HERZIENING INVENTARISATIE MANOEUVREERMIDDELEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HERZIENING INVENTARISATIE MANOEUVREERMIDDELEN"

Transcriptie

1 HERZIENING INVENTARISATIE MANOEUVREERMIDDELEN Eindrapport Rapport nr. : /3 Datum : 19 december 2008 Paraaf Management : M A R I N P.O. Box AA Wageningen The Netherlands T F E info@marin.nl I

2 Rapport nr /3 1 HERZIENING INVENTARISATIE MANOEUVREERMIDDELEN MARIN opdrachtnr. : Opdrachtgevers : Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart Postbus GA DELFT Rijkswaterstaat Utrecht Postbus MB UTRECHT Auteur : ir. D. ten Hove Voor gezien : ir. J.T.M. van Doorn

3 Rapport nr /3 2 INHOUD Pag. 1 INLEIDING DOELSTELLING METHODIEK ENQUETE Inleiding Algemene scheepsgegevens Geïnstalleerd hoofdvermogen Hoofdbesturing Boegbesturing NIEUWBOUW SCHEPEN CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Conclusies Aanbevelingen REFERENTIES BIJLAGE A: ENQUETE

4 Rapport nr /3 3 1 INLEIDING Bij het optimaliseren van het gebruik van bestaande vaarwegen en het ontwerp van nieuwe vaarwegen wordt bij het bepalen van de benodigde padbreedte van schepen nog steeds uitgegaan van de traditionele manoeuvreermiddelen. Steeds vaker komt de vraag naar voren met welke middelen en met welke vaarstrategie de padbreedte van schepen verminderd kan worden en in welke mate dit mogelijk is [2, 3]. Steeds meer schepen zijn uitgerust met een bepaalde vorm van boegbesturing die niet alleen bij het manoeuvreren bij aanleggen en wegvaren wordt gebruikt, maar die ook bij lege vaart kan worden ingezet voor het verminderen van de padbreedte bij het varen in dwarswind en bij bochtvaren. Zo wordt in de Richtlijnen Vaarwegen [1] in de doorberekening van de effecten van windhinder op de benodigde breedte al rekening gehouden met de aanwezigheid van een boegschroef bij de grotere scheepsklassen. Voor dat er in ontwerpen daadwerkelijk rekening gehouden kan worden met een kleinere padbreedte door het adequaat gebruik van boegbesturing, dient onderzocht te worden hoe de uitrusting van de huidige vloot is met diverse typen roeren, roerconfiguraties, schroeven, schroefconfiguraties en boegschroeven, inclusief het geïnstalleerde vermogen. Daarnaast dient onderzocht te worden in welke mate boegbesturing ook door schippers gebruikt wordt om de padbreedte te verminderen. In een eerder onderzoek is reeds een inventarisatie naar beschikbaarheid en gebruik van de manoeuvreermiddelen in de binnenvaart uitgevoerd [6]. Onlangs is geconstateerd dat sinds de uitvoering van de inventarisatie de indeling in scheepsklassen is uitgebreid, waarbij met name de grotere motorschepen een verdere onderverdeling hebben gekregen [7]. De Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat heeft aan MARIN gevraagd om de inventarisatie manoeuvreermiddelen aan te passen aan de uitgebreide indeling in scheepsklassen en te verwerken in een vernieuwde versie van de eerdere rapportage. Dit rapport geeft een beschrijving van de inventarisatie met een overzicht van de belangrijkste resultaten waarbij de indeling in scheepsklassen is uitgebreid naar de huidige indeling die voor onderzoek gehanteerd wordt. Het rapport bevat o.a. een beschrijving van de gevolgde methodiek en de analyse van de inventarisatie. De volgende hoofdstukken komen aan de orde: Doelstelling; Beschrijving van de methodiek; Enquête; Conclusies en aanbevelingen. Het rapport is een vernieuwde versie van het eerder verschenen rapport [6].

5 Rapport nr /3 4 2 DOELSTELLING Doel van de studie is een inventarisatie naar de beschikbaarheid en het gebruik van de manoeuvreermiddelen binnen de huidige vloot. Het onderzoek is gericht op een inventarisatie van: type roeren, maximale roerhoek, roerconfiguratie; type, vermogen en configuratie van de hoofdvoortstuwing; type, vermogen en configuratie van boegschroeven. Daarnaast een inventarisatie van het gebruik van de beschikbare manoeuvreermiddelen: waarvoor worden ze gebruikt? hoeveel wordt er gebruik van gemaakt? is er een duidelijke gebruiksstrategie?

6 Rapport nr /3 5 3 METHODIEK Het onderzoek bestond uit een schriftelijke enquête die verspreid is onder schippers, aangevuld met een aantal korte telefonische interviews. Het laatste om gericht vragen te kunnen stellen. De beroepsgroep is benaderd d.m.v. de enquête aan de hand van het adressenbestand van RWS-DVS van eigenaren van schepen dat speciaal voor dit soort doeleinden is samengesteld. In de enquête is gevraagd of de geënquêteerden aan een interview wilden meewerken. De vragen in de enquête zijn zoveel mogelijk beperkt tot het invullen van keuzelijsten, en korte eenduidige antwoorden zodat een deels automatische (statistische) verwerking van de gegevens mogelijk is. De vragen waren ingericht naar de belangrijkste hoofdonderwerpen: Algemene scheepsgegevens, zoals lengte, breedte, diepgang en laadvermogen; Gegevens van de hoofdvoortstuwing; Gegevens van de hoofdbesturing; Gegevens van de boegbesturing; Gegevens van eventueel aanwezige overige manoeuvreermiddelen; Aanvullende gegevens voor duweenheden en koppelverbanden. Aangezien de respons voor de nieuwe klassen van grote motorschepen klein was, zijn aanvullend voor deze klassen de kenmerken van de hoofdvoortstuwing en de boegbesturing bepaald aan de hand van nieuwbouwgegevens over de jaren 2004 tot en met Voor laadvermogenklasse, bouwjaarklasse en motorvermogenklasse wordt de classificatie (RWS/CBS-2008 Binnenvaartvloot Classificatie [7]) gehanteerd die CBS en RWS gebruiken voor studies, zodat de resultaten afgezet kunnen worden tegen de beschikbare gegevens m.b.t. de samenstelling van de Nederlandse binnenvaartvloot [5]. Voor een inventarisatie van de typen boegschroeven, die op de markt zijn is o.a. gebruik gemaakt van de resultaten van de inventarisatie die MARIN heeft uitgevoerd als voorbereiding op de metingen voor het beoordelen van de effectiviteit van een aantal boegschroefsystemen [4].

7 Rapport nr /3 6 4 ENQUETE 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van de schriftelijke en telefonische enquête. Zoals in de inleiding al is aangegeven, waren de vragen ingericht naar de belangrijkste hoofdonderwerpen: Algemene scheepsgegevens; Gegevens van de hoofdvoortstuwing; Gegevens van de hoofdbesturing; Gegevens van de boegbesturing; Gegevens van eventueel aanwezige overige manoeuvreermiddelen; Aanvullende gegevens voor duweenheden en koppelverbanden. De algemene scheepsgegevens betreffen het bouwjaar, de lengte, breedte en diepgang, zowel geladen als leeg, en het maximum laadvermogen. Daarnaast kon het vaargebied aangegeven worden. Op basis van de opgegeven breedte en lengte is achteraf de onderverdeling naar de RWS/CBS classificatie gemaakt [7]. De gegevens m.b.t. de hoofdvoortstuwing betreffen o.a. het motorvermogen, de toerentallen van motor en hoofdschroef, het aantal schroeven met de belangrijkste parameters. Daarnaast was het mogelijk om aan te geven hoe het gedrag bij achteruitvaren is. De derde groep, de hoofdbesturing, betrof vragen naar de soort en de aansturing van de roeren. Het aantal roeren per schroef werd hierbij ook gevraagd. De vierde en vijfde groep betrof de boegbesturing en eventuele andere aanvullende manoeuvreermiddelen. Beide worden onder één noemer behandeld, omdat meestal geen aanvullende middelen beschikbaar zijn en waar ze er wel zijn dit als vervanging van de boegschroef is. Speciaal is gevraagd naar de situaties waarin een boegschroef gebruikt wordt. Tenslotte was het bij ieder hoofdonderwerp mogelijkheid om bijzonderheden en opmerkingen te vermelden. Deze vormden de leidraad bij de telefonische interviews, hoewel in een aantal gevallen de schipper zelf al contact zocht om een telefonische toelichting te geven. In totaal zijn 20 schippers telefonisch benaderd. De resultaten van de gesprekken zijn verwerkt in de bespreking van de resultaten van de schriftelijke enquête en niet apart gerapporteerd. De vragenlijst en de begeleidende brief is opgenomen in Appendix A. Achtereenvolgens worden de hoofdonderwerpen hieronder besproken. De aanvullende gegevens voor de duweenheden en koppelverbanden zijn hierbij bij de algemene scheepsgegevens opgenomen.

8 Rapport nr / Algemene scheepsgegevens Zoals in de inleiding al is beschreven, is de beroepsgroep benaderd aan de hand van het adressenbestand van RWS-DVS van eigenaren van schepen dat speciaal voor dit soort doeleinden is samengesteld. Omdat de inventarisatie zich richt op de manoeuvreermiddelen van motorschepen en/of duweenheden, zijn de sleepboten uit dit bestand verwijderd (115 records). Verder zijn verwijderd: de records zonder scheepsnaam (7); buitenlandse adressen (1); schepen in aanbouw (1). In totaal zijn 1348 vragenlijsten verzonden. Op basis van de lengte en breedte van de schepen is een indeling gemaakt naar de RWS/CBS Klassen [7]. De klassen staan voor de motorschepen gespecificeerd in Tabel 4-1. Hier is een aparte groep duw-/sleepboten aan toegevoegd om deze schepen te kunnen onderscheiden van de gewone motorschepen. Op basis van de breedte indeling vallen 30 duwboten in de klassen Overig duw, Duw 1 en Duw 2. De twee overblijvende duwboten (Veerhaven 8 en Veerhaven 9) vallen in de klasse Duw 4. Bij de verdere bespreking is deze onderverdeling in duwboten niet aangebracht. Duweenheden zijn in het onderzoek niet in beschouwing genomen. In de tabel staat eveneens het aantal schepen in de actieve vloot in Nederland ( ) [5], het aantal verzonden vragenlijsten per klasse en het aantal terugontvangen vragenlijsten per klasse. Gemiddeld is 35% van de vragenlijsten terugontvangen. Uitschieters zijn aan de onderkant de M0 klasse met een respons van 12% en aan de bovenkant de M7 en M8/M9/M10 klasse 1 met een respons van respectievelijk 47% en 54%. De lage score in de M0 klasse is vooral veroorzaakt doordat hier relatief veel kleinere schepen die vooral lokaal gebruikt worden en relatief weinig gebruik maken van de vaarwegen. In de meeste gevallen is door de eigenaren gemeld dat ze de vragenlijst niet ingevuld hebben. Een tweede groep, die in deze klasse uitviel, betrof kleinere bakken of pontons die veelal op een vaste plaats afgemeerd liggen. Samen met onbekende adressen (verhuizing), reeds gesloopte schepen of verandering van eigenaar is hiermee van ca. 15% de reden voor niet reageren bekend. Het aantal schepen in de klasse M1 is in het adressenbestand sterk ondervertegenwoordigd. Een respons van 35% op een vragenlijst is een relatief hoge score. De teruggezonden vragenlijsten dekken 7% van de actieve vloot. De klasse M1 is hierin vanzelfsprekend ook ondervertegenwoordigd. De overige klassen zijn redelijk gelijk verdeeld (alle tussen 5 en 8%) met als uitzondering M0 en M8/M9/M10 met een score van 16%. Door de geringe respons in de klassen M9 en M10 zijn de resultaten van de enquête niet representatief voor deze scheepsklassen. Op basis van nieuwbouwgegevens is voor deze klassen een aanvullende analyse gedaan (hoofdstuk 5). 1 De klassen M8, M9 en M10 zijn in deze tabel samengevoegd om een vergelijking te kunnen maken met de actieve vloot [5]. Bij de indeling van de actieve vloot is nog geen onderscheid gemaakt in deze klassen van motorschepen.

9 Rapport nr /3 8 Tabel 4-1 Aantal verzonden en ontvangen vragenlijsten RWS/CBS Klasse Karakterisering Actieve vloot Verzonden Respons Respons Respons % van verzonden % van de actieve vloot onbekend 9 Duw1 - Duw4 duw/sleepboten M0 Overig M1 Spits M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8/M9/M10 rijnschepen /6/ Totaal Tabel 4-2 geeft een overzicht van de leeftijdsopbouw voor de verschillende klassen. De groepsindeling voor de jaren is zo gekozen, dat er per klasse binnen de groep een redelijk uniforme verdeling over de jaren bestaat. Opgemerkt moet worden dat in de klasse M10 drie oudere schepen vallen met een lengte variërend van 102 m tot 110 m en een breedte variërend van m tot m. Deze zijn alle drie ouder dan 27 jaar. De overige 5 schepen met een lengte variërend van 120 m tot 135 m zijn minder dan 10 jaar oud. Tabel 4-2 Leeftijdsopbouw van de klassen RWS/CBS Klasse Bouwjaar Duw1/Duw4 M0 M1 M2 - M5 M6 M7 M8 M9 M tot % 93% 100% 92% 50% 37% 10% 12% 1970 tot % 7% 8% 27% 72% 25% 38% 1990 heden 6% 23% 1% 65% 100% 50% De vaargebieden zijn m.u.v. klasse M0 vrijwel altijd heel ruim aangegeven. In het kort komt het erop neer dat er overal gevaren wordt waar dat met de betreffende klasse toegestaan en mogelijk is. Alleen in de klasse duw-/sleepboten is in een aantal gevallen aangegeven dat er voornamelijk regionaal gevaren wordt. In die gevallen betreft het over het algemeen kleine duwboten 4.3 Geïnstalleerd hoofdvermogen De gegevens m.b.t. de hoofdvoortstuwing betreffen o.a. het motorvermogen, de toerentallen van motor en hoofdschroef, het aantal schroeven met de belangrijkste parameters. Daarnaast was het mogelijk om aan te geven hoe het gedrag bij achteruitvaren is. Tabel 4-3 geeft het geïnstalleerde motorvermogen per schip per RWS/CBS-klasse in gemiddelde, minimum, maximum en standaard deviatie. De groei in het gemiddelde vermogen is met uitzondering van de klassen duw-/sleepboten en M10 in lijn met de groei van het laadvermogen per klasse. Wel wordt de spreiding per klasse bij de

10 Rapport nr /3 9 kleinere schepen steeds groter. De grote spreiding in klasse duw-/sleepboten is het gevolg van de grote spreiding in scheepsafmetingen in deze klasse. Het maximum in deze klasse betreft de duwboten Veerhaven 8 en 9. Laten we deze weg, dan wordt het gemiddelde geïnstalleerde vermogen in deze klasse veel kleiner Tabel 4-3 Geïnstalleerd hoofdvermogen per RWS/CBS-Klasse RWS/CBS Karakterisering Gem Min Max SD Klasse [kw] [kw] [kw] [kw] Overig duw Duw/sleepboten Duw1 Duw/sleepboten Duw2 Duw/sleepboten Duw4 Duw/sleepboten M0 Overig M1 Spits M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8 Groot Rijnschip Alle Tabel 4-4 geeft het aantal schepen met één, twee, drie of vier schroeven per RWS/CBS- Klasse. Tabel 4-5 geeft het percentage van de schepen per RWS/CBS-Klasse met één, twee, drie of vier schroeven. Tevens is hier het percentage schepen opgenomen dat uitgerust is met een straalbuis om de effectiviteit van de schroef te vergroten. De schepen met drie schroeven betreffen de duwboten Veerhaven 8 en 9. Het schip met vier schroeven betreft een 85 m schip dat uitgerust is met twee paar contra roterende roerpropellers. Tabel 4-4 Aantal schepen met één, twee, drie of vier schroeven RWS/CBS Klasse Overig duw Karakterisering Duw/sleepboten Duw1 Duw/sleepboten 6 10 Duw2 Duw/sleepboten 2 Duw4 Duw/sleepboten 2 M0 Overig 13 M1 Spits 10 M2 Kempenaar 68 3 M3 Hagenaar 42 3 M4 Dortmund Eems 41 4 M5 Verl. Dortmund Eems 33 6 M6 Rijn-Herne Schip 60 8 M7 Verl. Rijn-Herne Schip 20 5 M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip 1 5 M10 Rijnmax Schip 1 7

11 Rapport nr /3 10 Tabel 4-5 Percentage schepen met één, twee, drie of vier schroeven RWS/CBS Klasse Karakterisering Straalbuis/tunnel [%] [%] [%] [%] aanwezig [%] Overig duw Duw/sleepboten Duw1 Duw/sleepboten Duw2 Duw/sleepboten Duw4 Duw/sleepboten M0 Overig M1 Spits M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip M10 Rijnmax Schip Duidelijk is dat het aandeel dubbelschroefs schepen groeit met de grootte klasse. Opvallend is het hoge aantal schepen in de klassen M7 en hoger dat uitgerust is met een straalbuis/tunnel. Alleen de drie oudere schepen in de klasse M10 beschikken niet over een straalbuis. Met uitzondering van de klasse duw-/sleepboten, M9 en M10 is de beoordeling van het achteruit vermogen van het lege schip in alle klassen redelijk gelijk (Tabel 4-6), te weten: 15% beoordeelt het als goed, 15% als voldoende, 25% als normaal, 30% als slecht en 15% als zeer slecht. In de klasse duw-/sleepboten wordt het achteruitvermogen als goed of voldoende beoordeelt. Opvallend is dat juist bij de grote (nieuwe) motorschepen het achteruitvermogen als slecht tot zeer slecht beoordeeld wordt. Op de vraag of er ballast gezet wordt om de achteruitvaareigenschappen te verbeteren geeft 10% aan dat het niet van toepassing is. Dit betreft het grootste deel van de respons in klasse M0. 16% geeft aan altijd ballast te zetten en 19% af en toe. Bij de laatste groep wordt dan meestal als aanvulling gegeven dat dit in situatie met significante (dwars)wind is of op beperkt vaarwater (smalle kanalen). De overige schepen (45%) zet nooit ballast. In veel gevallen wordt hier de opmerking aan toegevoegd dat ze hiervoor beschikken over een boegschroef.

12 Rapport nr /3 11 RWS/CBS Klasse Tabel 4-6 Beoordeling achteruitvermogen leeg schip Karakterisering goed voldoende normaal slecht zeer slecht Overig duw Duw/sleepboten 8 1 Duw1 Duw/sleepboten 16 1 Duw2 Duw/sleepboten 2 Duw4 Duw/sleepboten 2 M0 Overig M1 Spits M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip M10 Rijnmax Schip Totaal Hoofdbesturing De gegevens m.b.t. de hoofdbesturing betreffen de soort en de aansturing van de roeren. Het aantal roeren per schroef is ook gevraagd. Wat betreft stuurwerk (merk en type), stuurautomaat en soort roer is er een veelheid aan types. Statistische analyse op het soort roer is door de veelheid van typeaanduidingen niet mogelijk. De analyse beperkt zich tot een beschouwing van het aantal roeren per schroef en de plaats van de roeren. In onderstaande tabel staan per scheepsklasse het aantal roeren per schroef vermeld. In Tabel 4-8 is dit per klasse uitgedrukt in een percentage. Met uitzondering van de klassen M0 en sleep-/duwboten is het grootste deel van de schepen uitgerust met twee of meer roeren per schroef.

13 Rapport nr /3 12 Tabel 4-7 Aantal roeren per schroef RWS/CBS Klasse Karakterisering Overig duw Duw/sleepboten Duw1 Duw/sleepboten Duw2 Duw/sleepboten 1 1 Duw4 Duw/sleepboten 2 M0 Overig 8 4 M1 Spits 3 7 M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip 5 1 M10 Rijnmax Schip 4 4 Totaal Tabel 4-8 Percentage aantal roeren per schroef voor iedere scheepsklasse RWS/CBS Klasse Overig duw Karakterisering Duw/sleepboten Duw1 Duw/sleepboten Duw2 Duw/sleepboten Duw4 Duw/sleepboten M0 Overig M1 Spits M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip M10 Rijnmax Schip Totaal In Tabel 4-9 staat het aantal roeren per schroef afgezet tegen het aantal schroeven. Ca. 53% van de schepen bestaat uit enkelschroefs schepen met twee roeren. Drie roeren per schroef komt alleen voor bij enkelschroefs schepen. In dat geval (voor zover dit in een tekening was aangegeven) gaat het om relatief korte roeren (halve schroefstraal), waarbij de buitenste twee net buiten de schroef staan. In één geval was er sprake van twee roeren per schroef en een extra roer daar tussenin (vijf roeren in totaal). Deze is in de tabel aangegeven als 2+1. Het betrof in dit geval een schip dat oorspronkelijk uitgerust was met drie roeren, maar om de bestuurbaarheid te verbeteren waren de buitenste roeren vervangen door twee paar (kleinere) roeren.

14 Rapport nr /3 13 In het geval van twee roeren per schroef is de lengte van het roer over het algemeen iets kleiner dan de schroefstraal en zijn de roeren ongeveer op de rand van de schroef gepositioneerd. In het geval van één roer per schroef is het roer midden achter de schroef gepositioneerd. Tabel 4-9 Aantal roeren per schroef onderverdeeld naar het aantal schroeven Aantal Aantal roeren per schroef hoofdschroeven Totaal Totaal In vrijwel alle gevallen is in de toelichting aangegeven dat het schip als goed bestuurbaar ervaren werd. Hierbij moet opgemerkt worden dat dit volgens de toelichtingen in 10% van de gevallen mede door tussentijdse aanpassingen gerealiseerd is. Dit verklaart ook voor een deel de grote variatie in typen roeren. 4.5 Boegbesturing De vierde en vijfde groep betrof de boegbesturing en eventuele andere aanvullende manoeuvreermiddelen. Beide worden onder één noemer behandeld, omdat meestal geen aanvullende middelen beschikbaar zijn en waar ze er wel zijn dit als vervanging van de boegschroef is. Speciaal is gevraagd naar de situaties waarin een boegschroef gebruikt wordt. Tabel 4-10 geeft het aantal schepen dat uitgerust is met een of andere vorm van boegbesturing. De tweede kolom geeft het aantal, de derde kolom geeft het percentage van de totale respons. Duidelijk is dat vanaf de klasse M3 vrijwel alle schepen uitgerust zijn met een boegschroef. In de klasse M2 is dit 90% en in de klasse M1 80%. In klasse M0 is slechts 36% uitgerust met een boegschroef. De schepen die niet uitgerust zijn met een boegschroef betreffen o.a. alle kleine duwboten. In de toelichting staat in veel gevallen ook nog vermeld dat ze over het algemeen varen met één of twee bakken en dat deze bakken ook niet voorzien zijn van een boegschroef.

15 Rapport nr /3 14 Tabel 4-10 Aantal schepen uitgerust met boegschroef RWS/CBS Klasse Karakterisering Respons Aantal Percentage met boegschroef met boegschroef Overig duw Duw/sleepboten Duw1 Duw/sleepboten Duw2 Duw/sleepboten 2 Duw4 Duw/sleepboten M0 Overig M1 Spits M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip M10 Rijnmax Schip Totaal Tabel 4-11 geeft een overzicht per klasse van het geïnstalleerde boegschroefvermogen. In de Richtlijnen Vaarwegen [1] wordt het uitgangspunt gehanteerd dat bij het ontwerp van nieuwe vaarwegen en kunstwerken verondersteld mag worden dat het maatgevende schip uitgerust is met een boegschroef van 200 kw. Op basis van bovenstaand overzicht kan geconcludeerd worden dat dit een verantwoorde aanname is. Gezien het gemiddeld geïnstalleerde vermogen in de grotere klassen is het ook geen slechte keus, hoewel er in de toekomst rekening mee gehouden moet worden dat het gemiddeld beschikbare boegschroefvermogen snel hoger wordt. Dit komt doordat er met name in de klassen M8, M9 en M10 veel schepen bijkomen door nieuwbouw. Tabel 4-11 Geïnstalleerde boegschroefvermogen RWS/CBS Karakterisering Gem Min Max SD Klasse [kw] [kw] [kw] [kw] Overig duw Duw/sleepboten Duw1 Duw/sleepboten Duw2 Duw/sleepboten - Duw4 Duw/sleepboten M0 Overig M1 Spits M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8 Groot Rijnschip Alle

16 Rapport nr /3 15 Hoewel er een veelheid aan typen ingevuld is, kan er ruwweg een verdeling gemaakt worden tussen 50% stuurroosters en aanverwante typen, 40% buizensystemen (2-, 3- of 4-kanalen systemen) en 10% overig. De groep overig bestaat vooral uit draaibare propellers. De bediening van de boegschroef door middel van gecombineerde, dan wel gescheiden hendels voor richting en toerental is min of meer gelijk verdeeld. Wat betreft de richting van de hendel is dit in 48% van de gevallen de voortstuwingsrichting, in 35% van de gevallen de bewegingsrichting en in de overige gevallen (17%) is het niet aangegeven. Wat betreft het gebruik van de boegschroef wordt in eerste instantie aangegeven dat de boegschroef gebruikt wordt bij manoeuvreren, eventueel uitgesplitst naar aan- en afmeren, verhalen e.d. Als tweede wordt genoemd het passeren van sluizen en bruggen. Als derde het beperken van de padbreedte in dwarswind en als laatste (meestal gecombineerd met de dwarswind) het beperken van de padbreedte in krappe situaties (ontmoetingen, krappe bochten, smalle kanalen). In een (mondelinge) toelichting op het boegschroefgebruik werd door de meeste respondenten aangegeven dat de boegschroef toch vooral ingezet wordt bij het manoeuvreren. Gebruik tijdens de gewone vaart om bijvoorbeeld de padbreedte in bochten te beperken wordt over het algemeen als niet zinvol gezien, omdat de effectieve bijdrage maar marginaal is. De mening is dan ook dat de ruime beschikbaarheid van boegschroeven geen rol mag spelen bij de dimensionering van vaarwegen. Het voorgaande staat overigens haaks op de constatering van een aantal respondenten dat door de beschikbaarheid van een boegschroef grotere schepen op vaarwegen komen waar ze voorheen in verband met het ruimtebeslag (zonder boegschroef) niet zouden komen. In het verlengde hiervan is een aantal keren opgemerkt dat ook binnen de beroepsgroep niet altijd begrip is voor het feit dat er ook nog schepen zijn zonder boegschroef of schepen die uitgerust zijn met een boegschroef met een beperkt vermogen. Dit wordt vooral ingegeven door de ervaring van een aantal schippers dat bij een ontmoeting het schip met boegschroef zoveel vermogen gebruikt dat het (kleinere) schip zonder boegschroef opzij geduwd wordt en niet meer in staat is om adequaat te reageren. Deze respondenten geven aan te ervaren dat juist op kleinere vaarwegen door de introductie van de boegschroef de situatie onveiliger wordt.

17 Rapport nr / NIEUWBOUW SCHEPEN Op basis van nieuwbouwgegevens is voor de klassen M8, M9 en M10 een aanvullende analyse gedaan om meer inzicht te krijgen in het geïnstalleerde motorvermogen en boegschroefvermogen 2. Uit de beschikbare nieuwbouwgegevens over de jaren 2004 tot en met 2007 zijn alle schepen geselecteerd die tot de klassen M8, M9 en M10 behoren. Overige klassen zoals koppelverbanden, duwbakken en kleinere motorschepen zijn niet in de analyse betrokken. De resultaten voor het geïnstalleerde motorvermogen en het geïnstalleerde boegschroefvermogen staan in de onderstaande tabellen. In de tabellen is tevens het aantal schepen vermeld dat gebruikt is voor bepaling van het gemiddelde, minimum, maximum en standaard deviatie. Schepen waarvan de beschikbaarheid van een boegschroef of het boegschroefvermogen niet vermeld was, zijn niet in de analyse van de boegschroefvermogens betrokken. Tabel 5-1 Geïnstalleerd hoofdvermogen per RWS/CBS-Klasse in nieuwbouwschepen RWS/CBS Klasse Karakterisering Aantal Gem Min Max SD [kw] [kw] [kw] [kw] M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip M10 Rijnmax Schip Tabel 5-2 Geïnstalleerd boegschroefvermogen in nieuwbouwschepen RWS/CBS Klasse Karakterisering Aantal Gem Min Max SD [kw] [kw] [kw] [kw] M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip M10 Rijnmax Schip Het gemiddeld geïnstalleerde vermogen in de klasse M8 is vrijwel gelijk aan het eerder gevonden resultaat (Tabel 4-3). Wel liggen de uiterste waarden dichter bij elkaar. De resultaten voor de klassen M9 en M10 geven nu een beter beeld van het geïnstalleerde vermogen. Het gemiddeld geïnstalleerde boegschroefvermogen in de klasse M8 is bij nieuwbouwschepen een factor 1,2 hoger. Hierbij speelt vooral een rol dat de nieuwbouwschepen meer dan in het verleden bestemd zijn voor containervervoer en voor vervoer van passagiers. In beide gevallen is in verband met het grotere dwarswindoppervlak een boegschroef met voldoende vermogen noodzakelijk om ook bij lagere snelheden in dwarswind te kunnen manoeuvreren. 2 Bron: informatie.binnenvaart.nl

18 Rapport nr / CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 6.1 Conclusies In totaal zijn 1348 vragenlijsten verzonden, waarvan er 471 zijn terugontvangen. De teruggezonden vragenlijsten dekken 7% van de actieve vloot. De klasse Spits (RWS/CBS klasse indeling [7]) is hierin met een dekking van slechts 0.9% ondervertegenwoordigd. De overige klassen zijn redelijk gelijk verdeeld (alle tussen 5 en 8%) met als uitzondering M8/M9/M10 met een score van 16%. De hoge score in de klassen Groot Rijnschip, Verlengd Groot Rijnschip en Rijnmax Schip komt door een hoge respons in de klasse Groot Rijnschip. Voor de ander twee klassen zijn door de geringe respons de resultaten van de enquête niet representatief en daarom zijn de resultaten van de nieuwbouwschepen van gebruikt. De vaargebieden zijn m.u.v. de klassen Overig en duw-/sleepboten altijd heel ruim aangegeven. In het kort komt het erop neer dat er overal gevaren wordt waar dat met de betreffende klasse toegestaan en mogelijk is. Alleen in de klassen Overig en duw-/sleepboten is aangegeven dat er voornamelijk regionaal gevaren wordt. Het gemiddelde beschikbare motorvermogen is met uitzondering van de klasse duw-/sleepboten in lijn met het maximale laadvermogen per klasse (ca. 0,5 kw/ton laadvermogen). Het beschikbare motorvermogen is samengevat in de onderstaande tabel: Tabel 6-1 Geïnstalleerd hoofdvermogen per RWS/CBS-Klasse RWS/CBS Klasse Karakterisering Gem Min Max SD [kw] [kw] [kw] [kw] bron: enquete M0 Overig M1 Spits M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8 Groot Rijnschip bron: nieuwbouwschepen M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip M10 Rijnmax Schip Het aandeel dubbelschroefs schepen groeit met de grootte klasse. Opvallend is het hoge aantal schepen in de klassen Verlengd Rijn-Herne Schip en groter, dat uitgerust is met een straalbuis/tunnel. Met uitzondering van de duw-/sleepboten is het grootste deel van de schepen uitgerust met meer dan twee roeren per schroef. In vrijwel alle gevallen is aangegeven dat het schip als goed bestuurbaar ervaren werd. In 10% van de gevallen is dit mede door tussentijdse aanpassingen gerealiseerd.

19 Rapport nr /3 18 Vanaf de klasse Hagenaar zijn vrijwel alle schepen uitgerust met een boegschroef. In de klasse Kempenaar is dit 90% en in de klasse Spits 80%. In klasse Overig is slechts 36% uitgerust met een boegschroef. Het beschikbare boegschroefvermogen is samengevat in de onderstaande tabel: Tabel 6-2 Geïnstalleerd boegschroefvermogen per RWS/CBS-Klasse RWS/CBS Klasse Karakterisering Gem Min Max SD [kw] [kw] [kw] [kw] bron: enquete M0 Overig M1 Spits M2 Kempenaar M3 Hagenaar M4 Dortmund Eems M5 Verl. Dortmund Eems M6 Rijn-Herne Schip M7 Verl. Rijn-Herne Schip M8 Groot Rijnschip bron: nieuwbouwschepen M8 Groot Rijnschip M9 Verlengd Groot Rijnschip M10 Rijnmax Schip De schepen die niet uitgerust zijn met een boegschroef betreffen o.a. alle kleinere duwboten. In veel gevallen varen ze met één of twee bakken die ook niet voorzien zijn van een boegschroef. Gezien het gemiddeld geïnstalleerde boegschroefvermogen in de grotere klassen is de aanname in de Richtlijnen Vaarwegen [1] dat grotere schepen uitgerust zijn met een boegschroef van tenminste 200 kw, een goede keus. Voor de grotere vaarwegen (bevaarbaarheidsklasse Vb en hoger) moet er rekening mee gehouden worden dat de boegschroefvermogens veel hoger kunnen zijn. Het gemiddeld geïnstalleerde boegschroefvermogen in de klasse Groot Rijnschip is 340 kw. Het gemiddeld geïnstalleerde boegschroefvermogen in de klassen Groot Rijnschip, Verlengd Groot Rijnschip en Rijnmax Schip is bij nieuwbouwschepen respectievelijk 402, 588 en 690 kw. De boegschroef wordt in eerste instantie gebruikt bij het manoeuvreren. Als tweede wordt genoemd het passeren van sluizen en bruggen. Als derde het beperken van de padbreedte in dwarswind en als laatste het beperken van de padbreedte in krappe situaties. De schippers zijn van mening dat de ruime beschikbaarheid van boegschroeven geen rol mag spelen bij de dimensionering van vaarwegen. In een aantal gevallen wordt door de schippers gesteld dat juist op kleinere vaarwegen door de introductie van de boegschroef de situatie onveiliger wordt. 6.2 Aanbevelingen Aanbevolen wordt om na te gaan in hoeverre het gevoel van de schippers terecht is dat juist op kleinere vaarwegen door de introductie van de boegschroef de situatie onveiliger wordt.

20 Rapport nr /3 19 REFERENTIES [1] Richtlijnen Vaarwegen, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, december [2] Manoeuvreerproeven Guna/Guna II, MARIN Rapport nr /2, april [3] Simulaties Planstudie Boven-IJssel, MARIN Eindrapport nr /4, oktober [4] Meetvaarten Effectiviteit Boegschroef, MARIN Rapport nr , juli [5] Classificatie en kenmerken van de Europese vloot en de actieve vloot in Nederland, Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer, december [6] Inventarisatie Manoeuvreermiddelen, MARIN Eindrapport nr /2, september [7] RWS/CBS-2008 Binnenvaartvloot Classificatie voor studies, statistiek en prognoses.

21 BIJLAGE A Enquête Rapport nr /3

22 Rapport nr /3 L.S. Bij het optimaliseren van het gebruik van bestaande vaarwegen en het ontwerp van nieuwe vaarwegen wordt bij het bepalen van de benodigde padbreedte van schepen nog steeds uitgegaan van de traditionele manoeuvreermiddelen. Steeds vaker komt de vraag naar voren met welke extra middelen en met welke vaarstrategie de padbreedte van schepen verminderd kan worden en in welke mate dit mogelijk is. Steeds meer schepen zijn b.v. uitgerust met een bepaalde vorm van boegbesturing die niet alleen bij het manoeuvreren bij aanleggen en wegvaren wordt gebruikt, maar die ook bij lege vaart kan worden ingezet voor het verminderen van de padbreedte bij het varen in dwarswind en bij bochtvaren. Voordat daadwerkelijk rekening gehouden kan worden met een kleinere padbreedte door het adequaat gebruik van b.v. boegbesturing moet bekend zijn hoe de uitrusting van de huidige vloot is met diverse typen roeren, roerconfiguraties, schroeven, schroefconfiguraties en boegschroeven. Daarnaast dient onderzocht te worden in welke mate boegbesturing ook door schippers gebruikt wordt om de padbreedte te verminderen. De Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft aan MARIN gevraagd een inventarisatie uit te voeren naar de beschikbaarheid en het gebruik van de manoeuvreermiddelen in de binnenvaart. Hierbij gaat het in eerste instantie om een momentopname van de huidige situatie. In het kader van deze inventarisatie willen wij u vragen of u uw medewerking wilt verlenen en de bijgesloten vragenlijst zo volledig mogelijk ingevuld naar ons terug te sturen in de bijgesloten retour envelop. Bij voorbaat dank voor uw medewerking.

23 Rapport nr /3 Naam schip: Registratienummer/Europanummer: Algemene scheepsgegevens Bouwjaar Scheepstype Lengte schip [m] Breedte schip [m] Diepgang geladen voor[m] Diepgang geladen achter [m] Diepgang leeg voor [m] Diepgang leeg achter [m] Maximum laadvermogen [ton] Vaargebied/traject Motor/schroeven Motor: Merk Type Motorvermogen (kw) Max. omw./min motor Schroeftoerental (omw./min) Reduktie motor/schroefas (bij keerkoppeling) Aantal hoofdschroeven Diameter (m) Draairichting Aantal bladen Spoedverhouding (P/D) Bladoppervlakteverhouding (A/A e ) Straalbuis/tunnel aanwezig Ja Nee Plaats van de schroeven (aangeven in de schets op de laatste pagina, inclusief maten) Achteruitvermogen leeg schip goed voldoende normaal slecht zeer slecht Hoe vaak zet u ballast om achteruitvaareigenschappen te verbeteren Bijzonderheden/opmerkingen

24 Rapport nr /3 Roeren Stuurwerk: Merk Type Gebruikt type aansturing/stuurautomaat Soort roer Van der Velde, Becker, Visstaart, Anders: Fabrikant Aantal roeren per schroef Roeroppervlak (LxB) Plaats van de roeren Bijzonderheden/opmerkingen (aangeven in de schets op de laatste pagina, inclusief maten) Boegschroeven Boegschroef: Merk Type Soort boegschroef 4-kanalen, Stuurrooster, Jet, Anders: Aansturing boegschroef Rechtstreeks, Tweedraadssysteem, Anders: Geïnstalleerd vermogen (kw) Boegschroefbediening Gecombineerde/ Gescheiden hendels voor richting en toerental Richting van de hendel Bewegingsrichting/ Voortstuwingsrichting Plaats van de boegschroef In welke situaties wordt de boegschroef gebruikt? (aangeven in de schets op de laatste pagina, inclusief maten) Bijzonderheden/opmerkingen

25 Rapport nr /3 Aanvullende manoeuvreermiddelen Zijn er aanvullende manoeuvreermiddelen beschikbaar (b.v. koproeren of flanking roeren) Plaats van de overige manoeuvreermiddelen (aangeven in de schets op de laatste pagina, inclusief maten) Roeroppervlak Bijzonderheden/opmerkingen Overige vragen Alleen voor duwboten en schepen die regelmatig in een koppelverband gebruikt worden: In welke samenstellingen wordt er gevaren? Zijn de bakken voorzien van eigen manoeuvreermiddelen (korte specificatie): Welke manoeuvreermiddelen worden in dat geval gebruikt: Mogen we u benaderen voor een aanvullend interview over het gebruik en de inzet van de boegschroef? Ja Nee

26 Rapport nr /3 Tekening schip/samenstel Bovenaanzicht Zijaanzicht

SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN

SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN SCHEEPSKARAKTERISTIEKEN VAN NIEUWE GROTE SCHEPEN Rapport Rapport Nr. : 2432.6/2 Datum : 1 februari 21 Paraaf Management : M A R I N P.O. Box 28 67 AA Wageningen The Netherlands T +31 317 47 99 11 F +31

Nadere informatie

Padbreedte van schepen in bochten

Padbreedte van schepen in bochten Padbreedte van schepen in bochten Bepalen bochtentoeslag voor het dimensioneren van vaarwegen Datum 13 januari 2012 Status Rapport Colofon Uitgegeven door Dienst Verkeer en Scheepvaart Informatie ir. J.W.

Nadere informatie

Nieuwe klasseindeling. huidige actieve binnenvaartvloot. Versie 1, november 2003

Nieuwe klasseindeling. huidige actieve binnenvaartvloot. Versie 1, november 2003 Nieuwe indeling van de huidige actieve binnenvaartvloot Versie 1, 15.11.2003 15 november 2003 Auteur: Ernst Bolt Adviesdienst Verkeer en Vervoer afdeling Scheepvaart Colofon Uitgegeven door: Adviesdienst

Nadere informatie

Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage

Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage Overzicht van de Europese binnenvaart Rapportage Juli 2012 Drs. A.C.C. Hubens Oude Engelenseweg 25 5222 AB Den Bosch 073-6230120 06-17418733 www.ahadata.nl Inhoudsopgave LAND VAN REGISTRATIE... 1 SCHEEPSLENGTE...

Nadere informatie

Ankergewichten duwbakken en duwboten.

Ankergewichten duwbakken en duwboten. Ankergewichten duwbakken en duwboten. ROSR 1976 Art 7.01; Ankergerei 1. Schepen die voor het vervoer van goederen zijn bestemd, met uitzondering van zeeschipbakken, moeten zijn uitgerust met één of twee

Nadere informatie

Toelatingseisen route Rotterdam-Antwerpen

Toelatingseisen route Rotterdam-Antwerpen Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Adviesdienst Verkeer en Vervoer Toelatingseisen route Rotterdam-Antwerpen september 2002 Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Adviesdienst Verkeer

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 S. js.io Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 Ri jkswater s t aat, Dienst Verkeerskunde, Hoofdafdeling Scheepvaart. Dordrecht, 2 juni 1975. NOTITIE

Nadere informatie

Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant

Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant s-hertogenbosch 30 Juni 2014 WATERTRUCK PROEFVAARTEN in ZO-Brabant 26 mei 2014-11 juni 2014 C.B.O. bvba MCA Brabant MEBIN BAETSEN-GROEP VAN NIEUWPOORT

Nadere informatie

Bodembeschermingen bij afmeerplaatsen

Bodembeschermingen bij afmeerplaatsen Bodembeschermingen bij afmeerplaatsen Opdracht Rijkswaterstaat, Dienst Utrecht heeft via een opdrachtaanvraag dd. 2 april 2009 de Sectie Waterbouwkunde van de TU Delft gevraagd om advisering met betrekking

Nadere informatie

Werkafspraken boegbesturing

Werkafspraken boegbesturing Werkafspraken boegbesturing V 1.0-18 juli 2007 Samenvatting van de regels: Artikel 7.04, lid 6: Wanneer het schip is voorzien van koproeren of bijzondere roeren (b.v. voor achteruitvaren), moeten deze

Nadere informatie

Classificatie en kenmerken van de Europese vloot en de Actieve vloot in Nederland

Classificatie en kenmerken van de Europese vloot en de Actieve vloot in Nederland Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Adviesdienst Verkeer en Vervoer Classificatie en kenmerken van de Europese vloot en de Actieve vloot in Nederland december 2002 Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Proefvaren en punt 15 van het certificaat. Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart

Proefvaren en punt 15 van het certificaat. Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart Proefvaren en punt 15 van het certificaat Artikel 5.04 Belading tijdens de proefvaart Beladingstoestand van schepen en samenstellen tijdens de proefvaart Schepen en samenstellen die bestemd zijn voor het

Nadere informatie

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) Theorie eisen reglementen (BPR) voor CWOIII Kennis van de volgende artikelen en de uitwijkbepalingen in de betreffende situaties kunnen toepassen: Art. 1.01 i Definitie

Nadere informatie

Proefvaarten met duwstellen

Proefvaarten met duwstellen Proefvaarten met duwstellen Voorwaarden op de Rijn en zone 2 in Nederland De criteria vanuit het ROSR en Bijlage II: Snelheid ten opzichte van het water: 13 km/uur (artikel 5.06 en dienstinstructie 2)

Nadere informatie

Notitie. 2 Uitgangspunten

Notitie. 2 Uitgangspunten Notitie Onderwerp: Wanssum Bodembescherming uitbreiding insteekhaven Wanssum Projectnummer: 351624 Referentienummer: SWNL0204709 Datum: 15-05-2017 1 Inleiding De insteekhaven nabij Wanssum wordt verlengd.

Nadere informatie

Afmeervoorziening Cruiseschepen IJmuiden

Afmeervoorziening Cruiseschepen IJmuiden Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Bouwdienst Rijkswaterstaat Hoofdafdeling Natte Infrastructuur Afmeervoorziening Cruiseschepen IJmuiden Invloed van af- en ontmerende

Nadere informatie

DUWVAART IN KANALEN. EINDVERSLAG STUDIEGROEP DWARSPROFIEL KANALEN IN VERBAND MET DUWVAART bijlage 1 SCHAALEFFECTEN

DUWVAART IN KANALEN. EINDVERSLAG STUDIEGROEP DWARSPROFIEL KANALEN IN VERBAND MET DUWVAART bijlage 1 SCHAALEFFECTEN tm Zo52Q DUWVAART IN KANALEN RAPPORT OVER MANOEUVREERPROEVEN MET MODELLEN OP VERSCHILLENDE SCHAAL VAN EEN DUBBELSCHROEFDUW- BOOT VOOR DE RIJN MET VIER LICHTERS EINDVERSLAG STUDIEGROEP DWARSPROFIEL KANALEN

Nadere informatie

Vlootontwikkeling binnenvaart

Vlootontwikkeling binnenvaart Van Mourik Broekmanweg 6 Postbus 49 2600 AA Delft TNO-rapport TNO-034-DTM-2010-02071 Vlootontwikkeling binnenvaart www.tno.nl T +31 15 276 30 00 F +31 15 276 30 10 mobility@tno.nl Datum 27 mei 2010 Auteur(s)

Nadere informatie

Parameter Dimensie Waarde

Parameter Dimensie Waarde memo postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 onderwerp projectcode referentie - steenbestortingen vaargeul Drontermeer ZL384-71 opgemaakt door ir. M.L. Aalberts datum

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith stikstofdepositie INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader 1

Nadere informatie

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009 Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009 Disclaimer: Bijgaande tekst gaat in op de gevolgen van de invoering van de nieuwe Binnenvaartwet voor vaarbewijzen en examinering

Nadere informatie

NAUTISCHE ASPECTEN LOBBERDENSE WAARD

NAUTISCHE ASPECTEN LOBBERDENSE WAARD NAUTISCHE ASPECTEN LOBBERDENSE WAARD Rapport Rapport Nr. Datum : 24469.600/5 : 29 juni 2011 Paraaf Management: M ARIN P.O. Box 28 6700 AA Wageningen The Netherlands T +31 317 47 99 11 F +31 317 49 32 45

Nadere informatie

Uittreksel uit het TNO rapport 2013 R 11830

Uittreksel uit het TNO rapport 2013 R 11830 Uittreksel uit het TNO rapport 2013 R 11830 Onderzoeksvragen: 1. Zijn de geluidsnormen adequaat en noodzakelijk? 2. Welke argumenten liggen ten grondslag aan de formulering van de eisen, meetmethode en

Nadere informatie

Technische problemen historische pleziervaartuigen langer dan 20 meter

Technische problemen historische pleziervaartuigen langer dan 20 meter Pleziervaartuigen langer dan 20 meter moeten na de invoering van de Europese richtlijn voor de binnenvaart en de Binnenvaartwet voldoen aan technische eisen. Hieronder volgt een overzicht van inventarisatie

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen. H3 PR 3.1 Het innenvaartpolitiereglement Voordat we het water op kunnen moeten we goed weten wanneer je wel of geen voorrang hebt. Daarvoor bestaat het innenvaartpolitiereglement. Wanneer je de regels

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Buurtenquête hostel Leidsche Maan Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding

Nadere informatie

Vragen over de binnenvaartregeling, artikel 3.4, lid 1 en 2

Vragen over de binnenvaartregeling, artikel 3.4, lid 1 en 2 Vragen over de binnenvaartregeling, artikel 3.4, lid 1 en 2 Artikel 3.4 laatste versie (Staatscourant 2011, 17433-30 september 2011) 1. In afwijking van artikel 3.2, eerste lid, bedraagt voor duwstellen

Nadere informatie

Besluit 2017-I-11. gezien de conclusies van de hoorzitting met het binnenvaartbedrijfsleven in maart 2017,

Besluit 2017-I-11. gezien de conclusies van de hoorzitting met het binnenvaartbedrijfsleven in maart 2017, Besluit 2017-I-11 De Centrale Commissie, gezien de RIS-strategie die door de CCR bij Besluit 2012-I-10 is aangenomen en het belang dat wordt toegekend aan het gebruik van elektronische meldingen, gezien

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Statistische controle Balgengasmeters en Ultrasone gasmeters

Statistische controle Balgengasmeters en Ultrasone gasmeters GT - 120429 4 april 2013 Statistische controle Balgengasmeters en Ultrasone gasmeters Poolbesluit controlejaar 2012 Aanvullingen controlejaar 2011 4 april 2013 Statistische controle Balgengasmeters en

Nadere informatie

EQUIPMENT SHEET JAN VAN GENT WATER INJECTIE VAARTUIG. 2 x Scania DS - 14-297 kw/st. 2x Ksb, 2500 m3 /uur. Ja, pds 2000-Aquarius LRK-GPS.

EQUIPMENT SHEET JAN VAN GENT WATER INJECTIE VAARTUIG. 2 x Scania DS - 14-297 kw/st. 2x Ksb, 2500 m3 /uur. Ja, pds 2000-Aquarius LRK-GPS. EQUIPMENT SHEET JAN VAN GENT WATER INJECTIE VAARTUIG TECHNISCHE SPECIFICATIES ALGEMEEN Equipment nummer 10445 Generatoren 2 stuks, 1 x 50 kva, 1 x 40 kva Bouwjaar 1984 Voortstuwing 2 x Scania DS - 14-297

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Traject Toegelaten afmetingen Verplicht lengte breedte diepgang varen uit de oever op minstens. Albertkanaal

Traject Toegelaten afmetingen Verplicht lengte breedte diepgang varen uit de oever op minstens. Albertkanaal Toegelaten afmetingen op de kanalen beheerd door nv De Scheepvaart I. Afmetingen In afwijking van artikel 1 2 en van artikel 2 van het Bijzonder Reglement van de kanalen beheerd door nv De Scheepvaart

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 november 2011. Het gedeelte Beperkt en het gedeelte Algemeen bestaan ieder uit 20 vragen (60

Nadere informatie

Informatietechnologie / meldsystemen gevaarlijke stoffen vanuit het perspectief van de vaarwegbeheerder

Informatietechnologie / meldsystemen gevaarlijke stoffen vanuit het perspectief van de vaarwegbeheerder Informatietechnologie / meldsystemen gevaarlijke stoffen vanuit het perspectief van de vaarwegbeheerder Jos van Splunder Senior Adviseur Scheepvaartverkeerscentrum SVC 21 oktober 2011 Elektronisch Melden,

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Notitie. : L. van Hengstum Kopie aan : M. Said Datum : 31 juli 2012 Betreft. : Belasting door aanvaring Projectcode : HT1694

Notitie. : L. van Hengstum Kopie aan : M. Said Datum : 31 juli 2012 Betreft. : Belasting door aanvaring Projectcode : HT1694 Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres : Galvanistraat 15 Postadres : Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website : www.rotterdam.nl Aan : L. van Hengstum Kopie aan : M. Said Datum : 31 juli 2012 Betreft : Belasting

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST Begrippen en Definities Ivar ONRUST Toepassingsgebied Diverse reglementen B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal

Nadere informatie

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,

Nadere informatie

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma.

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma. Kübra Ozisik Februari 2018 Frans Oldersma www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3 2.2 Definitie kindermishandeling... 3 2.3 Campagne

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek!" ##

Centraal Bureau voor de Statistiek! ## Centraal Bureau voor de Statistiek!" ## Projectnummer: BPA-nummer: Datum: 1 maart 2013 1. Doorontwikkeling van Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) naar Veiligheidsmonitor (VM) 1.1 Inleiding Gedurende de

Nadere informatie

Studie naar de kwaliteit van de Zorg in Schijndel

Studie naar de kwaliteit van de Zorg in Schijndel Studie naar de kwaliteit van de Zorg in S Commissie Zorg Projectgroep Kwaliteit van de Zorg November 216 Uitgave van de Stichting Seniorenraad S Postbus 143, 548 AC S E-mail: info@seniorenraads.nl Commissie

Nadere informatie

Langszij meevoeren: Certificaatplicht. Langszij meevoeren door pleziervaartuigen. Langszij meevoeren algemeen:

Langszij meevoeren: Certificaatplicht. Langszij meevoeren door pleziervaartuigen. Langszij meevoeren algemeen: Langszij meevoeren: Certificaatplicht Pleziervaartuigen die voldoen aan artikel 2 van bijlage II en/of artikel 6 van het BVB zijn certificaatplichtig. Sleepboten die voldoen aan artikel 2 van bijlage II

Nadere informatie

Vaarbewijs 1. Verlichting

Vaarbewijs 1. Verlichting Vaarbewijs 1 Verlichting Kleine schepen Motorboot: Boordlichten Toplicht, tenminste 1 meter boven boordlichten Heklicht of Rondom schijnend licht i.p.v. apart toplicht en heklicht Kleine schepen Zeilboot:

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017 Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Planstudie Paddepoelsterbrug Steller Jeanet Halsema De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon 050-3678865 Bijlage(n) 0 Ons kenmerk 6261150 Datum Uw brief van Uw kenmerk

Nadere informatie

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Memo Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Inhoud Hoofdstuk 1: Introductie... 1 Hoofdstuk 2: Algemene uitkomsten... 1 2.1 De weg naar de studieadviseur... 1 2.2 Hulpvraag... 2 2.3 Waardering

Nadere informatie

Richtlijnen bij aankomst / vertrek / verhalen van zeeschepen voor de haven van Harlingen

Richtlijnen bij aankomst / vertrek / verhalen van zeeschepen voor de haven van Harlingen Richtlijnen bij aankomst / vertrek / verhalen van zeeschepen voor de haven van Harlingen 2019 HAVENDIENST 1 Vaststellingsbesluit Richtlijnen bij aankomst / vertrek / verhalen van zeeschepen voor de haven

Nadere informatie

MER Waalrfront Bijlagenrapport 8. Nautische effecten aanpassing Waalhaven

MER Waalrfront Bijlagenrapport 8. Nautische effecten aanpassing Waalhaven MER Waalrfront Bijlagenrapport 8. Gemeente Nijmegen 7 november 2006 Eindrapport 9S3184.A0 Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen (024) 328 42 84 Telefoon (024) 360 54 83 Fax info@nijmegen.royalhaskoning.com

Nadere informatie

2; Besluiten en regelingen Rijn en BSW. Beleidsregel; vereenvoudigde vergunningverlening bijzonder transport

2; Besluiten en regelingen Rijn en BSW. Beleidsregel; vereenvoudigde vergunningverlening bijzonder transport 2; Besluiten en regelingen Rijn en BSW Beleidsregel; vereenvoudigde vergunningverlening bijzonder transport Beleidsregel vereenvoudigde vergunningverlening voor een bijzonder transport over de binnenwateren

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

bij Zeeburg Vaargeulbreedte Amsterdam -Rijn Kanaal 01 - Nat afdelingsarchief Rijkswate-rstaat

bij Zeeburg Vaargeulbreedte Amsterdam -Rijn Kanaal 01 - Nat afdelingsarchief Rijkswate-rstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswate-rstaat 01 - Nat afdelingsarchief 95 111 RWS_Item_00320 Vaargeulbreedte Amsterdam -Rijn Kanaal bij Zeeburg Vaargeulbreedte in ARK voor de aanleg van natuurvriendelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op andere met name genoemde vaarwegen

Hoofdstuk 9. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op andere met name genoemde vaarwegen Deel II Hoofdstuk 9. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op andere met name genoemde vaarwegen Artikel 9.01. Toepassingsgebied Dit hoofdstuk is van

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek Werkdruk

Rapportage Onderzoek Werkdruk Rapportage Onderzoek Werkdruk Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl INHOUDSOPGAVE 1 ACHTERGROND

Nadere informatie

Koppelverband. Salvadora ,00. Te koop. Algemeen. Bouwjaar Scheepswerf de Kaap

Koppelverband. Salvadora ,00. Te koop. Algemeen. Bouwjaar Scheepswerf de Kaap Koppelverband Salvadora Te koop Algemeen Scheepsnaam Salvadora Bouwwerf Afbouwwerf Scheepswerf de Kaap Scheepswerf de Kaap Afmetingen Lengte o.a. Breedte o.a. Diepgang Holte Breedte tussen den Kruiphoogte

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK CLIËNTERVARINGSONDERZOEK Huishoudelijke Hulp Gemeente Loppersum Wmo Support Datum: 15 maart 2017 Versie: Definitief 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 2.1 Waarom huisbezoeken?... 3 2.2 Leeswijzer... 3 3

Nadere informatie

Workshop 4: Wet- en regelgeving Beleidsregel vergaand geautomatiseerd varen

Workshop 4: Wet- en regelgeving Beleidsregel vergaand geautomatiseerd varen Workshop 4: Wet- en regelgeving Beleidsregel vergaand geautomatiseerd varen Bart van Gent Beleidsmedewerker Directie Maritieme Zaken Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat 12 juni 2019 WOW Bijeenkomst

Nadere informatie

1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed?

1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed? KENNIS SCHIP EN MOTORKENNIS 1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed? A. Een Dortmund-Eemskanaalschip. B. Een Rijn-Hernekanaalschip. C. Een Kempenaar. 2. Welk van onderstaande

Nadere informatie

Vereenvoudigde vergunningverlening voor een bijzonder transport over de binnenwateren in beheer bij het Rijk

Vereenvoudigde vergunningverlening voor een bijzonder transport over de binnenwateren in beheer bij het Rijk Besluit Vereenvoudigde vergunningverlening voor een bijzonder transport over de binnenwateren in beheer bij het Rijk 2 oktober 2009 Nr.RWSCD BJV 2009/3103 (Stcrt. 2009,16019) De Directeur-Generaal Rijkswaterstaat,

Nadere informatie

EMS ontwerp-protocol Emissies door Zeescheepvaart van koudemiddelen

EMS ontwerp-protocol Emissies door Zeescheepvaart van koudemiddelen EMS ontwerp-protocol Emissies door Zeescheepvaart van koudemiddelen Versie 2, 24.11.2003 24 november 2003 Auteur: Ernst Bolt Adviesdienst Verkeer en Vervoer afdeling Scheepvaart ......... Colofon Uitgegeven

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 142 Wet van 16 maart 2000, houdende wijziging van de Binnenschepenwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 96/50/EG van de Raad

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Samenvatting opleidingsinitiatieven waterschappen 2013

Samenvatting opleidingsinitiatieven waterschappen 2013 Samenvatting opleidingsinitiatieven waterschappen 2013 Introductie In dit rapport wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten die naar voren zijn gekomen n.a.v. de enquête over opleidingsinitiatieven

Nadere informatie

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen.

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen. Bijlage 7 behorend bij eindrapport Wachtlijsten en tijden in de kinderopvang door NIPO i.s.m. Vyvoj, 17 december 2003 Wachtlijstonderzoek via ouderbevraging Ouderbevraging op basis van een representatieve

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS 4.00. E-MELDPLICHT met BICS 4.00. Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Instructies Melden met BICS

BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS 4.00. E-MELDPLICHT met BICS 4.00. Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. Instructies Melden met BICS BICS Instructiekaart E-MELDPLICHT MET BICS 4.00 Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. 1 Dit document bevat de beknopte (werk)instructies voor schippers die moeten voldoen aan de meldplicht (m.n. de elektronische

Nadere informatie

Aanpak Stadhuis Groningen

Aanpak Stadhuis Groningen Aanpak Stadhuis Groningen Uitkomsten Stadspanelonderzoek Marcel Daalman September 2017 Erik van der Werff www.os-groningen.nl Inhoud 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding van het onderzoek... 2 1.2. Opzet

Nadere informatie

Rean-L ,00. Algemeen. Motorvrachtschip. In prijs verlaagd. Bouwjaar Scheepswerf Vahali, Belgrado, Servië

Rean-L ,00. Algemeen. Motorvrachtschip. In prijs verlaagd. Bouwjaar Scheepswerf Vahali, Belgrado, Servië Motorvrachtschip Rean-L In prijs verlaagd Algemeen Scheepsnaam Rean-L Bouwjaar 2008 Bouwwerf Afbouwwerf Scheepswerf Vahali, Belgrado, Servië Scheepsafbouwbedrijf Hasselt B.V. te Hasselt Afmetingen Lengte

Nadere informatie

BINNENVAART ROER- EN STUURSYSTEMEN REGISTERED TRADEMARK OF DAMEN MARINE COMPONENTS. BRO Inland rudder and steering systems NL.

BINNENVAART ROER- EN STUURSYSTEMEN REGISTERED TRADEMARK OF DAMEN MARINE COMPONENTS. BRO Inland rudder and steering systems NL. BINNENVAART ROER- EN STUURSYSTEMEN M A N O EU V R E R E N O P Z N B E S T REGISTERED TRADEMARK OF DAMEN MARINE COMPONENTS BRO19 214 Inland rudder and steering systems NL.indd 1 08.05.2019 09:54:12 ROERSYSTEMEN

Nadere informatie

Motorvrachtschip. Initia ,00. Algemeen. Bouwjaar Naval Orsova, Roemenie. Machinefabriek De Waal B.V.

Motorvrachtschip. Initia ,00. Algemeen. Bouwjaar Naval Orsova, Roemenie. Machinefabriek De Waal B.V. Motorvrachtschip Initia Algemeen Scheepsnaam Ex naam Initia Thalassa Bouwjaar 2004 Bouwwerf Afbouwwerf Naval Orsova, Roemenie Machinefabriek De Waal B.V. Afmetingen Lengte o.a. Breedte o.a. Holte Hoogte

Nadere informatie

OBS De Regenboog. Oudertevredenheid. OBS De Regenboog. Enquête en voorbeeldonderzoek. Oudertevredenheidsonderzoek 2008

OBS De Regenboog. Oudertevredenheid. OBS De Regenboog. Enquête en voorbeeldonderzoek. Oudertevredenheidsonderzoek 2008 Oudertevredenheid OBS De Regenboog Oudertevredenheidsonderzoek 2008 OBS De Regenboog Enquête en voorbeeldonderzoek Opdrachtgever: OBS De Regenboog Opdrachtgever: OBS De Regenboog Uitvoerder: Uitvoerder:

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek Werkdrukmiddelen

Rapportage Onderzoek Werkdrukmiddelen Rapportage In opdracht van: PO-Raad Utrecht, juli 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl INHOUDSOPGAVE Paragraaf

Nadere informatie

Lichten & Seinen. Antwoord. Antwoord. Verkeerstekens. Verkeerstekens. In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1)

Lichten & Seinen. Antwoord. Antwoord. Verkeerstekens. Verkeerstekens. In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1) In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1) Buitengebruik gestelde gedeelten van de vaarweg (Bordnr. A.1a) Geldt niet voor een klein schip zonder motor. Voorbijlopen verboden (Bordnr. A.2) Verboden ligplaats

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017 Gemeente Ommen Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 28 juli 2017 DATUM 28 juli 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076)

Nadere informatie

Rapport klanttevredenheid 2013

Rapport klanttevredenheid 2013 Rapport klanttevredenheid 2013 2014.1.73 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Procedure nieuwe verhuur 4 3. 3.1 Reparatieverzoeken Resultaten afgehandelde enquêtes Meerssen 2013 5 5 4. Procedure vertrekkende

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Internet op School :

Internet op School : Internet op School 2006-2010: Vijf jaar internetgebruik in de klas in beeld Drs. Antonius J. van Rooij IVO Rotterdam Colofon In opdracht van Stichting Kennisnet IVO Heemraadssingel 194 3021 DM Rotterdam

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

De Bibliotheek op school Enquête Boeken mee naar huis

De Bibliotheek op school Enquête Boeken mee naar huis De Bibliotheek op school Enquête Boeken mee naar huis Auteur DESAN Research Solutions: Jannes Hartkamp Met medewerking van Kunst van Lezen: Adriaan Langendonk, Inger Bos en Nicolien de Pater In opdracht

Nadere informatie

Samenvatting In deze simulatie-studie is onderzocht in welke mate het schutwaterverlies beperkt kan worden door een aanpassing in de bediening van de sluis. Op kanalen en gekanaliseerde rivieren spelen

Nadere informatie

Veiligheidsgevoel in fietstunnels

Veiligheidsgevoel in fietstunnels Bestuursondersteuning Afdeling Onderzoek & Statistiek Veiligheidsgevoel in fietstunnels Omnibusonderzoek 2008 1 Onderzoekskader Omnibusonderzoek 2008 Opdrachtgever Gemeenteraad/Sector BO Uitvoering Gemeente

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud-dagen voorjaar 2014

Evaluatie SamenOud-dagen voorjaar 2014 Evaluatie SamenOud-dagen voorjaar 2014 Een evaluatierapport over de vierde reeks SamenOud-dagen in Stadskanaal (15 april 2014), Veendam (17 april 2014) en Pekela (4 april 2014). De SamenOud-dagen zijn

Nadere informatie

Gemeente Breda. Waardering LED-verlichting. SSC Onderzoek en Informatie. Verschuurstraat en Rochussenstraat

Gemeente Breda. Waardering LED-verlichting. SSC Onderzoek en Informatie. Verschuurstraat en Rochussenstraat Gemeente Breda SSC Onderzoek en Informatie Waardering LED-verlichting Verschuurstraat en Rochussenstraat Publicatienummer: 1541 Datum: April 2009 In opdracht van: Gemeente Breda, Directie Buitenruimte

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2009. april 2009, uitgevoerd door: www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2009. april 2009, uitgevoerd door: www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2009 april 2009, uitgevoerd door: www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Onderzoeksvariabelen - Algemene gegevens 4 - Contact en omgang 6

Nadere informatie

Manoeuvreren & Vaartechnieken. Ivar ONRUST

Manoeuvreren & Vaartechnieken. Ivar ONRUST Manoeuvreren & Vaartechnieken Ivar ONRUST Sturen met een motorboot met roer Bakboord roer Stuurboord roer De draaicirkel is naar allebei de kanten even groot Sturen met een motorboot met roer D = De druk

Nadere informatie

ADMINISTRATIEAANWIJZING Nr. 2

ADMINISTRATIEAANWIJZING Nr. 2 ADMINISTRATIEAANWIJZING Nr. 2 Eisen ten aanzien van de voorgeschreven snelheid (vooruit), de stopeigenschappen en de achteruitvaareigenschappen (Artikelen 5.06, 5.07 en 5.08 in combinatie met artikelen

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra Gezondheidscentrum Twekkelerveld

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra Gezondheidscentrum Twekkelerveld Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra Gezondheidscentrum Twekkelerveld Dit onderzoek is uitgevoerd door: ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV in opdracht van: Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek inwoners afvalinzameling. Land van Cuijk en Boekel 2015

Tevredenheidsonderzoek inwoners afvalinzameling. Land van Cuijk en Boekel 2015 Tevredenheidsonderzoek inwoners afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel 2015 Cuijk, oktober 2015 Colofon Opdrachtgever : Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel Project : Tevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART. CLNI/CONF (12) 4 16 juli 2012 Or : de de/fr/nl/en

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART. CLNI/CONF (12) 4 16 juli 2012 Or : de de/fr/nl/en CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART Door de CCR georganiseerde Diplomatieke Conferentie voor de goedkeuring van het Herziene Verdrag van Straatsburg inzake de beperking van aansprakelijkheid van scheepseigenaren

Nadere informatie

SOS formulier versie 4.1.0 Voor het rapporteren van een afgehandeld scheepsongeval of ander voorval te water.

SOS formulier versie 4.1.0 Voor het rapporteren van een afgehandeld scheepsongeval of ander voorval te water. SOS formulier versie 4.1.0 Voor het rapporteren van een afgehandeld scheepsongeval of ander voorval te water. Met het formulier moet u een scheepsongeval of ander voorval te water melden. Indien nodig,

Nadere informatie

M Aantasting van dwarsprofielen in vaarwegen. Informatie nr. 2. Het testen van de modelschepen. 1 Inleiding

M Aantasting van dwarsprofielen in vaarwegen. Informatie nr. 2. Het testen van de modelschepen. 1 Inleiding M 1115 Aantasting van dwarsprofielen in vaarwegen Informatie nr. 2 Het testen van de modelschepen 1 Inleiding In het kader van het systematische onderzoek naar de aantasting van dwarsprofielen in vaarwegen

Nadere informatie

Reglementen. Ivar ONRUST

Reglementen. Ivar ONRUST Reglementen Ivar ONRUST 2 Toepassingsgebied Diverse reglementen S.R.K.G.T. B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal

Nadere informatie