TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN"

Transcriptie

1 TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN ANATOMIE & EMBRYOLOGIE Vraag 1 (4) Noem voor elk van onderstaande spieren 2 bewegingen van het schouderblad die er door worden bewerkstelligd: a. m.levator scapulae elevatie, mediorotatie (retractie) b. m.trapezius laterorotatie, elevatie, depressie, retractie c. m.pectoralis minor depressie, protractie, mediorotatie d. mm. rhombodei retractie, elevatie Vraag 2 (3) a. Door welke zenuwen worden de spieren die gezamelijk de rotatoren-manchet (cuff) vormen geïnnerveerd? n. suprascapulairs, n. subscapularis, n. axillaris b. Wat is de belangrijkste functie van de rotatoren-manchet? stabilisatie van het schoudergewricht tijdens bewegingen c. Welke spier heft de arm lateraal voorbij ca graden abductie? m. serratus anterior Vraag 3 (3) Iemand onderzoekt, tijdens het anatomie-practicum de eindtakken van de plexus brachialis a. Waaraan hebben de drie fasciculi van de plexus brachialis hun namen te danken? aan hun ligging t.o.v. de a, subclavia/axilaris b. Van welke fasciculi ontvangt de n.medianus bijdragen? fasc.medialis en lateralis c. Welke zenuw kruist de bovenarm juist distaal van de aanhechting van de m. teres major? n. radialis Vraag 4 (4) Noem twee bewegingen die de m. biceps brachii uitvoert in: a. de schouder abductie, adductie, anteversie, endorotatie b. de elleboog en onderarmgewrichten flexie, supinatie c. Welke zenuw innerveert de m. biceps brachii n. musculocutaneus d. Waar op de bovenarm hecht de biceps brachii normaliter aan? nergens Vraag 5 (3) De mm. extensores carpi radiales longus et brevis worden in hun distale verloop gekruisd door drie duimspieren. a. Welke duimspieren kruisen proximaal van het retinaculum extensorum? m. abductor pollicis longus, m. extensor pollicis brevis b. Welke duimspier kruist distaal van het retinaculum extensorum? m. extensor pollicis longus c. Van welke structuur vormen deze duimspieren de begrenzingen? tabatière anatomique (anatomische snuifdoos) Vraag 6 (4) Een aantal spieren in het menselijk lichaam kent een dubbele innervatie. Door welke twee zenuwen worden onderstaaande spieren geïnnerveerd? a. m. flexor digitorum profundus n. medianus, n. ulnaris b. m. pectineus n. femoralis, n. obturatorius c. m. adductor magnus n. tibialis, n. obturatorius d. m. biceps femoris n. tibialis, n. peroneus communis Vraag 7 (2) Benoem de 4 arteriën die het bloed doorloopt : a. van de achterste scalenuspoort tot aan de duimmuis a. subclavia, a. axillaris, a. brachialis, a. radialis b. vanaf de a iliaca communis tot aan de voetrug a. iliaca externa, a.femoralis, a poplitea, a. tibialis anterior Vraag 8 (3) a. Hoe worden de spieren die in het mediale deel van het bovenbeen liggen gezamenlijk genoemd? Noem er drie bij naam. adductoren; mm. pectineus, adductor longus, gracilis, adductor brevis, adductor magnus b. Door welke zenuw worden (de meeste van) deze spieren geïnnerveerd? n. obturatorius

2 c. Waardoor kenmerkt zich het looppatroon indien de onder b. genoemde zenuw uitvalt? breedbasische gang, waarbij het aangedane been te ver naar lateraal wordt geplaatst Vraag 9 (4) Welke structuur/structuren in (de omgeving van) het kniegewricht beperken of verhinderen onderstaande bewegingen in de knie: a. endorotatie in flexie kruisbanden b. valgisering in extensie mediale collaterale ligament c. voorwaartse translatie voorste kruisband d. hyperextensie collaterale ligamenten Vraag 10 (1) Wat is de specifieke functie (behalve flexie in de knie) van de m. popliteus? opheffen van de slotrotatie Vraag 11 (2) a. Welke bewegingen in de wervelkolom worden niet door de m. erector spinae bewerkstelligd? vooroverbuigen b. In welk deel van de wervelkolom vindt de bij a. bedoelde beweging hoofdzakelijk plaats? lumbaal (en cervicaal) HEELKUNDE Vraag 12 (2) Wat zijn de twee belangrijkste fysisch diagnostische kenmerken van de tenniselleboog? Drukpijn lat condyl; Pijn bij passieve rekking van de onderarmsextensoren (actieve extensie tegen weerstand in de pols) Vraag 13 (2) Wat is bij het heuponderzoek het doel van a. de handgreep van Thomas? uitschakelen lendenlordose (compensatie voor flexiecontractuur van de heup); b. de test van Trendelenburg? vaststellen abductorenkracht Vraag 14 (2) Wat is een hallux rigidus en hoe is dit te behandelen? Arthrose van het MTP-I gewricht. Behandeling: afwikkelvoorziening, cheilectomie, arthrodese, resectie-arthroplastiek (Keller-Brandes), (prothese) Vraag 15 (1) Is het waarschijnlijk dat een meniscusscheur vanzelf geneest? Leg uit waarom dit wel of niet het geval is. Alleen perifere scheuren hebben kans om te genezen, aangezien er daar nog enige vaatvoorziening is. Vraag 16 (2) Bij een luxatie van de schouder (gleno-humerale gewricht), gaat het meestal om een verplaatsing van de humeruskop ten opzichte van het glenoïd naar anterieur. Dit heeft over het algemeen een traumatische oorzaak, als het gaat om de eerste keer. Waarmee worden respectievelijk een posterieure luxatie, en multidirectionele instabiliteit mee geassocieerd? Plotselinge trekkingen zoals bij elektrische shock of epilepsie, laxiteit van kapsels en ligamenten Vraag 17 (2) Wat is het verschil tussen een posturele scoliose en een structurele scoliose? Een posturele scoliose is secundair aan een afwijking die niet in de wervelkolom ligt, zoals een beenlengteverschil. Een strucurele scoliose is het gevolg van een benige afwijking in de wervelkolom, meestal gepaard gaande met een rotatie. Vraag 18 (2) Noem twee van de vier oorzaken voor het ontstaan van een pseudarthrose. Distractie (te grote afstand tussen de fragmenten), Interpositie van weke delen, Excessieve beweeglijkheid tussen de fragmenten, Slechte lokale bloedvoorziening Vraag 19 (2)

3 Wat is spondylolisthesis en waar onstaat het meestal? Voorwaartse verplaatsing van de wervelkolom Tussen L4 en L5, L5-S1 Vraag 20 (2) Waar let u op als u een baby moet onderzoeken op heupafwijkingen? Noem twee mogelijke abnormale bevindingen. Abductiebeperking van de heup, Beenlengteverschil, Asymmetrische bilplooi Vraag 21 (2) a. Wat is de meest frequent optredende complicatie na een mediale collumfractuur (femoral neck fracture)? avasculaire kopnecrose b. Hoe is de behandeling van deze fractuur bij een patiënt van 50 jaar? osteosynthese Vraag 22 (2) Pijn van de heup kan verschillende oorzaken hebben. De leeftijd van de patiënt kan een belangrijke aanwijzing zijn. Waaraan denkt u in eerste instantie als de patiënt 6 jaar is en waaraan denkt u als de patiënt 12 is? M. Perthes, Epifysiolisis Capitis Femoris Vraag 23 (2) Welke zijn de meest voorkomende lokalisaties voor infecties met mycobacterium tuberculosis van het bewegingsapparaat? Wervelkolom, Grote synoviale gewrichten Vraag 24 (2) Welke heel vaak voorkomende fractuur beschreef Abraham Colles in 1814, en in welke richting is het distale fragment gekanteld? De distale radiusfractuur van het type Colles, Naar dorsaal Vraag 25 (2) Wat zijn de vier radiologische kenmerken van arthrose? Gewrichtsspleetversmalling, Subchondrale sclerose, Botcysten, Osteofyten Vraag 26 (2) Wat is meestal de oorzaak van een pathologische fractuur en welk doel hebben wij bij de behandeling daarvan? Metastase, Palliatie, levenskwaliteit verbeteren Vraag 27 (2) Bij welke schouderaandoening vinden we vaak een painful-arc en in welke range van de beweging treedt die normaal op? Subacromiaal impingement, graden abductie Vraag 28 (2) a. Waar zijn pijnklachten, die uit de nek afkomstig zijn, op de schouder gelocaliseerd? Achter op de schouder b. Waarom luxeert het schoudergewricht relatief makkelijk? Ongunstige verhouding kop/kom, grote ROM NEUROLOGIE Vraag 29 (1). Een 58-jarige man komt bij de huisarts in verband met problemen met de fijne motoriek van de linkerhand. Hij is sedert een paar weken niet goed in staat de sleutel in het slot om te draaien of geld uit zijn portemonnee te halen. De huisarts constateert atrofie van zijn pinkmuis en mm. interossei en wat zwakte bij het spreiden van de vingers, alles links. Pijnklachten en gevoelsstoornissen zijn er niet. Hij verwijst hem naar een neuroloog. Welke diagnose overweegt u met de genoemde gegevens? A. Drukneuropathie n. ulnaris ter hoogte van de elleboog B. Carpale tunnel syndroom C. Amyotrofische lateraal sclerose D. Cervicale hernia Antwoord : c (b en d gaan met pijn gepaard, a met sensibiliteitsstoornissen) Vraag 30 (1). De neuroloog bevestigt de bevindingen van de huisarts. Andere afwijkingen dan atrofie en zwakte van de linkerhand zijn er niet. De neuroloog vraagt een EMG aan. Wat zet hij op de aanvraag? A. Drukneuropathie n. ulnaris in de loge van Guyon B. Beginnende amyotrofische lateraal sclerose

4 C. Beide mogelijk D. Beide onwaarschijnlijk Antwoord: c: Beide mogelijk Vraag 31 (1). Een 36-jarige vrouw, tot dusverre gezond, heeft sedert een paar maanden klachten van slikklachten en een dronkemansspraak. Zij is receptioniste van beroep en merkt gaandeweg de ochtend dat de klachten erger worden. De neuroloog merkt inderdaad een dysartrie op die toeneemt als hij haar laat voorlezen. Bij het snel drinken van een glas water verslikt zij zich. Overigens zijn er geen afwijkingen. Welke diagnose overweegt de neuroloog? A. Hersenstamtumor B. Syndroom van Guillain-Barré C. Myasthenia gravis D. Multiple sclerose Antwoord: c: Myasthenia gravis Vraag 32 (3). Een 4-jarig jongetje wordt door zijn ouders meegenomen naar de huisarts omdat hij zo vaak valt. Desgevraagd vertellen zij dat hij een late loper is (rond 20 maanden). De huisarts verwijst hen naar de neuroloog. Die ziet dat het kind een duidelijke spierzwakte van de bekkengordel- en bovenbeenspieren heeft en kuithypertrofie. Hij laat een serum creatine kinase activiteit bepalen die sterk verhoogd is. a. Aan welke diagnose denkt hij als allereerste? b. Hoe kan die diagnose bevestigd worden (2 onderzoeksmogelijkheden noemen) Antwoorden: a. De ziekte van Duchenne b. Spierbiopt met dystrofinebepaling; DNA-onderzoek gericht op een mutatie in het dystrofine-gen. Vraag 33 (2). Bij welke neuromusculaire aandoeningen kan men zwakte van de gelaatsspieren aantreffen (noem ten minste 2 aandoeningen)? Antwoord: Myasthenia gravis, Syndroom van Guillain-Barré, facioscapulohumerale spierdystrofie, myotone dystrofie REUMATOLOGIE Vraag 34 (1) Een 38-jarige vrouw met blanco voorgeschiedenis meldt zich in verband met pijn en zwelling van de beide enkels in aansluiting op een bezoek van 4 weken aan India voor vakantie. Aanvullende anamnese geeft aan dat zij de laatste 2 weken in India diarree met koorts heeft gehad, hiervoor heeft zij 3 dagen in het Hotel moeten achterblijven terwijl de rest van haar reisgezelschap op stap ging. Bij onderzoek constateert u een artritis van de beide enkels. Overig lichamelijk onderzoek is geheel normaal. Wat is uw werkdiagnose? Reactive artritis Vraag 35 (1) Welke vorm van artritis komt vaker voor bij hyperparathyreoidie? Calciumpyrofosfaat artropathie = pseudojicht Vraag 36 (1) Wat is de meest gevreesde complicatie van acuut reuma? Carditis, pericarditis, endocarditis, myocarditis Vraag 37 (1) Beschrijf het capsulair patroon van de heup? Waarop wijst de aanwezigheid van dit patroon? Endorotatie sterker beperkt dan exorotatie. Dit wijst op artritis. Vraag 38 (1) Bij welke vorm van artritis kan acrodermatitis chronica atroficans optreden? Ziekte van Lyme of Infectie met Borrelia Burgdorferi Vraag 39 (2) Mevr ten Haave, 68 jaar, heeft al 20 jaar een matig actieve reumatoïde artritis. Hierbij zijn verscheidene gewrichten beschadigd en heeft zij de nodige beperkingen opgelopen. Sinds een dag voelt zij zich niet lekker, heeft koorts tot 38.5 C, heeft meer last van haar rechterknie en meldt zich op uw spreekuur. Bij onderzoek vindt U verscheidene pijnlijke licht gezwollen gewrichten; daarnaast is haar rechterknie fors gezwollen, warm en fel rood. Welke complicatie dient u uit te sluiten? Septische artritis of bacteriele artritis

5 Vraag 40 (1) Welk ziektebeeld wordt gekenmerkt door artritis van DIP gewrichten, optreden van nagelafwijkingen en dactylitis? Artritis psoriatica REVALIDATIE-GENEESKUNDE Vraag 41 (2) Het begrip Functie verwijst naar lichaamsgebonden eigenschappen. Waarnaar verwijzen de begrippen Activiteit en Participatie? Activiteit: individu in relatie tot z n omgeving, Participatie: individu in z n sociale verband Vraag 42 (1) Wanneer is een dwarslaesie compleet? Als motoriek en sensibiliteit in de laagste sacrale segmenten afwezig zijn. Vraag 43 (2) Wat is het doel van een functionele orthese? Wat voor type(n) orthesen worden hiervoor gebruikt? Orthese is bedoeld om de functie te verbeteren; kunnen statisch of dynamisch zijn Vraag 44 (2) Welke veranderingen treden in een stomp op tijdens de fase van het protheserijp maken? Oedeem neemt af; Spieratrofie FARMACOLOGIE EN FARMACOTHERAPIE Vraag 45 (2) Gebruik van NSAID zoals indometacine in hoge dosering kan leiden tot maagulcera. a. Geef hiervoor een verklaring op basis van het werkingsmechanisme. remming cyclo-oxygenase, waardoor minder PGE2 in maagslijmvlies, waardoor minder beschermend maagslijm b. Behalve door zuurremming of zuurbinding is het risico op maagulcera bij gebruik van NSAID zoals indometacine nog op een andere manier te verkleinen. Welke? toevoegen misoprostol (= synthetisch PGE2) Vraag 46 (1) Noem twee geneesmiddelen waarmee een acute aanval van jicht behandeld kan worden. NSAID, colchicine, corticosteroid Vraag 47 (1) Zet onderstaande pijnstillers uit de groep van de opioïden in volgorde van toenemende pijnstillende werking: Fentanyl morfine codeïne - tramadol Codeine, tramadol, morfine, fentanyl RADIOLOGIE Vraag 48 (4) Een patiënt meldt zich op uw spreekuur met een zwelling aan de laterale zijde van de knie. Bestaat al een tijdje, wordt niet groter, maar de patient maakt zich ongerust. U stuurt de patient naar de radiologie voor een foto van de knie. a. Leg uit wat er op de foto goed zichtbaar zal zijn en wat niet. Leg uit waarom. de foto zal een uitstulping van het bot goed laten zien (exostose, osteophyt). De foto zal een weke delen tumor veel slechter laten zien. b. De foto is zonder afwijkingen. Wat is het volgende onderzoek van keuze? Motiveer uw antwoord. Echografie: zwelling goed zichtbaar en verschil solide of cysteus, weinig belastend. MRI: zowel de zwelling als de inhoud van de knie zijn goed in beeld te brengen. Vraag 49 (3) Op een sagittale MRI van de knie (T1 gewogen) is de popliteus pees zichtbaar. Er ligt een meniscus direct tegenaan a. Bent u aan het kijken naar de laterale of mediale meniscus? Lateraal b. Welk signaal heeft de meniscus? Laag signaal, hypointens, zwart c. Ligt de politeus pees tegen de voorhoorn of de achterhoorn? Tegen de achterhoorn

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met

Nadere informatie

Lichamelijk onderzoek

Lichamelijk onderzoek Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,

Nadere informatie

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus. BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula

Nadere informatie

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier: 1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: B. Overspanning van: C. Indeling en functie van de spier: D. Bijzonderheden: E. Voorbeelden van oefeningen: van 5-7de rib naar schaambeen

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

https://www.visiblebody.com/anatomy-and-physiology-apps/human-anatomy-atlas

https://www.visiblebody.com/anatomy-and-physiology-apps/human-anatomy-atlas Amstelveen, 29 april 2017 Beste collega s In juni gaan we met het schoudernetwerk weer naar de snijzaal. Om deze sessie goed voor te bereiden een kleine opfrissing van de anatomie middels deze mailronde.

Nadere informatie

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012 Luxaties van schouder elleboog en vingers Compagnonscursus 2012 De schouder - Epidemiologie Meest gedisloceerde gewricht: NL 2000/jaar op SEH 45% van alle luxaties betreffen schouder 44% in de leeftijdsgroep

Nadere informatie

Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016

Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46 Inhoud Inleiding 1 1 Anatomie van de heup 3 1.1 Anteflexie 4 1.2 Retroflexie 6 1.3 Abductie 7 1.4 Adductie 8 1.5 Exorotatie 9 1.6 Endorotatie 12 1.7 Ligamenten van de heup 12 1.8 Schema 14 2 Anatomie van

Nadere informatie

Lieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital

Lieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital Klinisch onderzoek van de schouder Lieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital Klinisch onderzoek van de schouder 12 stappen Stap 1: Anamnese

Nadere informatie

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van

Nadere informatie

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen.

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen. Stroomdiagram Liespijn Onderstaand stroomdiagram kan worden gebruikt voor het diagnostisch proces, bij patiënten met liespijn. Hierbij wordt de nadruk gelegd op artrogene problematiek. Niet atrogene aandoeningen

Nadere informatie

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea Tussentijdse toets Anatomie maart 2005 Prof. M. Van Leemputte Rnr7 Vraag 1 tot 10: vul uw antwoord in op dit blad. 1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea 2. Welke

Nadere informatie

Anatomie van de heup. j 1.1

Anatomie van de heup. j 1.1 j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal

Nadere informatie

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd. Checklist LO: Onderzoek van de pols en hand Algemene instructies Stelt u zich voor aan patiënt. Vertel welk onderzoek u gaat verrichten en instrueer de proefpersoon in begrijpelijk Nederlands. Zorg ervoor

Nadere informatie

HERTENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN

HERTENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN HERTENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), APRIL 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN ANATOMIE & EMBRYOLOGIE Vraag 1 (3) Noem voor elk van de onderstaande combinaties van spieren de beweging(en) van het schouderblad

Nadere informatie

Posterolaterale hoek letsels

Posterolaterale hoek letsels Posterolaterale hoek letsels Dr. Peter Van Eygen 04-11-2014 CAMPUS HENRI SERRUYS Inleiding Vaak niet herkend J. Hughston: You may not have seen posterolateral corner injuries, I can assure you that they

Nadere informatie

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal

Nadere informatie

De schouder. Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg. Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch

De schouder. Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg. Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch De schouder Dirk van Oostveen Orthopaedisch chirurg Jeroen Bosch Ziekenhuis Orthopedie en Traumatologie s-hertogenbosch DE Schouder? Aandoeningen Traumatologische afwijkingen fracturen Instabiliteit

Nadere informatie

Antwoordformulieren open vragen

Antwoordformulieren open vragen Antwoordformulieren open vragen Bloktoets : 5O07 Datum : 9 april 0 Aanvang : Studentnummer : Studentnaam :. 9 APRIL 0 Sint Radboud Een coronale doorsnede Een transversale doorsnede 9 APRIL 0 Sint Radboud.

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE)

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE) Opleidingsprogramma Percutaneous Needle Electrolysis (PNE) Bent u als fysiotherapeut op zoek naar innovatie in uw praktijk? Creëer toegevoegde waarde voor uw patiënt met Percutaneous Needle Electrolysis

Nadere informatie

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol Anatomie Anatomie Anatomie Anatomie Algemeen Goede anamnese! ontstaansmechanisme van het letsel begrijpen

Nadere informatie

TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), OKTOBER 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN

TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), OKTOBER 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), OKTOBER 2005, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN ANATOMIE & EMBRYOLOGIE Vraag 1 (2) a. Welke spier is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor abductie van de bovenarm tot ca. 90 graden?

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Diagnostiek aan de schoudergordel Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Doorsnede art. humeri bicepspees, loopt door bovenkant van kapsel en voorkomt inklemming van kapsel in gewrichtsspleet

Nadere informatie

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak Dr Mike Tengrootenhuysen Inleiding Heup Knie FAI Coxartrose Meniscusscheur Voorste kruisband Bursitis ruptuur Patellofemorale klachten Gonartose trochanterica

Nadere informatie

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) 3. ENKEL EN VOET 3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus

Nadere informatie

Elleboog, onderarm en hand

Elleboog, onderarm en hand pijngids Vetgedrukte tekst geeft een primair pijnpatroon aan. Niet-vetgedrukte tekst verwijst naar een minder vaak voorkomend patroon of een satelliet-triggerpoint-patroon. Spieren staan in volgorde van

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

Registratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT

Registratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT (Inclusief 506.21: Ontstekingen door overmatige inspanning van peesscheden; 506.22: Ontstekingen door overmatige inspanning van het weefsel van

Nadere informatie

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 1. Wat gebeurt er bij een excentrische contractie van een spier? A. De spier wordt korter. B. De spier wordt langer. C. De spierlengte blijft gelijk. 2. In welk

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 1. Welke uitspraak met betrekking tot spiercontracties is altijd juist? A. Bij concentrische contracties wordt de spanning in de spier kleiner. B. Bij excentrische

Nadere informatie

NVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder. Werk en KANS. 11-5-2015 Hoge School Leiden. Dr. Leo. A.M. Elders

NVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder. Werk en KANS. 11-5-2015 Hoge School Leiden. Dr. Leo. A.M. Elders NVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder 1 11-5-2015 Hoge School Leiden Dr. Leo. A.M. Elders Werk en KANS Tel: 06-55741585 E-mail: info@nvka.nl Inhoud presentatie Schouderklachten /SAPS Epidemiologie

Nadere informatie

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART Opdracht 1 A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris C = caput femoris D = trochanter major E = collum femoris F = M. obturatorius internus

Nadere informatie

Samenvatting Fysieke Ergonomie

Samenvatting Fysieke Ergonomie Samenvatting Fysieke Ergonomie Gezocht, geschreven, gekopieerd, geplakt, gemaakt, etc. door Jurriën Dijkstra. Met dank aan Benne Draijer en Liesbeth Stam voor het controleren van de gegevens. Samenvatting

Nadere informatie

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede. Examenstichting Perimedische Opleidingen Diploma: sportmassage, massage, wellness massage 22 januari 2010, Beschikbare tijd: 60 minuten Anatomie Aanwijzing: Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn

Nadere informatie

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees

Nadere informatie

Rotator cuff scheur. De meeste scheuren treden op in de supraspinatus maar andere delen van de pees kunnen ook zijn aangedaan.

Rotator cuff scheur. De meeste scheuren treden op in de supraspinatus maar andere delen van de pees kunnen ook zijn aangedaan. Rotator Cuff Scheur Rotator cuff scheur Inleiding Een rotator cuff scheur is een vaak voorkomende oorzaak van pijn en ongemak in de schouder bij een volwassene. De rotator cuff bestaat uit 4 spieren en

Nadere informatie

Schouder instabiliteit

Schouder instabiliteit Schouder instabiliteit 16 maart 2011 SchouderWerkgroep Groene Hart Ron Onstenk Shoulder stabilizers 1. Statisch 2. Dynamisch Shoulder stabilizers 1. Statisch: - ossaal - capsulair --Labrum --GH ligamenten

Nadere informatie

Onstabiel gevoel Last bij stappen

Onstabiel gevoel Last bij stappen Naam: Datum: Leeftijd: 37 jaar Geslacht: M/V Beroep: bediende Adres: Telefoonnummer: / Hobby: joggen, zwemmen (totaal: 3u/week) Hoofdprobleem: Onstabiel gevoel en last ter hoogte van de rechter enkel Lichaamsdiagram

Nadere informatie

Reader Bowflex. Hogeschool van Amsterdam 09/2009

Reader Bowflex. Hogeschool van Amsterdam 09/2009 Reader Bowflex Hogeschool van Amsterdam 09/2009 Voorwoord. We zijn afgelopen schooljaar bezig geweest met het opstellen van readers voor het gebruik van de pully en bowflex apparaat. Hierin hebben wij

Nadere informatie

Anatomie van de Spieren

Anatomie van de Spieren Schoudergordel en hals Schoudergordel M. Coracobrachialis M. Deltoideus M. Infraspinatus M. Latissimus dorsi M. Levator scapulae M. Pectoralis major Bron:afbeeldingen en omschrijving: SWSportmassage.nl

Nadere informatie

1. BEKKENGORDEL EN HEUP

1. BEKKENGORDEL EN HEUP Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT Het bekken is een beenderige ring bestaande uit vier verschillende botten die onderling verbonden zijn met stevige ligamenten: Sacrum

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 1. Welke van de volgende spieren is eenkoppig? A. De m. biceps brachii. B. De m. coracobrachialis. C. De m. gastrocnemius. 2. Welke van de volgende spieren geeft

Nadere informatie

KNIE OKTOBER Kliniek Zestienhoven

KNIE OKTOBER Kliniek Zestienhoven BASISCURSUS ARBOARTSEN KNIE OKTOBER 2013 Anatomie functie stabiliteit kraakbeen meniscus slijmvlies kniebanden Hoffa musculatuur quadriceps hamstrings popliteus gastrocnemius Knie anatomie Quadriceps:

Nadere informatie

De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek

De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

Auteur: S. van Grinsven (klinisch epidemioloog paramedische diensten Rijnstate, Arnhem)

Auteur: S. van Grinsven (klinisch epidemioloog paramedische diensten Rijnstate, Arnhem) Auteur: S. van Grinsven (klinisch epidemioloog paramedische diensten Rijnstate, Arnhem) Meetbatterij t.b.v. hemi, totale of reversed prothese, VERPLICHT GEDEELTE: 1) PIJN / TEVREDENHEID: VAS-SCORE O Preoperatief

Nadere informatie

Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde

Spiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Spiertabellen1.2 Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Auteurs: Matthias De Moerloose Bronnen: Syllabus Prof. Roels, D Herde en Kerckaert Femke Delporte Hosford Muscle Tables

Nadere informatie

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en

Nadere informatie

De hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz

De hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz De hand en pols Sport en peesletsels 02.06.2018 Gertjan Schmitz Inhoud Voetbal Volleybal/korfbal/basketbal Wielrennen en mountainbiken Tennis en badminton Golf Skiën Boxen 2 Voetbal Letsels ontstaan door

Nadere informatie

Richtlijn Knieklachten

Richtlijn Knieklachten Volandis Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk Uitgebracht door Stichting Arbouw, 2011 Postbus 85 3840 AB Harderwijk 0341 499 299 info@volandis.com Richtlijn Knieklachten 2 van 14 Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 2.3. ENKEL EN VOET 2.3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus medialis en lateralis Lengtegewelf

Nadere informatie

Rol van de scapula in normale schouderfunctie

Rol van de scapula in normale schouderfunctie Scapula disfuncties Rol van de scapula in normale schouderfunctie Stabiele basis bieden voor het glenohumerale gewricht Voldoende pro-en retractie geven bij ADL bewegingen Voldoende elevatie van acromion

Nadere informatie

TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), JANUARI 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN

TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), JANUARI 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN TENTAMEN BLOK XIX (BEWEGING), JANUARI 2006, VRAGEN EN MODELANTWOORDEN ANATOMIE & EMBRYOLOGIE Vraag 1 (2) Welke twee rompspieren, met een aanhechting op de bovenarm, kunnen dienst doen als hulpademhalingsspier?

Nadere informatie

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)

Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm) Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie bovenarm ) m. biceps brachii - caput breve Supraglenoid deel scapula Top processus coracoideus lateralis tot m. coracobrachialis Radius en

Nadere informatie

Schouderproblemen te boven Rotator Cuff Laesies. R Corveleijn Orthopedisch Chirurg

Schouderproblemen te boven Rotator Cuff Laesies. R Corveleijn Orthopedisch Chirurg Schouderproblemen te boven Rotator Cuff Laesies R Corveleijn Orthopedisch Chirurg M. Supraspinatus M. Infraspinatus M. Subscapularis M. Teres minor Rotatorcuff Functie rotatorcuff Mobiliteit elevatie rotaties

Nadere informatie

Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum

Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum mini symposium voor verwijzers Maatschap Orthopedie Zaans Medisch Centrum Miguel Sewnath Even voorstellen Miguel Sewnath 5 jaar orthopedisch chirurg Opleiding OLVG/ UMCU Fellowship Trauma Engeland Vlietland

Nadere informatie

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 Inleiding Dit is het tweede Interlineprogramma Orthopedie, het eerste dateert uit 2002. Het is een actualisering van gedeeltelijk dezelfde onderwerpen, waarbij de

Nadere informatie

Ongedifferentieerde spondylartritis

Ongedifferentieerde spondylartritis Ongedifferentieerde spondylartritis Wat is ongedifferentieerde spondylartritis? Spondylartritiden is een groep van chronische ziekten die bij elkaar horen omdat patiënten vaak dezelfde klachten hebben.

Nadere informatie

NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE

NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE NEAc NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE Zenuwechografie Voor het meten van zenuwen is een goede anatomische kennis vereist. In deze handleiding wordt beschreven waar de zenuw het beste

Nadere informatie

VGN immobilisatieprotocollen

VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen

Nadere informatie

Schouder, bovenrug en bovenarm

Schouder, bovenrug en bovenarm pijngids Vetgedrukte tekst geeft een primair pijnpatroon aan. Niet-vetgedrukte tekst verwijst naar een minder vaak voorkomend patroon of een satelliet-triggerpoint-patroon. Spieren staan in volgorde van

Nadere informatie

Tennis en elleboog. Babette Pluim, sportarts Samen de elleboog omarmen

Tennis en elleboog. Babette Pluim, sportarts Samen de elleboog omarmen Tennis en elleboog Babette Pluim, sportarts Samen de elleboog omarmen Tennisblessures 3,5 blessure/1000 uur tennis C&V, 2010 Elleboog: 2 tot 10% van alle tennisblessures Pluim & Staal, 2009 Casus # 1 13-jarige

Nadere informatie

Overbelastingsblessures van de knie. Beleid bij topsporters

Overbelastingsblessures van de knie. Beleid bij topsporters Overbelastingsblessures van de knie Beleid bij topsporters Lateraal Tractus ileotibialis frictie syndroom Degeneratieve laterale meniscuslaesie Strain/tendinopathie biceps femoris LCL-laesie Entrapment

Nadere informatie

De casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding.

De casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding. Casus 12L Fase A Titel Tak op de weg. Onderwerp Radiuskopfractuur Inhoudsdeskundige Dr. P.A. van Luijt, traumatoloog Technisch verantwoordelijke E. Beekhuizen, COO ontwikkelaar Opleidingsniveau studenten

Nadere informatie

Schouderblessures bij bovenhandse sporten. Sportfysiotherapeut Merel Hoezen

Schouderblessures bij bovenhandse sporten. Sportfysiotherapeut Merel Hoezen Schouderblessures bij bovenhandse sporten Sportfysiotherapeut Merel Hoezen Keten zorg Casus 18 jarige talentvolle tennister 2 jaar langzaam progressieve schouderklachten Pijn achterzijde van de schouder

Nadere informatie

DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE

DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE Prof.dr. P.M.N. Werker, plastisch chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen 1. Inleiding Intrinsieke musculatuur van de hand betreft die

Nadere informatie

Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn

Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn 15 2 Een 68-jarige vrouw meldt zich met een recidief van hevige, rechtszijdige kniepijn Koos van Nugteren Samenvatting De knie-endoprothese wordt vrijwel altijd geïmplanteerd bij personen met ernstige

Nadere informatie

Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal

Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal 3 Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal Dos Winkel Introductie Sporten waarbij men met maximale kracht een bal moet werpen of slaan,

Nadere informatie

Sport Specifieke Blessure Begeleiding

Sport Specifieke Blessure Begeleiding Sport Specifieke Blessure Begeleiding Week 9. Schouderrevalidatie R.D. Boekema, Sport Specifieke Bovenhandse technieken 1. Wind up 2. Early cocking 3. Late cocking 4. Acceleration 5. Deceleration 6. Follow

Nadere informatie

Schouderpathologie voorde huisarts

Schouderpathologie voorde huisarts Schouderpathologie voorde huisarts Linda Cervenka Ellen de Wit Ron Onstenk April 2012 Schouderklachten?? Nekklachten Radiculaire klachten CTS Infectieus Polymyalgia Schouder/POB klachten Gecombineerd Schouder

Nadere informatie

De schouder. Anatomie De schouder bestaat uit 3 botstukken: - het schouderblad met de schouderkom - de bovenarm met schouderkop - het sleutelbeen

De schouder. Anatomie De schouder bestaat uit 3 botstukken: - het schouderblad met de schouderkom - de bovenarm met schouderkop - het sleutelbeen De schouder De schouder is een relatief complex gewricht. De vorm van het gewricht laat het toe om onze arm in alle richtingen te bewegen. Zolang alle componenten normaal functioneren kan de schouder perfect

Nadere informatie

Antwoordformulieren open vragen

Antwoordformulieren open vragen Antwoordformulieren open vragen Bloktoets : 5O07 Datum : 9 april 0 Aanvang : Studentnummer : Studentnaam :. 9 APRIL 0 Sint Radboud Een coronale doorsnede Een transversale doorsnede 9 APRIL 0 Sint Radboud.

Nadere informatie

Perifere zenuwletsels van hand en arm

Perifere zenuwletsels van hand en arm 18 D O S S I E R H A N D / P O L S Overzicht symptomen en testen Perifere zenuwletsels van hand en arm Doel van dit artikel is inzicht te geven in de gevolgen van de perifere zenuwletsels van de hand en

Nadere informatie

Post MDO IC praatje. Schoenmaker blijf bij je leest Hugo den Boogert, AIOS Neurochirurgie

Post MDO IC praatje. Schoenmaker blijf bij je leest Hugo den Boogert, AIOS Neurochirurgie Post MDO IC praatje Schoenmaker blijf bij je leest 18-09-2017 Hugo den Boogert, AIOS Neurochirurgie Of toch niet.. Plexus brachialis chirurgie de aanleiding Man 18 jaar, blanco VG Crossmotor ongeval, motor

Nadere informatie

Wat zorgt voor de stabiliteit? Instabiliteit ontstaat wanneer er iets mis met het actieve of passieve systeem.

Wat zorgt voor de stabiliteit? Instabiliteit ontstaat wanneer er iets mis met het actieve of passieve systeem. (In-) Stabiliteit Inleiding Wat is instabiliteit? Instabiliteit van het schoudergewricht houdt in dat de weefsels in en rond de schouder niet in staat zijn de kop van de bovenarm op een juiste manier in

Nadere informatie

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam Uit: Egmond-Schuitemaker schouderprotocol (conform Kibler, Cools en Walraven) Excentrische oefeningen rotatorencuff schouder www.fysio.net (nog niet op de huiswerkfilmpjes.) Toe te passen bij stabiliseren

Nadere informatie

Cornelis Visser. Locatie Leiderdorp & Alphen a.d. Rijn.

Cornelis Visser. Locatie Leiderdorp & Alphen a.d. Rijn. Cornelis Visser Locatie Leiderdorp & Alphen a.d. Rijn www.alrijneorthopedie.nl Wat kunt u verwachten? Inleiding, anatomie Plexus brachialis letsel, oorzaken Indeling, diagnostiek Welke perifere zenuwletsels

Nadere informatie

Rotator cuff impingement. Beate Dejaco-Lanz Sportfysiotherapeute MSc Orthopedisch manueel therapeute Sport Medisch Centrum Papendal

Rotator cuff impingement. Beate Dejaco-Lanz Sportfysiotherapeute MSc Orthopedisch manueel therapeute Sport Medisch Centrum Papendal Rotator cuff impingement Beate Dejaco-Lanz Sportfysiotherapeute MSc Orthopedisch manueel therapeute Sport Medisch Centrum Papendal introductie definitie impingement classificatie impingement diagnostiek

Nadere informatie

Bijlage I. Bijlage I Functieonderzoek van de pols

Bijlage I. Bijlage I Functieonderzoek van de pols Bijlage I Bijlage I Functieonderzoek van de pols Het functieonderzoek van de pols kan het gemakkelijkst worden uitgevoerd in staande houding. Een capsulair patroon wijst op artrose (bewegingsuitslag is

Nadere informatie

Palpatie. De pijnlijke schouder: Klinisch onderzoek en infiltraties. Inspectie v. d. Schouder. Passieve R.O.M. Horizontale Adductie

Palpatie. De pijnlijke schouder: Klinisch onderzoek en infiltraties. Inspectie v. d. Schouder. Passieve R.O.M. Horizontale Adductie Hoe aanpakken als HA? De pijnlijke schouder: Klinisch onderzoek en infiltraties Dr. Carl Dierickx Dienst Orthopedie V.J.Z. Hasselt Klinisch onderzoek : SEE, MOVE, FEEL Infiltratie technieken : Theorie

Nadere informatie

Post-Op braces S t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e

Post-Op braces S t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e Post-Op braces t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e OT TO BOCK POT- OP BRCE --------------------------- eer en meer worden bij postoperatieve of posttraumatische

Nadere informatie

Bewegingsapparaat schouder glenohumeraal Pagina 1 van 5

Bewegingsapparaat schouder glenohumeraal Pagina 1 van 5 Pagina 1 van 5 Glenohumerale artropathie Luxatie Glenohumerale instabiliteit index Glenohumerale artropathie arthrose glenohumuraal Capsulair patroon Closed packed patroon delta prothese Frozen shoulder

Nadere informatie

Schouderinstabiliteit

Schouderinstabiliteit Schouderinstabiliteit Dr. Hans Van der Bracht www.orthopedie-web.be Opbouw Anatomie Classificaties Anamnese / KO / beeldvorming Behandeling Anterieure Schouderluxatie Posterieure schouderinstabiliteit

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal

Nadere informatie

Anatomie van het bewegingsapparaat itemlijst

Anatomie van het bewegingsapparaat itemlijst Anatomie van het bewegingsapparaat itemlijst Deze itemlijst is bedoeld als hulpmiddel bij het bestuderen van de anatomie door weer te geven welke anatomische structuren gekend dienen te worden. Met behulp

Nadere informatie

Bloktoets 50103 28 mei 2010 Pagina 2. Vraag 9. De substantia nigra produceert: 1. Acetylcholine 2. Dopamine 3. Noradrenaline

Bloktoets 50103 28 mei 2010 Pagina 2. Vraag 9. De substantia nigra produceert: 1. Acetylcholine 2. Dopamine 3. Noradrenaline Bloktoets 50103 28 mei 2010 Pagina 2 Vraag 9. De substantia nigra produceert: 1. Acetylcholine 2. Dopamine 3. Noradrenaline Vraag 10. De kniepeesreflex is een: 1. Bisynaptische reflex 2. Monosynaptische

Nadere informatie

SNT KLINISCHE TESTS. Dia 1 / 64

SNT KLINISCHE TESTS. Dia 1 / 64 SNT KLINISCHE TESTS Tests letsels rotator cuff (lag tests): dia s 2 9. Tests scapula diskinesie: dia s 10-14. (Klassieke) Tests bij impingement: dia s 15 28. Tests voor lengte dorsale kapsel: dia s 29

Nadere informatie

HAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie

HAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie HAND EN POLS CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie Maatschap plastische chirurgie Hand- en Polsklachten - Voorkomen - 125 per 1000 personen - Huisarts ziet gemiddeld 8 op

Nadere informatie

De Schouder. Schouderartroscopie en de rotator-cuff. Artrose en breuken. Eenmalige of recidiverende luxatie. Schouder artroscopie.

De Schouder. Schouderartroscopie en de rotator-cuff. Artrose en breuken. Eenmalige of recidiverende luxatie. Schouder artroscopie. De Schouder Schouderartroscopie en de rotator-cuff. Artrose en breuken. Eenmalige of recidiverende luxatie. Schouder artroscopie. Behandeling van de schouder. Pagina 1 van 8 Schouderartroscopie en de rotator-cuff

Nadere informatie

Klinisch redeneren. Programma 10-6-2010

Klinisch redeneren. Programma 10-6-2010 Klinisch redeneren bij schouderklachten Fysio4deel, 28 mei 2010 dr. A de Gast orthopedisch chirurg Diakonessen Ziekenhuis Utrecht/Zeist Programma Anatomie en biomechanica 15.00 tot 16.1515 uur Koffie/thee

Nadere informatie

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie

Nadere informatie