Een man met orale ulcera door hypereosinofiel syndroom en met een goede respons op de tyrosinekinaseremmer imatinib
|
|
- Jonathan Meyer
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 casuïstische mededelingen Een man met orale ulcera door hypereosinofiel syndroom en met een goede respons op de tyrosinekinaseremmer imatinib M.C.H.M.Verstappen, V.Mattijssen, B.A.van der Reijden, A.J.P.van der Heijden, P.J.Wahab en R.A.de Vries Zie ook het artikel op bl Een 55-jarige man had sinds 2 jaar pijnlijke, recidiverende orale ulcera. Histologisch onderzoek liet een aspecifieke geringe chronische ontsteking zien. Eosinofilie van bloed en beenmerg deed een hypereosinofiel syndroom vermoeden, waarbij geen andere orgaanbetrokkenheid werd aangetoond. De diagnose werd bevestigd met het aantonen van het fusiegen FIP1-like-1-platelet-derived growth factor receptor α (FIP1L1-PDGFRA) in perifeer bloed en beenmerg. Behandeling met de tyrosinekinaseremmer imatinib resulteerde in een snelle respons, die bij de laatste follow-up ruim 2 jaar persisteerde. Het hypereosinofiel syndroom is een zeldzame hematologische aandoening. Tot voor kort was de diagnose per exclusionem en het beloop vaak fataal. Recent werd bij patiënten met het syndroom een fusie van het FIP1L1-gen en het PDGFRA-gen gedetecteerd. Dit fusiegen resulteert in een nieuw tyrosinekinase dat leidt tot proliferatie van hematopoëtische cellen. Dit tyrosinekinase is een aangrijpingspunt voor behandeling met imatinib. Deze moleculair-biologische ontwikkelingen zullen leiden tot een nieuwe classificatie van hypereosinofiel syndroom met specifieke therapeutische opties. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150: Het hypereosinofiel syndroom wordt gekenmerkt door een overproductie van eosinofiele granulocyten en gaat gepaard met perifere eosinofilie en orgaanschade als gevolg van infiltratie van eosinofiele cellen. De klinische presentatie is heterogeen en de prognose doorgaans slecht. Tot voor kort waren er geen specifieke diagnostische tests en werd de diagnose veelal gesteld per exclusionem. Zoals bij meerdere hematologische aandoeningen is recent ook bij het hype r- eosinofiel syndroom een afwijking op DNA-niveau beschreven. Dit heeft meer inzicht gegeven in de pathogenese en biedt bovendien aanknopingspunten voor therapie. 1 Het gaat hier om het fusiegen FIP1-like-1-platelet-derived growth factor receptor α (FIP1L1-PDGFRA), dat resulteert in een geactiveerd tyrosinekinase. In dit artikel beschrijven wij een casus over hypereosinofiel syndroom met een aanvankelijk moeilijk te duiden klinisch beeld. Aan de hand hiervan willen wij de diagnostische en therapeutische implicaties van het fusiegen toelichten. Ziekenhuis Rijnstate, Postbus 9555, 6800 TA Arnhem. Afd. Interne Geneeskunde: mw.m.c.h.m.verstappen, assistent-geneeskundige; mw.dr.v.mattijssen, internist. Afd. Maag-, Darm- en Leverziekten: hr.dr.p.j.wahab en hr.dr.r.a.de Vries, maag-darm-leverartsen. Universitair Medisch Centrum St Radboud, Centraal Hematologisch Laboratorium, Nijmegen. Hr.dr.B.A.van der Reijden, moleculair bioloog; mw.ing.a.j.p.van der Heijden, analist. Correspondentieadres: mw.m.c.h.m.verstappen (m_verstappen@hotmail.com). ziektegeschiedenis Patiënt A, een 55-jarige, uit Nederland afkomstige man, werd verwezen naar de afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten voor de analyse van sinds 2 jaar bestaande, hardnekkige, recidiverende ulcera van het mondslijmvlies. De afwijkingen kwamen en gingen in perioden van enkele weken en waren zo pijnlijk dat de voedselinname bemoeilijkt was. Anamnestisch waren er verder geen bijzonderheden. Patiënt rookte niet en gebruikte geen alcohol. Hij gebruikte vaak lidocaïnespray voor pijnstilling. Uitgebreide analyse door de kaakchirurg, de dermatoloog en de kno-arts had geen diagnose opgeleverd. Een eerdere proefbehandeling met prednison had geen effect. De medische voorgeschiedenis was overigens blanco. Bij lichamelijk onderzoek zagen wij een man met een lengte van 183 cm en een gewicht van 73 kg, die geen algehele malaise leek te hebben. Het mondslijmvlies toonde op gingivae, wangen en laterale tongranden multipele kleine ulceraties. Verder lichamelijk onderzoek bracht geen bijzonderheden aan het licht, met name geen huidafwijkingen of genitale ulcera. Laboratoriumonderzoek toonde een leukocytengetal van /l, met een eosinofilie van 32%. Het absolute aantal eosinofiele cellen was /l (referentiewaarde: ). Retrospectief bestond deze eosinofilie al bijna 1 jaar. BSE, hemoglobine, trombocytengetal, elektrolyten, creatinine, leverenzymen, lactaatdehydrogenase en eiwitspectrum waren niet-afwijkend. De concentratie vitamine B 12 was verhoogd: 1348 pmol/l (referentiewaarde: ), andere vitaminespiegels waren niet-afwijkend. Serologisch 1188 Ned Tijdschr Geneeskd mei;150(21)
2 onderzoek gericht op auto-immuunziekten, hepatitis, hiv en coeliakie gaf geen afwijkende uitslagen. Fecesonderzoek op wormeieren en cysten was negatief. Herhaald histologisch onderzoek van de mondslijmvliesafwijkingen toonde een aspecifieke ontsteking. Om gastro-intestinale aandoeningen als verklaring voor de orale ulcera uit te sluiten werd endoscopisch onderzoek verricht. Bij gastroscopie werden kleine ulcera in de distale oesofagus gezien. Histologisch onderzoek hiervan toonde een geringe, aspecifieke, chronische ontsteking. Bij coloscopie en histologisch onderzoek van biopten van het colon en het distale deel van het ileum werden geen afwijkingen gezien, met name geen aanwijzingen voor inflammatoire darmziekten. Op basis van de eosinofilie van het perifere bloed en de verhoogde spiegel van vitamine B 12 dachten wij aan een myeloproliferatieve ziekte. Een CT-scan van het abdomen liet een vergrote milt zien met een craniocaudale afmeting van 14 cm. Histologisch beenmergonderzoek toonde een hypercellulair beenmerg met infiltratie van eosinofiele granulocyten. Met als waarschijnlijkheidsdiagnose hypereosinofiel syndroom werd moleculair-biologische diagnostiek verricht. Met PCR van beenmerg en perifeer bloed werd het recent bij het hypereosinofiel syndroom aangetoonde fusiegen FIP1L1-PDGFRA vastgesteld (figuur). Vervolgens werd patiënt behandeld met de tyrosinekinaseremmer imatinib 100 mg 1 dd per os. Hierop verdwenen de orale ulcera en de klachten binnen 2 weken en trad een evenzo snelle daling van het aantal eosinofiele cellen in het perifere bloed op. Het lichaamsgewicht nam toe met 8 kg binnen een halfjaar. Bij cardiologisch onderzoek ten tijde van de diagnose, inclusief echocardiografie, waren er geen aanwijzingen voor cardiale manifestaties van het hypereosinofiel syndroom. Patiënt gebruikte bij de laatste follow-up de genoemde medicatie 26 maanden. De mondslijmvliesafwijkingen waren weggebleven, het aantal eosinofiele cellen in het peri fere bloed was stabiel rond de , dat wil zeggen binnen het referentiegebied, en er hadden zich geen andere manifestaties van het hypereosinofiel syndroom voorgedaan. beschouwing Orale ulcera. De oorzaak van het vóórkomen van ulcera in de mondholte is vaak onduidelijk (idiopathisch) en de klachten zijn soms hardnekkig en lastig te behandelen. De diffe- M P BM1 PB1 PB2 PB3 PB4 M NC * a b Agarosegel-elektroforese van producten verkregen met reverse transcriptase -PCR op het fusiegen FIP1-like-1-platelet-derived growth factor receptor-α (FIP1L1-PDGFRA) volgens Cools et al.: 1 (a) de lanen BM1 en PB1 representeren respectievelijk beenmerg en perifeer bloed van patiënt A, afgenomen vóór behandeling met imatinib; PB2, -3 en -4 representeren perifeer bloed afgenomen na respectievelijk 2, 7 en 11 maanden na instelling van behandeling met imatinib (de analysen werden in duplo uitgevoerd). Het DNA-fragment in de met een * aangegeven onderste band werd later uit de agarosegel geïsoleerd, waarna met een DNA-sequentiereactie de basenvolgorde werd bepaald. Sequentieanalyse liet een fusie van FIP1L1- en PDGFRA-nucleotiden zien, die overigens niet identiek is aan de beschreven FIP1L1- PDGRA-fusie aanwezig in de EOL-1-cellijn. De extra banden representeren zeer waarschijnlijk alternatieve FIP1L1-PDGFRA-fusiefragmenten, die zijn ontstaan als gevolg van differentiële RNA- splicing, zoals eerder beschreven; 1 M = marker voor molecuulgrootte, P = positieve controle (EOL-1-cellijn van humane acute myeloïde leukemie); (b) elektroferogram van FIP1L1-PDGFRA-PCR-producten uitgevoerd op een verdunningsreeks bestaande uit FIP1L1-PDGFRA-positieve EOL-1-cellen serieel verdund in FIP1L1-PGDFRA-negatieve HL60-cellen met een 10- tot voudige verdunning: het blijkt dat 1 positieve cel temidden van negatieve cellen nog gedetecteerd kan worden; NC = negatief controlemonster. Ned Tijdschr Geneeskd mei;150(21) 1189
3 Differentiaaldiagnose van orale ulcera primair fysisch trauma geneesmiddelen (lokale chemische irritatie) infecties (viraal, bacterieel, schimmel) lichen planus maligniteit secundair systeemziekte (ziekte van Behçet, lupus erythematodes disseminatus, ziekte van Reiter) mucocutaan syndroom (erythema multiforme, syndroom van Stevens-Johnson) vesiculobulleuze dermatose (pemfigus, parapemfigus) darmziekte (colitis ulcerosa, ziekte van Crohn, coeliakie) deficiëntie (foliumzuur, ijzer, vitamine B 12, zink) medicamenteus myeloproliferatieve ziekte idiopathisch rentiaaldiagnose is uitgebreid (tabel). Het hypereosinofiel syndroom als oorzaak van orale ulcera wordt slechts sporadisch genoemd. Hypereosinofiel syndroom. Het hypereosinofiel syndroom is een aandoening die met name voorkomt bij mannen met een leeftijd van jaar; de man-vrouwverhouding is 9:1. In 1975 stelden Chusid et al. 3 diagnostische criteria voor: (a) eosinofilie > /l gedurende meer dan 6 maanden; (b) afwezigheid van een bekende oorzaak voor eosinofilie, zoals worminfectie of allergie; en (c) tekenen van orgaanschade of -betrokkenheid. 2 Deze criteria zijn tot op heden gangbaar. Als er een klonale afwijking kan worden aangetoond, spreekt men van chronische eosinofiele leukemie, een aandoening die behoort tot de myeloproliferatieve ziekten. 3 Het hypereosinofiel syndroom is een heterogene ziekte, die sluipend kan verlopen en soms min of meer per toeval ontdekt kan worden, of zich, hoewel dit zeldzamer is, acuut kan presenteren met reeds ernstige complicaties. Als presenterende symptomen worden beschreven: vermoeidheid, hoesten, dyspneu, spierpijn, angio-oedeem, exantheem, koorts en visusstoornissen. Complicaties kunnen in meerdere organen optreden als gevolg van het lokaal vrijkomen van toxische stoffen uit infiltrerende eosinofiele cellen. Betrokkenheid van hart, huid, centraal zenuwstelsel, longen en milt komt het meest voor. Schade van ogen, lever en tractus digestivus wordt minder vaak beschreven. Zeldzaam is het voorkomen van mucosale ulcera. Deze kunnen gezien worden in mond, neus, farynx, oesofagus en maag of op penis of anus. De diagnose was bij onze patiënt wellicht eerder gesteld als in de biopten van de ulcera eosinofiele infiltratie aanwezig was geweest. In de schaarse literatuur over het histologisch beeld van deze mucosale afwijkingen wordt een aspecifiek, gemengd cellulair infiltraat beschreven met of zonder eosinofiele cellen. 4-6 De pathofysiologie blijft daarmee onduidelijk. Met betrekking tot de prognose van het hypereosinofiel syndroom wordt een 5- en 15-jaarsoverleving van respectievelijk 80 en 42% gemeld. 7 De belangrijkste doodsoorzaak is hartfalen door fibrose. Cardiologische controle en medicatie en cardiochirurgie hebben waarschijnlijk bijgedragen aan een betere levensverwachting in de laatste decennia. Het doel van de behandeling van het hypereosinofiel syndroom is het bestrijden van symptomen en het voorkómen dan wel beperken van orgaanschade, met name van het hart. Corticosteroïden, cytotoxische therapie en interferon alfa worden toegepast ter bestrijding van de eosinofilie, alle met beperkt succes. Moleculair-biologische diagnostiek. In 2003 detecteerden Cools et al. bij 9 van 16 patiënten met een hypereosinofiel syndroom een fusie van het FIP1-like-1 -gen (FIP1L1), een niet nader gekarakteriseerd humaan gen, en het gen voor platelet-derived growth factor receptor α (PDGFRA). 1 De fusie van deze 2 genen ontstaat door een interstitiële deletie van chromosoom 4q12, en resulteert in een geactiveerd tyrosinekinase dat hematopoëtische cellen transformeert. Het fusiegen is behalve in eosinofiele ook detecteerbaar in neutrofiele granulocyten en in mononucleaire cellen. Waardoor het hieruit voortkomende tyrosinekinase een schijnbare voorkeur heeft voor transformatie van eosinofiele cellen is niet duidelijk. Het FIP1L1-PDGFRA-fusiegen lijkt ove rigens niet specifiek voor hypereosinofiel syndroom of chronische eosinofiele leukemie, aangezien het ook is aangetoond bij patiënten met mastocytose. De deletie 4q12 is niet zichtbaar met standaardcytogenetische technieken. FIP1L1-PDGFRA kan worden gedetecteerd door middel van fluorescentie-in-situhybridisatie (FISH) of PCR op perifeer bloed of beenmerg. De bij onze patiënt gebruikte test is een kwalitatieve PCR. Kwantitatieve PCR is slechts op zeer beperkte schaal beschikbaar. Behandeling met imatinib. Het door FIP1L1-PDGFRA gecodeerde tyrosinekinase blijkt een aangrijpingspunt te zijn voor imatinib. Imatinib is bekend van de therapeutische effecten bij chronische myeloïde leukemie en bij gastro-intestinale stromaceltumoren. Bij deze aandoeningen is het aangrijpingspunt voor het middel echter anders dan bij het hypereosinofiel syndroom, namelijk respectievelijk het breakpoint cluster region -Abelson(bcr-abl)-fusie-eiwit (gecodeerd door het BCR-ABL-gen) en een transmembraneuze groeifactorreceptor met tyrosinekinaseactiviteit. Verder is de 50% remmende concentratie van imatinib ten aanzien van het FIP1L1-PDGFRA-tyrosinekinase 100-voudig lager dan bij het bcr-abl-eiwit. In de klinische praktijk worden hematologische responsen bij patiënten met hypereosinofiel syndroom doorgaans dan ook bereikt met de relatief lage dosis imatinib van 100 mg/dag. In 4 kleine patiëntengroepen met 5-11 patiënten met het hypereosinofiel syndroom ligt het 1190 Ned Tijdschr Geneeskd mei;150(21)
4 percentage complete hematologische respons, met normalisatie van het perifere bloedbeeld, op Niet bij alle patiënten in deze onderzoeken is moleculaire diagnostiek verricht. Opvallend is echter dat alle patiënten met het FIP1L1-PDGFRA-fusiegen initieel responderen op imatinib, maar dat er ook complete hematologische responsen op imatinib zijn bij patiënten met hypereosinofiel syndroom bij wie dit fusiegen niet aantoonbaar is. 12 Dit betekent dat er ook een ander, nog onbekend, aangrijpingspunt voor imatinib moet zijn. In hoeverre al of niet vroege behandeling met imatinib orgaanschade kan verminderen of voorkomen is nog onduidelijk. Hartfalen bleek vaak niet reversibel, maar remissie van pulmonale infiltraten en van myelofibrose is wel beschreven. 11 Moleculaire remissie, waarbij het FIP1L1-PDGFRA niet meer aangetoond kan worden, is bij een aantal patiënten met hypereosinofiel syndroom vastgesteld Bij onze patiënt was na 11 maanden therapie in het perifere bloed het FIP1L1-PDGFRA met kwalitatieve PCR nog steeds aantoonbaar. Als kwantitatieve PCR op grotere schaal beschikbaar wordt, zal het bepalen van het fusiegen niet alleen geschikt zijn voor de diagnostiek, maar ook voor de monitoring van behandeling van het hypereosinofiel syndroom. Resistentie ten aanzien van imatinib is beschreven. Bij 1 patiënt bleek deze resistentie, na een aanvankelijke respons, te worden veroorzaakt door een mutatie in het adenosinetrifosfaat(atp)-bindingsdomein van PDGFRA. 1 conclusie De recente ontdekking van het FIP1L1-PDGFRA-fusiegen bij patiënten met hypereosinofiel syndroom is van grote betekenis voor het inzicht in de pathogenese en diagnostiek van dit heterogene beeld en zal leiden tot het aanscherpen van de definitie van het hypereosinofiel syndroom en verwante ziektebeelden. Onder andere op basis van het vaststellen van het fusiegen FIP1L1-PDGFRA wordt reeds een onderscheid voorgesteld tussen chronische eosinofiele leukemie en het idiopathisch hypereosinofiel syndroom Wellicht nog belangrijker is dat het gen een aanknopingspunt biedt voor een hele nieuwe vorm van behandeling, namelijk met tyrosinekinaseremmers. Momenteel gaat het om imatinib, maar nieuwe middelen zijn reeds in ontwikkeling. 16 Bij een patiënt met aanwijzingen voor hypereosinofiel syndroom dient een PCR op FIP1L1-PDGFRA verricht te worden. Indien dit fusiegen wordt aangetoond, heeft dat belangrijke voorspellende waarde voor een respons op imatinib. Echter, ook bij patiënten met hypereosinofiel syndroom zonder het fusiegen dient men behandeling met imatinib te overwegen. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 3 januari 2006 Literatuur 1 Cools J, DeAngelo DJ, Gotlib J, Stover EH, Legare RD, Cortes J, et al. A tyrosine kinase created by fusion of the PDGFRA and FIP1L1 genes as a therapeutic target of imatinib in idiopathic hypereosinophilic syndrome. N Engl J Med. 2003;348: Chusid MJ, Dale DC, West BC, Wolff SM. The hypereosinophilic syndrome: analysis of fourteen cases with review of the literature. Medicine (Baltimore). 1975;54: Harris NL, Jaffe ES, Diebold J, Flandrin G, Muller-Hermelink HK, Vardiman J, et al. World Health Organization classification of neoplastic diseases of the hematopoietic and lymfoid tissues: report of the Clinical Advisory Committee meeting Airlie House, Virginia, November J Clin Oncol. 1999;17: Aractingi S, Janin A, Zini JM, Gauthier MS, Chauvenet L, Tobelem G, et al. Specific mucosal erosions in hypereosinophilic syndrome. Evidence for eosinophil protein deposition. Arch Dermatol. 1996;132: Leiferman KM, O Duffy JD, Perry HO, Greipp PR, Giuliani ER, Gleich GJ. Recurrent incapacitating mucosal ulcerations. A prodrome of the hypereosinophilic syndrome. JAMA. 1982;247: Weller PF. The idiopathic hypereosinophilic syndrome. Arch Dermatol. 1996;132: Lefebvre C, Bletry O, Degoulet P, Guillevin L, Bentata-Pessayre M, Le Thi Houng D, et al. Facteurs pronostiques du syndrome hypereosinophilique. Etude de 40 observations. Ann Med Interne (Paris). 1989;140: Gleich GJ, Leiferman KM, Pardanani A, Tefferi A, Butterfield JH. Treatment of hypereosinophilic syndrome with imatinib mesilate. Lancet. 2002;359: Pardanani A, Reeder T, Porrata LF, Li CY, Tazelaar HD, Baxter EJ, et al. Imatinib therapy for hypereosinophilic syndrome and other eosinophilic disorders. Blood. 2003;101: Cortes J, Ault P, Koller C, Thomas D, Ferrajoli A, Wierda W, et al. Efficacy of imatinib mesylate in the treatment of idiopathic hypereosinophilic syndrome. Blood. 2003;101: Klion AD, Robyn J, Akin C, Noel P, Brown M, Law M, et al. Molecular remission and reversal of myelofibrosis in response to imatinib mesylate treatment in patients with the myeloproliferative variant of hypereosinophilic syndrome. Blood. 2004;103: Gotlib J, Cools J, Malone 3rd JM, Schrier SL, Gilliland DG, Coutré SE. The FIP1L1-PDGFRalpha fusion tyrosine kinase in hypereosinophilic syndrome and chronic eosinophilic leukemia: implications for diagnosis, classification, and management. Blood. 2004;103: La Starza R, Specchia G, Cuneo A, Beacci D, Nozzoli C, Luciano L, et al. The hypereosinophilic syndrome: fluorescence in situ hybridization detects the del(4)(q12)-fip1l1/pdgfra but not genomic re arrangements of other tyrosine kinases. Haematologica. 2005;90: Bain BJ. Cytogenetic and molecular genetic aspects of eosinophilic leukaemias. Br J Haematol. 2003;122: Cools J. The hypereosinophilic syndrome: idiopathic or not, that is the question. Haematologica. 2005;90: Stover EH, Chen J, Lee BH, Cools J, McDowell E, Adelsperger J, et al. The small molecule tyrosine kinase inhibitor AMN107 inhibits TEL-PDGFRbeta and FIP1L1-PDGFRalpha in vitro and in vivo. Blood. 2005;106: Ned Tijdschr Geneeskd mei;150(21) 1191
5 Abstract A man with oral ulcers caused by hypereosinophilic syndrome that responded well to the tyrosine-kinase inhibitor imatinib. For the last 2 years, a 55-year-old man had painful, recurrent oral ulcers. Histological examination showed non-specific inflammation. Eosinophilia in the blood and bone marrow raised the suspicion of hypereosinophilic syndrome. No other specific organ involvement was observed. The diagnosis was confirmed by detection of the fusion gene FIP1-like-1-plateletderived growth factor receptor α (FIP1L1-PDGFRA) in the peripheral blood and bone marrow. Treatment with the tyrosine-kinase inhibitor imatinib resulted in a rapid response that has been maintained for more than 2 years. Hypereosinophilic syndrome is a rare haematological disorder. Until recently diagnosis was made by exclusion, and the course of disease was often fatal. Fusion of the FIP1L1 gene to the PDGFRA gene was identified recently in some patients with hypereosinophilic syndrome. The fusion results in a novel tyrosine kinase that is constitutively activated and may induce proliferation of haematopoietic cells. Treatment with imatinib targets this tyrosine kinase. These advances in our understanding of the molecular biology of the disease will lead to a new classification of hypereosinophilic syndrome with specific therapeutic options. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150: Ned Tijdschr Geneeskd. 1906;50I: Ned Tijdschr Geneeskd mei;150(21)
Hypereosinofiel syndroom
Hypereosinofiel syndroom R. Fijnheer Meander Medisch Centrum/UMCUtrecht HES Incidentie: 2-4 per 1.000.000 per jaar Man> vrouw Leeftijd: 30-70 erg in belangstelling: glivec, mepolizumab etc. Lastig voor
Nadere informatieHet FIP1L1-PDGFRA-fusiegen in hypereosinofiel syndroom en chronische eosinofiele leukemie
Het FIP1L1-PDGFRA-fusiegen in hypereosinofiel syndroom en chronische eosinofiele leukemie Auteurs Trefwoorden J. Cools en G. Verhoef FIP1L1-PDGFRA-fusiegen, hypereosinofiel syndroom, imatinib, tyrosinekinase-inhibitoren
Nadere informatieKwaliteitscontrole binnen de moleculaire diagnostiek van hematologische maligniteiten
Radboud University Medical Centre Nijmegen Centre for Molecular Life Sciences Kwaliteitscontrole binnen de moleculaire diagnostiek van hematologische maligniteiten Bert van der Reijden, PhD Laboratorium
Nadere informatieEosinofilie voor de Hematoloog
Eosinofilie voor de Hematoloog Hanneke Kluin-Nelemans UMCG Disclosures: geen Een casus. Een 46-jarige man wordt verwezen van elders wegens eosinofilie en splenomegalie A/: Moe, jeuk, nachtzweten, dyspnoe
Nadere informatieHematologie: werken in teamverband!
Hematologie: werken in teamverband! Hematologie Zeer intense samenwerking tussen clinicus, klinisch bioloog, anatomopatholoog en cytogeneticus is cruciaal Aan hand van twee casussen willen we het zorgpad
Nadere informatieTrombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014
Trombocytose Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014 Casus 1 Vrouw, 25 jaar Laboratoriumonderzoek hemoglobine 11,2 g/dl 11,0-14,4 hematocriet 0,341
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Faaij, Claudia Margaretha Johanna Maria Title: Cellular trafficking in haematological
Nadere informatieEosinofilie. Tom Lodewyck 9 februari 2019
Eosinofilie Tom Lodewyck 9 februari 2019 Eosinofiel Bilobaire kern, granules die rood-oranje aankleuren met eosine ( eosino-fiel )
Nadere informatieMaligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014
Maligne hematologie Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Leukemie acuut AML (acute myeloïde leukemie) ALL (acute lymfoïde leukemie) chronisch CML (chronische myeloïde
Nadere informatieMyelofibrose, PV en ET. Harry C Schouten Department of Hematology Maastricht University Medical Center Maastricht, Netherlands
Myelofibrose, PV en ET Harry C Schouten Department of Hematology Maastricht University Medical Center Maastricht, Netherlands plt ery MSC PSC mono neutro eo baso Blympho LSC T lympho MyeloProliferatieve
Nadere informatieBlasten in perifeer bloed
Man 50 jaar Chronische lymfatische leukemie, RAI stadium 0, zonder criteria van actieve ziekte waarvoor wait and see beleid diep veneuze trombose. 2 dagen later: presentatie op SEH in verband met veel
Nadere informatiePneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC
Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch
Nadere informatieM. Crohn en Colitis ulcerosa; verschil en nieuwe ontwikkelingen in behandeling
M. Crohn en Colitis ulcerosa; verschil en nieuwe ontwikkelingen in behandeling Dr. D. Leemreis, MDL-arts 8 mei 2019 IBD Inflammatory Bowel Disease (IBD)= Inflammatoire darmziekten= Chronische ontsteking
Nadere informatieKlinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling
Klinische Dag 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Papiloedeem als eerste presentatie van het POEMS syndroom Dieneke Breukink, ANIOS Interne Geneeskunde R.
Nadere informatieAcute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen
Acute myeloïde leukemie Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen Normale bloedcelvorming Acute myeloïde leukemie (AML) Klonale proliferatie van immature hematopoëtische
Nadere informatieMyelodysplastisch syndroom
Myelodysplastisch syndroom Dr. A.H.E. Herbers Hematoloog-Oncoloog 7 februari 2018 Myelodysplastisch syndroom Masterclass 7/2/18 Myelodysplastisch syndroom= MDS Opbouw presentatie: Meeste informatie is
Nadere informatiewww.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro De Ziekte Van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf jaar
Nadere informatieInterpretatie labo-resultaten
Interpretatie labo-resultaten hematologie Sylvia Snauwaert, MD PhD Overzicht A. Trombocytopenie B. Leucocytose Bespreking casussen A. Trombocytopenie Man, 63 jaar, routinebloedafname, asymptomatisch Help
Nadere informatieEen man met FIP1L1-PDGFRA-positieve chronische eosinofiele leukemie
Patiënt A, een 39-jarige Surinaamse man, had een blanco medische voorgeschiedenis. In zijn familie kwamen geen bloedziekten of maligniteiten voor. Sinds 8 maanden had hij last van algehele malaise, nachtzweten
Nadere informatieKennislacunes NHG-Standaard Buikpijn bij kinderen
Kennislacunes Buikpijn bij kinderen Kennislacunes 1. Prevalentie prikkelbare darm syndroom bij kinderen met chronische buikpijn (noot 5, 15). 2. Verschil in prognose van kinderen met prikkelbare darm syndroom
Nadere informatiePresentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal.
CASUS 2 Presentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal. Lichamelijk onderzoek Bleek, veel hematomen, veel bloed
Nadere informatieAcute graft-versus-host ziekte na een levertransplantatie: wat te doen? T.J.F. Snijders
Acute graft-versus-host ziekte na een levertransplantatie: wat te doen? T.J.F. Snijders Casus 47 jarige vrouw Voorgeschiedenis 2004 Primair scleroserende cholangitis 2012 Eindstadium primair scleroserende
Nadere informatieSplenomegaliebij een Eritrese vluchteling. Isaie Reuling 17 Januari 2017
Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling Isaie Reuling 17 Januari 2017 Introductie Toename vluchtelingen in NL Toename acute tropische infectieziekten 1 Ook toename chronische tropische infectieziekten!
Nadere informatieEen patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie
Thema: Leukemie Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie Prof.dr. Hanneke C. Kluin-Nelemans Afdeling Hematologie Samenstelling van onstolbaar gemaakt bloed Bloedcellen
Nadere informatieBloedwaarden. Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober 2014. door Joost Lips
Bloedwaarden Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober 2014 door Joost Lips Aanvraag bloedonderzoek Bloedafname Bewerking afgenomen bloed (1) Kleuren van
Nadere informatieInhoud. Schematische voorstelling van de afname van leukemiecellen in de loop van de behandeling
CML Patiënten Pas De behandeling van chronische myeloïde leukemie (CML) is gericht op het doden van tenminste 99,9% van de leukemiecellen in de eerste 12 maanden van de behandeling. In de meeste gevallen
Nadere informatieWHO classificatie AML RBM 15-januari 2009
WHO classificatie AML 2008 RBM 15-januari 2009 AML > 20% blasten in beenmerg of bloed uitzondering AML met t(8;21), inv(16),t(16;16) of t(15;17) Promonocyten worden bij de blasten gerekend AML with recurrent
Nadere informatieNeoplastische proliferatie van mestcellen
Mastocytose 4580403 Mastocytose Neoplastische proliferatie van mestcellen Symptomen : Constitutioneel: moe gewichtsverlies koorts, zweten Huid (pruritus, urticaria, dermatografie) Buikpijn, GI-problemen,
Nadere informatiewww.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro De Ziekte van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf
Nadere informatiezeldzame aandoeningen -rare diseases
zeldzame aandoeningen -rare diseases Kan een patiënt met een vreemde of onverklaarde klacht een zeldzame aandoening hebben? Een aandoening die ik (en vele andere artsen) niet kennen? Wat zijn zeldzame
Nadere informatieGroepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos
Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem Urticaria = galbulten = netelroos Urticaria Urticaria komen veel voor: ¼ volwassenen heeft het wel eens gehad Kenmerkend zijn snel wisselende kwaddels (bleek) daaromheen
Nadere informatieMevr. Van W, 10-01-1980 Casus 2
Mevr. Van W, 10-01-1980 Casus 2 Voorgeschiedenis: Allergisch astma bronchiale, artroscopie knie. Anamnese: 2,5 jaar geleden voor het laatst bij een longarts geweest in het Havenziekenhuis. Ze werkt zelf
Nadere informatieNiet-cardiogeen longoedeem bij chemotherapie voor acute myeloide leukemie. MDO IC Radboud UMC. N.Postma
Niet-cardiogeen longoedeem bij chemotherapie voor acute myeloide leukemie MDO IC Radboud UMC! N.Postma Casus Man, 1952! Diagnose AML - WBC 20 Start hydrea/rasburicase Casus IC opname bij dreigende respiratoire
Nadere informatieFamiliaire Mediterrane Koorts
https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak
Nadere informatieKlinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven
Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven Geen (potentiële) belangenverstrengeling Azacitidine, een gekke oorzaak van crazy paving M. Roeven; M. Cruijsen; W. van der Velden, Casus
Nadere informatieMethotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn MDL
Methotrexaat (MTX) bij de ziekte van Crohn MDL Inhoudsopgave Algemeen...4 Werking...4 Gebruik...5 Bijwerkingen...6 Foliumzuur...6 Aanvullende informatie...7 Zwangerschap en borstvoeding...7 Tot slot...8
Nadere informatiePersisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML. wat nu?
Persisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML wat nu? J.H.F Falkenburg Afdeling Hematologie Leids Universitair Medisch Centrum Geen conflicts of interest
Nadere informatieEssentiële Trombocytose
Essentiële Trombocytose Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. Inleiding U
Nadere informatieIs er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen
Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen Opbouw Casus Bespreking literatuur Hypothesen met betrekking tot casus Voorgeschiedenis: 1957
Nadere informatieKlinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Claudia Ootjers
Dhr O., 60 jaar Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Claudia Ootjers Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen Claudia Ootjers Geen (potentiële) belangenverstrengeling Klinische Dag NVvH 2 Relevante
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen in mastocytose. Maud Hermans Internist i.o
Nieuwe ontwikkelingen in mastocytose. Maud Hermans Internist i.o. 15-12-2016 Inhoud Hart- en vaatziekten Jaarlijkse controle Pre-medicatie voor ingrepen Nieuwe behandelingen Tyrosine kinase remmers Omalizumab
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting In dit proefschrift worden diagnostische en therapeutische aspecten van acute leukemie bij kinderen beschreven, o.a. cyto-immunologische en farmacologische aspecten en allogene
Nadere informatieOntstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012
Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk Warffum 2012 Onderwerpen CRP, bezinking of beide CRP bij acuut hoesten CRP sneltest voor andere indicaties? CRP, bezinking of beide? Indicaties - infectie/ontsteking
Nadere informatieGastro-intestinale stromacel tumor: Risico classificatie en mutatie analyse door de patholoog. Dr. Judith V.M.G. Bovee Patholoog LUMC
Gastro-intestinale stromacel tumor: Risico classificatie en mutatie analyse door de patholoog Dr. Judith V.M.G. Bovee Patholoog LUMC GastroIntestinale Stromacel Tumor 11-15 GISTen per 100.000 mensen (Scandinavië)
Nadere informatieZeldzame juveniele primaire systemische vasculitis
https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis
Nadere informatieNRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende
Nadere informatiewww.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische
Nadere informatieK.B B.S Erratum B.S In werking
K.B. 18.6.2017 B.S. 29.6.2017 + Erratum B.S. 14.7.2017 In werking 1.8.2017 Artikel 33bis GENETISCHE ONDERZOEKEN Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. Moleculaire Biologische testen op menselijk genetisch materiaal
Nadere informatieTherapie op maat voor patiënt met Acute lymfatische Leukemie. Dr V. de Haas Kinderarts-oncoloog/hematoloog Hoofd SKION laboratorium
Therapie op maat voor patiënt met Acute lymfatische Leukemie Dr V. de Haas Kinderarts-oncoloog/hematoloog Hoofd SKION laboratorium Casus 8-jarig meisje wordt gezien door huisarts - Sinds een week bleek
Nadere informatieThrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts
Thrombo-embolie Wouter Jacobs, longarts John van Putten, longarts Patiënt 1 53 jarige man Voorgeschiedenis 1968 appendectomie Dec 2011 pijnlijke rechter voet waarvoor strassburger sok Anamnese 3 weken
Nadere informatieCMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog
CMV, EBV, Toxoplasma Diagnostiek Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog Man, 50 jaar Sinds 8d uit Thailand, 1 maand verblijf (nieuwe partner aldaar) Branderig gevoel ter hoogte van
Nadere informatieZeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?
Nadere informatieMethotrexaat. bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar
Methotrexaat bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar MTX (Methotrexaat) bij IBD (ziekte van Crohn) Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van
Nadere informatieEen donatie met een staartje
Een donatie met een staartje Jaap van Hellemond Dept. Medische Microbiologie & Infectieziekten Erasmus MC & Havenziekenhuis Rotterdam Met medewerking van en dank aan Havenziekenhuis, Rotterdam Emmaline
Nadere informatieOntwikkeling van genezende medicijnen tegen ouderdomsgerelateerde ziekten. Ad W. van Gorp, oprichter en CEO
Ontwikkeling van genezende medicijnen tegen ouderdomsgerelateerde ziekten Ad W. van Gorp, oprichter en CEO Agenda 1. Historie 2. Strategie 3. Projecten 10/28/2013 2 Historie Spin off bedrijf van het Hubrecht
Nadere informatieK.B In werking B.S
K.B. 11.9.2016 In werking 1.11.2016 B.S. 27.9.2016 Artikel 33bis GENETISCHE ONDERZOEKEN Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. Moleculaire Biologische testen op menselijk genetisch materiaal bij verworven aandoeningen.
Nadere informatieSAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie
166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk
Nadere informatieCalprotectine bepaling in feces
Erasmus MC Calprotectine bepaling in feces Synoniem: IBD test, Bühlmann Afname Afname voorkeur: Afname volume: Afname condities: Opslag condities: Verzend condities: Feces in buis met schepje Minimaal
Nadere informatieEffectieve behandeling met imatinib van een FIP1L1-PDGFRα-positieve patiënt met systemische mastocytose en hypereosinofilie
Effectieve behandeling met imatinib van een FIP1L1-PDGFRα-positieve patiënt met systemische mastocytose en hypereosinofilie Auteurs Trefwoorden L.L.A. Bisschops en R. Fijnheer c-kit, FIP1L1-PDGFRα-fusiegenmutatie,
Nadere informatieTwee patiënten met hypereosinofiel syndroom
casuïstische mededelingen Twee patiënten met hypereosinofiel syndroom S.van Ruth, H.M.Lokhorst en C.A.F.M.Bruijnzeel-Koomen Zie ook het artikel op bl. 1188. Bij een 19-jarige vrouw met algehele malaise,
Nadere informatieCase report: syndroom van Sweet in het verpleeghuis
Home no. 3 Juni 2018 Eerdere edities Verenso.nl Case report: syndroom van Sweet in het verpleeghuis Martijn van der Meulen, Berber Oldenbeuving martijn.vandermeulen@radboudumc.nl Samenvatting Een 74-jarige
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Het mucosale immuunsysteem Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen infecties met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. De huid en de mucosale weefsels zoals bijvoorbeeld
Nadere informatieZin of onzin van moleculaire onco-hematologie in een perifeer labo
Zin of onzin van moleculaire onco-hematologie in een perifeer labo een kwestie van service! 06 januari 2004 Pieter De Schouwer 1 periferie??? Waar is het centrum? 06 januari 2004 Pieter De Schouwer 2 Leuven?
Nadere informatieNevenbevindingen NIPT In gesprek met de zwangere
Nevenbevindingen NIPT In gesprek met de zwangere Anneke Vulto-van Silfhout Klinisch geneticus i.o. Regionale bijeenkomst Stichting Prenatale screening regio Nijmegen 27 november 2017 Overzicht TRIDENT-2
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende
Nadere informatieLaboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium
Laboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: - Laboratorium aanvraagformulier huisartsen - Mededeling referentiewaarden
Nadere informatieCML Stoppen van TKI behandeling
CML Stoppen van TKI behandeling Nicole Blijlevens, internist-hematoloog Doelen van CML behandeling 1. Overleving - voorkomen progressie - voorkomen CML-gerelateerde dood 2. Tolereerbare behandeling 3.
Nadere informatieJuveniele myelomonocytaire leukemie. Andrica de Vries
Juveniele myelomonocytaire leukemie Andrica de Vries CMMol bij kinderen, anders dan bij volwassenen? Andrica de Vries Casus 2 jaar oud meisje Symptomen: moeheid, recidiverende infecties, bleek, hepatosplenomegalie
Nadere informatieMyeloproliferatieve aandoeningen (MPD)
Myeloproliferatieve aandoeningen (MPD) van nieuwe inzichten naar nieuwe behandelingen Reinier Raymakers, internist-hematoloog UMC Utrecht Myeloproliferatieve aandoeningen Toename in bloedcelaanmaak Rode
Nadere informatiewww.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische
Nadere informatieHairy cell leukemie. Mariëlle Wondergem hematoloog VUmc
Hairy cell leukemie Mariëlle Wondergem hematoloog VUmc Wie krijgen leukemie? Elk jaar krijgen in Nederland rond de 1500 mensen leukemie Ongeveer 750 acute leukemie Bij de anderen gaat het om chronische
Nadere informatieK.B In werking B.S
K.B. 18.3.2011 In werking 1.5.2011 B.S. 30.3.2011 Artikel 33bis GENETISCHE ONDERZOEKEN Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. Moleculaire Biologische testen op menselijk genetisch materiaal bij verworven aandoeningen.
Nadere informatieSAMENVATTING Samenvatting Coeliakie is een genetische aandoening waarbij omgevingsfactoren en meerdere genen bijdragen aan de ontwikkeling van de ziekte. De belangrijkste omgevingsfactor welke een rol
Nadere informatieZwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm
Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Inleiding Zwanger worden als je een chronische ontstekingsziekte van de darm (IBD = inflammatory Bowel disease) hebt zoals de ziekte van Crohn
Nadere informatieHemochromatose: wat is het..hoe kom je aan wat doe je eraan.hoe voelt het?
Hemochromatose: wat is het..hoe kom je aan wat doe je eraan.hoe voelt het? Wie ben ik? Wat is hemochromatose? Hoe kom je eraan? Wat doe je eraan? Wat zijn de complicaties van? Hoe voel U zich? Open spreek
Nadere informatieCML en stoppen moleculaire diagnostiek
CML en stoppen moleculaire diagnostiek Moderator Dr. P. Kuiper-Kramer 1st author / speaker Dr. Bert A. van der Reijden Bert.vanderReijden@radboudumc.nl Dept of Laboratory Medicine, Laboratory of Hematology
Nadere informatieZwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen
Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Zwangerschap 2 Erfelijkheid 2 Vruchtbaarheid 2 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap
Nadere informatieFolliculair Lymfoom graad 3B (FL3B)
Nederlandse samenvatting Folliculair Lymfoom graad 3B (FL3B) Inleiding Een maligne lymfoom is een kwaadaardige woekering van witte bloedcellen die zich meestal manifesteert in lymfeklieren en zich verspreidt
Nadere informatieDe oudere patiënt met comorbiditeit
De oudere patiënt met comorbiditeit Dr. Arend Mosterd cardioloog Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Irène Oudejans klinisch geriater Elkerliek ziekenhuis, Helmond Hartfalen Prevalentie 85 plussers
Nadere informatiePrognostische toepassing van flowcytometrie bij het myelodysplastisch syndroom
Workshop Flowcytometrie in MDS 5 september 2012 Prognostische toepassing van flowcytometrie bij het myelodysplastisch syndroom Canan Alhan VU Medisch Centrum Cancer Center Amsterdam Klinische prognostische
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Marel, Sander van der Title: Gene and cell therapy based treatment strategies
Nadere informatiePolymyalgia reumatica (PMR), niet altijd wat het lijkt. C. De Gendt
Polymyalgia reumatica (PMR), niet altijd wat het lijkt C. De Gendt Diagnose In 1964 moest US Supreme Court rechter Potter Stewart, gewiekst met woorden, toegeven dat een definitie van harde pornogafie
Nadere informatieMaag-,darm- en leverziekten. Methotrexaat bij ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa
Afdeling: Onderwerp: Maag-,darm- en leverziekten Methotrexaat bij ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa MTX (Methotrexaat) bij IBD (ziekte van Crohn) Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik
Nadere informatieGebruik van nieuwe technieken in de moleculaire pathologie. John Hinrichs, klinisch moleculair bioloog
Gebruik van nieuwe technieken in de moleculaire pathologie John Hinrichs, klinisch moleculair bioloog Gebruik van nieuwe technieken in de moleculaire pathologie 1. Introductie moleculaire pathologie 2.
Nadere informatieFamiliaire Mediterrane Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak gehanteerd:
Nadere informatieBehandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017
Behandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017 Bart Takkenberg Academisch Medisch Centrum Amsterdam Disclosures Speaker for Gore WL, Bayer, and Norgine Advisory
Nadere informatieChapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)
Chapter 9 Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 10 13 14 15 16 17 18 19 20 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 Chapter 9 122 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting Reumatoïde artritis
Nadere informatieMethotrexaat (MTX) bij huidziekten
Methotrexaat (MTX) bij huidziekten In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten het geneesmiddel Methotrexaat of MTX te gaan gebruiken. In deze folder zal worden uitgelegd wat MTX is en wat de
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing bij erfelijke slechthorendheid
Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing bij erfelijke slechthorendheid Exoomsequencing is een techniek voor erfelijkheidsonderzoek, die kan worden gebruikt om de oorzaak van erfelijke slechthorendheid
Nadere informatiePharmacogenomics: een uitdaging voor de Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie
Pharmacogenomics: een uitdaging voor de Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie Winand Dinjens Afdeling Pathologie Josephine Nefkens Instituut Erasmus MC, Rotterdam w.dinjens@erasmusmc.nl Werkgroep Moleculaire
Nadere informatiehematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64.
Polycythemia Vera Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. Inleiding U heeft
Nadere informatieDysplasie in AML en (cyto)genetische. afwijkingen: Chromosoom 3q26 afwijkingen en EVI1
Dysplasie in AML en (cyto)genetische afwijkingen: Chromosoom 3q26 afwijkingen en EVI1 patient 0390606 BM H11-172 8-2-2011 patient 0390606 dag 24 kuur I H11-428 4-4-2011 patient 0390606 dag 24 kuur I H11-428
Nadere informatieWat is de therapie en hoe is het beloop?
Lichen sclerosus Uw behandelend arts heeft Lichen Sclerosus bij u geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over deze aandoening en de behandelingsmogelijkheden. Wat is het? Lichen sclerosus is
Nadere informatieRichtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg
V Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg naar Algemeen 526 Epidemiologie 527 1. Screening 527 2. Diagnostiek 527 2.1 Anamnese 527 2.2
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting Algemene inleiding Primair bot lymfoom is een zeldzame aandoening. Het is een extranodaal subtype van het grootcellig B non Hodgkin lymfoom, dat zich
Nadere informatieMinimal Residual Disease (MRD)) onderzoek. bij hematologische maligniteiten
Minimal Residual Disease (MRD)) onderzoek bij hematologische maligniteiten MRD Principe, doel en eigenschappen Technieken voor MRD analyse Klinische toepassingen Minimal Residual Disease Bij diagnose:
Nadere informatiePacman eats everything... Marie-José Claessen UMCU
Pacman eats everything... Marie-José Claessen UMCU Casus - presentatie I Casus presentatie I 58- jarige man Voorgeschiedenis o.a.: Oktober - november 2011 Sint Elsewhere : kortademigheid, lymfadenopathie,
Nadere informatiePAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE
PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE Henk Wind Afdeling Immunologie Erasmus MC Woerden 30-10-2008 INTRODUCTIE PNH is het gevolg van een klonale expansie van een gemuteerde hematopoëtische stamcel. Klinisch
Nadere informatiePROJECT PREMIER PRECISE MUTATION ANALYSIS IN EMERGING TKI RESISTANCE
PROJECT PREMIER PRECISE MUTATION ANALYSIS IN EMERGING TKI RESISTANCE Next Generation Sequencing (NGS) BCR-ABL1 puntmutatietest voor optimale monitoring van CML en Ph+ ALL patiënten Voordelen NGS BCR-ABL1
Nadere informatie