Bijlage C. Interviewleidraad Samenwerking tussen (vak)docenten

Transcriptie

1 314

2 Bijlage C Interviewleidraad Samenwerking tussen (vak)docenten

3 316

4 Deel 1 Introductie Eventueel social talk. Ik ben..., student onderwijskunde. In het kader van mijn afstuderen werk ik mee aan een onderzoek van Loes van Wessum. Zij werkt aan de vakgroep Onderwijskunde van de Universiteit Utrecht. Het onderzoek gaat over samenwerking tussen vakdocenten. Voor dat onderzoek worden op deze school docenten van vier secties geïnterviewd. Daarnaast zal door Loes van Wessum bij deze secties een sectievergadering bijgewoond worden en worden documenten bekeken. Alle docenten op deze school zullen verder een tweetal vragenlijsten voorgelegd worden. Deze vragenlijsten komen aan het eind van het schooljaar. Eén vragenlijst handelt over de manier waarop docenten tegen hun professionaliteit aankijken. De andere vragenlijst gaat over samenwerking binnen secties. In dit interview zal het gaan om de manieren waarop u binnen uw sectie met uw collega's samenwerkt. Bij de vragen hanteren we steeds een drieslag. - Hoe verloopt de samenwerking - Hoe oordeelt u daarover? - Wat zou u graag anders doen?; Hoe zou u het graag anders doen? Het gesprek zal ongeveer anderhalf uur duren. Van het interview schrijf ik een verslag. Dit zal een vrij letterlijk uitgewerkt verslag zijn. Dit zend ik u binnen een maand toe. U kunt dan eventuele wijzigingen aanbrengen. Op basis van dat gewijzigde verslag en dat van de andere drie interviews die gehouden zijn binnen uw sectie, wordt een eindverslag gemaakt. Daarbij worden ook gegevens die we gehaald hebben uit de administratie-gegevens en sectievergaderingsnotulen gebruikt. Uiteraard wordt in dit verslag niet genoemd wie wat gezegd heeft. Ook wordt in het onderzoeksrapport de naam van de school niet genoemd. Zoals u ziet heb ik een cassetterecorder meegenomen. Voor mij is het gemakkelijk als ik dit gesprek op kan nemen. Ik kan dan beter naar u luisteren omdat ik niet steeds hoef te schrijven. Nadat ik het verslag van het gesprek heb gemaakt, wis ik het bandje. Vindt u het goed als ik het gesprek opneem? Heeft u nog iets te vragen? Dan stel ik voor dat we van start gaan. 317

5 BIJLAGE C Deel 2 Samenwerking Algemeen 1. Kunt u een voorbeeld noemen van hoe u met uw sectiegenoten samenwerkt? 1a. U noemde... Kunt u nog een voorbeeld noemen? 2. Kunt u een voorbeeld noemen van waar u met sectiegenoten over praat? Wanneer? 2a. In hoeverre kunt u datgene (noem wat respondent heeft genoemd) wat wordt besproken in uw klas gebruiken? 3. Nu een vraag over het lesmateriaal: Werkt u met een methode? 3a. Zo ja, in hoeverre bespreekt u het werken met de methode binnen de sectie? 3b. Waar heeft u het dan over? Wat vindt u daarvan? 318

6 INTERVIEWLEIDRAAD SAMENWERKING TUSSEN (VAK)DOCENTEN Deel 3 Sectie-vergaderingen Nu wil ik graag met u praten over sectievergaderingen. 4. Hoe vaak heeft u sectievergaderingen? 4a. Vindt u dat voldoende? 4b. Indien respondent aangeeft dat het onvoldoende is de volgende vraag stellen: wat belemmert vaker overleg? 5. Zijn er deelsectievergaderingen? 5a. Waarom?/ met wie? 6. Wat wordt er besproken op de vergaderingen? 6a. In hoeverre kunt u datgene (noem wat respondent heeft genoemd) wat wordt besproken in uw klas gebruiken? 7. Kunt een voorbeeld geven van een afspraak die binnen uw sectie is gemaakt? 7a. In hoeverre zijn de afspraken bindend/ Houden jullie je strak aan die afspraken? 8. Kunt u een voorbeeld geven van zaken die u alleen regelt, en zaken die u in overleg met uw sectiegenoten regelt? 8a. Welke zaken regelt u alleen? 8b. Welke zaken regelt u in overleg met sectiegenoten? 319

7 BIJLAGE C Wat vindt u daarvan? 320

8 INTERVIEWLEIDRAAD SAMENWERKING TUSSEN (VAK)DOCENTEN Deel 4 Specifieke Samenwerking Ik wil nu graag een aantal zaken ten aanzien van samenwerking met sectiegenoten langslopen. (Mogelijk is dit al aan bod gekomen bij de algemene samenwerkingsvragen. Indien dat het geval is, kun je deze vragen kort langslopen. Doe dat in de trant van: "U heeft er al iets over gezegd, maar ik wil het toch nog even langslopen".) 9. Hoe komen de proefwerken in uw sectie tot stand? 10. Bereidt u lessen of delen van lessen samen met sectiegenoten voor? 10a. Zo ja, hoe gaat dat in zijn werk?/ Waar gaat het over? 11. Als u een probleem met een leerling heeft, kunt u daarover met uw sectiegenoten praten? (Bijvoorbeeld probleem t.a.v. >storend' in de klas; persoonlijk probleem leerling.) 12. Komt u bij uw sectiegenoten in de klas? 12a. Zo ja: waarom? 13. Heeft u beginnende collega's in uw sectie? 13a. Zo ja, Worden deze opgevangen/begeleid in de sectie? 13b. Zo ja, hoe? Wat vindt u daarvan? 321

9 BIJLAGE C Deel 5 Overeenkomst doelgerichtheid/respect volwassenen Ik wil nu graag met u praten over hoe u het samenwerken binnen uw sectie ervaart. 14. Voelt u zich gewaardeerd door uw sectiegenoten? 15. Kunt u me kort vertellen wat u met uw vak bij leerlingen wilt bereiken? 15a Denken uw sectiegenoten daar ook zo over? 15b. Wat betekent dat voor samenwerking binnen de sectie? Deel 6 Schoolleiding Ik wil nu graag met u over de schoolleiding spreken. Hiermee bedoel ik de gehele schoolleiding, dus rector en conrectoren (als iemand tevens lid van de schoolleiding is; dan deze vragen niet stellen) 16. Heeft de schoolleiding zicht op hoe er binnen de sectie wordt samengewerkt? Hoe? 17. Wat verwacht de schoolleiding van een docent ten aanzien van samenwerking binnen de sectie? Hoe merkt u dat concreet? 17a. In hoeverre probeert de schoolleiding de samenwerking binnen de sectie te beïnvloeden? 18. Werkt de schoolleiding zelf samen? Met wie? 322 Wat vindt u daarvan?

10 INTERVIEWLEIDRAAD SAMENWERKING TUSSEN (VAK)DOCENTEN Deel 7 De Werkplekcondities Ik wil nu graag met u praten over wat samenwerking binnen uw sectie stimuleert, of wat samenwerking juist lastig maakt. (Mogelijk is dit al aan bod gekomen bij de algemene samenwerkingsvragen. Indien dat het geval is, kun je deze vragen kort langslopen. Doe dat in de trant van: "U heeft er al iets over gezegd, maar ik wil het toch nog even langslopen".) 19. Geeft het rooster u mogelijkheden om met uw sectiegenoten samen te werken? Hoe ervaart u dat? 20. Krijgt u taakuren voor samenwerking binnen de sectie? / Werkt u samen in uw vrije tijd? 21. Zijn er binnen uw sectie parttimedocenten? 21a. Wat betekent dat voor de samenwerking binnen de sectie? 22. Zitten er binnen uw sectie docenten zonder onderwijsbevoegdheid voor uw vak? 22a. Wat betekent dat voor de samenwerking binnen de sectie? 23. Zitten er binnen uw sectie docenten die lesgeven in een ander vak? 23a. Wat betekent dat voor de samenwerking binnen de sectie? 24. Zitten er binnen uw sectie docenten die ook lesgeven in een andere school? 24a. Wat betekent dat voor de samenwerking binnen de sectie? 25. Zit u met uw sectie verspreid over meerdere gebouwen? 25a. Wat betekent dat voor samenwerking binnen de sectie? 26. Zijn er nog andere aspecten die invloed hebben op samenwerking binnen de sectie? 323

11 BIJLAGE C Deel 8 Andere Overleg/Samenwerkingsverbanden in de school? Ik wil nu even een uitstapje maken naar de school als geheel. 27. Zijn er zaken die niet binnen de sectie, maar in een ander verband worden besproken? (bijvoorbeeld in jaarlaag, algemene docentenvergadering, lerarenraad, kernteams) 27a. Wat betekent dat voor de samenwerking binnen de sectie? Deel 9 Afsluiting Ik heb van u een goed beeld gekregen over hoe u tegen samenwerking binnen uw sectie aankijkt. 28. Zijn er nog zaken die u wilt bespreken? Bedankt voor het gesprek. U krijgt van mij binnen een maand het verslag van het gesprek. U kunt dan nog eventuele wijzigingen aangeven. Het bandje wordt gewist. Nog even voor de duidelijkheid: in het verslag wat over deze sectie wordt geschreven, worden geen namen genoemd. 324