WISKUNDEroute! Welkom in Museum. echte MUSEUM I BOERHAAVE. BEgane grond. kladpapier nodig? Op de achterkant!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WISKUNDEroute! Welkom in Museum. echte MUSEUM I BOERHAAVE. BEgane grond. kladpapier nodig? Op de achterkant!"

Transcriptie

1 DE ENIGE echte MUSEUM I BOERHAAVE WISKUNDEroute! Welkom in Museum Boerhaave Museum Boerhaave is hét Rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en geneeskunde. In dit museum kun je hierover dus ontzettend veel leren. Wij gaan vandaag niet de gehele wetenschapsgeschiedenis bekijken. We zoomen in op de ontwikkeling van een klein stukje wiskunde. In zeven opdrachten en een bonus-buitenopdracht laten we de wiskundige voorwerpen uit de collectie van Museum Boerhaave tot leven komen. Bij elk voorwerp is een aantal vragen gesteld, die voor elk niveau geschikt zijn. Gescheiden van deze algemene vragen is er ook een aantal plus -vragen, die bestemd zijn voor leerlingen vanaf de derde klas van de middelbare school. Wanneer je nog niet in de derde klas zit mag je natuurlijk deze plus-vragen proberen te maken, maar waarschijnlijk kom je voorkennis te kort. Van zeven voorwerpen uit de collectie van Museum Boerhaave hebben we replica s laten maken. Jij mag zelf met deze replica s aan de slag. Op deze manier hopen we dat jij een stukje van de geschiedenis van de wiskunde herontdekt. Hieronder zie je de plattegrond van Museum Boerhaave. De bonus-buitenopdracht combineert een aantal opdrachten die je binnen hebt gedaan. Deze opdracht doe je in de binnentuin van het museum. Via de wenteltrap in zaal kun je naar de binnentuin lopen. De wiskunderoute begint in zaal 3. De zaalnummers vind je op elke deurpost. We wensen je veel plezier met de enige echte wiskunderoute! kladpapier nodig? Op de achterkant! 6 Zaal ZAAL 7 WENTELTRAP > Voorwerpen:. Kwadrant van Blaeu. Tekenaap 3. Prent van zeilwagen van Stevin. Anamorfosen ZAAL 3 3 Binnentuin BONUS OPDRACHT. Napierstokjes 6. Voetmaten 7. Modellen van Archimedes TRAP. Bonus opdracht (buiten) e ETAGE I ZAAL TRAP BAR Museumcafé > Looproute: Kassa Zaalnummers: zaal 3, zaal, zaal. Let op de zaalnummers: Anatomisch theater Toiletten en volg de gele lijn op de plattegrond. I BEgane grond INGANG MUSEUM

2 Looproute: Vanaf de kassa ga je linksaf door de hoge hal van het museum, en ga je achter het anatomisch theater de trap op naar zaal. Via de trap in zaal loop je naar zaal 3. In zaal 3 vind je aan de rechterkant het kwadrant van Blaeu. Kwadrant van Blaeu OPDRACHT Kwadrant van blaeu Wie voor aan een voorbijganger vroeg wat de afstand was tussen Leiden en Katwijk aan Zee, kreeg twee antwoorden:. Dat is ongeveer één uur rijden met een goed paard.. Dat is ongeveer twee uur goed doorlopen. Deze twee antwoorden zijn beide vrij lastig te interpreteren. Want wat is nu een goed paard en hoe snel moet je als mens doorlopen om binnen twee uur tijd in Katwijk aan Zee te komen? Vanwege dit praktisch probleem ontstond de behoefte om Nederland in kaart te brengen. Om afstanden tussen verschillende plaatsen in Nederland te bepalen ga je als landmeter niet met meetlatten het land in om alle afstanden met de hand op te meten. Dit zou veel te veel tijd kosten! Om snel een goede kaart van Nederland te maken moest dus iets anders worden bedacht. Omstreeks 6 maakte kaartenuitgever Willem Janszoon Blaeu dit reusachtige kwadrant. Met dit kwadrant kun je heel nauwkeurig hoeken meten. Wanneer je, zonder het aan te raken, kijkt naar de rand van het kwadrant zie je de graden erin gegraveerd staan. Het kwadrant begint helemaal bovenin bij º en eindigt bij 9º. Je zou het kwadrant van Blaeu kunnen vergelijken met een bijzonder nauwkeurige geodriehoek. C A 3º basismeting = m Wanneer we één afstand meten, in dit geval de afstand tussen plaatsen A en B, dan hebben we een basismeting. Wanneer we vervolgens de hoek meten tussen de kijklijnen BA en BC kunnen we met behulp van goniometrie de andere zijden (AC en BC) uitrekenen. B Waar komt de naam kwadrant vandaan? In de wiskunde delen we een assenstelsel meestal op in vier partjes. Wanneer we een cirkel tekenen waarvan het middelpunt op de oorsprong ligt krijgen we vier taartpunten. In de wiskunde noemen we zo n taartpunt een kwadrant. In de afbeelding hieronder zien we dat elke cirkel in de wiskunde vier kwadranten heeft en dat elk kwadrant weer is onderverdeeld in 9º. Het grote kwadrant van Blaeu lijkt dus qua vorm op een kwart van een cirkel, vandaar de naam kwadrant. 3 as as Het nauwkeurig kunnen meten van hoeken is een vaardigheid waar landmeters graag gebruik van maakten. Stel je wilt, zonder drie keer met een meetlint te hoeven meten, de afstanden weten tussen drie verschillende plaatsen met een bijzondere ligging (voor het gemak noemen we de drie plaatsen A, B en C). DE ONTDEKKING VAN Snel De bekende wiskundige Willebrord Snel van Royen gebruikte deze methode om tussen 6 en 67 de omtrek van de aarde te bepalen. Om de hoeken te bepalen tussen verschillende kijklijnen zocht Snel het hoogste punt van een plaats op. Dit was meestal een kerktoren. Dit was een slimme keuze omdat iedere plaats ten minste één kerktoren heeft en omdat deze meestal het hoogste gebouw van een plaats is. Je kunt je voorstellen dat het vervoer van dit reusachtige kwadrant naar de verschillende plaatsen, evenals het vervoer van de grond naar de top van de kerktoren, veel tijd in beslag nam. Verder kon Snel alleen meten bij goed weer. Bij veel bewolking was het zicht te slecht om de verderop gelegen kerktoren goed te kunnen zien. In dat geval kon Snel niets anders doen dan in een herberg zijn berekeningen uitwerken. Als je rekening houdt met deze omstandigheden dan heeft Snel toch een nette prestatie geleverd door in twee jaar tijd zijn metingen te voltooien. Door een heel net van driehoeken te maken, kon Snel afstanden bepalen tussen verschillende plaatsen in Nederland. Eén basismeting en daarna veel hoekmetingen waren voldoende om afstanden te bepalen tussen verschillende plaatsen. Op de pagina hiernaast zie je een afbeelding van de kaart die Snel heeft gemaakt. Met behulp van één basismeting in Leiden en vervolgens een aantal hoekmetingen, bepaalde hij de afstand tussen Bergen op Zoom en Alkmaar. Deze afstand gebruikte hij om de omtrek van de aarde te bepalen.

3 één dodelijk ongeluk door metingen Het werk was voor de landmeters niet zonder gevaar. Er werd op grote hoogte gewerkt, en de kans bestond dat een landmeter van een kerktoren zou waaien. Toch is er in al deze jaren maar één dodelijk ongeluk gebeurd. Bovenin een toren viel een landmeter door een gat in de vloer. De landmeter was meteen dood. De weduwe kreeg gulden schadevergoeding. Tot slot is de broer van de weduwe aangenomen om als landmeter een inkomen voor de familie te verdienen. Na de metingen van Snel wisten we nog steeds niet alle afstanden tussen de plaatsen in Nederland. Pas een kleine tweehonderd jaar later, tijdens de Franse bezetting, werd heel Nederland in kaart gebracht. De Fransen gaven luitenant-generaal baron Krayenhoff hiertoe de opdracht. Na negen jaar was Krayenhoff klaar met zijn kaart. Deze klopte veel beter met de werkelijkheid dan de kaarten van Nederland die eerder waren gemaakt. Ook de grondbelastingen gingen beter kloppen nu de stukken land beter werden opgemeten. DE VRAGEN A] Tel in de afbeelding van het driehoeksnet van Snel het aantal kerktorens dat Snel gebruikte om de afstand te bepalen tussen Bergen op Zoom en Alkmaar. kerktorens Deze opdracht kan alleen worden gemaakt als je hoeken kunt meten! Voorbeeld hoekmeten met een kwadrant Tabellenboek Al voordat er rekenmachines bestonden werd er aan wiskunde gedaan. Waarden van sinus, cosinus en tangens werden vroeger met de hand uitgerekend. Deze waarden werden dan in tabellenboeken gezet. Daarin kon je eenvoudig waarden van sinus, cosinus en tangens opzoeken. Hieronder staat een klein tabellenboekje waarin je de waarden kunt vinden die voor de plus-opdracht handig zijn. graden tangens sinus cosinus 7,37,9,963,39,39,9 9,33,36,9,63,,99 9,66,7, 6,73,66, PLUS + VRAAG We weten dat de afstand tussen Leiden en Wassenaar 9 kilometer is. Dit is onze basismeting. De kaart van Snel Alkmaar Voor het kwadrant van Blaeu zie je vier vloerstickers. Deze vloerstickers stellen de kerktorens voor van de plaatsen Leiden, Wassenaar, Noordwijk aan Zee en Voorhout. In deze opdracht ga jij met behulp van het kwadrant in je koffer een nauwkeurige plattegrond op schaal maken. Vervolgens bepaal je met behulp van je geodriehoek de afstanden tussen deze vier plaatsen. B] Leg je kwadrant met de rode stip op de kerktoren van Leiden. Je kunt nu de hoek meten tussen de kijklijn Wassenaar Leiden en de kijklijn Noordwijk aan Zee Leiden. Noteer hieronder hoe groot deze hoek is. De hoek is Leg nu je kwadrant op de kerktoren van Wassenaar en meet vervolgens de hoek tussen de kijklijn Wassenaar Noordwijk aan Zee en de kijklijn Wassenaar Voorhout. Bereken in kilometers nauwkeurig de afstand tussen: Wassenaar en Noordwijk aan Zee, Noordwijk aan Zee en Voorhout. Gebruik voor het meten van de hoeken het kwadrant. Voor het rekenwerk kun je de rekenmachine gebruiken en het kladblad achterop de krant. Afstand Wassenaar en Noordwijk aan Zee: Afstand Noordwijk aan Zee en Voorhout: km km DE AARDE IS GEEN BOL In 6 kreeg de Nederlandse regering het verzoek van de Pruisische regering om mee te doen aan een grote meting. Het doel van deze grootschalige meting in midden-europa was om meer te weten te komen over de vorm van onze aarde. Voor deze meting bestonden Noteer hieronder hoe groot deze hoek is. Bergen op Zoom Tegenwoordig wordt er niet meer met een driehoeksnet gewerkt. De ligging van plaatsen kan heel precies worden berekend met behulp van satellieten. Denk maar eens aan het GPS-systeem van je telefoon. De hoek is Hier op de vloer is de basismeting Wassenaar Leiden precies centimeter. De lijnen tussen Wassenaar - Leiden en Voorhout - Noordwijk aan Zee lopen parallel aan elkaar. Maak de plattegrond op het roosterpapier hieronder af. Bepaal vervolgens met behulp van je geodriehoek op je plattegrond de afstand tussen: Voorhout en Wassenaar Noordwijk aan Zee en Voorhout er wel vermoedens over de vorm van de aarde maar deze waren nog niet gecontroleerd. Tot op de dag van vandaag hebben wiskundigen nog geen formule kunnen vinden voor de vorm van onze aarde. Wat we wel weten is dat de aarde eruit ziet als een bol die aan de bovenen onderkant wordt ingedrukt. Maak hier je tekening ( hokje op de tekening = cm in het echt): De sinusregel Zoals in het kaartje van Snel te zien is, vormen de plaatsen in werkelijkheid geen rechthoekige driehoeken. Toch zijn de afstanden nog steeds uit te rekenen. Hiervoor heb je de sinusregel nodig. Die leer je in de bovenbouw van het vwo. 9º Wassenaar Leiden 3

4 Looproute: Als je met je rug naar het kwadrant toe staat vind je de tekenaap bovenin de derde vitrine aan je rechterhand. Nummer 7 is de tekenaap. OPDRACHT DE TEKENAAP Als je van twee kaarten met een verschillende schaal één kaart wilt maken moet je de ene kaart vergroten of de andere kaart verkleinen. Tegenwoordig gaat dit gemakkelijk met een kopieermachine. Maar kopieermachines zoals wij die nu kennen hebben niet altijd bestaan. Wie rond 6 twee plattegronden naar dezelfde schaal wilde overzetten had een tekenaap (panthograaf) nodig. Door het woord aap lijkt het erop alsof je dit apparaat zonder nadenken kunt gebruiken. Dat klopt, het enige dat je hoeft te doen is de vergrotingsfactor instellen. Wanneer je dat eenmaal hebt gedaan volg je met de volgnaald de omtrek van de plattegrond. Je zult zien dat het potlood op een wit vel papier een vergroting of verkleining tekent van je originele afbeelding. DE VRAGEN A] Omcirkel de tekenaap in het plaatje van de vitrine. B] Bekijk de historische kaart van Zeeland op bladzijde 7. Zoals je ziet is deze kaart te groot om handig in je broekzak te stoppen. Daarom ga je er een verkleining van tekenen. Gebruik het lege vlak naast de kaart om op te tekenen. Leg de tekenaap neer zoals op de foto s hieronder. Houd het vaste punt (A) vast. Volg met de volgnaald (C) de omtrek van een aantal eilanden van de kaart van Zeeland. Druk hierbij licht op het potlood (B). Je zult zien dat je een verkleining van de oorspronkelijke kaart maakt. Bij deze opdracht zijn extra handen die het vaste punt (A) en de papieren vasthouden geen overbodige luxe. C] Meet met je geodriehoek de lengte van een eiland op de originele kaart en in je verkleining. Met welke factor is de tekening verkleind? Met factor Hoe kan je de verkleiningsfactor aflezen op je tekenaap? HANDLEIDING TEKENAAP Los steunpunt vast punt (A) Potlood (B) Volgnaald (C)

5 PLUS + VRAAg A] De tekenaap wordt zoals de afbeelding hiernaast ingesteld. Met welke factor wordt de tekening verkleind? STEUNPUNT Met factor VOLGNAALD B] Stel dat we alle eilanden op de kaart van Zeeland willen inkleuren met inkt. Hoeveel inkt heb je dan in verhouding minder nodig om de verkleining helemaal in te kleuren? C] Hoe komt het dat de tekenaap een verkleining tekent van de originele afbeelding? Teken in de afbeelding een hulplijn door de punten A en C en probeer met behulp van F- en Z-hoeken erachter te komen hoe de tekenaap werkt. Gelijkvormigheid Wiskundigen houden ervan om orde te scheppen in de wereld om ons heen. Dit doen zij door heel goed te kijken. Wanneer je heel goed kijkt naar driehoeken kom je er misschien tegen die exact een vergroting of verkleining van elkaar zijn. Wiskundigen noemen dit gelijkvormigheid. Vaak kunnen we driehoeken niet uitknippen om ze met elkaar te vergelijken. Wiskundigen kwamen erachter dat de vorm van elke driehoek vast ligt wanneer je twee hoeken weet. Op deze manier hebben twee driehoeken dezelfde vorm als ze twee paar gelijke hoeken hebben. Hieronder zie je een afbeelding van twee gelijkvormige driehoeken. E C D ABC en DEC zijn gelijkvormig, want: A = D B = E (Z hoeken), (Z hoeken). A B D] We willen een vierkant met zijde vergoten en wel zo dat de oppervlakte ongeveer twee keer zo groot wordt, zie de afbeelding hieronder. Hoe zouden we denkbeeldig de tekenaap moeten instellen zodat de oppervlakte van de vergroting ongeveer twee keer zo groot wordt? We hebben laten zien dat er twee paar gelijke hoeken zijn. Daarmee zijn de twee driehoeken gelijkvormig. Nu kunnen we de zijden van de driehoek in een verhoudingstabel zetten: AB BC AC DE EC DC Overigens is: C = C (overstaande hoeken). Maar we hadden al twee paar gelijke hoeken dus deze hoeven we niet op te schrijven.... zijde > Opp = Opp =?? E] Vergelijk jouw tekenaap met de tekenaap in de vitrine. In eerste instantie lijken ze niet op elkaar. Geef in het plaatje hiernaast aan waar de volgende onderdelen zitten: het vaste punt (A) het potlood (B) de volgnaald (C)

6 6 Maak hier je tekening:

7 7

8 Looproute: Vanaf de tekenaap loop je precies één hoge vitrine (aan de rechterkant) verder. Daar zie je een aantal prenten. Nr. 3 is de prent van de zeilwagen van Stevin. OPDRACHT 3 Zeilwagen van Stevin Op de prent zie je twee zeilwagens van Simon Stevin. Deze zeilwagens heeft Stevin voor Prins Maurits gemaakt, puur ter vermaak. Op een mooie dag in februari 6 maakte Prins Maurits samen met 7 vrienden de eerste officiële rit. De reis begon in Scheveningen en dankzij een gunstige wind bereikten ze twee uur later het dorp Petten. Hierbij hebben ze een afstand van Hollandse mijl afgelegd. Eén Hollandse mijl staat voor de afstand die een persoon in één uur tijd aflegt. DE VRAGEN datering Zoals je ziet staat er geen datum onder deze prent. Toch kunnen historici schatten wanneer Stevin met deze zeilwagens zijn eerste testrit deed. Onder de genodigden bevond zich namelijk de Spaanse admiraal van Arragon, Franciscus de Mendoça, die gevangen was genomen bij de Slag bij Nieuwpoort. Stevin heeft dus tussen juli 6 (Slag bij Nieuwpoort) en 9 mei 6 (de dag dat de Spanjaard weer terug naar Spanje werd gestuurd) zijn testrit gemaakt. A] Omcirkel de zeilwagen van Stevin in het plaatje van de vitrine (zie afbeelding bovenaan). B] Meet met je geodriehoek in de kaart op bladzijde 9 de afstand tussen Scheveningen en Petten in meters nauwkeurig. Hoe groot is één Hollandse mijl? Gebruik als hulpmiddel de tabel hieronder. D] Omcirkel op de landkaart op bladzijde 9 waar de stad Utrecht ligt. Geef daarna in de landkaart de windrichting zuidoost aan. E] Kijk nog een keer goed naar de landkaart met daarop de route van de zeilwagen. Vergelijk dit met de prent van de zeilwagen die in de vitrine hangt. Wat valt je op aan de rijrichting van de twee zeilwagens? mijl centimeter centimeter mijl op de kaart centimeter meter meter meter in het echt F] De ingekleurde afbeelding van de zeilwagen van Stevin is veel later gemaakt. Hier rijden beide zeilwagens precies de andere kant op. Hoe zou het kunnen komen dat er twee versies van deze prent bestaan? C] Bereken de gemiddelde snelheid van de zeilwagen tijdens deze tocht. Rond je eindantwoord af in hele kilometers per uur. Gebruik als hulpmiddel de tabel hieronder. meter kilometer kilometer uur uur uur Stevin als taaltrendsetter In het Engels noemen we het mathematics, in het Frans mathématiques, in het Duits mathematik, in het Hongaars matematika, maar in het Nederlands noemen we het wiskunde. Alle vertalingen van het woord wiskunde zijn afgeleid van het oud-griekse woord máthèma, wat betekent wat men leert. De wetenschappelijke voertaal in Europa was in de tijd van Stevin, de Gouden Eeuw, het Latijn. Stevin vond het Latijn maar niets, daarom schreef hij alleen maar in het Nederlands. Stevin vond het Nederlands de meest heldere, efficiënte taal die er bestaat. Om iedereen hiervan te overtuigen gaf Stevin allemaal lijsten van woorden in het Nederlands, Grieks en Latijn die hij met elkaar vergeleek op lengte en aantallen lettergrepen. Zo gaf hij bijvoorbeeld een lijst van 7 Nederlandstalige werkwoorden, waarvan hij de eerste persoon enkelvoud vergeleek. Al deze 7 werkwoorden bestaan in het Nederlands uit één lettergreep, terwijl in het Latijn maar vijf van deze werkwoorden uit één lettergreep bestaan. In het Grieks zijn dit er maar. Deze korte weergave van woorden maakte het Nederlands volgens Stevin de meest geschikte taal om wetenschap in te bedrijven. Een ander groot voordeel van het publiceren in het Nederlands was dat de gewone man het kon lezen. Wie goed was in wiskunde hoefde nu niet eerst een studie aan de Latijnse School of universiteit te doen. Doordat zo alle Nederlanders met aanleg toegang hadden tot de wiskunde zou deze zich volgens Stevin nog verder ontwikkelen. Iets waar we Stevin nu nog van herinneren zijn de leenwoorden. Stevin vond de Nederlandse taal zo mooi dat alle leenwoorden uit andere talen hun eigen Nederlandstalige vertaling moesten krijgen. Zo komen wij aan het woord wiskunde. Andere leenwoorden die we aan Stevin te danken hebben zijn bijvoorbeeld: opschrift (titel), aftrekken (subtraheren), vermenigvuldiging (multiplicatio), middelpunt (centrum), wortel (radix), meetkunde (geometria), schuine zijde (hypotenusa). Hoewel Stevin flink zijn best deed om het Nederlands te promoten gebruiken we niet al zijn woorden meer, bijvoorbeeld: middellijn (diameter), besluit (conclusie), evenwijdige vierhoek (parallellogram), zichteinde (horizon), bouwmeester (architect).

9 Scheveningen Petten km km PLUS + VRAAG Tegenwoordig rijden er nog steeds zeilwagens rond. Alleen heten ze nu blokarts. De blokart is net als de zeilwagen in Nederland bedacht. Doordat de blokarts een stuk lager bij de grond liggen en niet aan personen maar aan één persoon plaats bieden, gaan ze een stuk sneller dan de zeilwagen. Bij dezelfde gunstige wind als Prins Maurits gaat een blokart wel 6 kilometer per uur. Er is één probleem: bij het zeilen over het strand van Scheveningen naar Petten kom je tegenwoordig het Noordzeekanaal tegen. Stuurmanskunsten van Prins Maurits In een verhaal dat toegevoegd is bij deze prent is te lezen dat Prins Maurits af en toe zelf het roer in handen nam. Dit ging niet altijd even goed. Soms stuurde de prins de zeilwagen de zee in. Gelukkig waren er dan gasten die de zeilwagen weer terug het strand op konden sturen, waarna de tocht weer werd vervolgd. Sommige historici beweren zelfs dat vorstelijke personen in de zee terecht kwamen door de stuurkunsten van onze prins. In hoeverre dat waar is, valt, samen met de bijzonder hoge gemiddelde snelheid van de zeilwagen, te betwijfelen. Stel dat de oversteek met de veerboot minuten duurt. Wie komt er dan eerder aan in Petten?. De blokart komt eerder aan dan de zeilwagen,. De blokart komt tegelijkertijd met de zeilwagen aan, 3. De blokart komt later aan dan de zeilwagen. Bereken hoeveel minuten het scheelt. 9

10 Looproute: Na de opdracht over de zeilwagen van Stevin loop je door naar zaal. In zaal vind je in de 6e vitrine aan de linkerkant de anamorfosen. Als je op de knop onder de vitrine drukt gaat het licht in de vitrine aan. OPDRACHT Anamorfosen In de vitrine zie je een aantal rare afbeeldingen staan. Ze zijn raar omdat je niet meteen ziet wat ze voorstellen. Vanuit welke hoek je ook kijkt, het blijft lastig om bij sommige prenten te zeggen wat het is. Dit komt doordat het anamorfosen zijn. Het Griekse woord anamorfose is samengesteld uit ana, dat terug betekent, en morfein, dat vormen betekent. Wanneer we deze twee woorden combineren vinden we de letterlijke betekenis van anamorfose namelijk terug in beeld brengen. DE VRAGEN A] Bekijk de piramide-anamorfose in de vitrine. Wat zie je wanneer je bovenop de piramidespiegel kijkt? B] Probeer zonder de spiegel te raden wat er wordt uitgebeeld op de anamorfosen die in je koffer zitten. Anamorfose = Er zijn twee verschillende soorten anamorfosen: ] Anamorfosen met hulpmiddel, ] Anamorfosen zonder hulpmiddel. Van de anamorfosen zonder hulpmiddel kunnen we veel voorbeelden geven. Kijk maar eens naar het fietserssymbool dat je tegenkomt op het fietspad. Als je van dichtbij naar dit symbool kijkt, lijkt het een langgerekte fiets. Pas wanneer je vanaf de juiste hoek en afstand kijkt, zie je de fiets in de juiste verhouding. Anamorfose = Anamorfose 3 = Anamorfose = Voorbeelden van anamorfosen met hulpmiddel liggen in de vitrine. Om goed te zien wat er wordt afgebeeld heb je een hulpmiddel nodig: een cilindrische spiegel. Het maken van een anamorfose is niet moeilijk. In de afbeelding hiernaast zie je hoe men te werk gaat. Bij zien we een normaal vierkant rooster waarin we zelf een afbeelding kunnen tekenen. Elk hokje ervan brengen we over naar een hokje in 3. Op deze manier kunnen we simpel een anamorfose maken. 3 Anamorfose = C] Pak de cilindrische spiegel en zet deze op de cirkel. Kijk vervolgens van een afstandje via de spiegel naar de afbeelding (zoals te zien is op de foto op pagina ). Schrijf bij elke anamorfose een passende titel en beschrijf wat je ziet. Wat is anamorfose?

11 Wat is anamorfose? E] Bekijk goed de anamorfose van een eend. Bedenk zelf in het vierkante rooster onder aan deze pagina een afbeelding en maak hiervan via het rooster een anamorfose. Controleer met de spiegel of je anamorfose echt werkt. Wat is anamorfose? Wat is anamorfose? D] Bekijk goed de anamorfose van de stoel. Wat gebeurt er met de kromme lijnen in het plaatje van de stoel als je in de cilindrische spiegel kijkt? Wat is anamorfose 3?

12 Looproute: Na de opdracht over de anamorfosen loop je door naar zaal. Gelijk in de eerste vitrine aan de linkerkant vind je de Napierstokjes. De Napierstokjes liggen bij nummer. OPDRACHT Napierstokjes De Napierstokjes die in Museum Boerhaave liggen zijn in 79 door Jan Paauw gemaakt. Paauw heeft deze rekenstokjes gemaakt als hulpmiddel bij het vermenigvuldigen en delen. Je zou de Napierstokjes kunnen zien als een voorloper van de rekenmachine. Het principe achter de rekenstokjes heeft de ontwerper John Napier niet zelf bedacht. Deze methode was omstreeks al bekend in India. Wanneer je volgens deze methode twee getallen met elkaar wilt vermenigvuldigen, dan gebruik je hiervoor een rooster. In de afbeeldingen hieronder zie je hoe je met behulp van een rooster 3 met kunt vermenigvuldigen. John Napier heeft heel goed gekeken naar deze manier van vermenigvuldigen en kwam erachter dat steeds dezelfde getallen in de hokjes komen te staan. Deze getallen heeft hij op zijn stokjes geschreven. Eigenlijk staan op deze stokjes gewoon de vermenigvuldigingstafels. A 3 B 3 C 3 D 3 E 3 F 3 H 3 I DE VRAGEN A] Omcirkel de Napierstokjes in het plaatje van de vitrine bovenaan deze pagina. B] Bekijk bovenstaand voorbeeld waarin 3 met wordt vermenigvuldigd. Wat is de functie van de diagonale lijnen in de hokjes? D] Pak nu de twee stokjes (met daarop de tafels van) 3 en en het beginstokje (zoals op de afbeelding hiernaast). Lees de uitkomsten af van de volgende vermenigvuldigingen: 3 = 3 = + C] Wat is de uitkomst van de vermenigvuldiging van 3 met?

13 E] Hieronder zie je het begin van de vermenigvuldiging van 63 en 76. Maak de vermenigvuldiging verder af en noteer de uitkomst F] Pak nu de drie stokjes (met daarop de tafels van), 6, 3 en het beginstokje (zoals op de afbeelding hieronder). Lees de uitkomsten af van de volgende vermenigvuldigen: 6 7 Logaritmen De Schotse wiskundige John Napier ( 66) heeft veel meer uitgevonden dan alleen de rekenstokjes. Het bekendst zijn de logaritmen. Oorspronkelijk had Napier de logaritme uitgevonden om ingewikkelde berekeningen makkelijker te maken. Onder andere in de astronomie werden berekeningen steeds groter. In essentie kwam zijn idee erop neer om met exponenten te gaan werken. Stel dat je 6 met wilt vermenigvuldigen. Dan schrijf je 6 en als een macht met hetzelfde grondtal, in dit geval grondtal. We weten dat 6 = 6 en =. Met de rekenregels voor machten weten we dat 6 = 6. De uitkomst is gelijk aan 636, zocht Napier op in een tabel. Op deze manier kon een ingewikkelde vermenigvuldiging worden teruggebracht tot een eenvoudige optelling. Hieronder staan de rekenregels voor machten die de vermenigvuldiging laten zien. Tegenwoordig gebruiken we de logaritmen niet meer om het rekenwerk makkelijker te maken. Hiervoor heb je namelijk een rekenmachine. Toch worden logaritmen nog steeds op middelbare scholen geleerd. Dit komt doordat logaritmen veel toepassingen hebben in de praktijk: de geluidssterkte (decibel), de zuurgraad (ph), de kracht van aardbevingen (Schaal van Richter), de helderheid van een ster (magnitude). Kortom dankzij Napier gebruiken wij een kleine jaar later nog steeds de logaritme. PLUS + VRAAG A] Hieronder zie je het begin van de vermenigvuldiging van 7 en 69. Maak de vermenigvuldiging verder af en noteer de uitkomst B] Bedenk zelf hoe je met de stokjes uit je koffer de vermenigvuldiging van 7 met 69 kunt berekenen = 63 = 7 63 = + STOKJES Hieronder zie je een afbeelding van de stokjes van Napier. Twee van deze stokjes liggen op hun kop. Zie jij welke? 3

14 Looproute: Na de opdracht over de Napierstokjes lopen we door naar de 3e vitrine aan de linkerkant. Bij nummer vinden we allemaal stokjes waarop de voetmaten van enkele steden staan. OPDRACHT VOETMATEN 6 Als je voor de 9 e eeuw vanuit Leiden een tapijt in een andere plaats bestelde, was de kans, vreemd genoeg, groot dat je tapijt groter of kleiner was dan je had willen hebben. Dit kwam doordat elke stad een eigen systeem had van standaardmaten. In het begin werden lichaamsmaten als standaardmaat genomen. Als lengtematen werden bijvoorbeeld voeten, ellen en duimen gebruikt. I voet = In Leiden: 3, cm In Haarlem: 7,9 cm In Amsterdam:,3 cm In Groningen: 9, cm In Leeuwarden: 3,6 cm In Zwolle:,9 cm In Assen: 9, cm In Arnhem: 3,3 cm In Maastricht: cm In Den Bosch:, cm In Den Haag: 3, cm In Middelburg: 3, cm Dat het niet handig is om lengtematen per stad vast te stellen bewijst bovenstaande afbeelding. In deze afbeelding zie je de kaart van Nederland met daarin de grootte van de voet in verschillende steden. Wilde je iets kopen in een andere stad dan moest je alles gaan omrekenen. Om het vergelijken van verschillende voetmaten iets makkelijker te maken zijn deze stokjes gemaakt. Toch blijft het rekenwerk erg vervelend. Dit komt doordat een voet niet in tien kleinere voetjes was verdeeld. Een voet werd vaak onderverdeeld in een aantal duimen, dat ongelijk aan was. De streepjes op de voetstokjes in de vitrine stellen het aantal duimen voor. Een commissie van wis- en natuurkundigen bedacht een betere standaardmaat. Deze standaard, de meter, gebruiken we tegenwoordig nog steeds. De meter werd bepaald als /e (één tien miljoenste) deel van de omtrek van de aarde tussen de Noordpool en de Evenaar. Alle onderverdelingen van de meter werden in stappen van hiervan afgeleid. Dus m = dm = cm. Hierdoor werd het omrekenen van verschillende lengtematen een stuk eenvoudiger. Vanaf 7 wordt in bijna alle landen van de wereld dit systeem gebruikt.

15 DE VRAGEN A] Omcirkel de voetmaten in het plaatje van de vitrine. B] Pak de voetstokjes uit je koffer. Vergelijk jouw eigen voet met de Franse en de Vlaamse voet. Is jouw voet groter of kleiner? Hoeveel scheelt het? Franse voet, verschil is: cm Standaarden bij andere volkeren De Arabieren gebruikten als standaardmaat de dikte van één kamelenhaar. De Romeinen gebruikten een voet = palmen = duimen = 6 vingers. Gelukkig hebben we tegenwoordig een veel makkelijker stelsel. Vlaamse voet, verschil is: cm C] De streepjes op de voetstokjes stonden voor het aantal duimen dat in een voet past. Hoeveel duimen van jou passen in beide voeten? voet aantal duimen jouw duimen PLUS + VRAAG Stel de Franse voet en de Vlaamse voet gaan samen met elkaar wandelen. Op een gegeven moment hebben ze beide dezelfde afstand in hele voeten afgelegd. Hoe groot is deze afstand en hoeveel voetstappen hebben beide voeten afgelegd? Franse voet duimen.. Vlaamse voet duimen.. Afstand: Franse voetstappen: Vlaamse voetstappen: D] Wat is de lengte van de zaal in Franse voeten? Wat is de breedte van de zaal in Vlaamse voeten? Lengte van de zaal in Franse voeten: Breedte van de zaal in Vlaamse voeten: Lengte versus tijd Alle lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten kennen een tientallige onderverdeling. Zo is meter = dm = cm =. mm. De enige eenheid die niet deze tientallige onderverdeling gebruikt is de tijd. Want dag = uur =. minuten = 6. seconden. Het zou veel makkelijker rekenen als dag =. seconden was. Het tientalligstelsel in bijna alle landen Niet alle landen kennen het tientallige stelsel voor lengtematen. In Groot-Brittannië en de Verenigde Staten gebruiken ze afwijkende lengtematen. Daardoor staan bijvoorbeeld in je schoen de volgende maten: Fouten door verkeerde eenheden Door de verschillende eenheden worden er soms fouten gemaakt. Zo kwam in 93 een Canadees vliegtuig zonder brandstof te zitten doordat bij de controleberekening van de hoeveelheid kerosine een verkeerde eenheid was gebruikt. In 999 is er een ruimtesatelliet verloren gegaan doordat de software van de satelliet werkte met een andere eenheid dan die waarmee de programmeurs op aarde werkten. Bij beeldschermen merken we tegenwoordig nog iets van afwijkende maten. Zo wordt er vaak over inch, 3 inch of inch gesproken. Wat is het? een duim... of een teen? een teen ;-)

16 Looproute: Na de opdracht over de voetmaten, loop je naar de overkant van de zaal. Daar vind je in de eerste vitrine drie modellen van Archimedes. De modellen liggen bij nummer 3. OPDRACHT Drie modellen van ARCHIMEDES 7 Archimedes was een Griekse wiskundige die ongeveer jaar voor Christus leefde. De drie modellen in de vitrine zijn niet door Archimedes zelf gemaakt. Toch noemen we zijn naam bij deze modellen. Terwijl culturen ten onder gaan, raakt een wiskundig idee niet vergeten, en wordt de naam van de wiskundige vereeuwigd. De modellen in de vitrine zijn in ongeveer dezelfde tijd gemaakt als de Napierstokjes van Jan Paauw (opdracht ). Met de modellen kan je proefondervindelijk een stelling van Archimedes nagaan. DE VRAGEN 3 A] Omcirkel de drie modellen van Archimedes in het plaatje van de vitrine. B] Hierboven zie je een tekening van de drie modellen (in de wiskunde noemen we dit ruimtefiguren). Kies bij elke tekening de juiste naam. C] Pak de drie ruimtefiguren uit je koffer. Noem bij elk ruimtefiguur een verschil tussen de (platte) tekening en het echte ruimtefiguur. Figuur : Figuur : Figuur 3: De wet van Archimedes: Eureka! Koning Hiëro II van Sicilië wilde een nieuwe kroon hebben. Aan een goudsmid gaf hij hiervoor een stuk goud. Toen de goudsmid klaar was, twijfelde koning Hiëro of al het goud wel was gebruikt. Had de goudsmid niet stiekem een ander, goedkoper, metaal gebruikt om de kroon te maken? Archimedes kreeg de opdracht om dit uit te zoeken. Archimedes wist hoeveel het stuk goud woog en kon dit gewicht vergelijken met dat van de kroon. Natuurlijk waren beide even zwaar anders was de koning er direct achter gekomen dat de smid fraude had gepleegd. Het zou kunnen dat de smid het goedkopere zilver had gebruikt bij het maken van de kroon. Zilver is echter lichter dan goud, dus als hij de kroon hetzelfde gewicht had gegeven, zou deze meer ruimte in beslag nemen. In de wiskunde noemen we dit volume. Het volume van een kroon waaraan zilver is toegevoegd is groter dan het volume van de originele hoeveelheid goud. Nu stond Archimedes voor een lastige vraag: hoe bepaal ik het volume van de kroon? Wanneer de kroon een kubus, piramide of een andere regelmatige vorm zou hebben was deze vraag voor Archimedes niet moeilijk te beantwoorden geweest. Maar helaas had de kroon helemaal geen regelmatige vorm. Archimedes kwam er niet uit, tot hij in het meest beroemde bad uit de geschiedenis stapte. Toen hij zich erin liet zakken zag hij dat het waterpeil begon te stijgen. Sterker nog, Archimedes ontdekte dat het waterpeil toenam met een volume dat gelijk was aan wat door zijn lichaam werd verplaatst. Archimedes had de oplossing voor het probleem gevonden, eureka! In een bak die tot de rand werd gevuld met water legde hij een vergelijkbaar stuk goud. Al het water dat uit de bak stroomde ving hij op. Daarna vulde hij de bak opnieuw met water en legde er de kroon in. Het overtollige water ving hij weer op. Wanneer de kroon van hetzelfde soort metaal was gemaakt moest dezelfde hoeveelheid water uit de bak zijn gestroomd. Met dit idee was Archimedes zo blij dat hij meteen uit zijn bad sprong en naakt door de straten liep en schreeuwde: eureka, eureka! (ik heb het gevonden). 6

17 D] Stelling van Archimedes Hieronder zie je een deel van een jaar oude stelling van Archimedes. Helaas is door ouderdom een deel van de tekst weggevallen. Probeer door met je handen te wegen erachter te komen wat er op de vlekken hoort te staan. De en de wegen samen evenveel als de E] Pak nu de weegschaal uit de koffer en zet deze op de grond. Controleer of Archimedes gelijk had door de drie ruimtefiguren te wegen. WISKUNDE IS GEVAARLIJK Toen de Romeinen de stad bezetten waar Archimedes woonde, wilden ze hem gevangen nemen. Op het moment dat een Romeinse soldaat Archimedes aanhield, was hij aan het nadenken over een wiskundig vraagstuk. In het zand tekende Archimedes enkele wiskundige figuren. De soldaat beval Archimedes meteen te stoppen met wiskunde en met hem mee te gaan. Archimedes weigerde, waarop de soldaat zijn zwaard trok en Archimedes neer stak. Terwijl Archimedes stierf zei hij: Verstoor mijn cirkels niet. PLUS + VRAAG Afmetingen kegel: Inhoud kegel: A] Herinner je je de volgende drie inhoudsformules? Afmetingen bol: Inhoud bol: C] Controleer het vermoeden dat je bij onderdeel (B) hebt gekregen door de drie modellen op de weegschaal te zetten. Klopt je uitkomst met onderdeel (B)? Meet met de geodriehoek de afmetingen van de drie modellen en bereken vervolgens de inhoud. Afmetingen cilinder: Inhoud cilinder: B] Neem de som van de inhoud van de kegel en de inhoud van de bol. Vergelijk dit antwoord met de inhoud van de cilinder. Wat valt je op? 7

18 Binnentuin Looproute: Loop terug naar zaal en neem de wenteltrap links achter in de hoek naar beneden. Ga via de deur de tuin in. BONUS OPDRACHT IN DE BINNEN- TUIN! H Hiernaast zie je een prent uit een oud leerboek voor landmeters. In deze prent wordt uitgelegd hoe je de hoogte van een gebouw kunt berekenen zonder een meetlint te gebruiken. hoogte kijklijn B kijklijn A In deze buitenopdracht ga jij met het kwadrant in je koffer de hoogte bepalen van Museum Boerhaave. Zoek hiervoor het hoogste punt op van het museum. C B kijklijn C A DE VRAGEN A] Meet vanaf waar je staat de hoek tussen de kijklijn vanaf je oog top van het museum en de kijklijn oog loodrecht naar de museummuur. Deze hoek is: B] Ga nu voeten naar voren of naar achter en meet opnieuw de hoek tussen de kijklijn oog top van het museum en de kijklijn oog loodrecht naar de museummuur. Deze hoek is: PLUS + VRAAG A] Stel het stuk BC = x. Je kunt nu twee vergelijkingen opstellen die beide de hoogte van het gebouw uitdrukken in x. Los deze twee vergelijkingen op. Gebruik hiervoor de rekenmachine. Vergeet bij je eindantwoord niet je eigen hoogte erbij op te tellen. C] Maak nu heel precies op schaal op pagina hiernaast een tekening van deze opstellen. Meet met behulp van de geodriehoek in je tekening de hoogte van het museum.

19 KLADBLAD Colofon Concept: Jasper van der Schors en Rosalie Blom Inhoud: Jasper van der Schors Redactie: Ad Maas Ontwerp: Studio BrandendZant Replica s: Paul Steenhorst en Tjeerd Bakker Klankbordgroep: Gerard Alberts, Leon van den Broek, Tiemen Cocquyt, Jeanine Daems, Gerdine van den Dool, Mignon Engel, Peter Kop, Mara Scheelings, Harm Jan Smid, Steven Wepster Testers: Ilse van Heusden, Marieke Ligterink, Jonne van der Voort, Roan van der Voort

WISKUNDEroute! Welkom in Museum. echte MUSEUM I BOERHAAVE. BEgane grond. kladpapier nodig? Op de achterkant!

WISKUNDEroute! Welkom in Museum. echte MUSEUM I BOERHAAVE. BEgane grond. kladpapier nodig? Op de achterkant! DE ENIGE echte MUSEUM I BOERHAAVE WISKUNDEroute! Welkom in Museum Boerhaave Museum Boerhaave is hét Rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en geneeskunde. In dit museum kun je hierover

Nadere informatie

Voor kinderen van 8 t/m 12 jaar. Vergeet je koffer niet. Veel plezier!

Voor kinderen van 8 t/m 12 jaar. Vergeet je koffer niet. Veel plezier! WISKUNDEROUTE JUNIOR De WISKUNDEROUTE JUNIOR brengt je naar bijzondere voorwerpen in het museum. Bij elk voorwerp uit de route zijn er opdrachten die je met hulp van de Wiskundekoffer kunt maken. De WISKUNDEROUTE

Nadere informatie

Antwoorden Wiskunderoute Museum Boerhaave. 01A) 14 kerktorens 01B)

Antwoorden Wiskunderoute Museum Boerhaave. 01A) 14 kerktorens 01B) Antwoorden Wiskunderoute Museum Boerhaave 01A) 14 kerktorens 01B) 1+) Wassenaar en Noordwijk aan Zee 250 cm is, Voorhout en Wassenaar ongeveer 262 cm is, Noordwijk aan Zee en Voorhout 80 cm is, Voorhout

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Meetkunde

Hoofdstuk 4: Meetkunde Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair

Nadere informatie

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok Gelijkvormigheid in de 17 de - en 18 de -eeuwse landmeetkunde Heb jij enig idee hoe hoog dat gebouw of die boom is die je uit het raam van je klaslokaal ziet? Misschien kun je de hoogte goed schatten,

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden

Nadere informatie

2.1 Gelijkvormige driehoeken[1]

2.1 Gelijkvormige driehoeken[1] 2.1 Gelijkvormige driehoeken[1] 5 25 50 100 25 125 250 x Hierboven staat een verhoudingstabel. Kruiselings vermenigvuldigen van de getallen geeft: 5 x 125 = 25 x 25 (= 625) 5 x 250 = 25 x 50 (= 1250) 25

Nadere informatie

VOORBEREIDINGSWEEK BASISOPDRACHTEN

VOORBEREIDINGSWEEK BASISOPDRACHTEN DEEL I VOORBEREIDINGSWEEK BASISOPDRACHTEN In deze week werk je aan een grote serie opdrachten die gereedschap zullen zijn voor de rest van de periode. Je moet zelf je eigen uitwerking maken in een soort

Nadere informatie

kilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm

kilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm Op een plattegrond van een stad, maar ook op de landkaart van Nederland worden allerlei wegen kleiner afgebeeld. Omdat je niet de werkelijke maten op papier kunt zetten, maak je gebruik van een schaal.

Nadere informatie

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden. Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die

Nadere informatie

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3 Meetkunde MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3 LOCATIE: Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal DOMEINEN: Bouwkunde, Werktuigbouw, Research Instrumentmaker LEERWEG: BOL - MBO Niveau 4 DATUM:

Nadere informatie

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek. Bij het uitrekenen van een lengte, een oppervlakte of een inhoud moet je altijd het volgende opschrijven: de formule - de tussenstap - het antwoord - de eenheid. 1. rechthoek. Kenmerken: alle hoeken zijn

Nadere informatie

Speurtocht: De wereld op zak

Speurtocht: De wereld op zak Speurtocht: De wereld op zak Zaal 1 Het rariteiten kabinet bij het Anatomisch Theater Dit is het rariteitenkabinet bij het Anatomisch Theater. Een Rariteitenkabinet betekende vroeger een kamer met bijzonderheden.

Nadere informatie

Docentenhandleiding Wiskunde A, B of C?

Docentenhandleiding Wiskunde A, B of C? Docentenhandleiding Wiskunde A, B of C? Geachte mevrouw/meneer, Voor u ligt de docentenhandleiding bij het onderwijsprogramma Wiskunde A, B of C?. In deze handleiding vindt u informatie over het museumbezoek

Nadere informatie

Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde

Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde Getal & Ruimte editie 11 Goniometrie in rechthoekige driehoeken Stap 1: Zoek de rechthoekige driehoeken Figuur 1: Ga na dat in dit voorbeeld alleen ADC en DBC

Nadere informatie

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR Getallenkennis: getalbegrip 1. Noteer het getal: 5D 2H 6HD 7t 9d 2. Noteer het getal: MMXVIII Getallenkennis: werken met gegevens 3. Hoeveel maanden

Nadere informatie

deel B Vergroten en oppervlakte

deel B Vergroten en oppervlakte Vergroten en verkleinen - wiskunde deel B Vergroten en oppervlakte Als je een figuur door een fotokopieerapparaat laat vergroten dan worden alle afmetingen in de figuur met dezelfde factor vermenigvuldigd.

Nadere informatie

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ... PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE a) Begrippen uit de getallenleer Bewerking optelling aftrekking vermenigvuldiging Symbool deling : kwadratering... machtsverheffing...

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl wiskunde 2011 - I

Eindexamen vmbo gl/tl wiskunde 2011 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = diameter oppervlakte cirkel = straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte grondvlak

Nadere informatie

44 De stelling van Pythagoras

44 De stelling van Pythagoras 44 De stelling van Pythagoras Verkennen Pythagoras Uitleg Je kunt nu lezen wat de stelling van Pythagoras is. In de applet kun je de twee rode punten verschuiven. Opgave 1 a) Verschuif in de applet punt

Nadere informatie

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo Deel (benaderbaar object) Om de hoogte van een bepaald object te berekenen hebben we geleerd dat je dat kunt doen als je in staat bent om een rechthoekige driehoek te bedenken waarvan je één zijde kunt

Nadere informatie

Docentenhandleiding Wiskunde A, B of C?

Docentenhandleiding Wiskunde A, B of C? Docentenhandleiding Wiskunde A, B of C? Geachte mevrouw/meneer, Voor u ligt de docentenhandleiding bij het onderwijsprogramma "Wiskunde A, B of C?". In deze handleiding vindt u informatie over het museumbezoek

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

Soorten lijnen. Soorten rechten

Soorten lijnen. Soorten rechten Soorten lijnen ik zeg ik teken ik noteer ik weet een punt A A een rechte a a Een rechte heeft geen begin- en eindpunt. een halfrechte [A een halfrechte heeft B] een beginpunt of een eindpunt een lijnstuk

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VMBO-GL en TL 2011 tijdvak 1 maandag 23 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift

Nadere informatie

Fenomena. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie 01-2016 1

Fenomena. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie 01-2016 1 Fenomena Jouw werkbladen In NEMO Mijn naam: Mijn school: Ik zit in groep: Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie 01-2016 1 Fenomena Welkom bij Fenomena! Deze hele

Nadere informatie

2 Meten 2.1 2.1 Kaarten 2.1 2.2 Materialen en technieken 2.3 2.3 Meten en schetsen 2.12 2.4 Praktijkopdrachten 2.16

2 Meten 2.1 2.1 Kaarten 2.1 2.2 Materialen en technieken 2.3 2.3 Meten en schetsen 2.12 2.4 Praktijkopdrachten 2.16 Inhoud Voorwoord v Het metrieke stelsel vii Inhoud ix Trefwoordenlijst x 1 Basis 1.1 1.1 Veel voorkomende berekeningen 1.1 1.2 Van punt tot vlak 1.4 1.3 Oppervlakten berekenen 1.12 1.4 Zelf tekenen 1.16

Nadere informatie

wizprof 2013 21 maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

wizprof 2013 21 maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan www.zwijsen.nl www.e-nemo.nl 21 maart 2013 www.education.ti.com Veel succes en vooral veel plezier.!! Stichting Wiskunde Kangoeroe www.smart.be www.rekenzeker.nl www.sanderspuzzelboeken.nl www.schoolsupport.nl

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-GL en TL 2019 tijdvak 2 maandag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 70 punten

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE 1. Maak het getal a. In de figuur hiernaast zie je zes getallen staan: één in het rondje, en vijf in de rechthoek. Probeer nu om het getal in de cirkel te 'maken' met de getallen

Nadere informatie

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² De boom en het stokje staan loodrecht op de grond in het park. De boom is 3 en het stokje 1. Hoe lang is de schaduw van het stokje

Nadere informatie

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde Wiskunde Examen VBO-MAVO-C Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 24 mei 13.30 15.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het

Nadere informatie

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A Omtrek en oppervlakte (1) Werkblad 1 Van een rechthoek die mooi in het rooster past zijn lengte en breedte hele getallen. Lengte en breedte zijn samen gelijk

Nadere informatie

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk.

Het leek ons wel een interessante opdracht, een uitdaging en een leuke aanvulling bij het hoofdstuk. Praktische-opdracht door een scholier 2910 woorden 3 mei 2000 5,2 46 keer beoordeeld Vak Wiskunde Wiskunde A1 - Praktische Opdracht Hoofdstuk 2 1. Inleiding We hebben de opdracht gekregen een praktische

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten

Nadere informatie

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG

Nadere informatie

Toetswijzer examen Cool 2.1

Toetswijzer examen Cool 2.1 Toetswijzer examen Cool 2.1 Cool 2.1 1 Getallenkennis: Grote natuurlijke getallen 86 a Ik kan grote getallen vlot lezen en schrijven. 90 b Ik kan getallen afronden. 91 c Ik ken de getalwaarde van een getal.

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2012 tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.

Nadere informatie

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] 8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande

Nadere informatie

Let op: Indien van toepassing: schrijf berekeningen bij de opdrachten. Gebruik bij de tekeningen een passer en geodriehoek/hoekmeter.

Let op: Indien van toepassing: schrijf berekeningen bij de opdrachten. Gebruik bij de tekeningen een passer en geodriehoek/hoekmeter. Vestiging: Westplasmavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 3T-WIS-S-01 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 56 punten cesuur : 28 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen :Geodriehoek,

Nadere informatie

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter. 70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Nadere informatie

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken. Rood-wit-blauw werkblad 1 Bij het hele werkblad: Alle rode getallen zijn deelbaar door hetzelfde getal. Elk wit getal is gelijk aan een rood getal + 1, elk blauw getal aan een rood getal + 2 Russisch vermenigvuldigen

Nadere informatie

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Golfbaan 1 maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand (1) 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.

Nadere informatie

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3 Oefentoets Versie A Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (017/018) Periode: 3 Opmerkingen vooraf: Het gebruik van een rekenmachine en een tabellenboekje is toegestaan. Geef je antwoord alljd

Nadere informatie

G 1 Tangram: figuren leggen

G 1 Tangram: figuren leggen G Tangram: figuren leggen * Schaar, kopieerbladen 8 en 9 Knip de zeven tangramdelen (kopieerblad 8) uit. Let erop dat de grenslijnen van ieder deel wel heel blijven. Leg met de zeven delen de dieren op

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor Docenten Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor docenten H13: OMTREK EN OPPERVLAKTE DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen weten wat de begrippen omtrek en oppervlakte betekenen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen

Nadere informatie

Checklist Wiskunde B HAVO HML

Checklist Wiskunde B HAVO HML Checklist Wiskunde B HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Lineaire vergelijkingen en lineaire ongelijkheden oplossen. Wanneer klapt het teken om? Haakjes en breuken wegwerken. Ontbinden in factoren: x buiten

Nadere informatie

Lesmateriaal bovenbouw

Lesmateriaal bovenbouw Lesmateriaal bovenbouw Workshopdag Satellieten 8 oktober 2008 Space Expo, Noordwijk Bouw je eigen telescoop Benieuwd naar het oppervlak van de maan? Of de ringen van Saturnus? Deze dingen staan te ver

Nadere informatie

Biljarten op een ellips. Lab kist voor 3-4 vwo

Biljarten op een ellips. Lab kist voor 3-4 vwo Biljarten op een ellips Lab kist voor 3-4 vwo Dit lespakket behoort bij het ellipsvormige biljart van de ITS Academy. Ontwerp: Pauline Vos, in opdracht van Its Academy Juni 2011 Leerdoelen: - kennismaken

Nadere informatie

Onmogelijke figuren. Geschreven door Judith Floor en Vivike Lapoutre. Herzien door Dieuwke van Wijk en Amarins van de Voorde

Onmogelijke figuren. Geschreven door Judith Floor en Vivike Lapoutre. Herzien door Dieuwke van Wijk en Amarins van de Voorde Onmogelijke figuren Geschreven door Judith Floor en Vivike Lapoutre Herzien door Dieuwke van Wijk en Amarins van de Voorde Vierkant voor Wiskunde Zomerkamp A 2010 Voorwoord Je hebt vast wel eens een stripboek

Nadere informatie

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte 1 Tekenen in roosters Kern 1 Tegelvloeren Kern 2 Oppervlakte Kern 3 Het assenstelsel Kern 4 Rechthoeken 2 Rekenen Kern 1 De rekenmachine Kern 2 Voorrangsregels Kern 3 Afronden Kern 4 Afronden 3 Grafieken

Nadere informatie

Novum, wiskunde LTP leerjaar 1. Wiskunde, LTP leerjaar 1. Vak: Wiskunde Leerjaar: 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 Kerndoel(en):

Novum, wiskunde LTP leerjaar 1. Wiskunde, LTP leerjaar 1. Vak: Wiskunde Leerjaar: 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 Kerndoel(en): Wiskunde, LTP leerjaar 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 26 De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan afbeeldingen te maken en deze te interpreteren, en leert

Nadere informatie

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Lees de opgave goed, zodat je precies weet wat er gevraagd wordt. Zoek naar grootheden en eenheden. Schrijf de gegevens die je nodig denkt te hebben overzichtelijk

Nadere informatie

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB Deel 3 havo De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof van tien hoofdstukken door te werken, eventueel met de verkorte

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2010 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2010 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

Wiskunde C vwo. Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal. Programma

Wiskunde C vwo. Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal. Programma Wiskunde C vwo Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal Programma 1. Vorm en ruimte in Getal & Ruimte 2. Logisch redeneren in Getal & Ruimte 1. Examenprogramma

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo Vestiging Westplasmavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 56 punten cesuur : 28 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen : Geodriehoek,

Nadere informatie

ruimte Handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek handleiding

ruimte Handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek handleiding Handleiding inhoudsopgave 1 de grote lijn 2 applets 3 bespreking per paragraaf 4 tijdsplan 5 materialen voor een klassengesprek 1 de grote lijn de zijlijn hoofdlijn Kennismaken met verschillende soorten

Nadere informatie

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken. Uitwerking toets rekenvaardigheid Opgave a. 725,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken. 725,98 + 698,99 = 725,98 + 700,0= 7824,97 Denk eraan ik doe er teveel bij

Nadere informatie

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1 Versie 1 Datum: 11 juni 2011 Cursus: Docent: Taal in alle vakken Radha Gangaram Panday Door: Mario Hummeling, 1597628 Shafi Ilahibaks, 1540943 Cyril Bouwman, 1581806 Herman Hofmeijer, 1058201 Nico van

Nadere informatie

ZESDE KLAS MEETKUNDE

ZESDE KLAS MEETKUNDE ZESDE KLAS MEETKUNDE maandag 1. Het vierkant. Eigenschappen. 2. Vierkanten tekenen met passer en lat vanuit zeshoek 3. Vierkanten tekenen met passer en lat binnen cirkel 4. Vierkanten tekenen met passer

Nadere informatie

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen. Meetkunde Inleiding We beginnen met het doorlezen van alle theorie uit hoofdstuk 3 van het boek. Daar staan een aantal algemene regels goed uitgelegd. Waar je nog wat extra uitleg over nodig hebt, is de

Nadere informatie

Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3

Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3 Een boekje met wiskundige vragen en opdrachten voor Havo 3 Gemaakt door: Harm Bakker Peter Vaandrager April 2002. Met dank aan mevr.o. De Meulemeester van KSO Glorieux uit Ronse in België. Geschiedenis

Nadere informatie

SAMENVATTING BASIS & KADER

SAMENVATTING BASIS & KADER SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,

Nadere informatie

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

Nadere informatie

Genoeg ruimte? In de methodes

Genoeg ruimte? In de methodes Genoeg ruimte? Het berekenen van de oppervlakte van rechthoekige figuren komt in alle methoden voor. Vaak staat in de tekening aangegeven wat de te gebruiken eenheid is, bijvoorbeeld een vierkante meter.

Nadere informatie

Lereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1

Lereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1 Lereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1 Bij rekenen heb je vast al rijen en rijen met sommen gemaakt! Dat ziet er dan ongeveer zo uit: 324+689=1013 561-256=305 22x34=748 208+593=801

Nadere informatie

Domein A: Inzicht en handelen

Domein A: Inzicht en handelen Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2010 tijdvak 1 vrijdag 21 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten

Nadere informatie

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 1

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 1 STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 1 Nederlands Hoofdstuk 1 en 2. Lezen Taal en woordenschat Grammatica en spelling Schrijfopdracht (zakelijke e-mail) Geldt voor alle niveaus. Engels Het eerste schoolexamen Engels

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen Inhoud 1. Hoofdrekenen: natuurlijke getallen tot 100 000 Optellen (p. 4) Aftrekken (p. 4) Vermenigvuldigen (p. 5) Delen (p. 5) Deling met rest (p. 6) 2. Hoofdrekenen: kommagetallen

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde Erratum Meetkunde Je vindt hier de correcties voor Handig met getallen 4 (ISBN: 978 94 90681 005). Deze correcties zijn ook bedoeld voor het Rekenwerkboek

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2009 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2 OVEZICHT FOMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte grondvlak

Nadere informatie

Antwoordmodel - Vlakke figuren

Antwoordmodel - Vlakke figuren Antwoordmodel - Vlakke figuren Vraag 1 Verbind de termen met de juiste definities. Middelloodlijn Gaat door het midden van een lijnstuk en staat er loodrecht op. Bissectrice Deelt een hoek middendoor.

Nadere informatie

4.1 Rekenen met wortels [1]

4.1 Rekenen met wortels [1] 4.1 Rekenen met wortels [1] Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B 3) A 2 A Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.1 Rekenen met wortels [1] Voorbeeld 3:

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2 INHOUDSTAFEL inhoudstafel... 2 getallenkennis waarde van cijfers in een getal... 6 grote getallen... 7 rekentaal... 8 rekentaal deel 2... 9 soorten getallen... 9 rekentaal deel 3... 10 de ongelijke verdeling...

Nadere informatie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:... TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.

Nadere informatie

Wet van Archimedes. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Wet van Archimedes. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur P.J. Dreef Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/89831 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit!

Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit! Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit! U-talent opdracht Wiskunde Havo 3 (eventueel vwo 3) Inleiding Het verpakken en vervoeren van producten is een belangrijk onderwerp in de commerciële

Nadere informatie

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken 148. 2 Plaats bepalen 60. 5 Negatieve getallen 198. 3 Rekenen 100

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken 148. 2 Plaats bepalen 60. 5 Negatieve getallen 198. 3 Rekenen 100 1 BK deel 1 Voorkennis 1 Aan de slag met wiskunde 6 1 Ruimtefiguren 8 1.1 Wiskundige ruimte guren 10 1.2 Vlakken, ribben en hoekpunten 14 1.3 Kubus en vierkant 17 1.4 Balk en rechthoek 24 1.5 Cilinder

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2013 tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.

Nadere informatie

Blok 7 MK vraag 1: een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden

Blok 7 MK vraag 1: een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden Blok 7 MK vraag : een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden Een oplossing voor een ruimtelijk probleem vinden omtrek vierkant rechthoek parallellogram driehoek zijden of 4 z zijden of 2 (b + h)

Nadere informatie

2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN

2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN 2A LEERLIJN leerjaar 1. 1. tellen 1.1 Tellen in groepjes 1.2 Vooruittellen en terugtellen 7. optellen en aftrekken 7.1 Optellen 7.2 Aftrekken 2. GROEPEREN 2.1 Groeperen en inwisselen 2.2 Springen met grotere

Nadere informatie

Willem van Ravenstein

Willem van Ravenstein Willem van Ravenstein 1. Variabelen Rekenen is het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken je de bewerkingen machtsverheffen en worteltrekken.

Nadere informatie

6.1 Rechthoekige driehoeken [1]

6.1 Rechthoekige driehoeken [1] 6.1 Rechthoekige driehoeken [1] In het plaatje hiernaast is een rechthoekige driehoek getekend. Aan elke zijde van deze driehoek ligt een vierkant. Het gele vierkant heeft een oppervlakte van 9 hokjes;

Nadere informatie

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein. 2012 Den Haag

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein. 2012 Den Haag Basisvaardigheden algebra Willem van Ravenstein 2012 Den Haag 1. Variabelen Rekenenis het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen.

Nadere informatie

EDUCATIE PROGRAMMA. Geschikt voor leerlingen van groep 8. Weegschaalmuseum. Turfpoortstraat 27. 1411 ED Naarden. Tel.035 5447153

EDUCATIE PROGRAMMA. Geschikt voor leerlingen van groep 8. Weegschaalmuseum. Turfpoortstraat 27. 1411 ED Naarden. Tel.035 5447153 EDUCATIE PROGRAMMA Geschikt voor leerlingen van groep 8 Weegschaalmuseum Turfpoortstraat 27 1411 ED Naarden Tel.035 5447153 www.weegschaalmuseum.nl info@weegschaalmuseum.nl Gang van zaken bij het educatieve

Nadere informatie

klas 2-3 - 4 "Eenheden"

klas 2-3 - 4 Eenheden Naam: klas 2-3 - 4 "Eenheden" Klas: Het woord eenheid betekent dat dingen hetzelfde zijn. In de natuurkunde, scheikunde en techniek kan van alles gemeten worden. Iedereen kan elkaars metingen pas gebruiken

Nadere informatie

Rakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde

Rakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde Rakende cirkels Keuzeopdracht voor wiskunde Verrijkende opdracht over construeren en redeneren in figuren Voorkennis: meetkunde: cirkels, raaklijn, loodrecht stand; sinus: waarden voor bekende hoeken als

Nadere informatie