Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze.

Transcriptie

1 OPDRACHTFORMULIER Instructie geven Naam student: Datum: Opdracht Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze. Voordat je gaat oefenen Je oefent deze vaardigheid in het praktijklokaal aan de hand van het handelingsformulier Instructie geven. 1. Lees het handelingsformulier en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met je medestudent of je docent. 2. Kijk in de bronnen welke informatie je kunt gebruiken bij het oefenen van deze beroepsvaardigheid. 3. Beantwoord onderstaande vragen. a. Beschrijf welk algemeen doel je nastreeft met instructie. b. Hoe kom je erachter wat een zorgvrager al weet over de gedragsregels of hulpmiddelen? c. Op welke manier kun je nagaan of de instructie aansluit bij de beginsituatie van de zorgvrager? Formuleer minimaal drie vragen die je kunt stellen. d. Hoe kun je rekening houden met wensen en gewoonten van zorgvragers? e. Welke andere disciplines zijn betrokken? f. Hoe ga je na of de zorgvrager de instructie heeft begrepen en eventueel de volgende keer zelf kan uitvoeren? Maak op basis van de vaardigheid een checklist met behulp waarvan je kunt zien of de zorgvrager de vaardigheid juist uitvoert. g. Je demonstreert een zorgvrager over het gebruik van een hulpmiddel. Op welke manier zou jij de vervolggesprekken plannen? Voorbereiding Als startsituatie neem je een zorgvrager met een veel voorkomende stoornis, beperking en/of handicap. Je kunt natuurlijk iemand uit je stage-ervaringen of je eigen omgeving in je gedachten nemen, bij wie instructies nodig zijn. Als je zelf een situatie kiest, maakt degene die de rol van verzorgende speelt en dus instructies geeft, ook een profielschets voor de rol van zorgvrager. Schrijf deze profielschets met steekwoorden op een blaadje voor degene die de rol van zorgvrager speelt. Je kunt ook gebruik maken van de onderstaande casus. Bereid je daarna voor volgens de aanwijzingen op het handelingsformulier. Het drinken, eten en koken van eten lukt niet helemaal Sinds het vorige gesprek (zie de opdracht Advies geven) heeft mevrouw Van Lingen erg haar best gedaan om haar leefwijze aan te passen. Ze zit op een zwemclub, winkelt af en toe met vriendinnen en doet samen met haar man lopend de kleine boodschappen. Ze heeft met haar man gepraat en die begrijpt haar nu beter. Doordat ze nu zelf meer doet, namelijk het stoffen van de kamers, het soppen van de badkamer en het toilet, het klaarmaken van de lunch en zoveel mogelijk zelf koken, komt ze wel wat problemen tegen met het eten, drinken en koken Tijdens het observeren van mevrouw Van Lingen merkt Lieske dat ze geen hulpmiddelen gebruikt. Ze oefent verbeten om allerlei handelingen te kunnen verrichten, maar het lukt niet goed. Soms staat mevrouw Van Lingen met tranen in de ogen voor het aanrecht. Op een dag vraagt ze Lieske om advies. Noordhoff Uitgevers bv 1

2 Uitvoering Je oefent de beroepsvaardigheid in drietallen. Neem even de tijd om je in te leven in je rol. Rol zorgvrager: mevrouw Van Lingen Je geeft aan dat je bij het eten moeite hebt met het snijden van het eten, omdat je het bord niet kan vasthouden en het bord wegschiet. Ook met het snijden van het brood, de uien en andere groenten is dat zo. Je man schilt de aardappelen, maar je bent ook vaker rijst en pasta gaan eten. Dat bevalt goed. Je hebt gehoord dat er allerlei hulpmiddelen bestaan, maar je wet niet welke. Ook hulpmiddelen bij het koken. Graag wil je met hulpmiddelen zo zelfstandig mogelijk blijven, maar je vraagt je wel af wat dat allemaal kost. Jullie pensioeninkomsten zijn niet zodanig dat je allerlei hulpmiddelen kan betalen. Hoe moet dat nu? Rol verzorgende: Lieske Je beoordeelt aan de hand van het gesprek welke hulpmiddelen mevrouw Van Lingen kan gebruiken en geeft haar voorlichting over de hulpmiddelen: de functie, de voor- en nadelen en de wijze van gebruiken. tevens licht je haar voor over de wijze van vergoeden. Je kan ook suggesties doen om samen naar een thuiszorgwinkel te gaan om hulpmiddelen te gaan bekijken. Rol observator De observator bekijkt en beoordeelt de uitvoering van de beroepsvaardigheid aan de hand van het handelingsformulier. Nabespreking Bespreek en beoordeel de uitvoering aan de hand van het ingevulde handelingsformulier. Wat ging goed, wat ging minder goed? Voor de verzorgende: noteer voor jezelf jouw persoonlijke leerdoelen of aandachtspunten met betrekking tot deze beroepsvaardigheid op het handelingsformulier. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen: 2 Noordhoff Uitgevers bv

3 HANDELINGSFORMULIER Instructie geven Naam student: Naam observator: Datum: Beoordeling: Voor alle handelingen geldt: Raadpleeg het dossier; Zorg voor voldoende privacy; Was je handen volgens de WIP-procedure; Pas de voorschriften toe; Observeer en controleer de zorgvrager. De student: Uitvoering: Goed Fout 1 Verzamel voldoende informatie over de stoornis/beperking van de zorgvrager. 2 Ga na welke vaardigheden de zorgvrager moet aanleren of welke gedragsregels of hulpmiddelen hij moet leren hanteren. 3 Bepaal het doel van je instructie. 4 Stem de instructie af op de situatie en/of de vraag van de zorgvrager. Houd rekening met: de aandacht van de zorgvrager; de motivatie van de zorgvrager; de mogelijkheden van de zorgvrager. 5 Bepaal welke hulpmiddelen je nodig hebt voor het uitvoeren van je instructie. 6 Bepaal op welke manier je de instructie gaat aanpakken. 7 Schep de juiste voorwaarden voor een goed gesprek. 8 Voer het gesprek. 9 Evalueer het gesprek met de zorgvrager en vraag of de zorgvrager alles heeft begrepen. 10 Rond het gesprek af en maak eventueel vervolgafspraken. Aandachtspunten: 11 Ik stem de instructies af op de aan te leren vaardigheden of de gedragsregels/hulpmiddelen die de zorgvrager moet leren hanteren. 12 Ik geef de informatie op een gestructureerde manier. 13 Ik gebruik zinnen en woorden die aansluiten bij de belevingswereld van de zorgvrager. 14 Ik luister actief. Noordhoff Uitgevers bv 3

4 Goed Fout 15 Ik stel de juiste vragen. 16 Ik sluit me in mijn benadering aan bij de stoornis/beperking. 17 Ik voer een effectief gesprek. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen: 4 Noordhoff Uitgevers bv

5 TOETSFORMULIER Instructie geven Naam student: Naam beoordelaar: Datum: Beoordeling: Kruis aan hoe de handelingen zijn uitgevoerd. Kies uit: V = Voldoende; O = Onvoldoende Kruis aan door wie de beoordeling is gedaan. Kies uit: B = BPV; S = School Opdracht Je geeft adequate voorlichting over een zelf gekozen onderwerp aan een zorgvrager Voorbereiding V O B S 1 Verzamelt voldoende informatie over de stoornis/beperking van de zorgvrager. 2 Gaat na welke vaardigheden de zorgvrager moet aanleren of welke gedragsregels of hulpmiddelen hij moet leren hanteren 3 Bepaalt het doel van de instructie. 4 Bepaal op welke manier je de instructie gaat aanpakken 5 Bepaalt welke hulpmiddelen nodig zijn voor het uitvoeren van de instructie. Uitvoering: V O B S 4 Stemt de instructie af op de situatie en/of de vraag van de zorgvrager. Houd rekening met: de aandacht van de zorgvrager; de motivatie van de zorgvrager; de mogelijkheden van de zorgvrager. 5 Schept de juiste voorwaarden voor een goed gesprek: zorgt voor een rustige ruimte; zorgt ervoor dat er geen afleiding is; zorgt ervoor dat alle hulpmiddelen aanwezig zijn 6 Voert het gesprek: stemt de instructies af op de aan te leren vaardigheden of de gedragsregels/ hulpmiddelen die de zorgvrager moet leren hanteren; geeft de informatie op een gestructureerde manier; gebruikt zinnen en woorden die aansluiten bij de belevingswereld van de zorgvrager; luistert actief; stelt de juiste vragen; sluit zich in de benadering aan bij de stoornis/beperking. voert een effectief gesprek. Noordhoff Uitgevers bv 5

6 Nazorg V O B S 7 Evalueert het gesprek met de zorgvrager en vraag of de zorgvrager alles heeft begrepen. 8 Rondt het gesprek af en maakt eventueel vervolgafspraken. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen: 6 Noordhoff Uitgevers bv