SCHOOLPLAN PARKSCHOOL

Transcriptie

1 SCHOOLPLAN PARKSCHOOL ~Parkschool, Schoolplan ~ 1

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding P Doelen van het plan P Functies van het plan P Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan P Verwijzingen P Status van het plan P Evaluatie van het plan P. 5 Hoofdstuk 2 Onze school P Huidige situatie P Inrichting en gebruik van gebouwen en schoolterrein P Leerlingenpopulatie P Leerplicht, verzuim, verlof P Voor-, tussen en naschoolse opvang P Gedragsregels P. 9 Hoofdstuk 3 Missie en visie P Missie P Wat we willen. Onze visie. De gewenste kwaliteit P Visie op levensbeschouwing en school P Visie op kind en ontwikkeling P Visie op samenleving, mens en maatschappij (in P.11 relatie tot burgerschap en integratie) Visie m.b.t. samenwerkingsproject met KDC t Steyntje P Visie op onderwijs P Visie op ambulante begeleiding P Visie op leerlingen met een stoornis uit het autistisch P.14 Spectrum (ASS) Visie op Stage P Visie op onderwijs en ICT P Visie op onderwijs aan zieke leerlingen P.19 Hoofdstuk 4 Onderwijskundig beleid P.20 Inleiding P Pedagogisch klimaat P Onderwijsdoelen P Afstemming onderwijs op onderwijsbehoeften leerlingen P Inhoud van het onderwijs P De vak- en vormingsgebieden, waaronder burgerschap en sociale integratie P Overzicht van de leergebied specifieke vakken P Overzicht van de leergebiedoverstijgende vakken/ P.28 vakoverstijgend 4.6 Onderwijsvormen (hoe wordt er geleerd) P Groeingsvormen P Leertijd P Leerrendement/leeropbrengsten P.31 ~Parkschool, Schoolplan ~ 2

3 4.10 Leerlingenzorg (zorg en begeleiding) P.32 Hoofdstuk 5 Onze zorg voor kwaliteit P.34 Inleiding P De doelen van onze kwaliteitszorg P Kwaliteitsmeetinstrument P Uitkomsten en vervolg P Inspectie P Concrete kwaliteitsaspecten P Additionele kwaliteitsgegevens P De inrichting van onze kwaliteitszorg P Het schoolplan P Het gebouw en het terrein P De leerlingen P De schooltijden, weekplannen, etc. P De uitgangspunten en algehele doelstellingen P Het schoolconcept (uitgewerkte consequenties) P De vak- en vormingsgebieden/ activiteiten P De zorg voor de leerling P Overige beleidsterreinen P Zorg voor kwaliteit: SMART-doelen P Overige afspraken P.43 Hoofdstuk 6 Personeelsbeleid P.45 Inleiding P Arbeidsvoorwaardenbeleid P Loopbaanbeleid P Arbeidsomstandighedenbeleid P.47 Hoofdstuk 7 Overige beleidsterreinen P Algemeen strategisch beleid P Ons financiële en materiële beleid P Ons relationeel beleid P.51 Hoofdstuk 8 De Beleidsvoornemens op een rij P.53 Inleiding P Pijlers schoolplan P De beleidsvoornemens op een rij P De prioritering en planning van de beleidsvoornemens P.59 Bijlage P.61 Negenveld ~Parkschool, Schoolplan ~ 3

4 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Doelen van het plan De doelen van dit schoolplan zijn: als school (bevoegd gezag, directie, team en medezeggenschapsraad) vaststellen wat voor de iode van 1 augustus 2011 tot en met 31 juli 2015 voor de Parkschool het onderwijskundige beleid, soneelsbeleid, algemeen strategisch beleid, financiële beleid, materiële beleid en relationeel beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg is en van deze beleidsterreinen een samenhangend geheel maken; dit beleid zo vast te stellen dat het gebruikt kan worden voor planmatige schoolontwikkeling met behulp van uit het geheel gedestilleerde SMARTdoelen; voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan. 1.2 Functies van het plan Dit schoolplan zal fungeren als: Strategisch plan, uitgangspunt voor de planning schooljaar uitgewerkt in SMARTdoelen (onderwijskundig jaarplan); verantwoordingsdocument in de richting van kinderen en ouders,de landelijke overheid en inspectie. 1.3 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan Dit schoolplan is opgesteld door directie en de teamleden, met name de disciplines IB, AB, MG, ICT, KDC, ARBO en Stage hebben gegevens aangeleverd. Een en ander is daarna in overleg met het team vastgesteld. De hoofdstukken met betrekking tot de inzet en ontwikkeling van het soneel en de paragrafen met betrekking tot het financieel beleid en materieel beleid zijn, daar waar nodig, in samenspraak met het bevoegd gezag opgesteld. De kern van dit schoolplan is het vorige ( ). De ingeslagen weg wordt vervolgd en verder uitgewerkt. 1.4 Verwijzingen In dit schoolplan wordt verwezen naar: De schoolgids van de Parkschool; Het soneelsbeleidsplan van het bevoegd gezag van de school, Kindante De klassenklaps van de leerkrachten; Kwaliteitsonderzoek inspectie WEC; De klachtenregeling volgens de Kwaliteitswet (veiligheidsplan); REC-plan ~Parkschool, Schoolplan ~ 4

5 Documenten uit de Documentenstructuur Parkschool ZEK lijsten Schoolconcept Parkschool 2004 Strategisch beleidsplan Focus Nascholingsplannen Parkschool 1.5 Status van het plan Dit schoolplan is op voorstel van het team vastgesteld door het bevoegd gezag van Kindante. De medezeggenschapsraad heeft er mee ingestemd. 1.6 Evaluatie van het plan Tijdens de loopiode van het schoolplan zal er middels de evaluatie van de SMARTdoelen tevens tussentijdse evaluatie c.q. bijstelling van het schoolplan plaatsvinden. Dit zal met name zichtbaar zijn in het onderwijskundig jaarplan. Tijdens de teambesprekingen zal het onderwijskundig jaarplan (afgeleid van het schoolplan) regelmatig aan de orde worden gesteld. ~Parkschool, Schoolplan ~ 5

6 Hoofdstuk 2 Onze school 2.1 Huidige situatie We starten het schooljaar op de nieuwe locatie te Limbricht. Naam : Parkschool Adres : Onderste Sittarderweg 4 Postcode : 6141 AZ Gemeente : Limbricht Telefoon : Fa : info@deparkschool.nl Richting Bestuur : R.K.-school : Stichting Kindante, leren leren, leren leven. De Parkschool is een school voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen, met verbrede toelating. De vorm van het onderwijs valt onder de WEC, Wet op de Etisecentra. De school participeert binnen REC Limburg; REC III-23. de komende jaren gaat een en ander veranderen onder invloed van Passend Onderwijs De Parkschool heeft een Rooms Katholieke levensbeschouwelijke grondslag en baseert zich in zijn omgaan met de mens en de omgeving op de christelijke levensovertuiging (zie ook hoofdstuk 3, missie en visie). Het soneel zal trachten deze overtuiging over te dragen aan de leerlingen. Ouders van leerlingen die onze school bezoeken en die een andere of geen levensovertuiging hebben, respecteren de grondslag van de school. 2.2 Inrichting en gebruik van gebouwen en schoolterrein SO 9 leslokalen VSO 10 leslokalen Gymzaal Speelleerlokaal/muzieklokaal Aula, incl. ICT leerplekken 3 praktijklokalen Personeelskamer Kantoren t.b.v. logopedie, psychologie, management, ICT, AB, Stage, ergotherapie en overige spreekamers Administratie Conciërgeruimte Conciërgeruimte/magazijn Speelplaatsen Aanrijroute, te gebruiken als speelruimte ~Parkschool, Schoolplan ~ 6

7 In aanbouw de tuinkas. Praktijkruimte Ons Huis, Burgemeester van Botelstraat 18, 6141 AK te Limbricht Gebruik eterne ruimtes / gebouwen: * zwembad De Nieuwe Hateboer, Sittard * de Tent Stichting Pepijn en Paulus * bibliotheek Sittard en Munstergeleen Ook voor de Parkschool gelden qua gebruik school en andere zaken de ARBOregels. 2.3 Leerlingenpopulatie De school biedt een vorm van speciaal onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4½ tot 20 jaar, verdeeld over een afdeling S.O. en een afdeling V.S.O. De school is voor hen de enige mogelijke vorm van onderwijs en dus meestal eindonderwijs. De aanduiding zeer moeilijk lerenden is een verzamelnaam voor kinderen met een gemeenschappelijk kenmerk: door verschillende oorzaken zeer moeilijk lerend. Wat zeer moeilijk lerend inhoudt, is soms moeilijk aan te geven of af te bakenen. Vooralsnog gaan wij uit van het kind met een gering ontwikkelingsspectief. Binnen het REC spreekt men van kinderen met een IQ tot 60, eventueel 60 tot 70. De gevarieerdheid van onze zeer moeilijk lerende schoolbevolking is al een aantal jaren gestadig toegenomen. De populatie van onze leerlingen bestaat uit leerlingen met een ruimer leervermogen maar ook met omvangrijkere sociaal-emotionele problemen (zmolk), als uit leerlingen met een nog geringer leervermogen (mg). De heterogeniteit neemt toe met leerlingen die een totaal andere onderwijsproblematiek met zich meebrengen. Het aantal kinderen met een ASS-problematiek is ruim eenderde. In de organisatiestructuur is een onderverdeling gemaakt in Leer-, ADLen autigroepen (units, zie ook 4.7 en documentenstructuur, schoolconcept). Ook wordt er toegewerkt naar onderwijsarrangementen (i.r.t. ontwikkelingsspectief en uitstroomspectief) Het wervingsgebied is niet bekt tot de Westelijke Mijnstreek. Ontwikkelingen tonen aan dat ouders bewuster kiezen voor een voor hun kind geëigende school. Het gegeven dat wij steunpuntschool voor autisme zijn, heeft als gevolg dat kinderen uit overige voedingsgebieden zich ook aanmelden. Gemeentes zijn qua vervoer hier niet altijd de meedenkende partner. Indien mogelijk wordt echter zoveel mogelijk aan het spreidingsplan van het REC gehouden. Wij streven naar thuisnabij onderwijs. NB Passend Onderwijs kan in de toekomst mogelijk invloed hebben op de regioindeling (samenwerkingsverbanden). In het schooljaar 2011/2012 heeft onze school 8 S.O. groepen en 10 V.S.O. groepen met in totaal 206 kinderen. Door de ambulante dienst worden 25 leerlingen begeleid. Toekomst gericht lijkt een bepaalde stabilisering/lichte daling in leerlingenaantal het ~Parkschool, Schoolplan ~ 7

8 meest reële. Er werken zo n 75 soneelsleden, zowel onderwijzend als onderwijs ondersteunend soneel. Onduidelijk is nog de invloed van de mogelijke bezuinigingen. Inschrijving kan alleen indien er door de CVI een positieve beschikking voor cluster 3 is afgegeven (of observatieplaatsing). De vorige instelling waar de leerling verbleef ontvangt een bewijs van inschrijving. (toekomstige wijziging t.g.v. Passend Onderwijs?) In principe wordt een wachtlijst vermeden. Zogenaamde verhuiskinderen worden altijd geplaatst. Plaatsing gebeurt op basis van de reeds bekende gegevens (school, instantie, ouders), eventuele observatie en eigen diagnostiek. De Commissie van Begeleiding speelt hierbij een prominente rol. (zie schoolgids Parkschool en document CvB) Uitschrijving vindt plaats bij verhuizing, schoolverlating i.v.m. leeftijd, dan wel plaatsing op een ander type school. De ontvangende instantie ontvangt een bewijs van uitschrijving. Van alle schoolverlaters wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. 2.4 Leerplicht, verzuim, verlof. Het doel van de leerplicht is om zoveel mogelijk kinderen gebruik te laten maken van hun recht op onderwijs. Omdat deze leerplicht zo belangrijk wordt gevonden is dat in een wet vastgelegd namelijk de leerplichtwet. In de leerplichtwet zijn regels opgenomen waaraan ouders, leerlingen maar ook scholen moeten voldoen. De leerplichtwet kent dus een aantal verplichtingen. In de eerste plaats richt de wet zich tot de ouders/ verzorgers en legt aan iedere ouder/ verzorger twee verplichtingen op : 1. De verplichting, om te zorgen dat een jongere als leerling op een school is ingeschreven, begint op de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin de jongere de leeftijd van vijf jaar bereikt. 2. De verplichting, om na de inschrijving ervoor te zorgen dat de leerling de school ook geregeld bezoekt, begint op de dag waarop de leerling op die school kan plaats nemen. Beide verplichtingen eindigen aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan het kind tenminste twaalf volledige schooljaren een of meer scholen heeft bezocht. Indien dit niet kan worden vastgesteld dan geldt als regel dat het kind geen leerplicht meer heeft aan het einde van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. De directeur van de school is verplicht ongeoorloofd schoolverzuim te melden aan de leerplichtambtenaar. Ook als een kind de school voortijdig verlaat dient de leerplichtambtenaar daarvan in kennis gesteld te worden. Op de Parkschool wordt de afwezigheid van leerlingen geregistreerd. Elke dag wordt in de groepen geïnventariseerd welke leerlingen afwezig zijn. Indien daartoe aanleiding bestaat, wordt contact opgenomen met de ouders / verzorgers van de betreffende leerling. ~Parkschool, Schoolplan ~ 8

9 Een strikte administratie rondom schoolverzuim is de basis voor verdere maatregelen die het ongeoorloofde schoolverzuim terugdringen. Verlof wordt alleen gegeven op gegronde redenen. Een en ander staat vermeld in de schoolgids. Het bevoegd gezag zal bij toelating en verwijdering handelen volgens de regels van de leerplichtwet en de Wet op de Etise Centra (WEC). De tekst ligt ter inzage op school. 2.5 Voor -, tussen - en naschoolse opvang. Er is geen voor- of naschoolse opvang. De kinderen komen vooral met speciaal vervoer tegen het begin van de schooltijd op school aan. In principe blijven alle leerlingen over op school. Bij goed weer kunnen de leerlingen buiten op de speelplaats verblijven. Bij slecht weer vindt het overblijven binnen plaats. Hierover is met ouders gecommuniceerd. NB Het toezicht zal de komende tijd regelmatig worden geëvalueerd i.v.m. nieuwe schoolomgeving. Personeel houdt via een rooster bij toerbeurt toezicht gedurende het overblijven. Ook worden in het kader van sfeerverbetering activiteiten aangeboden, waar leerlingen zich via de eigen leerkracht voor kunnen inschrijven. Deze activiteiten zoals dansen, voetbal, computer, video, wandelen, spel, worden geleid door een teamlid (VSO). In de kleine pauze blijven op toerbeurt groepen in de klas. Naschoolse opvang wordt door eterne instanties (Stichting Sociaal Pedagogische Zorg Sittard, Stichting Pergamijn e.a.),waarmee wordt samengewerkt, aangeboden. Hier worden ouders naar verwezen. 2.6 Gedragsregels. Gedrag van kinderen is altijd onderwerp van gesprek. Onze kinderen hebben soms moeite om het juiste gedrag te laten zien in alle situaties. De lijst van gedragsregels wordt regelmatig bijgesteld. (zie schoolgids) Een groot gedeelte van het team heeft scholing gekregen over het omgaan met agressie (ook praktijk). Indien noodzakelijk zal fysiek ingrijpen door teamleden plaatsvinden. Dit gebeurt op professionele wijze (met meerdere sonen, ook zijn hiervoor bepaalde technieken aangeleerd) met als doel verder fysieke agressie (slaan, schoppen etc.) van het kind naar anderen gericht of naar zichzelf gericht te voorkomen. In het kader van de sociaal emotionele ontwikkeling, in relatie tot het adaptief onderwijs, wordt locatie met regelmaat een bepaalde gedragsregel onder de aandacht gebracht. Deze regel heeft betrekking op het speelplaatsgedrag, maar kan ook in de klassen gehanteerd worden. ~Parkschool, Schoolplan ~ 9

10 Hoofdstuk 3 Missie en Visie (NB zie ook schoolconcept, nov. 2004) 3.1 Missie (zie ook nota Adaptief Onderwijs) Wij vinden dat in onze school, als lerende organisatie, een pedagogisch klimaat moet heersen waarin de leerling geborgenheid en veiligheid ervaart. Daarom streven we al sinds 2004 adaptief onderwijs na. Adaptief onderwijs is onderwijs dat aansluit bij de pedagogische en didactische behoeften van het kind. Ieder kind heeft drie basisbehoeften: - competentie: het besef iets te kunnen - relatie: het gevoel dat mensen je waarderen en met je om willen gaan - onafhankelijkheid / autonomie: het gevoel dat je iets kunt ondernemen zonder dat anderen je daarbij moeten helpen. Dat zijn basisvoorwaarden voor een actieve, gemotiveerde leerhouding. Personeel van de school komt tegemoet aan de basisbehoeften van de leerling en bevordert deze. Uitdagen, ondersteunen en vertrouwen zijn in dit proces sleutelbegrippen. Uitdagen om dingen uit te zoeken en te ontdekken, ondersteunen bij wat ze nog niet zonder hulp kunnen en vertrouwen hebben in de goede afloop van het leerproces. Dat vertrouwen leidt tot zelfvertrouwen bij de leerling. En zelfvertrouwen is een basisvoorwaarde voor een goede werkhouding. Vertrouwen, ondersteuning en uitdaging vormen de kernelementen van een adaptief, pedagogisch klimaat. Wij vinden het belangrijk dat onze school meewerkt aan de brede vorming van kinderen. Dat doen we door een plek te vormen binnen de regio, waar ontmoetingen kunnen plaats vinden tussen leerkrachten, ouders, kinderen en/of functionarissen van maatschappelijke instituten. Daarnaast vinden we het belangrijk om onze etise, daar waar nodig in dienst te stellen van Samenwerkingspartners. Dit kan op macroniveau (LNA, Samenwerkingsverbanden), mesoniveau (samenwerrking met REC 4 en SBO, kin verband met het vromen van gerichte autiklassen) en microniveau (samenwerking met collegaschool/instelling, t.b.v. individuele school of individueel kind) In het kader van de vorming van regionale etise centra in cluster 3 is de Parkschool officieel geregistreerd als steunpuntschool voor de opvang van autistische leerlingen en de opbouw van etise bij de (preventieve) ambulante begeleiding van autistische leerlingen. De school is al sinds 1992 steunpuntschool/centrumschool voor autisme. Vanuit deze optiek verzorgen wij de opvang van zeer moeilijk lerende A.S.S.-leerlingen in Limburg van de regio Echt tot Maastricht. De komende jaren zal dit door de etiseontwikkeling elders (mede onder invloed van Passend Onderwijs) alsook onder druk van de gemeentes (vervoerskosten) minder worden. Ook verzorgen wij de ambulante begeleiding van geïndiceerde (autistische) kinderen in het speciale onderwijs. Deze laatste missie blijft in tact ondanks de bezuinigingen vanuit het ministerie en het traject naar passend Onderwijs. ~Parkschool, Schoolplan ~ 10

11 3.2 Wat we willen. Onze visie. De gewenste kwaliteit Visie op levensbeschouwing en school. Wij als school baseren ons in ons omgaan met de mens en de omgeving op de christelijke levensovertuiging. Wij ontlenen die aan de Joods-christelijke traditie, verwoord in de bijbel, en aan wat de katholieke kerk eeuwenlang heeft gekoesterd en overgedragen. (Hierbij denken we aan beginselen als binding, verbondenheid, solidariteit). Het gaat om ons erfgoed. Concreet betekent dit dat we menen dat het juist op onze weg ligt om aandacht te geven aan een aantal waarden, die deels op relationeel vlak liggen, zoals openheid, respect, dienstbaarheid, veiligheid bieden, betrouwbaarheid, gepaste tolerantie, naastenliefde, opkomen voor de zwakke en het zwakke, het humane. Daarnaast willen wij kinderen gevoelig maken voor het onnoembare, het mystieke; het transcendente, voor waar mensen troost halen, voor de droom. Wij zien het als onze opdracht om als school te werken aan deze uitgangspunten van menselijk leven, door er aandacht aan te geven, door erover te communiceren, door ze over te dragen, kinderen in te wijden, door ze voor te leven, door ze ter sprake te brengen, door mensen/kinderen ervan bewust te maken. Hierin ligt voor ons de basis van het feit dat we een katholieke school zijn. (zie ook 2.1) Visie op kind en ontwikkeling De ontwikkeling van zeer moeilijk lerenden verloopt niet vaak lineair. Zo zijn er ioden van schijnbare stilstand. Soms lijken de leerlingen in de ene iode wat betreft een bepaald aspect aan hun plafond te zitten, terwijl dat een tijd later toch weer anders blijkt te zijn. Soms lijken leerlingen bij het wat ouder worden meer te kunnen dan op basis van het veronderstelde potentieel voor mogelijk is gehouden. Een vereiste is dat wij accepteren dat de kinderen zowel mogelijkheden als onmogelijkheden hebben. Een inlevend vermogen is een basishouding van ons. Wij zullen steeds de deur voor de kinderen moeten open houden. Het kind staat manent centraal. Het gegeven van ontwikkelingsspectief en uitstroomprofiel is dan ook niet altijd makkelijk aan te geven. Door de vorming van stromen (Leer-, ADL, auti, mg) alsook de uitstroomprofiel-bepaling (gestart binnen VSO, krijgt de komende jaren een prominente plaats in de school: nieuwe eisen kwaliteit Inspectie v.a. 2011) geven we hier mede middels de handelingsplannen invulling aan. Dit om het zich ontwikkelende kind zo optimaal mogelijke ontwikkelingskansen te bieden Visie op samenleving, mens en maatschappij (in relatie tot burgerschap en integratie) Onze school werkt mee aan de brede vorming van leerlingen. We geven aandacht aan het ontwikkelen van een multiculturele grondhouding en zullen d.m.v. dialoog en samenwerking mede verantwoordelijkheid dragen voor samenwerking met ouders als onze partners en met instellingen die werken aan de leefbaarheid van de omgeving. De zorg voor onze kinderen en de aandacht voor de kwaliteit van het leven staan daarbij voorop. In toenemende mate gaan onze leerlingen in de naschoolse iode zelfstandig wonen, werken en hun vrije tijd besteden. Voor sommigen is het nodig dat ze in voorkomende gevallen kunnen terugvallen op ondersteuning die steeds oproepbaar moet zijn. Andere leerlingen gaan meer beschut wonen: in een gezinsvervangend tehuis, een instituut, e.d. ~Parkschool, Schoolplan ~ 11

12 Vanuit en in hun woonsituatie beleven ze ook hun vrije tijd. Het onderwijs bereidt ze daarom voor op deze diverse woonsituaties en de vrije tijdsbeleving. Ook in de werksituatie treedt een verschuiving op: werken in een beschermde werkomgeving, werken in een dagverblijf of in een dagactiviteitencentrum. Ons onderwijs gaat hierop in, door arbeidsoriënterende vaardigheden en stages in het onderwijsprogramma op te nemen. (zie nota VSO in ontwikkeling). In de praktijk blijkt dat dit alles een zeer dynamisch gegeven is waarin anticipatie en een proactieve houding van belang is. In het onderwijskundig jaarplan zal een en ander dan ook met de nodige fleibiliteit opgenomen worden Visie m.b.t. samenwerkingsproject met KDC t Steyntje. Ouders van verstandelijk gehandicapten met een aanzienlijke problematiek (ontwikkelingsspectief van 0 tot 24 maanden), vragen in toenemende mate om onderwijs voor hun kinderen. Om aan deze vraag tegemoet te komen, vragen wij als school om een aangepaste onderwijsfacilitering en om ondersteuning vanuit de zorgsector. Door middel van een samenwerkingsproject met t Steyntje, willen wij meer kennis opdoen over kenmerken en mogelijkheden van de doelgroep, over een adequaat onderwijsaanbod en over kansrijke samenwerkingsarrangementen van onderwijs en de zorg ten behoeve van deze groep kinderen, alsook het tussenliggende gebied waarbij schoolplaatsing niet se datum (begin schooljaar) afhankelijk is, maar afhankelijk is van het ontwikkelingsniveau van het kind (tussentijdse plaatsing). De Parkschool is een aantal jaren geleden de samenwerking aangegaan met KDC t Steyntje. De inzet is met name gericht van Parkschool naar t Steyntje, in de vorm van part-time detachering van een van onze leerkrachten.deze werkwijze (naast overleg op directieniveau), zorgt voor een bijna naadloze overgang van KDCkinderen naar de Parkschool. De omgekeerde beweging (van Steyntje naar Parkschool) komt daar waar nodig in incidentele (specifiek kindgericht) gevallen voor. Wat vinden we belangrijk? Een goede overgang van zorg naar onderwijs, waardoor de ontwikkeling van het kind zonder onnodige obstakels verloopt. Wat stellen we ons hierbij ten doel? De overdracht van kinderen van het KDC naar de Parkschool naadloos te laten verlopen middels: Goede uitwisseling van informatie t.b.v. het instromende kind Afspraken maken en realiseren m.b.t. de voorwaarden waaronder deze kinderen de overstap het beste kunnen maken. Kennisoverdracht m.b.t. specifieke problematieken Visie op onderwijs (zie ook hoofdstuk 4) De ontwikkeling van het kind heeft consequenties voor ons onderwijs. Het is afgestemd op de (vaak geringe) ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen, maar is naast adaptief onderwijs tegelijkertijd uitdagend, stimulerend en soms confronterend. Nu eens dient ons onderwijs veel en precieuze structuur te geven, ~Parkschool, Schoolplan ~ 12

13 een andere keer dient er meer ruimte te zijn voor eigen eploratie. De basis voor een gezamenlijke beginsituatie is bekt. Gegeven de grote verschillen tussen de leerlingen wordt er een evenwichtig onderwijsaanbod samengesteld, waarin onder andere geborgenheid en verzorging, groei naar zelfstandigheid en het leggen van sociale contacten en de aanraking met het arbeidsproces, belangrijke componenten zijn. De CED-leerlijnen spelen hierin een grote rol. Voor jongere leerlingen is de pedagogische en didactische contet gericht op de realisering van voorwaarden. Dat wil zeggen dat binnen de mogelijkheden wordt ingespeeld op (een zekere mate van) zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, initiatief en taakgerichtheid. Voor de oudere leerlingen is de didactische contet meer gebonden aan de directe voorbereiding op de naschoolse iode waarin de leefverbanden wonen, werken en vrije tijd centraal staan. Kortom: Kwalitatief onderwijs staat hoog in ons vaandel. Het didactische gaat daarom al snel over in het orthodidactische. In de handelingsplannen worden doelen, alsook de weg naar de te behalen doelen aangegeven, de zones van nabije ontwikkeling hebben daarin hun plaats (zie nota adaptief onderwijs) Visie op ambulante begeleiding Huidige Situatie. Doel: Een bijdrage leveren om de leerling die etra zorg nodig heeft zo goed mogelijk te laten integreren in de reguliere leeromgeving. De begeleiding van de leerling wordt op maat gemaakt in samenwerking met de zorggroep rondom de leerling. Een ambulant begeleider moet een goede begeleiding op maat kunnen maken die aangepast is aan de wensen van het kind passend binnen de reguliere onderwijszetting. De begeleiding richt zich op het ontwikkelde kind middels het integraal aanbod van onderwijs en onderwijsondersteuning. Wat vinden wij belangrijk? Wij vinden het belangrijk dat er een goede samenwerking is tussen de verschillende REC verbanden op het gebied van Ambulante Begeleiding. Ervaringen uitwisselen met betrekking tot de begeleiding zelf. Maar ook blijven leren en ontwikkelen om zo goed mogelijk op de hoogte te blijven van de veranderingen binnen het speciaal onderwijs en de ambulante begeleiding. Maar ook het contact met de moederschool is van groot belang omdat daar ook de nodige etise zit. Zo kunnen we gebruik maken van elkaars kennisgebied en zo ook in ontwikkeling blijven. Tevens vinden we het belangrijk dat er een goede verslaglegging is wat betreft de begeleidingsaspecten. Het dossier bevat overeenkomsten, begeleidingsplan, handelingsplannen en de verslagen van de bezoeken en gesprekken die er plaats vinden. Wat stellen we ons ten doel? De Ambulante Dienst van onze school op een positieve manier naar buiten te brengen en het vertrouwen in onze dienst zo sterk en groot mogelijk te maken. Dit willen we bereiken door een zo goed mogelijk werkrelatie op te bouwen met de reguliere school en de ouders. Samen zullen we zoeken naar de best mogelijke ~Parkschool, Schoolplan ~ 13

14 opleidingsvorm voor het kind. En dus ook op een creatieve manier zoeken naar aanpassingen waarin alle partijen zich kunnen vinden. Het volgen van cursussen en studiedagen om onze etise te vergroten en deze uit te dragen naar de ouders en scholen. Het volgen en deelnemen aan activiteiten van Passend Onderwijs. Een goede voorlichting en bekendheid voor de reguliere scholen. Van belang is de kwaliteit van de AB-dienst te waarborgen en daar waar mogelijk uit te bouwen. (zie onderwijskundig jaarplan) Wij onderscheiden 3 soorten ambulante begeleiding: 1. Ambulante begeleiding aan geïndiceerde leerlingen in het reguliere onderwijs. 2. Preventieve ambulante begeleiding. 3. Ambulante begeleiding in verband met terugplaatsing. Ad. 1 Ambulante begeleiding aan geïndiceerde leerlingen in het reguliere onderwijs. Leerlingen die toelaatbaar zijn tot een vorm van speciaal onderwijs, maar regulier onderwijs volgen, krijgen op grond van een (objectieve) indicatiestelling een leerlinggebonden budget toegewezen. Voor deze kinderen zal vanuit een REC ambulante begeleiding op de reguliere school worden geboden. Daarvoor zal een deel van het leerlinggebonden budget verplicht bij het REC besteed moeten worden. Een ambulant begeleider geeft onder andere ondersteuning bij het opstellen van het handelingsplan waarin ook wordt aangegeven hoe de inzet van de ambulant begeleider er verder uit zal zien. Ad. 2 Preventieve ambulante begeleiding wordt verstrekt op verzoek van reguliere scholen, zonder dat er sprake is van verwijzing naar het speciaal onderwijs. Het betreft ambulante begeleiding aan leerlingen die strikt genomen niet geplaatst hoeven te worden in het speciaal onderwijs. Echter, zo n plaatsing zou wel ophanden zijn, als er geen begeleiding gegeven zou worden. Een en ander wordt aangestuurd vanuit Kwadrant, het onderwijsloket voor de Westelijke Mijnstreek. Ad. 3 Ambulante begeleiding in verband met terugplaatsing wordt ook wel eens terugplaatsingsbegeleiding genoemd. Terugplaatsingsbegeleiding richt zich op de begeleiding bij terugplaatsing van speciaal onderwijs naar regulier onderwijs. Vaak is er dan, voor een bepaalde iode, behoefte aan begeleiding. De ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs,( i.c.m. de geplande bezuinigingen) lijken de AB-dienst onder stevige druk te zetten. In de formatie van de Parkschool is voldoende ruimte behouden om alle activiteiten de komende jaren uit te voeren Visie op leerlingen met een stoornis uit het autistisch spectrum (ASS) Huidige situatie. De Parkschool is steunpuntschool voor autisme voor REC 3 (zuid). Binnen de Parkschool valt ruim een derde van de populatie binnen het ASS gebied. Er is indertijd doelbewust gekozen voor auti (structuur)groepen (werkende vanuit het TEACCH principe) en geïntegreerde groepen voor deze kinderen. Op diverse vlakken wordt er (eventueel gefaciliteerd) gewerkt aan de ontwikkeling van onderwijs aan ASS leerlingen op onze school en in het REC. Alsook participeert onze school in het LNA, en wordt deelgenomen aan de Taakgroep autisme binnen het REC. (Zie REC-autinota s) ~Parkschool, Schoolplan ~ 14

15 Wat vinden wij belangrijk? Evenals in alle scholen vinden wij het belangrijk dat de zml-ass leerling dat aanbod krijgt waar hij /zij om vraagt. Dat betekent dat wij als school onszelf telkens de vraag moeten blijven stellen: is de situatie (incl. onderwijsaanbod) voldoende gestructureerd voor dit kind? De leerkracht die met de doelgroep werkt heeft affiniteit met en kennis van de doelgroep. Wat stellen wij ons ten doel? Een onderwijsorganisatie waarin het ASS kind optimaal tot zijn recht komt. Dat wil zeggen dat wij inzetten op: Een omgeving waarin gebouwelijk is ingespeeld op prikkelarm en functioneel gebruik (autigroepinrichting) Een omgeving die in het hele gebouw de structuur uitademt. Een onderwijsorganisatie die tegemoet komt aan de gewenste structuur (autigroepen naast sociaal geïntegreerde groepen). Onderwijs dat aansluit en uitgaat van de mogelijkheden van het ASS-kind. Een team waarbinnen een groeiende etise en vaardigheid hand in hand gaan. Een aanpak waarbinnen ook de lager functionerende ASS leerling tot zijn recht komt Een omgeving die in samenspraak werkt met andere disciplines (o.a. Jeugdzorg) Inzet PGB-gelden in schaduwtraining Visie op Stage Huidige situatie, wat vinden wij belangrijk? Op een leeftijd van jaar komen de leerlingen van onze SO-afdeling naar het VSO. Daarnaast komen er ook leerlingen van andere scholen die instromen. Alle leerlingen worden ingedeeld op hun eigen niveau.we kennen een indeling in MG leerlingen / ADL- leerlingen en leer- leerlingen De MG/ADL leerlingen zijn jongens en meisjes die straks in de beschermde dagbesteding terecht komen. Hun voorbereiding op het traject na hun schooliode gebeurt veelal binnen de vertrouwde klassensituatie. De leerlingen binnen ADL-unit en Leer-unit worden volgens een stappenplan voorbereid om op de juiste plek te kunnen functioneren binnen de maatschappij. Voor deze leerlingen wordt er een portfolio aangelegd waarin alle gegevens in het traject naar uitstroom worden verzameld. Momenteel is de stagebegeleiding in handen van 2 leerkrachten uit het VSO. Beiden zijn 3 dagen week bezig met het onderdeel stage, zowel intern als etern.er wordt geparticipeerd in diverse netwerken. Tevens is de arbeidsdeskundige van het UWV op gezette momenten aanwezig voor het beantwoorden van vragen. (zie ook nota VSO in ontwikkeling) Fase I Op de leeftijd van 13 jaar starten de jongeren met arbeidstraining. zie document arbeidstraining-hier trainen zij de vaardigheden om arbeidsmatige arbeid te verrichten. Fase II Op de leeftijd van jaar wordt er gestart met interne stages. Dit zijn stages die invulling krijgen binnen de S.O. en V.S.O. locatie. ~Parkschool, Schoolplan ~ 15

16 De leerlingen verrichten taken binnen een voor hen bekende omgeving en worden hierbij begeleid door voor hen bekende sonen. Met interne stages bedoelen we: Boodschappen doen De was vouwen en strijken Kopieertaken Vuilnis ophalen en opruimen Koffie rondbrengen Klussenploeg/onderhoud speelplaats Vuile was ophalen/schone was rondbrengen Fietsonderhoud In een iode van drie maanden leren deze jongeren onder begeleiding deze taken zo zelfstandig mogelijk uit te voeren. In het begin zal er veel aansturing zijn maar het initiatief komt meer en meer bij de leerling te liggen. Na drie maanden wordt er geëvalueerd en gerouleerd. Fase III Met 15 jaar wordt de SIWIT- arbeidsinteresse test afgenomen. Uitgaande van de SIWIT wordt een ontwikkelingsprofiel opgesteld voor de betreffende leerling. Dit gebeurt in een overleg met de leerkracht,vakleerkracht, IB -er, locatie -leider en stagecoördinator. De SIWIT geeft aan binnen welke belangstellingsgebieden de betreffende leerling wil gaan snuffelen. De twee belangstellingsvelden die in de test naar voren komen zijn bepalend voor de komende twee jaren. De leerlingen gaan binnen elk gebied een jaar ervaring opdoen op een leerwerkplek. De belangstellingsvelden zijn grotendeels terug te voeren binnen de volgende vakgebieden: Groen Techniek Horeca Schoonmaak Confectie (in ontwikkeling) Binnen deze vakgebieden hebben wij als Parkschool vakleerkrachten,die werken aan die competenties die nodig zijn om binnen het vakgebied te kunnen functioneren. Zowel in de klas als tijdens de lessen van de vakleerkrachten wordt er aandacht besteed aan de competenties die nodig zijn met betrekking tot de gekozen richting. De benodigde indicatie dagbesteding (CIZ) om de leerlingen in deze leeftijd ervaring te laten opdoen met het werken binnen een beschermde werkomgeving. Ook proberen we zelf leerwerkplekken te creëren binnen de genoemde vakgebieden. Dit hebben we al dan niet gerealiseerd in samenwerking met een van onze partners. Onze leerwerkplekken zijn (of zijn in ontwikkeling) Werkploeg Pergamijn(begeleiding Pergamijn Carcleaning Sittard (begeleiding Sterk in Werk) Techniek en logistiek Sterk in Werk (begeleiding Sterk in Werk) Horeca Sterk in Werk (begeleiding Sterk in Werk) Daelzicht Groen (begeleiding Daelzicht) Daelzicht Houtbewerking (begeleiding Daelzicht) ~Parkschool, Schoolplan ~ 16

17 Viia Schoonmaak (begeleiding Viia) Viia Groen (begeleiding Viia) Techniek en logistiek bij WP-verhuur (begeleiding Parkschool) Restaurant de Buren (begeleiding Parkschool) Fase IV Vanaf de leeftijd van 16 jaar kunnen de leerlingen officiële certificaten behalen en/of diploma s de cursus Brug naar Werk volgen. In deze cursus werken de leerlingen aan de leergebiedoverstijgende competenties die nodig zijn om op een werkplek en in de maatschappij te kunnen functioneren. Momenteel worden onze leerlingen binnen de volgende vakgebieden gecertificeerd: Brug naar Werk (op A en B niveau) Werken in groot keuken Werken in de bediening Schoonmaak in de groot huishouding Groen Houtbewerking Fase V Op de leeftijd van 17 jaar wordt voor de tweede keer de SIWIT arbeidsinteresse test afgenomen. Nu maakt de leerling een definitieve keuze in welke arbeidssector hij/zij aan de slag gaat. De ADL/MG leerling wordt middels stage voorbereid op een passende plek binnen de dagbesteding. De Leer- leerling wordt middels stage voorbereid op een plek binnen het reguliere bedrijfsleven of binnen dagbesteding met arbeidsmatig werk In deze iode vragen wij samen met de leerlingen de Wajong- uitkering aan. Wij houden dan ook werkgesprekken met de arbeidsdeskundige van UWV,ouders/verzorgers en leerlingen In deze gesprekken kan de arbeidsdeskundige zich een beeld vormen van de betreffende leerling, voorafgaande aan de medische keuring. Verder wordt het ontwikkelingsprofiel van de leerling in het bijzijn van zowel leerling als ouders/verzorgers besproken. Dit ontwikkelingsprofiel neemt de arbeidsdeskundige van UWV over in hun participatieplan. Aan het participatieplan dient de leerling zich te houden wanneer hij vanaf zijn achttiende levensjaar een Wajong- uitkering ontvangt (In de leeftijd van achttien tot twintig jaar kijkt het UWV over onze schouder mee of de leerling zich aan het gemaakte plan houdt). Door deze constructie kunnen wij een naadloze ontwikkeling nastreven waardoor onze leerlingen zich tot hun twintigste levensjaar verder kunnen ontwikkelen binnen onze school. Fase VI Op de leeftijd van uiterlijk twintig jaar worden de ADL/MG- leerlingen conform het participatieplan binnen de dagbesteding van een van onze partners geplaatst. De Leer- leerlingen zijn conform het participatieplan (m.b.v. een jobcoach van een van onze partners) geplaatst in het reguliere bedrijfsleven dan wel beschermde werkomgeving. Onze partners zijn: Daelzicht ~Parkschool, Schoolplan ~ 17

18 Pergamijn Sterk in Werk Viia Met deze partners hebben wij schriftelijk vastgelegd dat bij het niet slagen op de werkplek de betreffende partner zorg draagt voor een vangnet voor de cliënt.vanuit dit vangnet (dagopvang) wordt wederom gewerkt aan een optimale participatie van de cliënt Fase VII De Parkschool wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van onze oudleerlingen tot de leeftijd van 27 jaar.via RMC,Jongerenloket en UWV krijgen wij als school een melding bij stagnatie van de cliënt bij de dagbesteding of op de werkplek. Wij nemen als school contact op met de betreffende partner en informeren naar de stappen die de betreffende partner onderneemt richting participatie vanuit het vangnet. Wij koppelen het een en ander dan weer terug naar UWV. Belangrijk: In elke fase zijn er overlegmomenten met ouders en leerling om een en ander op de wensen van iedereen af te stemmen. Daarnaast zijn er de afstemmingsgesprekken met IB, (vak) leerkrachten en directie. Waaronder structureel stage en Leerwerkplekoverleg. Wat stellen we ons ten doel: In het schooljaar willen we werken aan de hand van ontwikkelingsprofielen van leerlingen. In een breed overleg worden deze gevuld met gegevens van leerkracht, IB, psychologe, vakleerkrachten en stagecoördinator. Op deze manier werken we aan een gerichte en optimale uitstroom van onze leerlingen. Onze visie op stage (arbeidsoriëntatie en arbeidstoeleiding) is concreet uitgewerkt in ons onderwijskundig jaarplan Visie op Onderwijs en ICT Huidige situatie: De nieuwbouw is gerealiseerd. Dit betekent dat in alle klaslokalen 2 en overige ruimtes 1 à 2 computers met aansluiting op het netwerk aanwezig zijn. Daarnaast hebben de groepen nog enkele computers voor bepaalde lesprogramma s. Ook iser in SO en VSO een pc-eiland voor groepsactiviteiten. In 8 lokalen zijn smartboarden geplaatst. M.a.w. er is een goede basisinfrastructuur op het gebied van ICT Iedere groep heeft een ICT-klap waarin de software staat beschreven. Leerlingen maken gebruik van de computers in de groep en van de computers op de twee werkplekken. Ze leren goed om te gaan met de computer en de programma s. Leerlingen maken ook gebruik van internet. Het internetprotocol wordt in acht genomen. Leerkrachten maken gebruik van het LVS Datacare Alle collega s maken gebruik van . Informatie en Notulen worden aangeleverd via . ~Parkschool, Schoolplan ~ 18

19 Wat vinden wij belangrijk? Een schoolsituatie waarin het ICT-onderdeel als middel optimaal tot zijn recht komt als onderwijsmiddel, als middel voor leerlingvolsysteem en handelingsplanning en als middel in de communicatie. Deze situatie is nu in de nieuwbouw gerealiseerd. Daarnaast vinden we het belangrijk de ontwikkelingen op het gebied van ICT voor leerlingen en collega s steeds verder te optimaliseren en aan te passen aan de zich verder ontwikkelende maatschappelijk eisen. Wat stellen we ons ten doel De ICT-klap aanvullen daar waar nodig (ICT-coördinator). Software van de huidige Reken- en taal methode blijven volgen en uitbreiden als het niveau niet meer toereikend is. Zonodig andere methodes erin betrekken (i.o.m. IB) Smartboarden in alle lokalen t.b.v. de leerlingen De leerlingen steeds verder brengen in de voor hen belangrijke computerprogramma s. hierbij valt in het VSO ook te denken aan de driedeling wonen-werken-vrijetijd.. Het programma LVS Datacare is geïmplementeerd en wordt door alle collega s intensief gebruikt. Daar waar technologische dan wel inhoudelijke wijzigingen plaatsvinden, deze implementeren. Blijvende voorlichting aan collega s, waardoor ook nieuwe programma s etc. weer gebruikt kunnen worden Visie op onderwijs aan zieke leerlingen In het belang van zieke leerlingen hanteren wij de volgende doelstellingen: voorkomen van isolement structuur bieden in de dagindeling het kind het gevoel van eigenwaarde geven continueren van het onderwijs/leerproces Onderwijs zorgt voor een uitdaging: het kind ervaart dat het nog wel degelijk dingen kan, dat het een taak tot een goed einde kan brengen en zal daar, juist wanneer het ziek is, enorm veel voldoening van hebben. Onderwijs biedt structuur in het leven van een kind. Juist zieke kinderen hebben behoefte aan dit houvast omdat er tijdens een ziekteiode vaak weinig voorspelbaar is. Zieke kinderen die onderwijs krijgen, hebben bovendien het gevoel dat ze erbij blijven horen, ze komen minder snel in een isolement en hun leerachterstand zal bekt blijven. De school zal zich daarom inspannen om de contacten met het zieke kind te onderhouden en de lesstof zo adequaat mogelijk aan te bieden. Wanneer een leerling door ziekte de school niet kan bezoeken, zal de school contact opnemen met ouders/verzorgers en kind, om te overleggen hoe het onderwijsleerproces zoveel mogelijk doorgang kan vinden. Voor ondersteuning en hulp kan de school een beroep doen op de consulent onderwijs aan zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst. ~Parkschool, Schoolplan ~ 19

20 Hoofdstuk 4 Onderwijskundig beleid Inleiding Het onderwijskundig beleid van de Parkschool heeft zich in de achterliggende jaren ontwikkeld van leerling-volgend naar plannend, het is geëvolueerd naar datagestuurd opbrengstgericht passend onderwijs, gestoeld op de nieuwe kwaliteitswetgeving (V)SO. De school brengt de volgende zaken structureel in kaart: De beginsituatie bij instroom. Het onderwijsaanbod, dus wat leren de leerlingen. En de school beschrijft het uitstroomniveau, dit wil zeggen, wat kan en weet de leerling als hij de school verlaat. Onze kwaliteitszorg past naadloos in het waarderingskader van de inspectie Waarderingskader inspectie Startpunt implementatie leerlijnen Kwaliteitszorg Onderwijsleerproces: - Leerstofaanbod. leergebieden. kerndoelen 4. Leertijd. subdoelen. leerlijnen/ 5. Onderwijsleerproces tussendoelen - Leertijd - Pedagogisch klimaat 6. Didactisch handelen - Schoolklimaat - Didactisch handelen 6. Pedagogisch klimaat Toetsing / LVS Leerlingenzorg Opbrengsten: - Leerresultaten - Voortgang ontwikkeling Verbeteren? Kwaliteitssysteem 4.1 Pedagogisch klimaat Huidige situatie We streven ernaar een stimulerend en uitlokkend klimaat te bieden. De sfeer van geborgenheid en veiligheid is de basis van een vertrouwensrelatie met alle kinderen en volwassenen, die weer leidt tot het kunnen leren. De school gaat uit van de mogelijkheden en bekingen van alle individuele kinderen. Respect voor elk kind en elke medewerker staat voorop. Dit lezen we ook terug in het kwaliteitsonderzoek van de inspectie van mei Ook het zicht op (sociale) veiligheid wordt hierin onderstreept. (NB zie ook ZEK, beleid) De Parkschool wil samen met ouders/verzorgers (ouderraad, mr en ouderpanel) verantwoordelijk zijn voor een gedeelte van de opvoeding en vorming van de kinderen. Een eerlijk en open contact met de ouders/verzorgers is hierbij van groot belang. Hierbij behoort natuurlijk informatie op papier, tijdens infoavonden enz. ~Parkschool, Schoolplan ~ 20

21 Het onderhouden van de ontwikkelingen binnen adaptief onderwijs in relatie tot ontwikkelingsgericht onderwijs is voor het hele team van belang, omdat we vinden dat dit het meeste aansluit bij de pedagogische en didactische behoeften van ons kind. Te weten: competentie, relatie en autonomie, in relatie tot ontwikkelingsmogelijkheden (zie bijlage Negenveld). De scholing/begeleiding vanuit het CED, de regiegroep adaptief onderwijs en alle inhoudelijke momenten tijdens de unitvergaderingen spelen hierbij een grote rol. Wat vinden wij belangrijk? We willen dat de kinderen zich vanuit hun eigen mogelijkheden blijven ontwikkelen, inlevend vermogen krijgen en toepassen, sociaal zijn, zelfrespect bezitten en een goed zelfbeeld ontwikkelen. We willen leerlingen vormen tot mensen die zich competent voelen en gedragen, die zich autonoom voelen en die betrokkenheid op anderen tonen. Dit hangt samen met de mensopvatting waarvan we uitgaan: mensen zijn unieke wezens die elk voor zich verdienen om optimale groeikansen te krijgen, gericht op een evenwichtig, sociaal en verantwoordelijk mens-zijn. Om kinderen te ondersteunen om dit te bereiken is een schoolklimaat nodig, waarin opvoeding en onderwijs samengaan. Een vereiste is dat de mensen die bij ons op school werken met de kinderen, accepteren dat kinderen zowel mogelijkheden (ontwikkelingsgericht) als onmogelijkheden hebben. Een invoelend vermogen is een basishouding van de soneelsleden. Ook realiseren wij ons dat het soneel steeds de deur voor kinderen moet open houden. Het kind zal manent centraal moeten staan. Wij bieden de kinderen een basis om in de samenleving te kunnen functioneren. Wat stellen wij ons ten doel? Het ontwikkelingsspectief (en uitstroomprofiel, profielontwikkeling) van de individuele leerling is bepalend voor de inrichting en de organisatie van het onderwijs, dat een opbrengstgericht karakter heeft. Niet de leerstof en de ordening daarvan is de norm voor de inrichting van het leerproces, maar de manier waarop en het doel waarvoor de leerling leert. Daarbij passen verschillende werkvormen en ordeningsprincipes, die de leerling een grotere invloed op en verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces geven. Het totale groepsplan, in combinatie met het handelingsplan is richtinggevend in de praktijk. Als hulpmiddel wordt hier Datacare gebruikt, voor wat betreft het stellen en evalueren van doelen en (voor de meeste vakken) bronnengebruik. 4.2 Onderwijsdoelen Huidige situatie De onderwijsdoelen voor ons onderwijs, zoals omschreven in de WEC, komen aan bod binnen ons onderwijs. De kerndoelen van het SLO, uitgewerkt door het CED in de leerlijnen zoals wij die hanteren, zijn de leidraden voor ons onderwijs. De leergebiedspecifieke onderwijsdoelen en de leergebiedoverstijgende doelen komen aan bod via de leerlijnen van het CED. De Parkschool werkt vanuit streefniveaus-leerstandaarden-ontwikkelingsspectief en leerlijnen. ~Parkschool, Schoolplan ~ 21

22 De streefniveaus dienen dusdanig te zijn dat we er leerstandaarden aan ophangen, te weten de voldoende, minimum en gevorderde standaard. De voldoende standaard is het basisarrangement, de minimumstandaard is het intensieve arrangement en de gevorderde standaard is het verdiept arrangement. Dit hangt weer samen met het ontwikkelingsspectief. Dit laatste geeft aan wat de school verwacht dat een leerling gaat leren. Kortom het leerrendement. De leerlijnen vormen de onderlegger voor dit geheel en zijn vertaald naar 2 leerroutes ADL en Leer. Gegevens uit het leerlingvolgsysteem Datacare worden omgezet naar een groepsplan en concrete lesdoelen. Opbrengstgericht werken is voor ons doelen bereiken. Meten doen we middels observaties, toetsen zowel onafhankelijke als methodegebonden toetsen- als testen. De uitkomsten van deze gegevens zijn weer uitgangspunt om te komen tot nieuwe doelen. Kortom de PDCA cyclus komt op deze wijze nadrukkelijk in beeld Bron duiden en doen Chris Struiksma. Het kwaliteitsonderzoek van de inspectie van mei 2011 laat dat zien en dat de leerinhouden overeenkomen met de afspraken voor handelingsplanning. Het leerstofaanbod voor de schoolse vakken sluit aan op het uitstroomspectief van de leerlingen. Daarnaast maakt het leerstofaanbod het voldoende mogelijk gericht in te spelen op de verschillen tussen de leerlingen. De inspectie heeft aandacht gevraagd voor de indicator jaarlijkse evaluatie van de kwaliteit van de opbrengsten. Wat dit betreft is de school ruim in ontwikkeling om zo meer inzicht te krijgen in de kritische succesfactoren die van invloed zijn op het beleid van de school ten behoeve van betere opbrengsten. (zie onderwijskundig jaarplan, de zorg van de leerling/ zie Spoorboekje, nota datagestuurd opbrengstgericht onderwijs, en ook ZEK, beleid) Wat vinden wij belangrijk? Wij vinden het belangrijk een verdere verfijning aan te brengen binnen de onderwijsdoelen, i.r.t. de stromingen/uitstroomprofielen binnen onze school. Deze verfijning zal gebaseerd zijn op bevindingen/ervaringen in relatie tot het ontwikkeltraject met CED (zie nascholingsplan). Het is belangrijk om- het reeds opgestarte traject -streefdoelen aan te geven die leerlingen minimaal dienen te behalen, wanneer ze onze school verlaten op 20-jarige leeftijd. Wanneer we dit zichtbaar maken, dan zal bij aanmelding van nieuwe leerlingen op onze school, een duidelijk traject voor deze leerling uitgestippeld kunnen worden. Het wordt dan voor ouders en leerkrachten duidelijk welke leerroute gevolgd zal worden, moeten worden. Hierbij wordt duidelijk gekeken naar het toekomstspectief/ontwikkelingsspectief van de leerling. Aan dit spectief dienen doelen gekoppeld te worden, die op de lange termijn (bij schoolverlaten) behaald zullen moeten zijn. (e.e.a. in het licht van de veranderende maatschappij) Door (eind)doelen te koppelen aan het uitstroomprofiel van de leerlingen én door het bijhouden van deze gegevens, zal uit een jaarlijkse analyse (vraag van inspectie, n.a.v. kwaliteitsonderzoek, mei 2011) moeten blijken of de gestelde doelen reëel zijn of bijgesteld dienen te worden. Wat stellen wij ons ten doel? Aan het einde van de planiode zal zichtbaar gemaakt zijn, welke onderwijskundige doelen nagestreefd worden binnen welke stroming c.q. welk ~Parkschool, Schoolplan ~ 22