Stedenbouwkundige voorschriften

Transcriptie

1 Stedenbouwkundige voorschriften 25

2 Leeswijzer voor tabel: De grafische plannen en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (kolom 1 weergegeven op een grijze ondergrond) hebben verordenende kracht. De toelichting bij de voorschriften (kolom 2) dient als richtinggevende interpretatie van de voorschriften gelezen te worden. Deze kolom is bijgevolg niet verordenend. ALGEMENE BEPALINGEN VERORDENEND TOELICHTING EN VISIE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 0.1. Behoud en instandhouding van bestaande regelmatig vergunde gebouwen, verhardingen en andere elementen. Bestaande gebouwen, verhardingen en alle elementen die regelmatig vergund zijn, kunnen qua plaats, bezetting en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven in hun huidige toestand. Binnen deze gebouwen kan een normale exploitatie in functie van een aldaar gevestigde regelmatig vergunde activiteit geschieden. Instandhouding- en verbeteringswerken aan deze gebouwen en elementen zijn toegelaten. Bij werken die omwille van hun omvang dermate ingrijpend zijn zodat er sprake is van vervangingsbouw, dienen de voorschriften van onderhavig RUP nageleefd te worden Voorkomen Bij de realisatie van nieuwe gebouwen moet rekening gehouden worden met de woonomgeving. Uitbreiding van bestaande gebouwen dient te gebeuren binnen het gabariet van de bouwzone afgebakend in onderhavig RUP Voorkomen Afgestemd zijn op de aard, het karakter en de uitstraling van de directe omgeving: Hetzelfde gabariet en dezelfde materialen worden aangehouden 26

3 Daarnaast moeten qua materiaalgebruik dezelfde materialen gebruikt worden als deze waaruit het bestaande gebouw is opgetrokken Landschappelijke inpassing Alle ingrepen, constructies en gebouwen dienen zo goed mogelijk landschappelijk ingepast te worden. Een maximale harmonie met de omgeving moet nagestreefd worden en de eigenheid van de directe omgeving dient te worden gerespecteerd en zo mogelijk versterkt Landschappelijke inpassing Landschappelijke inpasbaarheid kan bevorderd worden door een gerichte groenaanleg en verantwoord materiaalgebruik. Ook de onderlinge samenhang van de verschillende componenten binnen de site kan de landschappelijke inpasbaarheid bevorderen Inrichtingsplan Elke stedenbouwkundige vergunning moet duidelijkheid geven over: - de inplanting van de gebouwen - de organisatie en het functioneren van het bedrijfsterrein - de verhardingen - de bufferzone Werken/constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen. Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en bouwkarakteristieken ervan geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving en de betreffende bestemmingszone Inrichtingsplan Het verdient aanbeveling de vergunningsaanvraag te ondersteunen met een inrichtingsplan. Dit is een louter informatief document dat inzicht heeft in de aspecten zoals hiernaast vermeld Werken/constructies in functie van openbaar nut Onder werken en constructies van openbaar nut worden o.a. nutsleidingen, elektriciteit en gaskabines, constructies in functie van openbaar vervoer, constructies in functie van telefonie en dataverkeer etc begrepen Water. Het waterbergende vermogen van het plangebied mag door de aanleg van de site niet verminderd worden. Er mag onder geen enkele voorwaarde bijkomende waterbuffer voorzien worden in het agrarisch gebied. Elke 0.6. Water Het voorzien van waterberging op eigen terrein onder de vorm van infiltratie door middel van retentiezones, open grachten, ondergrondse infiltratiebekkens, opvang van regenwater voor hergebruik etc. behoren tot de mogelijkheden. 27

4 ingreep moet binnen het plangebied gebeuren en het naastliggend agrarisch gebied mag niet bijkomend belast worden Groenschermen/buffers Bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning in functie van nieuwbouw/herbouw en verbouwing dient een inrichtingplan voor de groen buffer te worden gevoegd Groenschermen/buffers De vergunningverlenende overheid kan lasten en voorwaarden opleggen om de realisatie van de buffer te verzekeren Nieuwe activiteiten Bij stopzetting van de huidige activiteiten en/of bij opstart van nieuwe activiteiten dient 2/3 de van de volledige bedrijfssite* herbestemd te worden als agrarisch gebied zoals bedoeld in het gewestplan Nieuwe activiteiten Alle decretale bepalingen voor agrarisch gebied zijn hier dan van toepassing. * volledige bedrijfssite: plangebied zonder woonzone (art. 2). 28

5 BEDRIJVIGHEID (VCRO, art ) ARTIKEL 1. : ZONE VOOR BEDRIJVIGHEID VERORDENEND TOELICHTING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.1. bestemming Deze zone is enkel bestemd voor het behoud en verdere exploitatie van het aldaar gevestigd bestaande bedrijf. Een nieuwe of andere activiteit dan de bestaande is niet toegelaten. De deelzone weegbrug is uitsluitend bestemd voor het behoud en verdere exploitatie van de bestaande weegbrug. Bij stopzetting van deze activiteit moet deze zone ingevuld worden als groenzone (artikel 4). De deelzone betonverharding is uitsluitend bestemd voor het behoud en verdere exploitatie van het bestaande bedrijf. Binnen deze zone kunnen geen gebouwen opgericht worden. Open constructies ten behoeve van het tanken en het wassen van het rollend materieel is wel toegelaten. De deelzone waterdoorlatende materialen is uitsluitend bestemd voor het behoud en verdere exploitatie van het bestaande bedrijf. Deze zone kan enkel gebruikt worden voor het parkeren van rollend materiaal en voor het stapelen van goederen. Gebouwen en constructies kunne niet opgericht worden in deze zone. Het bestaande bedrijf, Vandendriessche, is gespecialiseerd in transport dat hoofdzakelijk gericht is op de agrarische sector. Daarnaast worden de mobiele versnipperaars van het zusterbedrijf uit Ieper op deze locatie onderhouden en hersteld. Voorzieningen in functie van bedrijfsvoering zijn onder andere kantoren, nutsgebouwen, toeritten, parkeerplaatsen, stapelplaatsen, laad- en losplaatsen. Hinder voor de naburige percelen heeft te maken met schaduw, geluid, geur, zijn niet toegelaten: - productie - assemblage - Activiteiten met abnormale hinder en/of risico s 29

6 - Activiteiten met een verhoogde dynamiek - Seveso-inrichtingen Zijn wel toegelaten: - reparatie- en onderhoudsactiviteiten - voorbereidende handelingen voor de uitvoering van bedrijfsactiviteiten op verplaatsing inrichting en beheer algemeen Alle ingrepen en acties binnen het plangebied moeten kaderen in een algemene inrichtingsstudie die deel uitmaakt van elk aanvraagdossier tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning. Een inrichtingsstudie is een louter informatief document. Alle handelingen en acties, in functie van de bedrijfsactiviteiten, dienen te worden georganiseerd binnen het plangebied inplanting en bezetting Plaatsing van de gebouwen mag enkel binnen de bestemmingzone, aangeduid op het plan. Binnen de deelzone weegbrug kunnen enkel kleine gebouwen of constructies opgericht worden noodzakelijk voor de uitbating van de weegbrug. De maximale terreinbezetting voor deze kleine gebouwen of constructies is 10%. Binnen de deelzone betonverharding zijn enkel open constructies ten behoeve van de tankpiste en/of wasplaats toegelaten. De maximale terreinbezetting voor deze constructies is 40%. In de zone tussen rooilijn en uiterste voorbouwlijn kunnen er geen constructies opgericht 30

7 worden. Binnen de deelzone waterdoorlatende materialen is de maximale bezetting voor gebouwen en constructies 0% bouwvoorschriften De maximale bouwhoogte ten opzicht van het referentiepeil bedraagt 6m. deze maximale bouwhoogte geldt evenwel niet voor in functie van de bedrijfsvoering noodzakelijke schoorstenen, verluchtingskanalen, antennes, enz., voor zover deze beperkt zijn en zo centraal mogelijk in het plangebied worden in geplant en zo weinig mogelijk hinder voor naburige percelen veroorzaken. Bestaande volumes kunnen niet overschreden worden. De maximale hoogte van de constructies in de deelzone voor betonverhardingen is 6m. De maximale hoogte van de kleine gebouwen en/of constructies in de deelzone weegbrug is 4m. Materialen en kleuren zijn vrij te kiezen maar wel in die mate dat de bouwvolumes zich maximaal integreren in de bebouwde en de landschappelijke omgeving. Er dient gestreefd te worden naar een architecturaal en harmonieus geheel. Voorkeur gaat naar het gebruik van zachte neutrale kleuren die niet contrasteren met de omgeving bv. Tinten van grijs, donkere dakbedekking Niet bebouwde ruimte Stapelen van goederen is toegelaten op de niet-bebouwde delen van de zone, met uitzondering van de deelzone weegbrug en niet tussen de rooilijn en de uiterste voorbouwlijn. De stapelhoogte is beperkt tot 4m. Verhardingen De niet-bebouwde ruimten mogen worden verhard. 31

8 Binnen de deelzone weegbrug moet deze verharding een vaste verharding zijn. Binnen de deelzone betonverharding wordt de verharding bij voorkeur aangelegd in een waterdoorlatend materiaal. Enkel omwille van milieutechnische redenen mag de verharding aangelegd worden in een vaste nietwaterdoorlatende verharding. Het deel gelegen tussen de rooilijn en de uiterste voorbouwlijn is verplicht aan te leggen in een vaste verharding. Binnen de deelzone waterdoorlatende materialen mogen de verhardingen uitsluitend aangelegd worden in waterdoorlatende materialen. Bij niet-waterdoorlatende materialen moet het hemelwater opgevangen worden of afgevoerd worden naar de naastliggende groenbuffers volgens de geldende reglementering. 32

9 BEDRIJVIGHEID (VCRO, art ) ARTIKEL 2. : ZONE VOOR BEDRIJFSWONING VERORDENEND TOELICHTING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 2.1. bestemming Deze zone is bestemd voor één bedrijfswoning. De bedrijfswoning is niet afsplitsbaar van het bedrijf. Aanverwante bedrijfsfuncties zoals kantoren, personeelsruimte, garage, EHBO, enz. kunnen geïntegreerd worden in de bedrijfswoning inrichting en beheer Plaatsing van de gebouwen binnen de bestemmingszone aangeduid op het plan. Het maximale volume van de bedrijfswoning is 1000m³, inclusief aanverwante functies. Aanverwante functies kunnen zijn kantoorruimten, wasplaats, refter enzovoort. Deze functies kunnen ook geïntegreerd worden in de bedrijfsgebouwen. De maximale bouwhoogte bedraagt maximum 2 bouwlagen + dak. Materialen en kleuren zijn vrij te kiezen maar wel in die mate dat de bouwvolumes zich maximaal integreren in de bebouwde en de landschappelijke omgeving. Een goede integratie kan bekomen worden door gebruik te maken van donkere materialen, in combinatie met een beplanting, hetzij op de gevels zelf aangebracht (bv. Klimop), hetzij in de tuinzone (zone 3) en de bufferzone (zone 4). 33

10 De niet-bebouwde ruimten mogen worden verhard in functie van opritten, toegangen en terrassen inrichting en beheer van de tuin De inrichting van de private tuin draagt bij tot de landschappelijke integratie van het bedrijf in zijn omgeving. De keuze van de beplanting dient gekozen te worden in functie van de integratie van het naastliggende bedrijfsgebouw. Er wordt niet gestreefd naar een dicht groenscherm. De tuinzone moet een filterend effect hebben waardoor het achterliggende bedrijfsgebouw vervaagd in zijn omgeving. Dit effect kan bekomen worden door een combinatie van hoogstammige bomen en lagere beplanting. Verhardingen moeten worden beperkt tot het strikt noodzakelijk in functie van opritten, tuinpaden, terrassen en tuinaccomodatie. Volgende afsluitingen worden toegelaten: streekeigen hagen van max. 2,50m hoog draad en/of metaalafsluiting van max. 2,50m hoog, al dan niet gecombineerd met levende groenaanplantingen Er mag max. 80m² verhard worden. In de zone tussen rooilijn en uiterste voorbouwlijn zijn geen gebouwen of constructies toegelaten met uitzondering van brievenbuselementen. 34

11 BEDRIJVIGHEID (VCRO, art ) ARTIKEL 3. : BUFFERZONE VERORDENEND TOELICHTING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 3.1. bestemming De zone is bestemd voor de aanleg van een groenbuffer. Voor de deelzone bedrijvigheid met nabestemming bufferzone blijven de stedenbouwkundige voorschriften van zone 1: zone voor bedrijvigheid van toepassing tot op het moment dat de aanpalende serres verwijderd worden. Het is een bouwvrije zone. Zijn uitdrukkelijk verboden: het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afvalstoffen, verpakkingen, enz. alle vormen van verhardingen en toeritten voor mechanisch verkeer. het plaatsen van elke vorm van publiciteit of mededeling parkeerplaatsen voor voertuigen inrichting en beheer De inrichting van de groenbuffers draagt bij tot de landschappelijke integratie van het bedrijf in zijn omgeving. 35

12 De groenbuffer heeft de breedte zoals aangeduid op het bestemmingsplan. De groenbuffer moet volledig beplant worden. De gebruikte beplanting is streekeigen. De groenbuffer dient ook zorgvuldig en vakkundig in stand gehouden te worden zodat ze ten allen tijde haar functie kan vervullen. Volgende afsluitingen worden toegelaten: streekeigen hagen van max. 2,50m hoog draad en/of metaalafsluiting van max. 2,50m hoog, gecombineerd met levende groenaanplantingen De exploitant van de aanpalende bedrijfsgebouwen en/of bedrijfsactiviteiten is verantwoordelijk voor de aanplant en het onderhoud van de bufferzone. De groenbuffer dient aangelegd te worden tijdens het eerste plantseizoen na definitieve goedkeuring van het uitvoeringsplan. Wanneer de aanpalende serre verwijderd is, moet de deelzone bedrijvigheid met nabestemming bufferzone tijdens het eerstvolgende plantseizoen aangeplant worden volgens de inrichtingsvoorschriften van zone 3: bufferzone. 36

13 OVERIG GROEN (VCRO, art ) ARTIKEL 4. : GROENZONE VERORDENEND TOELICHTING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 4.1. bestemming De zone is bestemd voor de aanleg van groen in de ruime zin. Groen in de ruime zin: natuur, bos, landbouw, landschapszorg, buffering, hagen, inrichting en beheer inrichting De inrichting moet bijdragen tot de landschappelijke integratie van het bedrijf in zijn omgeving. Alle verhardingen zijn verboden. De gebruikte beplanting moet streekeigen zijn. Het groen dient zorgvuldig en vakkundig in stand gehouden te worden zodat ze ten allen tijde haar functie kan vervullen. Functie: - compenserend groen - bufferend groen De groenzone dient aangeplant te worden tijdens het eerste plantseizoen na definitieve goedkeuring van het uitvoeringsplan. 37

14 beheer De zone dient vakkundig te worden beheerd zodat: - biotoop, flora en fauna nooit verstoord wordt - de bufferfunctie ook in de wintermaanden wordt gegarandeerd Bvb. Kaalkap is verboden Bvb. Eenzijdige plantenkeuze is niet aangewezen. Wintergroene planten dienen opgenomen te worden in de groenzone; 38