INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL"

Transcriptie

1 INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL m.b.t. SCHRIFTELIJKE VAARDIGHEDEN LEZEN LAGER ONDERWIJS CENTRUM VOOR TAAL EN ONDERWIJS

2 INLEIDING Wanneer een team de beginsituatie van zijn taalbeleid in kaart brengt, positioneert het zich ten opzichte van 12 vragen. Die 12 vragen (of een deel ervan) kunnen de inhoud van het taalbeleid bepalen. In dit instrument geven we een team handvatten om met de 12 vragen aan de slag te gaan. Idealiter gebeurt dat met de ondersteuning van een externe begeleider. Scholen met een zeer sterk beleidsvoerend vermogen kunnen dit ook zelfstandig. TWAALF VRAGEN IN VERBAND MET TAALBELEID 1. Hoe is het op dit moment gesteld met de taalvaardigheid van de kinderen? 2. Welke doelstellingen op het vlak van taal stellen we voorop? 3. Hoe brengen we op dit moment de taalvaardigheid van de kinderen in kaart? 4. Hanteren de leerkrachten in de taalles of bij talige activiteiten een interactieve en vaardigheidsontwikkelende didactiek? 5. Gaan we bewust om met taal in alle vakken en worden doorheen alle vakken en activiteiten/doorheen de dag voldoende kansen benut om taalvaardigheid te bevorderen? 6. Hoe gaan we in de lessen en in onze school/instelling om met verschillen tussen kinderen wat betreft taalvaardigheid, thuistaal en taalgebruik? 7. Slagen we erin om op een planmatige manier hulp te bieden aan kinderen met taalvaardigheidsproblemen? 8. Is het hele schoolteam betrokken bij het uittekenen, uitvoeren en evalueren van het taalbeleid? 9. Hoe ondersteunt de leiding/het kernteam het team bij het uitvoeren van het taalbeleid? 10. Benutten we als team voldoende kansen om met elkaar te communiceren en te reflecteren over de acties en de doelen van het taalbeleid? 11. Hoe betrekken we externe participanten en ouders bij het uitdenken, uitvoeren en evalueren van het taalbeleid? 12. Voeren we een actief professionaliseringsbeleid, waardoor het team zich verder kan ontwikkelen op het vlak van taalvaardigheidsonderwijs en taalbeleid? In deze bundel geven we verschillende ideeën om de beginsituatie ten opzichte van de 12 vragen in kaart te brengen en van daaruit een taalbeleid te destilleren. Het is niet de bedoeling dat een team de volledige bevraging invult en al helemaal niet dat dit zonder enige vorm van interactie gebeurt. Een kernteam kan enkele vragen voorselecteren op basis van de prioriteiten van de school en/of kan sommige onderdelen vervangen door het gebruik van interactieve werkvormen (zie bijlagen). Het is belangrijk goede keuzes te maken, die passen bij de context van de school! Dit heb je nodig om met dit instrument aan de slag te gaan: (A) een taalkernteam (dat keuzes kan en durft maken), (B) tijd om met het volledige team de stappen te doorlopen en (C) een interne of externe begeleider met inzicht in procesbegeleiding. 1 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

3 We starten met het in kaart brengen van de taalvaardigheid van de leerlingen en proberen vervolgens een zicht te krijgen op de visie van de leerkrachten. Op basis van die gegevens kan de school doelstellingen voor het taalbeleidsplan bepalen, zowel op leerkrachtniveau (vraag 2 tot en met 7) als op schoolniveau (vraag 8 tot en met 12). Uiteindelijk geven we ook ideeën mee voor acties die kunnen helpen om de doelstellingen te bereiken. Onderstaand schema geeft de opeenvolgende stappen en de keuzemogelijkheden binnen die stappen weer. 2 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

4 INHOUD 1. Leerlingniveau in kaart brengen en doel(en) bepalen (vraag 1)... p.4 A. Kennen van de achtergrondsituatie van de leerlingen... p.7 B. Kennen van de invloed van anderstaligheid op het leren van het Nederlands... p.8 2. Een zicht krijgen op de visie van de leerkrachten... p.9 3. Leerkracht- en schoolniveau in kaart brengen en doelen bepalen... p Klasniveau of leerkrachtniveau... p.12 A. Doelenbewustzijn en doelgericht werken (vraag 2)... p.16 B. Brede evaluatie (vraag 3)... p.18 C. Een krachtige leeromgeving (vragen 4, 5 en 7)... p.20 C.1 Een rijk en aangepast taalaanbod... p.20 C.2 Ondersteuning voor, tijdens en na het lezen... p.22 C.3 Differentiatie en remediëring... p.24 D. Omgaan met taalheterogeniteit (vraag 6)... p Schoolniveau... p.26 A. Teamgerichtheid (vragen 8, 9, 10 en 12)... p.30 B. Ouderbetrokkenheid (vraag 11)... p.32 Extra: Continuïteit met kleuteronderwijs... p Brainstorm over acties... p.35 Bijlagen: Interactieve werkvormen... p.39 3 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

5 1. LEERLINGNIVEAU IN KAART BRENGEN EN DOEL(EN) BEPALEN (VRAAG 1) Het schema op bladzijde 5 en 6 geeft weer welke gegevens je over de leerlingen kunt verzamelen. Wellicht heb je al een heleboel gegevens op verscheidene plaatsen verzameld en is het een kwestie van de gegevens samen te brengen en te analyseren. Die analyse is belangrijk, aangezien de doelstelling op leerlingniveau het uitgangspunt zal worden van jullie taalbeleid. De analyse van die verzamelde gegevens zal je onder meer duidelijk maken welke de sterke punten zijn van jullie taalonderwijs, waar mogelijke werkpunten liggen en met welke specifieke achtergrondkenmerken van de leerlingen jullie rekening moeten houden bij het uitwerken van een taalbeleid. Naast het analyseren van bestaande gegevens kunnen de teamleden ook de bijkomende vragenlijst op bladzijde 7 en 8 invullen om zelf even stil te staan bij hun zicht op de achtergrondsituatie van de leerlingen enerzijds, en (indien van toepassing) bij hun kennis over de invloed van anderstaligheid op het leren van het Nederlands anderzijds. De gegevens uit de vragenlijst kan het kernteam toevoegen aan de reeds verzamelde gegevens. Jullie gaan, eventueel samen met een externe begeleider, op zoek naar patronen in de verzamelde gegevens. Na die stap kun je reeds een doelstelling op leerlingniveau formuleren (m.a.w. een punt waar verbetering mogelijk is en waaraan jullie willen werken in de komende jaren), bijvoorbeeld: De leerlingen (met uitzondering van leerlingen met dyslexie) kunnen vlot technische lezen aan het einde van het derde leerjaar of De meerderheid van de leerlingen (minimaal 80%) haalt de norm voor de eindtoets begrijpend lezen. TAALBELEID IS eindelijk iets aanvangen met die gegevens. 4 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

6 Welke gegevens verzamelen op leerlingenniveau? Algemeen doel Onderwerp Voorbeeldvragen Hoe verzamelen? Huidige taalcompetentie leerlingen Taalvaardigheid Taal in alle leergebieden Taalbeschouwing Taalattitudes - Hoe hoog is de taalvaardigheid Nederlands van de leerlingen? - Hoe hoog is de spreekvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en leesvaardigheid? - Hebben de leerlingen problemen met instructietaal in niettaalactiviteiten? Hebben ze problemen met de taal in handboeken of met de uitleg van de leerkracht? Wat is de achtergrond van de leerlingen met problemen? Om hoeveel leerlingen gaat het? - Wat weten we over de taalkennis van de leerlingen? - Vinden de leerlingen Nederlands een leuke taal? Hoe sterk zijn ze gemotiveerd om Nederlands te leren? Wat motiveert hen om dat te doen? - Hoe staan de leerlingen tegenover andere talen en meertaligheid? - taaltoetsen - observaties in de klas terwijl leerlingen (taal)taken uitvoeren - schriftelijke vragenlijsten voor leerkracht of leerlingen - mondelinge gesprekken met leerlingen - talenportfolio taalbeschouwingsactiviteiten -... De leerling en zijn ouders Taalgebruik met ouders Taalondersteuning door ouders - Welke taal spreken de leerlingen thuis met hun ouders? - Welke taal spreken de ouders onderling? Welke andere talen spreken de leerlingen naast Nederlands? - Hoe taalrijk is de thuisomgeving? Hoe stimuleren de ouders de taalontwikkeling van de kinderen? - vragenlijst voor leerlingen of ouders - mondelinge gesprekken met leerlingen/ouders - talenportfolio van de leerlingen - taalbeschouwingsactiviteiten C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

7 Interactie in de klas Beurtverdeling en actieve participatie Taalproblemen - Nemen alle leerlingen actief deel aan de interactie in de klas? Tijdens welke lessen wel, tijdens welke niet? - Welke leerlingen krijgen (te) weinig beurten? Welke leerlingen hebben de neiging om de interactie te domineren? - Welk soort beurten (bijvoorbeeld 'aanvullen wat de leerkracht zegt' of 'nadenken bij open vragen') krijgen de leerlingen? - Signaleren de leerlingen hun eigen taalproblemen? Hoe wordt daarop ingespeeld? - klasobservaties - gesprekken met collega-leerkrachten - mondelinge of schriftelijke bevraging van de leerlingen -... Interactie buiten de klas Meertaligheid Taal en vrije tijd - Welke taal spreken de leerlingen met vrienden, zussen of broers? - Hoe gebruiken leerlingen taal buiten de school? Welke kansen krijgen ze daar om hun taal te ontwikkelen? - Maken de leerlingen in hun vrije tijd gebruik van het Nederlands? Welke andere talen spreken ze dan? - Welke sociale contacten hebben ze buiten de school? - Wat lezen ze en schrijven ze buiten de school? - gesprekken met de leerlingen - taalbeschouwingsactiviteiten - schriftelijke vragenlijst - talenportfolio C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

8 Bijkomende vragenlijst: de taalvaardigheid van de leerlingen in kaart brengen (duur ± 5 min) A. Kennen van de achtergrondsituatie van de leerlingen Kruis aan in welke mate jij goed zicht hebt op de achtergrond van je leerlingen. Helemaal niet Eerder niet Eerder wel In sterke mate 1. Ik heb een goed zicht op de socio-economische status van de ouders van mijn leerlingen (= financiële situatie, het opleidingsniveau van de ouders). 2. Ik heb goed zicht op de taal/talen die mijn leerlingen spreken buiten de school (met mama en papa, broers en zussen, grootouders en familie). 3. Ik heb goed zicht op de talige cultuur waarin mijn leerlingen thuis opgroeien (= de manier waarop ouders verbaal met hun kinderen omgaan, bv. Is er veel aandacht voor verwoorden, benoemen en beschrijven van gebeurtenissen? of Is er weinig interactie tussen kinderen en volwassenen?) 4. Ik heb een goed zicht op de manier waarop het Nederlands deel uitmaakt van het buitenschoolse leven van mijn leerlingen (contact met gesproken en geschreven Nederlands, sociale contacten met Nederlandstaligen). 5. Ik heb een goed zicht op de manier waarop mijn leerlingen met geschreven taal (niet enkel Nederlands) in contact komen buiten de school (bv. bibliotheekbezoek, voorlezen/vertellen door ouders, aanwezigheid van boeken/kranten thuis, tv-programma's, computergebruik...). 7 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

9 B. Kennen van de leesontwikkeling van (anderstalige) kinderen Kruis aan in welke mate jij goed zicht hebt op de leesontwikkeling van (anderstalige) kinderen. Helemaal niet Eerder niet Eerder wel In sterke mate 1. Ik heb duidelijk zicht op de manier waarop verschillende fases in de leesontwikkeling van kinderen zich uiten. Zo kan ik een 'normale' leesontwikkeling onderscheiden van een problematische zoals dyslexie. 2. Ik heb duidelijk zicht op de manier waarop een andere moedertaal van kinderen het (leren) lezen van het Nederlands kan beïnvloeden. Zo kan ik 'normale' vormen van beïnvloeding van de moedertaal op het Nederlands onderscheiden van problemen in de ontwikkeling van leesvaardigheid die niet in verband staan met een andere moedertaal. TAALBELEID IS de wereld verkennen. 2. EEN ZICHT KRIJGEN OP DE VISIE VAN DE LEERKRACHTEN 8 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

10 Op bladzijden 10 en 11 vind je een heleboel stellingen die je kunnen helpen zicht te krijgen op de visie van leerkrachten op taalverwerving in het algemeen en op de aanpak van het taalonderwijs van je school. Je kunt op verschillende manieren te werk gaan: (A) je laat de teamleden de volledige stellingenlijst individueel invullen of (B) je selecteert op voorhand met het kernteam een aantal stellingen waarvan je denkt dat ze het meest relevant zijn voor de situatie in je school. Daarnaast kun je ook kiezen om niet de stellingenlijst in te laten vullen, maar eerder interactief te werk te gaan (C). Uiteindelijk is het immers de bedoeling dat er een gezamenlijk visie op taalbeleid groeit in je team. Na het discussiëren in kleine groepjes aan de hand van een interactieve opdracht (zie bijlagen) kun je dan komen tot een groepering van de uitspraken: - uitspraken waarmee het team het eens is - uitspraken waarmee het team het niet eens is - uitspraken waarover geen consensus is. Voor de uitspraken waarover er geen consensus, is mogen beide groepen (voor- en tegenstanders) argumenten aandragen. Als er na een discussie toch een consensus wordt bereikt, verschuift de uitspraak naar mee eens of niet mee eens. Indien er geen consensus wordt bereikt, wordt de uitspraak opzij geschoven of wordt bijkomende lectuur verzameld die in de toekomst kan helpen om tot een consensus te komen. Wil je zelf meer weten over de achtergrond bij de stellingen, dan kun je het Handboek taalbeleid basisonderwijs (Van den Branden, 2010) of volgende websites raadplegen: Op die manier kun je alvast een visie op papier zetten die de uitspraken omvat waarover er consensus is. Doorheen het verdere proces van taalbeleid kan er een consensus bereikt worden over uitspraken waarover er in eerste instantie geen overeenstemming is. 9 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

11 Stellingen m.b.t. leesvaardigheid (duur ± 20 min) De volgende reeks stellingen gaat over allerlei facetten van het werken aan leesvaardigheid. Geef bij elke stelling aan in welke mate je ermee akkoord gaat door een kruisje te zetten in het vakje dat het meest van toepassing is. De kruisjes moeten in de hokjes geplaatst worden; kruisjes die tussen hokjes geplaatst worden zijn niet geldig. Helemaal niet mee eens Eerder niet mee eens Eerder mee eens Helemaal mee eens Weet niet 1. Het heeft weinig zin om een leesarme thuisomgeving te proberen veranderen. Het is beter om de oefenkansen voor lezen op school en in de klas te proberen vergroten. 2. Leesvaardigheid is ook een cruciale schoolse vaardigheid bij andere leergebieden. Oefenkansen voor lezen zitten bijgevolg overal doorheen de schooldag. 3. Het verkennen van de wereld via allerlei teksten zorgt automatisch voor uitbreiding van woordenschat bij de leerlingen. 4. Het is niet nodig om alle onbekende en moeilijke woorden in een tekst op voorhand te verklaren aan de leerlingen. Dit is alleen belangrijk voor woorden die nodig zijn voor een goed begrip van de hoofdlijn of het goed uitvoeren van de bijhorende opdracht. 5. Het technisch leesniveau van een tekst bepaalt in sterke mate de toegankelijkheid van die tekst. 6. Als je geen inzicht hebt in de complexiteit van een leesactiviteit, kun je je leerlingen ook niet op een goede manier ondersteunen in het bereiken van het leesdoel. 7. Bij een goede leestaak is het lezen als het ware 'verstopt' in de taak en vormt het een middel om een opdracht tot een goed einde te brengen. 8. Beginnende en zwakkere lezers hebben er weinig baat bij om snel van technisch lezen naar begrijpend lezen over te gaan. 10 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

12 9. Interactie over leeservaringen is niet essentieel om leerlingen greep te doen krijgen op wat ze lezen. 10. Lage leerkrachtverwachtingen over zwakkere lezers doen deze leerlingen in een vicieuze cirkel terechtkomen: ze krijgen eenvoudige leestaken, worden daardoor minder uitgedaagd op vlak van leesvaardigheid en maken dus weinig vooruitgang. 11. Bij leesactiviteiten is het te moeilijk om te werken met heterogene groepen van sterkere en zwakkere lezers en daarbij iedereen aan zijn trekken te laten komen. 12. Het effect van niveaulezen op functionele leesvaardigheid en op leesmotivatie is onbestaande. 13. Het kleuteronderwijs heeft een grote verantwoordelijkheid op het vlak van ontluikende geletterdheid: kleuters leren genieten van verhalen, inzicht geven in een verhaallijn, functionaliteit laten aanvoelen van geschreven boodschappen. 14. Het aanvankelijk lees- en schrijfonderwijs kan pas starten als de mondelinge vaardigheden sterk genoeg ontwikkeld zijn. 15. In de eerste graad zijn er weinig mogelijkheden om evenwichtig te werken aan technisch lezen, begrijpend lezen en leesplezier. 16. Het is noodzakelijk om te weten hoe Brusselse leerlingen scoren voor leesvaardigheid t.o.v. leerlingen elders in Vlaanderen. Zo krijg je er zicht op of ze trager, even snel of sneller vorderen en kun je een beeld opmaken van de leesachterstand die ze eventueel dienen in te lopen. 17. Leesvaardigheid observeren en analyseschema's gebruiken tijdens leesactiviteiten kost teveel tijd en inspanning die je anders zou kunnen besteden aan de ondersteuning van zwakkere lezers. 3. LEERKRACHT- EN SCHOOLNIVEAU IN KAART BRENGEN EN DOELEN BEPALEN 11 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

13 3.1 KLASNIVEAU OF LEERKRACHTNIVEAU Nu je zicht hebt op de noden van de leerlingen (zie 1) en op de visie van de leerkrachten (zie 2), kun je verdergaan met het bepalen van doelstellingen op leerkrachtniveau. De doelstellingen op leerkrachtniveau kunnen te maken hebben met de verschillende onderwerpen van vraag 2 tot en met 7 van onze 12 vragen (zie inleiding). Wellicht is uit de voorgaande stappen al duidelijk gebleken welke doelstellingen in je school aan bod zullen komen. Je hoeft dan ook niet de volledige vragenlijst in te vullen met je team. Je doet dat enkel en alleen voor de vragen waarvan reeds is gebleken dat ze een mogelijke doelstelling voor je school kunnen zijn. Als uit de voorgaande stappen nog niet duidelijk is welke doelstellingen een onderdeel van je taalbeleidsplan zullen gaan vormen, kun je er natuurlijk voor kiezen om dit deel wel volledig in te vullen. In ieder geval moet het geheel leiden tot het afbakenen van prioritaire doelstellingen voor het hele team, die helpen om je doelstelling op leerlingniveau te behalen. Het is geenszins de bedoeling dat het team aan alle doelstellingen tegelijk gaat werken. Een andere mogelijkheid bestaat er opnieuw in om met interactieve werkvormen (zie bijlage) aan de slag te gaan in plaats van te werken met de vragenlijst of om te kiezen voor een combinatie van interactieve werkvormen en de vragenlijst. 12 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

14 Ten slotte kunnen ook op andere manieren gegevens verzameld worden. Je vindt een overzicht op bladzijde 16 en 17. Nadat de school de gegevens in kaart heeft gebracht kan ze SMARTe doelstellingen 1 formuleren op leerkrachtniveau. Daarvoor kan ze de hulp van een externe begeleider inroepen. Voorbeeld van een mogelijk taalbeleidsplan na het bepalen van de doelstellingen op leerkrachtniveau: Doelstelling op leerlingniveau 80% van de leerlingen haalt de eindtermen begrijpend lezen. Doelstellingen op leerkrachtniveau De leerkrachten bieden de leerlingen een rijk en motiverend aanbod aan leestaken en teksten aan zodat kinderen veel leeskansen krijgen en grijpen. De leerkrachten geven gedifferentieerde ondersteuning aan sterke en zwakke lezers. TAALBELEID IS doelen bereiken. 1 SMART = specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden 13 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

15 Welke gegevens verzamelen op leerkrachtniveau? Algemeen doel Voorbeeldvragen Hoe verzamelen? Bewustzijn van cruciale doelstellingen voor taal Werken vanuit betekenisvolle en interactieve activiteiten Differentiatie en remediëring - Aan welke doelstellingen (op het vlak van taal) werken individuele leerkrachten? - Welke visie hebben zij op de cruciale taalcompetenties die kinderen moeten ontwikkelen? In welke mate strookt die visie op doelstellingen met de eindtermen en de leerplannen? - In hoeverre proberen de leerkrachten taalontwikkeling te bevorderen door te werken vanuit betekenisvolle activiteiten waarin taal functioneel en interactief wordt gebruikt? - In hoeverre is de leerkracht in staat om met leerlingen stil te staan bij taaltaken en na te denken over strategieën, de betekenis van woorden, grammaticaregels, algoritmes enzovoort? In hoeverre kan de leerkracht kennis van taal inbedden in het uitvoeren van taken? - In hoeverre is de leerkracht in staat om tijdens de klasactiviteiten veel en rijke kansen tot talige interactie te scheppen? - Hoe goed is de leerkracht in staat om in te spelen op individuele leerbehoeften van leerlingen? Welke differentiatietechnieken beheerst de leerkracht? - Hoe reageert de leerkracht op taalproblemen? - Hoe ziet remediëring van de leerkracht eruit? Wat is de relatie tussen die remediëring en de reguliere klaspraktijk? - Wanneer en hoe schakelt de leerkrachtextra hulp in? - vragenlijst voor leerkrachten - gesprekken met leerkrachten - klasobservaties vragenlijst voor leerkrachten - gesprekken met leerkrachten - klasobservaties - gesprekken met leerlingen (of vragenlijst voor leerlingen) vragenlijst voor leerkrachten - gesprekken met leerkrachten - klasobservaties - gesprekken met leerlingen (of vragenlijst voor leerlingen) C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

16 Positief omgaan met taalheterogeniteit - Hoe gaat de leerkracht in haar klas om met meertaligheid en met dialecten? - Werkt hij/zij voldoende met heterogene groepen waarin hoog- en laagtaalvaardige leerlingen met elkaar kunnen samenwerken? - Hoe werkt hij/zij aan positieve taalattitudes ten opzichte van het leren van het Nederlands en meertaligheid? - vragenlijst voor leerkrachten - gesprekken met leerkrachten - klasobservaties - gesprekken met leerlingen (of vragenlijst voor leerlingen) -... Bewust omgaan met taal in alle leergebieden Evaluatie van taalontwikkeling - Hoe zorgt de leerkracht ervoor dat zijn/ haar taal in alle domeinen toegankelijk is? Hoe wordt taal een middel voor leerlingen om tot leren te komen? - Is zijn/haar onderwijs in alle domeinen voldoende interactief? - Welke taaltaken geeft de leerkracht aan de leerlingen in de verschillende leergebieden? - Welke kansen geeft de leerkracht de hele dag aan leerlingen om taalcompetenties uit te bouwen? - Welke bronnen gebruikt de leerkracht in de klas om de taalontwikkeling van haar leerlingen op te volgen? Is hij/zij in staat om observaties en interacties met de leerlingen in zijn/haar brede evaluatie te betrekken? - Kan de leerkracht een gepaste diagnose van taalproblemen maken? - Trekt de leerkracht uit de evaluatie van leerlingen lessen voor de klaspraktijk? - vragenlijst voor leerkrachten - gesprekken met leerkrachten - klasobservaties - gesprekken met leerlingen (of vragenlijst voor leerlingen) vragenlijst voor leerkrachten - gesprekken met leerkrachten - klasobservaties - gesprekken met leerlingen (of vragenlijst voor leerlingen) C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

17 Bevraging A. DOELENBEWUSTZIJN EN DOELGERICHT WERKEN (VRAAG 2) (duur ± 15 min) Welke bronnen raadpleeg je om doelen rond leesvaardigheid te bepalen? Kruis bij elke bron aan hoe frequent je ze in de loop van een schooljaar raadpleegt: nooit of zelden (1 à 2 keer/jaar), soms (1 à 2 keer/trimester), geregeld (1 à 3 keer/maand), vaak (minstens 1 à 2 keer/week). nooit of zelden soms geregeld vaak 1. de decretale eindtermen 'lezen' van het leergebied Nederlands 2. de decretale eindtermen uit andere leergebieden dan het leergebied Nederlands 3. de leerplandoelen van het eigen onderwijsnet 4. handboeken en methodes met concrete activiteiten waarbij telkens de doelen vermeld worden 5. andere, nl.... In de decretale eindtermen taal voor het lager onderwijs worden een aantal accenten gelegd voor 'lezen'. Kruis aan in welke mate deze accenten in jouw klas aan bod komen. Helemaal niet Eerder niet Eerder wel In sterke mate Weet niet 1. Technisch lezen: leerlingen leren de technische aspecten van de elementaire leeshandeling op letter-, woord-, zinsen tekstniveau. 2. Functioneel en begrijpend lezen: leerlingen leren informatie achterhalen, ordenen en beoordelen op basis van teksten die voor hen van belang zijn, zowel op school (schoolse taalvaardigheid) als buiten de schoolmuren). 3. Reflectievaardigheden: leerlingen leren nadenken over verschillende vormen van schriftelijke communicatie, over het bijhorende taalgebruik en taalsysteem, over leesstrategieën. 16 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

18 4. Taalattitudes: leerlingen ontwikkelen leesbereidheid en leesplezier. 5. Literaire competentie: leerlingen ontdekken het boekenaanbod, leren een bewuste keuze maken, leren communiceren over literatuur, leren een eigen oordeel vormen over wat ze lezen. 6. Hanteren van schriftelijke informatiebronnen: leerlingen leren verschillende soorten schriftelijke bronnen gebruiken in functie van het verzamelen, selecteren, verwerken en presenteren van informatie. TAALBELEID IS reflecteren over taalvariëteiten. 17 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

19 B. Brede evaluatie (VRAAG 3) (duur ± 10 min) Welke aspecten van leesvaardigheid evalueer jij bij de leerlingen (= wat evalueer je)? Zet een kruisje in de kolom die aangeeft hoe vaak jij dit aspect evalueert: vaak (ongeveer in elk thema), soms (ongeveer één keer per trimester) of nooit. A Algemeen 1 doelgericht lezen nooit soms vaak 2 de gevraagde informatie vinden (op beschrijvend, structurerend en evaluerend niveau) B Concreet 3 het lesdoel kennen (handelingsgericht, informatieverwervend, genietend lezen) begrijpen van vragen en opdrachten bij de tekst 4 vertrouwdheid van de leerlingen met het onderwerp 5 technisch voldoende vlot en nauwkeurig lezen 6 aanpak van de leesopdracht 7 vertrouwdheid met de conventies van de tekstsoort 8 begrijpen van relaties in een leestekst 9 begrijpen van belangrijkste woordenschat/begrippen 10 gebruik maken van lay-out en illustraties bij de tekst 11 attitudes: leesbereidheid, leesplezier 12 zelfredzaamheid: zelf de leesopdracht uitvoeren, gebruik maken van hulpmiddelen/strategieën 13 reflectievaardigheid over de eigen leesvaardigheid 14 andere, nl C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

20 Op welke gegevens en evaluatiemiddelen baseer je je vooral om uitspraken te doen over de leesvaardigheid van de leerlingen (= hoe evalueer je)? - Omcirkel maximum 3 mogelijkheden. - Trek een streepje door gegevens die je nooit gebruikt. 1 toetsen (gestandaardiseerd of zelfgemaakt), nl gerichte observatie van leerlingen in spel, in interactie... (vanuit kindvolgsysteem, kijkwijzers...), nl gerichte interactie met individuele leerlingen (reflectiegesprek) 4 taalportfolio van de leerling 5 gesprekken met collega's, interne en externe onderwijsondersteuners 6 gesprekken met ouders 7 intuïtie 8 andere, nl.... Met welk doel maak je vooral gebruik van bovenstaande evaluatiemiddelen en gegevens (= waarom evalueer je)? - Omcirkel maximum 3 mogelijkheden. - Trek een streepje door doelen die je nooit stelt op basis van deze gegevens. 1 om de talige competentie van de leerling in kaart te brengen 2 om te toetsen en/of problemen te signaleren 3 om problemen verder te analyseren 4 om mijn aanbod rond leesvaardigheid in het algemeen bij te stellen 5 om mijn ondersteuning rond leesvaardigheid in het algemeen bij te stellen 6 om te differentiëren bij groepjes van leerlingen en/of individuele leerlingen 7 om te remediëren bij groepjes van leerlingen en/of individuele leerlingen 8 met een ander doel, nl C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

21 C. Een krachtige leeromgeving voor het ontwikkelen van leesvaardigheid (VRAAG 4, 5 EN 7) C.1. Een rijk en aangepast leesaanbod (duur ± 15 min) Kruis aan in welke mate volgende aspecten i.v.m. taalaanbod opgaan voor jouw klaspraktijk. Helemaal niet Eerder niet Eerder wel In sterke mate 1. Ik integreer vaak bewust (stil)leesmomenten in activiteiten met andere leerdoelstellingen dan leesvaardigheid (bv. lezen van een instructie om een opdracht uit te voeren, nalezen van elkaars schrijfproducten, vertrekken van een krantenartikel voor een brainstorm rond een onderwerp...) 2. Ik laat meestal één leerling een instructie voor een oefening of taak hardop voorlezen en laat een andere leerling herhalen wat er moet gebeuren. 3. Ik gebruik naast de taalmethode extra lesmateriaal voor begrijpend lezen, bv. de reeks Lees(s)lang. 4. Ik gebruik zoveel mogelijk leesteksten die aansluiten op het technisch leesniveau van de leerlingen. 5. Ik heb een samenwerking met de plaatselijke bibliotheek zodat ik mijn boekenaanbod regelmatig kan veranderen en/of aanpassen aan het klasthema. 6. Ik vereenvoudig regelmatig leesteksten uit de methode: bv. vervangen van moeilijke begrippen en woorden, verwijderen van technische leesmoeilijkheden, uitsplitsen van samengestelde zinnen. 7. Mijn boekenaanbod is georganiseerd volgens AVIniveaus. 8. Mijn boekenaanbod is gedifferentieerd: verhalen- en prentenboeken, informatieve boeken, gedichtenbundels, stripverhalen, tijdschriften, samenleesboeken Ik verwijder versleten en/of verouderde boeken uit mijn boekenaanbod. 20 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

22 10. Ik bevraag mijn leerlingen over hun leesvoorkeuren, leesgedrag en hobby's. 11. Mijn boekenaanbod is aangepast aan de leeftijd van mijn leerlingen. 12. Ik verrijk mijn leesactiviteiten met teksten rond inhouden die op een bepaald ogenblik sterk leven bij de leerlingen, bv. naar aanleiding van de actualiteit, een nieuwe trend, een voorval in de buurt. 13. Ik heb een vaste boekenhoek of leeskring die uitnodigt tot rustig lezen. 14. Mijn boekenaanbod is vrij toegankelijk voor de leerlingen. 15. Ik maak mijn leerlingen wegwijs in mijn boekenaanbod, het aanbod van de schoolbibliotheek en/of het aanbod van de plaatselijke bibliotheek (bv. via voorlezen van fragmenten, een zoektocht op thema). 16. Ik besteed aandacht aan het kiezen van een boek, bv. via de vijfvingerregel Ik probeer steeds te achterhalen waarom leerlingen boeken niet uitlezen. 18. Ik lees regelmatig een verhaal, een gedicht, een prentenboek voor aan de leerlingen. 2 Lees eerst de titel van een boek. Als die aanspreekt, lees je de eerste bladzijde. Je telt de moeilijke woorden op je vingers. Als je meer dan vijf vingers vol hebt, kies je beter een ander boek. 21 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

23 C.2. Ondersteuning voor, tijdens en na het lezen (duur ± 15 min) Kruis aan in welke mate volgende aspecten i.v.m. ondersteuning bij het lezen opgaan voor jouw klaspraktijk. Helemaal niet Eerder niet Eerder wel In sterke mate 1. Ik vermijd pijnlijke haperingen en fouten bij zwakkere lezers door hen tijdens klassikaal beurtlezen slechts een kort stukje hardop te laten lezen. 2. Ik verlang dat alle leerlingen hardop lezen bij het klassikaal beurtlezen. 3. Ik laat hardop lezen steeds voorbereiden door leerlingen. 4. Ik reageer niet op kleine onnauwkeurigheden tijdens het hardop lezen. 5. Ik geef leerlingen die zichzelf verbeteren een compliment. 6. Ik laat leerlingen foutief gelezen woorden correct herhalen. 7. Ik controleer vooraf of de kinderen wel echt de tekst nodig hebben om de opdracht tot een goed einde te brengen. 8. Ik verduidelijk vooraf het onderwerp en het leesdoel van de begrijpend-leesactiviteit voor de leerlingen. 9. Ik verklaar vooraf de betekenis van moeilijke woorden en begrippen aan de leerlingen. 10. Ik stimuleer leerlingen om hun denkwijze of werkwijze bij het begrijpend lezen hardop te verwoorden. Bv. Waarom denk je dat? 'Waar staat dat in de tekst? 22 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

24 11. Ik reflecteer met de leerlingen die nood hebben aan ondersteuning tijdens de begrijpendleesactiviteit over volgende aspecten: (manier van aanpak, conventies, relaties, moeilijke woorden, begrippen Ik leer mijn leerlingen om steeds opnieuw naar de tekst terug te grijpen tijdens de begrijpendleesactiviteit, bv. om de opdracht of een stuk tekst te herlezen, om belangrijke woorden aan te duiden, om naar de illustraties te kijken Bij leerlingen die vastlopen tijdens de leesactiviteit geef ik meestal zelf de oplossing zodat de leerling snel verder geholpen is en zijn leesdoel kan bereiken. 14. Na iedere begrijpend-leesactiviteit bespreek ik het eindproduct en/of de oplossing ervan met de leerlingen. 15. Na iedere begrijpend-leesactiviteit bespreek ik het leesproces met de leerlingen. 16. Ik reflecteer met leerlingen op het gebruik van leesstrategieën in verschillende leescontexten. 17. Ik verlang van alle leerlingen dat ze bepaalde leesstrategieën volgen bij het uitvoeren van begrijpend-leesactiviteiten. 23 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

25 C.3. Differentiatie en remediëring (duur ± 10 min) Kruis aan in welke mate volgende aspecten i.v.m. differentiatie en remediëring opgaan voor jouw klaspraktijk. Helemaal niet Eerder niet Eerder wel In sterke mate 1. Ik laat zwakkere lezers al eens vaker luisteren naar een tekst dan ze de tekst zelf te laten lezen. 2. Ik geef zwakkere lezers al eens vaker een mondelinge instructie i.p.v. een schriftelijke om ze aan het werk te zetten. 3. Ik geef zwakkere lezers al eens vaker meer eenvoudige en zorg voor meer structuur in de tekst. 4. Ik laat leerlingen aan dezelfde leesdoelen werken, maar pas de lengte of de moeilijkheid van de leesteksten aan de leerlingen aan. 5. Ik breid de oefentijd voor mijn zwakkere lezers uit door hen extra leesvoer en leestaken mee naar huis te geven. 6. Ik besteed veel tijd aan de organisatorische aspecten van technische leesremediëring: bepalen en opvolgen van AVIniveau, indelen in niveaugroepen, zoeken en aanpassen van leesmaterialen en -opdrachten volgens technisch leesniveau. 7. Ik maak gebruik van leesremediëringsprogramma's waarbij mijn zwakkere lezers een intensieve en tijdelijke injectie rond begrijpend lezen krijgen, bv. Taakgericht remediërend lezen, ELLO. 8. Ik organiseer leesremediëring waarbij mijn zwakkere lezers een intensieve en tijdelijke injectie rond technisch lezen krijgen, bv. niveaulezen, gebruik van flitskaarten. 9. Ik ondersteun leerlingen met dyslexie op verschillende manieren: bv. vrijstelling van bepaalde taken, luisterlezen, aangepast en motiverend leesmateriaal, extra voorbereidingstijd bij leesopdrachten of toetsen, buddy voor controleren van notities/agenda C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

26 D. Omgaan met taalheterogeniteit (VRAAG 6) (duur ± 5 min) Op welke manier ga je doorgaans om met de thuistaal van je meertalige leerlingen? Kruis in de onderstaande lijst de situatie aan die het best aansluit bij jouw klaspraktijk: Er wordt alleen Nederlands gesproken, zowel met de leerkracht als tussen de leerlingen onderling. De thuistaal wordt gebruikt voor verschillende doeleinden. Kruis bij elk van de onderstaande gevallen aan hoe frequent ze in de loop van een schooljaar voorkomen: nooit of zelden (1 à 2 keer/jaar), soms (1 à 2 keer/trimester), geregeld (1 à 3 keer/maand), vaak (minstens 1 à 2 keer/week). nooit of zelden soms geregeld vaak Er zijn materialen in de klas aanwezig in de verschillende thuistalen van de leerlingen (bv. anderstalige prenten- en leesboeken, cd's met verhalen of muziek in de thuistaal van de leerlingen, posters met anderstalige opschriften). Leerlingen mogen geschreven bronnen in de thuistaal inzetten bij bepaalde activiteiten (bv. een anderstalig krantenartikel voor de actualiteitskring, een anderstalige gedichtenbundel tijdens het werken rond poëzie). Leerlingen mogen als tussenstap bij bepaalde activiteiten hun thuistaal gebruiken (bv. informatie opzoeken in de thuistaal op het internet, notities maken in de thuistaal als geheugensteuntje of neerslag van een brainstorm bij het uitvoeren van een opdracht). De thuistaal van de leerlingen wordt ingeschakeld om ze sneller toegang te doen krijgen tot bepaalde (abstracte) inhouden (bv. teksten, artikels, internetsites in de thuistaal over fotosynthese, functioneren van een technisch systeem, eigenschappen van materialen). De thuistaal van de leerlingen wordt op een spontane manier ingeschakeld bij het reflecteren over aspecten van geschreven taal (bv. gelijkenissen en verschillen in schrijfwijze van klanken in de thuistaal en in het Nederlands). Andere, nl C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

27 3.2 SCHOOLNIVEAU Nu de doelstellingen op leerkrachtniveau zijn bepaald, kun je nadenken over de ondersteuning die nodig is op schoolniveau om die doelstellingen te verwezenlijken. Een taalbeleid kan immers maar slagen als het volledige team eraan meewerkt. Het schema op de bladzijden 27 en 28 geeft weer welke gegevens de school kan verzamelen op dit niveau. Er zijn veel manieren om die gegevens te verzamelen. Eén mogelijkheid bestaat erin het schoolteam schriftelijk te bevragen. Mogelijke vragen voor die bevraging worden weergegeven na onderstaand schema. Voorbeeld van een mogelijk taalbeleidsplan na het bepalen van de doelstellingen op schoolniveau: Leerlingniveau De leerlingen kunnen aan het einde van het derde leerjaar vlot technisch lezen. Leerkrachtniveau De leerkrachten voorzien in hun klas een klasbibliotheek met prentenboeken, eigentijdse leesboekjes, speciale reeksen voor tragere lezers, fictie en non-fictie, poëzie De leerkrachten voeren 25 minuten vrij lezen per week in. De leerkrachten voegen in elk WO-thema één begrijpend leestaak toe. Schoolniveau Vorderingen voor technisch lezen worden klasoverstijgend opgevolgd en elk trimester besproken met het team. Inzichten uit de brochure Beter lezen en schrijven 3 worden met het schoolteam besproken C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

28 Welke gegevens verzamelen op schoolniveau? Algemeen doel Voorbeeldvragen Hoe verzamelen? Betrekken van het hele team bij het uitstippelen, uitvoeren en evalueren van taalbeleid - Hoe worden de leerkrachten betrokken bij de planning van het taalbeleid en bij de keuze van doelstellingen en acties? - Hoe worden de leerkrachten betrokken bij, en op de hoogte gehouden van, de uitvoering van het taalbeleid? - Hoe worden de leerkrachten betrokken bij de evaluatie van het taalbeleid? - vragenlijst voor leerkrachten en directie - teamoverleg - gesprekken met leerkrachten en directie -... Gebruik van overleg en communicatiekanalen binnen de school - Is er regelmatig overleg tussen teamleden over taalbeleid en taalontwikkeling? - Welke informele en formele communicatiekanalen worden daarvoor ingezet? Zijn die kanalen effectief? - Wordt samenwerking en overleg tussen leerkrachten voldoende gestimuleerd? - vragenlijst voor leerkrachten en directie - teamoverleg - gesprekken met leerkrachten en directie -... Ondersteuning door directie en pedagogisch kader - Hoe ondersteunen de directie en het kernteam het taalbeleid? - Hoe ondersteunen de directie en het kernteam de leerkrachten bij het uitstippelen en uitvoeren van het taalbeleid? - Hoe worden extra middelen en uren ingezet? - vragenlijst voor leerkrachten en directie - teamoverleg - gesprekken met leerkrachten en directie C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

29 Nascholing en professionalisering - Krijgen teamleden voldoende kansen om zich bij te scholen en te professionaliseren rond diverse aspecten van taalbeleid? - Worden inhouden en inzichten van nascholingen voldoende doorgegeven aan het hele team? - Worden de noden van het team voldoende geïnventariseerd en opgevolgd? - vragenlijst voor leerkrachten en directie - teamoverleg - gesprekken met leerkrachten en directie - gesprekken met nascholer, begeleider, coach -... Samenwerking met ouders en externen - Verloopt de communicatie met ouders over het taalbeleid naar behoren? Worden de ouders voldoende ingelicht en betrokken? - Biedt de samenwerking met externe ondersteuners voldoende meerwaarde? - Vindt het team de gepaste hulp bij ernstige leerproblemen op het vlak van taal? - vragenlijst voor leerkrachten en directie - teamoverleg - gesprekken met leerkrachten en directie - gesprekken met ouders en externen (en vragenlijsten) C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

30 Bevraging In dit onderdeel worden telkens twee uitspraken naast elkaar gezet. Het is de bedoeling dat je op een vierpuntenschaal door middel van een kruisje aangeeft in hoeverre je jezelf meer herkent in de ene of in de andere uitspraak. De kruisjes moeten in de hokjes geplaatst worden; kruisjes die tussen hokjes geplaatst worden zijn niet geldig. Voorbeeld: Onze school gebruikt al jarenlang dezelfde taalmethode. X Onze school gebruikt een recente taalmethode die uitgaat van de nieuwste inzichten op het vlak van taalonderwijs. TAALBELEID IS samen op weg gaan. 29 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

31 A. Teamgerichtheid m.b.t. leesvaardigheid (VRAAG 8, 9, 10 EN 12) (duur ± 10 min) 1.1. Wij hebben een visie op leesvaardigheid die door het hele team gedragen wordt. Er is binnen ons team geen gemeenschappelijke visie op leesvaardigheid Iedereen binnen ons team is overtuigd van de noodzaak om nieuwe impulsen te geven aan de klaspraktijk op het gebied van leesvaardigheid. Sommige leerkrachten zien het absoluut niet zitten om nieuwe impulsen te geven aan de klaspraktijk op het gebied van leesvaardigheid We hebben binnen ons team geen zicht op wat onze school al doet en wat ze nog kan versterken of uitbreiden op het gebied van leesvaardigheid. Wij hebben binnen ons team een duidelijk zicht van de stand van zaken op het gebied van leesvaardigheid en van de werkpunten. 1.4.a. Er bestaan binnen ons schoolteam systematisch afspraken over inhouden en onderlinge afstemming op het gebied van leesvaardigheid. In ons schoolteam is er weinig overleg over inhouden en onderlinge afstemming op het gebied van leesvaardigheid. Overleg gaat meestal over organisatorische aspecten. 30 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

32 1.4.b. Als er systematisch afspraken gemaakt worden rond leesvaardigheid binnen jullie schoolteam, over welke inhouden en onderlinge afstemming gaat het dan? gemeenschappelijke doelen verticale lijnen doorheen het lager onderwijs voor onderdelen van leesvaardigheid (kruis verder aan) complexiteit van taken opbouw van interactievaardigheden interactie in de hoeken gebruik van (prenten)boeken andere, nl.... didactiek m.b.t. het creëren van een krachtige leeromgeving voor leesvaardigheid criteria en manieren voor de beoordeling van leesvaardigheid integratie derde kleuterklas - eerste leerjaar omgaan met meertaligheid in het kader van leesvaardigheid communicatie met ouders rond leesvaardigheid andere, nl Binnen onze school wordt technisch lezen gezien als de verantwoordelijkheid van de onderbouw; functioneel lezen als de verantwoordelijkheid van de bovenbouw. De verantwoordelijkheid voor alle aspecten van leesvaardigheid wordt door ons volledige team gedragen, vanaf de eerste kleuterklas tot het zesde leerjaar. 31 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

33 B. Ouderbetrokkenheid m.b.t. leesvaardigheid (VRAAG 11) (duur ± 5 min) 2.1. Onze school organiseert formele contactmomenten voor ouders waarin aspecten van leesvaardigheid toegelicht worden (bv. openklasmoment met aansluitende toelichting over de klas- of schoolbibliotheek, de leeshoek, infomoment bij vertel- en leestas). Onze school informeert ouders in algemene termen over leesvaardigheid en/of laat het initiatief voor contact en vragen daarrond aan de ouders over Onze school betrekt ouders op informele manieren bij het werken aan leesvaardigheid (bv. ouders vertellen in de klas over hun favoriete jeugdboek tijdens de jeugdboekenweek, (voor)leesouders, bibliotheekuitstap). Onze school neemt geen initiatieven om ouders op een informele manier te betrekken bij het werken aan leesvaardigheid Onze school onderneemt geen speciale acties om in te grijpen in een leesarme thuisomgeving van leerlingen. Onze school neemt initiatieven om de thuisomgeving van leerlingen leesrijker te maken (bv. ondersteuning rond (voor)lezen, kennismaking met de lokale bibliotheek, gebruik van een verteltas). 32 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

34 Extra: Continuïteit met het kleuteronderwijs (duur ± 10 min) ENKEL VOOR DE LEERKRACHTEN EERSTE LEERJAAR Kruis aan in welke mate de praktijken hieronder van toepassing zijn in het eerste leerjaar van jullie school. Helemaal niet van toepassing Eerder niet van toepassing Eerder van toepassing Helemaal van toepassing Weet niet 1. De kleuters van de derde kleuterklas mogen een les bijwonen in het eerste leerjaar. 2. De kleuters van de derde kleuterklas krijgen een lesje van de leerkracht eerste leerjaar, terwijl de leerlingen van het eerste leerjaar nog eens in hun oude kleuterklas mogen spelen. 3. De leerlingen van het eerste leerjaar komen op bezoek in de derde kleuterklas en vertellen over het leven in het eerste leerjaar. De kleuters mogen vragen stellen. 4. De kleuters uit de derde kleuterklas exploreren samen een stukje wereld met de leerlingen uit het eerste leerjaar: ze gaan samen op uitstap, volgen samen een les wereldoriëntatie, voeren samen wetenschappelijke proefjes uit, werken aan een gezamenlijk eindproduct (een tentoonstelling, websiteverslag, poster...) De kleuters uit de derde kleuterklas krijgen samen met de leerlingen van het eerste leerjaar muzische vorming en/of bewegingsopvoeding. 6. De kleuters van de derde kleuterklas en de leerlingen van het eerste leerjaar werken samen rond geschreven taal: de leerlingen lezen verhalen of prentenboeken voor aan de kleuters, tijdens gezamenlijk projectwerk wordt de geletterdheid van de leerlingen functioneel ingezet (voor het voorlezen van opdrachten, om op te schrijven wat de kleuters dicteren...). 33 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

35 7. Er zijn voor de kleuters van de derde kleuterklas herkenpunten in het eerste leerjaar wat de klasinrichting betreft: bv. gebruik maken van dezelfde symbolen en pictogrammen, van gelijkaardige hoeken Er zijn voor de kleuters van de derde kleuterklas herkenpunten in het eerste leerjaar wat betreft het aanbod: bv. gebruik maken van dezelfde woorden en terminologie, bepaalde spelletjes, activiteiten, liedjes, laten terugkomen van boekjes In het eerste leerjaar wordt voor veel variatie gezorgd: door klassikale momenten af te wisselen met duo- en groepswerk, door de samenstelling van de groepjes veel te veranderen, door hoeken- en contractwerk te organiseren, door kinderen de kans te geven om verschillende plaatsen in te nemen in de ruimte. 10. In het eerste leerjaar wordt het ontwikkelen van talige- en rekenkundige vaardigheden door te spelen en te experimenteren verdergezet: (samen)spelen van gezelschapsspellen, educatieve computerspellen, buitenspelen, zelf bedenken van nieuwe spelletjes, spelend-explorerend omgaan met materialen. 11. In het eerste leerjaar krijgen kinderen voldoende kansen om samen te werken in bewust heterogeen samengestelde groepen. 12. In het eerste leerjaar wordt het stimuleren van ontluikende geletterdheid verdergezet binnen het proces van aanvankelijk leren lezen en schrijven. 34 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

36 4. BRAINSTORM OVER ACTIES Nu de doelstellingen op drie niveaus zijn bepaald, kun je nadenken over de acties die je zult uitvoeren om die doelstellingen te bereiken. Je kunt opnieuw twee mogelijkheden kiezen: (A) via brainstormen in kleine groepjes komen tot een consensus of (B) de vragenlijst invullen om inspiratie op te doen en richting te bepalen. Kies je voor optie B dan beoordeelt iedere leerkracht individueel, eventueel met behulp van een begeleider, of de activiteiten die hij uitvoert krachtig zijn in het licht van de ontwikkelde visie en of de activiteiten die hij niet uitvoert inderdaad niet krachtig zijn. De leerkracht doet op basis van die denkoefening individuele bijsturingen. Op teamniveau wordt er een lijst gemaakt van (A) activiteiten die iedereen krachtig vindt en die structureel zullen ingebed worden in de schoolwerking, alsook (B) van activiteiten die in het hele schoolteam krachtiger aangepakt kunnen worden. Beide soorten activiteiten kunnen een plaats krijgen in het taalbeleid, alsook (C) specifieke acties die te maken hebben met het krachtiger maken van die activiteiten (zoals interactie leerkracht-leerling, groepssamenstelling...). 35 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

37 KIJKEN NAAR DE EIGEN PRAKTIJK: ACTIVITEITEN (duur ± 30 min) Hieronder volgt een lijst met activiteiten waarin leesvaardigheid centraal staat en/of op een natuurlijke manier aan bod komt. Stel je de activiteiten aangepast aan het niveau van je eigen leerlingen voor. Kruis bij elke activiteit aan hoe frequent ze in de loop van een schooljaar voorkomt: nooit of zelden (1 à 2 keer/jaar), soms (1 à 2 keer/trimester), geregeld (1 à 3 keer/maand), vaak (minstens 1 à 2 keer/week). nooit of zelden soms geregeld vaak 1. Leerlingen lezen een tekst en beantwoorden vragen bij de tekst. 2. Leerlingen luisterlezen (leerlingen luisteren naar een verhaal of tekst en lezen tegelijkertijd de gedrukte tekst). 3. Leerlingen vullen opgegeven woorden in een gatentekst aan. 4. Leerlingen halen soorten relaties uit een tekst, bv. oorzaak-gevolg, middel-doel. 5. Leerlingen definiëren woorden aan de hand van een tekst. 6. Leerlingen uit hogere jaren lezen samen met leerlingen uit lagere jaren (duo-lezen). 7. Leerlingen plaatsen een tekst bij een tekening (bv. een strip van de juiste tekstballonnetjes voorzien, prenten op de juiste plaats in een verhaal tussenvoegen, de juiste onderschriften bij foto's uitzoeken). 8. Leerlingen lossen raadsels op en maken denkoefeningen aan de hand van teksten (bv. de weg op een schattenkaart tekenen a.d.h.v. een raadsel, speeltuigen op de juiste plaats op een plattegrond van de schooltuin plaatsen a.d.h.v. een beschrijving...). 9. Leerlingen lezen in niveaugroepjes. 10. Leerlingen reflecteren over verbanden, gelijkenissen en verschillen tussen vroegere en nieuwe verhalen, boeken, teksten Leerlingen mogen vrij lezen in een boek naar keuze. 12. Leerlingen maken een korte neerslag van de boeken die ze lezen voor hun medeleerlingen (bv. in de vorm van een reclameslogan, een tekening, een beoordelingsblaadje...). 13. Leerlingen vertellen iets over het boek dat ze gelezen hebben aan de hand van concrete opdrachten (bv. iets over het verhaal vertellen a.d.h.v. de cover, een personage uit het boek voorstellen a.d.h.v. een tekening, iets vertellen over het meest spannende of grappige moment...). 14. Leerlingen voeren per twee zelfstandige interactieve leesopdrachten uit in de leeshoek (bv. een passende reclameslogan verzinnen bij de beschrijving van producten, een passende boekomslag met titel verzinnen bij de korte inhoud van een verhaal...). 36 C e n t r u m v o o r T a a l e n O n d e r w i j s,

INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL

INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL m.b.t. MONDELINGE VAARDIGHEDEN KLEUTERONDERWIJS CENTRUM VOOR TAAL EN ONDERWIJS INLEIDING Wanneer een team de beginsituatie van hun

Nadere informatie

Taalbeleidsplan Geel kleuter en lager onderwijs. Deel 1

Taalbeleidsplan Geel kleuter en lager onderwijs. Deel 1 Taalbeleidsplan Geel kleuter en lager onderwijs. Deel 1 Doel 1: Het aantal kinderen met een voldoende taalvaardigheid (luisteren, spreken, schrijven en begrijpend lezen in functionele contexten) vermeerderen.

Nadere informatie

INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL

INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL m.b.t. SCHRIFTELIJKE VAARDIGHEDEN SCHRIJVEN LAGER ONDERWIJS CENTRUM VOOR TAAL EN ONDERWIJS INLEIDING Wanneer een team de beginsituatie

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Respecteer de stille periode van kinderen. Geef kinderen die het nodig hebben, meer tijd om een luisteropdracht

Nadere informatie

INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL

INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL INSTRUMENT VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN DE BEGINSITUATIE VAN DE SCHOOL m.b.t. MONDELINGE VAARDIGHEDEN LAGER ONDERWIJS CENTRUM VOOR TAAL EN ONDERWIJS INLEIDING Wanneer een team de beginsituatie van hun

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

Verder gestalte geven aan het taalbeleidsplan

Verder gestalte geven aan het taalbeleidsplan Verder gestalte geven aan het taalbeleidsplan De lat hoog voor talen in iedere school Goed voor de sterken, sterk voor de zwakken Inhoud THEORETISCH KADER Definitie Doelen Bronnen voor het bepalen van

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving Inhoudsopgave Inleiding 1 Taal en taalonderwijs 1.1 Achtergrondkennis: wat is taal? 1.1.1 Functies van taal 1.1.2 Betekenis van taal 1.1.3 Systeem van taal 1.1.4 Componenten van de kennis over taal 1.2

Nadere informatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit

Nadere informatie

TAALVAARDIGHEID TAALBELEID

TAALVAARDIGHEID TAALBELEID TAALVAARDIGHEID TAALBELEID Teaser Ik heb ooit in mijn hoofd en in mijn hart een fundamentele keuze moeten maken: voor het Nederlands. Het was dat of aan de kant worden gezet voor het leven. Op die kennis

Nadere informatie

Een taalbeleid implementeren in de basis- en secundaire school. Taal, taal en nog eens taal!

Een taalbeleid implementeren in de basis- en secundaire school. Taal, taal en nog eens taal! Een taalbeleid implementeren in de basis- en secundaire school Taal, taal en nog eens taal! 1. Wat is taalbeleid? Situaties Definitie Programma 2. Hoe doen scholen aan taalbeleid? Doelstellingen Didactische

Nadere informatie

TAALVAARDIGHEID EN TAALBELEID OP SCHOOL. Instrument voor een analyse van de beginsituatie

TAALVAARDIGHEID EN TAALBELEID OP SCHOOL. Instrument voor een analyse van de beginsituatie TAALVAARDIGHEID EN TAALBELEID OP SCHOOL Instrument voor een analyse van de beginsituatie de graad BSO deeltijds onderwijs www.cteno.be/sterke_schakels STERKE SCHAKELS Belangrijke opmerkingen vooraf Voor

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Geef de leerlingen de kans om spontaan te vertellen over iets dat ze leuk vinden en laat andere kinderen

Nadere informatie

Hoe kan je breed en permanent evalueren?

Hoe kan je breed en permanent evalueren? Ronde 2 Martien Berben & Marleen Colpin Centrum voor Taal en Onderwijs - K.U.Leuven Contact: Martien.berben@arts.kuleuven.be Marleen.colpin@arts.kuleuven.be Hoe kan je breed en permanent evalueren? De

Nadere informatie

nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS sept 2013 Voorleesbeleid Een krachtige voorleesomgeving creëren in de hele basisschool

nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS sept 2013 Voorleesbeleid Een krachtige voorleesomgeving creëren in de hele basisschool Voorleesbeleid Een krachtige voorleesomgeving creëren in de hele basisschool Door Jozefien Loman, CTO-medewerker Voorlezen is in! Overal zie je projecten opduiken, besteden organisaties tijd aan het onderwerp,

Nadere informatie

TAALBELEIDSPLAN Focus: LEZEN. Taalbeleidsplan SLIM

TAALBELEIDSPLAN Focus: LEZEN. Taalbeleidsplan SLIM TAALBELEIDSPLAN Focus: LEZEN 2015 2018 AMBITIE (Doelstellingen op leerlingenniveau) De kinderen gaan met plezier en zelfvertrouwen met verschillende tekstsoorten en verhalen aan de slag. Ze breiden hun

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2 Leesverbeterplan Enschede 2007-2010 Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2 PROJECTBUREAU KWALITEIT (PK!) Enschede, september 2010 Yvonne Leenders & Mariët Förrer 2 3 Leesverbeterplan

Nadere informatie

Visie leesbevordering

Visie leesbevordering Visie leesbevordering Leesbevordering zien we als basis van het totale leesonderwijs Zonder aandacht voor leesbevordering mist het technisch lezen een belangrijke stimulans. Leesbevordering is dus niet

Nadere informatie

Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken.

Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken. Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken. Daarom hechten wij er dan ook veel belang aan dat dit op een

Nadere informatie

VOORTRAJECT TAALBELEID

VOORTRAJECT TAALBELEID VOORTRAJECT TAALBELEID Interactieve werkvormen Sophie Stroobants Wie is wie? Dienst onderwijsondersteuning Mechelen Opdrachtgever van het traject Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) Inhoudelijk vormgever

Nadere informatie

Ronde van Vlaanderen 2008 Hasselt Oostende - Schaarbeek. Taalvaardigheidsonderwijs

Ronde van Vlaanderen 2008 Hasselt Oostende - Schaarbeek. Taalvaardigheidsonderwijs Ronde van Vlaanderen 2008 Hasselt Oostende - Schaarbeek Taalvaardigheidsonderwijs Programma Algemene inleiding (voormiddag) Taalvaardigheid omschrijving (stellingen) Taalvaardigheid praktijk (casus) Afsluiting

Nadere informatie

Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs?

Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs? Wat is de rol van eigentijds taalonderwijs? Taalconferentie 13 oktober Ineke Bruning WWW.CPS.NL Ineke Bruning i.bruning@cps.nl 06 25 065 512 Aan het einde van de workshop o Heeft u een beeld van wat eigentijds

Nadere informatie

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is KRACHTIG LEESONDERWIJS Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is Handelingsgericht werken: - Omgaan met specifieke onderwijsbehoeften - Transactioneel referentiekader (wisselwerking)

Nadere informatie

Doelenlijst G-start voor VVKBaO

Doelenlijst G-start voor VVKBaO 1 1. OVER -START -start is een CTO-uitgave over het stimuleren van geletterdheid bij jonge kinderen (2,5 tot 7 jaar). -start is een boek vol achtergrondinformatie en concreet uitgewerkte activiteiten.

Nadere informatie

Je eigen nieuwjaarsbrief

Je eigen nieuwjaarsbrief Je eigen nieuwjaarsbrief Doelgroep Eerste, tweede, derde graad Aard van de activiteit De leerlingen schrijven zelf een nieuwjaarsbrief voor hun ouders. Vooraf Verzamel allerhande nieuwjaarsbrieven: tekstjes

Nadere informatie

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER Jongeren krijgen op school, op de werkplek, in de klas met allerlei regels en afspraken te maken. Zijn de afspraken en regels duidelijk genoeg voor hen? Wat vinden

Nadere informatie

Breed evalueren kan je leren Zes vragen om over te reflecteren. Competenties Nederlands breed evalueren in het secundair onderwijs 1

Breed evalueren kan je leren Zes vragen om over te reflecteren. Competenties Nederlands breed evalueren in het secundair onderwijs 1 2. Evaluatie en toetsing Koen Van Gorp (a), Iris Philips (a) & Fauve De Backer (b) (a) CTO, KU Leuven (b) Steunpunt Diversiteit en Leren, UGent Contact: Koen.VanGorp@arts.kuleuven.be Iris.Philips@arts.kuleuven.be

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

ID bijdrage: Logo talenwebsite: wel niet

ID bijdrage: Logo talenwebsite: wel niet ID bijdrage: 15501 Logo talenwebsite: wel niet Indien je uitgaat van gevoelig maken voor talen en op een positieve manier omgaan met een diversiteit aan talen als invulling van talensensibilisering kan

Nadere informatie

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Enkele tips 1. Goed begonnen is half gewonnen! Zorg van bij het begin voor een zo open en positief mogelijke klassfeer

Nadere informatie

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27 TABASCO Oriëntatie + voorbereiden Leercoach Leerlingen Iemand voorstellen (schriftelijk en mondeling) Leerplandoelstellingen kiezen functionele kennis: - woordvelden: 35.1.1 en 35.1.2 en 35.1.3 - grammatica:

Nadere informatie

Zin in lezen! Krachtige leeromgevingen voor begrijpend lezen in het eerste leerjaar? Saskia Timmermans. Uit het leven gegrepen

Zin in lezen! Krachtige leeromgevingen voor begrijpend lezen in het eerste leerjaar? Saskia Timmermans. Uit het leven gegrepen 3 Zin in lezen! Krachtige leeromgevingen voor begrijpend lezen in het eerste leerjaar? Saskia Timmermans Uit het leven gegrepen TOM (7jaar): MAMA: TOM: Mama, ik heb het lesje uit mijn boek helemaal gelezen!

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid

Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid Workshop 14 mei 2014 Marie Seghers & Piet Van Avermaet (SDL) Wat mag u verwachten? Principes van breed evalueren Aan de slag

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN 1 = zeer oneens 2 = oneens 3 = eens 4 = zeer eens Zorgniveau 1 Leestijd 1. Leerkrachten in groep 1 en 2 besteden minimaal 5 uur per week aan doelgerichte taalactiviteiten

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR INHOUDSOPGAVE Zorgniveau 1: Goed lees- en spellingonderwijs Stap 1: Leestijd blz. 3 Kwaliteit instructiegedrag blz. 3 Klassenmanagement blz. 4 Stap 2: Juist

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

RALFI. Aanpak voor (zeer) zwakke lezers.

RALFI. Aanpak voor (zeer) zwakke lezers. RALFI Aanpak voor (zeer) zwakke lezers. Jan-Dirk Anderhalf jaar geleden was Jan-Dirk (11) voor geen goud een bibliotheek ingestapt. Hij zat met lezen muurvast op AVI-1 niveau. Althans: ogenschijnlijk.

Nadere informatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van

Nadere informatie

Geletterde peuters en kleuters spelen met taal!

Geletterde peuters en kleuters spelen met taal! Geletterde peuters en kleuters spelen met taal! 17 november 2009 Daniëlle DANIELS Geletterde peuters en kleuters? Positief, veilig klasklimaat Betekenisvolle taken Ondersteuning door interactie (andere

Nadere informatie

infobrochure methodeonderwijs De Lotus

infobrochure methodeonderwijs De Lotus infobrochure methodeonderwijs De Lotus Mosselerlaan 62 3600 GENK 089 35 16 21 directie.middenschool@gocampusgenk.be Inhoudsopgave Inleiding Zelfgestuurd leren Kernteam Kringgesprek Coöperatieve werkvormen

Nadere informatie

Reflectieverslag. Materiaal zie Validiv Bagage (Lager: p. 61-98 ; Kleuter: p. 50-87). In bruine kast leraarskamer. Waar te vinden Activiteit

Reflectieverslag. Materiaal zie Validiv Bagage (Lager: p. 61-98 ; Kleuter: p. 50-87). In bruine kast leraarskamer. Waar te vinden Activiteit Reflectieverslag Materiaal zie Validiv Bagage (Lager: p. 61-98 ; Kleuter: p. 50-87). In bruine kast leraarskamer Waar te vinden Activiteit Doel Deze activiteiten eventueel linken met gedichtendag/poëzieweek

Nadere informatie

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands Les Taalblad, Pendelaars Tekstsoort, publiek, niveau Informatieve en persuasieve tekst Onbekend publiek Structurerend niveau voor leesvaardigheid, beoordelend niveau voor luistervaardigheid Verwijzing

Nadere informatie

DE INFOBEURS. Beroepsopleiding, werk, werkervaring, stage. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

DE INFOBEURS. Beroepsopleiding, werk, werkervaring, stage. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS DE INFOBEURS Jongeren die nieuw aankomen op de school hebben wellicht veel vragen over hoe het eraan toegaat op de school, of ze kunnen gaan werken, welke stageplekken tof zijn, Daarnaast zijn jongeren

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen

Nadere informatie

DE BAAN OP! Een interessant bedrijf kiezen. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

DE BAAN OP! Een interessant bedrijf kiezen. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

De Tol Herderen: Talenbeleid

De Tol Herderen: Talenbeleid De Tol Herderen: Talenbeleid 1. Leerlingenniveau 2013-2014 Wanneer Acties Hoe/materiaal Wie doet mee? Reflectie 1. CITO-toetsen begrijpend lezen - afname half januari 2014 (dit gebeurt in 2 sessies & foutenanalyse)

Nadere informatie

BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!-

BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!- -! BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!- Lezen? ja graag! Kinderen lezen tegenwoordig veel minder, vinden lezen lastig of beginnen er niet eens aan. Misschien lijkt het lezen van een boek teveel op een schoolopdracht,

Nadere informatie

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4 Groep 4 Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4 75% van de leerlingen beheerst niveau AVI-E4 (teksten lezen) 90 % beheerst A t/m D-niveau op de DMT leerlingen lezen vlot twee- en drielettergrepige

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

AABOD VORMING

AABOD VORMING NIEUWE SESSIES muzische vorming frans zorg ict AABOD VORMING 2009-2010 NIEUW AANBOD BASISSCHOOL!! CREATIEVE MUZISCHE VORMING!!! WIJ SPREKEN FRANS!!!! WERKEN MET FRANSE VERTELBOEKEN!! CREATIVITEIT IN FORMEEL!

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Werken met tussendoelen in de onderbouw

Werken met tussendoelen in de onderbouw Laura Punt 2013 Werken met tussendoelen in de onderbouw Interactief lees- en schrijfonderwijs Inhoud Het waarom en het wat van tussendoelen Aansluiting tussen po en vo Werken met tussendoelen Voorbeelden

Nadere informatie

De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek. Kees Broekhof Sardes

De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek. Kees Broekhof Sardes + De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek Kees Broekhof Sardes + Agenda Doorgaande lijnen rond lezen Wat zijn zwakke lezers? Welke maatregelen zijn mogelijk? Wat kan de bibliotheek doen? +

Nadere informatie

De plaats van thuistalen

De plaats van thuistalen De plaats van thuistalen en andere taalvarianten in de klas en op onze school Kinderen leren het best in de taal waarmee ze opstaan en gaan slapen. Met andere woorden: in hun thuistaal/moedertaal. Dit

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

GROEIDOSSIER Praktijk SOV GROEIDOSSIER Praktijk SOV 2017 2018 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

luisteren: dialoog beluisteren en

luisteren: dialoog beluisteren en TABASCO Leercoach Een afspraak maken ( mondeling) Een uitnodiging schrijven ( schriftelijk) Leerplandoelstellingen kiezen functionele kennis: - woordvelden:35.1.2 en 35.1.3 en 35.1.5 *dagen / maanden *afspraak

Nadere informatie

Vragen Hoe kan je veiligheid inbouwen zodat je alle leerlingen kan betrekken? Vraag Hoe kan je de ideeënbus actief en betekenisvol maken?

Vragen Hoe kan je veiligheid inbouwen zodat je alle leerlingen kan betrekken? Vraag Hoe kan je de ideeënbus actief en betekenisvol maken? Methodiek Kringgesprek Beter samen leven en meer leren in de klas. Een participatieve sfeer in de klas of op de school kan men op verschillende manieren bewerkstelligen. Werken met kringgesprekken is hierbij

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN Binnen de Taallijn staat de deskundigheidsbevordering van (toekomstige) leidsters centraal. De nadruk in de scholing ligt dan ook

Nadere informatie

Een nieuwkomer onder de toetsen

Een nieuwkomer onder de toetsen Een nieuwkomer onder de toetsen Ricardo is een anderstalige nieuwkomer die in september op school is aangekomen. Hij kwam recht uit Colombia, sprak enkel Spaans, maar bleek al snel een vrij pientere leerling

Nadere informatie

Mijn doelen voor dit jaar

Mijn doelen voor dit jaar Mijn doelen voor dit jaar Een nieuw schooljaar betekent nieuwe kansen. Aan het begin van een nieuw kalenderjaar maken veel mensen goede voornemens. Dat gaan wij nu ook doen: het maken van voornemens of

Nadere informatie

Basiskwaliteit Voorschool VVE Zaanstad CRITERIA PROFESSIONELE COMPETENTIES VOOR MEDEWERKERS, TEAM EN ORGANISATIE

Basiskwaliteit Voorschool VVE Zaanstad CRITERIA PROFESSIONELE COMPETENTIES VOOR MEDEWERKERS, TEAM EN ORGANISATIE Basiskwaliteit Voorschool VVE Zaanstad CRITERIA PROFESSIONELE COMPETENTIES VOOR MEDEWERKERS, TEAM EN ORGANISATIE Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 13 september 2016 1 INLEIDING Aanleiding Voorschoolse

Nadere informatie

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN De meeste leerlingen hebben geen moeite met lezen op zich. Maar vanaf het moment dat ze langere teksten moeten lezen en globale vragen beantwoorden of als ze impliciete informatie

Nadere informatie

zorgvisie Heilige familie Lagere school

zorgvisie Heilige familie Lagere school zorgvisie Heilige familie Lagere school 1) Inleiding Onze school- en zorgvisie staat gesymboliseerd in ons schoollogo en in onze slogan sterk onderwijs, warme sfeer! : Ieder kind is van harte welkom in

Nadere informatie

Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid

Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid Word meester in het evalu(l)eren: op weg naar een hernieuwd evaluatiebeleid Workshop 26 februari Piet Van Avermaet & Marie Seghers Persoon in zijn geheel Breed evalueren Wat mag u verwachten? Aan de slag

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

Een voorlopige balans (Periode 1)

Een voorlopige balans (Periode 1) Een voorlopige balans (Periode 1) Omschrijving van deze periode We hebben tijdens dit schooljaar al heel wat gediscussieerd, besproken, nagedacht, Je hebt in deze gesprekken, maar ook in de logboekopdrachten

Nadere informatie

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Vorm groepjes en verdeel de volgende rollen: groepsleider, verslaggever en tijdbewaker. 1. Eindtermen Nederlands: een verkenning

Nadere informatie

Het verhaal van school 1

Het verhaal van school 1 4 - gelijke onderwijskansen scheppen door (school)taalvaardigheid te bevorderen: het proces op gang zetten Het verhaal van school 1 Een school met een 500-tal leerlingen in ASO, TSO en BSO, heeft vooral

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 10. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de derde graad bso (derde leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN vrij concreet

Nadere informatie

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud Plannen en evalueren van een activiteit Inhoud Doelgroep Vakgebied Duur Materialen Doelen In deze les moeten de leerlingen in groep een bepaalde activiteit voorbereiden. Dit kan bijvoorbeeld het organiseren

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep Nederlands. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan met

Nadere informatie

Opstart nieuwe GOK-cyclus. Doorstroming en Oriëntering

Opstart nieuwe GOK-cyclus. Doorstroming en Oriëntering Opstart nieuwe GOK-cyclus Doorstroming en Oriëntering D&O: Thema-omschrijving Groepsopdracht: 1) Hebben de beschreven praktijken te maken met D&O? 2) Zo ja, zijn het dan praktijken die de kansen van alle

Nadere informatie

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren 1. Inleiding Een mobiele telefoon; niet meer weg te denken uit de broekzak van elke scholier. In deze opdracht kijken de leerlingen naar een

Nadere informatie

PBD BASISONDERWIJS. Seminarie VIRBO Evaluatie in het basisonderwijs 20 maart 2014 La Roche-en-Ardenne

PBD BASISONDERWIJS. Seminarie VIRBO Evaluatie in het basisonderwijs 20 maart 2014 La Roche-en-Ardenne PBD BASISONDERWIJS Seminarie VIRBO Evaluatie in het basisonderwijs 20 maart 2014 La Roche-en-Ardenne Verloop Evalueren in de basisschool- het kader Bespreken van enkele aspecten inzake evaluatiebeleid

Nadere informatie

Instrument om de beginsituatie in kaart te brengen op niveau van de leraar eerste graad 3de GOK-cyclus

Instrument om de beginsituatie in kaart te brengen op niveau van de leraar eerste graad 3de GOK-cyclus Vraag: Hoe goed doe ik het in mijn les? op het vlak van: Instrument om de beginsituatie in kaart te brengen op niveau van de leraar eerste graad 3de GOK-cyclus 2008-2011 1 Preventie en remediëring van

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording TULE - NEDERLANDS KERNDOEL 4 - TECHNISCH LEZEN 82 TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen Kerndoel 4 - Technisch lezen Bij kerndoel 4 - De leestechniek. Toelichting en verantwoording

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

Inhoud Trainersmap Verdieping

Inhoud Trainersmap Verdieping Inhoud Trainersmap Verdieping 2 Module 9 Taal Module 10 Rekenen/wiskunde en Science (basisonderwijs) Module 11 Sociaal-emotionele ontwikkeling - verdieping Module 12 Sensomotorische ontwikkeling - verdieping

Nadere informatie

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties De competenties A Vertellen en voorlezen A 1.2 A1 A2 A3 A4 Je kunt verhalen om voor te lezen of te vertellen kiezen voor iedere leeftijdsgroep van de basisschool. Je kunt het voorlezen of vertellen van

Nadere informatie

Vrije Kleuterschool De Link Patronaatstraat 28 Jan Verbertlei Edegem

Vrije Kleuterschool De Link Patronaatstraat 28 Jan Verbertlei Edegem Beleidsvoerend vermogen van zorg Vrije kleuterschool De Link Edegem Tel.: 03 369 66 33 Opgemaakt door Thaïsa Kets zorgcoördinator kleuterschool Bron: Vanhove, G., werkgroep Vademecum zorg. (2014). Katholiek

Nadere informatie

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen?

Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen? Heeft de school aandacht voor de taalvaardigheid van haar leerlingen? 1. Hoe is het taalbeleid van de school? Infodossier van de school I 1.3.1 Nascholing/vakgericht I 1.3.2 Nascholing/algemeen pedagogisch

Nadere informatie

a. Zorg is een opdracht van het hele team: zorgtaken

a. Zorg is een opdracht van het hele team: zorgtaken a. Zorg is een opdracht van het hele team: zorgtaken De coördinatie van het zorgbeleid ligt in handen van de zorgcoördinator, in overleg en samenwerking met de directie. De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

ALLE HENS AAN DEK! Kris Van den Branden Centrum voor Taal en onderwijs

ALLE HENS AAN DEK! Kris Van den Branden Centrum voor Taal en onderwijs ALLE HENS AAN DEK! Kris Van den Branden Centrum voor Taal en onderwijs Een loopbrug Toekomst Werken aan G- kracht Een loopbrug naar de toekomst Werken aan geletterdheid = Investeren in jonge mensen Investeren

Nadere informatie

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Integratie van AN in secundair onderwijs Tom Verheyen Filip Paelman Overzicht Omzendbrief Tasan Vervolgonderzoek Referentiekader Een

Nadere informatie