hebben verstuurd. Uit de onderzoeksresultaten is gebleken dat entertainment, beloning en empowerment significante voorspellers zijn van lidmaatschap van Amsterdamse theaters op sociale media. Daarentegen waren de motieven informatie, sociale interactie en integratie en persoonlijke identiteit dat niet. Opmerkelijk, omdat sociale media een sociaal medium is, waardoor er verwacht werd dat sociale interactie en integratie een motief voor theaterbezoekers zou zijn. Theaterbezoekers gaan vaak in gezelschappen naar voorstellingen, waardoor er in deze studie werd verondersteld dat zij elkaar ook op sociale media zouden ontmoeten. Uit onderzoek van Brandtzæg en Heim (2009) is namelijk gebleken dat nieuwe mensen ontmoeten, in contact staan met 25

26 vrienden en socializen de meest genoemde redenen zijn om lid te worden van online sociale netwerksites. De drempel om andere theaterliefhebbers online te ontmoeten, zou voor theaterbezoekers dus vrij laag moeten zijn. De onderzoeksresultaten van deze studie wijzen echter iets anders uit. Wellicht heeft het er mee te maken dat er nog weinig interactie plaatsvindt op sociale media van theaters, waardoor de gesprekken niet op gang komen. Echter, entertainment, beloning en empowerment zijn in deze studie wel gevonden als sociale mediamotieven van theaterbezoekers om lid te worden van sociale media van theaters. Met name beloning werd verwacht, omdat tickets van theatervoorstellingen relatief duur zijn voor een avondje uit in tegenstelling tot een bioscoopbezoek. Uit diverse onderzoeken is al gebleken dat beloning/ remuneration een motivatie is voor consumenten om ergens aan mee te werken (Hennig-Thurau & Walsh, 2003; Muntinga et al., 2009). In dit onderzoek is beloning tevens als motief van sociaal mediagebruik gevonden voor theaterbezoekers om lid te worden van online sociale netwerksites van theaters. Daarnaast is entertainment een motief dat vaak in onderzoeken naar voren komt als motivatie om sociale media te gebruiken (Shao, 2009; Sheldon, 2008; Boyd & Ellison, 2007), welke tevens in deze studie significant is voor lidmaatschap. Tot slot, de betrokkenheid van consumenten ten opzichte van bedrijven is steeds groter geworden, mede omdat hun invloed door de komst van sociale media is toegenomen (Wang & Fesenmaier, 2003). Ook in deze studie is empowerment significant aan lidmaatschap. Uit dit onderzoek is gebleken dat drie van de zes sociale mediamotieven significant zijn aan lidmaatschap. Entertainment, beloning en empowerment zijn voor theaterbezoekers sociale mediamotieven om lid te worden van online sociale netwerksites van theaters. Daarmee heeft dit onderzoek een bijdrage geleverd aan de kennis over sociale mediamotieven ten aanzien van lidmaatschap van online sociale netwerksites. Om te weten wat theaterbezoekers doen op deze sites is vervolgonderzoek voor nodig. 26

27 6 Discussie Een theoretische implicatie van dit onderzoek is dat de U&G benadering van Katz et al. (1974) relevant was, omdat er drie sociale mediamotieven zijn gevonden die theaterbezoekers hebben om lid te worden van online sociale netwerksites van theaters. Echter, dit betekent niet dat andere theorieën niet relevant kunnen zijn om een dergelijk onderzoek uit te voeren. Er zijn een aantal suggesties voor vervolgonderzoek. Ten eerste zijn er zes motieven van sociaal mediagebruik onderzocht, terwijl er mogelijk meer motieven zijn die niet in dit onderzoek zijn opgenomen. Ten tweede is er geen inhoudsanalyse naar de online sociale netwerksites van theaters uitgevoerd, waardoor het niet geheel duidelijk is wat er op deze websites gebeurd. Dit onderzoek heeft betrekking op de motieven van theaterbezoekers om lid te worden van online sociale netwerksites van theaters, maar de netwerksites zijn inhoudelijk niet beoordeeld. Ten derde is een vervolgonderzoek nodig om te analyseren wat theaterbezoekers op online sociale netwerksites van theaters doen. Uit dit onderzoek is gebleken wat theaterbezoekers motiveert om lid te worden, maar is niet onderzocht welke activiteiten zij op online sociale netwerksites van theaters ondernemen. Enkele belangrijke praktische implicaties van dit onderzoek hebben betrekking op de onderzoeksmethode. Ten eerste zijn de respondenten benaderd via een online tool, waardoor er een mate van zelfselectie inzit. De respondenten in dit onderzoek zijn lid van een online nieuwsbrief, waardoor zij al actief zijn op het internet. Ten tweede zijn er altijd bepaalde mensen die meedoen aan dergelijke onderzoeken. Oftewel, de respondenten in dit onderzoek zijn actief op internet en waren tevens te benaderen om deel te nemen aan de online survey. Deze praktische implicaties hebben mogelijk invloed gehad op de onderzoeksresultaten. Theaterbezoekers die minder actief zijn op online sociale netwerksites van theaters hebben mogelijk een ander motief om actief te zijn op sociale media. Met de inzichten die in dit onderzoek zijn verkregen, hebben de Amsterdamse theaters een beter beeld van het sociaal mediagedrag van theaterbezoekers. Dit onderzoek draagt bij aan de kennis van sociale mediamotieven van theaterbezoekers om lid te worden van online sociale netwerksites van theaters. 27

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Webtechniek is gespecialiseerd in technische oplossingen voor internet en applicaties. Sinds 2000 is het

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015 Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden

Nadere informatie

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Klantonderzoek: de laatste inzichten! : de laatste inzichten! Hoe tevreden bent u over de door ons bedrijf geleverde producten en diensten? Veel bedrijven gebruiken deze vraag om de klanttevredenheid te meten. Op een schaal van zeer ontevreden

Nadere informatie

Online branding. Het nieuwe meten van merken via sociale media. L. de Vries M.Sc. Dr. S. Gensler Prof. dr. P.S.H. Leeflang

Online branding. Het nieuwe meten van merken via sociale media. L. de Vries M.Sc. Dr. S. Gensler Prof. dr. P.S.H. Leeflang Online branding Het nieuwe meten van merken via L. de Vries M.Sc. Dr. S. Gensler Prof. dr. P.S.H. Leeflang Rapport CIC-201203 ISBN 978-90-367-5937-3 CIC 2 Inhoudsopgave Managementsamenvatting pag. 3 Waarom

Nadere informatie

CASESTUDIE? HOE KRIJG IK MIJN WINKEL VOL? 12 februari 2014, Richard van Hoorn

CASESTUDIE? HOE KRIJG IK MIJN WINKEL VOL? 12 februari 2014, Richard van Hoorn CASESTUDIE? HOE KRIJG IK MIJN WINKEL VOL? Hoe krijg ik mijn winkel vol? Inzet marketingbudget Hoe meet je of de kosten van printmedia opwegen tegen het effect? Het commercieel effect De klassieke commerciële

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

LIVE PERFORMANCE. Bijlage Onderzoek Social Media. Sander van de Rijt PTTM22

LIVE PERFORMANCE. Bijlage Onderzoek Social Media. Sander van de Rijt PTTM22 LIVE PERFORMANCE Bijlage Onderzoek Social Media Sander van de Rijt PTTM22 Inhoudsopgave Social Media onderzoek Heesakkers & Daniels bestrating 3 Wat is social media? 3 Voor- en nadelen social media 3 Voordelen

Nadere informatie

Running head: MERKPAGINA S OP SOCIAL MEDIA

Running head: MERKPAGINA S OP SOCIAL MEDIA Running head: MERKPAGINA S OP SOCIAL MEDIA 2 Voorwoord Voor u ligt mijn masterscriptie die ik geschreven heb ter afsluiting van mijn masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen met de specialisatie

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Social media around the world Door: David Kok

Social media around the world Door: David Kok Social media around the world Door: David Kok Tussen 19 maart en 24 juni zijn ongeveer 400 steden in de wereld via e-mail en Twitter benaderd om mee te werken aan een internationaal onderzoek. De steden

Nadere informatie

M201107. Mix and Match. Het gebruik van digitale media in het MKB. drs. R van der Poel

M201107. Mix and Match. Het gebruik van digitale media in het MKB. drs. R van der Poel M201107 Mix and Match Het gebruik van digitale media in het MKB drs. R van der Poel Zoetermeer, maart 2011 Mix and Match Ondernemers moeten goed voor ogen houden welke doelstellingen zij met digitale media

Nadere informatie

Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord

Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord Aanvulllende info Workshop Social Media Humanitas district Noord Defintie SocialMedia is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

12-1-2015 SOCIAL MEDIA PLAN NETIDENTITY. MySuperfood Priscilla

12-1-2015 SOCIAL MEDIA PLAN NETIDENTITY. MySuperfood Priscilla 12-1-2015 NETIDENTITY SOCIAL MEDIA PLAN MySuperfood Priscilla Inhoud Je bedrijf in één zin... 3 Wat wordt er over je gezegd?... 3 Formuleer de doelstellingen... 3 Analyse zoekresultaten... 3 Analyseer

Nadere informatie

Nog even en de agrariër is 24/7 online

Nog even en de agrariër is 24/7 online Uren online per week 1 8 6 8% 4 tot 3 uur 3 tot 6 uur > 6 uur Stelling: rol internet neemt toe 1 8 6 9% 4 Nog even en de agrariër is 24/7 online Internet heeft grote invloed op het informatiegedrag van

Nadere informatie

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie VRAGENLIJST Dit is de vragenlijst zoals we die aangeboden hebben. Veel vragen worden door zogenaamde LIkert schalen aangeboden, bij ons op een

Nadere informatie

ZeelandNet.nl Bezoekersprofiel

ZeelandNet.nl Bezoekersprofiel ZeelandNet.nl Bezoekersprofiel 22 mei 2014 Walter Bil Marketing Services 1 Korte samenvatting 2 Bezoekers van ZeelandNet.nl komen uit Zeeland en zijn voornamelijk mannen van gemiddeld 58 jaar die klant

Nadere informatie

Praktische social media tips voor bedrijven!

Praktische social media tips voor bedrijven! Praktische social media tips voor bedrijven! Inhoud: Pagina Voorwoord 2 Wat is social media? 3 Hoe werkt het? 4 De mogelijkheden voor bedrijven 5 Als online vorm van mond-tot-mond reclame 7 Internet optimalisatie

Nadere informatie

Resultaten internetpanel Dienst Regelingen

Resultaten internetpanel Dienst Regelingen Resultaten internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 15: gebruik social media juli 2012 1. Inleiding Tussen 1 juni en 10 juni konden panelleden van het internetpanel Dienst Regelingen een peiling

Nadere informatie

Bachelorscriptie. Culturele aspecten van sociale media

Bachelorscriptie. Culturele aspecten van sociale media Bachelorscriptie Culturele aspecten van sociale media Verschillen tussen studenten en young professionals in het gebruik van Facebook en kennis over privacy Naam: Ivo Gagel ANR: 753592 Begeleider: dr.

Nadere informatie

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media hebben in onze samenleving een belangrijke rol verworven. Het gebruik van sociale media is groot en dynamisch. Voor de vierde

Nadere informatie

Sportclubs en Sociale Media

Sportclubs en Sociale Media Sportclubs en Sociale Media Wilko de Graaf DSO, 7 november 2013 Sportclubs en Sociale Media Mike Muller en Wilko de Graaf Kenniskring Sport, Management en Ondernemen Domein Bewegen, Sport en Voeding Hogeschool

Nadere informatie

Hoe actief zijn gemeenten op sociale media Door: David Kok

Hoe actief zijn gemeenten op sociale media Door: David Kok Hoe actief zijn gemeenten op sociale media Door: David Kok In dit hoofdstuk worden de resultaten beschreven van het tweede onderzoek naar het gebruik van sociale media door gemeenten in Nederland. Dit

Nadere informatie

Hyves handleiding voor de Groenteman

Hyves handleiding voor de Groenteman Hyves handleiding voor de Groenteman In deze speciale Hyves handleiding voor de groenteman leest u informatie over wat dit sociale medium precies inhoudt en hoe u als groente en/of fruitspecialist Hyves

Nadere informatie

ESSAY. Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay. Lexington Baly 1592180

ESSAY. Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay. Lexington Baly 1592180 ESSAY Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay Lexington Baly 1592180 Seminar: Dream Discover Do Essay Docent: Rob van den Idsert Effectief gebruik

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

Linkedin; nut en gebruik. 19 april 2011. Frits Gubbels

Linkedin; nut en gebruik. 19 april 2011. Frits Gubbels Linkedin; nut en gebruik 19 april 2011 Frits Gubbels Programma De ontvangen vragen Social media Linkedin; wat heb ik eraan? Linkedin als Public Relations en reclame Wat zet je erop? Hoe kom ik erop? Bekijken

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Stelling. Hoe kunnen we Social Media toepassen als dienstverleners?

Stelling. Hoe kunnen we Social Media toepassen als dienstverleners? Stelling Hoe kunnen we Social Media toepassen als dienstverleners? Tim Cosson Internet Strateeg Eigenaar mindworkz 26 jaar oud Woon samen Voetbal Geloof in samenwerken 1.Wat is social media? 2.Welke doelen

Nadere informatie

Praktische Social Media Tips 8 december 2011

Praktische Social Media Tips 8 december 2011 Praktische Social Media Tips 8 december 2011 Leon Tindemans Wie ben ik? Time To Market Leon Tindemans Oktober 2010 Herwijnen @TTMCommunicatie in/ttmcommunicatie user/ttmcommunicatie 1 Diverse klanten Al

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

BLOGGIN. De relatie tussen MKB-moderetailers en modebloggers - succes ligt op de loer

BLOGGIN. De relatie tussen MKB-moderetailers en modebloggers - succes ligt op de loer BLOGGIN De relatie tussen MKB-moderetailers en modebloggers - succes ligt op de loer IN VIER STAPPEN NAAR SUCCES De komst van social media en de daarbijhorende blogs heeft het marketingcommunicatielandschap

Nadere informatie

Rapportage onderzoek communicatie en informatie. communicatiemiddelen en informatievoorziening van bibliotheken. de Bibliotheek Deventer

Rapportage onderzoek communicatie en informatie. communicatiemiddelen en informatievoorziening van bibliotheken. de Bibliotheek Deventer voor bibliotheken Rapportage onderzoek communicatie en informatie De mening van klanten over de communicatiemiddelen en informatievoorziening van bibliotheken de Bibliotheek Deventer Inhoud Beschrijving

Nadere informatie

Volgens Nederland. Analyse van de nieuwe corporate campagne van Achmea. 15 november 2012. Sanne Gaastra Mirjam Lasthuizen Sonja Utz

Volgens Nederland. Analyse van de nieuwe corporate campagne van Achmea. 15 november 2012. Sanne Gaastra Mirjam Lasthuizen Sonja Utz Volgens Nederland Analyse van de nieuwe corporate campagne van Achmea 15 november 2012 Sanne Gaastra Mirjam Lasthuizen Sonja Utz Achtergrond Volgens Nederland Nederland kent een aantal belangrijke maatschappelijke

Nadere informatie

Burgers twitteren niet met de gemeente

Burgers twitteren niet met de gemeente Burgers twitteren niet met de gemeente Peter Joosten Het Twitter-account van de gemeente Bellingwedde, het YouTube-kanaal van de gemeente Den Haag, het Pinterest-account van de gemeente Goes of de Slideshare

Nadere informatie

Gedragscode social media reddingsbrigade Heerhugowaard

Gedragscode social media reddingsbrigade Heerhugowaard Gedragscode social media reddingsbrigade Heerhugowaard Richtlijnen en regels voor het gebruik van social media door leden in relatie tot Reddingsbrigade Heerhugowaard. Augustus 2015 1 Inhoudsopgave: Inhoudsopgave:...

Nadere informatie

Social media checklist

Social media checklist Social media checklist In 15 minuten klaar om klanten te benaderen Sociale media audit? Elk bedrijf weet wel dat ze iets met sociale media moeten doen en hebben daarom ook (toen ze wat tijd over hadden)

Nadere informatie

Students Voices (verkorte versie)

Students Voices (verkorte versie) Lectoraat elearning Students Voices (verkorte versie) Onderzoek naar de verwachtingen en de ervaringen van studenten, leerlingen en jonge, startende leraren met betrekking tot het leren met ICT in het

Nadere informatie

Resultaten Wie zoekt Wie op het internet onderzoek April 2016 www.mijnonlineidentiteit.nl

Resultaten Wie zoekt Wie op het internet onderzoek April 2016 www.mijnonlineidentiteit.nl Resultaten Wie zoekt Wie op het internet onderzoek April 2016 www.mijnonlineidentiteit.nl Enkele resultaten uit het onderzoek 98% heeft wel eens informatie over anderen op het internet gezocht We zoeken

Nadere informatie

Social Media. Beheer en begeleiding

Social Media. Beheer en begeleiding Social Media Beheer en begeleiding voor de bloemist Handeiding Facebook De term Social Media is tegenwoordig onvermijdbaar en neemt dagelijks toe. In geen enkel land in Europa ligt het bereik van Social

Nadere informatie

Hoe bedrijven social media gebruiken

Hoe bedrijven social media gebruiken Hoe bedrijven social media gebruiken SMO_214 Powered by Pondres Onderzoek Rob van Bakel Auteurs Milou Vanmulken Sjors Jonkers Beste lezer, Ook in 214 publiceren Pondres en MWM2 het Social Media Onderzoek.

Nadere informatie

Op zoek naar de rol van de raadsgriffie

Op zoek naar de rol van de raadsgriffie Op zoek naar de rol van de raadsgriffie Door: Simone van den Hurk en David Kok Uit het onderzoek hoe gemeenten sociale media gebruiken, blijkt dat raadsleden veel gebruik maken van sociale media. De vraag

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

Whitepaper community management

Whitepaper community management Whitepaper community management De kracht van een sterk merk In deze whitepaper leer je Wat community management is Waarom je community management moet meenemen in je strategie Hoe je je eerste community

Nadere informatie

Syntens. emarketing Internationaal zakendoen via internet

Syntens. emarketing Internationaal zakendoen via internet Syntens emarketing Internationaal zakendoen via internet Dennis van den Broek Creative Director @ Creactiv inhoud Creactiv, wat is dat? De Creactiv visie E-mail Marketing Marketplaces (Social) Networking

Nadere informatie

Allen Vrouw Man 18-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65+ N= 522 243 279 55 73 106 110 132 46 % % % % % % % % % 97,1 97,5 96,8 98,2 100,0 97,2 95,5 97,0 95,7

Allen Vrouw Man 18-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65+ N= 522 243 279 55 73 106 110 132 46 % % % % % % % % % 97,1 97,5 96,8 98,2 100,0 97,2 95,5 97,0 95,7 Filosofie Magazine Onderzoek De Grote Moraalenquête 2010 Tabellenboek Van Eunen Marketing 6 september 2010 Onderzoek uitgevoerd door PanelClix Representatief Nederland 18+, N=522 Vraag 1: Maakt u zelf

Nadere informatie

Mediagedrag van nu en de toekomst

Mediagedrag van nu en de toekomst Mediagedrag van nu en de toekomst Agenda Inleiding Gebeurtenissen & informatiebronnen Reden raadplegen informatiebronnen Perceptie informatiebronnen Samenvatting & aanbevelingen Waarom dit onderzoek? Verwachting

Nadere informatie

Training Social Media optimaal gebruiken

Training Social Media optimaal gebruiken Training Social Media optimaal gebruiken Wat levert deze training voor u op? U heeft de zaak al aardig voor elkaar en als ondernemer bent u op zoek naar een manier om meer omzet te genereren. Door social

Nadere informatie

Facebook, Twitter en andere Sociale Media

Facebook, Twitter en andere Sociale Media Facebook, Twitter en andere Sociale Media Sociale Media zijn belangrijke promotiemiddelen geworden. Facebook, Twitter, Pinterest, Instagram, Hyves en LinkedIn zijn voorbeelden van Sociale Media op het

Nadere informatie

Masterclass Best Practices in Social Media voor communicatiemedewerkers t.b.v. Building Business

Masterclass Best Practices in Social Media voor communicatiemedewerkers t.b.v. Building Business Masterclass Best Practices in Social Media voor communicatiemedewerkers t.b.v. Building Business Juni 2012 Ronald Provoost Inzet soort Social Media Anders 7% 7% 7% 7% 7% 7% 2% 4% 56% 41% 56% 50% 59% 72%

Nadere informatie

Jongerenparticipatie in Amersfoort

Jongerenparticipatie in Amersfoort Jongerenparticipatie in Amersfoort gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal november 2013 Samenvatting De gemeente wil Amersfoortse jongeren meer betrekken bij zaken die hen aangaan. We hebben via digitaal

Nadere informatie

Social Media Marketing strategie

Social Media Marketing strategie Social Media Marketing strategie --= werkboek =-- 1. Bepaal je doelstelling Vaak zal SMM een onderdeel zijn van bestaande marketingcommunicatieplannen. Een extra kanaal om je doelgroep te bereiken. Soms

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN ZOEKMACHINEMARKETING

STAND VAN ZAKEN ZOEKMACHINEMARKETING STAND VAN ZAKEN ZOEKMACHINEMARKETING NEDERLAND 2010 SAMENVATTING AUTEUR: EDUARD BLACQUIÈRE DATUM: MAART 2010 Pagina 1 van 6 SAMENVATTING In 2007 heeft Eduard Blacquière voor het eerst de markt van zoekmachinemarketing

Nadere informatie

De resultaten van een online campagne

De resultaten van een online campagne De resultaten van een online campagne Het einde nadert voor de wedstrijd van Gentse Ondernemer van het jaar, de mogelijkheid tot stemmen is reeds afgelopen. Deze voorbije aantal weken heeft Rgbscape dan

Nadere informatie

ONLINE VIDEO MONITOR 2013 CUSTOMER TOUCHPOINT

ONLINE VIDEO MONITOR 2013 CUSTOMER TOUCHPOINT 2013 CUSTOMER TOUCHPOINT 1. INLEIDING 2 1A. RESPONDENTEN Distributiematerialen onderzoek Het onderzoek voor de Online Video Monitor is in december 2012 uitgevoerd onder de lezers van Marketingfacts. De

Nadere informatie

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen E-resultaat aanpak Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen 2010 ContentForces Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

Nadere informatie

Toekomst van uw biologische boerderijwinkel.

Toekomst van uw biologische boerderijwinkel. Toekomst van uw biologische boerderijwinkel. Naam: William Ton (1604410) Docent: Rob van den Idsert Specialisatie: Concept Periode: 2015-D Datum: 27-05-2015 Toekomst van uw biologische boerderijwinkel.

Nadere informatie

Hoe haalt u voordeel uit sociale media in uw bedrijf?

Hoe haalt u voordeel uit sociale media in uw bedrijf? Van spielerei tot veelzijdig instrument Hoe haalt u voordeel uit sociale media in uw bedrijf? INHOUD 2 Van spielerei tot veelzijdig instrument 2 Tien manieren waarop uw bedrijf voordeel haalt uit sociale

Nadere informatie

Resultaten Gezondheidszorg

Resultaten Gezondheidszorg Resultaten Gezondheidszorg Conclusies Onbekendheid social media in de gezondheidszorg is groot; treffend is een quote van een zorggebruiker die stelt dat als je als patiënt nog niet of nauwelijks met een

Nadere informatie

LinkedIn als marketingtool gebruiken, zo doet u dat!

LinkedIn als marketingtool gebruiken, zo doet u dat! LinkedIn als marketingtool gebruiken, zo doet u dat! Social media en content marketing gaan tegenwoordig hand in hand. Waar Facebook veel gebruikt wordt voor B2C-marketing, is LinkedIn juist meer geschikt

Nadere informatie

Social Media Marketing

Social Media Marketing Social Media Marketing Get Social But, How? And Where? Tom Zoethout KvK Netwerkevent 23 nov 09 2 1 Moet je sociaal meedoen op het internet? 3 Social Media Marketing Quiz Wat weet ik eigenlijk al over Social

Nadere informatie

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel Algemeen rapport Inhoud Samenvatting onderzoeksresultaten

Nadere informatie

DEFINITIEVE ANTWOORDEN

DEFINITIEVE ANTWOORDEN DEFINITIEVE 1 ONDERDEEL 2 VRAGEN BIJ CASE De nieuwe digitale strategie van NRC Onderbouw uw antwoord met theorie en modellen uit de bestudeerde literatuur. Vraag 1 (max. 8 punten) De commerciële mogelijkheden

Nadere informatie

Social Media? Aan de slag met Twitter en Facebook. 14 november 2011

Social Media? Aan de slag met Twitter en Facebook. 14 november 2011 Social Media? Aan de slag met Twitter en Facebook 14 november 2011 Kennismaken Esther Kroes KroesKontrol ons aanbod binnen online communicatie en marketing 1. Werving en selectie 2. Workshops & presentaties

Nadere informatie

Rapportage. De Kracht van Communicatie. DirectResearch in samenwerking met Logeion Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon

Rapportage. De Kracht van Communicatie. DirectResearch in samenwerking met Logeion Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Rapportage De Kracht van Communicatie DirectResearch in samenwerking met Logeion Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies Resultaten van het onderzoek 5 De

Nadere informatie

Productinformatie LOKO Mailservice E-marketing met digitale nieuwsbrieven

Productinformatie LOKO Mailservice E-marketing met digitale nieuwsbrieven Productinformatie LOKO Mailservice E-marketing met digitale nieuwsbrieven LOKO Mailservice is een full service dienst van www.nieuwsbriefspecialist.nl (Leaflet productinformatie LMS juni 2015) Een professionele

Nadere informatie

Samenvatting onderzoeksresultaten. gedragsmeting onder Nederlandse studenten Februari 2011

Samenvatting onderzoeksresultaten. gedragsmeting onder Nederlandse studenten Februari 2011 Samenvatting onderzoeksresultaten gedragsmeting onder Nederlandse studenten Februari 2011 Samenvatting onderzoeksresultaten gedragsmeting onder Nederlandse studenten Februari 2011 Contactgegevens: Opdrachtgever:

Nadere informatie

Social Media Marketing: met de nadruk op sociaal

Social Media Marketing: met de nadruk op sociaal Social Media Marketing: met de nadruk op sociaal Een onderzoek naar de determinanten van het gebruik van Social Media Marketing en invloed van merkidentificatie Masterscriptie Gabriëlle van Leeuwen Studentnummer:

Nadere informatie

Meer toerisme door gebruik nieuwe media Charel van Dam Innovatielab/NBTC

Meer toerisme door gebruik nieuwe media Charel van Dam Innovatielab/NBTC 1 Meer toerisme door gebruik nieuwe media Charel van Dam Innovatielab/NBTC Agenda Wat is innovatielab? Doel innovatielab Onderzoek innovatielab Producten innovatielab Travel 3.0 platform 2 Wat is het innovatielab

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek.

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek. Why participation works: the role of employee involvement in the implementation of the customer relationship management type of organizational change (dissertation J.T. Bouma). SAMENVATTING Het hier gepresenteerde

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies

Nadere informatie

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Rapportage resultaten Oudertevredenheidsonderzoek De Plakkenberg, mei juni 2013 1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Allereerst zullen de resultaten per onderwerp kort worden samengevat. Onder deze

Nadere informatie

Foursquare handleiding voor de Groenteman

Foursquare handleiding voor de Groenteman Foursquare handleiding voor de Groenteman In deze speciale Foursquare handleiding voor de groenteman leest u informatie over wat dit sociale medium precies inhoudt en hoe u als groente en/of fruitspecialist

Nadere informatie

Social Media, de basis

Social Media, de basis 1 Social Media, de basis Inhoud Doelstellingen Social Media Vormen van Social Media Tools social media Eigenschappen van de doelgroep Trends en ontwikkelingen Astrid Schiepers, www.donnadioggi.nl 2 Waarom

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Leger des Heils - Ambulant Volwassenen regio gemeenten (incl. nazorg PI Midden Holland) Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2018 www.triqs.nl Voorwoord Met

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010 Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010 Belangrijkste uitkomsten van het onderzoek 2010 Deelname aan culturele activiteiten in shertogenbosch licht toegenomen Het opleidingsniveau is het meest

Nadere informatie

Heeft u de digitale afslag gemist?

Heeft u de digitale afslag gemist? Heeft u de digitale afslag gemist? Collaboration portals Knowledge centre Client services Content Platform Legal Alerts Social Media Newsflash E-Guides SmashDoc s App s Online communicatie dating 2.0

Nadere informatie

DRIVING BUSINESS. Werkplaats orders genereren met Social Media

DRIVING BUSINESS. Werkplaats orders genereren met Social Media DRIVING BUSINESS. Werkplaats orders genereren met Social Media Michel van Roon E-mail: mvroon@automotiveretail.nl Twitter: @michelvanroon Facebook: facebook.com/automotiveretail 01 WAT IS ER GEBEURD? 02

Nadere informatie

Meting Burgerpanel Onderzoek Kanaalsturing en website. April 2011

Meting Burgerpanel Onderzoek Kanaalsturing en website. April 2011 Meting Burgerpanel Onderzoek Kanaalsturing en website April 2011 Meting Burgerpanel Onderzoek Kanaalsturing en website Trendview is onderdeel van DUO Market Research Postbus 681, 3500 AR Utrecht Tel. (030)

Nadere informatie

Creat4u. www.icreat4u.nl COMPLETE WEBSITE. voor ondernemers. 47,50,- per maand zonder opstartkosten. ONZE VOORDELEN! EEN ALL-IN WEBSITE

Creat4u. www.icreat4u.nl COMPLETE WEBSITE. voor ondernemers. 47,50,- per maand zonder opstartkosten. ONZE VOORDELEN! EEN ALL-IN WEBSITE COMPLETE WEBSITE voor ondernemers 47,50,- per maand zonder opstartkosten. Een complete website voor uw onderneming en die ook nog goed vindbaar is, dat is wat we willen! Maar hoe? EEN ALL-IN WEBSITE ONZE

Nadere informatie

7 ontwikkelingen waar de horecaondernemer van kan profiteren

7 ontwikkelingen waar de horecaondernemer van kan profiteren 7 ontwikkelingen waar de horecaondernemer van kan profiteren European Merchant Services 2015 1. Zorg ervoor dat u met de smartphone gevonden wordt Ondanks dat de groei van de smartphone inmiddels stabiliseert

Nadere informatie

Livy Professional. De internetmakelaar

Livy Professional. De internetmakelaar De internetmakelaar pagina 2 De internetmakelaar pagina 3 werkt met Yes-co Open, een web based CRM systeem, waarvoor u geen installatie nodig heeft en kan werken vanaf iedere plek. Met Livy heeft u: Inzicht

Nadere informatie

internet trends & strategie CRM genootschap Arjan van Liere agenda - CRM en internet -Trends - Strategische keuzes maken

internet trends & strategie CRM genootschap Arjan van Liere agenda - CRM en internet -Trends - Strategische keuzes maken internet trends & strategie CRM genootschap Arjan van Liere agenda - CRM en internet -Trends - Strategische keuzes maken PRESENT MEDIA INTERNET Organisatie & Advies 10 januari 2006 CRM en internet CRM

Nadere informatie

Verbeter de upselling. Emailmarketing met de Alletha Mailingtool

Verbeter de upselling. Emailmarketing met de Alletha Mailingtool Verbeter de upselling Emailmarketing met de Alletha Mailingtool Brochure: Alletha Mailingtool Versie: 6 uit 2011 introductie Bedankt voor uw interesse in Alletha Mailingtool en de mogelijkheden die het

Nadere informatie

Checklist: Facebookpagina

Checklist: Facebookpagina Checklist: Facebookpagina De Facebookpagina checklist Met plezier bieden we u deze Facebook Checklist aan. De Facebook Checklist geeft u inzicht in de mogelijkheden die Facebook biedt voor uw bedrijf.

Nadere informatie

De AKK-site onder de loep!

De AKK-site onder de loep! s-hertogenbosch, februari 2001 AKK5899/RdGr/pv Resultaten van de enquête over de Akk-website De AKK-site onder de loep! Remco de Groot Inhoudsopgave Managementsamenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Vraagstelling

Nadere informatie

ONDERZOEK ONLINE INFLUENCERS

ONDERZOEK ONLINE INFLUENCERS ONDERZOEK ONLINE INFLUENCERS 2 Voorwoord Marketeers worden zich er steeds meer van bewust wat de invloed is van social media op de (online) reputatie van hun bedrijf. Mede daarom zetten zij ook steeds

Nadere informatie

Je imago is hoe anderen je zien

Je imago is hoe anderen je zien Identity matters Je imago is hoe anderen je zien What you see, is what you get ART= ontwerp- en reclameburo creëert sinds 1997 merken, huisstijlen en bedrijfsstijlen. Ook al zien anderen je soms anders,

Nadere informatie

Inzicht en acties naar aanleiding van de enquête.

Inzicht en acties naar aanleiding van de enquête. Inzicht en acties naar aanleiding van de enquête. Bureau Architectenregister heeft in het voorjaar van 2015 een onderzoek onder de ingeschrevenen in het register laten uitvoeren. Aan alle bij Bureau Architectenregister

Nadere informatie

Presentatie Social Media Content

Presentatie Social Media Content Presentatie Social Media Content 4 februari 2015 Inhoud Workshop Wie zij wij? Wat is content marketing? In 6 stappen naar content strategie Champagne? Cases Vragen Prominent & Molenaar 16 januari 2015

Nadere informatie

Online Marketing. Door: Annika Woud ONLINE MARKETING

Online Marketing. Door: Annika Woud ONLINE MARKETING Online Marketing Door: Annika Woud 1 Inhoudsopgaven 1 Wat is online marketing? 2 Hoe pas je online marketing toe op een website? Hoe pas je het toe? SEO Domeinnaam HTML Google Analytics Advertenties op

Nadere informatie

Richtlijn gebruik social media. Interne en Externe Communicatie. Voor studenten. Collegejaar 2012-2013

Richtlijn gebruik social media. Interne en Externe Communicatie. Voor studenten. Collegejaar 2012-2013 Richtlijn gebruik social media Interne en Externe Communicatie Voor studenten Collegejaar 2012-2013 Directie Onderwijs & Opleidingen Team Communicatie & Voorlichting Juli 2012 Social Media 1 Inleiding

Nadere informatie