BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ SAMENWERKINGSVERBAND KOERS VO

Transcriptie

1 BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ SAMENWERKINGSVERBAND KOERS VO Plaats : Rotterdam Bestuursnummer : Samenwerkingsverband : VO2810 Onderzoek uitgevoerd op : 28 mei 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op 11 augustus 2014 Documentnummer:

2 Pagina 2 van 11

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een simulatie uit bij het Samenwerkingsverband Koers VO. Binnen de 14 gemeenten Rotterdam (exclusief Rozenburg), Albrandswaard, Barendrecht, Binnenmaas, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen (Klaaswaal), Korendijk, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Nederlek (Lekkerkerk), Oud-Beijerland, Ridderkerk, Strijen en Zuidplas (Nieuwerkerk aan den IJssel) vormen 27 schoolbesturen, waarvan 24 besturen in de regio, met samen 111 vestigingen voor voortgezet (speciaal) onderwijs gezamenlijk het samenwerkingsverband. Per 1 oktober 2012 gingen in totaal leerlingen naar school in dit samenwerkingsverband. In dit verslag geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Simulatie Een simulatie houdt in dat de inspectie een kwaliteitsonderzoek nabootst ook al is het samenwerkingsverband nog niet volledig ingericht. In het schooljaar 2013/2014, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de zorgplicht, wil de inspectie simulaties uitvoeren bij alle samenwerkingsverbanden. Het doel van een simulatie is tweeledig: 1. het stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een kwaliteitsonderzoek na te bootsen en zo een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment, afgezet tegen het waarderingskader van de inspectie; 2. toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden, zowel inhoudelijk als op de totstandkoming van de rechtspersoon en de inspraak door de ondersteuningsplanraad. Voor de inspectie levert die simulatieronde informatie op over de wenselijke en redelijke normering van de indicatoren, de werking van het risicomodel en de kwaliteit van het toezichtkader. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij deze simulatie op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Onderzoeksopzet De simulatie start met een bureauanalyse van documenten en gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn en een analyse van documenten die het samenwerkingsverband aan de inspectie toestuurde of uitreikte. Het betreft de volgende documenten, op volgorde van versiedatum en voor zover relevant voor dit onderzoek: - Artikel Handelingsgericht werken (september 2012); - Artikel Pilot overstap vo-vso (4 april 2013); - Statuten (notariële akte d.d. 23 april 2013); - Artikel Programma Docenten aan zet (21 november 2013); - Budgetten in geld en natura voor de locaties in schooljaar Informatie voor de locatiedirecteuren (versie 26 februari 2014); - Documentbeoordeling managementsysteem Koers VO in relatie tot de kwaliteitsprincipes ISO:9001 door CKMZ (24 maart 2014); - Plan van aanpak werkgroep ouders (24 maart 2014); Pagina 3 van 11

4 - Ondersteuningsplan (april 2014); - Toelichting bij ondersteuningsplan ALV (8 april 2014); - Concept kwaliteitszorgsysteem Koers VO (versie 26 mei 2014); - Samenwerking mytylschool De Brug en Wolfert Lyceum (zonder datum); - Protocol thuiszitters v(s)o regio Koers VO 2014/2015 (concept, versie 3.0, zonder datum); - Artikel Website Koers VO schoolprofielen (zonder datum); - Koers VO Nieuwsbrief april 2014 (geraadpleegd op 27 mei 2014); - Website Koers VO voor films passend onderwijs, (geraadpleegd op 27 mei 2014); - Website Koers VO Schoolprofielen, (geraadpleegd op 27 mei 2014); - De zorgleerling in beeld, (geraadpleegd op 27 mei 2014); - Website: (geraadpleegd op 26 mei 2014); - Kengetallen samenwerkingsverband ( geraadpleegd op 26 mei 2014). Hierna vond op 28 mei 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: - presentaties kreeg van het samenwerkingsverband over: producten en resultaten aan de hand van het digitale kwaliteitszorgsysteem in ontwikkeling; samenwerking voortgezet onderwijs (vo) voortgezet speciaal onderwijs (vso) met gasten uit het regulier en speciaal onderwijs; ontwikkelingen in het voortgezet speciaal onderwijs. - een gesprek voerde met het college van bestuur Koers VO met speciale aandacht voor de wijze van financieel beheer en de ontwikkeling van het management en de organisatie. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bestuur en het management van het samenwerkingsverband. Opbouw verslag In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen, een beeld van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband op het gebied van management en organisatie en een overzicht van de bevindingen van het ondersteuningsplan. Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag. Pagina 4 van 11

5 2. BEVINDINGEN 2.1 Hoofdlijn Het Samenwerkingsverband Koers VO is de voortzetting van het oude samenwerkingsverband waarin de scholen voor regulier voortgezet onderwijs samenwerkten dat al vijftien jaar (vanaf 1999) in deze samenstelling bestaat. Het is uitgebreid met zeven schoolbesturen voor voortgezet speciaal onderwijs (vso). Daarvan participeren drie schoolbesturen volgens opting-in. In meerdere opzichten is er sprake van voortzetting van de visie en verdere verdieping van het beleid om een passende plek voor iedere leerling in de regio te realiseren. Het samenwerkingsverband heeft een sterke financiële positie. Het heeft een positieve verevening van iets meer dan 3 miljoen voor 111 vestigingen. Daarnaast neemt het samenwerkingsverband 2 miljoen mee aan tegoeden van het vorige samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband ziet geen acute reden om het beleid met betrekking tot verwijzing van leerlingen naar het voortgezet speciaal onderwijs drastisch te veranderen. Het valt het samenwerkingsverband wel op dat er een tendens van groei van het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs is. Daarom ontwikkelt het een doelgericht beleid om verwijzing naar het vso te beperken. Een van de doelstellingen is dat jaarlijks het aantal leerlingen dat het vso instroomt kleiner of gelijk moet zijn aan het aantal dat uitstroomt. Daarnaast ontstaan diverse projecten van samenwerking tussen het reguliere voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. De projecten bevorderen dat de leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs gediplomeerd de school kunnen verlaten. Dat is ook de bedoeling van de Wet kwaliteit vso die dit schooljaar (2013/2014) van kracht is geworden. De uitgangspunten voor het beleid komen tot stand in gezamenlijk overleg tussen de schoolbesturen. Zij kiezen nadrukkelijk voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor passend optimaal onderwijs dicht bij huis voor elke jongere. Samenwerking tussen scholen binnen een netwerk is onderdeel van de werkwijze om dit uitgangspunt te realiseren. Het samenwerkingsverband kiest voor zoveel mogelijk autonomie van de scholen om zelf te bepalen waar, wanneer en welke vorm van ondersteuning zij een leerling bieden. Het gaat uit van vertrouwen in de deskundigheid en maximale inspanning van de scholen. Om deze autonomie mogelijk te maken zorgt het samenwerkingsverband ervoor dat alle scholen over een eigen budget beschikken om aan de ondersteuningsvragen van de leerlingen te kunnen voldoen zonder tussenkomst van het samenwerkingsverband. Het hanteert een verdeelsleutel voor de financiële middelen waarbij alle scholen tenminste een bedrag van 4000 ontvangen en daarnaast een beroep kunnen doen op de deskundigen van het samenwerkingsverband (het Koersloket). Het samenwerkingsverband bepaalt jaarlijks het budget voor extra ondersteuning. Het aantal leerlingen met leerlinggebonden financiering (lgf) in het voorgaande jaar is het vertrekpunt. Voor schooljaar 2014/2015 is dat het aantal in schooljaar 2013/2014. Het samenwerkingsverband maakt een onderscheid tussen een budget op grond van het schoolgedeelte en personeel voor deskundig advies op grond van het leerlinggedeelte van de rugzak. Uiteindelijk verdeelt het samenwerkingsverband het totale bedrag na aftrek van de lasten voor het samenwerkingsverband. Het komt erop neer dat alle scholen tijdig weten welk bedrag zij Pagina 5 van 11

6 ontvangen voor ondersteuning. Kortom, het samenwerkingsverband houdt zich niet bezig met de verdeling van middelen in categorieën van basisondersteuning en extra ondersteuning. Ook de financiering van leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs is een aangelegenheid tussen de reguliere school en de school voor voortgezet speciaal onderwijs. Dit model is sterk gebaseerd op onderling vertrouwen. Vertrouwen dat de scholen het budget daadwerkelijk volledig doelmatig gebruiken voor kwalitatief goede ondersteuning en vertrouwen dat scholen niet te snel verwijzen naar het voortgezet speciaal onderwijs. Er is vertrouwen dat de scholen zich inspannen voor hoge kwaliteit van het onderwijs en voor een optimaal uitstroomniveau van individuele leerlingen. Het uitvoeren van een beleid uitgaande van vertrouwen kan betekenen dat er weinig tot geen sprake is van georganiseerde regie op de kwaliteit van de uitvoering van het beleid. Het samenwerkingsverband legt bewust de regie bij de schoolbesturen. Het behoudt de regie over de verwijzingen naar het voortgezet speciaal onderwijs omdat de leerlingen een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband nodig hebben voor plaatsing in het voortgezet speciaal onderwijs. Deze toelaatbaarheidsverklaring wordt gegeven door het bestuur van het samenwerkingsverband op advies van deskundigen van het Koersloket. Het Koersloket kan al in een eerder stadium betrokken worden bij de ondersteuning van de leerling. Bovendien moeten scholen een formulier invullen waaruit moet blijken of zij het maximale hebben gedaan aan de ondersteuningsvraag van de leerling. Het samenwerkingsverband heeft nog geen toelaatbaarheidscriteria opgesteld. Voor de komende jaren hanteert het de huidige criteria van de commissie voor indicatiestelling (cvi) en de regionale verwijzingscommissies (rvc). Zonder bewaking en een vorm van regie op het niveau van het samenwerkingsverband, schuilt ook een risico dat scholen financiële middelen ontvangen die zij niet volledig gebruiken voor de ondersteuning. Een ander mogelijke risico is dat leerlingen snel doorverwezen worden naar het voortgezet speciaal onderwijs. Er is een tendens zichtbaar dat het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs groeit. Het samenwerkingsverband is zich bewust van de risico s van het werken vanuit vertrouwen zoals dit schoolmodel voor staat. Het samenwerkingsverband ontwikkelt een geautomatiseerd kwaliteitszorgsysteem dat deels al inzetbaar is. De monitoring van verbeteractiviteiten is al ver in ontwikkeling. Het samenwerkingsverband maakt met de opzet van het systeem aannemelijk dat het doelgericht en planmatig werkt aan verbeteractiviteiten. Het systeem voorziet op het moment nog niet in een bewaking van de mate waarin de afzonderlijke scholen de kwaliteitsdoelen en het nagestreefde effect realiseren zoals verwoord in de missie, visie en ambitie van het samenwerkingsverband. Het heeft de missie ook nog niet geoperationaliseerd in zichtbare en meetbare termen. Bijzonder aan dit samenwerkingsverband is dat het bestuursmodel uitgaat van twee organen voor het interne toezicht, namelijk de raad van toezicht en de algemene vergadering. Ook de ondersteuningsplanraad laat kritisch van zich horen. Naast de kwaliteitszorg laat het samenwerkingsverband een aantal mooie ontwikkelingen zien, zoals verschillende vernieuwingsprojecten, de samenwerking met de gemeentes om het thuiszitten te minimaliseren en de website voor ouders en belangstellenden. De inspectie is met name zeer te spreken over de overzichtelijke wijze waarop het samenwerkingsverband de Pagina 6 van 11

7 schoolprofielen op de website plaatst en de overzichtelijke wijze waarop het de ontwikkelingen en de verbeteracties monitort. 2.2 Management en organisatie van het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband heeft zijn organisatiemodel beschreven in het ondersteuningsplan. Het heeft hierin geen organogram opgenomen. Gezien de complexiteit van het organisatiemodel is het raadzaam om een organogram op te nemen in het ondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband heeft een Bureau Koers VO dat tot taak heeft een dekkend netwerk te organiseren en faciliteren. Een onderdeel van het bureau is het koersloket dat dienst doet als vraagbaak en coördinatiepunt voor scholen. Daarnaast zijn er verschillende commissies en werkgroepen. In het ondersteuningsplan maakt het samenwerkingsverband de bevoegdheden van de verschillende organen niet duidelijk. Het maakt ook niet duidelijk hoe de verantwoordingslijn loopt en wie doorzettingsmacht heeft. Het ondersteuningsplan suggereert verschillende overlegmomenten. Die worden echter nauwelijks beschreven. Tijdens de simulatie maakte het samenwerkingsverband duidelijk dat het overleg intensief, inhoudelijk en planmatig is. Het hanteert tevens een jaaroverzicht voor diverse overlegvormen. Een overlegschema kan helpen om de overlegstructuur zichtbaar te maken. Het samenwerkingsverband hanteert een raad van toezichtmodel. Het heeft de algemene ledenvergadering als extra toezichtorgaan ingesteld naast de raad van toezicht. De algemene ledenvergadering houdt toezicht op de raad van toezicht. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband een ondersteuningsplanraad. Het streeft naar een bezetting van 24 leden, waarvan de helft ouders is. Momenteel is er een vacature voor acht leden, waarvan de helft ouders. Er zijn (ten onrechte) geen leerlingen in de ondersteuningsplanraad. Het bestuur geeft aan dat het samenwerkingsverband de besturen heeft verzocht te stimuleren dat ook leerlingen zich verkiesbaar stellen. 2.3 Ondersteuningsplan Kerndocument voor het samenwerkingsverband is het ondersteuningsplan. Het definitieve ondersteuningsplan is na drie versies tot stand gekomen. Het bestuur spreekt van een nulversie in september Deze versie is op onderdelen besproken met beleidsvertegenwoordigers van de gemeenten. Mede op basis van de feedback is de nulversie van het ondersteuningsplan omgezet in een conceptondersteuningsplan. Over dit concept is in december 2013 een op overeenstemming gericht overleg (oogo) gevoerd met de 14 gemeenten. De ondersteuningsplanraad heeft ingestemd met het aan hen aangeboden conceptondersteuningsplan, met de opmerking dat deze instemming is gebonden aan een looptijd van een jaar, van 1 augustus 2014 tot 1 augustus Ook is er afgestemd met de samenwerkingsverbanden voor primair onderwijs en het clusters 1- en 2-onderwijs. Op 8 april 2014 is dit ondersteuningsplan goedgekeurd door de algemene ledenvergadering en uiteindelijk op 14 april 2014 definitief vastgesteld door het college van bestuur. Het samenwerkingsverband beschouwt dit eerste ondersteuningsplan als een groeidocument en het samenwerkingsverband als een organisatie in opbouw en een lerende organisatie. Het wil in een cyclisch proces tot een steeds concretere invulling, uitwerking en uitvoering komen. Het bestuur vermeldt dat het samenwerkingsverband tijd en energie heeft besteed aan het met elkaar beslissen over de missie, visie en ambitie. De leden van het samenwerkingsverband zijn het met elkaar eens over het model, het zogenaamde Pagina 7 van 11

8 schoolmodel, van waaruit het samenwerkingsverband de samenwerking en het realiseren van de missie vorm geeft. De scholen zijn meegenomen in het opbouwproces. Zij hebben het schoolondersteuningsprofiel beschreven en gepubliceerd op de website. De type ondersteuning die de scholen kunnen bieden zijn overzichtelijk gecategoriseerd op de website. Om te voldoen aan de wettelijke voorschriften is het nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen heeft opgenomen in het ondersteuningsplan en, voor zover hieronder vermeld, nog nader uitwerkt. Het onderstaande overzicht dient niet als een beoordeling van het samenwerkingsverband, maar als een handreiking om de ontwikkeling van het beleid van het samenwerkingsverband verder te ondersteunen. 1 Instemming, overleg, vaststelling en toezending (Artikel 14a Wms, Artikel 17a Wvo lid 7, 9, 10) Het samenwerkingsverband voldoet aan de eisen met betrekking tot de instemming, het overleg, de vaststelling en toezending van het ondersteuningsplan. Het definitieve ondersteuningsplan is vóór 1 mei 2014 verzonden naar de inspectie. Daarvoor heeft een op overeenstemming gericht overleg plaatsgevonden met de gemeenten en heeft de ondersteuningsplanraad ingestemd met het ondersteuningsplan. Er is ook een adviescommissie die adviseert over bezwaarschriften. 2 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (Artikel 17a Wvo lid 8a) Het samenwerkingsverband maakt in het ondersteuningsplan niet duidelijk welke ondersteuning alle scholen in principe zouden moeten kunnen bieden. Op de website vermeldt het wel bij alle scholen wat voor ondersteuningsvragen zij kunnen opvangen. Tegelijkertijd tracht het samenwerkingsverband te kunnen voldoen aan zoveel mogelijk ondersteuningsvragen. Het beleid omvat samenwerking tussen scholen binnen een netwerk. Deze samenwerking heeft enerzijds als doel collegiale consultatie en uitwisseling van kennis en deskundigheid tussen scholen te bevorderen en anderzijds om samen het netwerk van voorzieningen te vergroten. Daarnaast streeft het samenwerkingsverband naar het in stand houden van een tussenvoorziening in de vorm van een orthopedagogisch en didactisch centrum (opdc) of variaties daarvan in bestaande scholen. De inspectie merkt op dat het samenwerkingsverband niet uitgaat van een analyse van de leerlingenpopulatie om te beschrijven welke voorzieningen er noodzakelijk zijn en in hoeverre het een dekkend geheel van voorzieningen heeft. Het samenwerkingsverband gaat er wel van uit dat binnen het samenwerkingsverband Koers VO alle mogelijke ondersteuningsvormen aanwezig zijn. Het beroept zich op de vele vormen van voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, de tussenvoorzieningen en tijdelijke opvangmogelijkheden. De scholen voor voortgezet onderwijs maken in de schoolprofielen zichtbaar in wat voor extra ondersteuningsvragen zij deskundig zijn. 3 Procedures en criteria toewijzing middelen (Artikel 17a Wvo lid 8b) Het samenwerkingsverband heeft de procedure en de criteria voor toewijzing van middelen beschreven in het ondersteuningsplan. Tijdens de simulatie heeft het ook aangegeven dat het de huidige toelaatbaarheidscriteria handhaaft. De termijnen, die het samenwerkingsverband in het ondersteuningsplan beschrijft, die het hanteert voor de afhandeling van een aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring kan oplopen tot veertien weken en is daarmee erg lang (max 12 weken voor de adviescommissie toelaatbaarheid en max 2 weken voor het bestuur). Pagina 8 van 11

9 4 Procedures en criteria plaatsing leerlingen (Artikel 17a Wvo lid 8c,8d, 12 en 13 en Artikel XVII Wet passend onderwijs lid 1) Voorlopig handhaaft het samenwerkingsverband de huidige criteria voor plaatsing van leerlingen. Het samenwerkingsverband noemt dit één van de groeipunten van het beleid. Een uitgangspunt voor het nog op te stellen beleid is dat de huidige groeitendens in het voortgezet speciaal onderwijs gestopt wordt. Het hanteert als regel dat het aantal instromende leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs niet groter mag zijn dan het aantal leerlingen dat uitstroomt. Kortom, voor iedere leerling die instroomt verwacht het samenwerkingsverband dat het voortgezet speciaal onderwijs ervoor zorgt dat er maximaal één uitstroomt. Het gaat bovendien uit van kortdurend verblijf in het voortgezet speciaal onderwijs. Er ontstaan reeds creatieve en intensieve vormen van samenwerking tussen het voortgezet speciaal onderwijs en het reguliere onderwijs. De samenwerking tussen de twee sectoren is erop gericht dat zoveel mogelijk leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs diploma s kunnen halen. Het reguliere voortgezet onderwijs wil ook de mogelijkheid creëren dat leerlingen voor korte periode naar het voortgezet speciaal onderwijs kunnen. De inspectie wijst in dit kader op eisen die in wet- en regelgeving gesteld worden ten aanzien van het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten. 5 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (Artikel 17a Wvo lid 8e) Het samenwerkingsverband streeft naar overzichtelijke monitoring en een intensief kwaliteitszorgsysteem. Dit is al ingezet, maar nog niet zover dat het in het ondersteuningsplan al de missie en visie heeft uitgewerkt in beoogde kwalitatieve en kwantitatieve resultaten. Het samenwerkingsverband kon tijdens het inspectiebezoek laten zien dat het planmatig werkt aan verbeterplannen. Een werkgroep werkt samen met de gemeenten aan het in beeld brengen en verminderen van thuiszitters. Het samenwerkingsverband heeft momenteel 112 leerlingen in beeld die geen onderwijs ontvangen. Het samenwerkingsverband is zich ervan bewust dat het met een meer verfijnde definitie voor thuiszitters moet werken en het aantal per categorie in beeld brengen. Uiteindelijk moet het duidelijk zijn hoeveel leerlingen niet structureel onderwijs ontvangen omdat zij: - niet ingeschreven zijn op een school en de reden daarvoor; - wel ingeschreven zijn, maar nauwelijks of zeer onregelmatig verschijnen en de reden daarvoor; - (tijdelijke) ontheffing van leerplicht hebben en de reden daarvoor. Een beleid ten aanzien van schorsing en verwijderingen op niveau van het samenwerkingsverband ontbreekt. Een afspraak hierover tussen schoolbesturen op het niveau van het samenwerkingsverband kan misschien bijdragen in het terugdringen van het aantal thuiszitters. 6 Informeren ouders (Artikel 17a Wvo lid 8f) De website van het samenwerkingsverband bevat nagenoeg alle beschikbare informatie over passend onderwijs en de vormgeving bij Samenwerkingsverband Koers VO. Ook de schoolondersteuningsprofielen zijn gepubliceerd en gerubriceerd. De informatie aan ouders is redelijk gevorderd, maar kan nog verder uitgroeien. 7 Peildatum en bekostigingsaspecten (Artikel 17a Wvo, lid 8g en 8h) De positieve verevening bedraagt ruim 3,4 miljoen. Het bestuur neemt tevens de middelen van het vorige samenwerkingsverband over. Dit bedraagt ca. 2 miljoen. Hierdoor heeft het Pagina 9 van 11

10 bestuur de financiële ruimte om te investeren in het samenwerkingsverband en de uitvoering van het beleid. Het bestuur heeft een meerjarenbegroting opgesteld die inzicht geeft in de besteding van de middelen van het totale samenwerkingsverband. De gevolgen van de krimp en de verevening zijn onvoldoende verwerkt in de meerjarenbegroting. Per jaar stelt het samenwerkingsverband een nieuwe (jaarlijkse) begroting op. Indien de jaarlijkse begroting niet meer in lijn is met de meerjarenbegroting past het de meerjarenbegroting aan. De borging en monitoring van het financieel beleid en beheer moet nog ontwikkeld worden. Het bestuur verdeelt de totale middelen, minus de kosten voor het bestuur, over de aangesloten schoolbesturen. De schoolbesturen leggen verantwoording af over inzet van de middelen. Het bestuur dient een monitor te ontwikkelen die toezicht gaat houden op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de bestedingen. De directeur van het samenwerkingsverband is hier verantwoordelijk voor en geeft aan dat de monitor in ontwikkeling is. In overeenstemming met het ondersteuningsplan geeft de meerjarenbegroting redelijke inzicht in de inzet van de middelen door het samenwerkingsverband met het oog op doelstellingen gericht op het waarborgen en zo nodig verbeteren van de basisondersteuning. Pagina 10 van 11

11 3. REACTIE VAN HET BESTUUR Het bestuur geeft in een reactie op het conceptverslag van de simulatie d.d. 18 juli 2014 aan dat het de simulatie als nuttig en stimulerend heeft ervaren. Daarnaast geeft het samenwerkingsverband aan dat het de bevindingen in het verslag bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband op de volgende wijze zal betrekken: - Bij wijziging van het ondersteuningsplan zal het organisatiemodel van Koers VO ook door middel van een organogram inzichtelijk gemaakt worden. - Het samenwerkingsverband zal de informatievoorziening aan ouders zowel via de website als zo mogelijk via de scholen verder vorm.geven. - De borging en monitoring van het financieel beleid en beheer worden op dit moment al verder ontwikkeld. Om dit te realiseren is de financieel controller van het samenwerkingsverband inmiddels voor meer uren dan voorheen aan het samenwerkingsverband verbonden. De gevolgen van de verevening (er is geen sprake van krimp) zullen duidelijker zichtbaar gemaakt worden in de meerjarenbegroting. - Het samenwerkingsverband ontwikkelt het komend schooljaar de monitoring/evaluatie van het inhoudelijk beleid en werkt dit verder uit. Een evaluatie van wat er in de scholen aan ondersteuning geboden wordt en wat het effect daarvan is, is ook voor het samenwerkingsverband van essentieel belang. Pagina 11 van 11