Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde. Competenties en gedragsindicatoren

Transcriptie

1 Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde Competenties en gedragsindicatoren IW&T De competenties werden uitgeschreven in een meer begrijpbare taal. Vervolgens werden daar uit een beperkt aantal indicatoren gedestilleerd. Een indicator is een gedrag dat geëvalueerd kan worden. Als de docent de studenten een competentie aanbiedt dan beoordeelt hij/zij een of meerdere indicatoren. Algemene competenties MAC 1 Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen: zelfstandig wetenschappelijk redeneren. Uitbreiding van Denken en redeneervaardigheid (AC1) Ik kan zelfstandig een redenering opbouwen in overeenstemming met de wetenschappelijke vereisten in het domein van de bouwkunde/landmeetkunde. denkt en redeneert zelfstandig bij het uitwerken van de masterproef en het ontwerp. MAC 2 Om kunnen gaan met complexe problemen en beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context: probleemoplossend vermogen. Uitbreiding van Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling (AC4) Ik kan een complex probleem (masterproef) methodisch benaderen. Ik kies op een gefundeerde wijze de meest geschikte oplossing ook al zijn niet alle randvoorwaarden/variabelen volledig gekend of onder controle. benadert het probleem methodisch. maakt een gefundeerde keuze uit de mogelijke oplossingen ook al zijn niet alle invloedsfactoren volledig onder controle. beschikt over doorzettingsvermogen om de problemen op te lossen. MAC 3 Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar de ontwikkeling van meer adequate oplossingen: kritisch kunnen reflecteren over de eigen competenties inzake wetenschappelijk werk en /of inzake de systematische en aantoonbare aanwending ervan in een professionele context en hieraan passend gevolg kunnen geven. Kritische reflectie over de grenzen van de paradigma s. Uitbreiding van Kritisch reflecteren (AC3) Ik ga na of de voorgestelde oplossingen/onderzoeksmethoden haalbaar zijn. Ik bekijk kritisch de mogelijke oplossingen voor mijn ontwerpprobleem en masterproef. Ik kan de verschillende wetenschappelijke denkwijzen evalueren (gebruikte hypothesen, randvoorwaarden ). gaat na of de voorgestelde oplossingen/onderzoeksmethode technisch/wetenschappelijk Competenties en gedragsindicatoren masteropleiding bouwkunde 1

2 haalbaar zijn. benadert zijn oplossingen/onderzoeksmethode kritisch. kan verschillende denkwijzen afwegen tegenover elkaar. kan op creatieve wijze zijn ontwikkelde methodieken verbeteren in functie van de bekomen resultaten en bevindingen rekening houdend met de oorspronkelijke doelstellingen. MAC 4 Beschikken over het vermogen tot communiceren over het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken: in het Nederlands en een andere forumtaal mondeling en schriftelijk over het eigen onderzoek kunnen communiceren met vertegenwoordigers uit de eigen discipline, met vertegenwoordigers uit andere disciplines en met andere leden uit de samenleving. Uitbreiding van Communiceren met leken en specialisten (AC6) Ik kan voor mijn masterproef van gedachten wisselen met medewerkers van mijn stagebedrijf/onderzoeksteam. Ik kan zelfstandig schriftelijk en mondeling rapporteren, in het Nederlands of een andere forumtaal, over masterproef. Ik kan mijn masterproef voorstellen en antwoorden op kritische vragen. wisselt constructief van gedachten met medewerkers van zijn stagebedrijf/onderzoeksteam. rapporteert schriftelijk op een heldere en wetenschappelijke manier over zijn masterproef. maakt een abstract van zijn masterproef in een andere forumtaal. licht zijn masterproef mondeling toe aan een gespecialiseerde jury. verdedigt zijn masterproef op kritische vragen. coördineert de nationale en internationale contacten tussen grondstoffenleverancier, klant, fabrikant, ontwerpbureau, om tot een goede oplossing te komen voor de productontwikkeling. maakt een abstract van zijn masterproef in een andere forumtaal. Algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau MAWC 1 Onderzoeksmethoden kunnen hanteren: het kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, kunnen ontwerpen van onderzoek rekening houdend met de paradigma s van de wetenschappen. Onderzoeksmethoden hanteren (AWC2) op gevorderd niveau. Zo nodig kan ik een eigen onderzoeksmethode opstellen. Ik kan onderzoeksmethoden en normen opzoeken die ik nodig heb. Ik kan de geschiktste onderzoeksmethoden zelfstandig selecteren. stelt zijn eigen onderzoeksmethode op in het kader van zijn masterproef. zoekt zelfstandig en selecteert de nodige nationale of internationale onderzoeksmethoden op. stelt een realistische planning op. MAWC 2 Beschikken over het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten: vermogen en wil om wetenschappelijke problemen te identificeren en op te lossen. Uitbreiding van Een onderzoek probleemgestuurd initiëren (AWC4) Competenties en gedragsindicatoren masteropleiding bouwkunde 2

3 Bij het uitwerken van mijn ontwerp/masterproef ga ik creatief om met oplossingen van gelijkaardige problemen om zo de lacunes weg te werken. Ik kan de technische/wetenschappelijke deelproblemen in de masterproef onderscheiden en doeltreffend formuleren. identificeert de technische/wetenschappelijke deelproblemen in zijn masterproef. levert spontaan een creatieve/originele bijdrage aan de oplossing van zijn masterproef. MAWC 3 Het samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving: beschikken over het vermogen tot multidisciplinair samenwerken Samenwerken in een multidisciplinair team op gevorderd niveau (AWC5) Ik werk samen met de medewerkers van het bedrijf/onderzoeksteam in het kader van mijn bedrijfscontact en masterproef waarbij ik voldoe aan de indicatoren van samenwerken in team van de academische bachelor. Ik leg vlot contact met medewerkers van andere afdelingen/disciplines. werkt vlot samen met medewerkers van zijn stagebedrijf/onderzoeksteam (indicatoren academische bachelor in een niet schoolse situatie). Wetenschappelijke competenties MWC 1 Een gevorderd begrip hebben van en inzicht hebben in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en te interpreteren: inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan. Gevorderd niveau Wetenschappelijke disciplinaire kennis (WC1) Ik blijf op de hoogte van de recentste ontwikkelingen in bepaalde domeinen van mijn discipline. Ik kan de toekomstige ontwikkelingen in dat domein inschatten. legt zich speciaal toe op het domein nodig voor zijn masterproef. kent en begrijpt de recentste ontwikkelingen op dat domein. is op de hoogte van de (voorlopige) beperkingen en kan de richting van nieuwe ontwikkelingen duiden. bezoekt internationale beurzen en/of volgt lezingen en studiedagen in een internationaal kader. MWC 2 In staat zijn om in één of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis te leveren: in staat zijn op grond van een theoretisch of praktisch probleem een eigen onderzoeksvraag te kunnen selecteren, formuleren en passend te beantwoorden. Gevorderd niveau Wetenschappelijke disciplinaire kennis (WC1) Ik kan een onderzoeksvraag formuleren. Ik kan op een methodische wijze oplossingen voor een onderzoeksvraag voorstellen. formuleert een onderzoeksvraag in het kader van de masterproef. brengt theoretische/praktische oplossingen aan voor een onderzoeksvraag. Competenties en gedragsindicatoren masteropleiding bouwkunde 3

4 MWC 3 Het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken, analyseren, diagnosticeren: onderzoeker (willen) zijn. Ik beheers de competenties van de academische bachelor die ik zelfstandig toepas bij mijn bedrijfscontact/hulp bij wetenschappelijk onderzoek/labs/masterproef. Ik ben in staat om een ontwerp te maken/deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek (zie domeinspecifieke competenties). slaagt in de onderwijsleeractiviteit bedrijfscontact. slaagt in de onderwijsleeractiviteit lab bouwkunde. werkt deelaspecten van de masterproef uit volgens de regels van de kunst. beheerst de disciplinegebonden terminologie in verschillende forumtalen. raadpleegt internationale standaardwerken, normen en richtlijnen. MWC 4 Onderzoeks/beroepsbekwaam zijn Ik kan zelfstandig functioneren in een ingenieursfunctie/onderzoeksteam. slaagt in zijn masterproef. Domeinspecifieke competenties afstudeerrichting Bouwkunde MDC 1 Projecten opvolgen: technische projecten initiëren, opstellen, opvolgen en opleveren, oplossingen adviseren voor bouwkundige problemen steunende op de verworven technische kennis, kwalitatieve bouwkundige projecten realiseren rekening houdend met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating, bouwkundige systemen ontwerpen en optimaliseren steunende op de verworven technische kennis. Ik gebruik een methodologie bij het ontwerpen/ontwikkelen/advies van een product, proces of ontwerp. Ik streef naar een kwaliteitsvol product/proces/ontwerp. Ik maak de nodige berekeningen voor het dimensioneren. Ik draag zorg voor de veiligheidsaspecten. Ik houd rekening met het milieu (materiaalkeuze, minimale belasting van het milieu, ). Ik werk mee aan de praktische realisatie van mijn masterproef. Ik bereken de kostprijs van mijn ontwerp. gebruikt een ontwerpmethodologie bij het ontwerp/ontwikkelen/advies van een product of proces. dimensioneert de onderdelen. maakt de nodige computersimulaties m.b.v. binnen de discipline internationaal erkende software. streeft naar een kwaliteitsvol product/proces. houdt rekening met economische factoren. past de nationale en internationale (Europese) veiligheids- en ecologische richtlijnen/normen toe. werkt mee aan de praktische realisatie van zijn masterproef. Competenties en gedragsindicatoren masteropleiding bouwkunde 4

5 MDC 2 In het domein van de bouwkunde de recente theorievorming volgen en verder ontwikkelen door middel van wetenschappelijk onderzoek. Ik beheers de onderzoek gerelateerde competenties van de academische bachelor. Ik draag zorg dat mijn experimenten reproduceerbaar zijn (vastleggen randvoorwaarden, variabelen, omgevingsfactoren, gebruikte toestellen en software, berekeningsmethoden, ). Ik lever een originele bijdrage aan de wetenschap (iets nieuws of een nieuwe toepassing van bestaande elementen). draagt zorg dat zijn experimenten reproduceerbaar zijn (experiment detailleren in de rapportering). levert een substantiële bijdrage aan de voorbereiding van een wetenschappelijke publicatie. integreert zich in nationale en internationale kennisnetwerken. Competenties en gedragsindicatoren masteropleiding bouwkunde 5