BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS DE KEMPEN 30-09

Transcriptie

1 BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS DE KEMPEN Plaats : Veldhoven Bestuursnummer : Samenwerkingsverband : PO3009 Onderzoek uitgevoerd op : 3 april 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op 16 juni 2014 Documentnummer:

2 Pagina 2 van 12

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een simulatie uit bij het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs De Kempen Binnen de gemeenten Bergeijk, Bladel, Cranendonk, Eersel, Heeze-Leende (postcodes ), Oirschot, Reusel-De Mierden, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre vormen 10 schoolbesturen met in totaal 101 vestigingen gezamenlijk het samenwerkingsverband. In dit verslag geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Simulatie Een simulatie houdt in dat de inspectie een kwaliteitsonderzoek nabootst ook al is het samenwerkingsverband nog niet volledig ingericht. In het schooljaar 2013/2014, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de zorgplicht, wil de inspectie simulaties uitvoeren bij alle samenwerkingsverbanden. Het doel van een simulatie is tweeledig: 1. het stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een kwaliteitsonderzoek na te bootsen en zo een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment, afgezet tegen het waarderingskader van de inspectie; 2. toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden, zowel inhoudelijk als op de totstandkoming van de rechtspersoon en de inspraak door de ondersteuningsplanraad. Voor de inspectie levert die simulatieronde informatie op over de wenselijke en redelijke normering van de indicatoren, de werking van het risicomodel en de kwaliteit van het toezichtkader. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij deze simulatie op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Onderzoeksopzet De simulatie start met een bureauanalyse van documenten en gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn en een analyse van documenten die het samenwerkingsverband aan de inspectie toestuurde of uitreikte. Het betreft de volgende documenten, op volgorde van versiedatum en voor zover relevant voor dit onderzoek: - Statuten (notariële acte d.d. 11 november 2013); - (Concept)schoolondersteuningsprofiel MBS Eindhoven, De Groote Aard, De Zwengel, De Rungraaf, De Berkenschutse, Prins Willem Alexanderschool, Mytylschool Eindhoven (versies november 2013); - Conceptondersteuningsplan (versie maart 2014); - Kengetallen samenwerkingsverband ( geraadpleegd op 1 april 2014). Hierna vond op 3 april 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: - een presentatie kreeg en een gesprek had met het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband en de projectleider over de ontstaansgeschiedenis, thematieken Pagina 3 van 12

4 uit het ondersteuningsplan, de wijze van financieel beheer en de ontwikkeling van het management en de organisatie; - een gesprek voerde met diverse medewerkers uit het samenwerkingsverband en de voorzitter van de ondersteuningsplanraad; - een gesprek voerde met bestuurders uit het speciaal onderwijs. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bestuur en de projectleider van het samenwerkingsverband. Opbouw verslag In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen, een beeld van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband op het gebied van management en organisatie en een overzicht van de bevindingen van het ondersteuningsplan. Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag. Pagina 4 van 12

5 2. BEVINDINGEN 2.1 Hoofdlijn Samenwerkingsverband Passend Onderwijs De Kempen bestaat uit huidige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS), uitgebreid met vier schoolbesturen speciaal onderwijs (so). Drie van deze schoolbesturen nemen deel via opting-in en hebben een zetel in het bestuur. Het traject om tot één samenwerkingsverband te komen verliep door de diversiteit tussen de besturen moeizaam. Het samenwerkingsverband heeft zich tot nu toe vooral gericht op de formele vereisten en de inrichting van de infrastructuur. Inmiddels is het samenwerkingsverband ingericht en het conceptondersteuningsplan gereed. Het samenwerkingsverband kiest voor zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid voor de individuele schoolbesturen en een zo beperkt mogelijke bestuurlijke taak van het samenwerkingsverband. De middelen voor de lichte ondersteuning gaan naar rato van het aantal leerlingen naar de schoolbesturen. Voor de zware ondersteuning geldt in eerste instantie bestuurlijke solidariteit, begrensd door de hoogte van de vereveningsbekostiging. Op termijn zal het samenwerkingsverband ook de middelen voor zware ondersteuning mogelijk toebedelen aan de schoolbesturen. De uitwerking van de procedures voor de toekenning van lichte en zware ondersteuning volgt nog. De participerende schoolbesturen beheren zoveel verschillende voorzieningen dat aannemelijk is dat deze samen tegemoet kunnen komen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De besturen afzonderlijk kunnen dit echter niet alleen. Het blijft wel van belang te waarborgen dat ook voor de toekomst voldoende expertise beschikbaar blijft om aan alle ondersteuningsbehoeften te kunnen voldoen. In het ondersteuningsplan noch in andere documenten of afspraken treft de inspectie dergelijke waarborgen aan. Het bestuur van het samenwerkingsverband garandeert dat er geen kind tussen wal en schip zal vallen. In het conceptondersteuningsplan is niet voorzien in een aanpak voor als zich op dit punt problemen voordoen. De nog aan te stellen directeur gaat hier mogelijk een rol in vervullen. Het conceptondersteuningsplan geeft globaal de kwalitatieve doelen van het samenwerkingsverband weer. Deze zijn niet nader uitgewerkt in een streefbeeld of een plan van aanpak voor het komende jaar. Ook de wijze waarop het samenwerkingsverband vervolgens zijn kwaliteitsbeleid gaat inrichten en de uitvoering van plannen en afspraken monitort, vormt nog een aandachtspunt; evenals het maken van afspraken over hoe te handelen als besturen gemaakte afspraken niet nakomen Het bestuur heeft een meerjarenbegroting opgesteld waarbij een aantal variabelen lineair zijn meegenomen. De doorrekening hiervan leidt tot een negatief exploitatiesaldo voor de toekomst. Het bestuur moet nog beleid maken op toeleiding en arrangeren en heeft nog niet bepaald op welke wijze sturing wordt gegeven aan het dreigende tekort. Dit wil echter niet zeggen dat het bestuur dit acceptabel vindt. Het samenwerkingsverband heeft het intern toezicht belegd bij een raad van toezicht. In de raad van toezicht - die nog niet is ingesteld - krijgen onafhankelijke personen zitting. Het samenwerkingsverband vult daardoor de interne toezichtrol krachtig in. Pagina 5 van 12

6 De communicatie naar directeuren, leraren en ouders loopt via de schoolbesturen. Het samenwerkingsverband verspreidt hiervoor een nieuwsbrief. Omdat nog niet duidelijk is hoe passend onderwijs in samenwerkingsverband De Kempen ingevuld gaat worden, is de communicatie naar ouders en leraren beperkt gebleven. De tijd begint hier wel te dringen. De scholen lijken weinig bij het bestuurlijke traject naar passend onderwijs betrokken. Uit de gesprekken met diverse betrokkenen blijkt echter wel dat de scholen voor basis- en speciaal (basis)onderwijs elkaar weten te vinden en samen optrekken bij het realiseren van passende ondersteuning voor leerlingen. Op de werkvloer lijkt men al verder te zijn in de samenwerking dan uit het conceptondersteuningsplan blijkt. 2.2 Management en organisatie van het samenwerkingsverband Samenwerkingsverband Passend Onderwijs De Kempen telt tien schoolbesturen, waaronder vier schoolbesturen voor speciaal onderwijs. Drie besturen voor speciaal onderwijs nemen deel via opting-in. Het nieuwe samenwerkingsverband kent geen samenwerkingstraditie. Het heeft enige tijd geduurd voor de besturen erin slaagden de verschillen in zienswijzen over de bestuurlijke organisatie van passend onderwijs te overbruggen. Hierdoor is vertraging in het opstartproces ontstaan. Het samenwerkingsverband ervaart nu een flinke tijdsdruk om de uitgezette tijdslijn naar de start van passend onderwijs te halen. De rechtspersoon Samenwerkingsverband Passend Onderwijs De Kempen is op 11 november 2013 opgericht. Als bestuursmodel is gekozen voor de stichtingsvorm met een algemeen bestuur waar alle leden zitting in hebben, een dagelijks bestuur en een raad van toezicht. De werving voor de leden voor de raad van toezicht loopt. Het samenwerkingsverband kiest voor externe, onafhankelijke leden zodat het de intern toezichthoudende rol adequaat invult. Voor de eerste fase heeft het samenwerkingsverband een tijdelijke projectleider aangetrokken. Deze zal opgevolgd worden door een directeur met gemandateerde bevoegdheden. Het samenwerkingsverband heeft een profielschets voor deze functie opgesteld; de werving is gestart. Het samenwerkingsverband heeft als ambitie dat het voor alle leerlingen zoveel mogelijk geïntegreerd en thuisnabij een passend onderwijsaanbod realiseert. Geen kind valt tussen wal en schip. Het samenwerkingsverband heeft daarnaast zijn doelen en uitgangspunten voor beleid geformuleerd. 2.3 (Concept)ondersteuningsplan Kerndocument voor het samenwerkingsverband is het ondersteuningsplan. In deze paragraaf beschrijft de inspectie de stand van zaken bij de ontwikkeling, de opbouw, de inhoud en de status van het conceptondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband heeft het conceptondersteuningsplan onder hoge tijdsdruk geschreven. Het is een plan op hoofdlijnen met het karakter van een groeidocument. Het samenwerkingsverband heeft het conceptondersteuningsplan begin februari naar de ondersteuningsplanraad gestuurd. Het op overeenstemming gericht overleg (oogo) met de gemeente is nog niet afgerond. Als uit dit overleg aanpassingen voortkomen, zal de projectleider deze bespreken met de ondersteuningsplanraad. De ondersteuningsplanraad geeft eind april zijn oordeel over het plan. Om te voldoen aan de wettelijke voorschriften is het nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen opneemt in het ondersteuningsplan en/of waar hieronder vermeld, Pagina 6 van 12

7 nader uitwerkt. Het onderstaande overzicht dient niet als een beoordeling van het samenwerkingsverband, maar als een handreiking om de ontwikkeling van het beleid van het samenwerkingsverband verder te ondersteunen. 1 Instemming, overleg, vaststelling en toezending (Artikel 14a Wms, Artikel 18a Wpo lid 7, 9, 10) De ondersteuningsplanraad bestaat uit zestien leden waarvan acht ouders en acht personeelsleden uit de scholen. Twee plaatsen zijn gereserveerd voor een ouder en personeelslid van de so-scholen buiten het samenwerkingsverband. De zeven gemeenschappelijke medezeggenschapsraden (gmr-en) van de besturen met vestigingen in de regio van het samenwerkingsverband hebben ieder een ouder en personeelslid afgevaardigd naar de ondersteuningsplanraad. De achtergrond van de leden van de ondersteuningsplanraad is divers. Sommige leden zijn vertrouwd met de ontwikkelingen rond passend onderwijs, voor andere leden zijn deze relatief nieuw. De eerste twee bijeenkomsten van de ondersteuningsplanraad stonden daarom vooral in het teken van informatie verzamelen en uitwisselen met het bestuur. Omdat het conceptondersteuningsplan een groeidocument is, denkt de ondersteuningsplanraad ook na over zijn rol gedurende de looptijd van het plan. De inspectie wijst erop dat het samenwerkingsverband het ondersteuningsplan voor 1 mei 2014 aan de inspectie moet zenden. Het samenwerkingsverband voert voorbereidend oogo met de tien gemeenten. Dit heeft geresulteerd in een ontwikkelagenda voor volgend schooljaar. Het formele oogo staat gepland voor eind april Een van de onderwerpen van de ontwikkelagenda betreft het zorgen voor een plaats op school voor elk kind. Het is zowel de ambitie van het samenwerkingsverband als van de gemeenten om ervoor te zorgen dat leerlingen dagelijks onderwijs genieten. Het samenwerkingsverband en de gemeenten willen hier samen beleid op voeren. Het bestuur van het samenwerkingsverband spreekt de garantie uit dat het voor elk kind uit het samenwerkingsverband een passende school vindt. In het ondersteuningsplan is niet voorzien in procedures die in werking treden als er toch een impasse mocht ontstaan rond de plaatsing van een kind. De regio van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs (vo) overlapt grotendeels met de regio van dit samenwerkingsverband. Beide verbanden hebben overleg gevoerd over het conceptondersteuningsplan. Eén van de aangesloten besturen speciaal onderwijs verzorgt ook onderwijs op cluster 2-scholen. De afspraken met cluster 2 zijn opgenomen in het conceptondersteuningsplan. Overleg met cluster 1 heeft nog niet plaatsgevonden. 2 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (Artikel 18a Wpo lid 8a) Het samenwerkingsverband gaat bij de definiëring van basisondersteuning uit van het toezichtkader van de inspectie en het referentiekader van de PO-Raad. Het ziet basisondersteuning verder als een dynamisch begrip dat moet kunnen aansluiten op de inhoudelijke keuzen en financieringsstromen van het moment. Alle scholen hebben met een zelfevaluatie-instrument hun ondersteuningsprofiel in kaart gebracht. De eerste meting is door de scholen zelf gedaan en is dus subjectief van karakter. Het bestuur van het samenwerkingsverband is zich bewust van het subjectieve karakter van de huidige schoolondersteuningsprofielen. Dit behoeft voor de toekomst aanscherping. De werkgroep die zich heeft bezig gehouden met de schoolondersteuningsprofielen heeft geen analyse gemaakt om witte vlekken op te sporen, maar heeft richting gegeven aan de Pagina 7 van 12

8 ontwikkelagenda voor de toekomst. De praktijk moet uitwijzen of er sprake is van een niet volledig dekkend netwerk. Met de breedte van het ondersteuningsaanbod van de huidige voorzieningen lijkt het samenwerkingsverband te kunnen voorzien in de ondersteuningsvragen van de leerlingen. De toekenning van een zwaar ondersteuningsaanbod gaat in de toekomst mogelijk veranderen. Individuele schoolbesturen krijgen hierin een grotere rol. De schoolbesturen zijn veelal op eigen kracht niet in staat te voorzien in een dekkend geheel van voorzieningen. Het behoud van de expertise van het speciaal onderwijs, zodat antwoorden mogelijk blijven op alle ondersteuningsbehoeften, vormt daarom een aandachtspunt. 3 Procedures en criteria toewijzing middelen (Artikel 18a Wpo lid 8b) Het samenwerkingsverband gaat de verdeling van lichte en zware ondersteuning verschillend inrichten. Het verband kent de middelen voor lichte ondersteuning naar rato van het aantal leerlingen toe aan de schoolbesturen. Elk schoolbestuur bepaalt zelf de onderlinge solidariteit tussen de eigen scholen en bekostigt de eigen lichte ondersteuning ongeacht de middelen die het daartoe heeft gekregen. Het schoolbestuur maakt over de toekenning van lichte ondersteuningsmiddelen afspraken met de eigen basisscholen. In deze afspraken legt het bestuur vast hoe het besluiten neemt in overleg tussen de medewerkers uit de interne ondersteuningsstructuur van de school, ouders en deskundigen over leerlingen die in aanmerking komen voor lichte ondersteuning. Voor de verdeling van de middelen voor zware ondersteuning geldt een andere aanpak. De afspraak binnen het samenwerkingsverband is dat de bekostiging van de zware ondersteuning plaatsvindt op basis van het leerlingmodel, waarbij ondersteuningsmiddelen beschikbaar komen op basis van handelingsgerichte diagnostiek en voorgestelde aanpak. De collectieve solidariteit van toekenning van de middelen voor zware ondersteuning is beperkt tot aan het beschikbare budget op het niveau van de verevening. Een mogelijke calamiteitenvoorziening moet ruimte bieden voor overschrijdingen van het budget door externe factoren. In de door het samenwerkingsverband opgestelde meerjarenbegroting is hier geen rekening mee gehouden. Het samenwerkingsverband heeft de ambitie om vanaf augustus 2016 de middelen voor zware ondersteuning, onder het beheer van het samenwerkingsverband, toe te delen aan de afzonderlijke schoolbesturen naar rato van het aantal leerlingen. Het verband heeft een transitieperiode ingericht waarin het daar naartoe werkt. Voor de toekenning van zware ondersteuningsmiddelen zullen het eerste schooljaar, in grote lijnen, nog de huidige indicatiecriteria van de commissies voor de indicatiestelling cluster 3 en 4 gelden. Vanaf januari 2015 werkt het samenwerkingsverband experimenteel en vanaf augustus 2016 definitief met nieuwe criteria. Een van de werkgroepen buigt zich over de ontwikkeling van geobjectiveerde criteria voor de zware ondersteuning. De individuele schoolbesturen gaan op termijn zowel de toekenning van lichte als zware ondersteuning regelen. Het is van belang dat het samenwerkingsverband een monitoringaanpak ontwikkelt waarmee het kan waarborgen dat alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, passend onderwijs krijgen. Het gekozen model heeft het risico in zich dat financiële in plaats van inhoudelijke overwegingen hierbij leidend kunnen worden. 4 Procedures en criteria plaatsing leerlingen (Artikel 18a Wpo lid 8c,8d, 11 en 12 en Artikel XVII Wet passend onderwijs lid 1) De procedures en criteria voor de plaatsing van leerlingen in het speciaal basisonderwijs (sbo) heeft het samenwerkingsverband niet uitgewerkt. Omdat de toekenning van de middelen voor lichte ondersteuning volledig via de individuele schoolbesturen gaat verlopen, zal het Pagina 8 van 12

9 samenwerkingsverband ook geen gezamenlijke procedure of criteria voor de plaatsing in het sbo opstellen. Het samenwerkingsverband heeft mandaat gegeven aan de afzonderlijke schoolbesturen om afspraken te maken over de te lopen routes wanneer leerlingen in aanmerking komen voor een arrangement in de lichte ondersteuning of een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) tot het speciaal basisonderwijs. De schoolbesturen die gebruikmaken van eenzelfde voorziening voor speciaal basisonderwijs stemmen deze afspraken op elkaar af. Op subregionaal niveau kan men daardoor verschillende afspraken maken. Medewerkers vanuit de interne ondersteuningsstructuur, ouders en de deskundigen van het speciaal (basis)onderwijs of de jeugdzorg besluiten gezamenlijk over een passend aanbod aan de leerling. De afgifte van de tlv door het samenwerkingsverband kenschetst het verband als een administratieve formaliteit, omdat alle voorbereidende werkzaamheden plaatsvinden in het voortraject. Het samenwerkingsverband richt een commissie van toelaatbaarheidsverklaring in voor so en sbo waarin de wettelijk voorgeschreven deskundigen zitting hebben. Ook voor de toeleiding tot het speciaal onderwijs hanteert het samenwerkingsverband tot 1 augustus 2015 de huidige criteria van de commissies voor de indicatiestelling cluster 3 en 4, met uitzondering van het criterium ontoereikende zorg. Vanaf augustus 2014 wil het samenwerkingsverband starten met de ontwikkeling van nieuwe criteria voor arrangementen in de zware ondersteuning, met het doel deze vanaf januari 2015 experimenteel toe te passen naast de huidige criteria van de commissie voor de indicatiestelling. Het samenwerkingsverband richt een procedure in waarbij nieuw aangemelde leerlingen voor zware ondersteuning een passend arrangement krijgen toegewezen op basis van onderwijsbehoeften en de beschikking van leerlingen met leerlinggebonden financiering (lgf of rugzak ) wordt omgezet in een eveneens passend arrangement. Daarmee krijgen desbetreffende leerlingen een arrangement volgens de nieuwe criteria. De concrete uitwerking van deze procedure ontbreekt. Voor leerlingen met een rugzak die een doorlopende indicatie hebben, zal het samenwerkingsverband de ondersteuning voor schooljaar 2014/2015 voortzetten. Dit zal mogelijk ook voor het schooljaar 2015/2016 gelden als er financiële ruimte is. In het conceptondersteuningsplan zijn geen afspraken opgenomen rond de herindicatie van zittende so-leerlingen of ten aanzien van procedures en beleid gericht op terugplaatsing van so- en sbo-leerlingen. 5 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (Artikel 18a Wpo lid 8e) Het ondersteuningsplan is een plan op hoofdlijnen. De looptijd is vier jaar, maar het samenwerkingsverband wil hier flexibel mee omgaan. Het plan is een groeidocument dat verdere uitwerking behoeft. In het conceptondersteuningsplan zijn de doelen en beleidsuitgangspunten beschreven. Het samenwerkingsverband staat nog voor de taak om de koers voor de toekomst te bepalen en de doelen te vertalen in concrete plannen. Het samenwerkingsverband kiest voor een grote autonomie van de individuele schoolbesturen en een zo beperkt mogelijke taak voor het samenwerkingsverband. De besturen voelen daardoor slechts beperkt de noodzaak om gezamenlijk beleid te ontwikkelen. Elk bestuur kan zijn eigen keuzen maken. Vooral voor de schoolbesturen van het speciaal onderwijs, die zich afhankelijk weten van de keuzen van de individuele schoolbesturen primair onderwijs, is dit lastig. Deze keuzen kunnen namelijk personele, financiële en huisvestingsconsequenties Pagina 9 van 12

10 hebben voor de so-scholen, maar vooral is er het risico dat expertise verloren kan gaan die in een later stadium nodig is. In het conceptondersteuningsplan geeft het samenwerkingsverband aan behoefte te hebben aan een kwaliteitsmonitor. Een dergelijke monitor is nodig om zicht te houden op het nakomen van afspraken. Zo kan het samenwerkingsverband (de directeur) hiaten in de basisondersteuning, in de kwaliteit van de scholen of in het dekkende geheel van ondersteuningsvoorzieningen, tijdig signaleren en daarop sturen. Het samenwerkingsverband hecht belang aan het verzamelen van stuur- en kengetallen. Dit blijkt onder andere uit het invullen van de dashboards. Hoe men vervolgens op basis van stuur- en kengetallen stuurt, plant en monitort, moet het samenwerkingsverband verder uitwerken. Doordat er een strikte scheiding tussen de verantwoordelijkheden van het samenwerkingsverband en de schoolbesturen bestaat, zijn goede resultaatafspraken nodig: over de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten waarvan schoolbesturen van elkaar mogen verwachten dat ze gerealiseerd worden, waarover zij open naar elkaar toe zijn en waarop zij elkaar kunnen aanspreken. Daarnaast zijn afspraken nodig over wat te doen als schoolbesturen in gebreke blijven. Binnen het samenwerkingsverband De Kempen lijken het bestuurlijke en inhoudelijke spoor niet parallel te lopen. Op bestuurlijk niveau ligt het tempo laag en zijn de stappen klein. De mensen in de werkgroepen zijn daarentegen hard aan de slag en willen grote stappen zetten. Deze verschillen leiden tot vertraging in de voortgang en onvrede bij de werkgroepen. 6 Informeren ouders (Artikel 18a Wpo lid 8f) In het conceptondersteuningsplan is niet voorzien in een communicatieplan richting ouders, leraren en andere betrokkenen. Het samenwerkingsverband verwacht dat de schoolbesturen de ouders en hun personeel informeren over de consequenties van passend onderwijs. Omdat tot nu toe nog niet vaststaat hoe passend onderwijs in de regio De Kempen vorm krijgt, zijn de schoolbesturen terughoudend geweest in het informeren van ouders en personeel. Ouders van leerlingen die in aanmerking komen voor leerlinggebonden financiering hebben via het schoolbestuur schriftelijk bericht ontvangen over de continuering van de inzet van middelen en de ondersteuning voor het schooljaar 2014/ Bekostigingsaspecten (Artikel 18a Wpo lid 8g t/m j) Het samenwerkingsverband heeft een globale meerjarenbegroting uitgewerkt. Deze begroting is op dit moment weinig beleidsrijk ingevuld. Dit komt overeen met de nog ontbrekende koers voor de toekomst. Door het ontbreken van de benodigde (DUO-)gegevens is een precieze uitwerking voor het samenwerkingsverband lastig te maken. Het samenwerkingsverband heeft een vereveningsopdracht van ongeveer 8,5 ton. Het verband ziet dit niet als zeer belastend. Het denkt door effectiever en efficiënter om te gaan met de beschikbare ondersteuningsmiddelen, met minder middelen toch passende ondersteuning te kunnen blijven bieden. Dit blijkt niet uit de begroting. De meerjarenbegroting laat vanaf het schooljaar 2015/2016 een negatief exploitatiesaldo zien dat oploopt van naar in 2017/2018. Het samenwerkingsverband geeft niet aan hoe het dit tekort gaat dekken. Het bestuur doet er goed aan om een risicoanalyse op te stellen waaruit blijkt wat aan benodigd weerstandsvermogen nodig is om de tekorten op te vangen. Pagina 10 van 12

11 3. REACTIE VAN HET BESTUUR In een schriftelijke reactie d.d. 4 juni 2014, geeft het bestuur aan dat het de bevindingen uit het verslag bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband op de onderstaande wijze wil betrekken. Het bestuur van het samenwerkingsverband ziet het ondersteuningsplan als een groeidocument, waarbij de dialoog met de gemeenten en de ondersteuningsplanraad tevens een bijdrage levert aan de ontwikkelagenda. Daarnaast worden vanuit de werkgroepen nog voor het zomerreces ontwikkelingen in gang gezet. In het verslag van de inspectie staan eveneens aanzetten tot verdere ontwikkeling. Deze worden in het onderstaande gememoreerd en van actie voorzien, te weten: Waarborgen behoud expertise Het samenwerkingsverband heeft tot nu toe alleen afspraken gemaakt over het beleggen van middelen, waarbij de toedeling van de middelen lichte ondersteuning aan de schoolbesturen de basis vormt om de verworvenheden van het WSNS-beleid te continueren en verder te ontwikkelen. Wat betreft de deskundigheid in de zware ondersteuning vindt gedurende het schooljaar 2014/2015 met de partners uit het speciaal onderwijs een eerste verkenning plaats over de inzet van expertise in het voortraject, de toeleiding en het realiseren van het arrangement. Procedures bij impasse plaatsing leerling De deelnemers aan het samenwerkingsverband hechten er waarde aan om eerst met elkaar goed te regelen op welke wijze toeleiding en plaatsing binnen het samenwerkingsverband gaat plaatsvinden en welke actoren daarbij zijn betrokken. Het niet kunnen plaatsen van een leerling is daarbij een uitzondering. In het schooljaar 2014/2015 zal het bestuur afspraken maken omtrent het protocol dat in dergelijke situaties van toepassing is. Afstemming met leerplicht acht het bestuur hierbij van belang. Analyse dekkend netwerk Het geheel aan nieuwe praktijken moet inzichtelijk maken of er sprake is van witte vlekken en wat er aan te doen. Deze monitorende taak belegt het bestuur bij de directeur van het samenwerkingsverband. Calamiteitenvoorziening In de meerjarenbegroting is nog geen rekening gehouden met de inrichting van een calamiteitenvoorziening. Deze wordt in de meerjarenbegroting wel opgenomen. Monitoring Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft in het ondersteuningsplan opgenomen welke factoren van belang zijn voor een goede monitoring van het samenwerkingsverband. Monitoren vraagt meer dan het inrichten van een systeem; het doet tevens een nadrukkelijk appel op eenieder om op een juiste wijze de belangrijke data aan te leveren. Sturing op inrichting van het instrument, aanreiken van data, trekken van conclusie en plannen van actie vraagt om zorgvuldigheid en vertrouwen. De inrichting en implementatie van de monitor zal het samenwerkingsverband daarom over meer schooljaren plannen. Pagina 11 van 12

12 Procedures toeleiding en arrangement Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft de intentie om: - Voor de zomer afspraken te maken over: o toeleiding tot sbo en so (procedure en protocol); o afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen; o de tijdelijkheid van toelaatbaarheidsverklaringen; o de inrichting van de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen; o de wijze waarop ouders en scholen worden geïnformeerd en beïnstrumenteerd. - Na de zomer afspraken te maken over: o toekomstige criteria voor plaatsing so categorie 1, 2 en 3 en de afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen; o procedure t.b.v. het indiceren van leerlingen voor een arrangement in de lichte ondersteuning; o procedure t.b.v. het indiceren van leerlingen voor een arrangement in de zware ondersteuning; o de wijze van vaststelling en documentatie van arrangement (HGW + IVOmodel); o de wijze waarop verantwoording aan elkaar plaatsvindt. Informatie aan ouders Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft de volgende opties in beraad, te weten: - informatiebijeenkomsten in de vorm van ouderavond; - uitbreiden van de website met een onderdeel voor ouders; - nieuwsbrief voor ouders, op te nemen in de nieuwsbrief op school; - inrichten van een concrete helpdesk. Tot slot merkt het bestuur het volgende op: Na de simulatie zijn er in het samenwerkingsverband nog belangrijke stappen gezet en resultaten geboekt. De belangrijkste zijn: - De ondersteuningsplanraad heeft ingestemd met het ondersteuningsplan voor het schooljaar 2014/ Met de gemeenten is overleg gevoerd, hetgeen heeft geleid tot overeenstemming en nadere afspraken omtrent concretisering en implementatie. - Het vastgestelde ondersteuningsplan is voor 1 mei aangereikt aan de inspectie. - Op basis van de schoolondersteuningsprofielen is de ontwikkelagenda voor het samenwerkingsverband aangevuld. - Het bestuur heeft een besluit genomen omtrent aansluiting bij de Stichting Onderwijsgeschillen. - Een werkgroep is opgestart om procedures met betrekking tot toeleiding en arrangeren uit te werken, zodat het bestuur hierover voor de zomervakantie 2014 besluiten kan nemen. Pagina 12 van 12