TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), OKTOBER 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), OKTOBER 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN"

Transcriptie

1 TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), OKTOBER 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN ANATOMIE & EMBRYOLOGIE Vraag 1 (2) a. Welke spier is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor abductie van de bovenarm tot ca. 90 graden? Door welke zenuw wordt deze spier geïnnerveerd? m. deltoideus, n. axillaris b. Welke spier is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor abductie van de bovenarm voorbij 90 graden? Door welke zenuw wordt deze spier geïnnerveerd? m. serratus anterior, n. thoracicus longus Vraag 2 (3) Iemand onderzoekt, tijdens het anatomie-practicum de eindtakken van de plexus brachialis a. Eén zenuw doorboort de m. coracobrachialis. Uit welke fasciculus ontspringt deze zenuw? fasc. lateralis b. Welke opening passeert de n. axillaris? laterale okselpoort c. Welke zenuw ontvangt bijdragen van twee fasciculi? n. medianus Vraag 3 (3) Benoem bij elk van onderstaande combinaties van spieren de functie of functies (beweging + gewricht) die zij gemeenschappelijk hebben en de zenuw die die spieren innerveert: a. m. supraspinatus, m. infraspinatus exorotatie /schouderstabilisatie n. suprascapularis b. m. rhomboideus major, m. levator scapulae retractie (en elevatie) van scapula, n. dorsalis scapulae c. m. biceps brachii, m. brachialis flexie v.d. elleboog, n.musculocutaneus Vraag 4 (2) Om welke as kan, onder normale omstandigheden, (zo goed als) geen beweging uitgevoerd worden (NB: benoem de as bij naam, dus niet x, y of z): a. in de elleboog sagittale as b. in de enkel longitudinale as Vraag 5 (2) Geef een anatomische verklaring voor het feit dat compressie t.p.v. de carpale tunnel (canalis carpi) op de lange duur leidt tot duimmuisatrofie letsel van de n.medianus leidt tot denervatie van de meeste duimmuisspieren Vraag 6 (2) Deze vraag heeft betrekking op uitval van de n. ulnaris a. Welke motorische functie van de vingers is volledig opgeheven? Welke spieren zijn bij die functie betrokken? spreiden en sluiten van de vingers, mm. interossei b. Welke motorische functie van de vingers is slechts ten dele opgeheven? Waarom niet volledig? buigen van ringvinger en pink, restfunctie dankzij m. flexor digitorum superficialis (n. medianus) Vraag 7 (3) Benoem een arterie die gelegen is in of passeert door / langs: a. achterste scalenuspoort a. subclavia b. foramen suprapiriforme a. glutea superior c. malleolus medialis a. tibialis posterior Vraag 8 (3) Benoem bij elk van onderstaande combinaties van spieren de functie (beweging + gewricht) die zij gemeenschappelijk hebben en de zenuw die die spieren innerveert: a. m. rectus femoris, m. sartorius anteversie van de heup, n. femoralis b. m. adductor longus, m. gracilis adductie van de heup, n. obturatorius c. m. semitendinosus, m. gastrocnemius flexie van de knie, n. tibialis Vraag 9 (2) Actieve retroversie (extensie) in de heup vanuit anatomische stand is zeer beperkt (< 15 graden), zeker als de knie van het betreffende been gebogen is. a. Waarom is heupextensie nog geringer als de knie gebogen is? buigen van de knie maakt de hamstrings functioneel insufficient b. Waarom is het toch mogelijk het been naar achteren te bewegen, zoals tijdens (hard)lopen? door het bekken te kantelen en dus de romp naar voren te buigen zodat anteversie in de heup van het standbeen ontstaat Vraag 10 (2) Noem drie morfologische en/of functionele verschillen tussen de mediale en laterale meniscus van de knie. mediaal: plat, weinig beweeglijk, vergroeid met onderliggende structuren,

2 gevoelig voor trauma; lateraal: rond, beweeglijk, vrij van onderliggende structuren, minder gevoelig voor trauma Vraag 11 (2) a. Noem de vascularisatie en innervatie van de spieren in het voorste compartiment van het onderbeen. a+v. tibialis anterior, n. peroneus profundus b. Noem drie spieren die zorgen voor plantairflexie na doorsnijding van de Achilles-pees. m. flexor hallucis longus, m. flexor digitorum longus, m. tibialis posterior, (m. plantaris) Vraag 12 (2) a. Noem twee ligamenten die de enkel aan laterale zijde versterken. ligg. talofibulare ant. + post., lig. calcaneofibulare b. Noem twee structuren die zorgen voor statische instandhouding van het overlangse voetgewelf. aponeurosis plantaris, ligg. planatrum longum, calcaneocuboideum en calcaneonaviculare plantare Vraag 13 (2) a. De lange intrinsieke rugspieren liggen oppervlakkiger dan de korte intrinsieke rugspieren. Leg uit waarom. Korte spieren lopen van wervel tot wervel en zouden lange spieren moeten doorkruisen alvorens aan te hechten indien zij oppervlakkig zouden liggen. b. Door welke zenuwen worden de intrinsieke rugspieren geinnerveerd? ramus dorsalis van de spinale zenuwen Vraag 14 (3) Overmatige expressie van Sonic hedgehog (Shh) tijdens de pootknopontwikkeling leidt tot de vorming van meer dan vijf stralen per hand of voet, terwijl bij verminderde expressie het aantal stralen juist gereduceerd is. a. Hoe heet de structuur waar Shh tot expressie gebracht wordt en aan welke zijde van de pootknop bevindt deze structuur zich? ZPA, posterieur (pinkzijde, postaxiaal) b. Welk morfologisch kenmerk (behalve dat het er meer dan 5 zijn) vertonen de vingers (of tenen) bij overmatige Shh-expressie? ontbrekende polariteit; ze lijken allemaal op elkaar c. Waarom zullen extremiteiten in geval van verminderde Shh-expressie, niet alleen minder dan 5 stralen vertonen maar bovendien te kort zijn? ZPA heeft positieve wisselwerking met AER (die de lengtegroei bepaalt) HEELKUNDE Vraag 15 (1) Wat is het meest voorkomende symptoom bij orthopedische klachten? pijn Vraag 16 (2) a. Noem 3 oorzaken van een botdeformiteit. aangeboren, metabole afw., dysplasie, groeischijfletsel, malunion, Paget b. Noem 3 oorzaken van een gewrichtsdeformiteit. huidcontractuur, fasciecontractuur( dupuytren), spiercontractuur, spieronevenwicht (spast. paralyse), instabiliteit, gewrichtsdestructie Vraag 17 (2) Een sportieve adolescent consulteert u vanwege een pijnlijke harde bobbel ter plekke van de tuberositas tibiae. a. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk? Morbus Osgood Schlatter b. Hoe ontstaat een dergelijke aandoening? Tractie-apofysitis (osteochondritis) Vraag 18 (2) a. Welke structuur vormt bij kinderen ouder dan 3 jaar een barrière voor het doorbreken van een osteomyelitis in de richting van het gewricht. de groeischijf b. Waar in het bot bevindt een osteomyelitis-haard zich meestal? in de metaphyse Vraag 19 (2) a. Noem twee complicaties van een bacteriële arthritis. gewrichtsdestructie, bechadigde groeischijf, ankylose, dislocatie b. Op welke wijze is onderscheidt te maken tussen een coxitis fugax en een septische artritis? lab onderzoek, aan- /afwezigheid van koorts

3 Vraag 20 (2) a. Als sprake is van een omartrose, over welk gewricht gaat het dan? schoudergewricht b. Welk oorzakelijk verband bestaat er tussen osteoporose en artrose? geen Vraag 21 (2) a. Hoe is de kwaliteit van het aanwezige botweefsel als er sprake is van osteoporose? normaal b. Waarom zal een collumfractuur bij oudere personen bijna altijd operatief i.p.v. conservatief behandeld worden? kans op pseudartrose en risico s van bedlegerigheid (longontsteking, trombose) zijn meestal hoger dan operatierisico s Vraag 22 (2) a. Welke aandoening van het heupgewricht komt vaak voor bij sikkelcelanaemie? Aseptische kopnecrose b. Wat is in dat geval de behandeling? Totale heupprothese, ev. osteotomie Vraag 23 (2) a. Welke tumoren zijn meestal de oorzaak van botmetastasen bij de vrouw resp. de man? mammacarcinoom, prostaatcarcinoom b. Wat is meestal het doel van de behandeling van een symptomatische botmetastase? verbeteren van kwaliteit van leven Vraag 24 (3) a. Welke twee belangrijke zenuwen lopen risico beschadigd te raken bij operaties rond de heup? N. femoralis, N. ischiadicus b. Welke van de a. bedoelde zenuwen loopt het kleinste risico beschadigd te raken bij een traumatische posterieure heupluxatie N. femoralis c. Wie loopt het hogere risico op een post. luxatie: de autobestuurder of de parachutist? Beschrijf het mechanisme. autobestuurder, komt met knieën tegen dashboard Vraag 25 (2) a. Waar op de schouder zijn pijnklachten, die uit de nek afkomstig zijn, gelocaliseerd? achter op de schouder b. Waarom luxeert het schoudergewricht relatief makkelijk? ongunstige verhouding kop/kom, grote ROM Vraag 26 (2) a. Als er een letsel van het humero-ulnaire gewricht optreedt, heeft dat dan invloed op de pro/supinatie? Motiveer uw antwoord. nee, de radio-ulnaire gewrichten zijn intact b. Als er een supracondylaire humerusfractuur niet correct geneest, welke deformiteit is dan het meest voorkomend? cubitus varus Vraag 27 (1) Welk type behandeling is het meest aangewezen bij lage rugklachten op basis van degeneratieve veranderingen van de lumbale wervelkolom? conservatieve behandeling Vraag 28 (2) Wat zijn de drie klassieke verschijnselen, waarnaar bij iedere knie-anamnese hoort te worden gevraagd? Op welke aandoeningen wijzen ze respectievelijk? dikke knie (zwelling, hydrops): gewrichtsirritatie slotklachten: meniscusletsel of corpus liberum giving way: instabiliteit Vraag 29 (2) a. Noem de drie standsafwijkingen, die bij een klompvoet horen. spits (equinus), varus, adductus b. Welke type behandeling van een klompvoet heeft de voorkeur? conservatief Vraag 30 (2) a. Welke heel vaak voorkomende fractuur beschreef R. Smith in 1847? de distale radiusfractuur van het type Smith b. In welke richting is het distale fragment gekanteld? naar ventraal

4 Vraag 31 (2) a. Welke late complicatie doet zich heel vaak voor na gewrichtsfrakturen? Artrose van het gewricht b. Hoe moet getracht worden de bij a. bedoelde complicatie te voorkomen? Herstel van de congruentie van het gewricht NEUROLOGIE Vraag 32 (1) Welke van de volgende neuromusculaire aandoeningen kunnen zich manifesteren door slik- en articulatiestoornissen? A. Myasthenia gravis B. Amyotrofische lateraalsclerose C. Dystrofia myotonica D. Alle 3 goed Antw: D Vraag 33 (2) Een patiënt die in het verleden polio heeft doorgemaakt en restverschijnselen heeft in zijn linkerbeen, klaagt over nieuwe spierzwakte in zijn rechterbeen dat naar zijn zeggen destijds niet door de polio was aangedaan. Alvorens de diagnose postpoliosyndroom te stellen moet zeker zijn dat er geen andere aandoeningen zijn die dat kan veroorzaken. a. Welke bevinding bij onderzoek pleit tegen die diagnose postpoliosyndroom? A. Atrofie en spierzwakte rechterbeen B. Fasciculaties in het rechterbeen C. Lage reflexen in het rechterbeen D. Pathologische voetzoolreflex rechts Antw: D b. Hoe stelt men die diagnose postpoliosyndroom? A. Door een lumbaalpunctie te verrichten B. Op grond van de anamnese en het klinisch beeld C. Door antistoffen tegen het poliovirus te bepalen D. Door een EMG te verrichten Antw: B Vraag 34 (5) Een 5-jarige jongen is sinds een paar weken wat hangerig, vertoont een exantheem in het gezicht en op de handdrug en een violetachtige verkleuring van de oogleden. Volgens de ouders is hij de laatste tijd onhandig in zijn motoriek. Hij valt nogal eens. De kinderarts denkt aan de diagnose dermatomyositis. a.welk hulponderzoek verricht men om die diagnose te stellen? A. Spierbiopt B. EMG C. Lumbaalpunctie D. Bepaling van de bezinkingssnelheid van de erythrocyten (BSE) Antw: A b. De diagnose wordt door het hulponderzoek bevestigd. Welke therapie wordt er voorgeschreven? Prednison c. Wat zijn bekende bijwerkingen van deze therapie in kinderen (noem er ten minste drie). Gewichtstoename, groeivertraging, psychische veranderingen, hypertensie, diabetes mellitus, maagproblemen. REUMATOLOGIE Vraag 35 (1) Noem 2 vormen van kristalartritis. jicht (uraatkristallen), pseudojicht (calciumpyrofosfaatkristallen), hydroxyapatiet-arthropathie (hydroxyapatietkristallen) Vraag 36 (2) Waaruit bestaat het klassiek syndroom van Reiter? Artritis, Urethritis, Conjunctivitis

5 Vraag 37 (3) Bij welke ziekten komen de volgende antistoffen het meest voor: a. antistoffen tegen dubbelstrengs DNA. SLE b. anti-ssa M.Sjogren, congenitaal hartblok c. antistoffen tegen gecitrullineerde peptiden Reumatoide artritis Vraag 38 (1) Bij welke vorm van artritis kan chorea minor optreden? Acuut reuma = acute rheumatic fever Vraag 39 (1) Bij een 65-jarige mevrouw stelt u de diagnose arteriitis temporalis. U besluit te behandelen met prednison 60 mg/dag. Voor welke bijwerking van deze medicatie dient u profylactisch andere medicatie voor te schrijven? Osteoporose REVALIDATIE-GENEESKUNDE Vraag 40 (1) Welk model ligt ten grondslag aan het revalidatiegeneeskundig handelen? Gevolgenmodel of Biopsychsociaal model Vraag 41 (2) Welk percentage van 1 gangcyclus beslaat de standfase en waar bestaat de standfase uit? 60% bestaat uit 2x dubbelzijdig voetcontact (bipedale fase) en enkelzijdige beenbelasting Vraag 42 (2) Wat is het verschil in werking tussen een statische orthese en ene dynamische orthese? Statische orthese:oefent een constante kracht uit op een lichaamssegment. Dynamische orthese: oefent een variabele kracht uit Vraag 43 (2) Wat is de leeftijdscategorie van de grootste groep van patiënten met een beenamputatie en wat is voor deze groep van geamputeerden de levensverwachting? (80%) boven de 65 jaar. Levensverwachting: beperkt, afhankelijk niveau 50% overlijdt binnen 1-2 jr (BBA) of binnen 4 jaar (OBA). FARMACOLOGIE & FARMACOTHERAPIE Vraag 44 (2) U heeft de heer Braams naar de reumatoloog verwezen omdat u reumatoïde arthritis vermoedde. Enkele maanden later, u heeft nog steeds geen brief van de reumatoloog ontvangen, komt de heer Braams op uw spreekuur. De reumatoloog heeft inderdaad reumatoïde arthritis vastgesteld en de heer Braams slikt methotrexaat, eenmaal daags 15 mg, en af en toe diclofenac tegen de pijn. Met zijn gewrichtsklachten gaat het goed, maar hij voelt zich de laatste weken zo ontzettend moe. a. Op welke gevaarlijke bijwerking moet u de heer Braams onmiddellijk controleren? b. Verklaar het ontstaan van deze bijwerking. Vraag 45 (2) Allopurinol is een geneesmiddel dat kan worden voorgeschreven bij de behandeling van recidiverende jichtaanvallen a. Wat is het werkingsmechanisme? b. Noem een geneesmiddel waarvan de dosis in combinatie met allopurinol verlaagd moet worden. RADIOLOGIE Vraag 46 (3) U bent huisarts. Een patient meldt zich op uw spreekuur met klachten van zijn rechter knie, ontstaan na een trauma. Het lichamelijk onderzoek verschaft te weinig informatie. U bent bang voor letsel van het bot, kruisband en meniscus. U vraagt een echografie aan. a. Leg uit waarom dit niet wenselijk is. Echografie geeft geen informatie over bot, meniscus en kruisband, echografie kan niet de interne structuren van de knie beoordelen. b. Geef aan welk onderzoek het onderzoek van keuze is om alle vragen die u heeft te beantwoorden. Leg uit waarom. MRI is het onderzoek van keuze. Hiermee kunnen alle structuren die genoemd zijn adequaat geëvalueerd worden.

6 Vraag 47 (2) Een röntgenfoto van de voeten toont erosies in de bare area van meerdere Metatarsophalangeale (MTP) gewrichten. Welke diagnose is waarschijnlijker, arthritis of arthrose? Leg uw antwoord uit. Arthritis. Arthrose toont gewrichtspleet versmalling, sclerose en osteophyten, bij arthritis, en dan vooral Reumatoide arthritis, komen erosies voor. Vraag 48 (2) Bij een MRI van de knie worden T1 en T2 gewogen opnames gemaakt. Op een T1 gewogen sagittale opname ziet een normale meniscus er karakteristiek uit. Beschrijf de signaalintensiteit van de meniscus en de vorm op 4 aaneengesloten beelden lopend van mediaal tot centraal in de knie. De meniscus heeft een lage signaal intensiteit (zwart). Van mediaal: vlinderdasvorm doorlopend tot twee kleine zwarte driehoekjes

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,

Nadere informatie

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus. BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Anatomie van de heup. j 1.1

Anatomie van de heup. j 1.1 j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal

Nadere informatie

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier: 1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: B. Overspanning van: C. Indeling en functie van de spier: D. Bijzonderheden: E. Voorbeelden van oefeningen: van 5-7de rib naar schaambeen

Nadere informatie

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal

Nadere informatie

TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN

TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN ANATOMIE & EMBRYOLOGIE Vraag 1 (4) Noem voor elk van onderstaande spieren 2 bewegingen van het schouderblad die er door worden bewerkstelligd:

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46 Inhoud Inleiding 1 1 Anatomie van de heup 3 1.1 Anteflexie 4 1.2 Retroflexie 6 1.3 Abductie 7 1.4 Adductie 8 1.5 Exorotatie 9 1.6 Endorotatie 12 1.7 Ligamenten van de heup 12 1.8 Schema 14 2 Anatomie van

Nadere informatie

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde

Nadere informatie

https://www.visiblebody.com/anatomy-and-physiology-apps/human-anatomy-atlas

https://www.visiblebody.com/anatomy-and-physiology-apps/human-anatomy-atlas Amstelveen, 29 april 2017 Beste collega s In juni gaan we met het schoudernetwerk weer naar de snijzaal. Om deze sessie goed voor te bereiden een kleine opfrissing van de anatomie middels deze mailronde.

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 1. Welke van de volgende spieren is eenkoppig? A. De m. biceps brachii. B. De m. coracobrachialis. C. De m. gastrocnemius. 2. Welke van de volgende spieren geeft

Nadere informatie

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012 Luxaties van schouder elleboog en vingers Compagnonscursus 2012 De schouder - Epidemiologie Meest gedisloceerde gewricht: NL 2000/jaar op SEH 45% van alle luxaties betreffen schouder 44% in de leeftijdsgroep

Nadere informatie

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) 3. ENKEL EN VOET 3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 1. Welke uitspraak met betrekking tot spiercontracties is altijd juist? A. Bij concentrische contracties wordt de spanning in de spier kleiner. B. Bij excentrische

Nadere informatie

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE)

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE) Opleidingsprogramma Percutaneous Needle Electrolysis (PNE) Bent u als fysiotherapeut op zoek naar innovatie in uw praktijk? Creëer toegevoegde waarde voor uw patiënt met Percutaneous Needle Electrolysis

Nadere informatie

KNIE OKTOBER Kliniek Zestienhoven

KNIE OKTOBER Kliniek Zestienhoven BASISCURSUS ARBOARTSEN KNIE OKTOBER 2013 Anatomie functie stabiliteit kraakbeen meniscus slijmvlies kniebanden Hoffa musculatuur quadriceps hamstrings popliteus gastrocnemius Knie anatomie Quadriceps:

Nadere informatie

Antwoordformulieren open vragen

Antwoordformulieren open vragen Antwoordformulieren open vragen Bloktoets : 5O07 Datum : 9 april 0 Aanvang : Studentnummer : Studentnaam :. 9 APRIL 0 Sint Radboud Een coronale doorsnede Een transversale doorsnede 9 APRIL 0 Sint Radboud.

Nadere informatie

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees

Nadere informatie

Lieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital

Lieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital Klinisch onderzoek van de schouder Lieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital Klinisch onderzoek van de schouder 12 stappen Stap 1: Anamnese

Nadere informatie

Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016

Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

De schouder. Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg. Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch

De schouder. Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg. Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch De schouder Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch DE Schouder? Aandoeningen Traumatologische afwijkingen fracturen Instabiliteit

Nadere informatie

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 1. Wat gebeurt er bij een excentrische contractie van een spier? A. De spier wordt korter. B. De spier wordt langer. C. De spierlengte blijft gelijk. 2. In welk

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea Tussentijdse toets Anatomie maart 2005 Prof. M. Van Leemputte Rnr7 Vraag 1 tot 10: vul uw antwoord in op dit blad. 1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea 2. Welke

Nadere informatie

TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), JANUARI 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN

TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), JANUARI 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), JANUARI 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN ANATOMIE & EMBRYOLOGIE Vraag 1 (2) Welke twee rompspieren, met een aanhechting op de bovenarm, kunnen dienst doen als hulpademhalingsspier?

Nadere informatie

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART Opdracht 1 A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris C = caput femoris D = trochanter major E = collum femoris F = M. obturatorius internus

Nadere informatie

Onstabiel gevoel Last bij stappen

Onstabiel gevoel Last bij stappen Naam: Datum: Leeftijd: 37 jaar Geslacht: M/V Beroep: bediende Adres: Telefoonnummer: / Hobby: joggen, zwemmen (totaal: 3u/week) Hoofdprobleem: Onstabiel gevoel en last ter hoogte van de rechter enkel Lichaamsdiagram

Nadere informatie

Sport Specifieke Blessure Begeleiding

Sport Specifieke Blessure Begeleiding Sport Specifieke Blessure Begeleiding Week 8. Knierevalidatie Acute knie 300.000 knie letsels per jaar Aandoeningen contusie / distorsie hydrops heamartros meniscus kruisbanden / collaterale banden Acute

Nadere informatie

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 2.3. ENKEL EN VOET 2.3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus medialis en lateralis Lengtegewelf

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met

Nadere informatie

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Diagnostiek aan de schoudergordel Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Doorsnede art. humeri bicepspees, loopt door bovenkant van kapsel en voorkomt inklemming van kapsel in gewrichtsspleet

Nadere informatie

HERTENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN

HERTENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN HERTENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN ANATOMIE & EMBRYOLOGIE Vraag 1 (3) Noem voor elk van de onderstaande combinaties van spieren de beweging(en) van het schouderblad

Nadere informatie

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Anatomie Anatomie Anatomie Anatomie Algemeen Goede anamnese! ontstaansmechanisme van het letsel begrijpen

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum

Een fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit Serge Tixa Bohn Stafleu Van Loghum Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit EEN FOTOATLAS VAN DE ANATOMIE IN VIVO 2 ONDERSTE

Nadere informatie

VGN immobilisatieprotocollen

VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen

Nadere informatie

Schouder instabiliteit

Schouder instabiliteit Schouder instabiliteit 16 maart 2011 SchouderWerkgroep Groene Hart Ron Onstenk Shoulder stabilizers 1. Statisch 2. Dynamisch Shoulder stabilizers 1. Statisch: - ossaal - capsulair --Labrum --GH ligamenten

Nadere informatie

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede. Examenstichting Perimedische Opleidingen Diploma: sportmassage, massage, wellness massage 22 januari 2010, Beschikbare tijd: 60 minuten Anatomie Aanwijzing: Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn

Nadere informatie

Posterolaterale hoek letsels

Posterolaterale hoek letsels Posterolaterale hoek letsels Dr. Peter Van Eygen 04-11-2014 CAMPUS HENRI SERRUYS Inleiding Vaak niet herkend J. Hughston: You may not have seen posterolateral corner injuries, I can assure you that they

Nadere informatie

Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum

Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum mini symposium voor verwijzers Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum Miguel Sewnath Even voorstellen Miguel Sewnath 5 jaar orthopedisch chirurg Opleiding OLVG/ UMCU Fellowship Trauma Engeland Vlietland

Nadere informatie

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en

Nadere informatie

Reader Bowflex. Hogeschool van Amsterdam 09/2009

Reader Bowflex. Hogeschool van Amsterdam 09/2009 Reader Bowflex Hogeschool van Amsterdam 09/2009 Voorwoord. We zijn afgelopen schooljaar bezig geweest met het opstellen van readers voor het gebruik van de pully en bowflex apparaat. Hierin hebben wij

Nadere informatie

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen.

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen. Stroomdiagram Liespijn Onderstaand stroomdiagram kan worden gebruikt voor het diagnostisch proces, bij patiënten met liespijn. Hierbij wordt de nadruk gelegd op artrogene problematiek. Niet atrogene aandoeningen

Nadere informatie

Bewegingsapparaat, 'het jonge kind'

Bewegingsapparaat, 'het jonge kind' Meer leren over lichaam en gezondheid Bewegingsapparaat, 'het jonge kind' M.A. Witlox 20-5-2015 Inhoud Vogelvlucht Ontwikkeling en groei As en stand Heup Wervelkolom Voet 1 Team kinderorthopaedie Prof.

Nadere informatie

DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN. Wietske Wind Thom van der Sloot

DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN. Wietske Wind Thom van der Sloot DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN Wietske Wind Thom van der Sloot WIE ZIJN WIJ WIETSKE WIND DOCENTE CIOS HEERENVEEN OPLEIDER SPORTMASSAGE/VERZORGING 1997 SPORTMASSEUR SINDS 1995 THOM vd SLOOT Ex DOCENT

Nadere informatie

Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde

Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Spiertabellen1.2 Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Auteurs: Matthias De Moerloose Bronnen: Syllabus Prof. Roels, D Herde en Kerckaert Femke Delporte Hosford Muscle Tables

Nadere informatie

Antwoordformulieren open vragen

Antwoordformulieren open vragen Antwoordformulieren open vragen Bloktoets : 5O07 Datum : 3 april 00 Aanvang : Studentnummer : Studentnaam :. 3 APRIL 00 Sint Radboud De midsagittale snede Een mediale sagittale snede 3 APRIL 00 Sint Radboud.

Nadere informatie

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd? Examen anatomie januari 2009 1. Wat kan gesteld worden van slow twitch spiervezels? A. Ze hebben een groot agonistisch vermogen. B. Ze hebben een groot anaeroob vermogen. C. Ze hebben een groot aeroob

Nadere informatie

Overbelastingsblessures van de knie. Beleid bij topsporters

Overbelastingsblessures van de knie. Beleid bij topsporters Overbelastingsblessures van de knie Beleid bij topsporters Lateraal Tractus ileotibialis frictie syndroom Degeneratieve laterale meniscuslaesie Strain/tendinopathie biceps femoris LCL-laesie Entrapment

Nadere informatie

Lichamelijk onderzoek

Lichamelijk onderzoek Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,

Nadere informatie

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak Dr Mike Tengrootenhuysen Inleiding Heup Knie FAI Coxartrose Meniscusscheur Voorste kruisband Bursitis ruptuur Patellofemorale klachten Gonartose trochanterica

Nadere informatie

Programma RIOG reumatologie d.d. 23 november 2005

Programma RIOG reumatologie d.d. 23 november 2005 Programma RIOG reumatologie d.d. 23 november 2005 Programmacommissie: Organisatie: B.A.C. Dijkmans en A.E. Voskuyl P.W.B. Nanayakkara Voordrachten Doel: onderwijs en state of the art Voorzitter B.A.C.

Nadere informatie

DUO-dagen Injectie-technieken Orthopedisch chirurgen IJsselland Ziekenhuis

DUO-dagen Injectie-technieken Orthopedisch chirurgen IJsselland Ziekenhuis DUO-dagen 2016 Injectie-technieken Orthopedisch chirurgen IJsselland Ziekenhuis Disclosures Disclosure belangen sprekers orthopedie: Presentatie: injectie technieken Geen potentiële belangenverstrengeling

Nadere informatie

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm) Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie bovenarm ) m. biceps brachii - caput breve Supraglenoid deel scapula Top processus coracoideus lateralis tot m. coracobrachialis Radius en

Nadere informatie

Cornelis Visser. Locatie Leiderdorp & Alphen a.d. Rijn.

Cornelis Visser. Locatie Leiderdorp & Alphen a.d. Rijn. Cornelis Visser Locatie Leiderdorp & Alphen a.d. Rijn www.alrijneorthopedie.nl Wat kunt u verwachten? Inleiding, anatomie Plexus brachialis letsel, oorzaken Indeling, diagnostiek Welke perifere zenuwletsels

Nadere informatie

Acute Knie en Enkel in de huisartsenprak3jk. Huisartsendag LangeLand ziekenhuis 19 april 2011

Acute Knie en Enkel in de huisartsenprak3jk. Huisartsendag LangeLand ziekenhuis 19 april 2011 Acute Knie en Enkel in de huisartsenprak3jk Huisartsendag LangeLand ziekenhuis 19 april 2011 De acute knie Knie: anatomie Knie: anamnese Tijds3p en aard trauma (mate inwerkend geweld, rota3e vs hyperextensie

Nadere informatie

NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE

NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE NEAc NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE Zenuwechografie Voor het meten van zenuwen is een goede anatomische kennis vereist. In deze handleiding wordt beschreven waar de zenuw het beste

Nadere informatie

Diagnostiek Kliniek: anamnese: aard letsel (hoogenergetisch?), pre-existente afwijkingen, aard en tijdsduur zwelling, belastbaarheid

Diagnostiek Kliniek: anamnese: aard letsel (hoogenergetisch?), pre-existente afwijkingen, aard en tijdsduur zwelling, belastbaarheid T-III Acuut enkelletsel Inleiding Het inversietrauma van de enkel is met een geschatte incidentie van 425.000 gevallen per jaar in Nederland waarschijnlijk het meest voorkomende letsel van het bewegingsapparaat.

Nadere informatie

Ingeklemde zenuw in de pols. Carpal tunnel syndroom

Ingeklemde zenuw in de pols. Carpal tunnel syndroom Ingeklemde zenuw in de pols Carpal tunnel syndroom Inhoudsopgave Wat is het carpal tunnel syndroom... 1 Waardoor wordt het veroorzaakt... 2 Klachten... 2 Diagnose... 3 Behandeling... 3 Tot slot... 5 Wat

Nadere informatie

radiologie achtergronden casusschetsen voor begeleider/presentator

radiologie achtergronden casusschetsen voor begeleider/presentator radiologie achtergronden casusschetsen voor begeleider/presentator Voorstel wijzigingen bij herziening werkafspraak kunnen op de laatste pagina worden genoteerd 1 CASUSSCHETSEN RADIOLOGIE Casus 1: 40 jr

Nadere informatie

Interline augustus REUMATOLOGIE casusschetsen

Interline augustus REUMATOLOGIE casusschetsen Interline augustus 2009 REUMATOLOGIE casusschetsen INTERLINE Reumatologie PMR + AT augustus 2009 CASUSSCHETSEN Casusschets 1 Mevrouw van Makkum, 62 jaar. Voorgeschiedenis: gezond, alleen wat hoge bloeddruk.

Nadere informatie

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 Inleiding Dit is het tweede Interlineprogramma Orthopedie, het eerste dateert uit 2002. Het is een actualisering van gedeeltelijk dezelfde onderwerpen, waarbij de

Nadere informatie

Passantentarieven 2017 Declaratiecode Zorgproduct Omschrijving Tarief OVPXXXXXX DIAGNOSTISCHE PUNCTIES VAN NIET PALPABELE AFWIJKINGEN OF

Passantentarieven 2017 Declaratiecode Zorgproduct Omschrijving Tarief OVPXXXXXX DIAGNOSTISCHE PUNCTIES VAN NIET PALPABELE AFWIJKINGEN OF Passantentarieven 2017 Declaratiecode Zorgproduct Omschrijving Tarief 080077 OVPXXXXXX DIAGNOSTISCHE PUNCTIES VAN NIET PALPABELE AFWIJKINGEN OF ORGANEN, ONDER ECHOGRAFISCHE CONTROLE. 129,00 081092 OVPXXXXXX

Nadere informatie

Post-Op braces S t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e

Post-Op braces S t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e Post-Op braces t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e OT TO BOCK POT- OP BRCE --------------------------- eer en meer worden bij postoperatieve of posttraumatische

Nadere informatie

Chronische progressieve lagerugpijn met uitstraling in twee dermatomen bij een 44-jarige havenarbeider

Chronische progressieve lagerugpijn met uitstraling in twee dermatomen bij een 44-jarige havenarbeider 17 2 Chronische progressieve lagerugpijn met uitstraling in twee dermatomen bij een 44-jarige havenarbeider Jef Michielsen Introductie Deze casus toont het kenmerkende verhaal van een patiënt die al jaren

Nadere informatie

Tentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) van uur

Tentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) van uur Tentamen Structuur en functie van cel en weefsel (Vakcode 8W210) 17-01-2011 van 09.00-12.00 uur Opmerkingen bij dit tentamen: Zorg ervoor dat op elk formulier dat je inlevert, je identiteitsnummer en naam

Nadere informatie

Carpale tunnel syndroom (CTS)

Carpale tunnel syndroom (CTS) Carpale tunnel syndroom (CTS) gahandenpolscentrum.nl Carpale tunnel syndroom (CTS) Wat is het carpale tunnel syndroom? Bij het carpale tunnel syndroom (CTS) bestaat een verhoogde druk op de zenuw in de

Nadere informatie

Registratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT

Registratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT (Inclusief 506.21: Ontstekingen door overmatige inspanning van peesscheden; 506.22: Ontstekingen door overmatige inspanning van het weefsel van

Nadere informatie

Anatomie van de Spieren

Anatomie van de Spieren Schoudergordel en hals Schoudergordel M. Coracobrachialis M. Deltoideus M. Infraspinatus M. Latissimus dorsi M. Levator scapulae M. Pectoralis major Bron:afbeeldingen en omschrijving: SWSportmassage.nl

Nadere informatie

Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn

Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn 15 2 Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn Koos van Nugteren Samenvatting De knie-endoprothese wordt vrijwel altijd geïmplanteerd bij personen met ernstige

Nadere informatie

Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal

Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal 3 Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal Dos Winkel Introductie Sporten waarbij men met maximale kracht een bal moet werpen of slaan,

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van

Nadere informatie

De 5 klassieke blocks. De 5 klassieke blocks. Deze uiteenzetting

De 5 klassieke blocks. De 5 klassieke blocks. Deze uiteenzetting De 5 klassieke blocks LOCO-REGIONALE ANESTHESIE: ENKELE NUTTIGE TECHNIEKEN NAAST DE 5 KLASSIEKE BLOCKS dr. Philippe Van Loon Adjunct-Kliniekhoofd Anesthesie UZ Leuven 5 blocks everyone should know (cfr.

Nadere informatie

Schouderproblemen te boven Rotator Cuff Laesies. R Corveleijn Orthopedisch Chirurg

Schouderproblemen te boven Rotator Cuff Laesies. R Corveleijn Orthopedisch Chirurg Schouderproblemen te boven Rotator Cuff Laesies R Corveleijn Orthopedisch Chirurg M. Supraspinatus M. Infraspinatus M. Subscapularis M. Teres minor Rotatorcuff Functie rotatorcuff Mobiliteit elevatie rotaties

Nadere informatie

Dr. Hilde Van Kerckhoven

Dr. Hilde Van Kerckhoven Dr. Hilde Van Kerckhoven S 1. Inleiding Bandvormige pijn ter hoogte van de onderrug met uitstraling naar 1 of 2 benen kan te wijten zijn aan facetartrose. 1. Inleiding 15-45% van de patiënten met lage

Nadere informatie

De casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding.

De casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding. Casus 16L Fase A Titel Kniepijn Onderwerp Laesie mediale meniscus linker knie. Inhoudsdeskundige Dr. P.D.S. Dijkstra, orthopedisch chirurg Technisch verantwoordelijke Drs. S. Nadery Drs. E.M. Schoonderwaldt

Nadere informatie

VUmc_CAT_LSGZ_B15_ _inzage Tuesday, July 11, :05

VUmc_CAT_LSGZ_B15_ _inzage Tuesday, July 11, :05 pagina 1 van 21 VUmc_CAT_LSGZ_B15_2017-07-07_inzage Tuesday, July 11, 2017 08:05 Block 1, 50 question(s), maximum score 50 CAT LSGZ B15 07-07-2017 INZAGE 1 of 50 Demo : 2 QType : MC Difficulty - works

Nadere informatie

NVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder. Werk en KANS. 11-5-2015 Hoge School Leiden. Dr. Leo. A.M. Elders

NVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder. Werk en KANS. 11-5-2015 Hoge School Leiden. Dr. Leo. A.M. Elders NVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder 1 11-5-2015 Hoge School Leiden Dr. Leo. A.M. Elders Werk en KANS Tel: 06-55741585 E-mail: info@nvka.nl Inhoud presentatie Schouderklachten /SAPS Epidemiologie

Nadere informatie

Wat zorgt voor de stabiliteit? Instabiliteit ontstaat wanneer er iets mis met het actieve of passieve systeem.

Wat zorgt voor de stabiliteit? Instabiliteit ontstaat wanneer er iets mis met het actieve of passieve systeem. (In-) Stabiliteit Inleiding Wat is instabiliteit? Instabiliteit van het schoudergewricht houdt in dat de weefsels in en rond de schouder niet in staat zijn de kop van de bovenarm op een juiste manier in

Nadere informatie

Passantentarieven tm

Passantentarieven tm Passantentarieven 01-01-2017 tm 31-12-2017 Zorgproduct Declaratiecode Consumentenomschrijving Totaaltarief Diagnostisch onderzoek of therapie bij carpaaltunnelsyndroom (zenuwtunnelvernauwing in de 069499031

Nadere informatie

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd. Checklist LO: Onderzoek van de pols en hand Algemene instructies Stelt u zich voor aan patiënt. Vertel welk onderzoek u gaat verrichten en instrueer de proefpersoon in begrijpelijk Nederlands. Zorg ervoor

Nadere informatie

Polymyalgia reumatica (PMR), niet altijd wat het lijkt. C. De Gendt

Polymyalgia reumatica (PMR), niet altijd wat het lijkt. C. De Gendt Polymyalgia reumatica (PMR), niet altijd wat het lijkt C. De Gendt Diagnose In 1964 moest US Supreme Court rechter Potter Stewart, gewiekst met woorden, toegeven dat een definitie van harde pornogafie

Nadere informatie

HAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie

HAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie HAND EN POLS CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie Maatschap plastische chirurgie Hand- en Polsklachten - Voorkomen - 125 per 1000 personen - Huisarts ziet gemiddeld 8 op

Nadere informatie

Klinisch uur orthopedie: de knie

Klinisch uur orthopedie: de knie Klinisch uur orthopedie: de knie (zinvol onderzoek door de huisarts ) Rob Ariës, orthopeed, Peter van der Lugt, Mariët Bosselaar, huisartsen Leerdoel Beter inzicht in differentiaal diagnostiek Beter inzicht

Nadere informatie

Passantentarieven verzekerde zorg 01-01-2015 tm 31-12-2015

Passantentarieven verzekerde zorg 01-01-2015 tm 31-12-2015 Passantentarieven verzekerde zorg 01-01-2015 tm 31-12-2015 Zorgproduct Declaratiecode Consumentenomschrijving Totaaltarief 29399003 15C159 dagbehandeling bij kanker van bot, kraakbeen of weke delen 867,33

Nadere informatie

Declaratiecode BeterGezond tarief Omschrijving

Declaratiecode BeterGezond tarief Omschrijving 15B034 10797,96 Inbrengen van een heupprothese tijdens een ziekenhuisopname bij slijtage van de heup 15B060 3811,66 Operatie aan de knieband(en) bij een ziekte van 15B062 11871,71 Implanteren van een knieprothese

Nadere informatie

Schouderpathologie voorde huisarts

Schouderpathologie voorde huisarts Schouderpathologie voorde huisarts Linda Cervenka Ellen de Wit Ron Onstenk April 2012 Schouderklachten?? Nekklachten Radiculaire klachten CTS Infectieus Polymyalgia Schouder/POB klachten Gecombineerd Schouder

Nadere informatie

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Friday, January 12, :42

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Friday, January 12, :42 pagina 1 van 26 VUmc_CAT_BB_B15_2018-02-01_inzage Friday, January 12, 2018 16:42 Block 1, 54 question(s), maximum score 54 CAT BB B15 [01-02-2018] INZAGE 1 of 54 [Netter, Atlas of Human Anatomy, 2nd ed.1997]

Nadere informatie

Carpale Tunnel Syndroom

Carpale Tunnel Syndroom Carpale Tunnel Syndroom Diagnose en behandeling Neurologie Wat is het Carpale Tunnel Syndroom Het Carpale Tunnel Syndroom (CTS) is een beknelling van de middelste zenuw (de nervus medianus) in de pols.

Nadere informatie

Schouderprothese. Orthopedie. Oorzaken van de klachten. Artrose. Reuma. Fracturen. Onherstelbare rotator cuff-scheuren. Anatomie van de schouder

Schouderprothese. Orthopedie. Oorzaken van de klachten. Artrose. Reuma. Fracturen. Onherstelbare rotator cuff-scheuren. Anatomie van de schouder Orthopedie Schouderprothese Bij slijtage van de schouder kan het schoudergewricht worden vervangen door een prothese. Wat zijn de oorzaken van de klachten en welke soorten prothesen kunnen worden ingezet.

Nadere informatie

50207 Bewegingsapparaat ** herhaaloets ** 7juli2010 10.00 uur

50207 Bewegingsapparaat ** herhaaloets ** 7juli2010 10.00 uur Universitair Medisch Centrum Faculteit der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50207 Bewegingsapparaat ** herhaaloets ** 7juli200 0.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen Het ANDERE

Nadere informatie

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol n.ulnaris compressie thv. de elleboog v.02-09/2013 Problemen als gevolg van compressie van de nervus Ulnaris worden grofweg verdeeld over twee locaties:

Nadere informatie

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Wednesday, October 25, :36 Block 1, 54 question(s), maximum score 54 CAT BB B INZAGE

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Wednesday, October 25, :36 Block 1, 54 question(s), maximum score 54 CAT BB B INZAGE pagina 1 van 30 VUmc_CAT_BB_B15_2017-10-27_inzage Wednesday, October 25, 2017 12:36 Block 1, 54 question(s), maximum score 54 CAT BB B15 27-10-2017 INZAGE 1 of 54 [Bron: Netter, Atlas of Human Anatomy,

Nadere informatie

Orthopedie. Polsprothese

Orthopedie. Polsprothese Orthopedie Polsprothese Inleiding Binnenkort wordt u geopereerd aan uw pols. Er wordt een polsprothese geplaatst. In deze folder vindt u informatie over de pols, de aanleiding voor de operatie, de operatie,

Nadere informatie

Antwoordformulieren open vragen

Antwoordformulieren open vragen Antwoordformulieren open vragen Herhaaltoets : 5O07 Datum : 3 juli 0 Aanvang : Studentnummer : Studentnaam :. 3 JULI 0 Sint Radboud Een transversale doorsnede van het bekken 3 JULI 0 Sint Radboud. Medische

Nadere informatie

Congres Revalidatie 2016 Bas Meijer, podotherapeut

Congres Revalidatie 2016 Bas Meijer, podotherapeut Congres Revalidatie 2016 Bas Meijer, podotherapeut Introductie. Bas Meijer, podotherapeut Anderhalvelijns zorgcentrum Luc van Driel Judith Ensink 02 Inhoud. Podotherapeut? Samenwerkende disciplines Specialisaties

Nadere informatie