Rotterdam, 19 oktober 2012.

Transcriptie

1 , 19 oktober Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van raadslid dhr. M. Struijvenberg (LR) over de kostendekkendheid lokale lasten Aan de Gemeenteraad. Op 27 september 2012 stelde raadslid dhr. M. Struijvenberg (LR) ons schriftelijke vragen over de kostendekkendheid van een aantal lokale lasten (bouwleges, tarief kapvergunning en tarief afvalstoffenheffing) voor Inleidend stelt de heer Struijvenbergj: "De tarieven van verschillende lokale lasten zijn in 2012 flink gestegen t.o.v Als reden hiervoor werd door u genoemd dat u vindt dat de tarieven kostendekkend moeten zijn. Onder andere de tarieven voor de bouwvergunning, kapvergunning en de afvalstoffenheffing zijn flink gestegen Volgens uw brief van 25 oktober 2011 (11gr2991) over de leges omgevingsvergunning zou een tarievenoverzicht tezamen met die brief verstuurd worden. Dit in overeenstemming met een door u gedane toezegging. Het tarievenoverzicht zou tevens inzicht bieden in de wijze en uitkomsten van berekening van de tarieven Dit tarievenoverzicht heb ik echter niet in de stukken van de commissie FIB terug kunnen vinden. In de bijlage bij deze schriftelijke vragen vindt u het door mijzelf opgestelde tarievenoverzicht voor wat betreft de leges bouwvergunning en kapvergunning, inclusief een vergelijking tussen de vier grote steden van deze tarieven in 2012 (bijlage 1). Uit dit overzicht blijkt dat er in in twee achtereenvolgende jaren stijgingen zijn geweest van tientallen en zelfs honderden procenten. In dezelfde brief schrijft u over de leges omgevingsvergunning: "Voor geldt bijvoorbeeld dat de tarieven in alle klassen vergelijkbaar of hoger uitvallen dan in het nu voorliggende se voorstel." Uit bijlage 1 blijkt dat dit niet klopt. De leges kapvergunning en in de meeste gevallen de bouwleges zijn in juist een stuk hoger dan in." Vraag 1. Heeft u, in lijn met uw gedane toezegging en zoals vermeld in uw brief, het tarievenoverzicht van de leges omgevingsvergunning destijds tezamen met uw brief verstuurd? Tot onze spijt hebben we moeten constateren dat de bijlage waar in de raadsbrief naar wordt verwezen wel door ons college is vastgesteld maar abusievelijk niet bij u terecht is gekomen. Bijgevoegd treft u de tabel (bijlage 1) aan zoals die door ons college vorig jaar is vastgesteld en onderdeel had moeten zijn van uw beraadslaging. Vraag 2. Hoe kwam u tot de mededeling dat de tarieven omgevingsvergunning in Den Haag in alle klassen vergelijkbaar of hoger uitvallen dan uw tariefvoorstellen voor2012? Behandelaar:. pagina 1

2 Een vergelijking tussen de in de verschillende gemeenten geldende tarieven is niet eenvoudig te maken. Zo kent een systematiek van een tariefklassenstelsel en hebben we gekozen voor een all-in tarief. Andere gemeenten gaan bijvoorbeeld uit van een basistarief en voegen daar extra kosten aan toe wanneer een bouwplan niet aan de gestelde kaders voldoet. wijkt op beide onderdelen af. De verschuldigde leges worden daar bepaald via een vast percentage van de bouwsom en daarnaast legt een aanvullend legesheffing op indien een bouwplan strijdig is met het geldende bestemmingsplan. Nu daar met zeer grote regelmaat sprake van is, is het dan ook niet meer dan logisch om dit bedrag (van 500 euro per aanvraag) direct te betrekken in een vergelijking tussen beide steden. Wanneer dan wordt uitgegaan van het gemiddelde bedrag binnen de se tariefklassen, ontstaat het volgende beeld: Bouwsom , , , , , , , , , , , , , , Verschil Duurder Uit dit overzicht komt dus een genuanceerd beeld naar voren: bij bepaalde bedragen is duurder, bij andere bedragen. Vraag 3. Bent u het met mij eens dat dit onjuist was? Zo nee, waarom niet? Onze eerdere antwoord was inderdaad niet compleet. Voorafgaand aan onze eerdere mededeling aan uw raad is enkel gekeken hoe het aan de onderkant en aan de bovenkant van de tabel zat. Daar is dus duurder dan. Voor het tussendeel geldt dat inderdaad vaker goedkoper is. Ter inleiding op vraag 4. stelt dhr. Struijvenberg het volgende: Op staat informatie over de kosten van een omgevingsvergunning. Daar staat te lezen: "Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afwijken van het geldende bestemmingsplan bedraagt 7.100,- (ex BTVv,l voor een uitgebreide procedure op grond van artikel 2. 12, lid 1, sub a onder 3 Wabo." Ik kan dit tarief van euro niet terugvinden in de door de gemeenteraad vastgestelde tarieven leges omgevingsvergunning. Volgens de tarieventabel bedraagt het tarief 619 euro voor activiteiten m.b./. art WABO, indien er niet tevens een pagina 2

3 bouwactiviteit plaatsvindt. Indien er wel een bouwactiviteit plaatsvindt, gelden de bouwleges als in bijlage 1" (met bijlage 1 wordt bedoeld de bijlage bij de raadsbrief). Vraag 4. Op basis van welk raadsbesluit brengt u het tarief van euro in rekening? Hoe verhoudt de door u voorgestelde tarieventabel 2012 zich tot het in rekening brengen van het tarief van euro? Het tarief van is een bedrag dat los staat van de te betalen leges. Deze kosten hangen namelijk niet samen met het "echte" vergunningentraject, maar worden veroorzaakt doordat voorafgaand aan het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning tussen ontwikkelaar en gemeente wordt overlegd over de inhoud van de bij een aanvraag in te dienen goede ruimtelijke onderbouwing. Het betref! dus een factuur voor werkzaamheden en inspanningen die los staan van vergunningenactiviteiten en vergelijkbaar zijn aan de kosten die de gemeente maakt om ten behoeve van een particuliere ontwikkeling tot een gewijzigd bestemmingsplan te komen. Ook die kosten worden bij een ontwikkelaar in rekening gebracht en staan los van de te betalen leges voor de latere aanvraag om omgevingsvergunning. Vervolgens stelt dhr. Struiijvenberg: Oe gemeenten Oen Haag en Amsterdam nemen in hun begroting dekkingspercentages van verschillende tarieven op. Oe afvalstoffenheffing bedraagt in Oen Haag, afhankelijk van de grootte van het huishouden, 236,34 tot 290,67 euro. Hiermee is de afvalstoffenheffing in Oen Haag 100% kostendekkend. In Oen Haag dekken de bouwleges (zie bijlage 1) 82,3% van de kosten. Ook in Amsterdam is de afvalstoffenheffing afhankelijk van de grootte van het huishouden en verschilt hiernaast per stadsdeel. Oe heffing bedraagt 198,24 euro voor een eenpersoonshuishouden in stadsdeel Westpoort tot 367,30 euro voor een meerpersoonshuishouden in stadsdeel Noord. Met deze tarieven bereikt Amsterdam een kostendekkendheid van 96%. Oe bouwleges (zie bijlage 1) zijn in Amsterdam 100% kostendekkend. Oe afvalstoffenheffing bedraagt in 315,40 euro voor ieder huishouden. Hiermee wordt in 85,3% van de kosten gedekt. Oe bouwleges in (zie bijlage 1) zijn nagenoeg 100% kostendekkend. Leefbaar vindt het van belang dat bewoners en ondernemers inzicht kunnen hebben in de opbouw van het bedrag dat zij aan de gemeente moeten betalen. Vraag 5. Bent u bereid om de gemeente te verzoeken om gezamenlijk een analyse te maken van de verschillen tussen hun en uw tarieven bouwleges en afvalstoffenheffing en de kostendekkendheid daarvan? En hetzelfde m.b.t. de gemeente Amsterdam? Ja, daartoe zijn we bereid. Overigens zijn wij hierbij afhankelijk van de medewerking van andere gemeenten. = pagina 3

4 Vraag 6. Hoe kan het dat in de afvalstoffenheffing lager is, terwijl er een hogere kostendekkendheid wordt bereikt? Op dit moment hebben wij dit inzicht niet. Mogelijk heeft dit te maken met een andere kostentoerekening. Aan de gemeente zal gevraagd worden om de gegevens met ons te delen. Vraag 7. Hoe kan het dat in vergelijking met Amsterdam de se bouwvergunningen over het algemeen duurder moeten zijn om de kosten te dekken? Zoals in antwoord op vraag 2 gesteld hanteren gemeenten verschillende systemen en maken gemeenten andere keuzes welke toerekenbare kosten voor welk percentage daadwerkelijk worden toegerekend aan het tarief. Dat maakt een onderlinge vergelijking niet makkelijk. Voor geldt dat alle kosten die samenhangen met de afwikkeling van aanvragen om omgevingsvergunning in beeld zijn gebracht en dat op basis van een op het verleden gebaseerde prognose van het aantal in 2012 te verwachten aanvragen om omgevingsvergunning tot een nagenoeg kostendekkende tariefstelling is gekomen. Vraag 8. Hoe zijn de tarieven voor de bouwvergunning berekend? Kunt u een uitsplitsing geven van welke soorten kosten hiermee gedekt worden en hoe hoog die verschillende kosten zijn? Wij willen u hiertoe verwijzen naar het bijgevoegde overzicht, een overzicht dat ook ter hand wordt gesteld aan aanvragers en ontwikkelaars die zich afvragen waar de se tarieven op zijn gebaseerd. Op dat gebied tracht het college zo transparant mogelijk te opereren. Vraag 9. Wat was uw begrote opbrengst uit bouwvergunningen? Van hoeveel vergunningen per categorie bent u uitgegaan? Wat is thans uw prognose van deze opbrengst voor heel 2012? De bij primaire begroting geraamde opbrengst uit bouwvergunningen voor 2012 bedraagt 15,7 mln. bij een geraamd totaal van aanvragen. De meest actuele prognose bedraagt een totale opbrengst van 16,8 mln. bij een totaal van aanvragen (zie bijlage voor een nadere uitsplitsing per categorie). Vraag 10. = pagina 4

5 Bent u bereid om de dekkingspercentages van alle daartoe relevante lokale lasten vanaf begroting 2013 en jaarrekening 2012 bij de begroting en de jaarrekening aan te leveren? Deze bereidheid is uiteraard aanwezig, waarbij wij opmerken dat wij in de afgelopen periode ten aanzien van de leges voor aanvragen om omgevingsvergunning altijd helder zijn geweest ten aanzien van het standpunt dat sprake dient te zien van nagenoeg kostendekkende leges. Ten slotte stelt dhr. Struijvenberg: "Een kapvergunning kost in 3 tot 22 keer zoveel als in de andere G4-steden (zie bijlage 1). Het tarief moest volgens u zo hoog worden om kostendekkend te zijn". Vraag 11. Hoe is het tarief van 738 euro voor een kapvergunning berekend? Kunt u een uitsplitsing geven van welke soorten kosten hiermee gedekt worden en hoe hoog die verschillende kosten zijn? Er is geen specifieke productkosten berekening voor de specifieke Wabo-producten maar er wordt uitgegaan van een exploitatie berekening/begroting voor alle Wabo producten. Deze exploitatiebegroting is middels de legestarieven (met hierin een kruissubsidiëring) nagenoeg kostendekkend over het geheel. Een groot deel van de kosten van de kapvergunningen zijn niet beïnvloedbare kosten (ICTapparaatskostenoverhead). Vraag 12. Vindt er m.b.t. de kapvergunning kruissubsidiëring plaats, d.w.z. dat met de opbrengsten van de kapvergunning kosten van andere (omgevings. )vergunningen worden gedekt? Zo ja, wat zou het tariefvoorstel voor de kapvergunning geweest zijn zonder de kruissubsidiëring? Zie het antwoord op vraag 11. Aanvullend merken wij wel op dat het tarief voor de afwikkeling van kapaanvragen zo veel mogelijk is gerelateerd aan de daadwerkelijk voor alle kapaanvragen te maken kosten. Het gaat daarbij om enerzijds de daadwerkelijke tijdsbesteding aan het product kappen en anderzijds de vaste kosten van ict- en apparaatskosten. Wanneer de kapvergunningplicht geheel zou worden afgeschaft, zou dat dus betekenen dat de overige legestarieven iets moeten stijgen omdat de iet en apparaatskosten op gelijk niveau blijven. De kruissubsidiëring bestaat in dit geval dus niet uit het bijdragen aan de koste voor het afwikkelen van aanvragen voor bouwplannen, maar wel uit het bijdragen in de vaste kosten die voor het product omgevingsvergunning gemaakt moeten worden. Vraag 13. Hoeveel kapvergunningen zijn er in 2010 en 2011 aan de gemeente zelf en aan anderen verstrekt en hoeveel in de eerste acht maanden van 2012? pagina 5

6 In 2010 (vanaf 1-10 geteld, datum invoering WABO) zijn er 160 aanvragen ingediend en in 2011 waren dat er 856. Voor 2012 geldt dat tot en met week 33 in totaal 211 aanvragen voor het kappen van een of meerdere bomen in behandeling zijn genomen. Er zijn er overigens meer aangevraagd, maar wanneer particulieren op basis van de door de diensten gegeven informatie over de hoogte van de leges toch liever geen vergunning wilden ontvangen, is er coulant omgegaan met het toch niet in behandeling nemen van deze aanvragen en zijn er geen legesaanslagen verzonden. Van de 332 aanvragen is ongeveer 45% ingediend door of namens de gemeente. De overige 55% is afkomstig van particulieren, van provincie en rijkswaterstaat en van het havenbedrijf. Vraag 14. Wat was uw begrote opbrengst uit kapvergunningen en wat is thans uw prognose van deze opbrengst voor heel 2012? In 2011 hebben wij op basis van voorgaande jaren begroot dat er 758 aanvragen voor het kapen van een of meer bomen ingediend zouden worden, zodat wij een legesopbrengst van hebben begroot. Op dit moment verwachten wij (mede vanwege het onder vraag 13 genoemde coulante beleid bij het alsnog buiten behandeling stellen van ingediende aanvragen) in totaal 332 aanvragen om een vergunning voor het kappen van een of meer bomen te ontvangen. Uitgaande van het vaste tarief van 738, betekent dit dat wij een totaal bedrag aan leges van verwachten. De secretaris, Burgemeester en Wethouders van, A. Aboutaleb pagina 6

7 Cat Product Staffel bouwsom Tarief2012 In 2011 geraamde Totaal Actuele Proqnose aantal aanvragen geraamde bruto aantallen Prognose voor 2012 opbrengsten obv week 33 Opbrengst Bouwverounnino tlm Bouwverqunninq tlm Bouwverqunninq t/m Bouwverounnino tlm Bouwverqunninq tlm Bouwverounnino tlm Bouwverounnino tlm Bouwverqunninq tlm Bouwverounnino tlm Bouwverqunninq tlm Bouwverounnina t/m o - 12 Bouwverqunnino t/m Bouwverqunninq tlm Bouw,erounnino tlm Bouwverqunninq > o M0 nu me nt enve rqu nni nq n.v.! Kaoverounnino n.v.! Inritverounnino n.v.! Gebruiksverqunninq Om2>x<500m Gebruiksverounnino 500 m2 > x < 2000 m Gebruiksverqunninq 2000 m2 > x < 5000 m o - Gebruiksverounnino 5000 m2 > x < m o - Gebruiksverounninq > m o - o - TOTAAL '~ Behandelaar: pagina 7