ORIENTATIE IN HET WERKVELD. Activiteiten in de praktijk. 1 Waar ga ik werken en wat ga ik doen? 2 Mag ik mij even voorstellen?

Transcriptie

1 ORIENTATIE IN HET WERKVELD Activiteiten in de praktijk 1 Waar ga ik werken en wat ga ik doen? 2 Mag ik mij even voorstellen? Oriëntatiefase praktijkactiviteiten

2 1. Waar ga ik werken en wat ga ik doen? Je gaat als leerling zorghulp of helpende de praktijk in. Met behulp van deze activiteit ga je informatie verzamelen over de praktijkorganisatie, de zorg die gegeven wordt, de zorgvragers die er verblijven en welke taken jij hebt. Verder onderzoek je de visie van de praktijkorganisatie en met welke rechten en plichten je te maken hebt Vul de planner in. Bespreek de planner met je werkbegeleider. Voer de activiteit uit volgens de instructies in de planner. Vul daarna de terugblik in. 2

3 DE PLANNER: Activiteit: Naam deelnemer: Onderzoek Is de activiteit duidelijk? Wat weet ik al? Wat is mijn ervaring ermee? Wat wil ik leren en welke vragen heb ik? Bronnen Waar haal ik de informatie vandaan? Het Actieplan Bespreek met je begeleider het plan Wat ga je doen? Waar? Wanneer? Uitvoering Bereid je voor en voer de activiteit uit Schrijf een verslag van minimaal 4 pagina s. Lever dit in op school, laat het voorzien van feedback en handtekening. Lever het verslag daarna in bij je werkbegeleider op je stage. Na het feedbackgesprek met de werkbegeleider lever je het verslag in op school voor het dossier. 3

4 Activiteit: Naam deelnemer: Terugblik Wat ging goed/niet goed? 1.Wat heb ik geleerd? 2.Welke feedback heb ik gekregen? 3.Wat moet ik nog leren/ oefenen? 4.Hoe ga ik dat doen? Gezien door coach: Datum: 4

5 FEEDBACK en BEOORDELINGSLIJST: Waar ga ik werken en wat ga ik doen? Onderdelen Wat je laat zien Feedback school Feedback praktijk Plannen en Overlegt met de begeleider * samenwerken Maakt afspraken met collega s Verzamel informatie mondeling en schriftelijk * Houdt rekening met de mogelijkheden Plant alle taken Kan taken binnen de beschikbare tijd uitvoeren Maakt goede keuzes Inhoud van het verslag en Nederlands Welke cliënten krijgen zorg Welke zorg wordt gegeven Wie de zorg geven, de beroepen of functies. Wat de organisatie belangrijk vindt bij het geven van zorg (visie) Welke taken de helpende heeft Met welke regels wordt rekening gehouden Welke rechten en plichten de helpende heeft Klopt met de werkelijkheid Netjes en goed leesbaar In eigen woorden Goede, begrijpelijke zinnen Hoofdletters, punten en komma s meestal op de goede manier Spelling meestal goed Beoordeling: VOLDOENDE / ONVOLDOENDE datum Naam Leerling: Naam begeleider :... paraaf 5

6 2. Mag ik mij even voorstellen? Nu je als leerling zorghulp of helpende de praktijk ingaat en hebt kennisgemaakt met de praktijkorganisatie, ga je een aantal gesprekken voeren met verschillende zorgvragers. Je houdt rekening met de zorgvrager en je voert het gesprek op een goede manier. Je luistert naar de zorgvrager en toont interesse. Zoek in overleg met je werkbegeleider drie zorgvragers uit waarmee je het gesprek gaat voeren. Vul de planner in. Bespreek de planner met je werkbegeleider. Voer de activiteit uit. Bespreek de feedback met je werkbegeleider. 6

7 DE PLANNER: Activiteit: Naam deelnemer: Onderzoek Is de activiteit duidelijk? Wat weet ik al? Wat is mijn ervaring ermee? Wat wil ik leren en welke vragen heb ik? Bronnen Waar haal ik de informatie vandaan? Het Actieplan Bespreek met je begeleider het plan Wat ga je doen? Waar? Wanneer? Uitvoering Bereid je voor op de activiteit en voer de activiteit uit 7

8 Activiteit: Naam deelnemer: Terugblik Wat ging goed/niet goed? 1.Wat heb ik geleerd? 2.Welke feedback heb ik gekregen? 3.Wat moet ik nog leren/ oefenen? 4.Hoe ga ik dat doen? Gezien door coach: Datum: 8

9 FEEDBACKLIJST: Mag ik mij even voorstellen? Wat je laat zien Overlegt met de begeleider feedback Verzamel informatie over de zorgvrager/cliënt Houdt rekening met de mogelijkheden Voert het gesprek : (Nederlands) - Klopt of belt en let op reactie - Groet bij binnenkomst en vertrek - Stelt zichzelf voor met naam, functie en taken - Vertelt het doel van het gesprek - Vraagt of het gelegen komt (op dit moment kan) - Spreekt beleefd - Is vriendelijk - Spreekt duidelijk, aangepast aan de zorgvrager/cliënt - Luistert en reageert op de zorgvrager/cliënt - Vraagt de zorgvrager/cliënt naar bijzonderheden - Stelt open vragen - Rondt het gesprek af Vraagt aan de zorgvrager of het duidelijk is, of de zorgvrager tevreden is Feedback nabesproken door: Datum 9