Danique Voorthuijzen Stage: pre-cibap MBO Docent: Els van Rooij Datum: Jaar 4

Transcriptie

1 Danique Voorthuijzen Stage: pre-cibap MBO Docent: Els van Rooij Datum: Jaar 4

2 Wie een jongen uit de pre-cibap klas 2012 MBO Wat - taakgericht gedrag - luistergedrag - sociaal gedrag Waar Ik doe deze observatie in een klaslokaal van het pre-cibap MBO, tijdens de les Engels. Wanneer De observatie vindt plaats op Van uur tot uur Hoe Tijdens de Engels les van een andere docent zit ik als observator in de klas om deze leerling te observeren. De leerlingen weten niet waarom ik in de klas ben en volgens gewoon hun normale les. Waarom Ik heb ervoor gekozen om deze persoon te observeren omdat van hem niet bekend is of hij een rugzakje of ander probleem heeft. Wel hebben we een keer vernomen dat hij soms hele stukken van de les niet meekrijgt en er vervolgens ook helemaal niks meer van weet. Tijdens mijn eigen lessen is het moeilijk om alleen op hem te letten, en daarom heb ik er nu bewust voor gekozen om te letten op zijn gedrag en om eventueel te achterhalen waarom hij soms hele stukken van de les niet meekrijgt.

3 Wat Zoals hierboven al genoemd ga ik tijdens mijn observatie letten op: - taakgericht gedrag - luistergedrag - sociaal gedrag deze drie categorieën deel ik op in een aantal subcategorieën. Zo kan ik tijdens mijn observatie turven hoe vaak iets van toepassing is. De categorie taakgericht gedrag wordt onderverdeeld in: - kijkt vaak om zich heen - heeft zijn handen onder de tafel - gapen - zit stil, bewegingloos - staren De categorie luistergedrag wordt onderverdeeld in: - naar de leerkracht kijken - bezig zijn met andere dingen - naar beneden kijken, tijdens de uitleg De categorie sociaal gedrag wordt onderverdeeld in: - contact met de leerlingen - meepraten met de leerlingen - lachen (onnodig) voor al deze categorieën heb ik een observatieschema gemaakt om te gebruiken tijdens mijn observatie.

4

5 waar/wanneer/hoe waar Ik doe mijn observatie bij de pre-cibap opleiding, op het MBO. Deze observatie vond plaats op van 10.00uur tot tijdens de les Engels. Hierbij stond een andere docent voor de klas en nam ik zelf de rol van observator in. De leerlingen wisten niet waarom ik in de klas aanwezig was. wanneer De les van 10.00uur tot 10.45uur is het 3 e uur van de dag. Na dit uur hebben de leerlingen een korte pauze van een kwartier. Voor deze les hadden de leerlingen anderhalf uur lang een les van een andere docent. Tijdens deze les zijn ze bezig geweest met een creatieve opdracht. Om aan te geven waar ik als observator zat en waar de desbetreffende persoon zich bevond heb ik een plattegrond gemaakt van de klassenopstelling. De rondjes zijn de andere leerlingen en het kruisje is de persoon die ik heb geobserveerd. Verder zie je hoe de tafels stonden, waar de docent zich bevond en waar ik mijn plek als observator had ingenomen. Ik was daar gaan zitten om een goed overzicht van de hele klas te hebben en vooral ook om persoon X goed te kunnen observeren. hoe Ik wil gaan observeren door op mijn observatieschema te turven hoe vaak iets gebeurd. Ook wil ik kijken hoe lang sommige handelingen duren. Ik gebruik voor deze observatie geen audioapparatuur, omdat ik me helemaal wil richten op de tijd en het turven.

6

7 waarom Ik geef les aan de leerlingen van het pre-cibap in Leeuwarden. Deze leerlingen zijn verdeeld over twee klassen. Van sommige leerlingen is bekend dat zij een rugzakje hebben of een aandoening. Veel voorkomend is PDD-NOS en ADD. Omdat van deze leerlingen al bekend is dat zij dat hebben en omdat ik vorig jaar ook al een leerling met autisme en PDD-NOS heb geobserveerd, leek het me nu wel interessant om een leerling te kiezen waarvan bekend is dat hij geen aandoening heeft. Toch zijn er wel opvallende gebeurtenissen geweest met deze leerling. Zo ontdekten we dat de leerling soms hele stukken van de les niet meekrijgt. Hij weet dat niet meer wat er gezegd of gebeurt is. Waardoor dit komt is niet bekend en ook niet met de leerling besproken. Juist daarom leek het me interessant om deze leerling te observeren en te kijken wat hij dan precies doet tijdens de uitleg. Let hij goed op en schrijft hij mee? of zit hij vaak mijn zijn handen onder de tafel en kijkt hij vaak om zich heen. Het is in eerste instantie niet belemmerend voor de medeleerling en ook de docent heeft er niet direct last van. Het is vooral belemmerend voor de leerling zelf. Hij mist dingen en weet vervolgens niet wat hij moet doen. Hoe komt het toch dat deze jongen soms hele stukken van een les niet mee krijgt??

8 Observatie

9 Analyse Als je naar het observatieschema kijkt, dan is opvallend dat de leerling heel vaak om zich heen kijkt, dit gebeurd namelijk vijftien keer. Ook kijkt de leerling naast dat hij vaak om zich heen kijkt, ook heel vaak naar beneden, dit doet hij maar liefs tien keer. De leerling heeft een terughoudende houding en houdt zijn handen vanaf het begin van de les onder te tafel. Na 13 minuten heeft de leerling nog steeds zijn handen niet onder te tafel vandaan gehaald. Zodra hij na deze 13 minuten zijn handen onder de tafel vandaan haalt, gaat hij met zijn hoofd in zijn handen zitten. Vervolgens doet hij nog 5 keer tijdens deze les zijn handen onder de tafel. Ook het gapen blijft niet onopgemerkt. De leerling gaapt in de eerste 17 minuten al 5 keer, waarna er nog 4 gapen volgen in de resterende tijd. Ook is de leerling vaak aan het staren. Dat doet hij tijdens deze les namelijk 6 keer. Het staren duurt niet heel lang (verschillend per keer maar gemiddeld ongeveer 6 seconde), maar het gebeurd zoals je kunt zien, wel meerdere keren. Zo vaak als de leerling om zich heen kijkt, zo weinig kijkt hij naar de docent. Tijdens deze les kijkt de leerling de docent vier keer aan. Hij is niet druk bezig met andere dingen en ook zijn contact met medeleerlingen valt mee. Hij heeft zes keer contact met medeleerlingen (buiten de gezamenlijke opdracht om). Het valt wel op dat de leerling zich snel mengt in gebeurtenissen, het lijkt alsof hij voor zijn gevoel niks mag missen en erbij moet horen. Je ziet in het schema dat hij ook twee keer met de leerlingen meepraat.

10 Sterkte/zwakte analyse Sterke punten leerling X: - sociaal - praat gemakkelijk met medeleerlingen - kan de opdrachten mee doen Zwakke punten leerling X: - slechte concentratie - kijkt de docent weinig aan - kijkt vaak om zich heen of naar beneden - komt traag op gang - veel gapen en staren tijdens de les - ongeïnteresseerde/vermoeide houding

11 Belemmerend Medeleerling Ik heb niet het idee gekregen dat de leerling belemmerend is voor medeleerlingen. Zodra er samengewerkt moet worden doet de leerling mee en is niet lastig of storend. Hij neemt tijdens de samenwerking ook niet de leiding, hij is afwachtend en kijkt wat de andere leerlingen doen. Docent Ik heb ook niet het idee gehad dat de leerling belemmerend is voor de docent. Ondanks zijn soms wat ongeïnteresseerde houding (vaak wegkijken, vaak naar beneden kijken, gapen, handen onder de tafel en de docent weinig aankijken) heb ik niet het idee dat hij een storende factor is voor de docent. Zodra de leerlingen aan de slag moeten doet hij gewoon mee en ook kan hij gewoon reageren op vragen van de docent. Leerling zelf Of de leerling belemmerend is voor zichzelf vraag ik me af. Hij oogt erg moe, (gaapt vaak, komt traag op gang, lijkt er niet helemaal bij met zijn hoofd door het vaak naar beneden kijken en om zich heen kijken) maar kan zodra het moet gewoon met de opdrachten mee doen. Of hij alles opslaat wat de docent heeft gezegd, kon ik helaas niet controleren.

12 Conclusie Ik kan na deze observatie moeilijk een conclusie trekken. Wat ik heb gezien denk ik dat de leerling erg vermoeiend is. Zijn houding, het vele wegkijken, staren en gapen. De leerling komt soms heel dromerig over. Toch heb ik niet het idee dat de leerling een belemmering is voor zijn medeleerlingen of de docent. Hij zou voor zichzelf en belemmering kunnen zijn doordat hij misschien sommige dingen die worden gezegd tijdens de les niet mee krijgt, maar tijdens deze observatie heb ik dat niet zo ondervonden. Het lijkt me wel heel interessant om deze leerling wat vaker in de gaten te houden, om te kijken of hij op andere momenten van de dag ook zo is of juist een hele andere houding heeft. Misschien is het wel een idee om een keer een gesprek met de leerling aan te gaan en te bespreken hoe zijn thuissituatie is, hoe laat hij slaapt of hij ver moet reizen, vroeg op moet staan etc. Op deze manier krijg ik misschien een verduidelijking op mijn observatie.