Doelstellingen, leerresultaten en vormingsdoelen master LO&BW
|
|
- Marina van den Berg
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Doelstellingen, leerresultaten en vormingsdoelen master LO&BW De opleiding master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen streeft in eerste instantie naar een uitbreiding en verdieping van de academische vorming. De student verwerft gevorderde wetenschappelijke inzichten en kennis in het domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen volgens de gekozen afstudeerrichting (sporttraining en coaching, fysieke activiteit, fitheid en gezondheid, sportbeleid en sportmanagement, bewegingsonderwijs en research in biomedical kinesiology). Door actief mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek verwerft de student de nodige competenties en vaardigheden om de verworven kennis kritisch en op een creatieve wijze aan te wenden voor het oplossen van bewegingswetenschappelijke vraagstukken. Naast deze academische inzichten, verwerft de student de nodige professionele vaardigheden volgens de vereisten van het werkveld verbonden met de gekozen afstudeerrichting. De masteropleiding bereidt de studenten daarmee voor op maatschappelijke functies waarin een beroep gedaan wordt op een wetenschappelijke en professionele aanpak van vraagstukken betreffende bewegen in de breedste zin van het woord. Leerresultaten en vormingsdoelen 1. ACADEMISCHE COMPETENTIES: GEVORDERDE WETENSCHAPPELIJK-DISCIPLINAIRE KENNIS EN KRITISCH WETENSCHAPPELIJK DENKEN 1.1. De student heeft een gevorderde kennis van en inzicht in het domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen volgens de gekozen afstudeerrichting De student heeft kennis van de nieuwste inzichten in het vakgebied en heeft de competenties om deze levenslang te actualiseren met het oog op het inzetten ervan in de maatschappij De student is op de hoogte van de actuele vraagstellingen binnen één van de 5 toepassingsdomeinen van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen, m.n. (1)sporttraining en coaching, (2) fysieke activiteit, fitheid en gezondheid, (3) sportbeleid en sportmanagement, (4) bewegingsonderwijs, (5) research in biomedical kinesiology: De student is op de hoogte van de recente wetenschappelijke inzichten binnen de gekozen afstudeerrichting De student kan zijn/haar kennis en vaardigheden permanent actualiseren, doordat hij/zij: de gespecialiseerde vakliteratuur kan raadplegen en kritisch analyseren. 1
2 in staat is om zelfstandig betekenis te verlenen aan nieuwe informatie en zelfstandig kennis te integreren en toe te passen op uitgebreide probleemstellingen in het afstudeerdomein een attitude van levenslang leren in de praktijk brengt De student kan gefundeerde, kritische en creatieve standpunten innemen in verband met maatschappelijke, juridische en ethische aspecten in het domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen De student kan complexe problemen passend benaderen. Vanuit een inzicht in de relaties tussen de wetenschapsdomeinen kan de student vanuit de uniciteit van iedere discipline een eigen bijdrage leveren bij het oplossen van multidisciplinaire problemen De student bezit de competenties nodig voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek binnen de bewegingswetenschappen op het niveau van een beginnend onderzoeker De student kan een onderzoekshypothese formuleren binnen het domein van de bewegingswetenschappen De student kan relevante wetenschappelijke literatuur verzamelen die betrekking heeft op de onderzoeksvraag/hypothese De student kan deze (Engelstalige) wetenschappelijke literatuur interpreteren, kritisch analyseren en met elkaar in verband brengen De student kan de wetenschappelijke methoden selecteren voor de hypothesetoetsing De student kan de wetenschappelijke methoden correct toepassen De student kan de resultaten van het onderzoek interpreteren en relateren aan de onderzoeksvraag/hypothese en de wetenschappelijke literatuur De student is in staat over het eigen onderzoek een wetenschappelijk verantwoord werkstuk te schrijven De student kan na reflectie op het eigen denken en werken komen tot gerichte bijsturing De student kan zowel mondeling als schriftelijk over het eigen onderzoek constructief van gedachten wisselen De student kan zowel mondeling als schriftelijk de resultaten van het eigen onderzoek op een duidelijke manier presenteren aan de hand van moderne communicatietechnologie De student hanteert een kritische en oplossingsgerichte ingesteldheid De student kan de verschillende deelcomponenten van wetenschappelijk onderzoek op integratieve wijze uitvoeren en toont hierbij de competentie om eigen wetenschappelijk onderzoek te verrichten op het niveau van een beginnend onderzoeker De student is zich bewust van het belang van het vermijden van plagiaat in de bewegingswetenschappelijke onderzoekscontext en heeft aandacht voor de ethische aspecten van wetenschappelijk onderzoek binnen het domein van de bewegingswetenschappen 2. ACADEMISCH-PROFESSIONELE COMPETENTIES 2
3 2.1. De student heeft zijn/haar beeld van het werkveld verbonden aan het globale domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen verbreed en verdiept. Hij/zij reflecteert over zijn/haar toekomstige rol en positie in het werkveld verbonden aan het domein van de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen en meer specifiek binnen de werkveld(en) gerelateerd aan de gekozen afstudeerrichting De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om bewegingsactiviteiten aan te bieden aan personen met een beperking De student heeft inzicht in de verschillende ziektebeelden en de impact ervan op bewegingsactiviteiten in het algemeen De student kan aangepaste bewegingsactiviteiten uitwerken en dit in functie van de interesse, aard en graad van de beperking, leeftijd, activiteitsniveau en doelstelling De student kan de classificatie- en integratieproblematiek binnen de sport voor personen met een beperking verklaren en globale adviezen formuleren ter bevordering van een actieve levensstijl voor personen met een beperking De student beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar binnen de gekozen afstudeerrichting De student kan de opgedane kennis en vaardigheden integreren en concretiseren in toepassingen binnen het gekozen toepassingsdomein / werkveld De student heeft kennis gemaakt met het werkveld als basis voor de ontwikkeling van een professionele ingesteldheid en communicatie De student kan vanuit een eerste ervaring met het werkveld functioneren in een multidisciplinair team De student heeft een leergerichte houding ontwikkeld als toekomstig beroepsbeoefenaar die zijn eigen leerproces stuurt De student kan functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar binnen de gekozen afstudeerrichting door integratie van de verworven kennis, vaardigheden en attituden bij het analyseren en het passend behandelen van probleemstellingen in het werkveld van toepassing op de afstudeerrichting sporttraining en coaching (STrCo) : De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om als beginnend beroepsbeoefenaar jeugd- en (prestatie)sporters te coachen en te trainen, en dit op opvoedkundige, veilige, ethische en sportwetenschappelijk gefundeerde wijze. De student verdiept en specialiseert zich in één sport(sub)discipline De student kan een kritisch en beargumenteerd standpunt innemen ten opzichte van de innovaties en de actualiteit van de competitieve sportbeoefening De student kan doelstellingen op korte, middellange en lange termijn formuleren en deze doelstellingen bijsturen indien nodig. A. De student kan doelstellingen formuleren omtrent het trainen van de fysieke basiseigenschappen, de technische en tactische vaardigheden binnen de gekozen sportdiscipline. B. De student kan deze doelstellingen vertalen en begeleiden door middel van trainingsplanning en periodisering. C. Bij de invulling van het trainingsplan hanteert de student een multidisciplinaire aanpak: de student kan adviezen van leden van het begeleidingsteam van de atleet of het team (bijvoorbeeld sportgeneesheren, kinesitherapeuten, 3
4 voedingsspecialisten, ) opvolgen, kaderen en plaatsen binnen het sportieve begeleidingsproces. De student kan op wetenschappelijk verantwoorde wijze sporters/teams evalueren, de gegevens interpreteren, rapporteren en eventueel bijsturingen implementeren De student kan volgende sporters/teams trainen en coachen tijdens zowel trainingen als wedstrijden en dit op een opvoedkundige, veilige en ethische wijze: - de jonge sporter: talentdetectie, -selectie en begeleiding - de recreatieve sporter: van jeugdspeler tot volwassen amateur sportbeoefenaar - de prestatiesporter: van talentvolle jeugdspeler/atleet tot competitieve sportbeoefenaar Bij het begeleiden, trainen, coachen van deze sporters/teams: A. kan de student de basisprincipes van blessurepreventie toepassen tijdens de training en aanpassen aan de noden van de jonge, talentvolle en prestatiesporter. B. kent de student de voornaamste mentale trainingstechnieken en kan hij deze toepassen in trainingssituaties. C. kan de student de voor zijn sportdiscipline courante multimedia-toepassingen gebruiken om individuele of teamprestaties te evalueren De student kan specifieke aandachtspunten identificeren en bespreekbaar maken binnen de brede omkadering van de atleet (zoals bijvoorbeeld ouders, medespelers, collega-trainers, bestuursleden, medewerkers of sponsors van de club, media, ) en kan hier tevens gepast op gepast reageren De student kan op zelfstandige wijze de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten, die onder meer opgedaan werden uit de wetenschappelijke literatuur, vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) trainingsschema s om competitiesporters (jeugd tot en met elite) optimaal voor te bereiden op wedstrijdsituaties De student heeft kennis gemaakt met het werkveld tijdens de clubstage die plaatsvindt onder supervisie van een gekwalificeerde stagementor binnen een (top)club, (topsport)federatie of een (top)sportschool. De student toont een professionele attitude De student kan kritisch reflecteren over de aanpak, organisatie, inhoud, en evaluatie van de trainingen en clubwerking. van toepassing op de minor sportwetenschappelijke verdieping in sporttraining en coaching De student kan kwalitatief hoogstaand sportwetenschappelijk onderzoek uitvoeren in een labo, een federatie of een club als sportbiomechanicus, inspanningsfysioloog, physical coach of talentdetector De student kan de resultaten van het onderzoek op een verstaanbare manier vertalen naar de sporttechnische staf De student is in staat om na de masteropleiding als sportwetenschappelijk trainingsexpert te fungeren in één van deze 4 rollen in een team dat topsporters van het hoogste (inter)nationaal niveau begeleidt van toepassing op de afstudeerrichting fysieke activiteit, fitheid en gezondheid (FAFG) : 4
5 De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om als een beginnend beroepsbeoefenaar personen te motiveren, leiden en begeleiden naar een gezonde actieve levensstijl en dit op een opvoedkundige, veilige en ethische wijze De student kan een kritisch en wetenschappelijk onderbouwd standpunt innemen ten opzichte van de innovaties en de actualiteit omtrent concepten, meetmethoden en methodieken ter bevordering van de fysieke fitheid en fysieke activiteit en ter vermindering van sedentair gedrag in het kader van preventieve gezondheidszorg De student kan personen individueel en/of in groep leiden en begeleiden naar een gezonde actieve levensstijl en dit op een wetenschappelijk verantwoorde, opvoedkundige, veilige en ethische wijze. D.w.z. A. De student kan de fysieke fitheid, het fysieke activiteits- en sedentariteitsniveau, de gezondheid en de motivatie van het individu screenen en evalueren. B. De student kan de attitudes van weinig gemotiveerde personen ten aanzien van gezondheidsbedreigende levensgewoonten, in het bijzonder te weinig fysieke activiteit en/of te veel sedentair gedrag, identificeren en erop inspelen om hun levensgewoonten aan te passen. C. De student kan op zelfstandige wijze de verworven competenties en wetenschappelijke inzichten, die onder meer werden vergaard uit de wetenschappelijke literatuur, vertalen naar geschikte (geïndividualiseerde) beweegdoelstellingen met het oog op het realiseren van gezondheidswinst op fysiek, mentaal en sociaal vlak. D. De student kan doelstellingen vertalen naar een concreet beweegprogramma dat rekening houdt met de specifieke kenmerken en noden van het individu. E. De student kan aanbevelingen en adviezen van (para)medici in het domein van de preventieve gezondheidszorg (artsen, kinesitherapeuten, voedingsdeskundigen, etc.) interpreteren en implementeren in beweegprogramma s. F. De student kan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze beweegprogramma s evalueren, bijsturen, leiden en begeleiden. G. De student kan kritisch reflecteren over de aanpak, inhoud, en evaluatie van beweegprogramma s De student (h)erkent de grenzen van het eigen beroepsprofiel en kan op basis van dit inzicht gepast doorverwijzen naar andere gezondheidsexperts en/of functioneren in een multidisciplinair team in het domein van gezondheidspromotie met het oog op het realiseren van gezondheidswinst op het fysiek, mentaal en sociaal vlak. van toepassing op minor sportwetenschappelijke verdieping in fysieke activiteit, fitheid en gezondheid De student kan evidence-based interventiestrategieën ter promotie van fysieke activiteit en/of vermindering van sedentair gedrag ontwikkelen, gaande van het sensibiliseren tot het activeren en motiveren van doelgroepen in specifieke settings (bijvoorbeeld kinderen in scholen, werknemers in bedrijven, ouderen in rusthuizen, etc.) De student kan de effectiviteit en de implementeerbaarheid van interventiestrategieën ter promotie van fysieke activiteit en/of vermindering van sedentair gedrag analyseren en evalueren De student kan op basis van deze analyse adviezen formuleren ter verbetering van de kwaliteit en de efficiëntie van bewegingsinterventies bij diverse doelgroepen De student kan bewegingsinterventies afstemmen met het ruimere kader van gezondheidspromotie en ziektepreventie. 5
6 2.6. van toepassing op de afstudeerrichting sportbeleid en sportmanagement (SM) : De student bezit de kennis, de inzichten en de vaardigheden die nodig zijn om als een beginnend beroepsbeoefenaar de organisatie (incl. participatie) van sport, bewegingscultuur en fysieke activiteit te analyseren, te plannen, te realiseren en te evalueren De student kan een kritisch en wetenschappelijk onderbouwd standpunt innemen met betrekking tot de maatschappelijke problematiek van de (niet-) bewegende mens De student kan de deelname aan sport, bewegingscultuur en fysieke activiteit op een wetenschappelijk verantwoorde wijze analyseren. Hierbij houdt hij/zij zowel rekening met socio-economische aspecten (op micro-, meso- en macroniveau) als met socioculturele aspecten (sociale ongelijkheid, diversiteit, socialisatie, etc.) Op basis van zijn/haar maatschappelijke analyse van sport, bewegingscultuur en fysieke activiteit, kan de student hiaten of problemen aanwijzen en hiervoor ter remediëring beleidsmatige doelstellingen formuleren, rekening houdend met economische, organisatorische en beheersmatige aspecten. Deze doelstellingen kan de student verwerken tot een beleidsplan binnen de publieke en/of private sector Om deze beleidsmatige doelstellingen te realiseren: A. Is de student op de hoogte van de specifieke wettelijke en juridische bepalingen. B. Kan de student deze doelstellingen vertalen naar concrete acties en op deze manier planmatig handelen. C. Kan de student de financiële aspecten ervan interpreteren en kaderen. D. Kan de student managementtechnieken hanteren voor een optimale organisatie. E. Kan de student zijn/haar project door middel van marketingtechnieken promoten en zorgen voor een gepaste uitstraling. F. Kan de student functioneren binnen een multidisciplinair team van vakspecialisten (bijvoorbeeld juristen, boekhouders, economen, ingenieurs ). G. Kan de student de resultaten van zijn/haar organisatie op een wetenschappelijk verantwoorde wijze meten, interpreteren en rapporteren. van toepassing op minor verdieping in sportbeleid en sportmanagement De student heeft kennis en inzicht in economische, juridische en management gerelateerde aspecten die verbredend en verdiepend zijn t.a.v. de inzichten die binnen de major sportbeleid en sportmanagement worden verkregen De student kan de principes m.b.t. organisatiepsychologie integreren en toepassen op specifieke probleemstellingen in een organisatie en kan deze ook op zichzelf toepassen als toekomstig werknemer of people manager De student kan deze kennis en aangescherpte vaardigheden integreren en toepassen bij beleidsvoorbereidende, leidinggevende en/of strategische vraagstukken binnen het domein van de sport, de bewegingscultuur en/of de fysieke activiteit van toepassing op de afstudeerrichting bewegingsonderwijs (BO) : De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om als een beginnend beroepsbeoefenaar vanuit een algemene visie op het onderwijs, geconcretiseerd in het vakconcept lichamelijke opvoeding, te komen tot concrete bewegingsonderwijsleersituaties en omgekeerd, de diverse bewegingsonderwijsleersituaties te kunnen toetsen aan het vakconcept lichamelijke opvoeding. 6
7 De student is in staat om op een kritisch-analytische, synthetische en onderzoeksmatige manier de belangrijkste curriculaire - en instructiemodellen in het domein van het bewegingsonderwijs te beschrijven en toe te passen in onderwijssituaties De student bezit de nodige onderzoekscompetenties met betrekking tot het opzetten en/of uitvoeren van een (actie-)onderzoek relevant voor het bewegingsonderwijs De student is in staat om een diepgaande analyse uit te voeren over het bewegingsonderwijs bij specifieke doelgroepen (basisonderwijs, secundair onderwijs, buitengewoon onderwijs) in functie van de te realiseren ontwikkelingsdoelen en/of eindtermen lichamelijke opvoeding De student bezit de decretaal vastgelegde functionele gehelen van basiscompetenties en attitudes (cf. lerarendecreet) op het micro-, meso- en macroniveau specifiek gericht op het vak lichamelijke opvoeding in het secundair onderwijs. Vanuit een algemene visie op het onderwijs, geconcretiseerd naar het vakconcept lichamelijke opvoeding en haar eindtermen, is de student in staat om: A. doeltreffende leerprocessen uit te lokken en te begeleiden door het selecteren en gestructureerd aanbieden van aangepaste leerinhouden, werkvormen, leermiddelen en evaluatiecriteria. B. een positief leefklimaat te creëren dat kansen biedt voor individuele ontplooiing, en rekening houdt met specifieke kenmerken en beperkingen van de lerenden op het vlak van infrastructuur, het pedagogisch project van de school of de achtergrond, de taal, het functioneren of het gedrag van de leerlingen. C. de domeinspecifieke academische kennis, vaardigheden en attitudes aan te wenden en te integreren in de onderwijspraktijk. D. een gestructureerd en efficiënt werkklimaat binnen de klas tot stand te brengen. E. de resultaten van recent onderwijs- en vakdidactisch onderzoek aan te wenden bij het ontwerpen, implementeren én verantwoorden van de eigen praktijk als leraar. F. op aangepaste wijze te dialogeren met ouders of verzorgers over het klas-en schoolgebeuren. G. overleg te plegen en samen te werken binnen een schoolteam wat betreft verschillende aspecten van de toegewezen beroepstaken. H. te communiceren en samen te werken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden. I. deel te nemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's. J. maatschappelijke, sociale en culturele thema s te onderscheiden, kritisch te benaderen en daarbij beslissingen te nemen over hoe het onderwijs jongeren een kritisch-constructieve houding kan bijbrengen ten aanzien van maatschappelijke problematieken van toepassing op de afstudeerrichting research in biomedical kinesiology (RBK) : De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden die nodig zijn om als een beginnend beroepsbeoefenaar een onderzoek op te zetten en uit te voeren binnen het domein van de biomedische bewegingswetenschappen De student heeft een gespecialiseerde kennis verworven in het domein van de biomedische bewegingswetenschappen, d.w.z. A. De student beheerst de specifieke methodes van dataverwerking met inbegrip van gevorderde statistische technieken in het domein van de biomedische bewegingswetenschappen. 7
8 B. De student kan zelf nieuwe informatie situeren en inzichtelijk in verband brengen met met andere theoretische of toegepaste inzichten in de biomedische bewegingswetenschappen. C. De student draagt actief bij tot de eigen kennisontwikkeling en verbinding. D. De student kan zelfstandig informatie inwinnen, selecteren, beoordelen, begrijpen, interpreteren en toepassen in het domein van de biomedische bewegingswetenschappen. E. De student is in staat een verdiepende bijdrage te leveren aan de kennis binnen dit domein. F. De student kan zelf onderbouwde oordelen vellen en kritisch beredeneerde standpunten innemen binnen het domein van de biomedische bewegingswetenschappen De student beheerst algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau, d.w.z. A. De student is in staat een onderzoek op te zetten. B. De student kan een originele vraagstelling formuleren, kent de meetprocessen en meettechnieken eigen aan het onderzoek in het domein van de biomedische bewegingswetenschappen (epidemiologie en genetische epidemiologie, spierfysiologie en biochemie, biomechanica, motorisch leren & motorische controle) en kan een gepaste onderzoeksmethode selecteren. C. De student kan in het kader van een onderzoeksproject gegevens verzamelen. D. De student ontwikkelt een kritische en nauwkeurige meetattitude. E. De student kent de principes van automatische signaalanalyse en de praktische verwerking ervan (via het beheersen van een programmeertaal). F. De student kan naargelang het specifieke onderzoeksdesign adequate statistische toetsen selecteren en uitvoeren. G. De student kan de verwerkte gegevens interpreteren en op een wetenschappelijk verantwoorde wijze rapporteren en presenteren. De student kiest tussen een minor Verdieping in Research in Biomedical Kinesiology of een minor Verdieping in Clinical Movement Analysis van toepassing op minor Verdieping in Research in Biomedical Kinesiology Na het volgen van de minor binnen deze afstudeerrichting is de student in staat om: A. zich te integreren in een externe onderzoeksgroep (andere onderzoeksgroep dan deze gelinkt aan de masterproef, aan de eigen of een andere universiteit) en hierbij de onderzoeksgewoontes en omgang tussen teamleden (PhD studenten, PostDoc onderzoekers) en teamleider (Principal Investigator, promotoren) te respecteren. Deze onderzoeksgroep kan zowel in een academisch of commercieel kader gesitueerd zijn. B. de verschillende actoren in biomedisch onderzoek te kennen en te plaatsen (academische commerciële studies, academisch kader, financieringswegen voor wetenschappelijk onderzoek, aanvraagprocedures, ). C. zich zelfstandig in te werken in een onderzoeksdomein binnen de biomedische bewegingswetenschappen (epidemiologie en genetische epidemiologie, spierfysiologie en biochemie, biomechanica, motorisch leren & motorische controle) en hierbij nieuwe onderzoeksvragen te formuleren (hypothesevorming), 8
9 of de theoretische achtergrond bij een voorhanden zijnde onderzoeksvraag op te zoeken en zich eigen te maken. D. de procedure voor een projectaanvraag (grant application) met inbegrip van de aanvraag voor een dossier voor een ethische commissie binnen het eigen onderzoek op te stellen, of van een reeds lopend onderzoek te kennen. E. de opgedane kennis van meettechnieken in eerdere opleidingsonderdelen toe te passen op een nieuwe vraagstelling en daarbij de meettechnieken af te stemmen op de nieuwe vraagstelling. F. zoals een beginnend onderzoeker de dagdagelijkse werkzaamheden in een onderzoekseenheid mee uit te voeren, geïllustreerd via een logboek. G. labvergaderingen mee te volgen (ook in het Engels) en deze samen te vatten, hierbij de beslissingsprocessen tijdens een lopend onderzoek te interpreteren. H. op correcte en systematische wijze te communiceren over onderzoeksgerelateerde vraagstukken met teamleden en teamleiders. I. op (relatief) zelfstandige wijze onderzoeksgegevens te verzamelen, met kennis van betrouwbaarheid en validiteit van de dataverzameling (study design) en van de meettechnieken, standaardisatie en correcte uitvoering. J. op (relatief) zelfstandige wijze de bekomen onderzoeksgegevens met de juiste statistische analysetechnieken te verwerken. K. op (relatief) zelfstandige wijze de bekomen onderzoeksgegevens correct te interpreteren en te confronteren met eerder onderzoek (discussie). L. onderzoeksresultaten zowel mondeling als schriftelijk volgens de regels van wetenschappelijke presentatie of publicatie voor te bereiden (in het Engels). Deze voor te stellen binnen de onderzoeksgroep, in seminarievorm, en/of een nationaal congres Van toepassing op minor Verdieping in Clinical Movement Analysis Na het volgen van de minor binnen deze afstudeerrichting is de student in staat om: A. op een (relatief) zelfstandige wijze wetenschappelijk onderzoek te verrichten in een onderzoekslaboratorium binnen het domein van de klinische bewegingsanalyse. B. deze vaardigheden, gerelateerd aan de verschillende fasen binnen de klinische bewegingsanalyse en aan gerelateerd wetenschappelijk onderzoek uit te voeren: het opzoeken en interpreteren van literatuur, het ontwikkelen van een nieuwe onderzoeksvraag, het ontwerp van de studie (van research proposal over operationalisering van metingen tot grant application writing), het verzamelen van data, data-analyse en hypothesetoetsing, interpreteren van de bevindingen en het rapporteren volgens wetenschappelijke standaarden. C. geüpdate kennis over (nieuwe) meetprocedures en meettechnieken die relevant zijn in het domein van klinische bewegingsanalyse te kennen/ toe te passen. D. nieuwe inzichten en concepten binnen klinische bewegingsanalyse kritisch te analyseren en te interpreteren, evenals de relevantie ervan voor klinisch redeneren en toepassing binnen de klinische praktijk begrijpen. E. voldoende communicatieskills te ontwikkelen om op een wetenschappelijk niveau te discussiëren met experten over relevante topics. F. zijn plaats te vinden in een onderzoeksgroep in het domein van de klinische bewegingsanalyse en kan werken in teamverband. 9
10 G. een actieve bijdrage te leveren aan het onderzoek binnen onderzoeksgroep die actief is in klinische bewegingsanalyse. H. casussen in het domein van klinische bewegingsanalyse te behandelen op het niveau van data collectie, data processing, rapporteringen en interpretatie. I. te rapporteren volgens wetenschappelijke standaarden (written report) en is in staat om een presentatie te geven (seminarievorm), in het Engels, met teamleden, teamleiders en peers van toepassing op de minor specifieke lerarenopleiding (SLO) : (Leerresultaten van de SLO LO Theoretische component) Vanuit de eigen onderwijsvisie, en om de academische gerichtheid en het eigen profiel van de opleiding te expliciteren, vertaalt de KU Leuven de decretaal vastgelegde basiscompetenties/functionele gehelen (BC) naar algemene eindtermen/leerresultaten. BC 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen De student kan doeltreffende leerprocessen uitlokken en begeleiden door het selecteren en gestructureerd aanbieden van aangepaste leerinhouden, werkvormen, leermiddelen en evaluatiecriteria. BC 2 De leraar als opvoeder De student kan een positief leefklimaat creëren dat kansen biedt voor individuele ontplooiing, en rekening houdt met specifieke kenmerken en beperkingen van de lerenden op het vlak van infrastructuur, het pedagogisch project van de school of de achtergrond, de taal, het functioneren of het gedrag van de leerlingen. BC 3 De leraar als inhoudelijk expert De student kan de domeinspecifieke academische kennis, vaardigheden en attitudes aanwenden en integreren in de onderwijspraktijk. BC 4 De leraar als organisator De student kan een gestructureerd en efficiënt werkklimaat binnen de klas tot stand brengen. BC 5 De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker De student kan de resultaten van recent onderwijs - en vakdidactisch onderzoek aanwenden bij het ontwerpen, implementeren én verantwoorden van de eigen praktijk als leerkracht. BC 6 De leraar als partner van ouders/verzorgers De student kan op aangepaste wijze dialogeren met ouders of verzorgers over het klas-en schoolgebeuren. BC 7 De leraar als lid van een schoolteam De student kan overleggen en samenwerken binnen een schoolteam wat betreft verschillende aspecten van de toegewezen beroepstaken. BC 8 De leraar als partner van externen De student kan communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden. BC 9 De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap De student kan deelnemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's. BC 10 De leraar als cultuurparticipant De student kan maatschappelijke, sociale en culturele thema's onderscheiden, kritisch benaderen en daarbij beslissingen nemen over hoe het onderwijs jongeren een kritisch-constructieve houding kan bijbrengen ten aanzien van maatschappelijke problematieken. Onderstaande decretaal bepaalde attituden worden ontwikkeld: 10
11 - Beslissingsvermogen - Relationele gerichtheid - Kritische ingesteldheid - Leergierigheid - Organisatievermogen - Zin voor samenwerking - Verantwoordelijkheidszin - Flexibiliteit The student has advanced knowledge and understanding of the field of physical education and movement sciences according to the chosen specialization (major). The student has knowledge of the latest findings in the field and has the attitude of lifelong learning to implement his knowledge in society. The student can formulate well-founded, critical and creative points of view related to social, legal and ethical issues in the field of physical education and movement sciences. The student is able to approach complex problems within the field of physical education and movement sciences. From an understanding of the relationships between the different scientific domains, the student can contribute to solve multidisciplinary problems, respecting all contributions. The student has the necessary skills to perform scientific research in movement sciences at the level of a junior researcher. The student has widened and deepened his/her view of the field associated with the global domain of physical education and movement sciences. He/she reflects on his/her future role and position in the field related to this disciplinary domain and more specifically related to the chosen specialization (major). The student has the knowledge, insights and skills necessary to provide physical activities to people with disabilities. The student has the general and specific professional competences required to apply scientific knowledge independently at the level of a beginning practitioner within the chosen specialization 11
12 (major). The student can integrate and transfer the knowledge and skills into concrete applications in the selected domain / field. The student has been introduced to the professional field as a basis for the development of a professional attitude and communication and has an understanding of the role of the professional within the chosen field. The student can work in a multidisciplinary team and has developed a learning-oriented attitude as a future professional who directs his own learning. The student has the necessary skills to act at the level of a beginning practitioner within the chosen specialization by integrating knowledge, skills and attitudes while analyzing and adequately solving problems in the field. - Sports training and Coaching: The student has the knowledge, insights and skills necessary to act as a beginning professional to coach and train youth and (elite) athletes, and this in a pedagogical, safe, ethical and sport science-based manner. The student specializes in one sport (sub)discipline. - Physical Activity, Fitness and Health: The student has the knowledge, insights and skills necessary to function as a beginning professional, to motivate, lead and guide people to a healthy and active lifestyle and this in a pedagogical, safe and ethical manner. - Sport Policy and Sport Management: The student has the knowledge, insights and skills necessary to analyze, plan, implement and evaluate the organization (and the participation) of sport, movement culture and physical activity at the level of a beginning professional. - Movement Education: The student has the knowledge, insights and skills necessary to develop physical education learning situations according to a general vision of education (based on the educational concept of physical education), and conversely, to assess the various physical education learning situations in relation to this concept at the level of a beginning professional. - Research in Biomedical Kinesiology: The student has the knowledge, insights and skills necessary to function as a beginning professional researcher and to establish and implement research within the domain of biomedical movement sciences. 12
Eindtermen van de master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen
Eindtermen van de master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen 1. Kritische ingesteldheid en multidisciplinariteit 1.1. De student is in staat om zelfstandig een redenering op te bouwen
Nadere informatie1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs
1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een
Nadere informatie1. Functionele gehelen
AR-WG BASISCOMP-DOC-1718-004 Bijlage. Basiscompetenties als vermeld in artikel 1 De basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren worden bepaald door twee factoren. Enerzijds zijn er tien functionele
Nadere informatieDe verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten
Bijlage. Basiscompetenties als vermeld in artikel 1 De basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren worden bepaald op basis van de volgende twee factoren: - tien functionele gehelen - een set van attitudes
Nadere informatieFunctiebeschrijving mentor
Functiebeschrijving mentor Algemeen kader: Krachtlijnen van het opvoedingsconcept voor het katholiek basisonderwijs ( OKB) Werken aan een schooleigen christelijke identiteit Werken aan een degelijk onderwijsinhoudelijk
Nadere informatieOnderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X
MODULE Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X Aantal studiepunten
Nadere informatieDidactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4
ALGEMENE INFORMATIE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester
Nadere informatieDidactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4
MODULE Didactische competentie oefenlessen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 Aantal
Nadere informatieECTS- FICHE. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:
Specifieke lerarenopleiding ECTS- FICHE ECTS-Fiche opleidingsonderdeel Onderwijspsychologie Code: 10372 Academiejaar: 2015 2016 Aantal studiepunten: 6 Studietijd: 150 à 180 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:
Nadere informatieDidactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4
ECTS-FICHE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester
Nadere informatieDe cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen.
Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-fiche opleidingsonderdeel: COMMUNICATIEVAARDIGHEID Code: 10368 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 à 90 uur Deliberatie: mogelijk
Nadere informatieDidactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4
MODULE Didactische competentie oefenlessen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 Aantal
Nadere informatieFunctiebeschrijving beleidsmedewerker
Functiebeschrijving beleidsmedewerker Algemeen kader: Krachtlijnen van het opvoedingsconcept voor het katholiek basisonderwijs ( OKB) Werken aan een schooleigen christelijke identiteit Werken aan een degelijk
Nadere informatieSpecifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6
Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Studietijd: 120 à 150 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling: niet
Nadere informatieDe competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:
Specifieke lerarenopleiding C ECTS-fiche opleidingsonderdeel vakdidactische oefeningen 2 Code: 10375 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Studietijd: 120 à 150 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:
Nadere informatieECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck
Specifieke lerarenopleiding ECTS- FICHE ECTS-Fiche Communicatievaardigheid Code: COMM Cluster: 1 Academiejaar: 2017-2018 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 à 90 lestijden Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:
Nadere informatieEINDTERMEN VAN DE MASTEROPLEIDING REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE (NEDERLANDSTALIG)
EINDTERMEN VAN DE MASTEROPLEIDING REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE (NEDERLANDSTALIG) 1. ACADEMISCHE COMPETENTIES: KRITISCH WETENSCHAPPELIJK DENKEN De student bezit de competenties nodig voor
Nadere informatie27 oktober Terugkomavond SLO-alumni
27 oktober 2011 Terugkomavond SLO-alumni SLO Liaison Officer: Mevr. C. Van Liedekerke Coördinator: Dhr. G. Walraevens Medewerkers SLO: Mevr. D. Bulckmans Mevr. T. Casteele Mevr. H. De Groote Dhr. O. Holz
Nadere informatiePsychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4
MODULE Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding SLO Module Didactische competentie stage 3 Code E6 DCS3 Lestijden 40 Studiepunten 6 Ingeschatte totale 150 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen
Nadere informatieBEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR
Opleidingsinstelling Adres Telefoon fax BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR Identificatie Naam student/cursist: Opleidingsonderdeel/module: Stageplaats: Vakmentoren: naam en contactgegevens Periode: O
Nadere informatieDe 10 basiscompetenties van de leraar
De 10 basiscompetenties van de leraar Woord vooraf 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 2 De leraar als opvoeder 3 De leraar als inhoudelijk expert 5 8 36 52 4 De leraar als organisator
Nadere informatieCompetentie-invullingsmatrix
Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke
Nadere informatieVakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4
MODULE Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal
Nadere informatieVakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4
MODULE Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal
Nadere informatieCompetentie-invullingsmatrix
Competentie-invullingsmatrix masterprf afstudeerrichtingsopleidingsonderdelen Master of Science in de psychologie onderwijs Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen H000079
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieDOELSTELLINGEN, LEERRESULTATEN EN VORMINGSDOELEN VAN DE OPLEIDING
DOELSTELLINGEN, LEERRESULTATEN EN VORMINGSDOELEN VAN DE OPLEIDING (zowel bachelor als verkorte bachelor LO&BW) De bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen heeft in de eerste plaats
Nadere informatie* schrappen wat niet past
SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING LESEVALUATIEDOCUMENT Gelieve deze tabel in te vullen Naam cursist (lio /stagiair*): Naam vakmentor /stagebegeleider /liobegeleider*: Naam Stageschool/Lioschool*: Graad en leerjaar:
Nadere informatieBasiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG
Basiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG DLR 1 BaCo 1 De Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs begeleidt kleuters in complexe school- en klascontexten bij hun leer- en ontwikkelingsproces.
Nadere informatieNota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document
GROEP WETENSCHAP & TECHNOLOGIE FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN W. DE CROYLAAN 6 BUS 2000 3001 HEVERLEE, BELGIË HEVERLEE 30 juli 2013 Nota Generieke leerresultaten van FIIW 1 Genese van het
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieFunctiebeschrijving van preventie adviseur
Functiebeschrijving van preventie adviseur Algemeen kader: Krachtlijnen van het opvoedingsconcept voor het katholiek basisonderwijs ( OKB) Werken aan een schooleigen christelijke identiteit Werken aan
Nadere informatieVerantwoordelijke opleidingsonderdeel
Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-Fiche opleidingsonderdeel: VAKDIDACTISCHE STUDIE Code: 10377 Academiejaar: 2017-2018 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 a 90 uur Deliberatie: Mogelijk Vrijstelling:
Nadere informatiePsychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4
MODULE Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal
Nadere informatiePsychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4
MODULE Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal
Nadere informatieDLR Domeinspecifieke Leerresultaten (DLR) van de Master in Industriële Wetenschappen: Elektronica ICT
KULeuven Opleidingen : Master in Industriële Wetenschappen: Elektronica ICT Master in Industrial Sciences: Electronic Engineering DLR Domeinspecifieke Leerresultaten (DLR) van de Master in Industriële
Nadere informatieOpleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde. Competenties en gedragsindicatoren
Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde Competenties en gedragsindicatoren IW&T De competenties werden uitgeschreven in een meer begrijpbare taal. Vervolgens werden daar uit een beperkt
Nadere informatieEindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen
Eindtermen voor de Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen Faculteit der Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen 1 Opbouw eindtermen BW Groningen De bewegingswetenschapper is op bachelor niveau
Nadere informatieBegeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4
MODULE Begeleiding (BEG) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3 (1
Nadere informatiePR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten
PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene
Nadere informatieLeraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X
MODULE Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X Aantal
Nadere informatieCommunicatie en overleg (COO) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4
MODULE Communicatie en overleg (COO) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 Aantal studiepunten
Nadere informatieDe specifieke lerarenopleiding
geëngageerd onderzoekend communicatief talent ontwikkelend vakdeskundig leerling gericht samenwerkend De specifieke lerarenopleiding dynamisch leergierig master Jij bent... inspirerend creatief toekomstgericht
Nadere informatieTRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen
TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties
Nadere informatieOVERZICHT INSCHRIJVINGSVEREISTEN MASTER LOBW afstudeerrichting Bewegingsonderwijs Aantal studiepu Opleidingsonderdeel
OVERZICHT INSCHRIJVINGSVEREISTEN MASTER LOBW afstudeerrichting Bewegingsonderwijs Aantal studiepu Opleidingsonderdeel Semester nten PREREQUISITE COREQUISITE BIJKOMENDE INSCHRIJVINGSVEREISTEN OPGELET! Je
Nadere informatieBachelorcompetenties Mastercompetenties Afstudeerrichtingspecifieke mastercompetenties
Bachelorcompetenties Mastercompetenties Afstudeerrichtingspecifieke mastercompetenties Competentiegebied 1: Competenties in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie en aanverwante wetenschappen B.1.1
Nadere informatieASO - studierichtingen in VIA-TIENEN
ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.
Nadere informatieKlasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4
MODULE Klasmanagement (KLM) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3
Nadere informatieDoelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel
Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld
Nadere informatieMedewerker pedagogische cel - Kwaliteitsbewaking
Doel van de functie Medewerker pedagogische cel - Kwaliteitsbewaking De medewerker pedagogische cel coördineert ook de EVC- en EVK-procedure en ziet toe op de correcte afhandeling van de aanvragen. Ook
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Marketing Module Management & Organisatie Code C2 Lestijden 60 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen vrijstelling
Nadere informatieToetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies
Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het
Nadere informatie1 COMPETENTIEVELD 1: LERAARS BEWEGEN VOOR KINDEREN
1 BIJLAGE 2 Relatie tussen domeinspecifieke leerresultaten (DLR's) en competentieprofiel van OF3 1 COMPETENTIEVELD 1: LERAARS BEWEGEN VOOR KINDEREN 1.1 De leraar kleuteronderwijs Werkt vanuit een kindgerichte
Nadere informatieVerantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom. De cursist moet de volgende opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen:
Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-fiche opleidingsonderdeel PHIOLIO 1 en 2 Code: 10366-10367 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 24 Studietijd: 600 à 720 u Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:
Nadere informatieFACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Specifieke Lerarenopleiding_SLO
ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Specifieke
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 160
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Marketing Module Algemene Marketing Code A5 Lestijden 160 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen vrijstelling
Nadere informatieVoor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding
Nadere informatieRealiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren
Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft
Nadere informatieMICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.
Inhouden en doelen van de opdrachten in de praktijkcomponent van de SLO en de GLO van BEO MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten. de student geeft 10 à 20 minuten
Nadere informatieCulture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -
Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - 2014-2015 Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen
Nadere informatie1. Algemene situering van de cursus NCZ leraar secundair onderwijs-groep 1 2. Doel van de cursus NCZ
1. Algemene situering van de cursus NCZ leraar secundair onderwijs-groep 1 De cursus niet-confessionele zedenleer (NCZ) in de opleiding leraar secundair onderwijsgroep 1 (LSO-1) sluit aan bij de algemene
Nadere informatieBeweging als Medicijn
Beweging als Medicijn Joost.vansteenkiste@howest.be @ Joost_VSK Inhoud Doel van dit onderzoek Toegepast onderzoek in en met het werkveld: Advies lichaamsbeweging in de Vlaamse setting? Invulling door de
Nadere informatieCompetentie-invullingsmatrix
Competentie-invullingsmatrix algemene opleidingsonderdelen masterprf Master of Science in de industriële wetenschappen: landmeten Academiejaar 2015-2016 Legende: =didactische werkvormen =evaluatievormen
Nadere informatieBegeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4
MODULE Begeleiding (BEG) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3 (1
Nadere informatieVerantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom
Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-fiche opleidingsonderdeel VAKDIDACTISCHE STAGE Code: 10379 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 9 Studietijd: 225 à 270 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:
Nadere informatieCompetentie-invullingsmatrix
Competentie-invullingsmatrix algemene opleidingsonderdelen masterprf Master of Science in de biologie Academiejaar 2016-2017 Legende: =didactische werkvormen =evaluatievormen C003080 Programmeren C003334
Nadere informatieSecundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen
Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke
Nadere informatiePre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen
Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)
Nadere informatieCompetentieprofiel Master Onderwijskunde
Competentieprofiel Master Onderwijskunde De Academische Masteropleiding is bedoeld voor studenten die vermogens willen ontwikkelen om: 1. 2. op wetenschappelijke wijze curricula, onderwijsleerprocessen,
Nadere informatieEen conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.
NVFO 2009 Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.Leuven V. Foulon, S. Simoens, G. Laekeman en P.
Nadere informatieLeerresultaten van FIIW Master in de biowetenschappen: land- en tuinbouwkunde (OLR)
FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN DECANAAT W. DE CROYLAAN 56 GEBOUW E BUS 2203 3001 HEVERLEE, BELGIË HEVERLEE 6 oktober 2016 Nota Leerresultaten van FIIW Master in de biowetenschappen: land-
Nadere informatie21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO
21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als
Nadere informatieJuridische kennis en professionele vaardigheden
Eindtermen Bachelor Rechtsgeleerdheid master rechtsgeleerdheid De bachelor heeft kennis van en inzicht in het geldende recht alsmede recht met elkaar verbonden zijn. De bachelor is in staat om vanuit het
Nadere informatieEINDTERMEN EN VAKKENPAKKETTEN VOOR DE SPECIALISATIES VAN DE MASTER ELECTRICAL ENGINEERING MAARTEN KORSTEN
EINDTERMEN EN VAKKENPAKKETTEN VOOR DE SPECIALISATIES VAN DE MASTER ELECTRICAL ENGINEERING MAARTEN KORSTEN EINDTERMEN EN DE OPBOUW VAN DE OPLEIDING sequential in time relation with FQs Philosophy of Engineering
Nadere informatieCompetentiegerichte Standaard voor Praktijk
Competentiegerichte Standaard voor Praktijk Inleiding De basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs geformuleerd door de overheid (5 oktober 2007, verschenen in het Staatsblad op 17 januari
Nadere informatieEvaluatie stage extra muros
Evaluatie stage extra muros Naam student: Stageplaats: Stagemeester ZIV Nummer : Stageperiode : Een competentie is het vermogen om adequaat te functioneren in een bepaalde (beroeps)context door het kiezen
Nadere informatieKlasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4
MODULE Klasmanagement (KLM) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3
Nadere informatieECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden AC2 40 n.v.t.
Nadere informatieLandelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant
Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen
Nadere informatieOnderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel
Nadere informatieCompetenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject
Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,
Nadere informatieO.C.M.W.-LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING ADMINISTRATIE WZC. 1. Plaats in de organisatie
O.C.M.W.-LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING: WOONZORGCENTRUM ADMINISTRATIE WZC Administratief medewerker WZC 1. Plaats in de organisatie De administratief medewerker werkt
Nadere informatieBegeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4
MODULE Begeleiding (BEG) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3 (1
Nadere informatieSTEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap
STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken
Nadere informatieCulture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -
Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014 Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014
Nadere informatieFunctiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname
Functie Graadnaam: Deskundige Functienaam: Deskundige Vrije Tijd Functionele loopbaan: B1-B3 Functiegroep: Code: Afdeling: Vrije tijd Dienst: Subdienst: Doel van de entiteit De dienst Vrije tijd coördineert
Nadere informatieEP-Nuffic Jaarcongres 2015 Doorlopende leerlijn: Internationale Competenties in het hoger onderwijs. Jos Walenkamp Lector Internationale Samenwerking
EP-Nuffic Jaarcongres 2015 Doorlopende leerlijn: Internationale Competenties in het hoger onderwijs Jos Walenkamp Lector Internationale Samenwerking Samenvatting Wereldburgers, in de 21 ste eeuw, benodigde
Nadere informatieVragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO
Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?
Nadere informatieTabel competentiereferentiesysteem
Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling
Nadere informatieVakdidactiek: inleiding
Vakdidactiek: inleiding Els Tanghe 1 1. Inleiding Een specialist in de wiskunde is niet noodzakelijk een goede leraar wiskunde. Een briljant violist is niet noodzakelijk een goede muziekleraar. Een meester-bakker
Nadere informatie2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs :
2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs : Onderzoek in de onderwijspraktijk van Fontys Wat doen we? Hoe gaat het? Wat levert het op? KEY NOTE: ANOUKE BAKX & JOS MONTULET Onderzoek binnen de
Nadere informatieHet ondersteunen en mee uitvoeren van de boekhouding alsook het voeren van een verantwoord aankoopbeleid.
- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING: FINANCIELE DIENST FINANCIELE DIENST-ECONOMAAT econoom-boekhouder 1. Plaats in de organisatie De econoom-boekhouder werkt onder leiding
Nadere informatieStudiewijzer Diversiteit
1 Thomas More Kempen Studiewijzer Studiewijzer Diversiteit OPO-verantwoordelijke: Annelies Demessemaeker Docenten: Eline Bernaerts en Annelies Demessemaeker CAMPUS Vorselaar Domein Lerarenopleiding Bachelor
Nadere informatieWERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)
WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR 2018-2019 Geachte stagementor, vakmentor(en) Het traject werkplekleren bestaat uit een differentiatiestage (3 weken in semester 1 05/11/2018 t.e.m. 23/11/2018)
Nadere informatieGender en interculturaliteit
ECTS-fiche: Gender en interculturaliteit Opleiding: Afstudeerrichting: Opleidingsonderdeel: Studiepunten (ECTS): 3 Taal: Plichtvak/keuzevak: Lerarenopleiding/ BA en MA Pedagogische wetenschappen Niet relevant
Nadere informatie