Voorstel besluit Vastgesteld wordt de "verordening tot wijziging van de legesverordening Steenwijkerland 2003" (1-e wijziging)

Transcriptie

1 Raadsvoorstel nr. : 2002/181 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 17 december 2002 Agendapunt : 21 Steenwijk, 3 december Onderwerp: Aanpassing legesverordening m.b.t. bouwleges Voorstel besluit Vastgesteld wordt de "verordening tot wijziging van de legesverordening Steenwijkerland 2003" (1-e wijziging) Samenvatting toelichting Bij de behandeling van de begroting 2003 is aangekondigd dat wij met nadere voorstellen zouden komen m.b.t. de bouwleges (hoofdstuk 5 van de legesverordening) Het betreffende hoofdstuk is in bijgaande wijzigingsverordening opgenomen. In deze legesverordening zijn de wijzigingen veroorzaakt door de herziening van de woningwet per 1 januari 2003 verwerkt. Hierdoor is een gewijzigd stelsel van legestoerekening ontstaan Toelichting Bij de kerntakendiscussie medio 2002 is geconstateerd, dat van de zijde van BWT weinig valt te bezuinigen, aangezien deze afdeling zich vrijwel geheel met wettelijke taken bezig houdt welke geen ruimte bieden voor het niet of op lager niveau uitvoeren van taken. Teneinde toch een financiële bijdrage te leveren is het voorstel geopperd om de bouwleges naar een meer kostendekkend niveau te brengen. Daartoe is het huidige niveau van de leges vergeleken met de kosten van het betreffende formatieonderdeel. Daaruit is gebleken, dat onze leges niet kostendekkend zijn. Tevens wordt per 1 januari 2003 de nieuwe woningwet van kracht, waarin een aantal nu nog vergunningplichtige bouwwerkzaamheden vergunningvrij gaan worden en nu nog bouwvergunningplichtige zaken Licht -vergunningplichtig gaan worden. Hierdoor zullen minder leges binnenkomen dan aanvankelijk (op basis van de huidige regelgeving ook in de begroting van 2003) begroot. Bij de begrotingsbehandeling hebben wij aangekondigd nog dit jaar met aanvullende voorstellen terzake te komen. Uit de berekeningen blijkt dat de geschatte verlaging van de legesinkomsten op basis van de nieuwe regelgeving ruim 26 % lager uit zal komen ten opzichte van de op basis van de huidige regelgeving begrootte inkomsten. Er zal dus sowieso een verhoging van de leges moeten plaats vinden om alleen al deze inkomstenderving op te kunnen vangen. Daarnaast komt, dat het nieuwe stelsel om andere soorten aanvragen gaat dan de oude regelgeving. Zo kent de nieuwe regelgeving geen meldingen meer maar licht vergunningplichtige aanvragen en regulier vergunningen, die ook nog eens in twee fasen kunnen worden verleend. Ook schetsplannen welke niet door reguliere vergunningaanvragen worden gevolgd betekenen werk voor de afdeling, hetgeen middels leges gedekt dient te worden Zo ook voor de monumentenvergunningen welke momenteel gratis worden verleend. Al met al dient de legesverordening op dit punt (hoofdstuk5) derhalve ingrijpend te worden gewijzigd en is een vergelijk met de bestaande verordening niet meer mogelijk. Slechts een vergelijking van de geschatte opbrengsten in het nieuwe systeem t.o.v. de huidige te verwachten (verlaagde) opbrengsten is mogelijk.

2 De nieuw voorgestelde tarieven en de daaronder liggende staffel aan bouwkosten levert een verhoging van de opbrengst van ruim 26 % ten opzichte van de met ruim 26 % geschatte verlaagde opbrengst van de leges ten gevolge van de nieuwe regelgeving. Hierin zit dan het percentage van de inflatiecorrectie verwerkt. Uit bijgaande benchmark met omliggende gemeenten kan worden afgelezen dat onze nieuwe tarieven in relatie tot de verhogingsplannen van ons omringende gemeenten niet bijzonder afwijken. Tevens kan in dit schema worden afgelezen wat de procentuele verhoging van ieder soort vergunning is t.o.v. de huidige tarieven. De gewogen gemiddelde tariefsverhoging is derhalve uitgezonderd het inflatiepercentage rond de 22,5 %. Het is jammer te moeten concluderen, dat daarmee het oorspronkelijk beoogde doel van hogere kostendekkendheid en netto meeropbrengst van de leges nog niet gerealiseerd is. Halverwege volgend jaar zijn wij voornemens het patroon van de ontwikkelingen tengevolge van de nieuwe regelgeving tegen het licht te houden, waaruit dan zo nodig nadere voorstellen aangaande de legestarieven voor 2004 e.v. kunnen worden geboren. Vooralsnog wordt voorgesteld de nieuwe tarieven vast te stellen door vaststelling van bijgaande wijzigingsverordening op de legesverordening 2003 (1-e wijziging). Burgemeester en wethouders van Steenwijk, de secretaris, de burgemeester, drs. A.W. van der Spek. drs. H.H. Apotheker. Informant: afdeling bouw- en woningtoezicht en milieu, L. Otto, telefoonnummer (0521) ; leo.otto@steenwijk.nl Behandeld in commissie II.

3 Nummer 2002/181 Steenwijk, 17 december 2002 Onderwerp: Vaststellen wijziging legesverordening Steenwijkerland 2003 Uitgegaan: De raad van de gemeente Steenwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 december 2002, nummer 2002/181; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; gezien het advies van de afdeling Bouwen/Wonen en Milieu; b e s l u i t : vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE LEGESVERORDENING STEENWIJKER- LAND 2003 (1 e wijziging). Artikel I In hoofdstuk 5 van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening Steenwijkerland 2003, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 november 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht: A. Onderdeel 5.2 wordt vervangen door: 5.2 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van: een verzoek tot beoordeling van een schetsplan met betrekking tot de vraag of op een, op basis van genoemd schetsplan, uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen worden verleend Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor een op basis van het schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend; 100,00

4 5.2.2 een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet, indien de bouwkosten: * minder bedragen dan ,00: 2,00% van die bouwkosten met een minimum van 100,00; * ,00 bedragen of meer, doch minder dan ,00 250,00 vermeerderd met 1,75% van het bedrag waarmee die bouwkosten ,00 te boven gaan; * ,00 bedragen of meer 468,75, vermeerderd met 1,50 % van het bedrag waarmee die bouwkosten ,00 te boven gaan; een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, indien de bouwkosten: * minder bedragen dan ,00; 3,00% van die bouwkosten met een minimum van 100,00; * ,00 bedragen of meer, doch minder dan ,00 375,00, vermeerderd met 2,50% van het bedrag waarmee die bouwkosten ,00 te boven gaan; * ,00 bedragen of meer, doch minder dan ,00 687,50 vermeerderd met 2,00% van het bedrag waarmee die bouwkosten ,00 te boven gaan; * ,00 bedragen of meer, doch minder dan , ,50 vermeerderd met 1,75% van het bedrag waarmee die bouwkosten ,00 te boven gaan; * ,00 bedragen of meer 4.687,50 vermeerderd met 1,50% van het bedrag waarmee die bouwkosten ,00 te boven gaan een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet, een bedrag gelijk aan 50 % van het bedrag berekend onder een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verst ande dat in elk geval is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet, een bedrag gelijk aan 60 % van het bedrag berekend onder ,00

5 . B. 1. In onderdeel 5.4 wordt de zinsnede door toepassing van het tarief als vermeld in 5.2 vervangen door: door toepassing van het tarief als vermeld in 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, of 5.2.6; 2. voor het in 5.4 genoemde tarief van f 135,00 dient te worden gelezen 63,50. C. Het tarief genoemd in onderdeel 5.5 bedraagt 40,00. D. 1. De titel boven onderdeel 5.6.1, Verhogingen wordt vervangen door: Verhogingen in verband met bestemmingsplanwijzigingen 2. In de onderdelen en wordt de zinsnede het overeenkomstig 5.2. berekende bedrag telkens vervangen door: het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, of berekende bedrag. E. De onderdelen tot en met komen te vervallen. F. 1. Het tarief genoemd in onderdeel bedraagt 100,00; 2. Het tarief genoemd in onderdeel bedraagt 950,00. G. In de onderdelen en wordt de zinsnede een bouwvergunning als bedoeld in 5.2 of een melding als bedoeld in (oud) is vereist telkens vervangen door: een bouwvergunning als bedoeld in 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, of is vereist. H. 1. Het tarief als genoemd in onderdeel bedraagt 150,00; 2. Het tarief als genoemd in onderdeel bedraagt 100,00. I. Toegevoegd wordt na onderdeel een derde onderdeel, luidende: Het tarief voor een doorlopende sloopvergunning met een geldigheidsduur van één jaar bedraagt: 900,00 J. De onderdelen 5.15 en 5.16 worden vernummerd in onderdelen 5.16 respectievelijk K. Na onderdeel 5.14 wordt een nieuw onderdeel ingevoegd luidende:

6 Monumentenvergunningen: 5.15 Voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag als bedoeld in art 11 van de monumentenwet wordt geheven 200,00 L. Het tarief in hoofdstuk 10, onderdeel 10.3 bedraagt 14,10. Artikel II 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2 Tot de tijd dat de gemeente een welstandsnota als bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de Woningwet heeft vastgesteld en bekendgemaakt, vinden de onderdelen tot en met 5.6.3, zoals opgenomen in artikel I, onderdeel D, overeenkomstige toepassing op aanvragen om een bouwvergunning waarbij toetsing moet plaatsvinden aan redelijke eisen van welstand. 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2003; indien de wet van 18 oktober 2001, Stb. 518 na 1 januari 2003 in werking treedt, is de datum van ingang van de heffing voor het in artikel 1 onder A. tot en met K. genoemde, de datum waarop de betreffende wet in werking treedt. De raad voornoemd, de secretaris, de voorzitter,