Mit. Gemeente Delft VERZONDEN 2 2 FEB T.W. Andriessen l.s. Geachte!eden van de raad,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mit. Gemeente Delft VERZONDEN 2 2 FEB T.W. Andriessen l.s. Geachte!eden van de raad,"

Transcriptie

1 Interne dienstverlening Mit Gemeente Delft Financien bezoekadres: Stationsplein BV Delft IBAN NL21 BNGH t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Postbus 78, 2600 ME Delft Leden van de gemeenteraad Behandeld door N. van der Sman Telefoon nvdsman@delft.nl Internet Telefoon VERZONDEN 2 2 FEB Datum Ons kenmerk Uw brief van Onderwerp Definitieve Programmabegroting Uw kenmerk Bijlage 1 Geachte!eden van de raad, Hierbij sturen wij u de definitieve versie van de Programmabegroting ln deze versie zijn de door u op 9 november 2017 aangenomen moties en amendementen verwerkt. Daarnaast is het door u vastgestelde erratum overgenomen. Op basis van deze definitieve versie is ook de begrotingsapp aangepast. Hoogachtend, het college van burge wethouders van Delft, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart. T.W. Andriessen l.s.

2 Programmabegroting

3 Interne Dienstverlening Afdeling Financiën Colofon Programmabegroting Uitgave gemeente Delft Informatie: Gemeente Delft, afdeling Financiën, Postbus 78, 2600 ME Delft. Telefoon 14015, website en contact: 2

4 Begroting : met de blik op de toekomst Hierbij bieden we u de Programmabegroting aan. In deze begroting vindt u de beleidsvoornemens van het college van B&W voor het komende jaar, inclusief de financiële vertaling. Daarnaast biedt de begroting een doorkijk naar 2021, zowel beleidsmatig als financieel. Deze begroting is de laatste van ons college en laat een positiever beeld zien dan waarmee we vier jaar geleden begonnen. Het financieel meerjarenbeeld is sluitend, conform de motie Financieel degelijk in 2018, die uw raad heeft aangenomen tijdens de behandeling van de Kadernota Solide en behoedzaam Met deze programmabegroting presenteren we een begroting die solide en behoedzaam is. Dit betekent dat we geld reserveren om risico s te kunnen opvangen en dat we reserveren om te kunnen investeren. De stadsschuld houden we beheersbaar. Het bezuinigingsprogramma dat we vanaf de Programmabegroting hebben ingezet, ronden we af (ruim 59 miljoen aan ingevulde bezuinigingen). Dat betekent dat we de volgende raadsperiode financieel positief tegemoet gaan. Een solide begroting vereist een heldere visie die laat zien waar we op termijn willen staan met de stad. Deze visie is uitgewerkt in de Kadernota 2017, die uw raad voor de zomer heeft vastgesteld. Dit vormt de basis voor deze programmabegroting. De Kadernota 2017 gaat over Delft in balans : de balans tussen investeren in de toekomst en de basis op orde. Dat betekent dat we de lasten verlichten, investeren in de stad en werken aan de basis op orde. We zien de stad daarbij als één geheel: mensen, fysieke omgeving en de economische motor zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het één kan niet zonder het ander en vormt het verhaal van de ongedeelde stad. We werken aan een sociaal sterke en verbonden stad, waar het veilig wonen is, waar mensen en bedrijven zich kunnen ontwikkelen en mensen kwalitatieve en hoogwaardige zorg krijgen die zij verdienen. De Kadernota 2017 was meer dan in andere jaren een gezamenlijk product van college en gemeenteraad. In aanloop naar de kadernota is het college met de raad in gesprek gegaan over de opgaven voor de stad. Dit heeft geleid tot een breed gedragen Kadernota 2017.We zijn verheugd over dit gezamenlijke commitment, dat we vertalen in deze meerjarenbegroting. Terugblik en blik op de toekomst We sluiten een periode af die werd getekend door financiële tegenvallers. In de afgelopen jaren hebben we scherpe keuzes moeten maken, ingrijpend moeten snijden in voorzieningen en pijnlijke bezuinigingen en lastenverhogingen moeten doorvoeren. Daarmee hebben we veel van de stad gevraagd. Tegelijkertijd hebben we ook hervormd. Samen met inwoners, professionals en partners in de stad en regio. Zoals bijvoorbeeld in het welzijnswerk en in het Sociaal domein. Er zijn diverse burger- en vrijwilligersinitiatieven van de grond gekomen. Het was een grote opgave, die we met succes hebben uitgevoerd. Delft heeft van de branchevereniging Sociaal Werk Nederland dit jaar zelfs het predicaat gouden sociale gemeente gekregen. Daar zijn we trots op en stimuleert ons om door te gaan op de ingeslagen weg. Ondanks de bezuinigingen hebben we ook veel bereikt en afgerond, onder andere is het Delflandcollege met een mooie sportvoorziening opgeleverd, is er een nieuw gebouw voor het Archief gerealiseerd, is de beveiliging van het Prinsenhof op orde gebracht en is de Vermeertentoonstelling geweest. Verder zijn we trots op ons nieuwe station en het stadskantoor, als centraal punt in de stad. 3

5 Nu ook het economisch tij verbetert, hebben we in de Kadernota 2017 de blik weer op de toekomst gericht. Het rapport Delft, Parel in de Randstad, en de vertaling daarvan in het programma Nieuw Elan, heeft nieuwe energie en richting gegeven. De opgaven voor de stad hebben we verder uitgewerkt in de Agenda voor de stad Delft. We hebben daar twee opgaven aan toegevoegd: duurzaamheid en voorzieningen voor iedereen. In deze begroting hebben we de opgaven en het financieel kader opgenomen in de Agenda Delft 2040 (voorheen: Investeringsagenda Stad). In de uitwerking en uitvoering van deze agenda ervaren we veel betrokkenheid en steun van partners in de stad, in de regio en van andere overheden. Het convenant met de TU Delft en de geïntensiveerde samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de provincie Zuid-Holland zijn hier goede voorbeelden van. Onze organisatie is voorbereid op de toekomst. We blijven ons ontwikkelen en werken aan de nieuwe opgaven voor de stad. Het stadskantoor is hiervoor een uitstekende uitvalsbasis: midden in de stad, goed bereikbaar en een gebouw, waar onze inwoners welkom zijn voor dienstverlening van vandaag en morgen. Maar belangrijker nog: we zien dat Delft bruist. De stad vernieuwt, experimenteert, onderneemt en ontwikkelt. Die energie is te zien, bijvoorbeeld in de intensieve samenwerking in de stad rond het Vermeerjaar én in de voortvarende ontwikkelingen in de Spoorzone. Gezamenlijk investeren We investeren in de toekomst, rekening houdend met de trends en de maatschappelijke ontwikkelingen. De wereld om ons heen verandert continu en vraagt van ons flexibiliteit en het slagvaardig adresseren van nieuwe thema s. Een voorbeeld daarvan is de toenemende tweedeling en de behoefte aan inclusie. We kijken goed naar wat Delft nodig heeft en naar de uitdagingen die op ons afkomen. Met de Agenda Delft 2040 hebben we gezamenlijk zeven opgaven geformuleerd, op weg naar Deze agenda geeft richting. De opgaven gaan over de volle breedte van de stad en raken daarmee iedereen. In de kadernota hebben we daarnaast de aandacht gevestigd op het belang om de basis in de stad op orde te hebben. Daarom zetten we in op onder andere handhaving, Buitenhof, DOK/VAK, mobiliteit (fiets, auto en parkeren) en sport (verwerkt in de begrotingswijziging bij de Kadernota 2017). De realisatie vergt investeringen. Bij de Kadernota 2017 heeft uw raad het commitment uitgesproken om hiervoor te reserveren tot een bedrag van 75 miljoen. In deze begroting hebben we het financiële kader opgenomen van circa 45 miljoen. Hierbij horen spelregels waarvan de kern is dat we investeren samen met andere partijen en komen tot gezamenlijke uitvoering. Deze werkwijze vraagt ook samenspel tussen de raad en het college. Om een betrouwbare partner te zijn voor (private) investeerders en andere overheden zullen we, ook op lange termijn, commitment op de de opgaven moeten hebben. Deze opgaven lopen namelijk tot Daarnaast kan soms snelle(re) besluitvorming nodig zijn om in te spelen op kansen in de markt. Verder zullen raad en college, gezien de lange voorbereidingstijd van investeringstrajecten, ook de voortgang van projecten op een meer informele manier met elkaar willen bespreken. Over het betrekken van de raad (tevens met het oog op de nieuwe raadsperiode) wil het college graag met een brede afvaardiging van de raad in gesprek. Hierin willen we komen tot een voorstel voor het samenspel tussen college en raad over de Agenda Delft 2040 en het financieel kader: Fonds Delft Sluitende begroting en positief saldo In de Programmabegroting zijn de keuzes uit de Kadernota 2017 uitgewerkt. We houden daarbij rekening met actuele ontwikkelingen in de inkomsten en uitgaven. Ten opzichte van de Kadernota 2017 verbetert het begrotingsbeeld aanzienlijk: het negatieve begrotingssaldo is omgeslagen in een sluitende begroting met een verwacht positief saldo in de jaren Reserveren voor risico s Het college wil behoedzaam omgaan met deze begrotingsruimte, gelet op onzekerheden en risico s die we de komende jaren zien. Wij stellen daarom voor de financiële ruimte die ontstaat op te nemen als risicobuffer in de Algemene reserve. Een buffer achten wij nodig: wees behoedzaam met de inzet van de ruimte en reserveer voor risico s. Met deze buffer reserveren we ook middelen voor het Sociaal domein. Op basis van de huidige informatie verwachten we dat de gemeente hier de komende jaren financiële risico s loopt, als gevolg 4

6 van een stijgende vraag naar zorg binnen de drie domeinen én verlaging van de middelen van het Rijk. Op dit moment analyseren we deze trends en onze recente lokale cijfers. Aan de hand van de halfjaarcijfers van 2017 werken we in de komende maanden een actieprogramma uit. Hierbij betrekken we ook de resultaten van de motie Ramen uitgaven sociaal domein en bezien we de mogelijkheden om de kosten te beheersen. We volgen de financiële ontwikkelingen daarbij op de voet. Ambities uitwerken De uitwerking van de ambities van de Agenda Delft 2040 lopen als een rode draad door deze meerjarenbegroting. De voorbereiding is begonnen. In 2018 zetten we de eerste stappen. De ontwikkelingen op de Schieoevers, bijvoorbeeld, komen in een versnelling. Maar ook in andere gebieden in de stad gaan we aan de slag. Met de uitwerking van de Woonvisie en de invulling van drie van de zeven opgaven uit de Agenda Delft 2040 willen we de basis in de stad over de volle breedte op orde brengen, door te investeren in voorzieningen, betere woningen, goede ontsluiting en meer duurzaamheid. In dit kader is Delft ook voor de zomer met een stand op de bouwbeurs Provada geweest. Nu zijn we aan de slag met de opbrengsten daarvan. Verder hebben we met de TU Delft een convenant afgesloten en werken we aan de ontwikkeling van de Campus. We zijn gestart met plannen voor Buitenhof, die we in 2018 samen met partners verder invullen. De ontwikkeling van de Spoorzone wordt afgerond, wat zal leiden tot opheffing van het Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone. We bereiden de implementatie van de Omgevingswet verder voor en experimenteren met nieuwe vormen van samenwerken. We werken ook aan een Onderwijsvisie, een Economische structuurvisie en een nieuwe visie op dienstverlening. Duurzaamheid komt in een stroomversnelling, onder andere door de realisatie van het Warmtenet. Binnen het Sociaal domein bereiden we ons voor op nieuwe ontwikkelingen. De transitie in het Sociaal domein is in Delft goed verlopen, nu zetten we in op verdere transformatie en innovatie op basis van de geactualiseerde sociale visie. Delft is een voorloper in de transformatie en heeft samen met partners hard gewerkt aan de vernieuwing van de begeleiding van mensen. We hebben bijzondere aandacht voor de huisvesting van studenten. We bieden de raad dit najaar de nota Groei en regulering studentenhuisvesting aan. Met de TU maken we dit najaar concrete afspraken, in het kader van de uitwerking van het convenant. En we blijven werken aan een moderne en flexibele gemeentelijke organisatie, die goed toegerust is voor al deze opgaven. Stevig fundament In de komende maanden kunt u van ons voorstellen verwachten voor bovenstaande plannen en ontwikkelingen. Daarnaast komen we met een voorstel over het omgaan met risicovolle projecten en een voorstel over de gebiedsopgaven. En u ontvangt in 2018, zoals gebruikelijk, de Staat van Delft. Hierin legt het college verantwoording af over het gevoerde beleid van de afgelopen vier jaar, aan de hand van de bereikte maatschappelijke effecten. We hebben er vertrouwen in dat er met deze programmabegroting een stevig fundament ligt, zowel inhoudelijk als financieel, waarop in de volgende periode verder gebouwd kan worden. Het college van burgemeester en wethouders van Delft 5

7 Inhoudsopgave Programmabegroting Begroting : met de blik op de toekomst... 3 Inhoudsopgave... 6 Leeswijzer... 8 Financiële begroting Financieel meerjarenbeeld Op weg naar 2040, van Nieuw Elan naar een Agenda voor de stad Delft Hoofdstukken Inleiding Stad van innovatie Stad van participatie Leefbare stad Stad en bestuur Raad Paragrafen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Spoorzone Onderhoud Kapitaalgoederen Rolneming gemeente Delft Financiering Bedrijfsvoering Grondbeleid Lokale heffingen Verzameloverzichten Uitvoeringsinformatie Kadernota 2017 geakkordeerde voorstellen Totaal bezuinigingsprogramma Reserves en voorzieningen Investeringsprogramma Taakvelden Aangenomen moties en amendementen Bijlagen Agenda Delft 2040/Fonds Delft

8 Afkortingenlijst

9 Leeswijzer De Programmabegroting is de meerjarige financiële uitwerking van de te behalen afspraken (doelen en prestaties). Hierbij is de Kadernota 2017 het uitgangspunt. De Programmabegroting is als volgt ingedeeld: 1. Begroting in één oogopslag 2. Financiële begroting Financieel meerjarenbeeld Op weg naar 2040, van Nieuw Elan naar een Agenda voor de stad Delft 5. Hoofdstukken 6. Paragrafen 7. Verzameloverzichten 8. Bijlagen Onderstaand lichten we deze onderwerpen verder toe. 1. Begroting in één oogopslag Een infographic geeft een overzicht van inkomsten en uitgaven in Naast het boekwerk van de begroting is ook een app beschikbaar via de link 2. Financiële begroting 2018 Na de infographic over de inkomsten en de uitgaven van de gemeente in 2018 ( begroting in één oogopslag ) is een toelichting op de financiële positie opgenomen. Daarna wordt een overzicht gepresenteerd van de baten, lasten, stortingen en onttrekkingen in het begrotingsjaar, van de Algemene dekkingsmiddelen (inclusief openstaande bezuinigingen) en het investeringsprogramma. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) worden het saldo van baten en lasten, de mutaties van de reserves en het resultaat na bestemming apart vermeld. De stortingen en onttrekkingen van de reserves worden verantwoord via de Algemene dekkingsmiddelen. 3. Financieel meerjarenbeeld Dit hoofdstuk geeft inzicht in de meerjarenramingen per doelstelling en voor de Algemene dekkingsmiddelen, inclusief een toelichting op de bestedingsplannen voor de reserves en op de overhead. Tevens zijn de investeringsvoornemens in de investeringsagenda gepresenteerd. Daarnaast is een overzicht van incidentele baten en lasten opgenomen. 4. Op weg naar 2040, van Nieuw Elan naar een Agenda voor de stad Delft In samenhang met het programma Nieuw Elan is in een apart hoofdstuk de Agenda Delft 2040 nader uitgewerkt. Een actueel beeld wordt gegeven van de uitvoeringsagenda Nieuw Elan, de ruimte in het Parelfonds, de zeven opgaven voor de Agenda Delft 2040 (voorheen: Investeringsagenda Stad) en het financieel kader Fonds Delft In de tekst is aangegeven hoe opvolging wordt gegeven aan de motie Investeringsagenda: stap voor stap dichter bij Delfts doel (d.d. 29 juni 2017). Over de financiële spelregels rondom uitvoering van de Agenda Delft 2040 en het Fonds Delft 2040 is een aparte bijlage Agenda Delft 2040/Fonds Delft 2040 opgenomen. 5. Hoofdstukken Net als het bestuursprogramma gaat de begroting uit van drie verbindende opgaven die voor de hele stad en de regio belangrijk zijn. De gemeente levert een bijdrage en zoekt samenwerking met partners in de stad en de regio. De drie opgaven zorgen voor samenhang en verbinding: Mensen aan het werk, Zelfstandige mensen die meedoen en ertoe doen en een Aantrekkelijk leefklimaat. De structuur van de hoofdstukken is als volgt: a) Titel b) De verbindende opgave c) Wat willen we bereiken? (1 e W-vraag) - schema met samenhang verbindende opgave, doelstellingen, maatschappelijke effecten en prestaties - beleidstoelichting: wat willen we bereiken? d) Wat gaan we ervoor doen? (2 e W-vraag) - schema met de prestaties - toelichting: wat gaan we ervoor doen? e) Wie zijn onze partners? (4 e W-vraag, is nieuw vanaf deze Programmabegroting) f) Wat gaat het kosten? (3 e W-vraag) 8

10 - toelichtingen Eerste W-vraag: Wat willen we bereiken? De doelenbomen sluiten aan op de ambities uit het herijkte Bestuursprogramma Het bestuursprogramma is een uitwerking van het coalitieprogramma Delft verdient het. De drie verbindende opgaven zijn uitgewerkt in gewenste maatschappelijke effecten en te bereiken resultaten (prestaties). Per maatschappelijk effect zijn indicatoren en streefcijfers benoemd. Tweede W-vraag: Wat gaan we ervoor doen? In de tabel Wat gaan we ervoor doen? staat per doelstelling vermeld welke prestaties bijdragen aan het bereiken van de gewenste maatschappelijke effecten uit het herijkte Bestuursprogramma De prestaties zijn vertaald naar indicatoren en gewenste resultaten. De bijstelling hiervan vindt plaats bij een beleidscyclusdocument. In de tabel wordt de voortgang van de per indicator vastgestelde streefcijfers gemonitord. De huidige stand van zaken wordt vermeld (nulmeting) en vervolgens wordt aangeven wat het streven is per en voor het jaar We zijn tevreden wanneer de prestaties geleverd zijn aan het einde van de bestuursperiode. Er zijn sinds de Programmabegroting 2017 verplichte indicatoren ontwikkeld en samengesteld door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), met raadpleging van enkele gemeenten. In deze begroting zijn de verplichte beleidsindicatoren bij de inleiding van de hoofdstukken opgenomen; de indicatoren op basis van het Bestuursprogramma zijn bij de afzonderlijke doelstellingen opgenomen. Derde W-vraag: Wat mag het kosten? In deze programmabegroting is de financiële informatie in de tabellen op hoofdlijnen opgenomen. Dit is conform de gemaakte afspraken met de R&A-commissie. Voor alle tabellen geldt dat de gepresenteerde bedragen vermenigvuldigd moeten worden met tenzij anders vermeld (hierdoor kunnen afrondingsverschillen ontstaan). Tabel: Het overzicht van baten en lasten in de begroting o Dit geeft op productniveau inzicht in de baten, lasten, stortingen en onttrekkingen in het begrotingsjaar per hoofdstuk. o Zowel lasten als baten worden positief weergegeven. Dit geldt ook voor de stortingen in- en de onttrekkingen aan de reserves. o Het resultaat na bestemming geeft het effect weer (positief dan wel negatief) op het saldo van het hoofdstuk. Per doelstelling wordt een integrale toelichting gegeven op de begroting. Tabel: Mutaties De tabel geeft inzicht in de mutaties ten opzichte van de Programmabegroting Eerst wordt inzicht geboden in reeds genomen besluiten en technische ontwikkelingen: o Begrotingswijzigingen t/m 1 mei 2017 o Indexatie en kostenverdeling o Kadernota 2017: betreft de geakkordeerde voorstellen (een specificatie is als bijlage opgenomen bij Verzameloverzichten) - Vervolgens wordt ingegaan op de nog te nemen besluiten: o Kadernota 2017: de overige voorstellen in de Kadernota 2017 zijn nader uitgewerkt in de begroting o Algemene dekkingsmiddelen: actualisering van rentekosten, investeringsprogramma en stelposten o Gemeentefonds: aanpassingen als gevolg van de circulaires o Bezuinigingen: verwerking van de openstaande taakstellingen o Overige voorstellen: bestaand beleid (verhoging of verlaging van een bestaande begrotingspost) en nieuw beleid (invoering van een nieuwe begrotingspost of aangepast beleid op een bestaande begrotingspost) o Agenda Stad Delft: actualisering van het financiële kader en uitvoering eerste voorstellen Tabel: Bezuinigingstaakstelling Een tabel geeft inzicht in de openstaande bezuinigingstaakstelling en de invulling binnen het hoofdstuk en de doelstelling. Per taakstelling is een toelichting opgenomen. 9

11 Tabel: Investeringen in het hoofdstuk o De tabel geeft een overzicht van de projecten die zijn opgenomen in het investeringsplan. Het hoofdstuk is onderverdeeld naar de doelstellingen die de raad heeft geformuleerd. o De kolom Beschikbaar vanaf geeft het bedrag weer van de investering verminderd met de uitgaven tot en met het boekjaar o De lasten die voortkomen uit investeringen worden gedekt uit een exploitatiebudget of door middel van het toerekenen van kapitaallasten gedurende de periode dat de investering in gebruik is. Vierde W-vraag: Wie zijn onze partners? Vanaf deze programmabegroting wordt inzichtelijk gemaakt bij de doelstellingen wie onze partners zijn en waar zij bijdragen aan de doelstelling. Deze toevoeging is nieuw en vloeit voort uit het BBV. We nemen hierbij de volgende informatie op: - Welke verbonden partij het betreft - Waaraan de verbonden partij bijdraagt - De rol van de gemeente ten opzichte van de verbonden partij: o De gemeente regelt het o Partner en gemeente staan samen aan de lat o De gemeente draagt haar steentje bij o De gemeente laat het aan de samenleving over - Omvang van de bijdrage - Risico s - Bij welke taakveld de verbonden partij hoort. Een verbonden partij wordt als volgt gedefinieerd: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Deelname van maatschappelijk of algemeen belang wordt als volgt gedefinieerd: Structurele bekostiging (begrotingsfinanciering subsidies, overeenkomsten) van een organisatie waarin de gemeente een bestuurlijke belang heeft. Dit betreft aanvullende en deels dezelfde informatie als in de paragraaf Rolneming gemeente Delft (zie Deelnemingen) is opgenomen. 6. Paragrafen De paragrafen geven op een aantal door het BBV voorgeschreven onderdelen toelichting op de beheersmatige aspecten en op de lokale heffingen. De paragrafen gaan over onderwerpen die van invloed zijn op de begroting en de financiële positie waarbij sprake is van bestuurlijke en financiële risicofactoren. Buiten de voorgeschreven paragrafen kan het college de raad via een afzonderlijke paragraaf informeren over onderwerpen. 7. Verzameloverzichten Uitvoeringsinformatie Kadernota 2017 geakkordeerde voorstellen Begrotingsmutaties Totaal bezuinigingsprogramma Raming reserves en voorzieningen Investeringsprogramma: investeringsplan, investeringsagenda en bedrijfsmiddelen. Indeling naar taakvelden Het BBV schrijft voor dat de baten en lasten worden ingedeeld naar uniforme taakvelden in plaats van functies en producten. De taakvelden vervangen de oude functionele indeling. Taakvelden zijn minder gedetailleerd dan functies (ongeveer 50 taakvelden ten opzichte van ongeveer 100 functies). Hierdoor moet de vraag worden beantwoord of taakvelden de huidige producten gaan vervangen, of dat deze twee niveaus van informatie naast elkaar blijven bestaan. Voor de Programmabegroting (net als bij de Programmabegroting ) is de keuze gemaakt ze naast elkaar te laten bestaan. Het overzicht van de verschillende taakvelden, gesorteerd naar hoofdstuk en doelstelling, is opgenomen als verzameloverzicht. 8. Bijlagen Agenda Delft 2040/Fonds Delft 2040 Afkortingenlijst 10

12 Financiële begroting

13 Begroting in één oogopslag (Infographic) 12

14 Financieel beeld 2018 Inkomsten en uitgaven in 2018 De inkomsten van de gemeente Delft kunnen worden ingedeeld in twee belangrijke categorieën: inkomsten van het Rijk en de eigen inkomsten. De uitgaven zijn gebaseerd op de geraamde lasten per doelstelling. De doelstellingen zijn toegelicht in de hoofdstukken van deze programmabegroting en gekoppeld aan de drie verbindende opgaven voor de hele stad en de regio zoals geformuleerd in het Bestuursprogramma : mensen aan het werk, zelfstandige mensen die meedoen en ertoe doen en een aantrekkelijk leefklimaat. De doelstellingen in de begroting zijn verdeeld over vier hoofdstukken (Stad van innovatie, Participatie samenleving, Leefbare stad en Stad en bestuur). Daarbij hebben we gekozen voor inhoudelijke én financiële samenhang. Naast de vier hoofdstukken is budget gereserveerd voor de gemeenteraad. De Algemene dekkingsmiddelen zijn onderdeel van de hoofdstukken Financiële begroting 2018 en Financieel meerjarenbeeld Financiële positie Ten opzichte van de Kadernota 2017 verbetert het begrotingsbeeld aanzienlijk; het negatieve begrotingssaldo is omgeslagen in een sluitende begroting met een verwacht positief saldo in de jaren Wij willen behoedzaam omgaan met deze begrotingsruimte, gelet op onzekerheden die we de komende jaren zien. Wij stellen daarom voor de financiële ruimte als risicobuffer aan te houden. Een buffer achten wij nodigvoor beheersing van risico s en de ambities in een volgende raadsperiode. De buffer voegen we toe aan de Algemene reserve en betrekken we bij een volgende integrale afweging van onze financiële strategie. Hierbij kijken we naar de opgaven voor de stad die onverminderd groot blijven, de mogelijkheden voor verruiming van het financiële kader voor de Agenda Delft 2040 en houden we rekening met een aantal dossiers met aanzienlijke risico s (Sociaal domein, Avalex, parkeeropbrengsten lange termijn). Ook is onzeker welke bijstellingen er komen in het rijksbeleid na het aantreden van een nieuw kabinet. We blijven behoedzaam en houden de vinger aan de pols van onze financiële positie. Vorig jaar liet de Programmabegroting een verbetering van het financieel perspectief zien en zijn de eerste stappen gezet om de stijging van de woonlasten te beperken en om ruimte te maken voor investeringen. In de Kadernota 2017 is opnieuw een integrale afweging gemaakt om te komen tot een acceptabele lastendruk, investeringen in een vitale en aantrekkelijke stad en met behoud van gezonde gemeentelijke financiën. In de Programmabegroting werken we de gemaakte keuzes in de Kadernota 2017 uit en houden we rekening met actuele ontwikkelingen in de inkomsten (bijv. mei circulaire, precario) en uitgaven (o.a. rente, herfasering investeringen). Voor de Agenda Delft 2040 is in deze begroting een apart hoofdstuk toegevoegd met een toelichting op het actuele financiële kader en de zeven investeringsopgaven. Een duurzaam financieel gezonde gemeente betekent structureel evenwicht in de begroting, een positief eigen vermogen dat toereikend is voor het risicoprofiel en een beheersbare stadsschuld. Daarnaast is er voldoende investeringsruimte om de stad te kunnen blijven ontwikkelen en moet de lastendruk voor burgers en bedrijven redelijk zijn (ten opzichte van het landelijk gemiddelde). Na verwerking van de voorstellen sluit de begroting meerjarig, dekken we structurele uitgaven door structurele inkomsten en zijn er zijn geen openstaande bezuinigingstaakstellingen. Hiermee is de motie Financieel degelijk in 2018 (d.d. 29 juni 2017) uitgevoerd. 13

15 In het vervolg van dit hoofdstuk wordt de financiële positie toegelicht aan de hand van bovengenoemde pijlers. Begrotingssaldo Begrotingssaldo Kadernota 2017 Actualisering meerjarenbeeld Lastenverlichting Basis op orde en fundament organisatie Investeringsopgave Stad Overige voorstellen Begrotingssaldo Kadernota Programmabegroting GF - meicirculaire (AU) Algemene dekkingsmiddelen Precario Bezuinigingen Overige voorstellen Amendement budget Evenementen -50 Saldo PB Risicobuffer Saldo PB Het overzicht laat in alle jaren een positief begrotingssaldo zien. Wij stellen voor om rekening te houden met een buffer om risico s op te vangen. De beheersing van de risico s wordt betrokken bij de nieuwe integrale afweging in de Kadernota Daar hoort ook de beoordeling bij van de financiële positie en van de ruimte voor nieuwe beleidskeuzes. Hierna volgt een toelichting op de hoofdlijnen van het begrotings- en meerjarenbeeld. Bij de doelstellingen en/of de paragrafen worden de voorstellen nader toegelicht. Begrotingssaldo Uitgangspunt voor de actualisering is het begrotingssaldo van de Programmabegroting Toegevoegd is het jaar 2021, omdat dit onderdeel is van de meerjarenramingen in de Programmabegroting Het positieve begrotingssaldo van de Programmabegroting is betrokken bij de integrale afweging in de Kadernota Kadernota 2017 De kadernota is in samenspraak met de raad voorbereid en vastgesteld in de raadsvergadering van 29 juni 2017, De financiële gevolgen zijn verwerkt in een begrotingswijziging die is gekoppeld aan de Kadernota Een overzicht van de geakkordeerde voorstellen (met name Actualisering van het meerjarenbeeld, Lastenverlichting, Basis op orde en Investeringsopgave Stad) is als bijlage bij deze begroting opgenomen (zie Verzameloverzichten). Actualisering meerjarenbeeld In de Kadernota 2017 is het meerjarenbeeld geactualiseerd op basis van extra middelen uit het Gemeentefonds (Septembercirculaire 2016) en voordelen die samenhangen met de vernieuwing van het BBV. Ook is rekening gehouden met een reservering voor nominale ontwikkelingen (prijspeil 2017) van lonen, materiële budgetten, subsidies en bijdragen aan Gemeenschappelijke Regelingen. Voor de woonlasten (met uitzondering van OZB) en overige baten is rekening gehouden met indexering op basis van het CPI (1,5%). Tevens is een beperkt aantal tegenvallers in het bestaande beleid en bij de uitvoering van het bezuinigingsprogramma verwerkt. De ruimte die beschikbaar is na actualisering is ingezet voor lastenverlichting, de basis op orde en fundament van de organisatie en de Agenda Delft

16 Lastenverlichting Op basis van de motie OZB verlaging in balans met investeringen is ruimte gereserveerd voor verlaging van de OZB. Ook is de invoering van hondenbelasting definitief geschrapt en vervalt de ophoging van de OZB vanaf Basis op orde en fundament van de organisatie Voor een aantal thema s is extra inzet nodig is, bijvoorbeeld een openbare ruimte die schoon, heel, veilig en groen is, mobiliteit voor voetganger, fiets en auto, een leefbare en veilige Buitenhof, ondersteuning in het Sociaal domein, voldoende basisvoorzieningen in de stad (zoals DOK/VAK, sport, welzijnsaccommodaties) en een professionele organisatie (ondersteuning raad, capaciteit en organisatieontwikkeling). Investeringsopgave Stad (nu: Agenda Delft 2040) Voor de Agenda Delft 2040 is in de Kadernota 2017 vanuit het Parelfonds (budgetneutraal) en het meerjarenbeeld ruimte ingezet. Tevens is een financieel kader bepaald op basis van de inzet van bestaande structurele middelen (exploitatie) en incidentele middelen die zijn gestort in de bestemmingsreserve Stad. Overige voorstellen De overige voorstellen in de Kadernota 2017 hebben betrekking op de thema s openbare ruimte, Sociaal domein, voorzieningen in de stad en de Buitenhof en zijn in deze Programmabegroting verder uitgewerkt. Programmabegroting Op basis van de Kadernota 2017 was sprake van een negatief begrotingssaldo vanaf Hierover is aangekondigd dat door bijsturing in de begrotingsvoorbereiding een structureel evenwicht bereikt zou worden. Hierna is toegelicht hoe dit is gebeurd. Voor zover voorstellen betrekking hebben op het jaar 2017 zijn deze onderdeel van (de besluitvorming over) de Najaarsrapportage Gemeentefonds (inclusief nominale ontwikkeling en Integratie Uitkering Sociaal domein) De meicirculaire 2017 pakt voor de gemeente Delft de komende jaren positief uit. Dit komt met name door hogere loon- en prijsbijstelling van de rijksoverheid. Omdat onzeker is wat de gevolgen zijn van een nieuw regeerakkoord, is 1% van de uitkering gereserveerd zodat eventuele negatieve gevolgen kunnen worden opgevangen. De opschalingskorting uit het regeerakkoord van Rutte II is verwerkt in de Algemene uitkering. De volledige korting is geëffectueerd in Tot dat moment moeten we elk jaar rekening houden met een daling in het laatste jaar van de meerjarenraming. Ook ontvangt Delft extra middelen als gevolg van de nieuwe ramingen voor woningbouw en het aantal inwoners (areaaluitbreiding) en betalingen aan het Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering. Deze middelen reserveren we voor de extra kosten die hiermee samenhangen (zie Algemene dekkingsmiddelen). De Integratie Uitkering voor het Sociaal domein stijgt door een andere financieringssystematiek van het participatiedeel (centrumfunctie Delft) en door loon- en prijsbijstelling voor Jeugd en WMO. Deze middelen zijn onderdeel van het financieel kader voor het Sociaal domein. Algemene dekkingsmiddelen Bij de Algemene dekkingsmiddelen ontstaat een voordeel na actualisering van de ramingen van rentekosten, het investeringsprogramma en de stelposten voor nominale ontwikkelingen en bezuinigingen. De actuele rentekosten baseren we op de meerjarige verwachtingen over rentepercentages van de BNG (inclusief een buffer) en de omvang van de leningenportefeuille. Aanvullend zijn hier de reserveringen verwerkt voor de betalingen aan het Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering van de VNG en voor te verwachten kosten van areaaluitbreiding, dit betreft met name onderhoud in de openbare ruimte. Precario op kabels en leidingen De precariobelasting op nutsbedrijven is afgeschaft per 1 juli Voor gemeenten die een verordening met tarief voor precariobelasting op kabels en leidingen hebben vastgesteld, geldt een overgangstermijn tot 1 januari

17 Nadat vorig jaar de bestaande aandeelhoudersovereenkomst met de rechtsvoorganger van Stedin -die heffing van precario uitsloot- is opgezegd, is met ingang van 2017 een aanslag voor precario op kabels en leidingen opgelegd aan Stedin en Evides. Verwachting is dat t/m 2021 ieder jaar een bedrag van 2 miljoen wordt ontvangen. Vanaf 2022 ontvangt de gemeente Delft geen baten uit precario meer. Het gaat dus om een meerjarig incidentele baat. Bezuinigingen In de Programmabegroting is gestart met een bezuinigingsprogramma van ca. 30 miljoen. In de daarop volgende jaren is de totale bezuinigingstaakstelling opgelopen tot bijna 74 miljoen in de Programmabegroting Bij de opbouw van deze taakstelling is, op basis van ervaringscijfers, steeds rekening gehouden met een buffer voor besparingsverliezen. Na inzet van de buffer is de opbrengst van het bezuinigingsprogramma per saldo 59 miljoen. Naar aanleiding van de adviezen in de begrotingsscan van de provincie Zuid-Holland en het ministerie van BZK zijn we na 2015 gestopt met deze buffers. In deze programmabegroting wordt het bezuinigingsprogramma afgerond. Dit betekent dat de resterende, openstaande taakstellingen concreet zijn ingevuld in de begroting. Bij een aantal taakstellingen is de realisatie van de bezuiniging niet haalbaar gebleken. Dit leidt tot een structureel nadeel waarvoor in het meerjarenbeeld ruimte is gereserveerd. Overige voorstellen De overige voorstellen betreffen in hoofdzaak nadelen bij Werkse!, subsidie Perspektief Maatschappelijke Opvang en de aanbesteding van het leerlingenvervoer alsmede correcties bij de uitwerking van de vernieuwde regelgeving in het BBV, een voorstel om door middel van een omzettingsvergunning tot regulering van studentenhuisvesting te komen (naar aanleiding van de Woonvisie) en de kosten die samenhangen met de overdracht van taken aan De Laatste Eer. Amendement Evenementenbudget Bij de begrotingsraad (d.d. 9 november 2017) is een amendement aangenomen waarmee het budget Evenementen voor 2018 incidenteel wordt verhoogd van naar Buffer voor risicovolle ontwikkelingen Binnen het Sociaal domein van de gemeente Delft is een stijgende trend van het aantal cliënten en voorzieningen waarneembaar. Het gaat hierbij om de drie domeinen Jeugd, WMO en Participatie. Onder de WMO worden zowel de oude voorzieningen ( individuele verstrekkingen ) en de nieuwe voorzieningen gerekend. Bij Participatie gaat het om inkomensverstrekking (via het BUIG-budget) en over de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening en re-integratietaken, beiden gefinancierd vanuit de Integratie uitkering Sociaal Domein. Bij deze stijgende trends is tevens een stijging van de complexe zorg en vraag naar maatwerkvoorzieningen te signaleren. Daarnaast stijgen door exogene factoren, deels wettelijk, deels niet wettelijk, de kosten binnen deze drie domeinen. Het gaat hierbij om zowel de kosten voor zorg als de uitvoeringskosten. De ontwikkeling van de stijgende vraag (volume-effect) en de kosten (prijseffect) passen in het landelijk beeld en zijn niet specifiek voor de gemeente Delft van toepassing. Tegelijkertijd met deze stijgende trends, wordt de financiering vanuit het Rijk neerwaarts bijgesteld. Dit geldt voor zowel de Integratie uitkering Sociaal Domein, het BUIG-budget en heeft tevens consequenties voor het subsidieresultaat van Werkse!. Tegen de achtergrond van een stijgende vraag naar zorg binnen de drie domeinen en de neerwaartse bijstelling van Rijksfinanciering, ontstaat op basis van de huidige informatie voor de gemeente Delft voor de jaren een financieel risico van 3 tot 6 miljoen. Uiteindelijk is de omvang van het risico afhankelijk van exogene factoren en de mate waarin deze factoren beïnvloedbaar zijn. Ter reductie van het financieel risico wordt op korte termijn reeds een aantal maatregelen getroffen, zoals het harmoniseren van de producten- en tarievenstructuur voor de jeugdzorg en de implementatie van het landelijk accountantsprotocol. Daarnaast wordt op basis van een analyse beoordeeld in welke mate aanvullende maatregelen kunnen worden getroffen. Voor een specificatie van de risico s met betrekking tot het Sociaal domein, BUIG en Werkse!, zie paragraaf Weerstandvermogen en risicobeheersing. Binnen de Algemene reserve is voor risico s in het Sociaal domein 7,7 miljoen beschikbaar. De bestemmingsreserve Sociaal Domein wordt ingezet voor innovatieprojecten van de Uitvoeringsagenda Sociaal domein. Gezien de trend van een stijgende vraag naar zorg en steeds krappere (rijks)budgetten is innovatie meer dan ooit noodzakelijk. Innovatie is een belangrijk onderdeel van het 16

18 transformatieproces om de zorg te verbeteren en tegelijk betaalbaar te houden. Na verwerking van de begrotingsmutaties en de extra maatregelen, is in alle jaren sprake van begrotingsruimte. Deze ruimte vormt een risicobuffer die in de Algemene reserve wordt gestort. Bij de Kadernota 2018 bezien we welke ruimte moet worden betrokken bij de risicobeheersing en welke ruimte resteert voor een volgende integrale afweging van onze financiële strategie. Daarin blijven we zoeken naar evenwicht tussen de middelen die nodig zijn voor de transformatie naar een vitale en aantrekkelijke stad, de mogelijkheden voor verruiming van het financiële kader voor de Agenda Delft 2040, gezonde gemeentelijke financiën en een acceptabele lokale lastendruk. Hierbij houden we rekening met de pijlers voor een financieel gezonde stad en de noodzakelijke verbetering van het verdienmodel van Delft. Algemene reserve (weerstandsvermogen) De Algemene reserve kende na het opmaken van de Jaarstukken 2016 een positieve stand van 72,7 miljoen. Inclusief de mutaties in 2017 bedraagt het saldo 63,7 miljoen. Hier staat een risicoprofiel van 13,4 miljoen tegenover. De verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit is daarmee positief. Stadsschuld De stadsschuld sluit aan bij de definitie in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en brengt de bruto schuld in beeld (vaste en vlottende schulden, overlopende passiva). De actuele stadsschuld bedraagt in miljoen en blijft stijgen t/m Daarna neemt de schuld bij ongewijzigd beleid af. Als we rekening houden met financiering door meeropbrengsten uit grondverkopen is de stijging kleiner en de afname groter. De ontwikkeling van de stadsschuld sluit aan bij scenario s zoals geschetst in de Kadernota Het verschil wordt verklaard door het effect van herfasering van investeringen. In de grafiek hierna is de ontwikkeling van de bruto schuld in beeld gebracht. De omvang en betekenis van de schuldpositie wordt in kaart gebracht met een aantal financiële kengetallen (zie ook paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing). Een belangrijk kengetal is de netto schuldquote. Voor dit kengetal worden vorderingen in mindering gebracht op de bruto schuld. Dit leidt dus tot een ander (lager) schuldbedrag. De netto schuldquote is het saldo van de schuldpositie gedeeld door het totaal van de baten. Het kengetal netto schuldquote is verplicht voorgeschreven en kan worden gebruikt voor de onderlinge vergelijking tussen gemeenten. De gemeente Delft streeft naar een schuldquote die onder de 100% ligt. In 2017 is de netto schuldquote 100,9%. De verwachting is dat de netto schuldquote vanaf 2021 onder de gestelde norm van 100% van de baten uitkomt. 17

19 Door de Delftse Rekenkamer (DRK) is in 2017 een beoordeling gemaakt van de schuldpositie, met aandacht voor de toekomstbestendigheid van de schuld en een heldere uitleg daarvan. Geconcludeerd is dat de schuldpositie van Delft substantieel is verbeterd en als houdbaar is te classificeren, zowel voor de de gebruikelijke meerjarentemijn (vier jaar) als daarna. Er is geen reden voor de DRK om te twijfelen aan de juistheid van de inschatting van risico s in de begroting Verder geldt dat binnen Delft sprake is van een continue en actuele informatievoorziening over en bespreking van deze risico s, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende scenario s. Ruimte voor investeringen Programma Nieuw Elan en Parelfonds In de Kadernota 2016 is de bestemmingsreserve Parelfonds ingesteld voor een bedrag van 7 miljoen. Het doel van deze reserve is het aanjagen van en het uitvoering geven aan de hoofdopgaven uit het rapport Delft, Parel in de Randstad. De inzet van de middelen in het Parelfonds is zichtbaar in de Uitvoeringsagenda waarvan een actueel overzicht met resultaten en nieuwe initiatieven is opgenomen in deze programmabegroting. Agenda Delft 2040 Met de Agenda voor de stad vindt een verdere ontwikkeling plaats van de initiatieven die met het Parelfonds zijn gefaciliteerd. In dit fonds gaat het nog om aanjaag- en startgeld. In een volgende fase worden zeven opgaven uitgevoerd die bijdragen aan de participatie van mensen, aan een goede leefomgeving en aan een economisch vitale stad. Het gehanteerde perspectief hierbij strekt zich uit t/m Voor de opgaven is het financieel kader Fonds Delft 2040 gecreëerd dat bestaat uit structurele middelen en incidentele middelen in de bestemmingsreserve Stad en bijdragen uit het Parelfonds en het meerjarenbeeld. De criteria voor de bestemmingsreserve Stad richten zich op een solide businesscase, voldoende cofinanciering en de positieve impact die de voorstellen hebben op de stad. Het financieel kader is toereikend voor een investeringsvolume van ca. 45 miljoen en zal in lijn met de Kadernota 2017 in de komende jaren groeien naar 75 miljoen. Kwaliteit openbare ruimte Om de (beeld)kwaliteit van de stad te verbeteren zijn vorig jaar middelen gereserveerd voor het terugdringen van graffiti, onkruidbestrijding en intensivering van het maaibeleid. In de Kadernota 2017 zijn hiervoor aanvullend middelen opgenomen (met name voor beeldkwaliteit, gedifferentieerd van C naar B) en voor de realisatie van de visie Openbare ruimte. Woonlasten In de Kadernota 2017 is ruimte gereserveerd voor uitvoering van de motie OZB verlaging in balans met investeringen. De nadere uitwerking gebeurt in deze begroting door de opbrengst uit OZB te verlagen naar 112% van het landelijk gemiddelde. Hiermee is de OZB lager dan het niveau van 2014 (gecorrigeerd voor inflatie). Vervolgens zijn de tarieven, rekening houdend met actuele WOZ waarden, hierop aangepast. Voor 2018 verwerken we geen inflatiecorrectie (CPI) op het tarief. Tevens schrappen we in de meerjarencijfers de in de Programmabegroting geraamde verhoging van de OZB vanaf Voor de OZB is de areaaluitbreiding apart geraamd, waardoor een meeropbrengst ontstaat. De overige woonlasten (afvalstoffen en rioolrecht) stijgen niet, behoudens de consumentenprijsindex (CPI, vastgesteld op 1,5%). bedragen x Nominale 2017 % ontwikkeling Overige ontwikkelingen Areaal Raming 2018 Woonlastengebonden tarieven: OZB* ,0% Afvalstoffenheffing** ,5% Rioolrechten*** ,5% ,7% Bijdrage ondernemingsfonds**** ,0% * Inclusief Ondernemersfonds en areaaluitbreiding OZB (o.b.v. opgave RBG) ** Betreft bruto-opbrengst (exclusief kwijtschelding) *** Bij overige ontwikkelingen is een correctie verwerkt o.b.v. nacalculatie van een eerder ingeboekte opbrengst nieuw areaal **** 8,22% van de OZB niet-woningen 18

20 In de Programmabegroting is de introductie van hondenbelasting in 2017 aangekondigd. Na het uitstel met één jaar in de vorig begroting is nu de hondenbelasting definitief geschrapt. Overzicht van baten en lasten in 2018 Met deze tabellen geven we inzicht in het totaal van baten, lasten, stortingen en onttrekkingen, ook in vergelijking tot de realisatie 2016 en de begroting Bij de (beleids-) hoofdstukken wordt een toelichting gegeven op het beleid. Resultaat na bestemming Resultaat Bedragen x 1000,- Resultaat Werkelijk 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Totaal baten Totaal lasten Totaal saldo van lasten en baten Totaal stortingen Totaal onttrekkingen Resultaat na bestemming Baten Overzicht van baten in de begroting Baten Bedragen x 1000,- Werkelijk Begroting Begroting Overzicht van baten Stad van innovatie Sterke economie Participatie samenleving Werk en economische zelfstandigheid Sterke samenleving Zorg en ondersteuning Leefbare stad Aantrekkelijke stad Bereikbare en gastvrije stad Goede openbare ruimte Duurzame stad Veilige stad Stad en bestuur Verbindende Overheid Regiegemeente Dienstverlenende gemeente Raad Raad Algemene dekkingsmiddelen Overhead Totaal baten Toelichting: De kolom Begroting 2017 geeft de stand van de begroting t/m de Kadernota De besluitvorming over overige mutaties in 2017 vindt plaats bij de Najaarsrapportage De baten dalen van 387 miljoen in 2016 naar 343 miljoen in Dit wordt verklaard door: Aantrekkelijke stad: de raming van de baten bij Erfgoed was in 2016 incidenteel hoger door de tentoonstelling; daarnaast vallen door de verzelfstandiging van de VAK de inkomsten weg, waardoor de baten ten opzichte van 2016 lager uitvallen. Bereikbare en gastvrije stad: door de actualistie van de grondexploitaties zullen de baten afwijkend van de oorspronkelijke planning worden gerealiseerd. De actulisatie is in de begroting verwerkt. Duurzame stad: in 2016 is de incidentele uittreedvergoeding ontvangen die het Hoogheemraadschap van Delfland heeft betaald na beëeindiging van de GR 19

21 Grondwateronttrekking. Regiegemeente: als gevolg van een wijziging van het BBV is de begroting voor een belangrijk deel verschoven van Regiegemeente naar het onderdeel Overhead. Lasten Overzicht van lasten in de begroting Lasten Bedragen x 1000,- Overzicht van lasten Werkelijk 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Stad van innovatie Sterke economie Participatie samenleving Werk en economische zelfstandigheid Sterke samenleving Zorg en ondersteuning Leefbare stad Aantrekkelijke stad Bereikbare en gastvrije stad Goede openbare ruimte Duurzame stad Veilige stad Stad en bestuur Verbindende Overheid Regiegemeente Dienstverlenende gemeente Raad Raad Algemene dekkingsmiddelen Overhead Totaal lasten Toelichting: De kolom Begroting 2017 geeft de stand van de begroting t/m de Kadernota De besluitvorming over overige mutaties in 2017 vindt plaats bij de Najaarsrapportage De lasten dalen van 359 miljoen in 2016 naar 343 miljoen in Dit wordt verklaard door: Bereikbare en gastvrije stad: door de actualistie van de grondexploitaties zullen de lasten afwijkend van de oorspronkelijke planning worden gerealiseerd. Deze actulisatie is in de begroting verwerkt. Goede openbare ruimte: met name door de aanpassing in het BBV zijn exploitatiebudgetten omgezet naar investeringen. Regiegemeente: lasten zijn verschoven naar Overhead. Stortingen Overzicht van stortingen in de begroting Stortingen Bedragen x 1000,- Overzicht van stortingen Werkelijk 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Algemene dekkingsmiddelen Totaal stortingen Onttrekkingen Overzicht van onttrekkingen in de begroting Onttrekkingen Bedragen x 1000,- Overzicht van onttrekkingen Werkelijk 2016 Begroting 2017 Begroting Algemene dekkingsmiddelen Totaal onttrekkingen

22 Toelichting: De stortingen stijgen in 2017 naar 41 miljoen. Het verschil wordt met name verklaard door: reserve Stad: eerste dotatie + 25 miljoen reserve Vastgoed: rekeningresultaat miljoen reserve Sociaal domein: rekeningresultaat miljoen reserve Gemeentelijke huisvesting: rekeningresultaat miljoen Lagere dotatie: Algemene reserve -/- 10 miljoen Parelfonds: a.g.v. hoge incidentele mutatie in /- 4 miljoen Investeringsplan: laatste jaar van hoge dotaties in /- 4 miljoen Kapitaallasten: a.g.v. herijking bestemmingsreserve is in 2016 incidenteel overgeheveld naar deze reserve -/- 3 miljoen Beleid en uitvoering: dotaties in 2016 vrijval voorzieningen Sport, Buitenhof en Energiebesparende maatregelen -/- 5 miljoen De stortingen dalen in 2018 naar 8 miljoen. Het verschil wordt met name verklaard doordat de hogere dotaties in 2017 incidenteel zijn. Een specificatie van de stortingen en onttrekkkingen in 2018 is opgenomen in het hoofdstuk Financieel meerjarenbeeld Algemene dekkingsmiddelen 2018 Saldo Algemene dekkingsmiddelen Bedragen x 1000,- Werkelijk 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Saldo Financieringsfunctie Lokale heffingen Dividenden Algemene uitkering Overige Algemene dekkingsmiddelen BTW Compensatiefonds Onvoorzien Deelnemingen (w.o Werkse!) Totaal saldo van baten en lasten Stortingen in reserves Onttrekkingen aan reserves Mutaties reserves Resultaat na bestemming Toelichting: Saldo Financieringsfunctie Dit onderdeel betreft de het saldo van de verschuldigde rente, de ontvangen rente en het saldo van de wijze waarop deze is verdeeld. Lokale heffingen In deze raming zijn saldi begrepen van de opbrengsten en beheerskosten van diverse heffingen zoals OZB, Toeristenbelasting, reclamegelden en de beheerskosten van de RBG. Dividenden De gemeente ontvangt dividend van Eneco, Stedin, Evides en Bank Nederlandse Gemeenten. Algemene uitkering Het bereft hier de uitkering Gemeentefonds en de Integratie en decentalisatie uitkeringen van het Rijk. Overige Algemene dekkingsmiddelen Betreft de reserveringen cao-ontwikkelingen. BTW Compensatiefonds De afwijking tussen de uitkering uit het BTW-compensatiefonds en de vordering uit voorgaande jaren wordt in de realistie hierop verwerkt. Onvoorzien Deze post is beschikbaar voor incidentele tegenvallers die onontkoombaar, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. Deelnemingen (w.o. Werkse!) Betreft het saldo van de consolidatie van de niet-overheidstaken van Werkse! 21

23 Mutaties in de begroting Bedragen x 1.000,- Algemene dekkingsmiddelen Financieel gezonde gemeente Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Kadernota 2017 Intensivering Economie Toeristische basis Gemeentefonds Decentralisatieuitkeringen Mei-circulaire AU Sociaal domein Algemene dekkingsmiddelen Actualisering stelposten (I) Actualisering stelposten (S) Herberekening rente Precario Toerekening rente grex Reservering areaal lasten Reservering VNG betalingen Areaal OZB Herijken investeringsplan Bezuinigingen Aanstellen subsidioloog Dekking bezuinigingsprogramma Overige voorstellen Kwaliteitsimpuls financiële functie Egalisatie omgevingsvergunningen Bijstelling exploitatie panden Dekking voor Evenementensubsidies Vrijval reservering Werkse! Verdeling flankerend beleid Raming reserve Sociaal domein Agenda Stad Delft Actualisering kader Agenda stad Delft Aanpassing reserve OR Talent naar bedrijven (Parelfonds) Risicobuffer Zie de Leeswijzer voor een toelichting op diverse mutaties. Vennootschapsbelasting (Vpb) Ten opzichte van de Programmabegroting 2017 heeft de invoering van de Wet Vennootschapsbelasting 1969 voor overheidsbedrijven niet geleid tot inhoudelijke wijzigingen. Dit betekent dat het merendeel van de (geclusterde) gemeentelijke activiteiten, waaronder ook het grondbedrijf, niet is onderworpen aan de wet Vpb of kan steunen op een objectieve vrijstelling van deze belasting. Het is dan ook niet aannemelijk dat de invoering van de Wet Vpb financiële gevolgen zal hebben voor de Programmabegroting Dit najaar zullen de bevindingen met de Belastingdienst worden gedeeld en worden verdere procesafspraken gemaakt teneinde de uitvoeringslasten te beperken. 22

24 Bezuinigingstaakstelling In onderstaand overzicht staan de openstaande taakstellingen die nu in de Programmabegroting definitief zijn ingevuld. Daarmee is het Bezuinigingsprogramma dat is gestart in 2010 volledig afgerond. Bezuinigingsmonitor (bedragen x 1.000) Omschrijving taakstelling Restant 2018 Restant 2019 Restant 2020 Restant 2021 Aanstellen subsidioloog Reservering in meerjarenbeeld Dekking bezuinigingsprogramma Totaal Algemene dekkingsmiddelen Apparaatskosten (Lean) Ontschotting financiële functie Totaal Overhead Herschikken loketfuncties Totaal Werk en economische zelfstandigheid Gezond en wel Totaal Sterke samenleving Europese subsidies (doelstelling Duurzame stad) Totaal duurzame stad Totaal Aanstellen subsidioloog Het blijkt niet realistisch om op voorhand een taakstelling op de beoogde inkomsten in de begroting op te nemen. Wel wordt de komende jaren ingezet op het verkrijgen van subsidies voor trajecten in breedste zin welke van nut zijn voor de opgaven waar we aan werken. Reservering in meerjarenbeeld / Dekking bezuinigingsprogramma Bij enkele resterende taakstellingen is de realisatie van de bezuiniging niet haalbaar gebleken. Dit leidt tot een structureel nadeel waarvoor in het meerjarenbeeld ruimte is gereserveerd. Tevens is een voordeel bij de verwerking van de nominale ontwikkelingen (cao) ingezet voor de invulling van het totale bezuinigingsprogramma. De overige taakstellingen zijn toegelicht bij de doelstellingen. 23

25 Investeringen Het investeringsprogramma bestaat uit twee onderdelen: het investeringsplan (inclusief bedrijfsmiddelen); de investeringsagenda. De strategische investeringen van het programma Nieuw Elan zijn vertaald naar de zeven opgaven voor de Agenda Delft 2040 en toegelicht in het hoofdstuk Op weg naar 2040, van Nieuw Elan naar een Agenda voor de stad Delft. De concreet in uitvoering genomen investeringen zijn opgenomen in het investeringsplan, terwijl op de investeringsagenda de voornemens tot investeren voor de komende periode staan. Voordat een investeringsproject in uitvoering wordt genomen, is een uitvoeringsplan vereist met kostenraming, financiering, tijdsplanning en risicoanalyse. De bedrijfsmiddelen vormen een aparte categorie binnen het investeringsplan en beschouwen we als investeringen die concreet zullen worden uitgevoerd. Tabel investeringsprogramma 2018 Investeringsprogramma 2018 toegekend budget Realisatie t/m 2016 Bedragen x 1.000,- Beschikbaar vanaf InvesteringsPlan Bedrijfsmiddelen InvesteringsAgenda Totaal investeringsprogramma De lasten van het investeringsprogramma zijn opgenomen in de meerjarige begroting door middel van kapitaallasten (rente en afschrijving). Ten opzichte van de Programmabegroting is het investeringsprogramma geactualiseerd: 24

26 Mutaties Investeringsprogramma 2018 (t.o.v. Investeringsprogramma 2017)Bedragen x 1000 Investeringsplan Toegekend bedrag Investeringsplan Afgesloten investeringen Verschuiving GRP van 'bedrijfsmiddelen' naar 'plan' Reinier de Graafweg (voorheen PM) Van 'Agenda' naar 'Plan' investeringen 625 Westlandseweg KN investeringen Toegekend bedrag vóór actualisatie Actualisatie Investeringsplan Toegekend bedrag Investeringsplan Bedrijfsmiddelen (begroting 2017 en meerjarig) Investeringsagenda Toegekend bedrag Investeringsagenda Van 'Agenda' naar 'Plan' investeringen -625 Onderwijshuisvesting Verbetering kwaliteit bewegingsonderwijs en binnensportvoorzieningen Informatieplan Omgevingswet Huisvesting DOK en VAK Herinrichting Zuidplantsoen en Olof Palmestraat 132 Rafelrand Spoorzone tracé Mercuriusweg-Abtswoudseweg Stadsvernieuwing realisatie Visie Openbare ruimte (investering) Speelvoorzieningen 750 Leiding door het midden Toegekend bedrag Investeringsagenda Totaal Investeringsprogramma Investeringsplan 2018 In het Investeringsplan hebben we per investering het beschikbare budget opgenomen voor 2018 en verder. Het totaal beschikbare bedrag vanaf 1 januari 2017 is 94,9 miljoen. De afschrijvings- en rentelasten die samenhangen met deze investeringen zijn opgenomen in de Programmabegroting De investeringsagenda lichten we nader toe in het hoofdstuk Financieel meerjarenbeeld

27 Investeringsplan Toegekend bedrag Realisatie t/m 2016 Actualisatie Toegekend bedrag na actualisatie Beschikbaar vanaf Bedragen x 1.000,- Afschrijvin gstermijn Jaar start en gereed Omschrijving 2017 meerjarig Stad van participatie Sterke samenleving Investering met economisch nut Praktijkschool Grotius Praktijkschool Laurentius IHP Primair Onderwijs Diversen Christelijk Lyceum Delft Bijdrage christelijk Lyceum Delft nvt Scholencombinatie Delfland Scholencombinatie Delfland baten Leefbare stad Aantrekkelijke stad Investering met economisch nut Herhuisvesting Erfgoed Delft diversen Blauw in het Prinsenhof nvt Bijdrage Blauw in het Prinsenhof Bijdrage aan activa in eigendom van derden Restauratie Nieuwe Kerk Bereikbare en gastvrije stad Investering met economisch nut Het nieuwe kantoor (HNK) diversen Het nieuwe kantoor (HNK) niet activeerbaar Investering met maatschappelijk nut Fietsactieplan LVVP Bijdrage LVVP LVVP Bijdragen LVVP LVVP Bijdragen LVVP Reinier de Graafweg (voorheen PM) Spoorzone (inrichting openbare ruimte) Spoorzone 2e fietsenstalling Spoorzone 2e fietsenstalling - cofinanciering Spoorzone 3e fietsenstalling Spoorzone 3e fietsenstalling cofinanciering Parkeergarage Spoorsingel Bijdrage en verkoopopbrengst parkeergarage Spoorsingel Westlandseweg Hoflaan Vulcanusweg Bijdrage aan activa in eigendom van derden Bijdrage spoortunnel Goede openbare ruimte Investering met maatschappelijk nut Projecten Tramlijn diversen Bijdrage projecten Tramlijn Quackelbrug Schreibrug Tweemolentjesbrug Civiele constructies diverse Groen en Water diverse Verkeersvoorzieningen diverse Vernieuwen riolen (GRP) nvt Voorziening vervanging riolering nvt Bijdrage aan activa in eigendom van derden Steunpunt Delftgauw Duurzame stad Investering met maatschappelijk nut Klimaatplan nvt Projecten Waterplan Totaal investeringsplan

28 Investeringsplan (Bedrijfsmiddelen) Omschrijving Begroting 2017 Afgesloten investeringen De onderstaande investeringen zijn gereed gemeld in Begroting 2018 Raming 2019 Bedragen x 1.000,- Raming 2020 Raming 2021 Leefbare stad Aantrekkelijke stad Presentaties 3 musea Inventaris Archeologie Beveiliging Prinsenhof Bereikbare en Gastvrije Stad Vitro's Vervanging parkeerautomaten Parkeerautomaten 5x Vervanging parkeerrouteinformatiesysteem PRIS Dakkoffer scanauto Goede openbare ruimte Integraal beheersysteem Tractie Stad van bestuur Regie gemeente ICT investeringen KCC investeringen GEO Plotter Systeem DIS Meubilair Vervanging Website Losse inrichting Stadskantoor Stad van bestuur Raad Audiovisuele middelen raad Totaal bedrijfsmiddelen Afgesloten investeringen (bedragen x 1000) Toegekend bedrag Kentekenherkenning 315 Renovatie Pierre van Hauwe viaduct 120 SchieOevers Totaal

29 Financieel meerjarenbeeld

30 Overzicht van baten en lasten in Het hoofdstuk Financieel meerjarenbeeld geeft inzicht in de meerjarenraming van de baten, de lasten, stortingen en onttrekkingen per (beleids-) hoofdstuk, en daarbinnen voor de begrotingsdoestellingen. Bij de (beleids-)hoofdstukken volgt een toelichting op het meerjarige beleid. Begroting 2018 en raming Bedragen x 1000,- Resultaat na bestemming Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Totaal baten Totaal lasten Totaal saldo van baten en lasten Totaal stortingen Totaal onttrekkingen Resultaat na bestemming Baten Begroting 2018 en raming Bedragen x 1000,- Geraamde baten Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Stad van innovatie Sterke economie Participatie samenleving Werk en economische zelfstandigheid Sterke samenleving Zorg en ondersteuning Leefbare stad Aantrekkelijke stad Bereikbare en gastvrije stad Goede openbare ruimte Duurzame stad Veilige stad Stad en bestuur Verbindende Overheid Regiegemeente Dienstverlenende gemeente Raad Raad Financieel gezonde gemeente Financieel gezonde gemeente Overhead Totaal baten Toelichting: De baten dalen van 343 miljoen in 2018 naar 335 miljoen in Dit wordt verklaard door: Bereikbare en gastvrije stad Door de actualistie van de grondexploitaties zullen de baten afwijkend van de oorspronkelijke planning worden gerealiseerd. Deze actualisatie is in de begroting verwerkt. 29

31 Lasten Begroting 2018 en raming Bedragen x 1000,- Geraamde lasten Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Stad van innovatie Sterke economie Participatie samenleving Werk en econ. zelfstandigheid Sterke samenleving Zorg en ondersteuning Leefbare stad Aantrekkelijke stad Bereikbare en gastvrije stad Goede openbare ruimte Duurzame stad Veilige stad Stad en bestuur Verbindende Overheid Regiegemeente Dienstverlenende gemeente Raad Raad Financieel gezonde gemeente Financieel gezonde gemeente Overhead Totaal lasten Toelichting: De lasten dalen van 343 miljoen in 2018 naar 330 miljoen in Dit wordt verklaard door: Bereikbare en gastvrije stad Door de actualistie van de grondexploitaties zullen de lasten afwijkend van de oorspronkelijke planning worden gerealiseerd. Deze actualisatie is in de begroting verwerkt. Stortingen Begroting 2018 en raming Bedragen x 1000,- Geraamde stortingen Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Financieel gezonde gemeente Totaal stortingen Onttrekkingen Begroting 2018 en raming Bedragen x 1000,- Geraamde onttrekkingen Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Financieel gezonde gemeente Totaal onttrekkingen Toelichting: Een specificatie van de stortingen en de onttrekkingen is hierna opgenomen. 30

32 Algemene dekkingsmiddelen Saldo Algemene dekkingsmiddelen Bedragen x 1000,- Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Saldo Financieringsfunctie Lokale heffingen Dividend Algemene uitkering Overige Algemene dekkingsmiddelen BTW Compensatiefonds - Onvoorzien Deelnemingen (w.o Werkse!) Totaal saldo van baten en lasten Stortingen in reserves Onttrekkingen aan reserves Mutaties reserves Resultaat na bestemming Algemene dekkingsmiddelen Bedragen x 1000,- Stortingen en onttrekkingen (bestemming)sreserves Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Algemene reserve Weerstandscapaciteit Stortingen in Algemene reserve Reserve Beleid en Uitvoering Reserve Centrale verv. Meubilair Reserve Cultureel Erfgoed Delft Reserve Dekking Kapitaallasten Reserve Enquêterecht Raad Reserve Gemeentelijke Huisvesting Reserve Investeringsplan Reserve Maatschap. Voorzieningen Reserve Onderwijshuisvesting Reserve Stad* Stortingen in Bestemmingsreserves Algemene reserve Weerstandscapaciteit Onttrekkingen uit Algemene reserve Egalisatiereserve Omgevingsvergunningen Reserve Beleid en Uitvoering Reserve Dekking Kapitaallasten Reserve Investeringsplan Reserve Onderwijshuisvesting Reserve Openbare ruimte Reserve Reiniging Reserve Sociaal domein Reserve Transitiefonds Reserve Parelfonds Onttrekkingen uit Bestemmingsreserves Saldo stortingen en onttrekkingen De storting van 25 miljoen in de reserve Stad is verwerkt in Bestedingsplannen reserves In de bovenstaande tabellen zijn de mutaties opgenomen van de reserves over de periode Tussen 2018 en 2021 zal ongeveer 30,5 miljoen worden toegevoegd aan de bestemmingsreserves, terwijl de voorgenomen bestedingen circa 12 miljoen bedragen. Hiermee wijzigt de omvang van de bestemmingsreserves met 18,5 miljoen. De bestedingen ten laste van reserves zijn herijkt en getoetst. Bij de verzameloverzichten hebben we, op verzoek van de raad, een volledig overzicht opgenomen van de bestedingen ten laste van de bestemmingsreserves, om inzicht te geven in de toereikendheid van de bestemmingsreserves. De ontwikkeling van de Algemene reserve weerstandscapaciteit is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. 31

33 Overhead Om de raad inzicht te geven in de totale kosten van de overhead voor de hele organisatie is voorgeschreven dat de programmabegroting een apart overzicht bevat van de kosten van de overhead. In de doelstellingen hebben we de kosten opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces. Om te kunnen vaststellen welke kosten verband houden met de sturing en ondersteuning van het primaire proces is een definitie van de overhead geïntroduceerd. Deze definitie is: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Op basis van deze definitie bestaat overhead uit: Leidinggevenden primair proces (hiërarchisch). Projectleiding valt hier buiten. Het betreft alle hiërarchische leidinggevenden in het primair proces. Zij hebben een personele verantwoordelijkheid waaronder het voeren van functioneringsgesprekken. Financiën, toezicht en controle gericht op de eigen organisatie. Het gaat om functies als controllers, financieel adviseurs en specialisten, planning & control, financiële verantwoording, administratieve organisatie, risicomanagement, (EDP) auditing, interne kwaliteitszorg, toezicht en controle gericht op de eigen organisatie; P&O/HRM. Het betreft salarisadministratie, P&O/HRM-advies, organisatie- en formatieadvies, ORondersteuning, mobiliteitscentrum, coaching, leren en ontwikkelen, bedrijfsmaatschappelijk werk, ARBO, recruitment, arbeidsvoorwaarden, HR-control. Inkoop (inclusief aanbesteding en contractmanagement). Interne en externe communicatie, met uitzondering van klantcommunicatie. Juridische zaken. Het betreft juridische medewerkers die op de bedrijfsvoeringsafdeling werken of belast zijn met een bedrijfsvoeringstaak op een afdeling. Huisvestingskosten niet direct gerelateerd aan het primaire proces. Op basis van bovengenoemde afbakening zijn in de financiële administratie de volgende posten geselecteerd als overhead. De daling vanaf 2019 komt door lager geraamde lasten op vlak van personeel en software (optimalisatie bedrijfsvoering). Zie ook het onderdeel Incidentele baten en lasten. Specificatie overhead Bedragen x 1000,- Saldo van lasten en baten Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Directie * Bestuur en controlling Management beleidsafdelingen Gemeentelijke huisvesting Interne dienstverlening Gemeentebrede personele uitgaven Riskmanagement & verzekeringen Totaal

34 Mutaties in de begroting Bedragen x 1.000,- Overhead Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Kadernota 2017 Communicatie en online media Algemene dekkingsmiddelen Herijken investeringsplan Bezuinigingen Apparaatskosten Ontschotting financiële functie control Overige voorstellen Kwaliteitsimpuls financiële functie Upgrade financieel systeem Uitstroom-, ontwikkelings-, en WWkosten Zie de Leeswijzer voor een toelichting op diverse mutaties. Bezuinigingstaakstelling In onderstaand overzicht staan de openstaande taakstellingen die nu in de Programmabegroting definitief zijn ingevuld. Daarmee is het Bezuinigingsprogramma dat is gestart in 2010 volledig afgerond. Bezuinigingsmonitor (bedragen x 1.000) Omschrijving taakstelling Restant 2018 Restant 2019 Restant 2020 Restant 2021 Apparaatskosten (Lean) Ontschotting financiële functie Totaal Overhead Apparaatskosten (Lean) Gegeven de ambities zijn er geen mogelijkheden om producten structureel efficiënter tot stand te laten komen zonder nadelige gevolgen voor de kwaliteit en te leveren prestaties (bijv. langere wachttijden aan balie en telefoon). Ontschotting financiële functie De taakstelling is gedeeltelijk niet haalbaar omdat inmiddels is gekozen voor versteviging van de financiële kolom en countervailing power. Ook geldt dat de beoogde invulling (i.c. formatieruimte als gevolg van opheffing functies hoofd Bedrijfsvoering) reeds is benut voor andere taakstellingen. Investeringsagenda De Investeringsagenda maakt onderdeel uit van het Investeringsprogramma zoals opgenomen in het hoofdstuk Financiële begroting Op de Investeringsagenda staan investeringsvoornemens waarvan de uitvoering na 2018 start. Een investering op de agenda vergt een goedgekeurd uitvoeringsplan (kostenraming, planning) voordat de uitvoering kan starten. De strategische investeringen van het programma Nieuw Elan zijn vertaald naar de zeven opgaven voor de Agenda Delft 2040 en toegelicht in het hoofdstuk Op weg naar 2040, van Nieuw Elan naar een Agenda voor de stad Delft. 33

35 Tabel Investeringsagenda InvesteringsAgenda Omschrijving Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019 Raming 2020 Bedragen x 1.000,- Raming 2021 ev Raming Stad van participatie Sterke samenleving Onderwijshuisvesting Verbetering kwaliteit bewegingsonderwijs en binnensportvoorzieningen Leefbare stad Aantrekkelijke stad Informatieplan Omgevingswet Depot Erfgoed Huisvesting DOK en VAK Bereikbare en Gastvrije Stad Fietsactieplan Fietsactieplan - cofinanciering LVVP / SA regulier LVVP / SA cofin Grote projecten LVVP / SA Grote projecten LVVP / SA - cofin Herinrichting Zuidplantsoen en Olof Palmestraat Rafelrand Spoorzone tracé Mercuriusweg-Abtswoudseweg Goede openbare ruimte Bruggen Binnenstad (5 stuks groot onderhoud) Kademuren Binnenstad Vernieuwen kadeconstructie Schie thv Koningsveld Vernieuwen geleidewerken Schie Waterberging (tussen 2,5 en 5 miljoen) Stadsvernieuwing realisatie Visie Openbare ruimte (investering) Speelvoorzieningen Duurzame stad Leiding door het midden Eindtotaal (exclusief Warmterotonde)

36 Incidentele baten en lasten De tabel Incidentele baten en lasten geeft een onderbouwing van het structurele begrotingsevenwicht en draagt bij aan het inzicht in de financiële positie van de gemeente. Van een structureel begrotingsevenwicht is sprake als structurele lasten in de begroting worden afgedekt door structurele baten. Bij het opstellen van de tabel Incidentele baten en lasten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Het betreft baten en lasten die zich kunnen voordoen in de meerjarenbegroting. Het betreft baten en lasten opgenomen met een drempel vanaf Het betreft baten en lasten die zich maximaal drie jaar voordoen of waarvan de eindigheid vastligt als gevolg van een raadsbesluit of toekenningsbesluit. Incidentele baten en lasten Bedragen x 1000, Doelstelling Omschrijving B/L Algemene dekkingsmiddelen Precario kabels en leidingen B Overhead Upgrade financieel systeem L Optimalisatie bedrijfsvoering L Uitstroom- en ontwikkelingskosten L Sterke economie Stimulering innovatie L Nieuw Elan, Werken L Nieuw Elan, Toerisme L Werk en economische zelfstandigheid Taskforce participatiewet L Sterke Samenleving Ontwikkeling IGBO en IGVO L Herontwikkeling sportparken L Verlengen prestatiesubsidie bestaande Sportfondsenbaden L Stedelijke Vernieuwing L Buitenhof programmamanager L Implementatie woonvisie L Zorg en ondersteuning Innovaties sociaal domein L Aantrekkelijke stad Implementatiekosten omgevingswet L Informatieplan omgevingswet L Bereikbare en gastvrije stad Bereikbaarheidsregie L Nieuw Elan, Bereikbaarheid L Grondbedrijf (Verliesnemingen) L Grondbedrijf (vrijval verliesvoorziening) L Duurzame stad Klimaatplan L Verbindende overheid Verkiezingen L Regiegemeente Uitstroom- en ontwikkelingskosten L Dienstverlenende gemeente Optimalisatie externe dienstverlening L Subtotaal mutaties incidentele baten en lasten L Mutaties in reserves Algemene dekkingsmiddelen Incidentele mutaties in reserves B Saldo van incidentele baten en lasten in de begroting L Begrotingssaldo Structureel begrotingssaldo Deze tabel geeft een volledig en eenduidig inzicht in de incidentele posten die het begrotingssaldo beïnvloeden. Na eliminatie van de incidentele posten ontstaat zicht op het structureel financieel saldo. Conclusie Na correctie van de incidentele baten en lasten op het begrotingssaldo is het begrotingssaldo meerjarig positief. Op basis van deze informatie kunnen we concluderen dat er sprake is van structureel en reëel begrotingsevenwicht : structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Hieronder volgt een toelichting op de belangrijkste incidentele posten. Precario kabels en leidingen De precariobelasting op nutsbedrijven is afgeschaft per 1 juli Voor gemeenten die een verordening met tarief voor precariobelasting op kabels en leidingen hebben vastgesteld, geldt een overgangstermijn tot 1 januari Nadat vorig jaar de bestaande aandeelhoudersovereenkomst met de rechtsvoorganger van Stedin -die heffing van precario uitsloot- is opgezegd, is met ingang van 2017 door de RBG een aanslag voor precario op kabels en leidingen opgelegd aan Stedin en Evides. Verwachting is dat t/m 2021 ieder jaar 35

37 een bedrag van 2 miljoen wordt ontvangen. Vanaf 2022 ontvangt de gemeente Delft geen baten uit precario meer. Het gaat dus om een meerjarig incidentele baat. Upgrade financieel systeem Noodzakelijke update om het financieel systeem aan te passen voor de toekomst. Optimalisatie bedrijfsvoering / externe dienstverlening Om partner te zijn in het primair proces is het noodzakelijk dat de bedrijfsvoering flexibeler wordt ingericht en sneller en effectiever kan inspelen op actuele ontwikkelingen. We zien een hoogwaardige, wendbare en slanke ambtelijke organisatie voor ons, die de opgaven van de stad op een eigentijdse manier aan kan. Het realiseren van deze (organisatie) ontwikkeling in 2018, vergt in de komende jaren extra inspanningen, het aantrekken van (andere) kwaliteiten en middelen op het gebied van: Versterken van kwaliteiten en vaardigheden bij medewerkers en leidinggevenden door middel van het Learn & Grow opleidingsprogramma. Inzetten van Strategische personeelsplanning voor het ontwikkelen we sturingsscenario s voor de Delftse organisatie in 2020 en het maken van strategische keuzes ten aanzien van de kwantiteit en kwaliteit die nodig is in het personeelsbestand voor het (toekomstig) takenpakket van een regie gemeente. Bevorderen van in-, door-, en uitstroom via investeren in het aantrekken van nieuwe kwaliteiten en in aantrekkelijk werkgeverschap, o.a. door middel van het instellen van een traineeship met ruime opleidingsfaciliteiten, en het investeren in de wendbaarheid en bredere inzetbaarheid van zittend personeel, door middel van het Mijn Loopbaan programma met een aanbod bestaan uit loopbaanportal, loopbaantrainingen ( Persoonlijke Kracht, Persoonlijk Ondernemerschap en Beweging in je Loopbaan), inzet van een loopbaancoach en praktische sollicitatievaardigheden. Dienstverlenende houding en gedrag organisatiebreed versterken, door middel van training en coaching. Uitstroom- en ontwikkelkosten Het budget Flankerend beleid is voor uitstroom van personeel en organisatieontwikkeling. Gezien de grote opgave, organisatieontwikkeling en daarmee het behalen van een forse bezuiniging op het apparaat, is tot en met 2018 ca. 4-5 miljoen per jaar beschikbaar (meerjarig incidenteel). Vanaf 2019 daalt het budget omdat dan de bezuinigingsoperatie naar verwachting is afgerond. Een deel van het budget is bestemd voor doorlopende wettelijke verplichtingen (WW, BWW). Stimulering innovatie Naast de structurele middelen die beschikbaar zijn voor kenniseconomie, wordt gebruik gemaakt van incidentele middelen uit het transitiefonds voor cofinanciering van diverse projecten met lokale en regionale kennispartners, vanuit de lopende economische agenda Zuidvleugel. Deze projecten dienen bij te dragen aan de transitie naar een duurzame Delftse economie. Nieuw Elan Betreft de uitgaven voortvloeiend uit de uitvoeringsagenda Nieuw Elan. In het hoofdstuk Op weg naar 2040, van Nieuw Elan naar een Agenda voor de stad Delft en de desbetreffende doelstellingen wordt dit nader toegelicht. Taskforce Participatiewet De gemeente Delft heeft als doel om de stijging het aantal uitkeringen niet groter te laten zijn dan het landelijk gemiddelde. Daarvoor zijn extra inspanningen nodig (bijv. extra inzet op stimuleren parttime werk, taalonderwijs voor volwassenen en extra handhavingsinspanningen). Ontwikkeling IGBO en IGVO Voorbereidingskosten om de haalbaarheid van de plannen voor internationaal georiënteerd onderwijs te toetsen. Herontwikkeling sportparken Onderzoeksbudget om een lange termijn visie op te stellen voor de gemeentelijke sportparken. Verlengen prestatiesubsidie bestaande Sportfondsenbaden Het is van belang om de twee bestaande baden, het Sportfondsenbad en het Zwem- en squashcentrum, langer dan 2019 open te houden. De uiterste houdbaarheidsdatum van beide baden is 36

38 geschat op In dit kader is de prestatiesubsidie aan Sportfondsen niet per 31 december 2018 beëindigd, maar verlengd totdat de nieuwbouw gereed is of tot het moment dat de uiterste houdbaarheidsdatum (2023) is bereikt. Stedelijke Vernieuwing Met de meerjarenraming stimuleringsfonds Stedelijke Vernieuwing is ook in 2018 een fonds beschikbaar voor revolverende leningen en noodzakelijke grondsaneringen. Buitenhof programmamanager Voor het uitvoeren van het programma en het uitwerken van businesscases naar concrete ontwikkelingen in Buitenhof en ander buurten is programmamanagement nodig. Voorgesteld wordt om voor de periode te verwerken in de meerjarenbegroting. Het huidige programma kent diverse deelprojecten en wordt momenteel geïntensiveerd en versterkt met preventie. Daarnaast is extra inzet op preventie nodig en gewenst. Voorgesteld wordt om voor het opstellen en uitvoeren van de intensivering van preventie in de periode te verwerken in de meerjarenbegroting. Implementatie woonvisie Het budget bestaat voor een deel uit incidentele middelen om voor de Buitenhof en de Woonvisie uitwerking te kunnen geven aan de opgaven waar we nu voor staan. In de Kadernota 2017 en de Woonvisie is de transformatie en bouwopgave als twee van de zeven centrale Delftse opgaven benoemd. Het betreft de komende 10 jaar het realiseren van woningen en het vernieuwen van bestaande woningen. In 2017 is de uitvoeringsagenda Woonvisie gereed gekomen, is de City Deal Kuyperwijk afgerond en zijn de kansenkaarten van de Buitenhof gereed gekomen. Op basis hiervan worden een aantal kansrijke projecten en locaties benoemd die in 2018 nadere uitwerking krijgen met partners in de stad. Innovaties Sociaal domein De bestemmingsreserve Sociaal Domein wordt ingezet voor innovatieprojecten van de Uitvoeringsagenda Sociaal domein. Gezien de trend van een stijgende vraag naar zorg en steeds krappere (rijks)budgetten is innovatie meer dan ooit noodzakelijk. Innovatie is een belangrijk onderdeel van het transformatieproces om de zorg te verbeteren en tegelijk betaalbaar te houden. Implementatiekosten Omgevingswet De invoering van de Omgevingswet komt dichterbij. Wel onstaat vertraging bij de geplande datum van invoering (medio 2019). Delft wil de invoering van deze wet zo soepel mogelijk laten verlopen. De implementatie van de wet vraagt om een goede en gedegen voorbereiding. Dit moet er toe leiden dat burgers, bedrijven en instellingen in 2019 direct kunnen profiteren van de voordelen die de Omgevingswet biedt. Informatieplan Omgevingswet Er wordt een informatieplan uitgewerkt met de stappen die wij moeten nemen om Delft voor te bereiden op de digitale werkwijze onder de Omgevingswet. De voorziene kosten voor dit informatieplan kunnen worden uitgesplitst in de verwachte investeringen in ICT en informatie, en de verwachte extra capaciteit om de noodzakelijke veranderingen te realiseren. Bereikbaarheidsregie Betreft de hogere kosten in 2018 ten opzichte van andere jaren vanwege de verschillende complexe afsluitingen (zoals de Sebastiaansbrug). Grondbedrijf De gemeente Delft heeft twee grondexploitaties in uitvoering die naar verwachting met een nadelig resultaat zullen worden afgerond. Het betreft de grondexploitaties Harnaschpolder en Voorhof Noord- West. Voor de verwachte verliezen is een voorziening gevormd. De voorziening is gebaseerd op de verwachte basisuitkomst. Klimaatplan Betreft de uitgaven die gedaan worden ten laste van de reserve Investeringsplan om de doelstellingen uit het Klimaalplan te behalen. 37

39 Verkiezingen Budget ten behoeve van de gemeenteraadsverkiezingen in Tabel Structurele stortingen en onttrekkingen aan reserves Incidentele baten en lasten Bedragen x 1000,- Structurele reserve mutaties B/L Reserve Beleid en Uitvoering L Reserve Centrale verv. Meubilair L Reserve Stad L Reserve Cultureel Erfgoed Delft L Reserve Onderwijshuisvesting L Reserve Dekking Kapitaallasten L Reserve Gemeentelijke Huisvesting L Reserve Investeringsplan L Reserve Egalisatie Omgevingsvergunningen B Reserve Onderwijshuisvesting B Structurele reserve mutaties Tabel Incidentele stortingen en onttrekkingen aan reserves Incidentele baten en lasten Bedragen x 1000,- Incidentele reserve mutaties B/L Reserve Investeringsplan L Algemene reserve Weerstandscapaciteit L Reserve Maatschap. Voorzieningen L Algemene reserve Weerstandscapaciteit B Reserve Beleid en Uitvoering B Reserve Transitiefonds B Reserve Sociaal domein B Reserve Openbare ruimte B Reserve Dekking Kapitaallasten B Reserve Investeringsplan B Reserve Reiniging B Reserve Parelfonds B Incidentele reserve mutaties

40 Op weg naar 2040, van Nieuw Elan naar een Agenda voor de stad Delft In dit hoofdstuk komen wij met een Agenda voor de stad Delft, een agenda voor de lange termijn. Het is de verdere uitwerking van Nieuw Elan voor de stad Delft in Het gaat om 7 opgaven met elk een eigen verhaal en beeld, met een pakket aan maatregelen voor de komende 10 tot 15 jaar. Wij geven een actualisatie ten aanzien van het programma Nieuw Elan, bestaande uit een uitvoeringsagenda en het Parelfonds. Daarna volgt de Agenda voor de stad Delft met de uitwerking naar de 7 opgaven, het bijbehorende financieel kader en de gewenste maatregelen (De eerste stap, zoals gepresenteerd in de Kadernota 2017). In een bijlage bij de begroting vindt u een voorstel ten aanzien van de uitwerking het regime Agenda Delft 2040 (investeringsstrategie, spelregels en selectiecriteria) met betrekking tot inzet van middelen vanuit het financieel kader voor de Agenda voor de stad Delft. U kunt dit hoofdstuk als volgt lezen. Allereerst gaan we in op waar we vandaan komen met het programma Nieuw Elan en hoe we ons hebben doorontwikkeld richting de Agenda Delft Vervolgens geven we een update over de uitvoeringsagenda en presenteren we nieuwe voorstellen die betrekking hebben op het Parelfonds. Daarna gaan we in op de Agenda Delft 2040, het financieel kader Fonds Delft 2040 en het samenspel met de raad. Van Nieuw Elan naar een agenda voor de Stad Delft richt zich op de toekomst en we willen daarvoor komende jaren fors gaan investeren. We maken daarbij gebruik van het beeld van Delft in 2040 om te komen tot keuzes voor nu. Welke opgaven zijn er? Welke ambitie delen we met elkaar, welke rol heeft de gemeente? Maar ook: wie zijn onze partners én welke maatregelen zijn er nodig? Dus: welke investeringen zijn op de langere termijn nodig? Terugredenerend vanuit dat toekomstperspectief: Wat doen we dan op korte termijn? We zoeken naar de maatregelen die het meeste toevoegen aan de stad. Dit doen we aan de hand van de driehoek: een model waarbij we de stad als één geheel zien. Een stad wordt in de eerste plaats gevormd door de mensen die er wonen, werken, ondernemen en verblijven. Deze mensen staan in nauw contact en interactie met hun fysieke omgeving. Dit gaat over hoe mensen wonen in de stad, hoe ze de publieke ruimte gebruiken, welke zorg ze ontvangen, hoe ze in en uit de stad komen en hoe ze kunnen sporten, leren en van cultuur genieten. Een stad bestaat daarmee uit het samenspel tussen mensen in de stad en de fysieke omgeving. De derde factor die de stad maakt is de economische motor. Want: een aantrekkelijke stad, waar mensen volop participeren en de omgeving op orde is, trekt nieuwe investeringen en uitgaven aan. Dan kunnen jongeren een opleiding volgen die aansluit bij de arbeidsmarkt en zullen inwoners en bezoekers geld willen uitgeven in de stad. In een dergelijke stad rendeert het voor ondernemers om te investeren. Deze investeringen leiden op hun beurt weer tot meer werkgelegenheid in de stad. En het verdienmodel van een stad bepaalt in hoge mate de betaalbaarheid van de stedelijke voorzieningen en de aantrekkelijkheid van het vestigingsklimaat. Daarnaast gaat een stad over verbinden, ontmoeten, trots en identiteit. De kracht van een stad ligt in de mate waarin mensen, bedrijven en ideeën elkaar kunnen vinden en versterken en gezamenlijk de stedelijke opgaven oppakken. De interactie tussen de gemeente, partners en bewoners in de stad is de afgelopen jaren fundamenteel gewijzigd en zal zich blijven ontwikkelen. De sleutel tot succes is verankerd in deze nieuwe vormen van samenwerken en co-creatie. Mensen, de fysieke omgeving en de economische motor zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het één kan niet zonder het ander en dit vormt het verhaal van de ongedeelde stad. Dit hebben we verbeeld in onderstaande figuur. Vitale mensen en een aantrekkelijke omgeving staan aan de basis van de driehoek, met de goed draaiende economische motor in de top van de driehoek. In het hart van de driehoek is het verbinden en ontmoeten geplaatst. 39

41 Met de besloten lijn vanuit de Kadernota 2017 is de ontwikkeling van het programma Nieuw Elan naar de Agenda Delft 2040 ingezet. We zijn hiermee in een volgende fase beland. Wat willen we Bereiken? Nieuw Elan: de uitvoeringsagenda en het Parelfonds De uitvoeringsagenda Wat gaan we daarvoor doen? Partners Stappen/Mijlpalen Stand van Zaken Economie als motor / Doelstelling Sterke Economie 250 Delft stad van Innovatie + transformatie economie Aantrekken en behouden werkgelegenheid We werken actief mee aan het opzetten van projecten die passen in regionale en lokale trajecten, we helpen mee financiering te verkrijgen en dragen bij aan de realisatie van bv de Roadmap Next Economy en het Regionale Investeringsprogramma MRDH en lokale trajecten zoals Smart City, Stad is Campus, Campus is Stad. Acquisitie voor vestiging van nieuwe bedrijven en het behouden van bedrijven in Delft, dit door Delft Technology Partners (DTP) MRDH, RNE, EPZ, TU Delft, TNO, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen TU Delft, Bedrijven en instellingen Uitwerking van meerdere businesscases bij fieldlabs 1. Uitbreiding organisatie / capaciteit DTP. 2. Na uitbreiding DTP is de opgave, het aantrekken 100 fte aan nieuwe bedrijven in het eerste jaar, daarna 125 fte per jaar. De propositie Campus Delft hebben we verbonden met de opgaven van de stad (verduurzaming en transformatie woningmarkt) In 2017 is in Fieldlabs zoals Green Village, Qutech, RoboValley en Dutch Optics Center geïnvesteerd door externe partijen. De capaciteit is uitgebreid zowel aan gemeente aan TU-zijde. Doelstelling m.b.t. aantrekken100 fte aan bedrijven in 2017 is op schema (in mei 2017 betreft het ca. 72 fte). 40

42 Aantrekken en behouden doorgroeiende bedrijven Technologie zichtbaar voor bewoners, bedrijven en bezoekers Versterken vestigingsklimaat Het science park ontwikkelen met doorgroeifaciliteiten. Hiervoor wordt een investeringsfonds in het leven geroepen door de TU Delft. De gemeente Delft zorgt voor agendering op bestuurlijke tafels en mogelijke mede financiering. Technologie zichtbaar maken op het station en in de (binnen)stad. Dit door middel van het faciliteren van initiatieven én de ondersteuning van/het aanhaken bij het lustrumjaar TU Delft Zichtbaarheid van de Delftse kernwaarden (Technologie, Innovatie, Historie en Creativiteit) in de stad (waaronder ook het station) is belangrijk voor Delft. Bewoners en bezoekers van onze stad moeten in 2017 e.v. meer technologie en innovatie gaan ervaren in onze bijzondere historische stad. Bloeiende fieldlabs ondersteunen als plekken waar onderwijs, instellingen en bedrijven samenwerken. TU Delft TU Delft, partners binnenstad, bedrijven Medical Delta, Clean Tech Delta, MRDH, TU Delft, bedrijven en instellingen Het opzetten van het investeringsfonds door de TU Delft. De gemeente Delft zorgt voor agendering. Oprichten infrastructuur in de stad; partners weten elkaar te vinden. Een programmering Delft Stad van Technologie en optimale samenwerking en aansluiting op de programmering van 175 lustrumjaar TU. Onderzoek naar permanent object i.h.k.v. zichtbaarheid technologie in Delft (de Delftse Robo- Haert). Opzetten werkende samenwerkingsstru ctuur met de TU en overige partners in de stad, wat benut kan worden voor de lange termijn voor realisatie van overige doelen in het convenant. De landing van 3 fieldlabs in Delft. Onderhandelingen met pensioenfondsen zijn in afrondende fase. Daarnaast is de TU samen met een ontwikkelaar mogelijkheden aan het bestuderen voor een doorgroeigebouw voor zog. scale-ups. In 2017 wordt duidelijk of de provincie ZH daar eveneens middelen voor overheeft. Verschillende initiatieven zijn al geweest ( Realisatie 3 D tekening op Bastiaansplein Tentoonstelling Stationshal Poster en kleurenwedstijd in samenwerking met scholen Wedstrijd werktuigbouwkunde / Robohoppers Utopia for life tentoonstelling IFOT. Ook na 6 juli (eind lustrumactiviteiten) gaat de programmering door met o.m. projecten zoals de robot dansvoorstelling, de kamerconcerten met profesoren van TU, wetenschappelijke kinderlezingen en de Sensor City Delft. In Delft is een aantal succesvolle fieldlabs gerealiseerd die goed draaien. Deze worden gecontinueerd. Delft maakt zich net als voor bestaande initiatieven op dit gebied, ook sterk voor de realisatie van nieuwe, en met succes. Het Dutch Optics Centre en RoboHouse hebben onlangs de status van aspirant-fieldlab gekregen. In 2017 is tevens een EFRO-aanvraag ingediend voor het opzetten van zes Medical Delta fieldlabs in de regio, waarvan er drie zich in Delft bevinden. 41

43 Mensen aan het werk Met een aantal gerichte gezamenlijke projecten zorgen dat samenwerking verbetert tussen bedrijfsleven, onderwijs en organisaties die aanbod op de arbeidsmarkt verzorgen Bedrijfsleven, onderwijsinstellin gen en organisaties actief op vlak van arbeidsparticipatie 1. Voor einde 2016 commitment van de partners op plan van aanpak. 2. In 2017 op elk van de drie 'verbindingsassen' tussen economie, arbeidsmarkt en onderwijs een concrete stimuleringsactie 3. In tweede helft 2017 een (tussen)evaluatie: go-/no go-moment Doel van Werk maken van Talent) (WMVT) is het verbeteren van de samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs en de organisaties die aanbod op de arbeidsmarkt verzorgen. Partners hebben commitment op WMVT uitgesproken. We hebben bedrijven en onderwijsinstellingen uitgedaagd om zelf initiatieven te ontplooien. De Gemeente ondersteunt, organiseert en faciliteert. Dit heeft geleidt tot drie concrete acties vanuit bedrijven, Werkse! en onderwijsinstellingen ter versterking van de. Twee van deze acties ( MKB-impuls en Toegang tot de Kaartenbak ) zijn concreet opgestart. Budgettair beslag voor gemeente is (vooralsnog) beperkt (voornamelijk capaciteit). Eind 2016 is in een raadsbrief over WMVT aangekondigd dat we in de tweede helft van 2017 de balans opmaken. We geven dan inzicht in wat er allemaal gebeurt in Delft rondom Werk Maken van Talent en doen suggesties voor vervolgstappen en voor versnelling. Hierbij is aandacht voor de terreinen waar we zelf de regie hebben. 42

44 Wat willen we Bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Partners Stappen/Mijlpalen Stand van Zaken 2. Delft als must-see bestemming / doelstelling Sterke Economie 475 Groei van toerisme Meer toeristen, langer verblijf en meer bestedingen Verder uitwerken van de eind 2016 opgeleverde Visie Toerisme Delft, in samenwerking met toeristische partners uit Delft en de regio. Die Visie bepaalt de kaders voor de periode Door te kiezen, meer samen te werken, het aanbod te verbinden, beter te vermarkten en te investeren, zorgen we voor groei van de toeristische sector Verbeteren van de lokale infrastructuur en de samenwerking in de regio door middel van de inzet regisseur Toerisme De gehele toeristische sector in Delft: attracties/musea, accommodaties, detailhandel, vervoerders, Delft Marketing. Toeristische partners in de stad: horeca, attracties, culturele instellingen De visie is in het 4de kwartaal 2016 vastgesteld door het college. Volgende mijlpalen: Uitvoeringsagenda gereed 2 e kwartaal 2017 Oprichting platform / samenwerking toeristische stakeholders voor eind Q3. Regisseur Toerisme gestart 3 e kwartaal 2016 Toeristische Visie is vastgesteld door college en aangeboden aan de raad. Uitvoeringsplan en oprichting platform verloopt conform planning Het uitvoeringsplan is voor de zomer gereed. De laatste details worden op dit moment nog doorgevoerd besproken met de toeristische partners. Oprichting van het toeristisch platform verloopt conform planning. De start zal in Q3 plaatsvinden. Conform planning in Q3 gestart. Versterken van de bezoekersmarketing door Delft Marketing Delft Marketing Aanvullen en aanpassen prestatieafspraken Delft Marketing per 2017, in lijn met uitgangspunten uit de Visie Toerisme en afgestemd met toeristische stakeholders. Delft Marketing heeft een subsidieaanvraag ingediend voor een bijdrage van In december 2016 is een subsidie van verstrekt. De aangepaste prestatieafspraken maken onderdeel uit van de subsidiebeschikking. Ontwikkeling van een toeristische agenda voor Delft met themajaren en marketingcampagnes. Delft Marketing, toeristische partners Een toeristische agenda voor Delft (op basis van visie en uitvoeringsagenda in 1 e kwartaal 2017) Het uitvoeringsplan is voor de zomer gereed. De laatste details worden op dit moment nog doorgevoerd en besproken met de toeristische partners. Oprichting van het toeristisch platform verloopt conform planning. Start in Q3. 43

45 Meer toeristen in de regio Met de regio samenwerken op basis van concrete projecten en arrangementen: gezamenlijke marketing en productontwikkeling Rotterdam, Den Haag, MRDH, buurgemeenten, NBTC Bestuurlijk commitment van Rotterdam en Den Haag, 4de kwartaal Opzetten samenwerkingsprojecten, in samenwerking met marketingorganisaties, in MRDHverband in eerste helft Uitvoering eerste concrete projecten in toeristenseizoen 2017 In MRDH verband wordt gewerkt aan gezamenlijke projecten. De eerste daarvan is goedgekeurd door de Commissie Economische Vestigingsklimaat. Met de Gemeente Den Haag wordt gewerkt aan een voorstel een samenwerking op het thema 'Koninklijk'. Om de samenwerking te versterken, de doelgroepen en projecten te benoemen, wordt eind maart een bijeenkomst georganiseerd met vertegenwoordigers van gemeenten en marketingorganisaties (van Delft, Den Haag en Rotterdam), enkele musea/ bezienswaardigheden, MRDH, NBTC en Smartagent. Het thema Koninklijk is in samenwerking met het NBTC en gemeente Den Haag opgepakt. Er is gekozen voor een landelijke lijn. Dit project zit in de initiatief fase. Samen met de MRDH, gemeenten Rotterdam en Den Haag en de betrokken marketing organisaties is een bijeenkomst georganiseerd om de gezamenlijke doelgroepen te definiëren. 44

46 Meer toeristen in de regio Delfts Blauw museum Museum Prinsenhof Delft, ontwikkelaar van Veld 1, diverse musea t.b.v. bruiklenen QuickScan en haalbaarheidsstudi e Uitwerking haalbaarheidsstudi e Plan van aanpak Uitvoering plan Opening najaar Er is een QuickScan gedaan naar geschikte locaties voor een Delfts Blauw Museum waarbij ook een indicatieve businesscase is opgesteld. Vervolgens is een haalbaarheidsstudie gedaan naar het realiseren van een Delfts Blauw Museum in het te bouwen pand op Veld 1 Spoorzone. Het concept en de businesscase uit de haalbaarheidsstudie zijn verder uitgewerkt. Het college heeft besloten geen apart Delfts Blauw Museum te realiseren, maar het programma Blauw nog steviger te verankeren in Museum Prinsenhof Delft. In de inhoudelijke en ruimtelijke toekomstvisie Museum Prinsenhof Delft komt dit terug. Daarnaast wordt ingezet op meer samenwerking tussen diverse partners op het gebied van Delfts Blauw. Wat willen we Bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Partners Stappen/Mijlpalen Stand van Zaken 3. Laatste kilometer / doelstelling Bereikbaarheid, Gastvrije stad 450 Campus beter bereikbaar Voorbereiding van grote infrastructuurprojecten: 1.Faradaybrug inclusief route naar Delft zuid, 2.Gelatinebrug inclusief route naar Delft zuid, 3.HOV Oostland, luchthaven en noordrand Rotterdam (onderdeel HOV 37) MRDH, provincie, TU Delft, Hogescholen, Belangenvereniging TU Noord, Fietsersbond, bedrijven Technopolis, TNO, ProRail 1. Delftse projecten opgenomen in de strategische bereikbaarsheidsagenda MRDH of investeringsagenda MRDH. 2. Afstemmingsgesprekken met de provincie, de TU, de gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland en Zoetermeer gevoerd. 3. Ontwerpen voor Oost West as opstellen. Plannen opstellen om extra ruimtelijke kwaliteit binnen de huidige plannen te implementeren. Realisatie van de Oost-west as. Hierbij gaat het om een intensivering van de lobby op noodzakelijke projecten om de bereikbaarheid op de laatste kilometer te verbeteren, zoals de Gelatine- en Faradaybrug en HOV-lijn 37. In 2016 hebben we voor Delft belangrijke projecten op de investeringsagenda van de MRDH gekregen. Dit is een belangrijke stap naar realisatie van de projecten. 45

47 Campus beter bereikbaar maken en houden De Oost West as tussen de Poptahof en de Campus via Nieuw Delft ontwikkelen. De wens is om op deze as een aantrekkelijke doorgaande verbinding voor langzaam verkeer met veel ruimtelijke kwaliteit en groen te realiseren. Delen van de as zitten al in plannen; Het deel tussen het spoor en de Schie wordt opgepakt in het kader van riolering en het deel tussen de Industriestraat en het Spoor zit in het Spoorzoneproject. Het deel tussen de Papsouwselaan en de Industriestraat ontbreekt in plannen, terwijl er wel veel ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Voorgesteld wordt de gehele as aan te pakken, alle delen tot één geheel te maken en overal voldoende ruimtelijke kwaliteit te bieden. Spoorzone, MRDH, Fietsersbond, huidige en toekomstige bedrijven Industriestraat, Ministerie I&M 1.Inventariseren huidige plannen + s.v.z.op Oostwest as en wensen op ontbrekende delen. 2.Ontwerp voor ontbrekende delen opstellen 3. Plannen opstellen voor extra ruimtelijke kwaliteit binnen huidige plannen en implementeren 4. Realisatie plan op ontbrekende delen Hierbij gaat het om het toevoegen van extra kwaliteit en het tot één geheel maken van de verschillende onderdelen van de as, waarvan verschillende onderdelen al in projecten zijn gedekt. De uitvoering van het project staat voor volgend jaar gepland. Het project wordt momenteel voorbereid 46

48 Wat willen we Bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Partners Stappen/Mijlpalen Stand van Zaken 4. Transformatie / doelstelling Sterke Samenleving, Aantrekkelijke stad 150 Buitenhof een leefbare, aantrekkelijk woonwijk Kwaliteitsimpuls Voorhof Opstellen en starten met de procesaanpak Buitenhof met partners (incl. groen blauw) Op zoek naar kansen en mogelijkheden volgens de methodiek groen blauw Corporaties, burger, ondernemers, ontwikkelaars, sociale partners Corporaties, burger, ondernemers, ontwikkelaars Inventarisatie ontwikkelingen mbt bouw, beheer, onderhoud, openbare ruimte en partners. Concrete samenwerkingsprojecten in openbare ruimte en (woning-) ontwikkelingen. Herijking programma Buitenhof (2018) Verbeterplan openbare ruimte op het gebied van water en groen Fase 1 is afgerond en document : Kansen voor Buitenhof opgeleverd, incl. een bijlage met alle kansenkaarten. Het programma kansen voor Buitenhof behelst zowel een fysieke áls sociale intensivering. Deze wordt in het 3 e kwartaal van 2017, in samenwerking met de relevante partners uitgewerkt naar een concreet uitvoeringsprogramma voor de periode In September start Fase 2 met de pilot Rode dorp. De kansenkaart wordt vertaald naar een sociale fysieke businesscases. De overige kansenkaarten worden, afhankelijk van het moment van beoogde realisatie uitgewerkt in een businesscases, haalbaarheidsstudie of quick scan. In september staat dit project voor 2 e helft 2017 gepland en afronding in maart Transformatieopg ave Schieoevers en integrale gebiedsaanpak, transformatie naar gemengd stedelijk gebied, met aandacht voor wonen, werken, recreatie, groen en veiligheid. Verder ontwikkelen van het gebied zoals genoemd in het masterplan TIC Delft. Programmamanage ment voor gemeentelijke inzet voor het faciliteren van private initiatieven, zoals Nieuwe Haven en Kabeldistrict/Sita. In het kader van de Verstedelijkingsagenda zien wij specifieke kansen voor de transformatieopgave Schieoevers. Conform de gebiedsvisie Schieoevers (2006, herijking 2010) zijn er kansen om dit gebied te transformeren naar gemengd stedelijk, met de nadruk op het noordelijk deel. Deze transformatie past ook goed bij de uitgangspunten van de Woonvisie en de ambities voor Delft Zuid en de verbinding met de TU Delft campus. Samen met de provincie zullen wij verder vorm gaan geven aan deze transformatieopgave. 47

49 Doorgroei en ontwikkeling van de stad en de campus Aansluiting spoorzone Noordelijke entree Versterken samenwerking TU Woonvisie Het project Spoorzone gebruikt als kader het stedenbouwkundig plan Busquets. Aan de noordzijde wordt dit begrensd door het gebied dat tot de Spoorzone wordt gerekend. Echter, de verkeerskundige en stedelijke structuur loopt door en moeten idealiter qua sfeer en gebruik op elkaar aansluiten. Daar is nu niet in voorzien. Het grote aantal opgaven, wensen en kansen in dit gebied vragen om een gedegen analyse dat moet leiden tot een integraal plan. Begin 2016 is de analyse gereed die de basis zal vormen voor het opstellen van een stedenbouwkundig plan voor dit gebied met een plan voor een gefaseerde invulling. In 2016 hebben de besturen van de TU en de gemeente een convenant getekend. Met dit convenant brengen we de samenwerking op een hoger plan. De uitwerking in drie concept-themaplannen zijn in juni 2017 besproken. Aanscherping vindt plaats door gesprekken met stakeholders, waarop in november 2017 de themaplannen definitief worden vastgesteld inclusief voorstellen voor uitvoering. De programmamanager Wonen is gestart met de vormgeving van de uitvoeringsagenda voor het realiseren van de kwantitatieve en kwalitatieve opgave. Jaarlijks wordt de raad geïnformeerd over de voortgang. *De gemaakte kosten voor de uitvoeringsagenda bestaan met name nog uit interne en externe uren van adviseurs. Hier is geen social return op toepasbaar. 48

50 Daar waar ten aanzien van de maatregelen voortgang is te melden vindt u deze terug in de inhoudelijke hoofdstukken verderop in deze programmabegroting. Het Parelfonds Het Parelfonds kan tot eind 2018 worden ingezet als proces- én aanjaaggeld om snel in te kunnen spelen op kansen in de stad. De criteria voor inzet van dit Parelfonds zijn: - Het voorstel is gericht op de opgaven uit het rapport Delft, Parel in de Randstad. - Het voorstel is gericht op cofinanciering/geld/middelen van andere partijen. - Het voorstel is gericht op het versterken van het verdienmodel van de stad en de gemeentelijke organisatie. Omdat we vooruit willen blijven kijken, hebben we het fonds bewust niet volledig ingezet in deze programmabegroting. Gedurende het komende jaar kunnen dus nieuwe voorstellen worden gedaan. We zullen het Parelfonds met name inzetten om tot goede gezamenlijke businesscases te komen voor de Agenda Delft Hieronder is de ruimte van het Parelfonds zichtbaar en worden nieuwe voorstellen opgenomen. (bedragen x 1.000) Parelfonds PB Realisatie Brief Proces Kadernota Kadernota 2017: Fundament van de organisatie -680 Investeringsopgave Stad -500 Overige voorstellen -767 Saldo Kadernota PB : Economisch Platform Delft (EPD) 25 Kanaliseren talent naar bedrijven -50 Evenementenbeleid Saldo PB

51 Een Agenda voor de stad Delft Delft richt zich op de toekomst en we willen daarvoor komende jaren fors gaan investeren. We maken daarbij gebruik van het beeld van Delft in 2040 om te komen tot keuzes voor nu. Welke opgaven zijn er? Welke ambitie delen we met elkaar, welke rol heeft de gemeente? Maar ook: wie zijn onze partners én welke maatregelen zijn er nodig? Dus: welke investeringen zijn op de langere termijn nodig? We zoeken naar de maatregelen die het meeste toevoegen aan de stad. Dit doen we aan de hand van de driehoek: een model waarbij we de stad als één geheel zien. Agenda Delft 2040: de 7 opgaven Opgave 1 - Brains: High Tech Capital van Nederland: een aantrekkelijk economisch ecosysteem In de periode is het Delftse en regionale economische ecosysteem dusdanig volwassen en sterk geworden dat het een optimale bijdrage levert aan de concurrentiepositie van Delft en de regio, en daarmee een bijdrage aan de BV Nederland. Delft wordt door bedrijven, overheden en kennisinstellingen in binnen- en buitenland herkend en erkend als technologiehoofdstad van Nederland (High Tech Capital). Identiteit en imago zijn daarmee versmolten. Het aantal R&D-centers, laboratoria, bedrijven en kennisinstellingen in Delft en de MRDH is substantieel toegenomen ten opzichte van Ruim 80% van de technologiebedrijven die startten in Delft, zoals Ampelmann en FOX-IT, is tien jaar na oprichting nog steeds in Delft gevestigd. Vele Delftse startups uit de periode zijn uitgegroeid tot volwassen en gerenommeerde bedrijven die werk, investeringen en bestedingen genereren in en voor Delft en de MRDH. Het regionaal investeringsprogramma MRDH en de Roadmap Next Economy zijn geïmplementeerd en leveren banen op. De beweging van vestigingslocatie naar ecosysteem kwam uitgebreid aan de orde in het rapport Delft: Parel in de Randstad en vraagt een nieuwe benadering van openbare ruimte, vastgoed, planologie, infrastructuur en de rol van de lokale overheid als stimulator van de lokale (en regionale) economie. We hebben daarvoor een blijvend stimulerende omgeving nodig: van een passend aanbod van bedrijfsvastgoed, excellente dienstverlening van de gemeente, goede verbindingen voor OV, auto en fiets, tot een aanbod van verschillende typen woningen voor werknemers. Binnen dit ecosysteem vinden bedrijven in alle levensfasen geschikt vastgoed en het personeel dat ze nodig hebben, van alle opleidingsniveaus. Partners zoals de TU Delft, hogescholen en andere kennisen onderzoeksinstellingen zijn toegankelijk en gericht op samenwerking met externe partners. Er ontstaan op gestructureerde wijze ontmoetingen tussen bedrijven onderling en met kennisinstellingen. Van hieruit komen commercieel haalbare vernieuwingen voort. Gemeente, bedrijven en kennisinstellingen beschouwen elkaar als betrouwbare partners, die in alle opzichten nauw samenwerken om het ecosysteem te vervolmaken en in stand te houden. Dit alles geeft Delft het imago van High Tech Capital van Nederland en dit imago wordt actief uitgedragen door de ontwikkelingsorganisatie Delft Technology Partners (DTP) 2.0, die samen met partners binnen en buiten Delft bestaande bedrijven ondersteunt en nieuwe bedrijven binnenhaalt. Deze ontwikkelingsorganisatie heeft het juiste instrumentarium in handen om vestigingskandidaten optimaal te scouten, te overtuigen en toe te leiden naar het Delftse ecosysteem. En reeds gevestigde bedrijven op dié wijze te ondersteunen dat ze concurrerender worden. Centraal binnen dit systeem, en 50

52 de manier waarop dat tot stand moet komen, is de gedachte dat we vanuit onze publieke rol investeren in een ecosysteem dat bedrijven versterkt. Hierdoor leveren zij ook weer een bijdrage aan de omgeving: het economisch ecosysteem. Een aantal onderdelen dat het Delftse kennis-ecosysteem zou completeren is echter niet of onvoldoende aanwezig. Op diverse onderdelen schiet onze dienstverlening tekort, maken onderwijsinstellingen, werkgevers en/of kennisinstellingen nog onvoldoende gebruik van elkaars krachten of is de bekendheid van de kracht van Delft buiten de stad onvoldoende. Samen met de partners willen we graag investeren op deze onderdelen, aansluitend bij de vraag en behoeften van de partners zelf. Opgave 2 - Beauty: Delft als must-see bestemming In 2040 is Delft een sterk merk. Onze stad neemt als vanzelfsprekend een belangrijke positie in op de to-see-list van iedere toerist die Nederland en onze regio bezoekt. Delft is synoniem aan een bijzonder bezoek, waar de goed bewaarde historische binnenstad en het aanbod op het gebied van Delfts Blauw, Oranje en Vermeer zorgen voor een onvergetelijke ervaring. Delft is dan ook een autoriteit op het gebied van Delfts Blauw en Vermeer. Delft staat op de kaart met innovatieve toeristische producten die zijn ontwikkeld in samenwerking met de TU Delft en die een bezoek aan Delft meer dan de moeite waard maken. Het toeristisch product is aanzienlijk uitgebreid waardoor de toerist zichzelf met een dagbezoek aan Delft echt tekort doet. In Delft staat de beleving van de toerist centraal. Er is voldoende parkeergelegenheid, aantrekkelijke horeca en er zijn overnachtingsmogelijkheden in verschillende prijsklassen die aansluiten op de vraag. De (culturele) bezienswaardigheden zijn uitgebreid en sluiten aan op de gewenste doelgroep. De openbare ruimte is, veel meer dan nu het geval is, een onderdeel van de beleving van Delft. Ook de inrichting en kwaliteit van de openbare ruimte zorgen ervoor dat bezoekers aan Delft langer blijven. Er is sprake van hoogwaardige verblijfsruimte, met veel aandacht voor de verbindende routes tussen de populaire toeristische bezienswaardigheden en attracties, kunst en technologische en innovatieve toepassingen van onze historische iconen. De openbare ruimte staat, veel meer dan nu het geval is, ook ten dienste van de bezoeker aan Delft. Deze kan een rondje Delft wandelen over een groene wandelboulevard rond de historische binnenstad en krijgt in de binnenstad zelf nog meer ruimte, doordat auto s, vrachtwagens en ander vervoer nog meer worden geweerd. Parkeren gebeurt snel en efficiënt aan de randen van de binnenstad. Het is Delft gelukt om haar innovatiekracht en technologie toe te passen op de toeristische sector, waardoor Delft een uniek toeristisch profiel heeft ontwikkeld en een sfeer ademt die zich nadrukkelijk onderscheidt van andere historische binnensteden in Nederland en daarbuiten. Door een gevarieerd en innovatief aanbod, blijft de toerist langer in de stad en geeft hier meer geld uit. In het rapport Delft, Parel in de Randstad werd benadrukt dat Delft een unieke positie in de regio vervult. Door haar ligging is Delft dé plek om te bezoeken, te overnachten én om als uitvalsbasis te dienen naar andere plekken in de regio. Delft heeft haar strategische allianties in de regio verder uitgebreid. Er is een intensieve samenwerking met Rotterdam en Den Haag op toeristisch gebied: we ontwikkelen samen het toeristisch product, promoten de regio en vermarkten elkaars bezienswaardigheden. De succesformule die ervoor zorgde dat Delft deze unieke positie in het Nederlandse aanbod kan vervullen is de duurzame benadering die Delft koos voor de ontwikkeling van haar toeristische sector. Zo wordt bij de ontwikkelingen in de sector gekozen voor een klimaatneutrale benadering (denk aan duurzame vervoers-initiatieven voor toeristenstromen en het verminderen van de ecological footprint van de bezoekers), staat bij het bezoekersmanagement het behoud van een optimale relatie tussen bezoeker en bewoner centraal (om Amsterdamse taferelen te voorkomen) en biedt de sector veel ruimte voor inzet door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Met deze benadering hanteert Delft een andere werkwijze dan vergelijkbare steden. Delft blijft oog houden voor haar omgeving en laat zich niet alleen leiden door een hoge verdienfactor. De toeristische sector van Delft blijft een essentieel onderdeel van de Delftse economie, met banen voor alle opleidingsniveaus. Deze strategie leidt tot meer investering in de toeristische sector: investeringen door initiatiefnemers voor bezienswaardigheden/attracties, accommodatieverschaffers, vervoersorganisaties, horeca, detailhandel en toeristische dienstverlening. Hierbij wordt de samenwerking tussen partijen opgezocht om tot optimalisering van het toeristische product te komen. Delft wil zich onderscheiden van andere vergelijkbare steden en kiest daarmee ook voor het type investeerder die duurzaamheid en exclusiviteit hoog in het vaandel heeft. 51

53 Opgave 3 - Voorzieningen voor iedereen Delft heeft in 2040 hoogwaardige en moderne voorzieningen voor alle inwoners van de stad. Het gaat hierbij om toekomst vaste en bij de tijd behorende voorzieningen die inwoners van alle leeftijden en met alle levensstijlen kunnen bedienen. Het aanbod zal daarom divers zijn: van goede sportterreinen, tot wijkvoorzieningen voor iedereen en van moderne onderwijsinstellingen tot comfortabele woonvoorzieningen voor ouderen en voor mensen met een handicap of ander lichamelijk ongemak. Daar waar nodig, bijvoorbeeld op Schieoevers, zullen we de voorzieningen beter spreiden. We beginnen bij deze opgave niet vanaf een nulpunt. Delft heeft de afgelopen jaren gelukkig al forse stappen gezet. Kinderopvang en onderwijs zullen versmelten in een pedagogische onderwijskolom. Integrale kindcentra zullen mainstream zijn en de onderwijsaccommodaties zullen zijn aangepast om de kinderen van 0 tot 12 jaar met een pedagogische leerlijn te bedienen. We zullen gebruik maken van multifunctionele gebouwen. De afspraken in het integrale huisvestingsplan primair en voortgezet onderwijs hebben we over de periode 2012 tot 2024 uitgevoerd. Op deze manier heeft vooral het VO-onderwijs een enorme impuls gekregen. Aanvullend is er toch nog meer nodig: investeringen in duurzame gebouwen en in daarbij behorende installaties (warmte, luchtbehandeling en elektra), in digitalisering, circulariteit, ondernemerschap en inclusiviteit. We zien mede als gevolg van de snel groeiende vraag, zowel bij eigen inwoners als vanuit de groep expats, de internationale school voor VO-onderwijs (IGVO) verder uitgroeien tot een volwaardige school. De investering in het IGVO verdient zich terug door rijksbijdragen. Op het gebied van sportvoorzieningen zien we inmiddels een uitdaging. We houden er rekening mee dat er op termijn minder sportvoorzieningen nodig zullen zijn, maar dat de voorzieningen die overblijven wel groter, kwalitatief beter en multifunctioneler worden in gebruik: onderwijs, sport, recreatie worden gecombineerd. Er zal een intensief traject nodig zijn met sportverenigingen in de stad om te bezien in hoeverre samenwerking rondom voorzieningen mogelijk is, en welke opgaven we daaruit zien voor inen uitbreiding, sloop en/of nieuwbouw. De nieuwbouw van een zwembad is in 2025 afgerond. Daarnaast is aandacht voor het sporten buiten verenigingsverband. We zien dat deze vorm van sporten steeds belangrijker wordt en dit vraagt om goede voorzieningen in de openbare ruimte. Bij de ontwikkelopgaves in de stad (opgaves 4, 5 en 6) worden waar mogelijk kansen benut om via een integrale aanpak de voorzieningen voor dit type sporten te realiseren of te verbeteren. Op het terrein van zorg en welzijn zien we grote veranderingen in de maatschappij. Mensen hebben steeds meer behoefte aan kleinschaliger op het individu gerichte voorzieningen. De moderne wijkvoorziening fungeert als huiskamer en trefpunt in de wijk. Extramuralisering is een trend die doorzet, evenals het feit dat ouderen langer thuis blijven wonen. De bestaande voorzieningen in de stad op het gebied van zorg voor jongeren, ouderen en mensen met een handicap vragen om nieuwe investeringen in Delft. Hierbij trekken instellingen samen met de gemeente op. Het huidige aantal jongeren- en wijkcentra zullen we consolideren. Investering in de panden moet gewaarborgd blijven. Op het terrein van kunst en cultuur zien we dat de huidige culturele basisvoorzieningen na de verbouwing van DOK net voldoende zijn. Gezien de verwachte groei van de bevolking en de samenstelling ervan is op de middellange termijn echter uitbreiding van de zaalcapaciteit voor het theater noodzakelijk evenals het realiseren van een poppodium. De prioriteit leggen we hier, omdat podia aantoonbaar bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad als vestigingsplaats voor bewoners en bedrijven. Daarnaast is aandacht voor de behoefte van het filmhuis om uit te breiden. Opgave De kwalitatieve en kwantitatieve transformatie (de woningvoorraad) In 2040 onderscheidt Delft zich met diverse woonmilieus en woonproducten in zowel de sociale voorraad, het middensegment als de bovenkant van de markt. In Delft en in de regio zijn voldoende woningen voor mensen met een krappe beurs. Er zijn veel meer woningen in het middeldure en duurdere segment. De kwaliteit van de woningen is in alle wijken op orde. De woonmarkt sluit aan bij de behoefte van de (toekomstige) bewoners en bij de onderwijs- en arbeidsmarkt. In 2040 is de vernieuwing van Poptahof en de Bomenwijk volledig afgerond. De locaties met voormalige verzorgingshuizen zijn getransformeerd naar nieuwe woonmilieus. Buitenhof is de groenste gezinswijk van Delft en kent geen aandachtsbuurten meer en Tanthof is een levensloopbestendige gezinswijk. In Delft Zuidoost is een volwaardige campus gerealiseerd van internationale allure voor wonen, werken en studeren, met tal van voorzieningen. 52

54 De komende tien jaar is de Delftse Woonvisie, opgesteld in lijn met de aanbevelingen uit het rapport Delft, Parel in de Randstad, volop in uitvoering. Er zijn diverse voorbeelden te noemen van kwaliteitsverbetering en vernieuwing in diverse wijken. Zo is een aantal concrete plannen gerealiseerd en nog in uitvoering als gevolg van de integrale gebiedsaanpak in de Buitenhof Noordwest, Voorhof, Tanthof en de Kuyperwijk. Een aanpak naar kansen en ontwikkelingen op het gebied van openbare ruimte, klimaat, groen, water en wonen heeft geresulteerd in diverse projecten en producten op het gebied van vernieuwing en verduurzaming van woningen en woonomgeving, en in nieuwe locaties op het gebied van ouderenzorg. Maar ook op andere plekken in de stad vindt vernieuwing plaats. Zo is de vernieuwing van de Bomenwijk en de Dr. Schaepmanstraat afgerond en is gestart met de vernieuwing van de Industriebuurt. In 2040 heeft Delft nieuwe woningen toegevoegd aan de bestaande voorraad. De nieuwe woningen zorgen ervoor dat Delft een aantrekkelijke woonstad is voor zittende bewoners, en voor nieuwkomers. Op deze manier draagt onze stad bij aan de regionale opgave om het vestigingsklimaat te versterken, een ambitie die regionaal geformuleerd is in het regionale investeringsprogramma en de Roadmap Next Economy van de MRDH. Bovendien zorgen passende woningen ervoor dat bedrijven zich makkelijker kunnen vestigen, omdat er een goed woningaanbod met voldoende keuzemogelijkheid is voor werknemers, en studenten die na hun studie in Delft willen blijven wonen. Delft heeft in het komende decennium behoefte aan én ruimte voor ongeveer extra woningen. In de periode na de komende tien jaar kan Delft ruimte bieden aan ongeveer woningen, door verdichting, vernieuwing en het transformeren van (watergebonden) bedrijventerreinen. Hiervan zijn redelijk eenvoudig te realiseren. De volgende zijn kansrijk, maar lastig door (milieu)regelgeving en hogere realisatiekosten. Vervolgens is het op langere termijn mogelijk om nog woningen te realiseren, als meer complexe aanvullende maatregelen met meer impact worden genomen. Opgave 6 - Connected: bereikbaarheid en de last mile In 2040 hebben we een stad die op alle niveaus goed ontsloten en verbonden is: via fietspaden, autowegen, spoor en water. Op dit moment missen we daarvoor nog essentiële verbindingen. Daarbij wordt ook gekeken naar Oost-West verbindingen, mede in het licht van mogelijkheden van spreiding van locaties voor inwoners en bedrijven. Tot 2025 zullen we infrastructuur van de weg en het (tram)spoor nog optimaler moeten maken. Na deze periode zullen vanwege technologische vooruitgang nieuwe vormen van mobiliteit steeds grootschaliger hun intrede doen, zoals zelfrijdend vervoer. Deze systemen zijn er nu al (deels), maar zullen na 2025 beter en grootschalig benut worden. Vanaf 2025 zijn de infraverbindingen in de stad op orde. Met innovatieve technologie is het op termijn mogelijk deze infrastructuur efficiënter te gaan gebruiken. De systemen zijn verbeterd en mensen zullen deze ook gaan gebruiken. Met innovatieve technologie is er minder ruimte voor (auto)verkeer nodig: minder en smallere rijstroken, minder (straat)parkeren, compacte kruispunten en minder goederenvervoer door de stad. Nog verder weg, richting 2040, rijden we klimaatneutraal. Elektrisch rijden is op dit moment hot en er wordt veel in geïnvesteerd. Voor de korte termijn is dat winst voor Delft. Op waterstof rijden is voor de lange termijn echt schoon. De markt is alleen nog niet ver genoeg om het al grootschalig te introduceren. Pilots zijn er wel, onder meer in Rotterdam, maar pas na 2025 is waterstof als alternatief te beschouwen. Echt schoon is het lopen en fietsen. Hier is weinig ruimte voor nodig. Dit geldt natuurlijk met name voor het lopen, want daarvoor zijn geen stallingen nodig. Investeren in het stedelijk weefstel en in de microbereikbaarheid zijn voor de leefbaarheid van Delft dus van wezenlijk belang. Daar wordt nu al in geïnvesteerd, maar dit kan nog beter. Om op de toekomst voorbereid te zijn is het verstandig om de komende jaren al ruimte te geven aan pilots om technologische en duurzame systemen voor ná 2025 te implementeren. En om te laten zien dat Delft ook echt een techniekstad is! Opgave 7 - Delft energieneutraal Delft maakt in 2050 enkel gebruik van energie van hernieuwbare bronnen (zon, wind, biomassa en aardwarmte). Deze bronnen worden gebruikt voor het verwarmen, koelen, verlichten van alle gebouwen (woningen, kantoren, bedrijfspanden) en voor het verkeer en vervoer op het eigen grondgebied. Op deze manier is Delft energieneutraal. Met deze ambitie levert Delft haar bijdrage aan de mondiale afspraak om de wereldwijde stijging van de temperaturen te beperken tot maximaal 2 C 53

55 (streven 1,5 C). Om de daarmee gepaard gaande verandering van het klimaat het hoofd te kunnen bieden, zijn in de Delftse buurten en wijken maatregelen getroffen om hittestress in de warme perioden te voorkomen en wateroverlast bij heftige piekbuien op te vangen. Op de weg naar energieneutraliteit heeft Delft de ambitie de energietransitie nu vorm te gaan geven: in 2025 willen we meerdere lokale warmtebronnen hebben aangesloten op een lokaal warmtenet dat fungeert als een open net, waar voor afnemers keuzevrijheid is met betrekking tot de leverancier van de warmte (open marktwerking). De geothermiebron op het TU Delft-terrein, de Leiding door het Midden (LdM) en de Warmtecentrale RWZI in Harnaschpolder zijn belangrijke warmteproducenten voor de Delftse warmtevraag, maar ook enkele lokale bedrijven met vrijkomende proceswarmte leveren (al is het bescheiden) warmte aan woningen. Om de transitie van aardgas naar warmte vorm te geven, heeft de gemeente een energie/ warmte-plan (omgevingsplan) vastgesteld met daarin vastgelegd het tempo van de transitie en de vormen van warmtevoorziening die per wijk/buurt geschikt zijn. Delftse bedrijven en burgers zijn actief aan de slag om de elektriciteitsvoorziening te verduurzamen door elk geschikt dak te voorzien van PV-panelen en onderling elektriciteit te leveren/af te nemen. Aan de rand van de stad leveren windturbines die eigendom zijn van de Delftse burgers elektriciteit. Waterstofauto s die voorzien in zowel elektriciteit voor vervoer/transport als voor huishoudelijk gebruik, hebben hun intrede gedaan in het Delftse straatbeeld. Dit alles in combinatie met weloverwogen verregaande besparing van het energiegebruik met als doel om in 2030 te hebben gerealiseerd: 50% CO 2 -emissiereductie ten opzichte van 1990; een aandeel duurzame energie van 25% van het totale energiegebruik; 50% energiereductie ten opzichte van In 2050 beschikt Delft aanvullend over een zogenaamd Smart Grid: zowel warmte als elektriciteit worden grotendeels lokaal opgewekt, geconverteerd en opgeslagen om leveringszekerheid van de netten te garanderen en afstemming van vraag en aanbod te optimaliseren. De warmtevoorziening is deels op basis van een collectief systeem met cascadering: voor de oude gebouwen wordt een warmtenet op basis van C uitgerold, nieuwbouw kent een warmteregime van C. De uit de geothermiebron verkregen warmte wordt hiervoor gebruikt. Totale Agenda Delft 2040 vertaald in investeringsvolume In onderstaand overzicht maken we inzichtelijk wat het totale investeringsvolume is dat nodig is om bij het toekomstbeeld uit te komen, dit is indicatief op basis van een optelsom van gewenste maatregelen die nodig zijn op weg naar die toekomst. Zoals u ziet komt het grootste investeringsvolume bij andere partijen dan de gemeente vandaan, dit geeft de ook de gezamenlijkheid van de totale opgave aan. Met verdere uitwerking per opgave komen we gedurende het jaar bij u terug. (bedragen in miljoenen) Totaal investeringsvolume Gemeentelijk deel investeringen Opgave 1: Brains Opgave 2: Beauty 12 4 Opgave 3: Voorzieningen voor iedereen Opgave 4: Wonen en Bouwen Opgave 5: Vitale wijken Opgave 6: Connected Opgave 7: Delft energie neutraal Totaal Het financieel kader: Fonds Delft 2040 Om de Agenda voor de stad Delft mogelijk te maken is voor de komende jaren geld gereserveerd dat nodig is voor het gemeentelijke aandeel in deze investeringen. We committeren ons aan de intentie dat we middelen reserveren tot een bedrag van 75 miljoen. Daarmee dekken we de noodzakelijke 54

56 investeringen voor grofweg de eerste tien jaar. De middelen zetten we heel zorgvuldig en weloverwogen in. Voor de aanwending van de middelen zijn heldere criteria en spelregels van belang. Een uitwerking van dit regime wordt als bijlage bij de Programmabegroting aan u aangeboden. Deze zijn opgesteld aan de hand van een onderzoek dat Fakton voor de gemeente Delft heeft uitgevoerd. Financieel kader Agenda Delft 2040 Financieel kader Structureel Reservering meerjarenbeeld Vrijval reserve Openbare ruimte Vrijval bijdrage Mobiliteitsfonds (MRDH) Subtotaal structureel Incidenteel Bijdrage Algemene reserve en Rekening Reserve Openbare ruimte 15 Reserve Dekking kapitaallasten Grexen en de businesscase Spoorzone pm Garantiestelling/lening pm Subtotaal incidenteel Financieel kader Ten opzichte van de Kadernota 2017 is het incidentele kader 0,6 miljoen verlaagd in verband met een technische correctie. Het financieel kader voor de Agenda Delft 2040 gaat nu uit van een investeringsvolume van circa 45 miljoen. Het betreft incidentele ruimte van 24,4 miljoen en een structurele ruimte van circa 1,575 miljoen (investeringsvolume: circa 21 miljoen). Naast dit kader zijn in de Kadernota 2017 ook beperkt middelen beschikbaar gesteld vanuit het Parelfonds ( 0,5 miljoen) en het meerjarenbeeld ( 1,5 miljoen). Het in de bijlage opgenomen Fonds Delft 2040 omvat dit totale financieel kader voor de Agenda Delft Dit kader is toereikend voor de uitvoering van de Agenda Delft 2040 voor de periode tot Agenda Delft 2040 en het samenspel gemeenteraad en college Tijdens de behandeling van de Kadernota 2017 is de motie Investeringsagenda: stap voor stap dichter bij Delfts doel aangenomen. In deze motie vraagt u om vast te stellen aan welke concrete doelen we bijdragen met deze investeringen en is het belangrijk dat deze investeringen ook aantoonbaar bijdragen aan deze doelen en dat we deze doelen gezamenlijk met partners vaststellen. Wij gaan met u in gesprek over de meetbare doelen en indicatoren in het nieuwe bestuursprogramma en de wens om meer outcome (= maatschappelijk effect) indicatoren op te nemen. Hier betrekken wij nadrukkelijk ook de Agenda Delft 2040 en het meetbaar maken van de doelstellingen en investeringen binnen de zeven opgaven. Bij separate voorstellen met betrekking tot investeringen zullen we mogelijke indicatoren en/of criteria benoemen. De werkwijze bij de Agenda Delft 2040 vraagt: - Snelle besluitvorming die nodig kan zijn om kansen te verzilveren. Dat zou kunnen betekenen dat we een aanpassing moeten doen op het besluitvormingsproces. - Lange termijn/commitment: opgaven lopen tot Afspraken over informatievoorziening In overleg met de raad moeten afspraken worden gemaakt over de wijze waarop zij geïnformeerd willen worden over projecten en de voortgang hiervan. Dat is benodigd omdat trajecten vaak lang duren en we in de tussentijd grote (lobby/proces) stappen zetten. Over het betrekken van de raad (tevens met het oog op de nieuwe raadsperiode) wil het college graag met een brede afvaardiging van de raad in gesprek om te komen tot een voorstel voor samenspel tussen college en raad met betrekking tot de Agenda Delft 2040 en het Fonds Delft

57 Hoofdstukken 56

58 Inleiding Net als in het Bestuursprogramma gaan we in de begroting uit van drie verbindende opgaven, die voor de stad en de regio belangrijk zijn: mensen aan het werk, zelfstandige mensen die meedoen en ertoe doen en een aantrekkelijk leefklimaat. Hiermee scheppen we samenhang en verbinding. De Kadernota 2017 zet deze Programmabegroting in het teken van de balans tussen lastenverlichting voor inwoners en investeren. Met verantwoordelijkheid en lef willen wij tegemoet komen aan urgente noden van vandaag én ons voorbereiden op de opgaven van morgen. In de komende jaren kunnen we naast lastenverlichting extra aandacht geven aan een stad die op orde is: in de openbare ruimte en met voorzieningen. Er is ruimte voor investeringen, ook voor de langere termijn. Structuur per hoofdstuk: a) Titel b) De verbindende opgave c) Wat willen we bereiken? - Schema van de maatschappelijke effecten - Beleidstoelichting: wat willen we bereiken? d) Wat gaan we ervoor doen? - Schema met de prestaties - Toelichting: wat gaan we ervoor doen? * e) Wie zijn onze partners? f) Wat gaat het kosten? - Toelichtingen Vanuit de BBV regelgeving is besloten landelijk te gebruiken indicatoren op te leggen. In deze begroting nemen we deze verplichte indicatoren in de volgende paragraaf op, met een korte toelichting op de uitgangspunten die bij de ontwikkeling en samenstelling een rol hebben gespeeld. Verplichte beleidsindicatoren Achtergrond totstandkoming indicatoren De wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) houdt in dat gemeenten voortaan de maatschappelijke effecten moeten toelichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren helpen om de begroting en jaarverslagen beleidsmatiger te maken. Met deze verplichte indicatoren is het mogelijk de resultaten van verschillende gemeenten te vergelijken. Voor de gemeenten hebben de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) met raadpleging van enkele gemeenten een lijst van indicatoren ontwikkeld en samengesteld. Daarbij gold een aantal belangrijke uitgangspunten: de indicatoren leveren een bijdrage aan de versterking van het horizontaal toezicht; de raadsleden worden in staat gesteld om op maatschappelijke effecten te kunnen sturen; de indicatoren zijn van toepassing op alle gemeenten; de indicatoren zijn gebaseerd op landelijke bronnen waardoor er geen extra informatie-uitvraag hoeft te worden gedaan en zodat gemeenten automatisch deelnemen; er worden bestaande bronnen gebruikt; de indicatoren worden regelmatig door de bronnen gepubliceerd; voor de indicatoren met betrekking tot het Sociaal domein is aangesloten bij de al bestaande Gemeentelijke monitor Sociaal domein. Omdat ervoor gekozen is om voor de indicatoren aan te sluiten bij al bestaande bronnen, is de informatie voor de indicatoren beschikbaar en toegankelijk voor alle gemeenten. Via de website waarstaatjegemeente.nl zijn alle gegevens voor het opnemen van de indicatoren in één keer te downloaden. Via deze website komt ook meer achtergrondinformatie beschikbaar over de gekozen indicatoren en de bronnen. 57

59 Indicatoren In onderstaand overzicht zijn de verplichte indicatoren opgenomen. De indicatoren uit het bestuurstuursprogramma zijn opgenomen bij de doelstellingen. Indicator Beschrijving Eenheid Periode Gemeente Delft 2017 Stad van innovatie Sterke economie Functiemenging Bruto gemeentelijk product Vestigingen De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. Bruto gemeentelijk product (BGP) is het product van de toegevoegde waarde per baan en het aantal banen in een gemeente. De verhoudingswaarde tussen verwacht BGP en gemeten BGP geeft aan of het boven verwachting (<100) of beneden verwachting (>100). Het aantal vestigingen van bedrijven, per euro inwoners in de leeftijd van jaar. Grootteklasse inwoners % ,6% 55,3% index per inw 15-64jr ,1 122,2 Stad van participatie Werk en economische zelfstandigheid Banen Het aantal banen, per inwoners in de leeftijd van 15- per inw , jaar jr Netto arbeidsparticipatie Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten % ,1% 65,8% opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. Bijstandsuitkeringen Het aantal personen met een bijstandsuitkering per per inw ,8 49,2 inwoners. 18jr eo Aantal re-integratievoorzieningen Het aantal reintegratievoorzieningen, per inwoners in per inw ,1 23,1 de leeftijd van jaar jr Sterke samenleving Niet-wekelijkse sporters Percentage niet-wekelijks sporters. % ,5% 44,3% Voortijdige schoolverlaters Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12-23 jaar) % ,8% 2,3% dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. Dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. Absoluut verzuim Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een per inw school, per inwoners lft jaar jr Relatief verzuim Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per inwoners lft jaar. per inw jr

60 Indicator Beschrijving Eenheid Periode Gemeente Delft 2017 Zorg en ondersteuning Wmo-cliënten met een maatwerkarrangement Aantal per inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo gegevens geldt dat een referentiegemiddelde gebaseerd is op aantal deelnemende gemeenten. Grootteklasse inwoners per inw Jeugdwerkloosheid Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar). % ,1% 1,7% Kinderen in armoede Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft % ,8% 7,9% dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. Jongeren met jeugdhulp Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten % van alle ,8% 10,9% opzicht van alle jongeren tot 18 jaar. jongeren tot 18 jaar Jongeren met jeugdreclassering Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een % ,3% 0,6% jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar). Jongeren met jeugdbescherming Het percentage jongeren tot 18 jaar met een % ,4% 1,2% jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. Leefbare stad Aantrekkelijke stad Fijn huishoudelijk restafval Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval. kg per inwoner Hernieuwbare elektriciteit Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewekt uit % ,4 5,8 wind, waterkracht, zon of biomassa. Veilige stad Winkeldiefstal per inwoners Het aantal winekdiefstallen per inwoners. aantal per ,2 3, inwoners Diefstal uit woning per inwoners Het aantal diefstallen uit woningen, per inwoners. aantal per inwoners ,8 3,6 Geweldsmisdrijven per inwoners Vernieling en beschadiging per inwoners Verwijzingen Halt per inwoners van jaar Hardekern jongeren Jongeren met delict voor rechter Het aantal geweldsmisdrijven, per inwoners. aantal per Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele inwoners misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.). Het aantal vernielingen en beschadigingen, per aantal per inwoners inwoners Het aantal verwijzingen naar Halt, per inwoners in de leeftijd van jaar. Het aantal hardekern jongeren, per inwoners in de leeftijd van jaar. Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. als aandeel van het totaal aantal ongevallen die leiden tot ziekenhuisopnamen. als aandeel van het totaal aantal ongevallen die leiden tot ziekenhuisopnamen. Ziekenhuisopname nav verkeersongeval met motorvoertuig Ziekenhuisopname nav vervoersongeval met fietser Stad en bestuur Regiegemeente Formatie fte per inwoners Bezetting fte per inwoners Dienstverlenende gemeente Demografische druk De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar ,1 6, ,6 6,5 aantal per inwoners ,2 165,9 per inw ,4 1,3 % ,3% 1,6% % ,0% 8,0% % ,0% 10,0% ,9 Geen vergelijkbare cijfers bekend ,0 Geen vergelijkbare cijfers bekend % ,9% 62,5% Woonlasten Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een euro éénpersoonshuishouden éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten. Woonlasten Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een euro meerpersoonshuishouden meerpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten. WOZ-waarde woningen De gemiddelde WOZ waarde van woningen. dzd euro Nieuwbouw woningen Het aantal nieuwbouwwoningen, per woningen. aantal per woningen ,5 6,7 59

61 De samenhang tussen begroting en bestuursprogramma in beeld: Het in 2016 herijkt bestuursprogramma: 60

62 Stad van innovatie Wat willen we bereiken? 61

63 Beleidstoelichting: Wat willen we bereiken? De verbindende opgave in dit hoofdstuk is: Mensen aan het werk. We faciliteren banengroei op alle niveaus, onderwijs dat goed aansluit op de arbeidsmarkt en zoveel mogelijk deelname aan arbeid. Direct ondersteund door goede bereikbaarheid van werk en hulp aan ondernemers. Voorgaand overzicht toont de operationalisering van deze verbindende opgave, conform het Bestuursprogramma Aan de linkerkant is aangegeven met welke begrotingsdoelen de onderdelen van deze opgave corresponderen. Aan de kleuren is te zien waar de opgaven elkaar versterken. Sterke samenleving en Werk en economische zelfstandigheid worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 2. Stad van participatie. Bereikbare en gastvrije stad komt terug in hoofdstuk 3. Leefbare stad. Dienstverlenende gemeente in hoofdstuk 4. Stad en bestuur. Stad van innovatie Beginstand Streefcijfer 2018 Banen op alle niveaus: Delft: -1,5% Delft gelijk / NL: -1,9% positiever dan NL Kennisbanen: Delft: +5,1% +1,5% Verblijfstoerisme: hotelovernachtingen. Positiever De nagestreefde maatschappelijke effecten komen overeen met het herijkte Bestuursprogramma Het werken aan de in de Kadernota 2017 geformuleerde opgave 1 - High Tech Capital van Nederland: een aantrekkelijk economisch ecosysteem, moet bijdragen aan meer banen op alle niveaus. We willen de kracht van de netwerken in de stad en regio beter benutten. Daarvoor willen we de samenwerking tussen overheid, bedrijven en kennisinstellingen in Delft versterken door een Economisch Platform. Vanuit dit platform kunnen we ook onze Delftse lobby vormgeven richting MRDH, EPZ, Rijk en de EU. In 2018 willen we ook een extra impuls geven aan de dienstverlening aan bedrijven, om ervoor te zorgen dat bestaande bedrijven zich goed kunnen ontwikkelen en nieuwe bedrijven makkelijk de weg kunnen vinden in de stad. We blijven inzetten op Delftse projecten binnen het Regionaal Investeringsprogramma MRDH om deze kansen maximaal te benutten. We blijven de ontwikkeling van de toeristische sector duurzaam benaderen. Bij opgave 2 - Delft als must-see bestemming blijft de toeristische sector van Delft een essentieel onderdeel van de Delftse economie, met banen voor alle opleidingsniveaus. Specifiek om de opgave toerisme te versterken voegen we een impuls toe aan het schoon en veilig houden van de openbare ruimte rondom toeristische hotspots in Delft, inclusief informatievoorziening en bewegwijzering. Op het terrein van kunst en cultuur investeren we in onze bestaande parels en brengen ook hier de basis op orde, met de noodzakelijke financiering voor museum Prinsenhof Delft vanuit zero based budgeting. 62

64 Wat gaan we ervoor doen? Stad van innovatie Sterke economie (draagt bij aan de opgave "Mensen aan het werk") Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Meer banen op alle Ontwikkeling banen Delft Delft gelijk of niveaus. tov Nederland. Delft: - 1,5%. positiever dan NL. Nederland: - 1,9%. Prestaties Ontwikkeling Delft Technology Partners. Actieplan Verbinding Onderwijs-Economie- Arbeidsmarkt. Aantrekken, behouden en vernieuwen bedrijvigheid. Bind de kenniswerker. Ruimte geven aan vernieuwende technologische toepassingen in de stad. 1) Dit is een nieuwe indicator. Ontwikkeling kennisbanen Delft. -Aantal geacquireerde bedrijven (in fte). -Bedrijven die aangeven een andere plek te zoeken binnen Delft (maar ook opties buiten Delft overwegen) behouden voor Delft. Acties op de assen tussen Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt, uitgevoerd door partijen uit bedrijfsleven, onderwijs en participatie in samenspel met de gemeente. Het aantal kenniswerkers dat in Delft blijft wonen of werken. Aantal nieuw opgestarte proeftuinconcepten. Kennisbanen:+ 5,1%. +1,5% 100 nieuwe fte. 70%. - tweejaarlijks nieuwe fte. 75%. 3 acties gestart. Minimaal één Streefcijfer herijkt. gerealiseerde actie op elk van de drie assen Programma beeindigd. Meer nieuwe banen. Minder verdwenen banen. Programma beeindigd. Meer nieuwe banen. Minder verdwenen banen. Programma beeindigd (+3). 12 (+3). 2) De afgelopen jaren ( ) zijn er door de vestiging van nieuwe kennisvestigingen gemiddeld 520 kennisbanen per jaar bijgekomen, daar tegenover zijn er gemiddeld 525 kennisbanen per jaar verdwenen door het vertrek van kennisvestigingen. 3) Het programma "Bind de kenniswerker" is per beëindigd, daarom staat er geen realisatiecijfer in de tabel op ) 2) 3) Must-see bestemming voor bezoekers en toeristen Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Verblijfstoerisme. Hotelovernachtingen + Hotelovernachtingen zakelijk toerisme. ontwikkelt positief (% bepalen na -tweejaarlijkstotstandkoming visie). Prestaties Museum Prinsenhof / Agathaplein. Groei toerisme : Regionale arrangementen / zakelijk toerisme. Ruimtelijke aanpassingen Museum Prinsenhof / Agathaplein. Indicatoren bepalen met partners. Ruimtelijke visie Museum Prinsenhof gereed. Indicatoren bepalen met partners. Indicatoren bepalen met partners (platform toerisme). Indicatoren bepalen met partners (platform toerisme). 63

65 Wie zijn onze partners? Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij Innovation Quater Aantrekken, behouden en vernieuwen bedrijvigheid. De gemeente regelt het Partner en gemeente staan samen aan de lat X De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbonden partij Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, n.v.t. maatschappelijk) Taakveld (BBV) 3.4 Economische promotie Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij YesDelft Aantrekken, behouden en vernieuwen bedrijvigheid Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk) Taakveld (BBV) De gemeente regelt het Partner en gemeente staan samen aan de lat X De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij n.v.t. 3.4 Economische promotie Wat mag het kosten? Het overzicht van baten en lasten in de begroting In de tabel is per product aangegeven wat het financiële kader is aan baten en lasten in het jaar Stad van innovatie Bedragen x 1000,- Doelstelling/Product Lasten Baten Resultaat na bestemming Sterke economie 1001 Economie Ondernemersfonds Totaal stad van innovatie

66 Mutaties in de begroting Bedragen x 1.000,- Stad van Innovatie Sterke economie Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Kadernota 2017 Intensivering Economie Evenementensubsidies Uitvoeringsplan Visie Toerisme Toeristische basis Algemene dekkingsmiddelen Herijken investeringsplan Overige voorstellen Beveiliging evenementen Evenementensubsidies Agenda Stad Delft Talent naar bedrijven Dienstverlening aan bedrijven Amendement Evenementensubsidies Totaal Sterke economie Eindtotaal Bezuinigingstaakstelling Het Bezuinigingsprogramma dat is gestart in 2010 is volledig afgerond. Binnen Stad van innovatie zijn alle bezuinigingen reeds ingevuld. Toelichting bestaand en nieuw beleid Economie Delft Technology Partners In 2015 is het gemeenschappelijke programmabureau van de gemeente Delft en de TU Delft Delft Technology Partners (DTP) van start gegaan met 2,5 fte voor inhoudelijke zaken. Doelstelling was en is om meer economische revenuen voor alle Delftenaren te generen in de zin van werkgelegenheid, bestedingen en investeringen. De taken van DTP bestaan uit het bieden van een zachte landing in Delft aan bedrijven van buiten middels een goed inzicht in het huisvestingsaanbod, een soepele afhandeling van vergunningen en hulp bij het vinden van goed personeel in Delft. DTP biedt dezelfde dienstverlening aan Delftse bedrijven in het algemeen en in het bijzonder aan degenen die andere bedrijfsruimte zoeken. In 2018 willen we de ingezette proactieve aanpak intensiveren door meer capaciteit vanuit gemeente en TU Delft en de samenwerking tussen beide organisaties nog meer te versterken. Nu DTP meer bekendheid heeft gekregen en pro-actiever te werk gaat, is genoemde capaciteit hard nodig. Actieve acquisitie en een proactieve houding naar het bestaand bedrijfsleven is arbeidsintensief. Naast de tijd die nodig is voor het plannen en afleggen van de bezoeken, komen er uit die afspraken ook altijd vragen die opgepakt en uitgezet moeten worden. Daarnaast vereist de overgang van communicatie naar marketing ook meer aandacht in de wijze hoe Delft op de kaart wordt gezet. Ook dit kost meer tijd. Tenslotte willen we ook het hospitality aspect meer benadrukken. Dit houdt in dat we bedrijven meer waarderen en aansluiten op hun strategische agenda s, dat we ze betrekken bij verschillende activiteiten en dat we met hen een community willen opbouwen. De effecten van de activiteiten van DTP worden jaarlijks gemonitord. In het kader van de Agenda Delft 2040 en het convenant met de TU Delft worden diverse initiatieven opgezet die een sterke link hebben met DTP; soms zijn het 1-op-1 dezelfde taken, soms zijn het extra activiteiten zoals de ondersteuning van het (mogelijk) op te richten Economisch Platform Delft. Actieplan werk maken van talent (verbinding economie, onderwijs en arbeidsmarkt) Werk Maken van Talent (WMVT) richt zich op de verbindingen tussen bedrijfsleven, onderwijs en arbeidsmarkt. Doel is dat bedrijven in Delft het personeel vinden dat zij nodig hebben en dat werkgelegenheidskansen ontstaan voor iedereen. Daarbij hebben we zowel oog voor de hoger 65

67 opgeleide en kansrijke (potentiële) werknemers als voor de werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. De individuele sectoren onderwijs, economie en werk & participatie behalen binnen het eigen veld goede resultaten. Met WMVT willen we afstemming, samenwerking en verbinding tussen deze sectoren stimuleren en faciliteren. Om zo te komen tot economische groei gecombineerd met werkgelegenheidskansen voor de gehele beroepsbevolking. We willen komen tot een optimale aansluiting tussen wat werkgevers vragen en de manier waarop we de beroepsbevolking hierop kunnen voorbereiden (werkenden, studenten en werkzoekenden). In 2016 zijn in het kader van WMVT drie concrete projecten gestart. Dit zijn: MKB Impuls gericht, MBO- 1/2 op de werkvloer en het koppelen van mensen met een uitkering aan bedrijven. Deze geven invulling aan de verbindingen tussen de sectoren. De Raad is hierover eind 2016 geïnformeerd. Halverwege 2017 maken we de balans op en kijken we hoe verder gaan. Daarbij is aandacht voor een mogelijke hogere ambitie en de rol van de gemeente als werkgever, opdrachtgever, facilitator en stimulator. Delft als Proeftuin (ruimte geven aan vernieuwende technologische toepassingen in de stad) Delft biedt als gastheer van de kenniseconomie de ruimte fysiek en organisatorisch om innovaties te testen in de realistische omgeving van de stad in zogenaamde proeftuinen of Living Labs. In 2018 zoeken we meer initiatiefnemers voor proeftuinen en experimenten in de stad. Daarnaast zullen we de zichtbaarheid van de bestaande en nieuwe proeftuinen verbeteren. De website blijft in de lucht, zodat de informatie over proeftuinen toegankelijk is voor iedereen. Versterken Ecosysteem Kennis & Economie Eind 2016 sloten TU Delft en Gemeente Delft een convenant om de ontwikkeling van de stad Delft en de campus van de TU Delft meer te verbinden en te versterken. Sterke ontwikkelingen op de campus realiseren zich fysiek op TU Noord en TU Zuid en programmatisch op Robots, Quantum en Circulair (Green Village). We identificeerden tevens 6 ontwikkellijnen die maximaal bijdragen aan versterking van het Delftse ecosysteem: Kennis en talent. Alom wordt de (zichtbare) beschikbaarheid van kennis en talent gezien als één van de belangrijkste vestigingsfactoren voor bedrijven en kennisinstellingen. Communities en netwerken. Interactie en ontmoeting in- en tussen waardeketens vormen het cement in een goed functionerend ecosysteem. Krachtige communities en netwerken van private en (semi)publieke partners hebben een grote aantrekkingskracht op innovatieve organisaties. Acquisitie. Een gezamenlijke en gerichte strategie en propositie voor het aantrekken van bedrijven en kennisinstellingen die passen bij het profiel van Delft, draagt bij aan het bouwen van robuuste clusters binnen het Delftse profiel. Branding, marketing en communicatie. Gezamenlijke profilering van Delft als stad met een hoog technologisch profiel en verbondenheid van waardeketens draagt bij aan een duidelijk imago. Hospitality. Voor bestaande en nieuwe bedrijven en kennisinstellingen moet duidelijk zijn dat Delft een bijzonder gastvrije en bedrijfsvriendelijke stad is met volop ruimte om te ondernemen en te leven. Hospitality is een vaak onderschat aspect als vestigingsoverweging. Fysieke ontwikkelruimte. Het moet in Delft mogelijk zijn om bedrijven die verder doorontwikkelen te behouden voor Delft en de regio. Dat betekent dat er fysieke plekken moeten zijn, maar ook vastgoedconcepten die het mogelijk maken voor bedrijven om te kunnen groeien in hun eigen tempo. Een deel van de activiteiten zal belegd worden bij DTP (zie boven). Tevens zullen deze activiteiten een sterke lobby en public affairs component hebben. Delft is tenslotte onderdeel van het Daily Urban System MRDH. Afstemming en integratie met beleidvorming en de implementatie van lokaal, regionaal, provinciaal en Rijksbeleid is aan de orde. Mogelijk landt in 2018 de implementatie van deze punten in een EU subsidietraject met o.a. Leuven en Coimbra. Evt. personele inzet voor het convenant wordt meegenomen in de Kadernota YES!Delft In 2016 deden 19 nieuwe startende bedrijven hun intrede in de incubator. Het aantal starters in 2017 is ook al veelbelovend. Ook in 2018 levert de gemeente Delft een bijdrage aan YES!Delft om daarmee het startersklimaat in Delft en de regio verder te versterken en de (inter)nationale positie van YES!Delft als vooraanstaande Tech-incubator te versterken. De bijdrage wordt elk jaar besteed aan nieuwe startups en heeft daardoor een sterk stuwende werking. Het levert directe en indirecte werkgelegenheid op 66

68 en zorgt ervoor dat uitvindingen worden gedaan en innovaties worden gestimuleerd voor maatschappelijke uitdagingen van vandaag de dag. De gemeente en de TU Delft participeren in IQ. IQ heeft 3 kerntaken: business development, marketing & acquisitie en participatie. IQ s speerpunten zijn: HighTech, Security, Clean Tech, Food en Health. Vanaf 1 januari 2018 wordt de bijdrage van de gemeente verlaagd van naar Voor die bijdrage zal IQ voor Delft nog steeds internationaal acquireren om bedrijven naar deze regio en dus ook naar Delft te halen, daarnaast investeringen doen in Delftse bedrijven en de regio marketen. Hightech Center Delft In 2017ontvangt HTC Delft de laatste bijdrage van de gemeente voor het studiejaar In de afgelopen jaren is er een intensieve samenwerking tussen hightech bedrijven en onderwijs, kennisinstellingen en gemeente tot stand gekomen. Momenteel participeren 28 partners in HTC en dat aantal is nog steeds groeiende. De gemeente speelt een belangrijke rol bij het verstevigen en uitbreiden van de samenwerking tussen partners van het HTC. De samenwerking tussen onderwijs (gericht op doorgaande leerlijn mechatronica/robotica vanaf VO tot aan WO.) is geïntensiveerd. Lokale HighTech-bedrijven brengen hun technische vraagstukken in waarna teams MBO-HBO en WO aan de slag gaan. Er is een nauwe samenwerking met de Delftse Fieldlabs zoals Robovalley, RoboHouse. Met betrekking tot 2018 voeren gemeente, HTCDelft en partners gesprekken over verduurzaming van het HTCDelft. De faciliterende rol van de gemeente wordt voortgezet om de samenwerking verder te verstevigen en een goede aansluiting tussen Delftse onderwijs en arbeidsmarkt te realiseren. Bedrijfsvastgoed Door de aantrekkende economie en de grote vraag naar woningen zien we opvallende ontwikkelingen in de vastgoed voorraadontwikkeling van bedrijfsmatig vastgoed. De laatste drie jaar is de kantorenleegstand in Delft nagenoeg gehalveerd en is het aanbod van bedrijfsruimte (opslag/productie) sterk afgenomen. Een belangrijke reden hiervoor is transformatie van werk- naar woonruimte. Deze ontwikkelingen zien we tevens regionaal terug. Om zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin passende ruimte te kunnen blijven bieden voor bedrijvigheid werken we in nauwe samenspraak met marktpartijen aan het creëren van een gedifferentieerd aanbod aan bedrijfsmatig vastgoed. De werkgelegenheidsontwikkeling in Delft hangt nauw samen met het waarborgen van voldoende passende vestigingsplekken voor bedrijven in de stad. Evenementenbeleid De financiële steun aan evenementen is de laatste jaren teruggelopen, mede doordat er is bezuinigd op het evenementenbudget. Een aantal evenementen heeft de afgelopen jaren een stabiel aanbod gerealiseerd, terwijl andere organisatoren concessies doen in de programmering en kwaliteit of kiezen voor de biënnaleregeling. In de begroting 2018 wordt voorgesteld het evenementenbudget structureel te verhogen met We willen deze verhoging ten goede laten komen aan het weer versterken van het basisaanbod van evenementen in Delft. Daarnaast zijn meer veiligheidsmaatregelen bij grote evenementen nodig dan voorheen. Voorgesteld wordt het budget hiervoor structureel te verhogen met In 2017 is de optimalisering van het evenementenbeleid voortgezet en vastgelegd in de nota Doorontwikkeling Evenementenbeleid. De voorstellen uit deze nota zijn in lijn met de aanbevelingen uit het in 2017 verschenen rekenkamerrapport Openbare Orde en Veiligheid bij Evenementen. In 2018 worden deze voorstellen ingevoerd. Bij de begrotingsraad (d.d. 9 november 2017) is een amendement aangenomen waarmee het budget Evenementen voor 2018 incidenteel wordt verhoogd van naar Over een structurele verhoging vindt een nadere afweging plaats bij de Kadernota Toerisme De groei van de toeristische sector in Nederland biedt veel kansen voor Delft. Die kansen vormden het uitgangspunt van de Visie Toerisme Delft die eind 2016 is vastgesteld. In die visie staan focus, verbinding en productontwikkeling centraal. De Visie Toerisme is het startpunt voor verdergaande samenwerking in de toeristische sector om samen de geformuleerde ambitie te verwezenlijken. In 2017 is hard gewerkt aan de nadere uitwerking van de Visie Toerisme. Er is een uitvoeringsagenda opgesteld samen met relevante actoren in de stad. Hiermee is een stevige basis gelegd voor de 67

69 samenwerking in de sector. De toeristische ambitie van de stad heeft ook een plek gekregen in de Agenda Delft Binnen de Agenda Delft 2040 staat samen met partners werken aan en investeren in projecten centraal. Dat geldt ook voor het investeringsopgave Delft als must-see bestemming. Wij gaan samen met onze toeristische partners bepalen welke impuls voor de openbare ruimte het grootste rendement oplevert, op het meeste draagvlak kan rekenen en het meest urgent is. Daarnaast gaan we investeren in toeristische voorzieningen en uitbreiding van het toeristisch product. Ook de inzet op congrestoerisme wordt gecontinueerd. Congresorganisatoren weten Delft steeds beter te vinden. Om deze stijgende lijn vast te houden blijven we in 2018 de ingezette koers voor congrestoerisme volgen. We zetten net als in voorgaande jaren in op het aantrekken en faciliteren van meer (wetenschappelijke) congressen in Delft. Ondernemersfonds In 2018 bedraagt de begrote opslag op de OZB niet-woningen die de gemeente voor het Ondernemersfonds oplegt

70 Stad van participatie Wat willen we bereiken? 69

71 Transitie Sociaal domein Actualisatie Sociale Visie Begin 2014 hebben gemeente en partners met elkaar een Sociale Visie Delft op schrift gesteld. De visie heeft enorm geholpen bij het voorbereiden van de nieuwe taken op het gebied van werk en inkomen, welzijn, ondersteuning en (jeugd) zorg en het werken in de praktijk. We zijn nu bijna 4 jaar verder. Er is veel ervaring opgedaan en de vraagstukken om ons heen zijn ook veranderd. Tijd om de sociale visie actueel te maken. We doen dit samen met partners met als doel dat de verschillende partners in het Sociaal domein werken vanuit 1 visie, die richting geeft aan ons werk en de verdere transformatie. De uitgangspunten in de Sociale Visie , zijn als volgt geformuleerd: We voorkomen waar mogelijk dat mensen in kwetsbare situaties raken. We zorgen dat ondersteuning en zorg dichtbij is en integraal (breed). We werken volgens het principe van 1 gezin, 1 plan (waarin meerdere organisaties samenwerken), 1 budget, 1 regisseur. We werken vanuit de leefwereld van de inwoners en doen wat nodig is, op maat. Regels die niet meer nodig zijn schaffen we waar mogelijk af. Bij beperking door regels of wetten, werken we vanuit de bedoeling. We werken samen om mensen in hun kracht te helpen. Dit najaar zullen partners en de gemeente de Sociale Visie ondertekenen. Trends en ontwikkelingen Binnen de gedecentraliseerde taken is landelijk en lokaal een trend van een stijgend aantal cliënten en voorzieningen waarneembaar. Het gaat hierbij om de drie domeinen Jeugd, WMO en Participatie. Bij deze trends is tevens een stijging van de complexe gespecialiseerde zorg te signaleren. De ontwikkeling van de stijgende vraag (volume-effect) en de kosten (prijs-effect) passen in het landelijk beeld en zijn niet specifiek voor de gemeente Delft. Tegelijkertijd wordt de financiering vanuit het Rijk neerwaarts bijgesteld. Hierdoor ontstaat op basis van de huidige informatie voor de gemeente Delft een financieel risico. Dit financiële risico speelt op de korte en op de langere termijn. Voor de korte termijn is hier in deze begroting in het risicoprofiel rekening mee gehouden, waar nodig wordt in de Najaarsrapportage 2017 bijgestuurd. Voor de langere termijn is (zoals aangekondigd in de brief van het college d.d. 29 juni 2017, nr ) een actieplan voor het Sociaal domein opgesteld. In de periode tot aan de Kadernota 2018 wordt naar aanleiding van dit actieplan een aantal stappen gezet om beter inzicht te krijgen in de volume- en prijseffecten voor de gedecentraliseerde taken Jeugdhulp, WMO en Participatie. Vanuit de integrale visie op hoe we in het Sociaal domein werken, betrekken we de BUIG hier ook bij, hoewel BUIG niet tot de gedecentraliseerde taken behoort. Met deze inzichten zullen de mogelijkheden tot en effecten van bijsturing in kaart worden gebracht. Hieruit volgt een aantal scenario s dat begin 2018, voorafgaand aan besluitvorming over de Kadernota 2018 en de overdracht naar de nieuwe raad, gereed zal zijn. Op dat moment zal ook bekend zijn of vanuit het Rijk aanvullende middelen beschikbaar zijn. Hieronder zijn, zoals toegezegd tijdens de behandeling van de Kadernota 2017 (toezegging 17-09), de eerste resultaten van de analyse opgenomen. Omdat de analyse en uitwerking doorlopend plaatsvindt, wordt vooruitlopend op de behandeling van de begroting een presentatie over de laatste stand van zaken van het actieplan sociaal domein voor de raad georganiseerd. Op basis van de analyses van de eerste halfjaarcijfers van 2017 hebben we op het moment van opstellen van de begroting de volgende schattingen beschikbaar over de ontwikkeling van de zorgkosten. Het aantal cliënten is gestegen met ongeveer 5% voor Jeugd (met name ambulante begeleiding) tot ongeveer 13% voor WMO (individuele begeleiding en dagbesteding). Daarnaast zien we een stijging van het totale aantal voorzieningen. Voor een eventueel tekort in 2018 en verder is binnen het risicodeel van de Algemene reserve een bedrag van 7,7 miljoen beschikbaar voor de open einde regelingen Jeugd en WMO. Uit de eerste analyses komt daarnaast naar voren dat er sprake lijkt te zijn van een daling van de kosten voor de gecertificeerde jeugdinstellingen. Of deze daling doorzet en wat het effect daarvan is, wordt binnen het actieplan nader onderzocht. In aanvulling op het actieplan Sociaal domein lopen op korte termijn verschillende verbetertrajecten, zoals op de inkoop Jeugd H10 waar een harmonisatie van producten en tarieven plaatsvindt. Het grote aantal producten en tarieven wordt per 1 januari 2018 aanzienlijk gereduceerd, waardoor 70

72 naar verwachting de administratieve kosten zullen afnemen. De hierboven genoemde trends en ontwikkelingen maken dat vernieuwing en transformatie noodzakelijk is en blijft. Vernieuwing kunnen wij alleen samen met onze partners en inwoners realiseren. Zorg blijft gegarandeerd. We zorgen ervoor dat inwoners die zorg nodig hebben, deze blijven ontvangen. We gebruiken de monitor Sociaal Domein als een verantwoordingsinstrument en tevens als instrument om te beoordelen of ingezet beleid gewenst uitwerkt en of het nodig is om beleid aan te passen. Uitvoeringsagenda Sociaal domein Om vorm te geven aan de transformatie werken we samen met partners aan de uitvoeringsagenda. De uitvoeringsagenda speelt in op complexe vraagstukken in de keten van ondersteuning en zorg. Het biedt coalities de mogelijkheid nieuwe vormen van integrale ondersteuning te ontwikkelen. Voor de zomer 2017 zijn subsidies toegekend aan coalities met diverse initiatieven: Communityschool Het grootste deel van de leerlingen van Basisschool de Horizon groeit op in aandachtsbuurten van de Buitenhof. De school zoekt actief de samenwerking met diverse maatschappelijke partners om samenhang in onderwijs en aanbod voor kinderen en ouders in de wijk te realiseren en zo de ontwikkelkansen en ontplooiing van de kinderen te optimaliseren en te vergroten. Krachtpatsers Schulden Met een nieuwe aanpak worden jongeren met schulden 6 tot 12 maanden begeleid. Zij leren vaardigheden op financieel gebied. Met dit initiatief wordt bijgedragen aan het voorkomen of erger worden van financiële problemen. Krachtpatsers Wonen De meest kwetsbare jongeren worden geholpen door het bieden van een stabiele woonsituatie. Van tijdelijke huisvesting met toezicht, tot wonen met ambulante begeleiding op maat en inzet van ervaringsdeskundigen. Met dit initiatief kan preventief en alert worden gehandeld en worden (grote) problemen voorkomen. Decubitus Delft uit Doorligwonden vormen een groot probleem in de gezondheidszorg. Voorkomen van dit soort wonden is prettig voor patiënten en bespaart behandelkosten. Door middel van technologie vindt preventie plaats. In het verzameloverzicht Reserves en voorzieningen is nadere informatie opgenomen over de bestedingen. In het najaar zal de raad separaat geinformeerd worden over de voortgang van de diverse initiatieven. Een sterke basis voor een sociale stad (Kadernota ISD III) Er wordt gewerkt aan verdere versterking van de basis en aan preventie. Omdat een sterke basis ervoor zorgt dat Delft een aantrekkelijke stad blijft, waarin mensen prettig kunnen leven en waar iedereen een kans krijgt zich te ontwikkelen naar eigen wensen en kunnen. De Kadernota Innovatie Sociaal domein III Een sterke basis voor een sociale stad geeft op hoofdlijnen richting aan wat gemeente, inwoners en partners de komende jaren gaan doen om de basis te versterken voor alle inwoners en specifiek voor de mensen die ondersteuning nodig hebben. Het is ook een uitnodiging aan iedereen in de stad om aan de ambities van een sterke basis mee te werken. Het onderwijs (onderdeel van de basis) We versterken doorlopende leerlijnen via de stimulering van de samenwerking tussen peuteropvang en scholen. Door meer peuters naar de peuteropvang toe te leiden (bereik vergroten) om hiermee eventuele ontwikkelingsachterstanden vroegtijdig aan te pakken door middel van de inzet van voor-en vroegschoolse educatie. De verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp krijgt vanuit de gemeentelijke Toegang en Passend Onderwijs steeds meer vorm. Via een gericht leertraject wordt dit de komende jaren waar nodig versterkt door de doorontwikkeling van zogeheten onderwijs-zorgarrangementen rondom leerlingen. Tenslotte krijgt het bewegingsonderwijs een financiële impuls, waarmee het 2 e bewegingsuur wordt geborgd en ruimte wordt geboden aan de invulling van het gewenste 3 e bewegingsuur door basisscholen. De Raad heeft met de Kadernota 2017 tevens besloten om een strategische onderwijsagenda samen met het onderwijs in Delft op te stellen. Hierin worden de lopende initiatieven aangaande het Integraal Kindcentrum opgenomen. 71

73 Verzelfstandiging Toegang Bij de start van de Toegang op 1 januari 2015 is gekozen voor het inrichten van een projectorganisatie met inzet van professionals vanuit maatschappelijke organisaties. Tegelijkertijd was er de opdracht om te komen tot een definitieve organisatievorm. Dit heeft geleid tot een businesscase voor de verzelfstandiging van de Toegang. De Toegang kent drie teams: team WMO en team Jeugd (incl. jongerenacademie) en voor multiproblematiek het Sociaal team waar ook het meldpunt Bezorgd deel van uitmaakt. De uitwerking van de opdracht voor verzelfstandiging wordt voor de wensen- en bedenkingenprocedure aangeboden aan de raad in het najaar. De Toegang is nu 2,5 jaar operationeel en heeft zich een positie verworven in het Sociaal domein. Voor de toekomst is er, naast de verzelfstandiging, nog een aantal uitdagingen: Het verder versterken van de relatie met basis en preventie om zo verder te werken aan zo licht als kan, zo zwaar als moet. Het verder verbinden en integreren van het sociaal domein en het veiligheidsdomein. Het veld waarin gewerkt wordt, is volop in beweging. De wetgeving en de beschikbare financiële middelen kunnen aangepast worden: de samenwerkingspartners zijn ook nog aan het transformeren en ook de zorgvraag van onze inwoners verandert. Uitgangspunt is om inwoners met een vraag rond zorg snel en adequaat te kunnen helpen. Vaak lopen we daarbij aan tegen tegenstrijdigheden in wet- en regelgeving. In die gevallen denken en handelen de professionals vanuit de bedoeling. Regionale samenwerking Delft werkt in het Sociaal domein intensief samen met andere gemeenten in de regio. Op de schaal van Haaglanden (H10) voor de inkoop van jeugdhulp, in H4-verband (Delft, Westland, Rijswijk, Midden- Delfland) voor de inkoop van WMO ondersteuning, in DWO-verband als centrumgemeente voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen en in H5-verband (H4 plus Den Haag) op het gebied van werk en participatie. Wij zien de regionale samenwerking als middel om onze lokale doelen te bereiken. Die zijn erop gericht om de zorg en de ondersteuning voor onze inwoners zoveel mogelijk ontschot en integraal te organiseren. In H4 verband heeft een onderzoeksbureau een verkennend onderzoek verricht naar kansen en mogelijkheden van intensivering van de samenwerking. Op basis van dit onderzoek hebben de H4 gemeenten besloten tot intensivering van de samenwerking door middel van een samenwerkingsagenda. Belangrijk is dat per onderwerp vooraf wordt afgestemd op welk niveau wordt samengewerkt, zodat de couleur locale en de ruimte voor het bieden van maatwerk aan onze inwoners wordt behouden. Dit voorjaar is de gemeenschappelijke regeling inkoopbureau H10 voor de inkoop van jeugdhulp met een jaar verlengd tot 31 december Een evaluatie wordt uitgevoerd van de gemeenschappelijke regeling ter voorbereiding van latere besluitvorming over het al dan niet of gewijzigd voortzetten van deze samenwerkingsvorm. Het visietraject over de regionale samenwerking binnen H10 loopt nog. In het najaar worden de besluiten over de inkoop en de regionale samenwerking voor jeugdhulp aan de gemeenteraden voorgelegd. Beleidstoelichting: Wat willen we bereiken? De verbindende opgave in dit hoofdstuk is: Zelfstandige mensen die meedoen en ertoe doen. We volgen de Kadernota Innovatie Sociaal Domein, waarin integraal werken moet leiden tot een sterke samenleving, adequate zorg en ondersteuning en werk en economische zelfstandigheid. In het overzicht aan het begin van het hoofdstuk wordt conform het Bestuursprogramma de operationalisering van deze verbindende opgave getoond. Aan de linkerkant is aangegeven met welke begrotingsdoelen de onderdelen van deze opgave corresponderen. Aan de kleuren is te zien waar de opgaven elkaar versterken. De doelstelling Werk en economische zelfstandigheid is voor wat betreft de 1 e W-vraag geconcretiseerd in hoofdstuk 1. Stad van innovatie, vanwege de bijdrage aan de opgave mensen aan het werk. 72

74 Stad van participatie Beginstand Streefcijfer 2018 Ontwikkeling Participatiewet Delft: Landelijk: +20,0% +21,5% Gelijk t.o.v. landelijk Buurtscore Buitenhof 5,2 >5,2 Waardering sociale contacten 7,2 7,2 Startkwalificatie / 90% 90% schoolinschrijving Zelfstandig zijn, worden, blijven. Streefcijfer bepalen De nagestreefde maatschappelijke effecten komen overeen met het herijkte Bestuursprogramma Wat gaan we ervoor doen? Stad van participatie Werk en economische zelfstandigheid (draagt bij aan de opgave "Mensen aan het werk") Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Zoveel mogelijk WWB ontwikkeling tov Delft: + 20,0% gelijk tov landelijk arbeidsparticipatie. landelijk gemiddelde. Landelijk: + 21,5% gemiddelde. Delft scoort 21,5% - 20% = 1,5% - tweejaarlijks - beter ( ). Prestaties Verminderen laaggeletterdheid. % taalleerders minimaal op 1 taalonderdeel 1 niveau gestegen (exact aantal tussen haakjes). 64% (251). 84% (168). 64%. 64%. Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Garantiebanen en stageplaatsen. Volgt na actieplan Arbeidsmarkt garantiebanen. Werkse! : gemeentelijke taakstelling realiseren. 30% van de omzet. 40% inclusief regiogemeenten. 40% van de omzet. 40% van de omzet. Sterke samenleving (draagt bij aan de opgave "Zelfstandige mensen die meedoen en ertoe doen") Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Sterke samenleving. Buurtscore Buitenhof NW Waardering sociale contacten. 5,2 7,2. >5,2 7,2. -tweejaarlijks - Prestaties Energiebesparing bouw: bestaand en nieuw. Algemene E-deal: Jaarlijks 5 nieuwe ondertekenaars Projecten E-deal: Nieuwe deals Corporatiewoningen: Verduurzaming EFG labels naar C. Evenwichtige woningvoorraad. - Nieuwe woningen. - Studentenhuisvesting. - Woonservicezones. 200/jaar /jaar /jaar 200. Betere buurten. Buurtscore Buitenhof. 5,2. >5,2. tweejaarlijks beschikbaar. Goede basis samenlevingsvoorzieningen en goed sociaal klimaat. - Verbonden met buurt. - Actief. - Vrijwillige inzet. - Beweegnorm. 33% 46% 32% 51%. 33% 46% 40% >51%. tweejaarlijks beschikbaar. 73

75 Sterke samenleving (onderwijs) (draagt bij aan de opgave "Mensen aan het werk") Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Onderwijs sluit aan op Aandeel jongeren met 90%. 90%. arbeidsmarkt. startkwalificatie of schoolinschrijving. -tweejaarlijks - Prestaties Netwerken voor sterkere aansluiting (technisch) onderwijs en technisch bedrijfsleven. Instroom aantal studenten technisch MBO 4 Delft Terugdringen schooluitval. Aantal nieuwe VSV'ers Landelijk criterium. Landelijk criterium. 74

76 Wie zijn onze partners? 2.1 Werk en economische zelfstandigheid Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij Werkse! Werkse! verzorgt de begeleiding naar De gemeente regelt het werk van bijstandsgerechtigden en regelt Beschut Werk plekken. Werkse! voert ook de WSW uit X Partner en gemeente staan samen aan de lat De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage 17,2 miljoen Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk) Taakveld (BBV) Financieel. De gemeente heeft geen sturingsmogelijkheid op het subsidieresultaat (WSW) en beperkt op het exploitatieresultaat. 6.4 Begeleide participatie 2.2 Sterke samenleving Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij G.G.D. Haaglanden (vanaf 1 januari 2018 inclusief Veilig Thuis) De gemeente regelt het X Partner en gemeente staan samen aan de lat De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage Door een verschuiving in de afspraken over welke taken Risico's (Financieel, bestuurlijk, de GGD uitvoert vanuit de GR en welke vanuit lokale maatschappelijk) afspraken ontstaat een financieel risico met als bandbreedte tot Taakveld (BBV) 7.1 Volksgezondheid 2.3 Zorg en ondersteuning Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij GR H10 inkoopbureau De gemeente regelt het X Partner en gemeente staan samen aan de lat Adequate jeugdhulp De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, Nihil maatschappelijk) Taakveld (BBV) 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-75

77 Wat mag het kosten? Het overzicht van baten en lasten in de begroting In de tabel is per product aangegeven wat het financiële kader is aan baten en lasten in het jaar Stad van participatie Mutaties in de begroting Bedragen x 1000,- Doelstelling/Product Lasten Baten Resultaat na bestemming Werk en economische zelfstandigheid 2101 Inkomensverstrekking Armoedebestrijding Werk en re-integratie Totaal werk en economische zelfstandigheid Sterke samenleving 2201 Stedelijke vernieuwing Burgerinitiatief/eigen kracht Wonen en wijken Sportaccommodaties Ovg. maatsch.voorzieningen Gezond en wel Preventieve gezondheidszorg Onderwijshuisvesting Brede educatie Totaal sterke samenleving Zorg en ondersteuning 2301 Maatschappelijke opvang Begeleiding/dagbesteding Beschermd wonen Jeugdhulp Individuele verstrekkingen WMO Onderwijsondersteuning Toegang en toeleiding Totaal zorg en ondersteuning Totaal Stad van participatie Bedragen x 1.000,- Stad van Participatie Werk en economische zelfstandigheid Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Gemeentefonds Participatie (SD) Bezuinigingen Herschikken loketfuncties Overige voorstellen Vrijval reservering Werkse! Subsidieresultaat Werkse! Totaal Werk en economische zelfstandigheid

78 Bedragen x 1.000,- Stad van Participatie vervolg Sterke samenleving Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Kadernota 2017 Bewegingsonderwijs Herontwikkeling sportparken Welzijnsaccommodaties Gemeentefonds Gids (Du) Bezuinigingen Gezond en wel Algemene dekkingsmiddelen Herijken investeringsplan Overige voorstellen Omzettingsvergunning verkamering Agenda Stad Delft Onderwijsvoorzieningen (IGBO /IGVO) Totaal Sterke samenleving Zorg en ondersteuning Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Kadernota 2017 Basisvoorziening peuterspeelzalen Gemeentefonds Beschermd wonen (SD) Jeugd (SD) MO (DU) Peuteropvang (DU) VO (DU) WMO (DU) WMO (SD) Raming reserve sociaal domein tbv Overige voorstellen Innovatie en regionale samenwerking Maatschappelijke opvang Leerlingenvervoer Totaal Zorg en ondersteuning Eindtotaal Bezuinigingstaakstelling In onderstaand overzicht staan de openstaande taakstellingen die nu in de Programmabegroting definitief zijn ingevuld. Daarmee is het Bezuinigingsprogramma dat is gestart in 2010 volledig afgerond. Bezuinigingsmonitor (bedragen x 1.000) Omschrijving taakstelling Restant 2018 Restant 2019 Restant 2020 Restant 2021 Herschikken loketfuncties Totaal Werk en economische zelfstandigheid Gezond en wel Totaal Sterke samenleving Herschikken loketfuncties Het betreft hier de resterende taakstelling op de integratie van Loketfuncties. Het is de bedoeling de functie van de sociaal Raadslieden te integreren in de basisvoorzieningen. Dit proces loopt. In 2018 wordt de opdracht basisvoorzieningen verstrekt voor de periode vanaf In die opdracht wordt dan 77

79 ook de Sociaal-juridische cliëntondersteuning opgenomen. En daarmee wordt de bezuiniging vanaf 2019 gerealiseerd. Voor 2017 (zie Najaarsrapportage 2017) en 2018 resteert een incidentele tegenvaller. Gezond en wel In de Programmabegroting is voor een aantal taakstellingen alternatieve dekking gevonden in structurele onderbestedingen. De onderbesteding bij Gezond en wel doet zich niet voor en leidt nu tot een nadeel. Toelichting bestaand en nieuw beleid 2.1 Werk en economische zelfstandigheid Deze doelstelling betreft de uitvoering van de participatiewet. Het is belangrijk dat iedereen die kan werken dat zoveel mogelijk doet. Werk is de beste manier om armoede te voorkomen. Het blijft belangrijk dat de gemeente investeert in het aantrekken en behouden van bedrijven (zie doelstelling Sterke economie) om zo arbeidsplaatsen te realiseren. De gemeente ondersteunt mensen bij het vinden van (parttime) werk. Heeft iemand (nog) geen werk en geen ander inkomen? Dan biedt de gemeente inkomensondersteuning. Dat kan gaan om een bijstandsuitkering en/of bijzondere bijstand. Ook schuldhulpverlening valt onder deze doelstelling. Het budget inkomensverstrekking ontvangt de gemeente van het Rijk voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies voor bepaalde doelgroepen. De gemeente Delft heeft als doel om de stijging het aantal uitkeringen niet groter te laten zijn dan landelijk gemiddeld. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat op het Rijksbudget Inkomensverstrekking (BUIG) tekorten ontstaan zijn we in 2016 opnieuw met een taskforce gestart. Vanuit de taskforce financieren we experimenten die moeten leiden tot kostenbesparing of uitstroombevordering. Het budget armoedebestrijding besteden we aan bijzondere bijstand (ook voor schuldhulpverlening) en participatiebevordering, vooral gericht op kinderen. Dankzij de extra middelen die we van het Rijk ontvangen, breiden we o.a. de fiets- en computerregeling uit en kunnen meer kinderen deelnemen aan het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds. In het kader van armoedebestrijding/ondersteunen bij financiële problemen continueren we in 2018 een aantal experimenten zoals het jongeren perspectieffonds, een incassovrije wijk en energiecoaches. Het budget voor werk- en re-integratietrajecten geven we uit aan de re-integratie van uitkeringsgerechtigden, de financiering van het werk in het kader van de Sociale Werkvoorziening (SW) en beschut werk. We gaan de mogelijkheden onderzoeken van een scholingsfonds voor werkzoekenden. 2.2 Sterke samenleving Stedelijke vernieuwing Met de meerjarenraming stimuleringsfonds Stedelijke Vernieuwing is ook in 2018 een fonds beschikbaar voor revolverende leningen. Burgerinitiatief en eigen kracht Dit budget wordt ingezet voor prestatiesubsidies aan de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit (DWH) en Bureau Discriminatiezaken, die daarvoor de wettelijke taken op het gebied van discriminatiebestrijding uitvoert voor de gemeente Delft. Ook incidentele activiteiten ter bevordering van emancipatie en integratie worden uit dit budget bekostigd. Wonen en wijken Onder deze noemer vallen alle budgetten voor wonen en wijken. Het budget bestaat voor een deel uit incidentele middelen om voor de Buitenhof en de Woonvisie uitwerking te kunnen geven aan de opgaven waar we nu voor staan. In de Kadernota 2017 en de Woonvisie zijn de transformatie en bouwopgave als twee van de zeven centrale Delftse opgaven benoemd. Het betreft in de komende 10 jaar het realiseren van woningen en het vernieuwen van bestaande woningen. In 2017 is de uitvoeringsagenda Woonvisie gereed gekomen, is de City Deal Kuyperwijk afgerond en zijn de kansenkaarten van de Buitenhof gereed gekomen. Op basis hiervan wordt een aantal kansrijke projecten en locaties benoemd dat in 2018 nadere uitwerking krijgt met partners in de stad. 78

80 Nieuw is het de invoering van een omzettingsvergunning in Delft. Een omzettingsvergunning moet worden aangevraagd als een bestaand woonpand wordt omgezet naar onzelfstandige woonruimte voor 3 of meer huishoudens. Met de vergunning wordt gestuurd op behoud van schaarse woonruimten en het voorkomen van overlast. Sportaccommodaties Uitgangspunt is dat De Delftse sportaccommodaties toegankelijk, functioneel en veilig moeten zijn en daarmee voldoen aan de normering van de sportbonden. Participatie van sportverenigingen in het beheer van de accommodaties en het leveren van een bijdrage bij het oplossen van maatschappelijke problemen zijn eveneens uitgangspunten van het beleid. Eén van de uitkomsten van de Bestuurlijke Opdracht Toekomstbestendige Sport is dat de kwaliteit van de sportaccommodaties onvoldoende is en verbeterd dient te worden. Eind 2017 is een investeringsvoorstel gereed, waaraan in 2018 nader invulling gegeven zal worden. Overige maatschappelijke voorzieningen Dit betreft met name de Welzijnsaccommodaties. In het accommodatiebeleid (2011) is vastgesteld dat zeven wijkcentra en twee jongerencentra voldoende capaciteit kunnen bieden om te voorzien in de programmering van de welzijnsactiviteiten voor kwetsbare burgers. Het beleid met betrekking tot het gebruik en de exploitatie van de accommodaties is door een extern bureau geëvalueerd. Dit heeft geleid tot een drietal ontwikkelingstrajecten die in 2018 gereed komen: het betreft het aanscherpen van de propositie van de wijkaccommodaties, het optimaliseren van het tarievenstelsel en het verbeteren/vervangen van het Zoek en Boek-systeem. Daarnaast worden middelen beschikbaar gesteld voor achterstallig onderhoud. Gezond en wel Het budget voor Gezond en Wel wordt grotendeels toegekend aan de netwerkorganisatie Delft voor Elkaar, bestaande uit Participe-Delft, Kwadraad, Stichting MEE Zuid-Holland Noord en Haaglanden Beweegt (voorheen Sport en Evenementen Haaglanden) en vijf informele zorgpartners (Alzheimer DWO, Buddy Netwerk, Inloophuis Debora, Ouderenfederatie en Autisme Informatie Centrum). Daarnaast zijn diverse (vrijwilligers)organisaties gelieerd aan Delft voor Elkaar. Delft voor Elkaar is de belangrijkste uitvoerder van de opdracht Gezond en Wel waarin (per 2017) vier opgaven centraal staan: sociale wijken, gemakkelijk meedoen, langer (weer) zelfstandig thuiswonen en vrijwillige inzet. Het gaat om activiteiten op het gebied van welzijn en preventie, zoals het maatschappelijke werk en het jongerenwerk, individuele cliëntondersteuning en ondersteuningsactiviteiten via Kwadraad en MEE en laagdrempelig beweegaanbod in de wijken via Haaglanden Beweegt. Delft voor Elkaar is het eerste portaal voor alle hulp- en ondersteuningsvragen in de basis. Alle activiteiten zijn erop gericht om de fysieke en digitale zelfredzaamheid en samenredzaamheid van Delftenaren te versterken en de leefbaarheid in de stad en de wijken te vergroten. Op basis van de eerste positieve resultaten in 2015 en 2016 (nulmeting en tussenmeting) is besloten de subsidierelatie ook in 2017 en 2018 voort te zetten met Delft voor Elkaar. De opdracht is grotendeels hetzelfde, maar een aantal prestaties is aangescherpt en/of aangepast op basis van de eerste resultaten. Deze zijn door Delft voor Elkaar aan de raad gepresenteerd. Voor 2019 en verder vormt de Kadernota Innovatie Sociaal Domein III Een sterke basis voor een sociale stad na vaststelling door de raad - het overkoepelende kader voor Gezond en Wel en daarmee voor de nieuw te maken subsidieafspraken met Delft voor Elkaar voor de periode 2019 t/m Uit dit budget worden daarnaast de subsidies aan Youth for Christ en de vier Speeltuinverenigingen betaald, evenals de activiteit Vriendendienst van Perspektief en de kosten voor de Adviesraad Sociaal Domein. Preventieve gezondheidszorg Het gaat in hoofdzaak om de uitvoering van de wettelijke taken door de Stichting JeugdgezondheidsZorg (JGZ) en die van de GGD. De afgelopen periode is gewerkt aan meer samenhang (minder versnippering) en eenduidige regie binnen de preventieve zorg voor de jeugd tot 23 jaar. We zetten in op integratie en bundeling van diensten van verschillende aanbieders. Het afgelopen jaar is in dit kader vooral ingezet op de samenwerking met onderwijs. Voorbeelden hiervan zijn de doorontwikkeling van het jongerencontactmoment op het VO en nieuwe samenwerking tussen JGZ, DvE en de Horizon onder de noemer Community School. De inzet van de preventieve jeugdgezondheidszorg draagt tevens bij het aan het voorkomen van de inzet van jeugdhulp (prestatie adequate jeugdhulp binnen Zorg & Ondersteuning). 79

81 Voor de preventieve gezondheidszorg in de breedte is GGD Haaglanden de belangrijkste uitvoerende partij. Afgelopen jaar heeft een evaluatie plaatsgevonden. Op basis daarvan is de gemeenschappelijke regeling herijkt op de thema s Taken, Governance en Financiën. De resultaten worden in 2018 geïmplementeerd. Voor het lokale gezondheidsbeleid is in 2017 een nieuw kader vastgesteld middels de Kadernota Innovatie Sociaal Domein III Een sterke basis voor een sociale stad. Het gezondheidsbeleid wordt hier in de context geplaatst van de sociale basis. Dit betreft het geheel aan sociale activiteiten en voorzieningen die voor iedereen vrij toegankelijk zijn. De thema s zijn dan ook breder dan alleen gezondheid, maar hebben alle invloed op het welbevinden van de mensen in de stad. De kadernota bevat een versterkingsagenda langs vijf thema s: vitaal en veerkracht, aantrekkelijke wijken en buurten, groei en talent, meedoen, vrijwillige inzet. Per thema wordt benoemd waar we de komende twee jaar mee aan de slag gaan, samen met maatschappelijke partners en bewoners. De versterkingsagenda is een groeidocument, dat tweejaarlijks wordt aangevuld op basis van input van partners en nieuwe inzichten. Onderwijshuisvesting De gemeente heeft de wettelijke taak voor realisatie en instandhouding van voorzieningen voor onderwijshuisvesting. Aan deze wettelijke zorgplicht wordt invulling gegeven middels de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Delft 2014 (regelgeving), de jaarlijkse onderhoudsprogramma s en Integrale Huisvestingsplannen (beleid). De Integrale Huisvestingsplannen vormen de basis voor beleidsmatige keuzes als ook concrete plannen voor verdere uitvoering in de periode Er wordt gestuurd op efficiënter gebruik van schoolgebouwen en kostenreductie. Brede educatie De inzet van rijksmiddelen is gericht op de wettelijke taken waarvoor we deze middelen ontvangen. Vanuit gemeentelijke middelen faciliteren we het onderwijs met subsidie voor Loopbaan oriëntatie voor het VMBO (ter voorkoming voortijdig schoolverlaten), bewegingsonderwijs en schoolzwemmen (vangnet). 2.3 Zorg en ondersteuning Maatschappelijke opvang/vrouwenopvang/huiselijk geweld Gemeente Delft is centrumgemeente voor de opvang van dak- en thuislozen,vrouwenopvang en de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling voor de regio DWO (Delft, Westland, Midden- Delfland en Pijnacker-Nootdorp). De activiteiten in het kader van de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang worden uitgevoerd door Stichting Perspektief (dag- en nachtopvang, Sociaal Pension, vrouwen- en gezinsopvang). Door een interne verbouwing in het Sociaal Pension is uitbreiding van de nachtopvang gerealiseerd en is de beschermd wonen locatie efficiënter ingericht. De verbouwing is gereed in november. De aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling wordt uitgevoerd door de organisatie Veilig Thuis Haaglanden. Voor de vrouwenopvang loopt al langere tijd een onderzoek naar de mogelijkheden van nieuwbouw. Naar verwachting wordt in het najaar van 2017 met Vestia een intentieovereenkomst gesloten voor de realisatie daarvan. Begeleiding/dagbesteding Begeleiding (individueel en groep) is per 2015 als nieuwe voorziening onder de verantwoordelijkheid van gemeente Delft gekomen. Op regionaal niveau (H4, Delft, Westland, Rijswijk en Midden-Delfland) worden inkoopafspraken gemaakt met zorgaanbieders. Naar verwachting zal de samenwerking met zorgverzekeraar DSW op het gebied van advies, ondersteuning en administratie ook in 2018 worden voortgezet vanwege de positieve ervaringen. De laatste cijfers laten zowel ten aanzien van instroom van nieuwe zorgvragers als ten aanzien van de zorgzwaarte een stijging zien. Dit is ook een landelijke trend. Onderzocht wordt wat de oorzaak is en wat de financiële gevolgen hiervan zijn. Begeleiding is onderdeel van het Inkoopplan Jeugd/WMO

82 Beschermd Wonen Ook beschermd wonen is per 2015 als nieuwe voorziening een verantwoordelijkheid van centrumgemeente Delft geworden. De drie grootste zorgaanbieders van deze voorziening zijn Stichting Perspektief, GGZ-Delfland en Pieter van Foreest. Het budget voor beschermd wonen is destijds zonder korting overgeheveld naar gemeenten; reeds verstrekte indicatiestellingen blijven 5 jaar gegarandeerd (2020). Begin 2017 heeft de raad het Regio-Beleidsplan Bescherming en Opvang DWO vastgesteld. Dit plan zet de lijnen uit voor de komende jaren voor ontschot beleid op het gebied van maatschappelijke opvang en beschermd wonen voor de regio Delft, Westland Oostland. Het betreft een doorontwikkeling van bestaand beleid en het implementeren van de landelijke visie gericht op herstel en participatie. Eind 2017 zal een uitvoeringsnotitie worden gepresenteerd met meer concrete voorstellen over de uitvoering van deze visie. Jeugdhulp In aanvulling op de preventie, zijn gemeenten vanaf 2015 tevens verantwoordelijk voor de inzet van jeugdhulp voor zowel het vrijwillige als het gedwongen kader (jeugdhulpplicht). Het gaat om alle specialistische zorg (pleegzorg, jeugd GGZ, ambulante hulp, residentiele opvang). Ook is er budget beschikbaar om zorg via een persoonsgebonden budget (PGB) in te zetten. De specialistische jeugdhulp wordt regionaal ingekocht via de GR Inkooporganisatie Haaglanden (H10 verband). In het inkoopplan Jeugdhulp-WMO Delft 2018 dat in juli 2017 aan de raad is aangeboden, is de gespecificeerde begroting voor 2018 opgenomen. Hiermee is de motie Ramen uitgaven Sociaal domein (d.d. 29 september 2016) afgedaan. Individuele verstrekkingen Onder individuele verstrekkingen worden verstaan voorzieningen als huishoudelijke ondersteuning, woningaanpassing, vervoer en scootmobielen. De huidige contracten hulp bij het huishouden zijn per april 2017 gecontinueerd. Naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep worden de normering en de tarieven van huishoudelijke ondersteuning naar boven bijgesteld. In verband met het aflopen van het contract met Medipoint vindt op dit moment een nieuwe aanbesteding van de hulpmiddelen plaats. Door de lage tarieven in de vorige periode en de martktconforme tarieven in deze aanbesteding zullen de kosten in 2018 beduidend hoger uitvallen. Tevens zal bij een nieuwe partner ruimte gezocht worden voor innovatie. Onderwijsondersteuning Binnen de begroting van Zorg & ondersteuning zijn ook de (rijk)middelen opgenomen die worden ingezet voor het aanpakken en voorkomen van onderwijsachterstanden (VVE/OAB), voortijdig schoolverlaten (VSV) en leerlingenvervoer. Het gaat hier om wettelijke taken. De middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid worden naar verwachting in 2019 landelijk herverdeeld, Het jaar 2018 is opnieuw een overgangsjaar met een generieke korting van 11%. Het leerlingenvervoer is vanwege achterblijvende kwaliteit met ingang van het schooljaar 2017/2018 opnieuw aanbesteed (Den Haag, Rijswijk en Delft). Dit betekent voor Delft een kostenverhoging van 20%. Toegang en toeleiding Vanuit de gemeentelijke toegangsorganisatie worden kinderen, gezinnen en volwassenen met een hulp- en/of ondersteuningsvraag begeleid naar passende zorg en ondersteuning. Vanuit deze Toegang wordt ook deelgenomen aan de ondersteuningsteams op scholen vanuit de Wet op passend onderwijs. Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Op terreinen als de openbare geestelijke gezondheidszorg, de forensische GGZ en de nazorg aan ex gedetineerden zijn voor de komende jaren met regio-gemeenten afspraken gemaakt. Signalering en toeleiding vindt lokaal plaats en beleid- en ketenregie ligt bij centrumgemeente Delft. Afspraken hierover zijn met zorgpartners gemaakt. Een in regio-verband (H4) opgewerkte nota Opvang Verwarde Personen is dit jaar door de raad vastgesteld. Eén en ander moet leiden tot heldere afspraken over triage, toeleiding en een sluitende aanpak bij de opvang van verwarde personen. Ook het vervoer van deze personen heeft extra aandacht. Delft zal samen met gemeente Den Haag een pilot starten dit jaar. Veilig Thuis Haaglanden In 2017 vindt besluitvorming plaats over de onderbrenging van Veilig Thuis Haaglanden onder de GR GGD Haaglanden. De medewerkers van Veilig Thuis Haaglanden zullen in dienst treden van gemeente Den Haag. De raden van de Haaglanden gemeenten zullen eind 2017 een besluit nemen over de GR 81

83 GGD/VT Haaglanden. De tijdelijke stichting Stojah zal per ophouden te bestaan. Investeringen in het hoofdstuk Investeringsplan Toegekend bedrag Realisatie t/m 2016 Actualisatie Toegekend bedrag na actualisatie Beschikbaar vanaf Bedragen x 1.000,- Afschrijvin gstermijn Jaar start en gereed Omschrijving 2017 meerjarig Stad van participatie Sterke samenleving Investering met economisch nut Praktijkschool Grotius Praktijkschool Laurentius IHP Primair Onderwijs Diversen Christelijk Lyceum Delft Bijdrage christelijk Lyceum Delft nvt Scholencombinatie Delfland Scholencombinatie Delfland baten Toelichting op de investeringen De Praktijkschool Laurentius is in 2017 uitgebreid en gerenoveerd, het Christelijk Lyceum Delft aan het Molenhuispad is verbouwd en uitgebreid en de Scholen Combinatie Delfland is opgeleverd en volledig in gebruik genomen. In het IHP is rekening gehouden met verhoging van investeringsbedragen als gevolg van het nieuwe bouwbesluit en marktontwikkelingen. De mutaties worden hierdoor grotendeels verklaard, daar waar aanvullende mutaties zijn, wordt dit bij de desbetreffende investering toegelicht. Praktijkschool Grotius In het kader van de Spoorzone-ontwikkeling is het praktijkonderwijs van het Grotius College tijdelijk gehuisvest aan de Aart van der Leeuwlaan. De definitieve huisvesting aan de Isaäc da Costalaan is eind 2018 gepland. Hier is een doorrekening voor gemaakt waaruit blijkt dat de totale investering, inclusief het CO 2 neutraal maken van het gebouw, 1 miljoen hoger uitvalt dan eerder in het IHP is geraamd. De reden dat het huidige ontwerp duurder uitvalt ligt, naast eerder genoemde redenen, in een extra investering in duurzaamheid en de constructie van een droogloop tussen de 2 gebouwen. Praktijkschool Laurentius Voor de uitbreiding van het praktijkonderwijs van Laurentius is het pand aan de Kappeyne van de Coppellostraat in juli 2016 aangekocht. Dit vloeit voort uit de afspraken die in het IHP PO zijn gemaakt. In 2017 vindt de renovatie van het pand plaats. Investeringen Primair Onderwijs Komende jaren zijn in het IHP onder andere de volgende investeringen opgenomen: passend onderwijs (Griegstraat), Maria Duystlaan, Cornelis Musiusschool en de ontwikkeling van integrale kindcentra. Tussen de twee SBO-scholen aan de Griegstraat is sprake van een verregaande samenwerking hetgeen leidt tot een verzoek van de Stichting Librijn om in te stemmen met het opheffen van de school voor het speciaal basisonderwijs 'De Bouwsteen' per 1 augustus De raad zal dit verzoek in het najaar van 2017 behandelen. Daarnaast is er sprake van een verbreding van het (onderwijs)aanbod door de realisatie van een SO-voorziening voor de Strandwacht. Momenteel wordt invulling gegeven aan het vervolgproces en worden voorstellen gedaan voor passende huisvesting. In het in december 2014 vastgesteld Integraal Huisvestingsplan Basisonderwijs, Speciaal Basisonderwijs en (Voortgezet) Speciaal onderwijs (IHP) is reeds aangegeven dat aanpassingen aan het gebouw in de Maria Duystlaan nodig zijn; er moet volgens het IHP in 2018/2019 een door de gemeente gefinancierde, hoogstaande renovatie of vervangende nieuwbouw gereed zijn. Voor de Cornelis Musiusschool blijkt voor grootschalige renovatie, het CO 2 -neutraal maken van het gebouw en aanvullende milieumaatregelen 1,8 miljoen meer nodig dan eerder in het IHP was voorzien. Dit dient op korte termijn uitgevoerd te worden in verband met de toestroom van leerlingen uit 82

84 de nieuw te bouwen wijk Schoenmakers Plantage. Voor de realisatie van twee integrale kindcentra, Max Havelaar aan de Verwersdijk en de Eglantier aan de Roland Holstlaan, is uitbreiding van de schoolgebouwen noodzakelijk. De beide IKC s behoren tot een pilot en worden gehuisvest in gebouwen die (nog) niet voldoen aan de hedendaagse kwaliteitseisen zoals frisse scholen klasse B. Om de gebouwen aan de eisen te laten voldoen is extra budget nodig. Investeringsagenda De Investeringsagenda betreft voornemens tot investeren voor de periode 2018/2021. Ontwikkelingen die nog niet toegerekend kunnen worden aan een specifiek activum worden op de agenda geplaatst. In de Investeringsagenda is rekening gehouden met de volgende ontwikkelingen: De herontwikkeling van zes basisscholen naar drie locaties in Tanthof. Gezien de hoogte van de geschatte investeringen zal dit niet volledig uit het gemiddeld investeringsniveau gedekt kunnen worden. Op dit moment wordt onderzocht of dit gekoppeld kan worden aan de gebiedsontwikkeling voor Tanthof. Vervanging gymzalen voor bewegingsonderwijs. Vervangende huisvesting voor het VSO aan de Slauerhofflaan. Passend Onderwijs. Reservering voor aanvragen middels het onderwijshuisvestingsprogramma. Internationale Schakelklas (ISK) In de ramingen is nog geen rekening gehouden met de benodigde investering voor de huisvesting van de Internationale Schakelklas, te realiseren in Door de toestroom van leerlingen voor de ISK in 2016 is het aantal leerlingplaatsen uitgebreid van 65 naar maximaal 150. Hiervoor is tijdelijk onderdak gerealiseerd in het gebouw aan de Maria Duystlaan en in de Juniusstraat (voormalig VMBO). In Lokabel is de afspraak gemaakt dat definitieve huisvesting voor 150 leerlingen door de gemeente wordt gerealiseerd. Om dit te kunnen realiseren is een investering van 3,3 miljoen nodig (exclusief CO 2 -neutraal maatregelen). Een locatie in of nabij het praktijkonderwijs Grotius (Aart v/d Leeuwlaan) wordt gezocht, in de Kadernota 2018 volgt een nader voorstel. 83

85 Leefbare stad Wat willen we bereiken? 84

86 Beleidstoelichting: wat willen we bereiken? De verbindende opgave die we in dit hoofdstuk plaatsen is het behouden van een Aantrekkelijk leefklimaat. We werken samen aan een aantrekkelijke, een veilige en een duurzame stad. De doelstelling Bereikbare en gastvrije stad is voor de eerste en tweede W vraag geconcretiseerd in hoofdstuk 1. In voorgaand overzicht wordt conform het Bestuursprogramma de operationalisering van deze verbindende opgave getoond. Aan de linkerkant is aangegeven met welke begrotingsdoelen de onderdelen van deze opgave corresponderen. Aan de kleuren is te zien waar de opgaven elkaar versterken. De doelstelling Bereikbare en gastvrije stad is voor wat betreft de 1 e W-vraag geconcretiseerd in hoofdstuk 1. Stad van innovatie, vanwege de bijdrage aan de opgave Mensen aan het werk. De nagestreefde maatschappelijke effecten komen overeen met het herijkte Bestuursprogramma In het kader van de basis in de stad op orde zetten we stevig in op de kwaliteit van de openbare ruimte. De fysieke inrichting gaan we verbeteren en aanpassen, in plaats van alleen in stand houden en vervangen. We verhogen de visuele kwaliteit van de buitenruimte en we werken aan een gedifferentieerd onderhoudsniveau in de wijken. De kwaliteit van de (binnen-)stad verbetert door opknappen van de openbare ruimte en verfraaiingen. Daarmee werken we aan het verhogen van de kwaliteit op basis van de Visie Openbare ruimte, die we gaan herijken en die verder geconcretiseerd wordt in de nog op te stellen beheervisie Openbare ruimte. We starten in 2017 met een inventarisatie van kansen om in de stad klimaatvriendelijke maatregelen te treffen in lopende projecten voor herbestrating en werken in de openbare ruimte, zoals ondergrondse waterberging, ontharden en het vergroenen van pleinen en straten. De invoering van de nieuwe Omgevingswet loopt vertraging op. Het implementatietraject binnen de gemeente Delft wordt voortgezet. We hebben afgelopen jaar intensief gesproken met inwoners en daarop een Delftse participatieaanpak Delfts doen geïntroduceerd. We werken aan een Omgevingsvisie en bereiden ons voor op het nieuwe informatieplan Omgevingswet. De Omgevingsvisie zal, als pilot, conform Delfts Doen, samen met inwoners van Delft worden opgesteld. Wat gaan we ervoor doen? Leefbare stad Aantrekkelijke stad (draagt bij aan de opgave "Aantrekkelijk leefklimaat") Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Vitale (binnen)stad en stad Waardering cultuuraanbod. Nulmeting Cultuurwaardering met cultuur blijft gelijk. -tweejaarlijks- Prestaties Aantrekkelijk winkelaanbod. % leegstand tov regio. Leegstand binnenstad: 7% Leegstand Haaglanden: 11%. Leegstand binnenstad: 8,4% Leegstand Haaglanden:10,5 %. Leegstand binnenstad is kleiner dan de Leegstand in Haaglanden. Leegstand binnenstad is kleiner dan de Leegstand in Haaglanden. 85

87 Bereikbare en gastvrije stad (draagt bij aan de opgave "Mensen aan het werk") Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Bereikbare stad. Oordeel bereikbaarheid. 6,9. 6,0. -tweejaarlijks- Prestaties Autoparkeren: eenduidig en gastvrij. Autoparkeren: waardering burger (DIP). Afronden grote projecten. Projecten afmaken. 0. Het nieuwe station, de spoortunnel en het OV-plein zijn in gebruik. Bereikbaarheid TUcampus op laatste kilometer. Verdeling over de verschillende vervoerswijzen voor de campusomgeving. 5,9. 6,0. -tweejaarlijks- Phoenixstraat, Openbare ruimte Spoorsingel, Westvest Spoorzone. en Westlandseweg heringericht. 0-meting gereed. Aandeel verplaatsingen fiets / openbaar vervoer, groeit harder dan autoverplaatsingen. Voortgang van projecten die bijdrage aan doelstelling. Stand van zaken: Stand van zaken: - Project fietsstraat - Project fietsstraat Hooikade/Zuideinde; Hooikade/Zuideinde; - Project fietsstraat - Project fietsstraat Abtswoudseweg; Abtswoudseweg; - Project fietsroute - Project fietsroute Jaffalaan/Leeghwater Jaffalaan/Leeghwater straat; straat; - Project - Project Gelatinebrug; Gelatinebrug; - Project Faradaybrug; - Project Faradaybrug; - Project HOV - Project HOV Oostland. Oostland. Duurzame stad (draagt bij aan de opgave "Aantrekkelijk leefklimaat) Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Delft energieneutraal. Totale CO2 uitstoot tov %. -19,5%. -28%. -tweejaarlijks- Prestaties Energietransitie. Energietransitie Q1: Raad geinformeerd over transitie via memo. Versterken van het buitenstedelijk groen. Procesafspraken Q4: Raadsbesluit toekomst recreatieschap Midden-Delfland. Pilot Voorhof-Oost uitgevoerd - Landschapstafel: uitwerking actie 'visie op kwaliteit'. 1) - Samenwerkingsverband Buytenhout versterkt. 1) Dit is een onderdeel van de Green deal aardgasvrije wijken. Bij de behandeling van de programmabegroting op 10 november 2016 is motie 1a aangenomen waarbij het college opgedragen wordt om, het streefcijfer bij te stellen naar ten minste 70% van de mensen is niet ontevreden over de openbare ruimte. Op basis van deze motie is het streefcijfer aangepast. Wie zijn onze partners 86

88 3.1 Aantrekkelijke stad Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij VOM De gemeente regelt het X Partner en gemeente staan samen aan de lat De leefbaarheid van de binnenstad. De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage N.v.t. Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk) Taakveld (BBV) Op 4 juli 2017 hebben de aandeelhouders besloten tot opheffing van de B.V. De B.V. heeft in 2017 haar bezittingen (vastgoedportefeuille in de Kromstraat) verkocht en haar langlopende geldlening afgelost. Deze aflossing vond plaats met een beroep op de gemeentegarantie. De risico s t.a.v. de vennootschap zijn daarmee beëindigd. 8.1 Ruimtelijke ordening 3.2 Bereikbare en gastvrije stad Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone (OBS B.V.) De herontwikkeling van de Spoorzone in Delft kent een aantal belangrijke voordelen: Leefbaarheid: Er is een eind gekomen aan de overlast door het treinverkeer. Aantrekkelijker binnenstadsrand: De westrand van de binnenstad wordt aantrekkelijker ingericht en grachten en water keren terug in het stadsbeeld. Opheffen van barrières: De wijken aan weerszijden van het spoor sluiten beter op elkaar aan. Knooppunt openbaar vervoer: Er is een ruim en goed bereikbaar ondergronds treinstation gekomen dat onderdeel is van een compact knooppunt voor openbaar vervoer, inclusief ondergrondse fietsenstallingen. Ruimte voor nieuwbouw: Er ontstaat ruimte voor nieuwe woningen en voorzieningen. Ruimte voor vier sporen: De spoortunnel biedt ruimte voor een uitbreiding naar vier sporen. Groen en water: Op de spoortunnel komt een ruim stadspark. In het plan is ook veel water opgenomen. X De gemeente regelt het Partner en gemeente staan samen aan de lat De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk) Taakveld (BBV) Overige informatie verbondenpartij N.v.t. Het project Spoorzone wordt door OBS B.V. gerealiseerd voor rekening en risico van de gemeente. In de paragraaf Spoorzone worden de risico s toegelicht. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen. 2.1 Verkeer en vervoer 87

89 Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij Parking Delft BV De gemeente regelt het Uitvoering parkeerbeleid Delft, X Partner en gemeente staan samen aan de lat exploitatie parkeergarages en (vanaf De gemeente draagt haar steentje bij 2018) vergunningverlening De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage Eigenaar Risico's (Financieel, bestuurlijk, Financieel, maatschappelijk en bestuurlijk maatschappelijk) Taakveld (BBV) 2.2 Parkeren 3.3 Goede openbare ruimte Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij Afvalinzameling Avalex De gemeente regelt het Aantal kg s fijn huishoudelijk restafval per inwoner. X Partner en gemeente staan samen aan de lat De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, Financieel, bestuurlijk en maatschappelijk maatschappelijk) Taakveld (BBV) 7.3 Afval 3.4 Duurzame stad Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij Recreatieschap Midden-Delftland De gemeente regelt het < Invullen aan welke prestaties (2e W- X Partner en gemeente staan samen aan de lat vraag) of going concern activiteit het De gemeente draagt haar steentje bij bijdraagt > De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, Financieel risico: (extra kosten voor maatschappelijk) oprichten CV) Taakveld (BBV) 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 3.5 Veilige stad Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij Omgevingsdienst Haaglanden De ODH is een regionale uitvoeringsdienst voor zowel de uitvoering van de toetsing en de vergunningverlening, gerelateerd aan diverse milieuwetten en de groene wetgeving, als het adequaat toezicht houden op deze vergunningen, het behandelen van overlastmeldingen en waar nodig handhavend optreden tegen inrichtingen, instellingen en personen die zich niet houden aan deze wet- en regelgeving. Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, Geen maatschappelijk) Taakveld (BBV) 7.4 Milieubeheer X De gemeente regelt het Partner en gemeente staan samen aan de lat De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over 88

90 Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij Veiligheidsregio Haaglanden De VRH behartigt de belangen van de gemeente op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing, en geneeskundige hulpverlening. X De gemeente regelt het Partner en gemeente staan samen aan de lat De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, Geen maatschappelijk) Taakveld (BBV) 1.1 Crisisbeheersing en brandweer Wat mag het kosten? Het overzicht van baten en lasten in de begroting In de tabel is per product aangegeven wat het financiële kader is aan baten en lasten in het jaar Leefbare stad Bedragen x 1000,- Doelstelling/Product Lasten Baten Resultaat na bestemming Aantrekkelijke stad 3101 Binnenstad vitaal en gastvrij Cultuurparticipatie Erfgoed Delft Cultuurhistorie Delft Ruimtelijke ordening Totaal aantrekkelijke stad Bereikbare en gastvrije stad 3201 Verkeer Parkeren Alg. beheer Vastgoed Expl. Uitgegeven terreinen Expl. Verhuur eigendommen Bouwgrondexploitatie Omgevingsvergunning Spoortunnel Spoorzone Totaal bereikbare en gastvrije stad Goede openbare ruimte 3301 Begraafplaatsen&lijkbezorging Verkeersvoorzieningen Reiniging Openbare verlichting Wegen, straten, pleinen Groen en water Riolering Schoonmaken openbare ruimte Civiele constructies Speelvoorzieningen Openbare ruimte-werken derden Totaal goede openbare ruimte Duurzame stad 3401 Recreatiegebieden Milieu Streekdierentehuis Totaal duurzame stad Veilige stad 3501 Fysieke leefomgeving VTH Openbare orde en veiligheid Totaal veilige stad Totaal leefbare stad

91 Mutaties in de begroting Bedragen x 1.000,- Leefbare stad Aantrekkelijke stad Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Kadernota 2017 Kennis programma de Veste ZBB Museum Prinsenhof Delft Algemene dekkingsmiddelen Herijken investeringsplan Overige voorstellen Onderhoud kunst openbare ruimte Verbouwing DOK Raming reserve sociaal domein meedoen met cultuur Totaal Aantrekkelijke stad Bereikbare en gastvrije stad Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Kadernota 2017 Zuidplantsoen en Olof Palmestraat Maatregelen tussenevaluatie parkeren Overheadkosten (IPD) Rafelrand Spoorzone Algemene dekkingsmiddelen Toerekening rente grex Herijken investeringsplan Overige voorstellen Overdracht DLE Kostendekkendheid omgevingsvergunn Bijstelling exploitatie panden Agenda Stad Delft Ontsluiting Technopolis* Totaal Bereikbare en gastvrije stad * Actualisatie van eerdere besluitvorming Kadernota

92 Bedragen x 1.000,- Leefbare stad (vervolg) Goede openbare ruimte Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Kadernota 2017 Beeldkwaliteit wijken van C naar B Realisatie Visie OR Algemene dekkingsmiddelen Herijken investeringsplan Overige voorstellen Civiel herstel exploitatie Overdracht taken DLE Realisatie Visie OR Vervangen speelvoorzieningen Overdracht DLE Totaal Goede openbare ruimte Duurzame stad Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Algemene dekkingsmiddelen Herijken investeringsplan Bezuinigingen Europese subsidies Overige voorstellen Lagere inkomsten bodeminformatie Agenda Stad Delft Leiding door het midden* Totaal Duurzame stad Veilige stad Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Overige voorstellen Buitenhof Wijkmarshall Procesregiseur SD/Veiligheidshuis Verbeteren leefbaarheid Totaal Veilige stad Eindtotaal * Actualisatie van eerdere besluitvorming Kadernota 2017 Bezuinigingstaakstelling In onderstaand overzicht staan de openstaande taakstellingen die nu in de Programmabegroting definitief zijn ingevuld. Daarmee is het Bezuinigingsprogramma dat is gestart in 2010 volledig afgerond. Bezuinigingsmonitor (bedragen x 1.000) Omschrijving taakstelling Restant 2018 Restant 2019 Restant 2020 Restant 2021 Europese subsidies (doelstelling Duurzame stad) Totaal duurzame stad Totaal

93 Europese subsidies Dit betreft een taakstelling die nu niet haalbaar is vanwege cofinancieringverplichting en verplichte besteding. Toelichting bestaand en nieuw beleid 3.1 Aantrekkelijke stad Onder de doelstelling Aantrekkelijke stad vallen de subdoelstellingen Binnenstad, Meedoen met Cultuur en Ruimtelijke Ordening. Binnenstad De ambitie is om ook in 2018 in gezamenlijkheid te blijven inzetten op de nota Binnenstad 2020: Vitaal & Gastvrij. Deze nota wordt momenteel herijkt. Naar verwachting zal de herijking een verschuiving van de focus binnen de huidige vier programmalijnen betekenen of toevoeging van nieuwe aandachtspunten. De grootste uitdaging in de herijking zal zijn het bundelen en matchen van externe financiële middelen ten behoeve van de herijking, het optimaliseren van het SCMD en samenwerking met het Toeristische platform in de stad. De programmalijnen 1. Binnenstadseconomie in beweging en 4. Sterk netwerk en partnerschap zullen na de herijking ook een belangrijke plaats krijgen. De nota Binnenstad gaat over een dynamische veranderopgave waarin de veranderende rol van de gemeente (naar regierol) een van de belangrijkste opgave is. Dat houdt in dat de verantwoordelijkheid van de gemeente (geleidelijk) overgaan naar externe partners. Partners (georganiseerd in Stichting Centrum Management Delft) zullen in 2018 meer verantwoordelijkheden krijgen voor de uitvoering van de Nota Binnenstad en het realiseren van de gezamenlijke ambitie. Dit houdt in dat vanuit de gemeente blijvend gestuurd zal worden op de gezamenlijke financiële verantwoordelijkheid in realisatie van diverse projecten (cofinanciering). Havendienst De activiteiten van de havendienst worden in 2018 voortgezet. De havendienst behelst het toezicht en de handhaving op de Delftse wateren. De passantensteiger blijft plaats bieden voor bezoekers via het water. In de Westsingelgracht wordt een aanlegsteiger gerealiseerd die onder andere een (beperkte) uitbreiding beoogd van het aantal passantenplaatsen. Cultuurparticipatie Binnen dit product vallen alle prestatiesubsidies aan culturele organisaties. De grootste daarvan zijn DOK, Theater de Veste en coöperatie De VAK. Belangrijkste ontwikkeling in dit domein is de verbouwing van DOK naar het concept OPEN, dat huisvesting moet bieden aan DOK en coöperatie De VAK vanaf de zomer Bij de Kadernota 2017 heeft de raad hiervoor eenmalig budget beschikbaar gesteld voor de investering en structureel voor de exploitatie. De gezamenlijke huisvesting van DOK en coöperatie De VAK brengt efficiencyvoordelen qua huisvesting en gaat uit van inhoudelijke synergie in het aanbod op het gebied van taal en cultuur op school en in de vrije tijd. Het centrum opent zes dagen per week van 10:00 tot 22:00 uur en is vrij toegankelijk om er te verblijven en/of gebruik te maken van het specifieke aanbod van coöperatie De VAK en DOK. Theater de Veste voert haar Bedrijfsplan uit. Het theater gaat daarbij door op de eerder ingeslagen weg door in de programmering aan te sluiten bij het thema innovatie en kennis. Om deze programmering te verduurzamen, te verstevigen en uit te bouwen ontvangt het theater gedurende de looptijd van het bedrijfsplan hiervoor een extra subsidie. Daarmee kan het theater op een verantwoorde manier het Kennis programma ontwikkelen en uitvoeren en mede invulling geven aan de programmalijn Kunst en techniek uit het in 2016 vastgestelde cultuurkader Focus op Cultuur. Het aantal kunstwerken in bezit van de gemeente in de openbare ruimte is de afgelopen jaren uitgebreid. Om de kosten van het onderhoud te kunnen dekken wordt in verband met deze areaaluitbreiding het onderhoudsbudget met opgehoogd. Op basis van de Auteurswet is de gemeente verplicht kunstwerken in de staat te houden die de kunstenaar heeft bedoeld. 92

94 Erfgoed Delft Begin 2014 is het organisatieplan van Erfgoed vastgesteld, getiteld Sterk in de Kern Erfgoed Delft op weg naar Vanuit dit organisatieplan wordt stapsgewijs gewerkt aan een gezonde en duurzame toekomst van Erfgoed Delft en een - ook op termijn - adequate uitvoering van de taken op het gebied van Archief, Archeologie en bij Museum Prinsenhof Delft. In dit kader is via de methode van Zero Based Budgeting in 2016 de begroting van Erfgoed Delft onder de loep genomen. Belangrijkste opbrengsten waren het toerekenen van de werkelijke kosten en opbrengsten naar de drie hoofdonderdelen van Erfgoed Delft. Daarnaast het verhogen van de budgetten van de wettelijke taken Archief en Archeologie bij de begroting 2017 en voor Museum Prinsenhof Delft eenmalig bij de Kadernota Bij de begroting 2018 wordt voorgesteld het exploitatiebudget voor Museum Prinsenhof Delft structureel te verhogen om duurzaam invulling te kunnen geven aan de vastgestelde ambities uit het organisatieplan van Deze ambities zijn in 2017 door de nieuwe directeur van het museum vertaald naar een inhoudelijke visie getiteld Museum Prinsenhof Delft; Een plan voor de toekomst, Op basis van deze inhoudelijke visie is najaar 2017 een ruimtelijke visie opgesteld, bedoeld om inzicht te geven in de potentie van Museum Prinsenhof Delft en gerelateerd aan de verdere ontwikkeling van het Agathaplein als culturele toegangspoort tot de historische binnenstad. Hier wordt vanaf 2018 uitvoering aan gegeven afhankelijk van de keuzes die college en raad hierover in het najaar van 2017 maken. Belangrijke mijlpaal voor Archief Delft in 2017 was de verhuizing naar de nieuwe locatie in de Harnaschpolder. Een jaar lang organiseert het Archief allerlei activiteiten om dit te vieren en de nieuwe locatie onder de aandacht van het publiek te brengen. Voor Archeologie wordt gewerkt aan een samengaan met Monumentenzorg per Voor zowel Archief, Archeologie als Monumentenzorg wordt ingezet op het versterken van hun positie in de regio. Cultuurhistorie Delft Hieronder vallen de activiteiten van Monumentenzorg Delft. Binnen Nederland is Delft een belangrijke monumentenstad. De beste garantie voor een duurzaam behoud is het passende gebruik van de panden. Daarom adviseert Monumentenzorg Delft eigenaren van monumentale panden over landelijke en provinciale regelingen en fondsen voor restauraties en onderhoud. Ook adviseert zij bij wijzigingen aan de monumenten in het kader van vergunningen. In 2018 wordt verder gewerkt aan de voorgenomen fusie tussen Monumentenzorg en Archeologie en de gezamenlijke positionering binnen de gemeente. Markante projecten die in 2018 lopen, zijn onder andere: - De verbouwing van het voormalige stationsgebouw en de verbouwing van het voormalig Armamentarium tot (congres)hotel, restaurant en café. - De vastgoedontwikkeling en herbestemming op de campus van de TU Delft. - Het realiseren van aanlegsteigers en aanlichten van gebouwen ten behoeve van erfgoedtoerisme over het water met subsidie van de provincie Zuid-Holland. Cultuurkader Medio 2016 is het nieuwe cultuurkader voor de komende vier jaar vastgesteld, getiteld Focus op Cultuur, het creatief vermogen van Delft. Dit cultuurkader sluit aan bij de hoofddoelstellingen van de gemeente; Delft als een innovatieve en aantrekkelijke stad en Delft als participatiesamenleving. Dit is terug te zien in de drie geformuleerde hoofdambities: 1. Het aanzien van Delft: stad van cultuur en techniek 2. De burger centraal: participatie en talentontwikkeling in Delft 3. De culturele sector: verbinden en versterken. Vanuit de drie hoofdambities zijn vijf programmalijnen geformuleerd: 1. Stedelijke Aantrekkelijkheid 2. Kunst en Technologie 3. Cultuurhistorie 4. Kunst en Samenleving (participatie) 5. Cultuureducatie en talentontwikkeling. Voor elke programmalijn trekt een ambassadeur vanuit het culturele veld het proces om te komen tot een uitvoeringsagenda per programmalijn eind Aan het opstellen en uitvoeren hiervan wordt gewerkt samen met culturele en maatschappelijke partners in de stad. 93

95 Ruimtelijke Ordening Actualiseren bestemmingsplannen Een goede ruimtelijke ordening is een belangrijke randvoorwaarde voor andere doelstellingen. Delft actualiseert structureel 2 à 3 grote bestemmingsplannen per jaar. Dit maakt dat Delft de bestemmingsplannen op orde heeft en daarmee voldoet aan de gestelde eisen in de Wet ruimtelijke ordening. In 2017 zijn de bestemmingsplannen Noordwest 2 en Noordoost onherroepelijk verklaard. Anticiperend op de Omgevingswet en daarmee vooruitlopend op het Omgevingsplan, zal Delft steeds minder bestemmingsplannen nog actualiseren. Stadsbouwmeester De stadsbouwmeester levert een bijdrage door het borgen en stimuleren van kwaliteit. Zowel op projectniveau als stadsbreed. De kwaliteitsketen ruimtelijke projecten functioneert, maar het is zaak hier kritisch op te blijven. De keten moet ook in 2018 weer zo optimaal mogelijk functioneren om zo te streven naar kwaliteit voor de stad. De stadsbouwmeester vervult een rol in dit traject. De adviezen uit de evaluatie van de kwaliteitsketen en de rol van de stadsbouwmeester zullen hierin worden meegenomen. Vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet, wordt de kwaliteitsketen nu al zo veel mogelijk conform nieuwe werkwijze ingericht. Omgevingswet De invoering van de Omgevingswet wordt waarschijnlijk uitgesteld; de geplande datum van invoering (medio 2019) wordt niet gehaald. Delft wil de invoering van deze wet zo soepel mogelijk laten verlopen. De implementatie van de wet vraagt om een goede en gedegen voorbereiding. Dit moet er toe leiden dat burgers, bedrijven en instellingen in 2019 direct kunnen profiteren van de voordelen die de Omgevingswet biedt. Eerste helft 2016 is een verkenning op hoofdlijnen uitgevoerd. Hierbij is gekeken naar de impact van de wet voor Delft, onderzocht welke veranderopgaven op ons afkomen en een inventarisatie uitgevoerd naar de belangrijkste betrokken partijen. In een vroeg stadium zijn gesprekken met stakeholders uit de stad en regio gevoerd, evenals bijeenkomsten met burgers en raadsleden. De conclusie na deze eerste verkenning is dat de consequenties van de Omgevingswet voor Delft bijzonder complex zijn. In 2017 wordt de implementatie van de Omgevingswet verder vormgegeven, in samenspraak met stad en regio. Ook zal gestart worden met het opstellen van de Omgevingsvisie en zal met het toepassen van de Omgevingswet geëxperimenteerd worden in de vorm van pilots. Gebiedsontwikkeling & Anterieure overeenkomsten De economie trekt weer aan en steeds meer partijen willen graag ontwikkelen in Delft. De profilering op de Provada heeft geleid tot veel nieuwe contacten. De gemeente zet in op integrale gebiedsontwikkeling. Het formuleren van brede ontwikkelopgaven, passend bij de opgaven uit de Kadernota 2017, gebeurt samen met partners, zowel publiek als privaat. Vaak vereist de uiteindelijke realisatie van een ontwikkeling een ruimtelijke procedure. De gemeente treedt op als professionele partij, en maakt afspraken over plankosten, de te volgen procedures en benadrukt het belang van goede communicatie rondom (de realisatie van) een ontwikkeling. De Omgevingswet biedt ook kansen om straks met partijen beter passende afspraken te maken over gewenste ontwikkelingen. Hierbij zal worden aangesloten bij lopende initiatieven vanuit het rijk. Groen Blauw Begin 2011 is gestart met het TICD-sleutelproject groen-blauw Delft Zuidoost. Dit heeft geleid tot de rapportage groen-blauw, waarin 180 kansen staan om meer en beter water en groen te realiseren in Zuidoost. In 2012 is Delft samen met de stakeholders in het gebied gestart met de uitvoering van deze kansen. De groen-blauwe kansen zijn niet in een uitvoeringsprogramma gegoten, partners overleggen regelmatig met elkaar in het stakeholderoverleg Zuidoost en maken ieder jaar een planning voor uitwerking en uitvoering van maatregelen. Op die manier kan slim gekoppeld worden aan andere werkzaamheden (woningbouw, infrastructuur, riolering) in het gebied. Ook voor 2018 wordt een nieuwe planning voor uitwerking en uitvoering van maatregelen opgesteld. 94

96 3.2 Bereikbare en gastvrije stad Verkeer Een van de opgaven van de Agenda Delft 2040 is Delft Connected. Hierin is aangegeven dat geïnvesteerd wordt in de ontsluiting en de bereikbaarheid van de stad op alle niveaus, via weg, spoor en water. Hierbij is extra aandacht voor de eerste en laatste kilometer: vanuit de woning snel via aantrekkelijke routes de stad uit en vlot op je bestemming in binnenstad of TU-campus. De bijdrage aan het Mobiliteitsfonds is met ingang van 2018 vervallen. Het vrij gekomen budget is toegevoegd aan het investeringsfonds, waaruit ook de inspanningen / werkzaamheden voortvloeiend uit de opgave Delft Connected worden gefinancierd. Fietsparkeren Binnen het product vallen de kosten voor handhaving op, afvoer van en opslag van fout gestalde fietsen en weesfietsen. Overige kosten Verkeer betreffen de kosten voor kentekenherkenning, bereikbaarheidsregie en bereikbaarheidscommunicatie. Tenslotte zijn er kosten voor het maken en uitvoeren van het verkeersbeleid, op macro en micro niveau: van het behartigen van de belangen in de regio tot aan het beantwoorden van vragen op het gebied van verkeer en vervoer van bijvoorbeeld bewoners. Belangrijkste speerpunten 2018 Als eerste invulling / uitwerking van Delft Connected wordt gestart met het opstellen van een nieuw LVVP inclusief fietsactieplan. Hierbij worden de uitgangspunten voor beide plannen opnieuw vastgesteld en afgestemd op de overige ontwikkelopgaven waar Delft voor staat. Ingezet wordt verder op het invulling geven aan de nota Fietsparkeren. Parkeren De handhavingstaken op het gebied van straatparkeren zijn in 2017 overgenomen door ParkerenDelft (eerder bekend als Integraal ParkeerBedrijf Delft). In 2018 komen daar alle taken bij voor wat betreft uitgifte van parkeerproducten (vergunningen en ontheffingen). In 2017 worden deze taken nog uitgevoerd door het Klant Contact Centrum. Daarnaast zullen de administratieve taken met betrekking tot inning van naheffingen en de afhandeling van bezwaar en beroep naar hen overgaan. Deze taken worden nu uitgevoerd door de Regionale belastinggroep. De belangrijkste lasten op parkeren en parkeervoorzieningen bestaan uit aan parkeren verbonden kosten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, in 2018 uitgevoerd vanuit het IPD. Verder zijn er kosten verbonden aan het opstellen en uitvoeren van beleid op gebied van parkeren. Op Parkeren zijn ook baten geraamd. Allereerst natuurlijk uit opbrengsten van het straatparkeren, parkeervergunningen en overige parkeerproducten en uit naheffingen op parkeren. Parkeerregulering Naar aanleiding van de Tussentijdse Evaluatie Parkeren is besloten een viertal maatregelen uit te voeren. De uitvoering van deze maatregelen is in gang gezet, het implementeren van maatregel 2, het aanpassen van de bezoekerskaart vindt waarschijnlijk zijn beslag in De afgelopen jaren hebben enkele uitbreidingen van het gereguleerd gebied plaatsgevonden, nabij het Oostblok en de Hugo de Grootstraat. Vervolgens is gebleken is dat, deels ten gevolge van deze uitbreidingen, op meerdere plekken in de stad behoefte is aan verdere uitbreiding van gereguleerd parkeren. Op 1 februari 2018 wordt, naar verwachting, daarom gereguleerd parkeren uitgebreid ten westen van de Krakeelpolderweg, nabij de Laan van Altena en de Oude IJsbaan. Om het proces van uitbreidingen te verbeteren wordt een nota over de modernisering van gereguleerd parkeren voorbereid. Vastgoedbedrijf (Algemeen beheer Vastgoed en Exploitatie Verhuur eigendommen) Algemeen beheer vastgoed en exploitatie verhuurde eigendommen Het in eigendom hebben en het beheren van vastgoed is geen kerntaak van de gemeente. Het in bezit hebben van vastgoed kan wel bijdragen aan de uitvoering van de gemeentelijk taken. De begrote baten en lasten hebben betrekking op de gemeentelijke vastgoedportefeuille. De begrote baten bestaan uit huuropbrengsten, de begrote lasten uit de zakelijke (beheers)lasten, kapitaallasten en de onderhoudskosten. Het onderhoudsniveau is, op grond van bestuurlijke besluitvorming bij de programmabegroting 2016, beperkt tot het waarborgen van veiligheid. De werkzaamheden in 2018 blijven hiermee beperkt tot enerzijds alle werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de gebouwen veilig te houden en anderzijds onvermijdbare verplichtingen om de functionaliteit te waarborgen. In 2017 vindt een conditiemeting plaats op locatieniveau conform NEN2767. Uiterlijk in 2018 (ten behoeve van 95

97 het opstellen van de Programmabegroting ) is sprake van een herijking van de onderhoudsbudgetten op basis van de resultaten van de conditiemeting. Exploitatie uitgegeven terreinen Het erfpacht beleid is ondersteunend aan de gemeente in het bewerkstelligen van (ruimtelijke) doelstellingen. De begrote baten bestaan uit de erfpachtcanons op grond van de gesloten erfpachtovereenkomsten. De begrote lasten bestaan voornamelijk uit financieringslasten. Bouwgrondexploitatie In het Grondbedrijf worden de administratieve gegevens verwerkt die betrekking hebben op locaties die de gemeente bezit met het doel deze op enig termijn in het kader van een bouwgrondexploitatie te (her-)ontwikkelen. Op dit moment voert de gemeente vier actieve grondexploitaties. Dat zijn Harnaschpolder Wonen, Voorhof Noord-West, Buitenhof en Bedrijfskavels. Aan de gemeentelijke grondexploitaties wordt rente toegerekend, conform regelgeving vanuit het BBV. Deze schrijft mede voor dat het rentepercentage ieder jaar opnieuw dient te worden vastgesteld. Dit heeft ertoe geleid dat voor de grondexploitaties vanaf 1 januari 2017 een lager percentages gehanteerd dient te worden dan was voorzien ten tijde van het MPG De effecten van deze wijziging zijn eenmalig in de begroting verwerkt en zijn op concern niveau per saldo 0,2 miljoen structureel. Omgevingsvergunning Het gesloten circuit omgevingsvergunningen omvat alle inspanningen voor het toetsen van aanvragen omgevingsvergunningen en toezicht op de realisatie van verleende omgevingsvergunningen. De inspanningen worden betaald uit de legesbaten voor omgevingsvergunningen die ook in dit gesloten circuit zijn opgenomen. De opbrengsten van de legesbaten voor omgevingsvergunningen laten de afgelopen jaren een positieve trend zien. Toezicht op en handhaving van de bestaande omgeving zijn opgenomen onder doelstelling Aantrekkelijke Stad, omdat deze niet uit leges mogen worden gefinancierd. Spoortunnel en Spoorzone Het project Spoorzone draagt bij aan: Leefbaarheid: er is een eind gekomen aan de overlast door het treinverkeer. Aantrekkelijker binnenstadsrand: de westrand van de binnenstad wordt aantrekkelijker ingericht en grachten en water keren terug in het stadsbeeld. Opheffen van barrières: de wijken aan weerszijden van het spoor sluiten beter op elkaar aan. Knooppunt openbaar vervoer: er is een ruim en goed bereikbaar ondergronds treinstation gekomen dat onderdeel is van een compact knooppunt voor openbaar vervoer, inclusief ondergrondse fietsenstallingen. Ruimte voor nieuwbouw: er ontstaat ruimte voor woningen en voorzieningen. Ruimte voor vier sporen: de spoortunnel biedt ruimte voor een uitbreiding naar vier sporen. Groen en water: op de spoortunnel komt een ruim stadspark. In het plan is ook veel water opgenomen. De baten en lasten betreffen: Kapitaallasten van de investeringen in het gebied (bijdrage aan de tunnel, inrichting openbare ruimte (IOR) en de 2 e fietsenstalling). De met de gebiedsontwikkeling samenhangende lasten (o.a. bouw- en woonrijpmaken) en baten uit de grondverkopen in het gebied. Algemene en publiekrechtelijke projectlasten (bijv. adviezen, onderzoeken en ondersteuning). 3.3 Goede openbare ruimte Begraafplaatsen & lijkbezorging De exploitatie van de gemeentelijke begraafplaatsen in Delft is belegd bij De Laatste Eer middels een afgesloten concessieovereenkomst. Hierdoor is de gemeente niet meer financieel verantwoordelijk voor de exploitatie van de begraafplaatsen. De begraafplaatsen zijn nog wel in eigendom bij de gemeente. Het gevolg hiervan is dat de begrote baten en lasten niet meer zijn te vergelijken met voorgaande jaren. Beheer openbare ruimte Het beheer en onderhoud heeft als doel het in stand houden van een aantrekkelijke en veilige openbare ruimte. Er zijn twee soorten onderhoud van de openbare ruimte: groot onderhoud en regulier 96

98 onderhoud. Daarnaast bestaat er ook nog de vervanging aan het einde van de levensduur. Het niveau van onderhoud is gericht op de ondergrens (CROW niveau C ) van duurzaam technische instandhouding waarbij kapitaalvernietiging wordt voorkomen. Het merendeel van de stad wordt op niveau C onderhouden, met uitzondering van de binnenstad en Agnetapark, dat wordt op niveau B onderhouden. In 2017 is gestart met het zogenoemde gedifferentieerd beheer, waarbij het onderhoudsniveau op onderdelen of op gebiedsniveau verhoogd kan worden. Het gedifferentieerd beheer is nadrukkelijk geen integrale verhoging van het onderhoudsniveau. Voor de wegen, groen, civiele kunstwerken, riolering en openbare verlichting zijn specifieke beheerplannen vastgesteld. De uitwerking van de zorgplichttaken voor hemel-, grond- en vuilwater zijn opgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp). In de beheerplannen én het vgrp wordt een meerjarige doorkijk gegeven in het actuele en geprognotiseerde onderhoud. In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen staat een en ander nader toegelicht. Onder Verkeersvoorzieningen vallen naast het onderdeel verkeersregelinstallaties, ook straatmeubilair en de gladheidbestrijding. Onder het schoonmaken van de openbare ruimte valt het vegen van straten, de onkruidbestrijding en het opruimen van zwerfafval. Een deel van de kosten van dit product worden ten laste gebracht van de gesloten circuits voor Riolering en Reiniging. Reiniging In het gesloten circuit Reiniging vallen alle kosten en inkomsten welke gerelateerd zijn aan de afvalinzameling en de verwerking. In 2015 is het besluit genomen over te gaan tot omgekeerd inzamelen. De komende jaren wordt dit systeem ingevoerd. Hiermee wordt gestreefd naar het behalen van de milieudoelstelling: het realiseren van 75% hergebruik en maximaal 100kg restafval per inwoner per jaar. Belangrijkste speerpunten 2018 In 2018 wordt gestart met het opstellen van de beheervisie Openbare ruimte. Hiermee worden de meerjarige effecten binnen de verschillende arealen inzichtelijk gemaakt. De beheervisie dient niet alleen een intern document te zijn, maar een document dat met de gebruikers van de openbare ruimte en andere actoren wordt opgesteld. Het vormt daarmee een verbinding tussen de omgevingsvisie, de te actualiseren visie openbare ruimte en de operationele processen. Het komende jaar wordt ook verder ingezet op de (beperkte) actualisatie van het speelbeleid en de integrale programmering. De integrale programmering zorgt voor een betere afstemming met gebruikers en partners in de stad, een eerste stap naar omgevingsbewust beheer. De winst die hierbij verwacht wordt zit voornamelijk in de beperking van overlast voor de gebruikers van de openbare ruimte. Beleidswijzigingen Gedifferentieerd beheer Met het vaststellen van de Kadernota 2017 is er voor de komende periode aanvullend budget voor het realiseren van gedifferentieerd beheer beschikbaar gesteld, hiermee kan op een beperkt niveau het onderhoudsniveau in de stad verhoogd worden naar bijvoorbeeld CROW niveau B of A. De bedoeling is dat deze gedifferentieerde niveaus in samenspraak met gebruikers van de openbare ruimte tot stand komen. Realisatie visie Openbare ruimte Ook zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de beperkte realisatie van de visie openbare ruimte. Dit zijn middelen die ingezet worden bij onderhoudsprojecten. Na de vervangingswerkzaamheden wordt de openbare ruimte conform de oude inrichting terug geplaatst. Er is binnen de onderhoudsbudgetten geen ruimte voor aanpassingen en verbeteringen. Door inzet van dit budget is die mogelijkheid er wel. Doordat het hier een functiewijziging van de openbare ruimte betreft is het budget opgenomen als investering. De kapitaallasten worden gedekt vanuit de exploitatie. Aanpassing waarde effectindicator tevredenheid openbare ruimte Bij de behandeling van de programmabegroting op 10 november 2016 is motie 1a aangenomen: Motie streefcijfer tevredenheid openbare ruimte. Deze motie draagt het college op om, het streefcijfer bij te stellen naar ten minste 70% van de mensen is niet ontevreden over de openbare ruimte. Op basis van deze motie is het streefcijfer daarom aangepast naar 70%. 97

99 3.4 Duurzame stad Recreatiegebieden Recreatiegebied Delftse Hout Dit betreft vooral rente- en afschrijvingslasten van investeringen in het gebied in het verleden (aanleg wegen, parkeerterrein, etc.). Recreatiegebied Midden Delfland Het recreatieschap Midden-Delfland wordt per 31 december 2017 opgeheven. Om de kwaliteit van de recreatiegebieden te borgen wordt echter eind 2017 een coöperatieve vereniging (cv) opgericht. Het beheer van het gebied ligt voor 2018 bij Staatsbosbeheer die de taken namens de cv zal uitvoeren. De gemeentelijke bijdrage voor de instandhouding van het recreatiegebied Midden-Delfland blijft onveranderd ( ). Milieu NME Stichting de Papaver biedt Natuur en Milieu Educatie (NME) voor het primair onderwijs. De gemeente koopt deze dienst in. Per 1 juli 2017 is de inkoopovereenkomst herzien en zijn nieuwe afspraken gemaakt waardoor met name de meetbaarheid van de prestatieafspraken is verbeterd. Ook werken de gemeente en stichting samen om in 2017 een plan op te stellen ter verdere verzelfstandiging / professionalisering van de organisatie. Dit plan zal vanaf 2018 worden geïmplementeerd. Grondwateronttrekking DSM De gemeente Delft is met het opheffen van de GR-grondwateronttrekking per 1 januari 2016 de enige eigenaar/beheerder van de grondwateronttrekking. Doelstelling is dat de onttrekking zo ver als mogelijk wordt verminderd of zelfs geheel stopt zodat de onttrekkings- en lozingskosten afnemen of stoppen. In 2017 is gestart met deze afbouw. Hierbij wordt zorgvuldig gemonitord wat de gevolgen zijn voor de grondwaterstand en of er zettingen optreden. De afkoopsom van het Hoogheemraadschap van Delfland voor het uittreden uit de GR ( 7,6 miljoen) is deels aangewend voor dekking van de toekomstige kosten ( 5,1 miljoen), en is deels gereserveerd voor het afhandelen van eventuele schadeclaims ( 2,5 miljoen). Een speerpunt blijft de communicatie en voorlichting aan bewoners, onder andere middels een website en structureel (bewoners-)overleg. Klimaatadaptatie Klimaatadaptatie is een relatief nieuw thema op de gemeentelijke agenda, en betreft het nemen van fysieke maatregelingen om in te spelen op klimaatveranderingen. In 2017 is klimaatadaptatie opgenomen als onderdeel van de Agenda Delft 2040 (ten laste van het Parelfonds). Het implementeren van maatregelen en de doorlopende kennisontwikkeling over klimaatbestendigheid vraagt om een structurele verankering in de organisatie waarbij de klimaatbestendigheid standaard meegewogen wordt bij ruimtelijke planvorming. Ecologie Voor het in stand houden en versterken van de biodiversiteit wordt ingezet op een groot aantal projecten, gericht op doelsoorten. Daarnaast wordt ingezet op het versterken van de participatie, o.a. via citizen science en projecten om bewoners, bedrijven en andere partijen betrokken kunnen worden bij het vergroenen en klimaatadaptief maken van hun leefomgeving. Delft energieneutraal 2050 In het tweede kwartaal 2017 is het Uitvoeringsprogramma (UVP) aangeboden aan de Gemeenteraad. Dit nieuwe Uitvoeringsprogramma geeft de aanpak voor de invulling van de doelstelling voor 2020: 35% CO 2 -emissiereductie, 15% lokale opwekking van energie en 35% energiebesparing ten opzichte van Het UVP zet in op de lokale energietransitie waarin modellen als participatieve co-creatie en stakeholdersinitiatieven van essentieel belang zijn. Voor Delft energieneutraal staat 2018 in het teken van de energiestrategie voor Delft. Uitgaande van de transitie naar een CO 2 -vrije energievoorziening waarbij in 2035 de woningbouw losgekoppeld wordt van het aardgasnet. Uitgaande van Delfts Doen wordt in nauwe samenspraak met de relevante stakeholders voor Delft een afwegingsmodel voor vormen van energievoorziening uitgewerkt. Als onderdeel van deze energiestrategie wordt een Warmteplan voor Delft uitgewerkt. Dit Warmteplan werkt scenario s uit voor de toekomstige warmtevoorziening van zowel woning- als utiliteitsbouw, hierbij valt te denken aan combinaties van een Delfts warmtenet op basis van lokale bronnen en individuele en collectieve all electric systemen. 98

100 Bodem We voeren de wettelijke taken op het gebied van bodem en bodemenergie uit. Actualisatie van het bodembeheer beleid vindt plaats, waarbij vooruitlopend op de Omgevingswet aanpassingen gedaan worden om op de nieuwe wet te anticiperen. Het te actualiseren bodembeheer beleid (nota Bodem) levert een bijdrage aan de duurzaamheidsthema s Klimaatadaptatie, Circulaire economie en Gezond en Groen. De vaststellingsprocedure van de nota Bodem start najaar Het gebruik van bodemenergie voor verwarming en koeling van woningen en commerciële ruimten levert een belangrijke bijdrage aan de energietransitie en duurzaamheidsdoelen. Gezien het grote aantal initiatieven op dit gebied in o.a. Nieuw Delft, TU wijk en Professor Schoemakerplantage is het nodig regie te voeren op het gebruik van de ondergrond. Daartoe worden jaarlijks de Verordening en bijbehorende beleidsregel Bodemenergie geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd en opnieuw vastgesteld. Op deze wijze kunnen we zo doelmatig mogelijk gebruik te blijven maken van bodemenergie. Geluid In 2017 zijn (opnieuw) de geluidbelastingkaarten voor Delft doorgerekend en vastgesteld. Uit deze kaarten blijkt dat, met name door het in gebruik nemen van de spoortunnel, de geluidbelasting, en dus het aantal gehinderden, in de Spoorzone is afgenomen. De gevolgen van de aanleg van de A4 wat betreft geluid worden op moment van schrijven doorgerekend. Op basis van de nieuwe kaarten wordt in de tweede helft van 2017 een nieuw Actieplan Geluid opgesteld voor de periode Het actieplan maakt gebruik van de informatie in de geluidbelastingkaarten om concreet beleid op te stellen om de geluidsituatie in de gemeente Delft te verbeteren. Het bevat maatregelen om de geluidbelasting terug te dringen en het aantal gehinderden te verlagen. Lucht Uit de monitoringresultaten van het Rijk van 2017 blijkt dat in de gemeente Delft wordt voldaan aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit. Om dat te behouden en verbeteren zetten we ook in 2018 in op een betere luchtkwaliteit in heel Delft. Dat doen we door het uitvoeren van de wettelijke taken aangevuld met projecten. Op 3 april 2017 is het Protocol logistiek van kracht geworden. Doel van dit protocol is door middel van gezamenlijk opgestelde afspraken de luchtkwaliteit en leefbaarheid in de binnenstad te verbeteren. Die afspraken worden opgesteld in de Commissie Bevoorrading Delft waar alle stakeholders deel van uit maken. In 2017 is gestart met venstertijden, zwaar verkeer mag alleen s ochtends de binnenstad in met een ontheffing. In de loop van 2017 worden nieuwe (strengere) afspraken voor 2018 opgesteld. Zo wordt stap voor stap toegewerkt naar het doel, een schonere en fijnere binnenstad. Naast het Protocol Logistiek zetten we ook de milieuzone voort en stimuleren we elektrisch rijden met laadstraten en laadpunten. We streven ernaar om Stadslogistiek Delft te behouden voor Duurzaamheidsstrategie Met de Duurzaamheidsstrategie zet Delft een stip aan de horizon om met duurzaamheid als vaste waarde een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van Delft als een vitale en aantrekkelijke stad. De recente ontwikkelingen met de Agenda Delft 2040 en de bijbehorende opgaven waarbij Duurzaamheid als essentieel thema wordt genoemd maken dat het gewenst is om vanuit een gezamenlijke strategie voor duurzaamheid aan de slag te gaan. De Duurzaamheidstrategie legt de focus op kansen zien en kansen pakken Kansen op het gebied van gebiedsontwikkeling en de Omgevingsvisie. Door bijvoorbeeld het samenbrengen van ruimtelijke ingrepen, elementen met sociale aspecten en initiatieven vanuit de samenleving. Streekdierentehuis / Dierenwelzijn De opvang van honden en katten is een wettelijke taak van de gemeente. Dit wordt ingekocht bij Streekdierentehuis t Julialaantje. Dierenambulance Haaglanden voert de taak uit om dieren (zoals grote vogels, vleermuizen en loslopende of aangereden huisdieren) op te halen en te vervoeren naar een opvanglocatie. In 2017 wordt de beleidsnota Dierenwelzijn geactualiseerd. 99

101 3.5 Veilige stad De doelstelling Veilige Stad levert een actieve bijdrage aan een veilig en aantrekkelijk woon- en leefklimaat in Delft. Dat vertaalt zich doordat bewoners, bezoekers en mensen die in Delft werken, zich vrij kunnen bewegen in een prettige leefomgeving en niet belemmerd worden door criminaliteit en onveiligheid. We werken hiervoor duurzaam samen met inwoners, sociale partners en partners in het veiligheidsdomein. Openbare orde en Veiligheid Er is voor een groot deel sprake van going concern taken op het gebied van openbare orde en veiligheid (OOV). De focus in 2018 ligt op de geprioriteerde thema s: voorkomen van high impact crimes (met name woninginbraken), jeugdcriminaliteit, aanpak radicalisering, veiligheid bij grote evenementen, veilig uitgaan en horeca overlast, ondermijning, en crisisbeheersing. Binnen de bestaande prioriteiten gaat extra aandacht en inzet naar de veiligheidsbeleving in de Buitenhof-NW, geluidsoverlast bij evenementen, overlastgevende jeugd en alcoholcontroles voor schenken aan jongeren. Daarnaast zal er vanuit de aanpak radicalisering aangesloten worden bij het vergroten van inclusiviteit met extra aandacht voor het tegengaan van polarisatie en discriminatie. Fysieke veiligheid Ten aanzien van fysieke veiligheid ligt de focus in 2018 op de volgende thema s: levensbedreigend gevaar voor veiligheid en/of gezondheid (bijvoorbeeld asbest), handhavingsverzoeken), Omgevingswet en informatiegericht werken. Geen toename jeugdcriminaliteit De gemeente zet in op preventief beleid om te voorkomen dat jongeren afglijden naar overlastgevend en crimineel gedrag. De doelstelling Veilige Stad heeft, onder leiding van de wijkmarshall, een aanpak om overlastgevend en crimineel gedrag te verminderen. Een belangrijk onderdeel hiervan is de persoonsgerichte aanpak. In een gesprek met de jongere krijgt hij hulp aangeboden om zijn gedrag te veranderen. De geboden hulp beslaat alle leefgebieden, onder andere wonen, werk, gezondheid, financiën, verslaving. Het alternatief is een strafrechtelijke aanpak. Daarnaast is er een aanpak om te zorgen dat de overlast in een gebied vermindert en de leefbaarheid en veiligheid verbetert. 100

102 Investeringen in het hoofdstuk Investeringsplan Toegekend bedrag Realisatie t/m 2016 Actualisatie Toegekend bedrag na actualisatie Beschikbaar vanaf Bedragen x 1.000,- Afschrijvin gstermijn Jaar start en gereed Omschrijving 2017 meerjarig Leefbare stad Aantrekkelijke stad Investering met economisch nut Herhuisvesting Erfgoed Delft diversen Blauw in het Prinsenhof nvt Bijdrage Blauw in het Prinsenhof Bijdrage aan activa in eigendom van derden Restauratie Nieuwe Kerk Bereikbare en gastvrije stad Investering met economisch nut Het nieuwe kantoor (HNK) diversen Het nieuwe kantoor (HNK) niet activeerbaar Investering met maatschappelijk nut Fietsactieplan LVVP Bijdrage LVVP LVVP Bijdragen LVVP LVVP Bijdragen LVVP Reinier de Graafweg (voorheen PM) Spoorzone (inrichting openbare ruimte) Spoorzone 2e fietsenstalling Spoorzone 2e fietsenstalling - cofinanciering Spoorzone 3e fietsenstalling Spoorzone 3e fietsenstalling cofinanciering Parkeergarage Spoorsingel Bijdrage en verkoopopbrengst parkeergarage Spoorsingel Westlandseweg Hoflaan Vulcanusweg Bijdrage aan activa in eigendom van derden Bijdrage spoortunnel Goede openbare ruimte Investering met maatschappelijk nut Projecten Tramlijn diversen Bijdrage projecten Tramlijn Quackelbrug Schreibrug Tweemolentjesbrug Civiele constructies diverse Groen en Water diverse Verkeersvoorzieningen diverse Vernieuwen riolen (GRP) nvt Voorziening vervanging riolering nvt Bijdrage aan activa in eigendom van derden Steunpunt Delftgauw Duurzame stad Investering met maatschappelijk nut Klimaatplan nvt Projecten Waterplan

103 Investeringsplan (Bedrijfsmiddelen) Omschrijving Begroting 2017 Begroting 2018 Raming 2019 Bedragen x 1.000,- Raming 2020 Raming 2021 Leefbare stad Aantrekkelijke stad Presentaties 3 musea Inventaris Archeologie Beveiliging Prinsenhof Bereikbare en Gastvrije Stad Vitro's Vervanging parkeerautomaten Parkeerautomaten 5x Vervanging parkeerrouteinformatiesysteem PRIS Dakkoffer scanauto Goede openbare ruimte Integraal beheersysteem Tractie Toelichting op de investeringen Aantrekkelijke stad Herhuisvesting Erfgoed Delft De nieuwe archiefbewaarplaats voor Archief Delft is in 2017 voltooid en aan de gemeente opgeleverd. In de zomer van 2017 is de collectie verhuisd naar de nieuwe archiefbewaarplaats en vanaf september 2017 is de dienstverlening vanuit de nieuwe locatie gestart. Daarmee is de investering grotendeels gereed. Een klein deel van de investering ligt nog in de toekomst: het gaat vooral om delen van de aanneemsom die na verloop van de onderhoudstermijn worden betaald. Restauratie Nieuwe Kerk In 2012 is de definitieve cofinanciering voor de Nieuwe Kerk rondgekomen. De uitvoering van het restauratiedeel van het project is in 2013 gestart en in 2015 afgerond. De herinrichting van de kerk heeft in 2016 plaatsgevonden en wordt in 2017 afgerond. Het uitbreidingsdeel is vertraagd door een gerechtelijke procedure, die voorjaar 2017 is afgerond. De kerk beraadt zich nu op de wijze van uitvoeren van de resterende werkzaamheden. Onderstaande investeringen staan nog op de Investeringsagenda en worden in het Investeringsplan opgenomen zodra het uitvoeringsplan is vastgesteld door het GMT. Depot Erfgoed Het huidige depot op de zolders van Museum Prinsenhof Delft voldoet niet aan de minimale vereisten. Om dit op niveau te brengen wordt extern depotruimte gehuurd voor de collectie die zich nu op de zolders bevindt. De investering is bedoeld om de eenmalige kosten te dekken van de verhuizing van collectie en de inrichting van de depotruimte. In 2017 is de aanbesteding verhuizing en investering van de inrichting afgerond. De uitvoering is gepland in het voorjaar van Verbouwing DOK Dit investeringsbudget is bedoeld voor de verbouwing van DOK naar het concept OPEN, dat huisvesting moet bieden aan DOK en coöperatie De VAK vanaf de zomer Op basis van onder andere het opgeleverde Definitief Ontwerp en aanbestedingsresultaat is najaar 2017 een prestatiesubsidie verstrekt voor realisatie van de verbouwing. Na verhuizing van coöperatie De VAK naar DOK wordt het huidige pand van De VAK verkocht, waarbij de opbrengst in de algemene middelen zal landen. Bereikbare en Gastvrije stad Het nieuwe kantoor (HNK) Op basis van geprognosticeerde bedragen worden de kosten in totaliteit lager geraamd. In het kader van risicobeheersing wordt hier geen voorschot op genomen aangezien het project nog niet afgerond en afgerekend is. Zie ook de financiële rapportage Financiële stand van zaken van het nieuwe 102

104 stadskantoor d.d. 28 maart 2017 (kenmerk ). Er wordt naar gestreefd om eind van het jaar het project financieel af te sluiten. Het nieuwe kantoor (HNK) niet activeerbaar Binnen het krediet voor HNK zijn kosten geraamd die niet worden geactiveerd (projectmanagement, communicatie, verhuizing enz.). Deze kosten belopen 2,1 miljoen en worden afgerekend met de reserve Gemeentelijke Huisvesting. Fietsactieplan Maatregelen uit de investering Fietsactieplan/Intensivering FAP dragen bij aan de bereikbaarheid van Delft. Het betreft infrastructurele maatregelen, maatregelen op gebied van fietsparkeren en flankerende maatregelen, zoals communicatie. Waar mogelijk worden werkzaamheden gecombineerd uitgevoerd (werk-met-werk). Verder worden maatregelen beoordeeld op subsidiemogelijkheden. LVVP maatregelen Maatregelen uit het LVVP en de Strategische agenda Mobiliteit dragen bij aan een succesvolle economie en participatie door een goede en duurzame mobiliteit en doordat alle Delftenaren zich goed en plezierig kunnen verplaatsen. Eind 2015 is een nadere invulling gegeven aan de beschikbare gelden binnen het LVVP tot Hierin zijn voor 2018 o.a. benoemd de inzet op microbereikbaarheid (Rode Loper), duurzame mobiliteit en de voorbereiding voor de aanpassing Julianalaan midden. Spoorzone (nieuwe naam: Spoorzone IOR) Dit betreft het deelproject IOR (inrichting openbare ruimte) en betreft het op basis van het plan Busquets herinrichten van de openbare ruimte in het projectgebied Spoorzone. De werkzaamheden zijn medio 2018 afgerond. Spoorzone fietsenstalling (nieuwe naam: Spoorzone 2e fietsenstalling) Dit betreft de realisatie van de 2 e stalling. De stalling is in mei 2017 geopend. Co-financier is de MRDH. Ondergrondse stalling (nieuwe naam: Spoorzone 3e fietsenstalling) De stalling is naar verwachting in het 3 e kwartaal van 2019 gereed. Co-financiers zijn ministerie van Infrastructuur en Milieu/ProRail, MRDH en provincie Zuid-Holland. Parkeergarage Spoorsingel (nieuwe naam: Prinsenhof garage) De in aanbouw zijnde parkeergarage voor circa 650 plaatsen wordt naar verwachting in december 2017 opgeleverd en daarna door de gemeente verkocht aan ParkerenDelft BV. De onrendabele top die met deze verkoop samenhangt is afgedekt met de subsidies die voor het project Spoorzone zijn verkregen. Westlandse weg Door het vertrek van het ambtelijk apparaat van het kantoorpand aan de Westlandseweg 40 (Werkplein) naar Het Nieuwe Stadskantoor is het kantoorpand in 2016 grotendeels leeggekomen. Met de huurder is overeenstemming bereikt over de huurvoorwaarden, waarbij het noodzakelijk is dat als incentive een bijdrage wordt verstrekt voor de investering in het pand. De investeringsbijdrage wordt verstrekt omdat door de huurder meerdere bouwkundige aanpassingen worden gedaan die noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering. Hoflaan In verband met het (tijdig) vrijmaken van de locatie Staalweg voor herontwikkeling verhuist de buitendienstorganisatie van de gemeente. Vanwege de omvorming van de Stadsbeheer organisatie naar een kleinere regieorganisatie is minder capaciteit nodig. De bestaande locatie Vulcanusweg wordt aangepast en de buitenopslag verhuist naar een nieuw te ontwikkelen locatie op de Hoflaan. De werkzaamheden zijn gestart en worden conform planning in 2018 opgeleverd. Vulcanusweg Op wijkpost Noord aan de Vulcanusweg 257 worden de onderdelen werkplaats, magazijn en gemalen gehuisvest. Hiertoe dient een opstal te worden gerealiseerd. Dit betreft een compacte werkplaats waarin tevens de functies van de gemalen en het magazijn worden gecombineerd. Deze investering maakt ook deel uit van de uithuizing van de uitvoerende onderdelen van de Staalweg en is het gevolg van het regieplan Stadsbeheer en het combineren van de werkplaats en eerdergenoemde functies. 103

105 Bijdrage Spoortunnel De bijdrage van de gemeente Delft aan de realisatie van de spoortunnel is vastgelegd in het addendum BUOK dat is gesloten tussen de gemeente en de staat. Op grond van dit addendum kan de ProRail nog een aanvullende bijdrage van maximaal 5 miljoen declareren in geval van kostenoverschrijdingen. Vooralsnog houdt de gemeente rekening met deze aanvullende bijdrage. Goede openbare ruimte Tramlijn 19 Eind 2016 is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst (SOK) getekend tussen PZH, MRDH en Delft. De risico s zijn herijkt en vormen onderdeel van de raming van MRDH. Vooralsnog loopt het project volgens de planning, maar gezien de fase waarin het project verkeert blijft het risico hoog. Quackelbrug/Scheibrug/Tweemolentjesbrug De bruggen zijn opgenomen in de investeringsopgave groot onderhoud Civiele constructies. De werkzaamheden volgen uit de inspecties en worden conform planning in 2017 / 2018 uitgevoerd. Groen en Water Voor de grootschalige vervanging van onder meer het verouderde populierenbestand, het reguliere groot onderhoud aan bomen en het groot onderhoud aan parken is voor de komende 4 jaar 1,4 miljoen nodig. In 2017 is hier het eerste deel van besteed. Het budget is vanuit de reguliere exploitatie omgezet in investeringsbudget conform BBV regelgeving. Verkeersvoorzieningen Hieronder vallen de vervangingen van de verkeersregelinstallaties. Het budget is conform BBV regelgeving vanuit de exploitatie omgezet naar investeringsbudget voor de komende 4 jaar. Steunpunt Delfgauw In 2017 heeft de aanbesteding plaatsgevonden van het nieuwe gemeenschappelijk met Rijkswaterstaat en de provincie te bouwen steunpunt in Delfgauw. Deze locatie zal met ingang het strooiseizoen in gebruik zijn. Integraal beheersysteem In 2015 is gestart met de vervanging van de gefragmenteerde beheersystemen, hiervoor in de plaats is één integraal beheersysteem gekomen. In 2016/2017 is dit beheersysteem live gegaan en in gebruik genomen. Naar verwachting kan het krediet in 2018 afgesloten worden. Tractie De gemeente heeft het grootste gedeelte van haar werkzaamheden uitbesteed. Hierdoor is het aantal benodigde tractiemiddelen afgenomen. De nu nog beschikbare tractiemiddelen dienen op termijn vervangen te worden. Door middel van dit krediet kan hier (gefaseerd) invulling aan gegeven worden. Tevens dient bekeken te worden of er aanvullende tractiemiddelen nodig zijn voor de regievoering op de openbare ruimte. Duurzame stad Klimaatplan Het Investeringsplan Klimaatplan stelt de middelen beschikbaar voor de Uitvoering voor Delft energieneutraal Met het Uitvoeringprogramma en de Agenda Delft 2040 uit de Kadernota 2017 zetten we volop in op het vormgeven van de transitie naar een CO 2 -arme energievoorziening. Deze transitie krijgt de komende jaren vorm middels het leggen van de focus op: aardgasloze woningbouw, verduurzaming van de zakelijke markt, ondersteuning op basis van maatwerk bij lokale energie coöperaties en lokale initiatieven. Projecten Waterplan In 2017 wordt gewerkt aan een geactualiseerd waterplan met een wateragenda. Deze wateragenda wordt samen opgesteld met het Hoogheemraadschap. Het gaat hierbij om maatregelen en afspraken over de waterkwantiteit, (zwem-)waterkwaliteit, het watersysteem en het beheer en onderhoud. Verder wordt de samenwerking in de regio gecontinueerd om kosten en menskracht te besparen door regionaal op te pakken wat regionaal kan en lokaal op te pakken wat lokaal moet. Het plan en de agenda hebben als doel het realiseren van een waterrobuuste stad en daarmee bij te dragen aan een klimaatbestendige stad in Met de investeringen zetten we in op de aanleg van natuurvriendelijke oevers en waterberging in overlastgebieden en de verbetering van de waterkwaliteit. 104

106 Stad en bestuur Wat willen we bereiken? Beleidstoelichting: wat willen we bereiken? Stad en bestuur Beginstand Streefcijfer 2018 Tevredenheid dienstverlening. 6,5 In dit hoofdstuk worden de bestuurlijke en dienstverlenende randvoorwaarden uitgewerkt die de gemeente inzet om de eerder beschreven verbindende opgaven te ondersteunen. We willen een verbindende overheid zijn, met een bewuste rolneming, met een dienstverlenende instelling. De doelstelling Dienstverlenende gemeente staat voor wat betreft de 1 e W-vraag in hoofdstuk 1. Stad van innovatie, vanwege de bijdrage aan de opgave mensen aan het werk. De nagestreefde maatschappelijke effecten komen overeen met het herijkte Bestuursprogramma De gemeentelijke dienstverlening en de samenwerking in de MRDH en Zuidvleugel moeten Delft als innovatieve stad ondersteunen, en de inwoners in positie brengen. We willen vanuit een duidelijke visie op dienstverlening vorm geven aan de samenwerking met partners, in het bijzonder voor de digitale uitwisseling van gegevens in de keten en betere informatiebeveiliging bij de uitwisseling. In 2018 willen we een extra impuls geven aan de dienstverlening aan bedrijven, om ervoor te zorgen dat bestaande bedrijven zich goed kunnen ontwikkelen en nieuwe bedrijven makkelijk de weg kunnen vinden in de stad. Onze omgeving is in verandering en dit vraagt van de organisatie dat we blijven ontwikkelen en op sommige punten versterken. We verstevigen het fundament van de gemeentelijke organisatie, omdat we kwetsbaar zijn op bepaalde onderdelen van de primaire processen en op de uitvoering van enkele wettelijke taken. Delft behaalt veel van haar doelstelling op regionaal niveau. We willen de positie van Delft versterken binnen het parelsnoer van centraal stedelijke milieus in de Randstad. We blijven daarom inzetten op Delftse projecten binnen de investeringsagenda MRDH om deze kansen maximaal te benutten. 105

107 Wat gaan we ervoor doen? Stad en bestuur Verbindende overheid Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Geen Prestaties Bestuurlijke samenwerking. Samenwerkingsagenda. Investeringsagenda MRDH, Roadmap Next Economy en convenant met de TU. Moderne gemeente Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Geen Prestaties Rolneming. Nota rolneming. Agenda nota rolneming. Fte gemeente Delft. 979 fte ( ). 802 fte ( ). 810 fte ( ). 750 fte ( ). Zie regieparagraaf en bedrijfsvoeringsparagraaf. Dienstverlenende gemeente (draagt bij aan de opgave "Mensen aan het werk") Effect Indicator Beginstand Realisatie Streefcijfer Streefcijfer jaar 2018 Dienstverlening 3.0. Tevredenheid dienstverlening. Continumeting vanaf ,5. -tweejaarlijks- Dienstverlening benchmarken. Prestaties Eén loket voor bedrijven. Eén loket voor bedrijven gerealiseerd: betere organisatie loket/accountteam en netwerk. Delft doet mee aan benchmark dienstverlening. Eén loket voor bedrijven. Gerealiseerd. Wie zijn onze partners 3.1 Verbindende overheid Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij MRDH De gemeente regelt het X Partner en gemeente staan samen aan de lat Investeringsagenda De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, De risico)s die behoren bij aanbestedingen in de maatschappelijk) investeringsagenda MRDH. Taakveld (BBV) 0.1 Bestuur 106

108 3.2 Dienstverlenende gemeente Verbonden Partij Draagt bij aan Rol van de gemeente t.o.v. Verbonden Partij RBG Heffing en inning van lokale lasten (o.a. OZB, Leges, Precario) X De gemeente regelt het Partner en gemeente staan samen aan de lat De gemeente draagt haar steentje bij De gemeente laat het aan de samenleving over Overige informatie verbondenpartij Omvang van de bijdrage Risico's (Financieel, bestuurlijk, Aangesloten gemeenten zijn gezamenlijk risico drager maatschappelijk) Taakveld (BBV) 0.2 Burgerzaken Wat mag het kosten? Het overzicht van baten en lasten in de begroting In de tabel is per product aangegeven wat het financiële kader is aan baten en lasten in het jaar Stad en bestuur Bedragen x 1000,- Doelstelling/Product Lasten Baten Resultaat na bestemming Verbindende Overheid 4101 College van B&W Verkiezingen Bestuurlijke samenwerking Internationaal beleid Totaal verbindende overheid Regiegemeente 4201 Gemeentelijk managementteam Controlling Gemeentebr. personele uitgaven Gemeentebrede ondersteuning Stimuleringssubsidies Totaal regiegemeente Dienstverlenende gemeente 4301 Burgerlijke stand Dienstverlening Totaal dienstverlenende gemeente totaal Stad en bestuur

109 Mutaties in de begroting Bedragen x 1.000,- Stad en Bestuur Verbindende overheid Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Algemene dekkingsmiddelen VNG fonds GGU Totaal Verbindende overheid Regiegemeente Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Algemene dekkingsmiddelen Herijken investeringsplan Overige voorstellen Uitstroom en ontwikkelingskosten Totaal Regiegemeente Dienstverlenende gemeente Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Algemene dekkingsmiddelen Herijken investeringsplan Totaal Dienstverlenende gemeente Zie de Leeswijzer voor een toelichting op diverse mutaties. Bezuinigingstaakstelling Het Bezuinigingsprogramma dat is gestart in 2010 is volledig afgerond. Binnen Stad en bestuur zijn alle bezuinigingen ingevuld. Toelichting bestaand en nieuw beleid 4.1. Verbindende overheid De activiteiten binnen Verbindende Overheid richten zich op het college van B&W en de ondersteuning van het College van B&W om haar zo goed mogelijk te laten besturen. College van B&W Onder de activiteit College van B&W vallen de salarislasten van het college van B&W, de lasten voor gewezen wethouders, representatie kosten en de kosten voor de afdeling Besturing (Bestuursondersteuning, Communicatie en Strategie). Beheer/exploitatie stadhuis Op deze post worden beheer en exploitatie van het stadhuis verantwoord. Het stadhuis wordt gebruikt voor bestuurlijke functies, trouwerijen en als gemeentelijke vergaderlocaties. Daarnaast wordt het stadhuis tegen vergoeding beschikbaar gesteld voor ontvangsten en evenementen van derden. 108

110 Verkiezingen Verkiezingen en referenda worden per keer begroot en projectmatig opgepakt. Jaarlijkse organisatiekosten worden begroot en uit deze activiteit betaald. Bestuurlijke Samenwerking De uitgaven behorende bij bestuurlijke samenwerking zijn onder andere lidmaatschappen van verschillende regionale samenwerkingsverbanden (MRDH, VNG, G32 en Platform 31). Internationaal beleid Europa is en blijft een belangrijk aandachtsveld voor Delft. Vanuit de MRDH en samen met lokale en regionale partners richt Delft zich op het verkrijgen van Europese subsidies en leningen die innovatie en technologische toepassingen stimuleren. Met de TU en hogescholen werkt de gemeente aan samenwerkings- en onderzoeksprojecten, presentaties en lobby om Delftse doelen en ambities te verbinden met doelen, kansen en mogelijkheden in Europa. We zoeken naar financiële middelen bij de Europese fondsen als match funding voor de noodzakelijke cofinanciering Regiegemeente Als gevolg van invoering van de wetgeving met betrekking tot overhead is een groot deel van De informatie over dze doelstelling opgenomen bij Financieel Meerjarenbeeld, met name bij Algemene dekkingsmiddelen en Overhead. Voor de verdere informatie wordt verwezen naar de paragraaf Bedrijfsvoering Dienstverlenende gemeente We willen vanuit een duidelijke visie op dienstverlening vorm geven aan de samenwerking met partners, in het bijzonder voor de digitale uitwisseling van gegevens in de keten en betere informatiebeveiliging bij de uitwisseling. In 2018 willen we een extra impuls geven aan de dienstverlening aan bedrijven, om ervoor te zorgen dat bestaande bedrijven zich goed kunnen ontwikkelen en nieuwe bedrijven makkelijk de weg kunnen vinden in de stad. Door onder andere wetswijzigingen is er structureel sprake van minder aanvragen op diverse producten Burgerzaken. Zo is de geldigheidsduur van de identiteitsdocumenten verlengd van vijf naar tien jaar. Dit zal zorgen voor lagere legesopbrengsten door afname van de vraag naar paspoorten, identiteit (ID)- kaarten(reisdocumenten) en uittreksels uit de basisadministraties. De teruggang van de legesopbrengsten is niet direct te vertalen in lagere kosten, omdat alleen directe kosten te beïnvloeden zijn. Investeringen in het hoofdstuk Investeringsplan (Bedrijfsmiddelen) Omschrijving Begroting 2017 Begroting 2018 Raming 2019 Bedragen x 1.000,- Raming 2020 Raming 2021 Stad van bestuur Regie gemeente ICT investeringen KCC investeringen GEO Plotter Systeem DIS Meubilair Vervanging Website Losse inrichting Stadskantoor Stad van bestuur Raad Audiovisuele middelen raad

111 Toelichting op de investeringen ICT investeringen Dit betreft de ICT investeringen in hardware en software die benodigd zijn om de gemeente brede ICT ondersteuning te kunnen waarborgen. Basis voor deze ramingen vormt het onderliggende Investeringsplan. GEO plotter Dit betreft de (vervangings-)aanschaf van een nieuwe GEO plotter in verband met vervanging van de huidige plotter. Systeem DIS Dit betreft investeringen in het Documentair Informatie Systeem. De voorbereidingen hiervoor zijn in 2017 gestart. Meubilair Deze investering betreft de benodigde (jaarlijkse) vervanging en aanschaf van meubilair voor de gemeentelijke huisvesting. Vervanging Website Dit betreft de noodzakelijke vervanging van de gemeentelijke website in De voorbereidingen hiervoor zijn in 2017 gestart. 110

112 Raad Wat willen we bereiken? De doelstelling van het hoofdstuk Raad omvat het waarborgen van een democratisch bestuur, dat effectief, doelmatig, transparant en betrouwbaar functioneert. De betrokkenheid van de burger bij het bestuur van de gemeente is daarbij van wezenlijk belang voor het draagvlak van genomen besluiten. Beleidstoelichting: wat willen we bereiken? De gemeenteraad bepaalt de kaders waarbinnen het college van B&W het beleid voor Delft dient uit te werken en uit te voeren. Ook controleert de gemeenteraad of het college het beleid naar behoren uitvoert en (onvoorziene) problemen afdoende aanpakt. Wat gaan we ervoor doen? In het kader van de ondersteuning aan de gemeenteraad wordt het jaarplan van de griffie 2017 uitgevoerd. In dat werkplan worden alle griffiewerkzaamheden opgenomen met betrekking tot de ondersteuning van raad en commissies, de raadscommunicatie, de financiën en de interne organisatie. Wat mag het kosten? Het overzicht van baten en lasten in de begroting Raad Bedragen x 1000,- Doelstelling/Product Lasten Baten Resultaat na bestemming 4401 Raad en raadscommissies Delftse Rekenkamer Raadsgriffie Totaal Raad Mutaties in de begroting Bedragen x 1.000,- Raad Reeds besloten: Stand Programmabegroting Begrotingswijzigingen t/m 1 mei Indexatie en kostenverdeling Begrotingswijziging Kadernota Nog te besluiten voorstellen: Kadernota 2017 Kosten accountantsfunctie Algemene dekkingsmiddelen Herijken investeringsplan Totaal Raad Eindtotaal Zie de Leeswijzer voor een toelichting op diverse mutaties. De begrotingsmutaties houden verband met in het voorjaar van 2017 via het fractievoorzittersoverleg aangedragen begrotingsposten ten behoeve van de Kadernota Het betreft kosten voor de audiovisuele middelen in het Stadhuis, de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 (verwerkt in de Begrotingswijziging Kadernota 2017) en hogere kosten voor de accountantsfunctie (Nog te besluiten voorstellen). In de Kadernota 2017 zijn nadere toelichtingen opgenomen. 111

113 Paragrafen 112

114 Algemene toelichting op de paragrafen In de paragrafen zijn de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen met een groot financieel belang, die versnippert in de begroting staan, worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor de raad voldoende inzicht krijgt. Zij geven een dwarsdoorsnede van de begroting. De paragrafen zijn bedoeld om extra informatie te geven voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn. Weerstandsvermogen en risicobeheersing In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing worden de risico s van materieel belang en de weerstandscapaciteit aangegeven en wordt toegelicht in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen. Spoorzone Het totale project Spoorzone (ondergronds en bovengronds) is een complex project en met risico s omgeven, waarvan een groot aantal een exogene oorzaak heeft. Het project komt nu in een fase waarbij de focus is verschoven naar de bovengrondse ontwikkeling en waarbij de gemeente zelf de meeste (markt-)risico s draagt. De projectbeheersing en het risicomanagement zijn daarom belangrijk. In deze paragraaf Spoorzone wordt ingegaan op: uitvoering door het OBS, projectbeheersing en risicomanagement OBS (mal) en gemeente (contramal), de projectonderdelen binnen de scope van het project, de projectonderdelen buiten de scope van het project, financiële uitkomsten businesscase en relatie met de eigen gemeentelijke financiële bijdrage, vertaling van de eigen gemeentelijke financiële bijdrage naar begroting (kredieten, onderhanden project en voorzieningen), bandbreedte van de verwachte eigen gemeentelijke financiële bijdrage (voorziening risico s en weerstandscapaciteit). Onderhoud kapitaalgoederen In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen wordt uiteengezet wat de voortgang is van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, riolering en gebouwen. Rolneming door Delft In de paragraaf Rolneming door Delft wordt ingegaan op de nota Rolneming, de rolneming per doelstelling en de geformaliseerde samenwerkingsverbanden, middels: a. regionale samenwerking, b. deelnemingen, lokaal en regionaal, c. subsidies aan maatschappelijke instellingen. Financiering De paragraaf Financiering bevat een overzicht van: de kasgeldlimiet, de renterisiconorm, de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar, de rentevisie, de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie. 113

115 Bedrijfsvoering In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt gerapporteerd over de bedrijfsvoering en over nieuwe ontwikkelingen. Onderdeel van de ontwikkelingen is de doorontwikkeling van de personele organisatie naar de verdergaande Regievoering door Delft. Aanvullend wordt ingegaan op interne/externe audits op het vlak van rechtmatigheid (verbonden ook aan de accountantscontrole) en doelmatigheid (naar aanleiding van onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid, zoals bedoeld in artikel 213a Gemeentewet). Grondbeleid In de paragraaf Grondbeleid wordt op hoofdlijnen ingegaan op (de uitvoering van) het Meerjaren Programma Grondontwikkeling (MPG). Lokale heffingen De paragraaf Lokale heffingen bevat een uiteenzetting van: de opbrengsten per lokale heffing, het bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; alsmede de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudens, meerpersoonshuishoudens en bedrijven. 114

116 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (Algemene reserve, Onvoorzien) en de benodigde weerstandscapaciteit (op basis van het risicoprofiel). Hierna wordt eerst in algemene zin een toelichting gegeven op de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit. Vervolgens volgt het beschikbare weerstandsvermogen en de financiële positie van de gemeente Delft. Het risicoprofiel komt als laatste aan bod, waarbij een onderscheid gemaakt is tussen de risico s die in relatie staan tot het weerstandsvermogen en overige risico s. Algemene toelichting De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om onverwacht en substantiële kosten, die niet zijn opgenomen in de begroting, te dekken. In de Delftse begroting kunnen de volgende onderdelen van het vermogen en de begroting tot de weerstandscapaciteit worden gerekend. Statische weerstandscapaciteit De statische weerstandscapaciteit betreft het vrij aanwendbare deel van de Algemene reserve. Dit deel van het reservevermogen is beschikbaar om niet begrote, substantiële tegenvallers op te vangen. Het gaat dan vooral om incidentele tegenvallers. Als sprake is van een structurele doorwerking zal in de begroting en de meerjarenraming ruimte moeten worden vrijgemaakt. Dynamische weerstandscapaciteit De dynamische weerstandscapaciteit bestaat uit de ruimte in de begroting om tegenvallers op te vangen. Deze omvat onder andere de post Onvoorzien van jaarlijks Deze post wordt ingezet voor incidentele tegenvallers die onontkoombaar, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. Als sprake is van een structurele doorwerking moet deze in het volgende begrotingsjaar op een andere wijze worden gedekt. De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de aard en de omvang van de risico s waar de gemeente mee wordt geconfronteerd (risicoprofiel) en de verschuivingen die zich daarin voordoen. De risico s betreffen zowel lijnactiviteiten als (ruimtelijke) projecten. Voor deze risico s kunnen geen verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd omdat de risico s zich niet regelmatig voordoen en niet goed meetbaar zijn. Risicomanagement, de Delftse wijze Bij het risicomanagement gaat het onder meer om het vergroten van het risicobewustzijn: door bij risico s stil te staan en daarmee om te gaan. Risicomanagement is van iedereen in de organisatie. Het is niet voor alleen voor projectleiders, managers of directeuren. Door bewust om te gaan met risico s, werken we samen aan een betrouwbare overheid én daarmee aan politieke legitimiteit. Een overheid die risico s afwendt, die verstandig handelt bij onvoorziene risico s die zich voordoen, maar daarbij niet in de regelreflex schiet. In het gemeentebrede Kader voor risicomanagement hebben we geregeld waar het verplicht is om risicoanalyses uit te voeren. En ook dat we dezelfde risicotaal hanteren, wat wordt ondersteund door instrumenten, en dat we gedrag willen zien waardoor we risico s samen expliciet maken. We bevorderen dat er regelmatig risicoanalyses en -gesprekken plaatsvinden in de hele organisatie. Daarnaast leren en verbeteren we door instrumenten en werkwijzen te delen en te ontwikkelen. Daar waar nodig is er verbinding met de P&C-cyclus, zoals met deze paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Hoe meer de basis van risicoanalyses en gesprekken in de praktijken op orde is hoe beter GMT, College van B&W en uw Raad in staat zijn het goede gesprek te voeren over de strategische risico s voor de gemeente als geheel. Strategische risico s hangen samen met keuzes om de doelen te bereiken en we onderscheiden ze van externe en operationele (project) risico s. Inmiddels zijn er veel praktijken waar risicomanagement expliciet wordt toegepast en vindt het gesprek over het collectieve beeld plaats door het lijnmanagement en programmering. (zie onze foto hieronder, groen zijn de verbeter(en)de praktijken). 115

117 Het voeren van het bestuurlijke risicogesprek binnen het systeem van risicomanagement is in voorbereiding. Eén van de doelen van bestuurlijk risicomanagement is het zoveel mogelijk voorkomen van verrassingen. Daarvoor dient de organisatie (iedereen) alert zijn op de mogelijkheden om college en raad vooraf en tussentijds mee te nemen in de afwegingen die spelen bij het bereiken van maatschappelijke effecten. Dit is niet geheel nieuw, er zijn reeds goede ervaringen opgedaan met de risicotafels Sociaal domein en in de rapportages over de Spoorzone. Nu de raad aan het college als uitkomst van het raadsonderzoek Grote projecten heeft gevraagd om uit te werken hoe de raad beter betrokken kan worden bij risicovolle projecten en trajecten, krijgt de uitwerking van het bestuurlijk risicogesprek in 2018 een stevige impuls. We zullen regelmatig het goede (risico)gesprek voeren met de raad, goed voorbereid en op een energie gevende manier; zonder strikte uniformering vooraf, dat ontwikkelen we gaandeweg. De organisatie wordt gefaciliteerd om op een transparante en uniforme manier risicoanalyses uit te voeren. Interne facilitators zijn in opleiding om een online instrument te gebruiken, waarbij in de toekomst mogelijk eenvoudig over de grenzen van de eigen organisatie gewerkt kan worden. Dit kan bijvoorbeeld toegevoegde waarde hebben bij risicoanalyses rond onze verbonden partijen of samenwerking met partners in ketenproces, waarbij ook bestuurders en raadsleden inbreng kunnen hebben. Besluitvorming over aanschaf van dit instrument en de wijze van inzet/gebruik vindt eind 2017 plaats. De risico s van verbonden partijen krijgen in elk geval meer aandacht in Het beschikbare weerstandsvermogen en de financiële positie Voor de komende jaren ontwikkeld het weerstandsvermogen zich in positieve zin. Eind 2021 is de verwachting dat de Algemene reserve meer dan 80 miljoen is. Hier staat in totaal aan risico s tegenover een bedrag van 13,4 miljoen (zie het totaaloverzicht bij het risicoprofiel). De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en het totaal van de risico s is daarmee positief. Hierna is een actueel overzicht opgenomen van de weerstandscapaciteit, rekening houdend met de meerjarige mutaties. 116

118 Algemene reserve Weerstandsvermogen Bedragen x Saldo per 1 januari (jaarrekening) Rekeningresultaat Bestemmingresultaat 2016 Verrekening met bestemmingsreserves Extra afschriijving Investeringen OR Raadsonderzoek en DRK -71 Risicobuffer programmabegroting Overige voorstellen Flankerend beleid Bijdrage Begroting Implementatiekosten omgevingswet -500 Verloop (eind saldi) Bij de Jaarrekening 2016 is besloten om een toevoeging te doen aan de Algemene reserve. Eind 2016 was de Algemene reserve 86,4 miljoen. Met de overige voorstellen meegenomen neemt het saldo in 2017 af tot 63,7 miljoen. Voor het flankerend beleid bij de bezuinigingsopgave vindt een afname plaats uit de Algemene reserve. Het positieve saldo van de begroting 2018 en de meerjarencijfers is verrekend met de Algemene reserve en levert daarmee een bijdrage aan de verbetering van de financiële positie. Deze bijdrage aan het weerstandsvermogen dient als risicobuffer voor de programmabegroting. EMU-saldo De financiële crisis in Europa heeft ervoor gezorgd dat de richtlijnen voor de overheidsfinanciën zijn aangescherpt. In het Stabiliteits- en groeipact hebben de landen die lid zijn van de Europese Unie afgesproken dat hun begrotingen in evenwicht moeten zijn of een overschot hebben. Het EMU-saldo is het saldo van de ontvangsten en uitgaven van de gemeente Delft overeenkomstig met de voorschriften van de Europese Unie. Conform deze voorschriften is onderstaand het beeld. EMU saldo Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q.onttrekking aan reserves (BBV, art.17c) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van Rijk, Provincies, Europese Unie en overigen Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijpmaken e.d Verkoopopbrengsten van grond (verkoopprijs) Boekwinst op grondverkopen Betalingen ten laste van de voorzieningen Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten - Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen Berekend EMU-saldo In het bestuurlijk overleg (rijk, provincie, gemeenten en waterschappen) van 14 september 2015 is afgesproken dat geen referentiewaarden op het individuele niveau van de decentrale overheden meer worden bepaald. Eerder (bestuurlijk overleg 18 januari 2013) is al afgesproken dat ook geen sprake is van sturingsmaatregelen door het Rijk op basis van het EMU-saldo van de lagere overheden. Op basis van eerder bepaalde referentiewaarden zou het EMU-saldo circa 15 miljoen negatief mogen zijn. Het EMU-saldo van Delft ligt hier gaandeweg de programmabegroting boven. Meerjarige balansen en financiële kengetallen De nieuw regels van het BBV geven aan dat gemeenten meerjarige balansen moeten opstellen voor het begrotingsjaar en de drie volgende jaren. Op basis van de Jaarstukken 2016, cijfers van het EMUoverzicht en een beoordeling van de mutaties op de leningenportefeuille zijn de balansen opgesteld. 117

119 Prognosebalansen per ultimo boekjaar Activa Vaste activa Immateriele vast activa Materiele vaste activa Financiële vaste activa Kapitaalverstrekking deelneming Leningen aan deelnemingen Leningen aan corporaties Overige verstrekte leningen Bijdrage in activa van derden Vlottende activa Gronden in exploitatie Gronden niet in exploitatie Overige voorraden Vorderingen Liquide middelen Overlopende activa Totaal activa Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Voorzieningen Vaste schulden Vlottende schulden Overlopende passiva Totaal passiva Balansmutatie Stadsschuld Toeneme - afname / aflossingscapaciteit De stadsschuld stijgt de eerste jaren van de programmabegroting. Bij dit beeld is geen rekening gehouden met de grondverkopen Spoorzone (zie Kadernota 2017). De stijging van de stadsschuld hangt samen met de extra investeringen die gedaan worden de komende jaren. Tevens wordt er extra financiering aangetrokken voor deelnemingen. Gaandeweg neemt de stadsschuld af. Gezien het stijgende belang van toekomstbestendigheid van gemeenten, een grotere druk op doelmatigheid en een grotere complexiteit (bijv. meer verbonden partijen, meer taken in het sociaal domein) is het belang van inzicht in de financiële positie toegenomen. Om die reden is in het BBV opgenomen dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van zes financiële kengetallen moet worden gepresenteerd. Naast de kengetallen wordt een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen. De kengetallen en de beoordeling geven gezamenlijk inzicht over de financiële positie van de gemeente. De zes financiële kengetallen volgen nu, waarbij ieder kengetal voorzien is van een toelichting. Een kengetal of financiële ratio is een verhoudingsgetal dat is opgebouwd uit financieel-economische gegevens. Kengetallen worden gebruikt voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Het instrument heeft als voordeel dat op relevante onderdelen gemeenten met elkaar vergeleken kunnen worden. Echter, kengetallen geven geen zekerheid over de toekomst, omdat ze gebaseerd zijn op een momentopname en/of aannames. De afzonderlijke kengetallen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Ratio's Jaarrekening 2016 Prognose 2017 Prognose 2018 Prognose 2019 Prognose 2020 Prognose 2021 Netto schuldquote 78,8% 100,9% 103,9% 107,6% 107,3% 100,0% Gecorrigeerde netto schuldquote 56,6% 71,4% 76,2% 78,1% 76,8% 70,0% Solvabiliteistratio 25,8% 22,7% 22,2% 22,6% 23,9% 25,5% Kengetal grondexploitaties 5,1% 3,9% 2,0% 2,7% 2,8% 1,8% Structurele exploitatieruimte 6,8% 1,5% 1,8% 1,2% 0,9% 0,5% Woonlasten meerpersoonshuishouden tov landelijk gemiddelde 116% 116% 116% 116% 116% 116% 118

120 Netto schuldquote Netto schuldquote Jaarrekening 2016 Prognose 2017 Prognose 2018 Prognose 2019 Prognose 2020 Prognose 2021 A Vaste schulden (cf. art. 46 BBV) B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) D Financiële activa (cf. art. 36 lid d,e,f en g) E Uitzettingen < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) F Liquide middelen (cf art. 40 BBV) G Overlopende activa (cf. art. 40a BBV) H Totale baten (cf. art.l 17 c respectievlijk art. 27 1c BBV) I Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% 78,8% 100,9% 103,9% 107,6% 107,3% 100,0% Het kengetal netto schuldquote geeft een indicatie van de hoogte van de schuld. Daarmee kan een oordeel worden gevormd in hoeverre het inkomen van de gemeente toereikend is om de schuldverplichtingen te voldoen. Het kengetal drukt het saldo van de bruto schulden en geldelijke bezittingen uit in een percentage van het inkomen. Normaal ligt de netto schuldquote van een gemeente tussen 0% en 90%. Als de netto schuldquote tussen 100% en 130% ligt, is de gemeenteschuld hoog. Als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt, dan bevindt de gemeente zich in de gevarenzone. De gemeente Delft streeft naar een netto schuldquote die onder de 100% ligt. De schuldpositie van de gemeente blijft hoog. In vergelijking met 2016 is de schuldpositie hoger, dit komt doordat er meer leningen zijn aangetrokken ten behoeve van investeringen en deelnemingen. De solvabiliteitsratio verbeterd de komende jaren. Belangrijke reden hiervoor zijn positieve exploitatieresultaten. Gecorrigeerde netto schuldquote Gecorrigeerde netto schuldquote Jaarrekening 2016 Prognose 2017 Prognose 2018 Prognose 2019 Prognose 2020 Prognose 2021 A Vaste schulden (cf. art. 46 BBV) B Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV) C Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV) D Financiële activa (cf. art. 36 lid b,c,d,e, f en g) E Uitzettingen < 1 jaar (cf. art. 39 BBV) F Liquide middelen (cf art. 40 BBV) G Overlopende activa (cf. art. 40a BBV) H Totale baten (cf. art.l 17 c respectievlijk art. 27 1c BBV) I Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% Gecorrigeerd voor de verstrekte leningen 56,6% 71,4% 76,2% 78,1% 76,8% 70,0% De netto schuldquote daalt als deze wordt gecorrigeerd voor verstrekte leningen. Verstrekte leningen zijn gelden die de gemeente uitleent aan andere partijen. De schulden die hier tegenover staan, drukken niet op de begroting. De rente wordt doorberekend. Met de aflossingen op de uitgeleende gelden kan de gemeente de uitstaande schulden aflossen. Het uitlenen van geld is niet zonder risico. Als de lenende partij de lening niet kan terugbetalen, is de gemeente het uitgeleende geld kwijt en blijft zij zitten met de schuld. De gecorrigeerde netto schuldquote is ook gestegen. De belangrijkste reden hiervoor is de stijgende omvang van de schuldpositie. De verwachting is dat de schuldquote in 2021 daalt onder de 100%. Solvabiliteitsratio Solvabiliteistratio Jaarrekening 2016 Prognose 2017 Prognose 2018 Prognose 2019 Prognose 2020 Prognose 2021 A Eigen vermogen (cf. art. 42 BBV) B Balanstotaal cf art. 41 respectievelijk 47 BBV) C Solvabiliteitratio (A/B) x 100% 25,8% 22,7% 22,2% 22,6% 23,9% 25,5% De solvabiliteitsratio geeft in een percentage aan in hoeverre er geen schulden op het bezit rusten. Daarmee kan een oordeel worden gevormd of bij een onmiddellijke liquidatie van de gemeente genoeg geld over blijft om alle schulden te vereffenen. Als signaalwaarde voor de solvabiliteitsratio geldt een percentage van 20%. Bij een solvabiliteitsratio lager dan 20% bevindt de gemeente zich op glad ijs. De stijging van de solvabiliteitsratio komt door een verbetering van het eigen vermogen. In de eerste jaren dempt het stijgende balanstotaal de solvabiliteitsratio nog. Dit hangt wederom samen met de hogere 119

121 schuldpositie. Grondexploitaties Kengetal grondexploitaties Jaarrekening 2016 Prognose 2017 Prognose 2018 Prognose 2019 Prognose 2020 Prognose 2021 A Niet in exploitatie genomen bouwgronden (cf. art.38 lid a punt 1 BBV) B Bouwgronden in exploitatie (cf. art.38 lid b BBV) C Totale baten (cf. art.l 17 c respectievelijk art. 27 1c BBV) D Grondexploitatie (A+B)/C x 100% 5,1% 3,9% 2,0% 2,7% 2,8% 1,8% Het kengetal grondexploitaties geeft een indicatie van de hoogte van de voorraad bouwgrond en de stand van het onderhanden werk bouwgrondexploitaties. Op basis van dit kengetal kan een oordeel worden gevormd in hoeverre de gemeente leningen is aangegaan om tijdelijk voorraden bouwgrond aan te houden. In de totale schuld van de gemeente is ook het deel van de grondpositie opgenomen. Bij verkoop van de bouwgrond zorgen de opbrengsten in beginsel voor een aanpassing van de schulden. Een hoge voorraad bouwgronden kan een goede reden zijn voor een tijdelijk hoge netto schuldquote, omdat onder normale omstandigheden de rentekosten voor de voorraadgronden wordt bijgeschreven. Bij verkoop worden zodoende de rentekosten en de leningen afgelost. Hoe lager het percentage (aandeel van de schuld in netto schuldquote) voor dit kengetal hoe beter. De komende jaren is er een dalende lijn te zien bij dit kengetal. Dit komt mede doordat de bouwgronden in de exploitatie een kleiner aandeel hebben. Structurele exploitatieruimte Jaarrekening 2016 Prognose 2017 Prognose 2018 Prognose 2019 Prognose 2020 Prognose 2021 Structurele exploitatieruimte A Totale lasten (cf art 17 c respectievelijk art 27 lid 1c) B w.v. structureel (A -/- cf art 19 c respectivelijk art 28 d BBV) C Totale baten (cf art 17 c respectievelijk art 27 lid 1c) D w.v. structureel (C -/- cf art 19 c respectivelijk art 28 d BBV) E Saldo baten en lasten (=C-A) F Mutaties reserves G w.v. structurele toevoegingen (cf art 19 d respectievelijkeart 28 d BBV) H w.v. structurele onttrekkingen (cf art 19 d respectievelijkeart 28 d BBV) I Resultaat (E+F) J Structurele ruimte ((D-B)+(H-G))/(C) x 100% 6,8% 1,5% 1,8% 1,2% 0,9% 0,5% Het kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Voor de gemeente Delft blijft dit percentage de komende jaren positief. Woonlasten meerpersoonshuishoudens Woonlasten meerpersoonshuishouden Jaarrekening 2016 Prognose 2017 Prognose 2018 Prognose 2019 Prognose 2020 Prognose 2021 A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZwaarde 280,55 277,38 268,00 268,00 268,00 268,00 B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZwaarde 214,37 216,73 219,98 219,98 219,98 219,98 C Afvalstoffenheffing voor een gezin 338,95 342,70 347,85 347,85 347,85 347,85 D Eventuele heffingskorting E Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D) 833,87 836,81 835,83 835,83 835,83 835,83 F Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 (meicirculaire) 716,00 723,00 723,00 723,00 723,00 723,00 G Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar t-1 (E/F) x 100% 116% 116% 116% 116% 116% 116% Bron A t/m E Programmabegrotingen De hoogte van de woonlasten is van invloed op de onbenutte belastingcapaciteit (ruimte voor extra lastenstijging). Een oplopend percentage beperkt die ruimte. De komende jaren is dit stabiel voor de gemeente Delft. 120

122 Extra indicatoren Ratio's obv Financiele verordening Jaarrekening 2016 Prognose 2017 Prognose 2018 Prognose 2019 Prognose 2020 Prognose 2021 De ontwikkeling van de netto schuld per inwoner Het saldo van baten en lasten als percentage van de baten 7,23% -3,21% 0,00% 1,76% 2,06% 1,65% Onbenutte belastingcapaciteit (OZB) als percentage van de baten -0,33% -0,26% 0,63% 0,63% 0,65% 0,64% Inwoneraantal ( bron: afdeling onderzoek en statistiek) Met de Raad is afgesproken om bovenstaande tabel met een aantal extra indicatoren. Zichtbaar is dat de netto schuld per inwoner gedurende de programmabegroting stijgt t/m 2019 en daarna afneemt. De daling wordt veroorzaakt door de verwachte daling van de stadschuld. Het risicoprofiel In onderstaande tabel is aan de hand van de geïnventariseerde risico s een specificatie opgenomen van het totale risicobedrag dat in relatie staat tot het weerstandsvermogen. De risico s met een (in de planperiode) verwachte omvang groter dan 0,2 miljoen zijn apart zichtbaar gemaakt. De overige risico s zijn in een verzamelregel opgenomen ter indicatie. Naast de risico s die ten laste gaan van het weerstandsvermogen is er ook nog een tabel met overige risico s. Bij het opstellen van de risico s is de volgende definitie gehanteerd: een onvoorziene gebeurtenis met wellicht een negatieve materiele financiële impact waarvoor nog geen maatregelen getroffen zijn 1. Bij de kans van optreden is onderscheid gemaakt tussen laag (10%-40%), midden (40%-60%) en hoog (60%-90%). De impact is het meest waarschijnlijke scenario qua omvang. Het uiteindelijke risico is bepaald op basis van kans * impact. Een risico is gedefinieerd als incidenteel wanneer het betrekking heeft op de eerste drie opvolgende jaren, anders heeft het een structureel karakter. Bij de beheersmaatregelen is aangegeven wat de acties zijn om het risico te mitigeren/zo klein mogelijk te houden. Risico's Risicoscore Incidenteel/Structureel Doelstelling Bedrag (x 1.000) 1 BUIG Hoog Structureel Werk en econ.zelfstandigh Sociaal domein Hoog Structureel Zorg en ondersteuning Werkse! Hoog Structureel Zorg en ondersteuning De Toegang Hoog Structureel Zorg en ondersteuning PM 5 Risicoprofiel MPG Laag Incidenteel Bereikbare en gastvrije stad Spoorzone Laag Incidenteel Bereikbare en gastvrije stad 0 7 Parkeren-strategisch PM PM Bereikbare en gastvrije stad PM 8 Avalex Hoog Structureel Goede openbare ruimte Bruggen Laag Incidenteel Goede openbare ruimte ISV-bodem Midden Structureel Goede openbare ruimte Bodemsanering Technopolis Midden Incidenteel Duurzame stad Grondwateronttrekking Hoog Structureel Duurzame stad Verbonden partijen Hoog Structureel/Incidenteel Diverse Afkoop pensioenen wethouders Laag Structureel Diverse Overige risico's Midden Structureel Diverse 450 Totaal Bij de Jaarrekening 2016 was het risicoprofiel 36,3 miljoen. Ten opzichte hiervan is het risicoprofiel voor de gemeente Delft gedaald. Dit komt met name door het wegvallen van het risico inzake Spoorzone. Uitgaande van de netto risico benadering is het risico voor Spoorzoen nihil, blijkt uit de actualisatie. Bij het risico Tramlijn 19 kunnen de prijsstijgingen naar verwachting grotendeels opgevangen worden binnen het project zelf, derhalve maakt dit geen onderdeel meer uit van deze paragraaf. 1 Deze definitie sluit aan bij artikel 11 lid 1b BBV 121

123 Risico s t.l.v. weerstandsvermogen BUIG Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x 1000 Tekort BUIG Werk en economische zelfstandigheid Hoog S taskforce BUIG De rijksbijdrage BUIG is verlaagd, terwijl het aantal bijstandsgerechtigden nog steeds stijgt. Daardoor ontstaat mogelijk een tekort op dit budget. Aangezien dit probleem bij vrijwel alle gemeenten speelt, bestaat de mogelijkheid dat het Rijk extra middelen ter beschikking gaat stellen. De gemeente heeft als doelstelling om het bijstandsbestand niet meer te laten groeien dan het landelijk gemiddelde. Om dit doel te realiseren is er tot eind 2018 de Taskforce Participatie actief. Sociaal domein Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Sociaal Domein Zorg en ondersteuning Hoog S Actieplan Sociaal Domein Het gaat hier om een risico veroorzaakt door groei zorgkosten in combinatie met teruglopende rijksbijdragen (begeleiding/dagbesteding volwassenen, beschermd wonen, jeugdhulp). Uitvoeringskosten zijn hierin niet meegenomen. Om meer inzicht te krijgen op de stijgende vraag én de beïnvloedingsmogelijkheden om zorgkosten te beheersen, is gestart met de opstelling van een actieplan sociaal domein (WMO, jeugdhulp, participatie). De uitkomsten hiervan worden gebruikt voor een actualisatie van het risico bij de kadernota 2018 en de programmabegroting Werkse! Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Werkse! Zorg en ondersteuning Hoog S Actieplan Sociaal Domein Het Rijk verlaagt de bijdrage voor SW-medewerkers. Daardoor ontstaat een structureel tekort op het subsidieresultaat van Werkse! Dit tekort zal de komende jaren toenemen. De gemeente heeft Berenschot een onderzoek laten doen naar de financiering van Werkse!. Op basis van dit onderzoek wordt dit risico nu benoemd. Via VNG en Cedris (de belangenorganisatie van SW-bedrijven) is een lobby gaande richting het Rijk voor meer budget. De Toegang Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 De Toegang Zorg en ondersteuning Hoog PM PM S De Toegang fungeert sinds 2015 als tijdelijke projectorganisatie binnen de gemeente Delft. Het voornemen is de projectorganisatie in twee fases te verzelfstandigen. Fase 1 bestaat uit het oprichten van de verzelfstandigde Toegang-organisatie per 1 januari 2018 en het hierin positioneren van de medewerkers die nu reeds voor de projectorganisatie Toegang werkzaam zijn. Met de afronding van deze fase is de continuïteit van de organisatie en de dienstverlening van de Toegang gewaarborgd. De 2 e fase van de verzelfstandiging bestaat uit de transformatie van processen en systemen. De businesscase voor deze fase wordt uiterlijk in het 4 e kwartaal van 2017 opgeleverd. Voor deze fase is reeds een aantal risico s benoemd. Deze hebben o.a. betrekking op frictiekosten personeel, ICT en fiscaliteit en worden in de businesscase nader geanalyseerd en gekwantificeerd. Over de financiële omvang van deze risico s volgt bij de Kadernota 2018 een nadere uitwerking. MPG Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 MPG Bereikbare en gastvrije stad Laag I Twee keer per jaar, ten tijde van het MPG en T-MPG, worden voor alle lopende bouwgrondexploitaties de inventarisatie van de risico en kansen geactualiseerd. Bij de analyse zijn meegenomen: Harnaschpolder, Voorhof Noord West, Buitenhof en Bedrijfskavels. Spoorzone Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Spoorzone Bereikbare en gastvrije stad Laag 0 0 I Zie paragraaf Spoorzone 122

124 Het project Spoorzone bestaat na 2018 uit de gebiedsontwikkeling. De risico-inschatting is gebaseerd op de actuele businesscase (Q4-2016). Actualisatie loopt (Q4-2017). Een analyse van kansen en risico s is opgenomen in de paragraaf Spoorzone. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen. Worstcase geldt een risico van 17 miljoen (niet financieel afgedekt) en best case, o.a. vanwege de kans op hogere grondwaarden, 26 miljoen (teveel financieel afgedekt). Deze bandbreedte geeft ook de gevoeligheid en complexiteit van het project weer. Uitgaande van de netto benadering is de impact gemiddeld positief. Daarom is nihil aangehouden. Parkeren-strategisch Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Parkeren-strategisch Bereikbare en gastvrije stad PM PM PM S Strategische verkenning Door vaststelling van de Kadernota 2017 is een meerjarige compensatie opgenomen voor het geprognosticeerde structurele financiële tekort op de inkomsten uit straatparkeren en de naheffingen uit straatparkeren. Tevens zijn door vaststelling van deze kadernota middelen vrijgemaakt voor het nemen van maatregelen die voortkomen uit de tussentijdse evaluatie parkeren. Thans (augustus 2017) wordt onderzoek verricht om te komen tot scenario s die meerjarig zicht bieden op de ontwikkeling van parkeeruitgaven- en inkomsten. In deze scenario s worden effecten als stedelijke ontwikkeling, meer specifieke gebiedsontwikkelingen, infrastructurele ontwikkelingen, exogene invloeden (veranderende vervoertrends, ontwikkeling van zelfrijdende auto s, technologische innovatie) en regulering verwerkt. Dit onderzoek wordt naar verwachting in het najaar van 2017 afgerond. De huidige financiële inzichten en de eerste verkenningen in het bovengenoemde onderzoek geven geen aanleiding tot het nu in concreto melden van een financieel risico in Zoals eerder vermeld zullen de te presenteren scenario s echter een -te monitoren- meerjarig zicht bieden op de ontwikkeling van parkeeruitgaven- en inkomsten. Op grond hiervan worden na 2018 financiële effecten voorzien die thans weliswaar nog niet te kwantificeren zijn maar af zullen wijken van de vastgestelde begroting en het risico in zich dragen dat de begrote bedragen voor het opvangen van vermindering van de parkeerinkomsten opwaarts bijgesteld dienen te worden. Voorgesteld wordt om nu voor deze risicovolle ontwikkeling vanaf 2019 een p.m. post op te nemen. Avalex Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Avalex Goede openbare ruimte Hoog S Governance discussie Voor Avalex is een nieuw risico opgenomen. Dit betreft het risico dat de DVO bijdrage verder omhoog gaat als gevolg van de tarieftoerekening en het vernieuwen van het verwerkingstarief voor restafval. Het Algemeen Bestuur van Avalex is niet mee gegaan in de zienswijze van de gemeente Delft voor het nog eenmaal toepassen van het bestuurlijk arrangement voor verrekening van de kosten. Dit zou een verdere verhoging van de DVO bijdrage van ca opleveren. De kosten voor verwerking van het restafval zullen naar verwachting stijgen vanaf De inschatting is dat dit voor Avalex tot een stijging van de kosten leidt die zullen worden doorvertaald in de DVO bijdrage. Het aandeel van de gemeente Delft hierin is naar verwachting ca Het risico bedraagt in totaal ca Zie hiervoor verder de doelstelling Goede openbare ruimte hoofdstuk Leefbare stad en de paragraaf Lokale heffingen. Delft heeft stappen genomen richting de toezichthouder op de GR, de provincie Zuid-Holland, om de verrekeningsmethode en dus de DVO bijdrage aan te passen cf. de GR. Voor de stijgende verwerkingskosten van restafval heeft Avalex een gerechtelijke procedure gestart richting het huidige verwerkingsbedrijf. In het najaar 2017 zal het bestuur een voorstel uitwerken voor aanpassingen van de governancestructuur van Avalex. Het moderniseringsplan en het aanpassen van de governancestructuur moeten de grip op het geheel van de afvalinzameling vergroten. Voor het aanpassen van de governancestructuur is een stappenplan opgesteld waarin bedrijf, bestuur en gemeenteraden worden betrokken bij het uiteindelijke voorstel dat door het Algemeen Bestuur van Avalex aan de gemeenteraden zal worden aangeboden. Voor Avalex is vanaf 2017 sprake van een taakstelling van 1,5 mln. Om zicht te krijgen op de stand 123

125 van het bedrijf en op mogelijkheden om invulling te geven aan de taakstelling is er een benchmark uitgevoerd. Deze benchmark laat o.a. zien dat er moderniseringen mogelijk en noodzakelijk zijn. Daartoe is Avalex nu in opdracht van het bestuur een moderniseringsplan aan het opstellen waarin zal worden ingegaan op directe en op langere termijn mogelijkheden die zullen renderen maar ook eventueel nog investeringen vergen. De financiële gevolgen voor 2018 zijn op dit moment nog onvoldoende in te schatten. Ook voorzien wij aanvullende personele kosten als gevolg van inhuur. Het personeelsverloop van o.a. het management van Avalex en de krappe arbeidsmarkt voor deze functies maakt dat er een risico bestaat op stijging van de inhuurlasten. Voor 2018 wordt er van uit gegaan dat eventuele financiële effecten van beide ontwikkelingen binnen het eigen vermogen van Avalex worden opgevangen. Indien er financiële gevolgen voor de langere termijn zullen zijn zullen we deze bij de kadernota 2018 opnemen. Bruggen Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Bruggen Goede openbare ruimte Laag 550 I Monitoring kwaliteit brug Tot het moment van vervanging van de St Sebastiaansbrug zullen er mogelijke extra onvoorziene kosten ontstaan in de tijdelijke beheer- en onderhoudssituatie. Die kosten hebben betrekking op de afzettingen, rijroutes en extra veiligheidsinspecties (max ). Maar ook kunnen er kosten ontstaan in geval er extra investeringsmaatregelen getroffen moeten worden (max ). Op basis van de periodieke metingen is door het college besloten de bestaande verkeersmaatregelen (verbod zwaar verkeer) te handhaven. Van extra investeringsmaatregelen is nog geen sprake, maar het monitoren van de kwaliteit van de brug wordt vervolgd. ISV-bodem Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 ISV-bodem Midden 200 S Het structurele risico ISV-bodem blijft onverminderd van kracht. Dit is een risico op onbekende verontreinigingen waarvoor de gemeente zodra deze bekend worden de wettelijke plicht heeft deze te saneren of te beheersen. Bodemsanering Technopolis Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Bodemsanering Technopolis Duurzame stad Midden 350 I Op Technopolis was destijds een autocrossterrein gevestigd waarvoor de gemeente verantwoordelijk was. Na beëindiging bleek de bodem vervuild te zijn. Met de TUD is afgesproken om het terrein pas te saneren, wanneer hier ontwikkelingen op plaats vinden om zo werk met werk te kunnen maken. Op dit moment is nog niet bekend wanneer dit gaat plaatsvinden. Er dient rekening te worden gehouden met een risico van GR Grondwateronttrekking (Afkoop en exploitatie) Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Grondwateronttrekking Duurzame stad Hoog S Door het vertrek per 1 januari 2016 van het Hoogheemraadschap uit de gemeenschappelijke regeling, is deze beëindigd. Het Hoogheemraadschap betaalt een uittredingsvergoeding van 7,6 miljoen. Nagenoeg alle rechten en plichten zijn overgegaan naar de gemeente Delft, waardoor ook de exploitatiebegroting aangepast is. Het risico van gevolgschade als gevolg van veranderende grondwaterstanden ligt grotendeels bij Delft. De komende maanden gaat een projectgroep aan de slag om de risico s te actualiseren. Het risicobedrag wordt derhalve gehandhaafd op 3 miljoen. Verbonden partijen Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Verbonden partijen Diverse Hoog S/I In de paragraaf Rolneming gemeente Delft - Verbonden partijen is een overzicht gegeven van de 124

126 risico s bij specifieke verbonden partijen. Het totale risico bedraagt en is meegenomen in het risicoprofiel voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente Delft. Avalex is als apart risico inzichtelijk gemaakt. Zie verder paragraaf Rolneming gemeente Delft. Afkoop pensioenen wethouders. Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Afkoop pensioenen wethouders Diverse Hoog S Een gemeente is wettelijk verplicht zorg te dragen voor de pensioenen van gewezen wethouders. Binnen Delft is er geen voorziening voor wethouderspensioenen aanwezig en worden de pensioenkosten vanuit een structureel budget gedekt. Uit dit budget wordt echter ook de wachtgeldaanspraken gedekt van ex-wethouders. De gemeente moet er wel rekening mee houden dat een vertrekkende wethouder kan verzoeken de waarde van zijn pensioen over te dragen aan zijn volgende werkgever. Dat kan een nieuwe werkgever zijn. Maar ook het pensioenfonds waar zijn werkgever bij is aangesloten. Met het oog op de verkiezingen en de collegewissel wordt het risico op hoog ingeschat. Op basis hier van is het netto risico Overige risico s Naast de risico s die in relatie staan tot het weerstandsvermogen willen we ook nog een overzicht geven van overige risico s die van belang zijn om te benoemen. Voor deze risico s is nog niet direct duidelijk wat de eventuele financiële impact kan zijn. Onderhoud Vastgoed Naam risico Doelstelling Kans Impact Bedrag Tijdsperiode Beheersmaatregelen x1000 Onderhoud van objecten in vastgoed Bereikbare en gastvrije stad Hoog PM PM S Op basis van bestuurlijke besluitvorming is het onderhoud voor objecten in het Vastgoedbedrijf, voor de komende jaren begroot en wordt uitgevoerd op het niveau van 'waarborgen van de veiligheid'. Uiterlijk in 2018 (ten behoeve van het opstellen van de programmabegroting 2019 en verder) is sprake van een herijking van de onderhoudsbudgetten op basis van de resultaten van de conditiemeting op locatieniveau conform NEN2767. De inspectie van de objecten op basis van de NEN2767 worden in 2017 uitgevoerd. Het risico bestaat dat de onderhoudsbudgetten in meerjarig perspectief niet toereikend blijken te zijn. Aanbestedingen openbare ruimte Het regulier onderhoud van de openbare ruimte is op een klein servicepakket na, volledig uitbesteed aan marktpartijen. Daarmee wordt optimaal gebruik gemaakt van de markt(werking). Het nadeel is dat de prijzen ook volledig afhankelijk zijn van de markt. Bij een aantrekkende economie (huidige situatie) stijgen de prijzen, terwijl bij een economische crisis de prijzen dalen. Achterblijven inkomsten PMD Binnen de keten van het plastic verpakkingsmateriaal zijn afspraken gemaakt door de grote partijen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, NedVang, Afvalfonds en de VNG. Hierbij zijn berekeningen gemaakt over de opbrengsten van plastic. Door de aanhoudend lage olieprijzen is virgin plastic goedkoper en dus aantrekkelijker voor de industrie dan gerecycled plastic. Aangezien gemeenten verantwoordelijk zijn voor de vermarkting van het plastic, kan het zijn dat de opbrengsten tegen vallen. Achterblijven inverdienmodel Grip op Grondstoffen Bij de berekening in de beleidsnotitie Grip op Grondstoffen voor omgekeerd inzamelen is uitgegaan van 75% afvalscheiding en 100 kg restafval per inwoner per jaar. Door de hogere afvalscheiding nemen de opbrengsten voor de ingezamelde grondstoffen toe en de kosten voor het verwerken van restafval af. Als de doelstelling van scheiding en kg restafval niet worden gehaald, worden de besparingen aan de lasten kant en de opbrengsten aan de baten kant niet gerealiseerd. Het gevolg hiervan is dat de benodigde beheer- en onderhoudsbudgetten op termijn verhoogd moeten worden. Extra openbare ruimte Delft is weer volop in ontwikkeling en heeft in de ontwikkelagenda uitgesproken verder te willen groeien (bouw van ca woningen). Een deel van deze ontwikkelingen worden door middel van 125

127 verdichting gerealiseerd. Hierdoor wordt het aantal m 2 s openbare ruimte minder. Veel woningen worden naar verwachting gerealiseerd op omvormings- en vrijgekomen locaties. Hierdoor wordt het areaal van de openbare ruimte uitgebreid. De verwachting is dat de vermindering van de openbare ruimte, door verdichting, niet opweegt tegen de uitbreiding van de openbare ruimte bij herontwikkeling. 126

128 Spoorzone Inhoudsopgave Het totale project Spoorzone (ondergronds en bovengronds) is een complex project en met risico s omgeven, waarvan een groot aantal een exogene oorzaak heeft. Het project streeft meerdere doelen na: Leefbaarheid: er is een eind gekomen aan de overlast door het treinverkeer. Aantrekkelijker binnenstadsrand: de westrand van de binnenstad wordt aantrekkelijker ingericht en grachten en water keren terug in het stadsbeeld. Opheffen van barrières: de wijken aan weerszijden van het spoor sluiten beter op elkaar aan. Knooppunt openbaar vervoer: er is een ruim en goed bereikbaar ondergronds treinstation gekomen dat onderdeel is van een compact knooppunt voor openbaar vervoer, inclusief ondergrondse fietsenstallingen. Ruimte voor nieuwbouw: er ontstaat ruimte voor ca. 800 woningen en m² voorzieningen. Ruimte voor vier sporen: de spoortunnel biedt ruimte voor een uitbreiding naar vier sporen. Groen en water: op de spoortunnel komt een ruim stadspark. In het plan is ook veel water opgenomen. De projectbeheersing en het risicomanagement zijn belangrijk. De uitvoering van het project vindt plaats door Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone BV (OBS). Gemeente Delft is enig aandeelhouder van deze vennootschap. In 2018 vindt de transitie van OBS projectorganisatie naar de gemeentelijke organisatie plaats. De OBS BV (de vennootschap) zal na afronding van enkele specifieke activiteiten, in 2018 worden opgeheven. In deze paragraaf Spoorzone wordt ingegaan op: Wat staat er in 2018 te gebeuren. De organisatie van het project (mal/contramal) en de projectbeheersing en risicomanagement. Een overzicht van de belangrijkste risico s en kansen en aanwezige dekkingsmiddelen. De financiële vertaling van het project in de businesscase. De vertaling van het project naar de financiën van de gemeente. Tot slot is een overzicht opgenomen van de cumulatieve gemeentelijke bijdrage, dat wil zeggen de financiële inspanning die de gemeente levert. Wat staat er in 2018 te gebeuren In 2017 worden belangrijke onderdelen van het project Spoorzone afgerond. In grote lijnen resteert vanaf 2018 alleen nog de bovengrondse gebiedsontwikkeling. Deze ontwikkeling loopt door tot en met Enkele bijzonderheden per onderdeel: Tunnel (risicodrager ProRail) De luchtdrukproblematiek is eind 2017 opgelost. De gemeente heeft duidelijkheid over het al dan niet doen van een aanvullende bijdrage van 5 miljoen (reeds geraamd). Inrichting openbare ruimte (IOR) Begin 2018 worden de werkzaamheden aan de Kampveldweg, Phoenixstraat, Bolwerk, Ireneboulevard en Abtwoudseweg afgerond. De openbare ruimte op basis van plan Busquets is medio 2018 opgeleverd. Parkeren en Stallen Start bouw van de 3 e fietsenstalling (planning gereed 3 e kwartaal 2019). De Prinsenhofgarage is in gebruik (planning gereed 4 e kwartaal 2017). Gebiedsontwikkeling De laatste woningen in veld 4 Coendersbuurt worden opgeleverd. In veld 1, 3 en 5 Van Leeuwenhoekkwartier zijn de woningen in aanbouw. In 2018 wordt voor veel deelgebieden de contractvorming afgerond. Op basis van deze contracten 127

129 zal de feitelijke afname en levering van de gronden gefaseerd plaatsvinden. Dit hangt samen met de bouwlogistiek in het gebied. In 2019 vindt naar verwachting voor de laatste deelgebieden in veld 6, 8 en 10 contractvorming plaats. Figuur: planning periode van realisatie per veld Overige lopende topics al dan niet afgerond in 2017 Het ingestelde hoger beroep inzake een planschadeclaim. Het overleg over de invulling van 100 P+R plekken in de Prinsenhofgarage. De organisatie van het project (mal/contramal) en de projectbeheersing (incl. risicomanagement) De projectbeheersing en het risicomanagement kenmerkt zich door kwartaalrapportages, risicosessies, challenges en interne en externe audits. OBS ( de mal ) en gemeente ( de contramal') werken daarbij samen waardoor countervailingpower wordt gecreëerd. Ook na de transitie van de OBS naar de gemeentelijke organisatie zullen de instrumenten voor de projectbeheersing gecontinueerd worden waarbij vorm, inhoud en frequentie ook zal afhangen van de stand van het project. Kwartaalrapportages Doel van de kwartaalrapportages is periodiek informatie te verstrekken over de voortgang van het project, de risico s en de uitkomsten van de businesscase. De kwartaalrapportages worden tevens gepresenteerd aan de gemeenteraad. Risicosessies Doel van de risicosessies is het toetsen op het bereiken van de projectdoelstellingen en afgesproken mijlpalen en het beoordelen van de beheersing van de risico s en kansen, inclusief operationele raakvlakken. De sessies vinden elk kwartaal plaats met de managers mal en contramal en inhoudelijke specialisten. De risicosessies monden uit in een risicorapportage. Mede op basis van die rapportage wordt het bestuur geïnformeerd en geadviseerd. In de kwartaalrapportage rapporteert OBS over de belangrijkste risico s en benodigde (financiële) risicobuffers. 128

130 Interne challenge Doel van de interne challenge is de brede (strategische) blik: welke beleidsdoelstellingen heeft de gemeente en hoe kan het project bijdragen aan de realisatie van die doelstellingen. Het gaat om de lange termijn. Interne controle De businesscase is het financieel kader voor de OBS en heeft directe weerslag op de gemeentefinanciën. Met de interne controle vanuit de gemeente is de gemeente in staat zich een oordeel te vormen over de kwaliteit van de onderbouwingen en uitgangspunten van de businesscase en de juiste financiële doorvertaling daarvan. De second opinion en externe controle Ook externe deskundigen vormen een oordeel over de businesscase en projectbeheersing. Mede met het oog op de transitie wordt de second opinion ook in 2018 uitgevoerd. Monitoring aanbevelingen Op managementniveau wordt opvolging van aanbevelingen en maatregelen gestructureerd besproken, zodat ook op bestuurlijk niveau indien nodig bijsturing of besluitvorming kan plaatsvinden. Een overzicht van de belangrijkste risico s en kansen en aanwezige dekkingsmiddelen In de kwartaalrapportages wordt gerapporteerd over het risicoprofiel van het project. Op deze plaats belichten wij een aantal (belangrijkste) kansen en risico s vanuit integraal perspectief. Dat betreft dus risico s die vallen binnen de businesscase (sturing door OBS) en de gemeentelijke risico s (sturing door de gemeente). Kans met lange tijdshorizon Hogere grondopbrengsten dan nu geraamd Op drie velden is in 2016 een hogere grondopbrengst gecontracteerd/gerealiseerd dan was geraamd. Mogelijk kan ook op de andere velden een betere opbrengst gerealiseerd worden. De maximale meeropbrengst is becijferd op 18,2 miljoen. Actualisatie van dit bedrag, inclusief haalbaarheid en afhankelijkheden worden betrokken in de businesscase Q Factoren die daarbij meespelen zijn actualisatie van het bestemmingsplan zuidelijk deel (planning 2017), het vraaggericht bouwen, de diversiteit van de mogelijke niet-wonen functies en de doelstellingen van de gemeente. Risico met tijdshorizon 1 à 2 jaar DSM heeft een planschadeclaim ingediend tegen het in 2006 vastgestelde bestemmingsplan Spoorzone (Bacinolterrein). Dit proces brengt kosten met zich mee en het risico op vergoeden van planschade. De rechter heeft in 2016 uitspraak gedaan ten gunste van de gemeente. Partijen zijn echter in hoger beroep gegaan. Bij het schrijven van deze begroting was nog geen uitspraak gedaan. De gemeente heeft jegens NS nog een compensatieplicht ter waarde van 3,2 miljoen uit hoofde van een grondverwervingsovereenkomst. Over de wijze waarop de compensatie wordt gegeven (betaling of in natura) zijn partijen nog in overleg. De verkoopprijs van de Prinsenhofgarage aan ParkerenDelft BV wordt mede als gevolg van het hiervoor genoemde in 2017 opnieuw vastgesteld op basis van actuele inschattingen over de exploitatie. Tijdens de (af)bouw van de Prinsenhofgarage en 3 e fietsenstalling kunnen onvoorziene kosten optreden. Risico s met langere tijdshorizon De begroting/businesscase houdt rekening met dat de organisatie van de OBS na 2018 ophoudt te bestaan en zonder extra kosten geïntegreerd wordt in de gemeentelijke organisatie. Het onderzoek naar de integratie en afbouw van de OBS (en personele gevolgen) loopt. De opening van de nieuwe Prinsenhofgarage kan leiden tot een lagere bezetting van de andere gemeentelijke garages. Ondanks de kans op een hogere grondopbrengst blijft altijd het risico bestaan van een lagere grondopbrengst dan nu geraamd. Tijden de uitvoering van de gebiedsontwikkeling (bouw- en woonrijpmaken) kunnen onvoorziene kosten optreden. 129

131 De toekomstige kosten van beheer en onderhoud in de nieuw te ontwikkelen velden kunnen hoger zijn dan de (nu begrote) kosten van het huidige gebied. Meerkosten treden op indien gekozen wordt voor een hoger kwaliteitsniveau en/of areaaluitbreiding. Een uitgebreid overzicht van risico s wordt opgenomen in de voortgangsrapportages. Zodra risico s optreden zijn dekkingsmiddelen beschikbaar om de financiële nadelen op te vangen. Deze dekkingsmiddelen bestaan uit het risicobudget in de businesscase en gealloceerde subsidiemiddelen en de voorziening voor projectrisico s op de balans van de gemeente. De toereikendheid van deze dekkingsmiddelen wordt periodiek getoetst. Een financieel nadeel zal zich in een bepaalde bandbreedte voordoen. Er zijn immers onzekerheden: niet elke risico treedt daadwerkelijk op en ook de kosten (risicobedrag) zijn nog niet bekend. In onderstaande tabel is die bandbreedte zichtbaar gemaakt waarbij ook een relatie wordt gelegd met de beschikbare dekkingsmiddelen. Tabel: confrontatie risico s versus beschikbare dekkingsmiddelen peildatum Q Totaal financieel perspectief project Spoorzone peildatum Q Het project Spoorzone kent risico s op tegenvallers in de kosten- of opbrengstensfeer. Daarvoor is binnen de businesscase een budget en ook binnen de gemeentelijke balans een risicovoorziening gevormd en zijn subsidiemiddelen gealloceerd. De omvang van de risico s bewegen zich in een bandbreedte tussen 7,5 miljoen en 26,7 miljoen. De beschikbare dekking voor deze risico s is 15,4 miljoen (inclusief de gemeentelijke voorziening van 4 miljoen). In het meest gunstige scenario is de gevormde financiële ruimte toereikend ( 7,9 miljoen) en in het meest ongunstige scenario is sprake van een tekort van 11,3 miljoen. De huidige voorziening komt overeen met het beeld dat nu bestaat, bij de Jaarrekening 2017 wordt weer een update gemaakt van de businesscase en resterende risico s. Het deelproject gebiedsontwikkeling loopt nog door tot Tegenover deze risico s is ook sprake van een kans op meevallers in de toekomstig te realiseren grondopbrengsten. De feitelijke gerealiseerde meeropbrengsten zijn al wel betrokken in de actualisatie van de businesscase in het 4 e kwartaal De toekomstige mogelijke meeropbrengsten nog niet. Dit wordt thans indicatief geraamd op maximaal 18,2 miljoen. Deze verwachting van de meeropbrengsten wordt betrokken bij de actualisatie van de businesscase 4 e kwartaal Deze meeropbrengsten dienen namelijk in samenhang te worden bezien met het op te stellen bestemmingsplan voor het zuidelijk plangebied, het nader invulling geven aan de kwaliteit en het programma van o.a. de niet-wonen functies en de met het college doorlopen doestellingensessie. Het invullen van de bestemming van dit gebied kan een grote invloed hebben op de mogelijkheden deze potentiële meeropbrengsten te realiseren. Per saldo zou dat kunnen leiden tot meevallers vanaf In de gemeentelijke risicoparagraaf wordt rekening gehouden met een eventueel beslag op de weerstandscapaciteit. Met ingang van dit begrotingsjaar wordt dit beslag gebaseerd op het gemiddelde van het worstcase en bestcase netto scenario. Door rekening te houden met de kans op hogere grondopbrengsten is per saldo dan ook geen weerstandscapaciteit nodig is een jaar waarin verschillende projectonderdelen zoals Tunnel, PSS, IOR (grotendeels) en 2 e stalling worden afgerond en financieel afgewikkeld. Alleen het deelproject gebiedsontwikkeling loopt nog door tot De businesscase en het risicoprofiel zullen zich vermoedelijk beperken tot de 130

132 gebiedsontwikkeling. De financiële vertaling van het project in de businesscase Tot de scope van het project horen de deelprojecten: Spoortunnel: leveren van een financiële bijdrage aan de realisatie van de tunnel, IOR: Inrichten van de openbare ruimte, Parkeren en stallen: Realiseren van parkeer- en stallingsfuncties (hierna: PSS, 2 e fietsenstalling), Leveren van een financiële bijdrage aan de exploitatie van de hoofdstalling, Gebiedsontwikkeling: het inrichten van het gebied met woon- en andere functies (hierna: GO), De kosten van bedrijfsvoering om deze deelprojecten mogelijk te maken. De cijfers van de businesscase zijn ontleend aan uitkomsten van de businesscase als sturingsinstrument. De businesscase is geactualiseerd ten behoeve van de 4 e kwartaalrapportage Deze variant is de ambitie en voor OBS de opgave. In de voortgangsrapportage over het 4 e kwartaal 2016 van het OBS wordt meer in detail ingegaan op het verwachte resultaat van de businesscase. In deze voortgangsrapportage is een resultaat vermeld van 40,9 miljoen nadelig. Ten opzichte van eind 2015 is sprake van een verbetering. Het toen verwachte resultaat bedroeg 45,3 miljoen nadelig. De verbetering met 4,4 miljoen wordt grotendeels verklaard door verwachte hogere grondopbrengsten. Dit verwachte resultaat is in die rapportage berekend als saldo van de inkomsten en uitgaven, waarbij ook met een gedeelte van de eigen gemeentelijke financiële bijdrage ( spaarmodel I 42 miljoen ) is rekening gehouden. Samen met de algemene project- en organisatiekosten en een risicoreservering (waaronder het onvoorzien) telt de uitgavenkant van de businesscase op tot 420 miljoen. Het project kent ook direct toerekenbare inkomsten in de vorm van subsidies en bijdragen van andere overheden, rentebaten en verkoopopbrengsten van de Prinsenhofgarage en de Gebiedsontwikkeling. Deze inkomstenkant van de businesscase heeft een omvang van 284 miljoen Het verschil tussen uitgaven en inkomsten bedraagt 136 miljoen en is de gemeentelijk cashflow bijdrage aan het project. Dit is als volgt weer te geven: Tabel: financiële bijdrage aan de businesscase Financiële bijdrage in de businesscase Bedragen x Totaal directe uitgaven businesscase (inclusief risicobudget) Totaal directe inkomsten (bijdragen/verkopen) businesscase exclusief eigen aandeel uit het BOR Fonds Totaal benodigde financiële bijdrage voor een sluitende businesscase Initiële bijdrage reeds gestort Aanvullende bijdrage (voorheen Spaarmodel) gedeeltelijke nog te storten Bijdragen scopeuitbreidingen: IOR 2e en 3e fietsenstalling Totaal toegezegde financiële bijdrage Verwacht saldo c.q. minder te storten financiële bijdrage NB: verwacht saldo terug te ontvangen o.b.v. Q NB: verwacht saldo terug te ontvangen o.b.v. Q Verwachte lagere aanvullende bijdrage: geen 74 miljoen maar De initiële bijdrage is al overgemaakt. Van de aanvullende bijdrage van 74 miljoen is in miljoen gestort en per medio miljoen. Daardoor resteert nog 7 miljoen te storten. De verwachting is dat uiteindelijk niet 74 miljoen aanvullende bijdrage nodig is maar 74 miljoen minus 7,4 miljoen = 66,6 miljoen. Na de opheffing van de OBS B.V. is het project liquiditeitstechnisch geïntegreerd in de gemeentelijke organisatie en vinden er uiteraard geen stortingen meer plaats. De eigen gemeentelijk financiële bijdrage begeeft zich, gegeven de onzekerheid over de toekomst, 131

133 binnen een bepaalde bandbreedte. Dit hangt samen met de risico s maar ook met de kans op hogere grondopbrengsten. De voortgangsrapportage over het 4 e kwartaal vermeld daarover:. Rond het resultaat van de businesscase sturing ( 40,9 miljoen nadelig) geldt een bandbreedte met een spreiding van -17,8 miljoen verdere verslechtering en +20,6 miljoen verbetering. In de vorige rapportage was de bandbreedte nog -22,8 miljoen verdere verslechtering tot +27 miljoen verbetering. De afname van de bandbreedte houdt verband met nu in deze kwartaalrapportage (Q4-2016) verwerkte hogere opbrengstverwachting. De spreiding rond het resultaat van de businesscase hangt vooral samen met effecten rondom de gebiedsontwikkeling. In onderstaande grafiek is de impact per indicator in beeld gebracht. De mutaties hebben vooral te maken met het feit dat het project een jaar verder in uitvoering is. Het kosten- en opbrengstenvolume waarover een indexeffect wordt berekend is hierdoor gedaald. Figuur spreiding rond het resultaat Totaal 2016-Q4 Grondwaarde Niet wonen programma Uitgiftetempo gebiedsontwikkeling Indexatie opbrengsten Indexatie kosten Pessimistisch Optimistisch -20,0-15,0-10,0-5,0-5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 De vertaling van het project naar de financiën van de gemeente Karakteristiek voor het project is dat de gemeente als opdrachtgever uiteindelijk afrekent met OBS voor de verschillende projectonderdelen. Onderstaande tabel geeft inzicht in de investeringen tot op heden (dus de afgerekende projectkosten) en de waarde van het onderhanden project. Tabel beschikbare kredieten en waarde onderhanden werk Overzicht beschikbare kredieten en waarde onderhanden project Bedragen x Besteed Besteed Nog Totaal krediet tot en met 2015 tot en met 2016 Beschikbaar Inrichting openbare ruimte (IOR) Bijdrage aan Prorail realisatie tunnel e Fietsenstalling (exclusief co-financiering) e Fietsenstalling (exclusief co-financiering) Investeringen in vaste activa Vervaardiging parkeergarage Bouwgronden in exploitatie Nog te besteden subsidies Waarde overige projectonderdelen onderhanden Exclusief financieringsrente en gemeentelijke organisatiekosten Bij de actualisatie van de businesscase zijn de ramingen weer herzien. Op basis van die raming kan vastgesteld worden dat de resterende beschikbare kredieten van de vaste activa toereikend zijn, met uitzondering van de bijdrage aan de tunnel. Dit krediet zal als gevolg van de overeengekomen afwikkeling van issues dienen te worden verhoogd met De issues zijn vastgesteld op 3,1 miljoen (dit is opgenomen in het krediet) maar daarvan heeft -/ betrekking op de kelder/hnk en 3,85 miljoen op de tunnel. Op de 2 e fietsenstalling zal waarschijnlijk sprake zijn van een onderschrijding van het krediet met minimaal Na de oplevering (mei 2017) en eindafrekening (najaar 2017) zal het krediet worden afgeraamd. 132

134 Cumulatief eigen gemeentelijke bijdrage Gemeente Delft (bedragen in miljoenen) Stand bijdrage (cijfers zoals geleverd voor raadsonderzoek) Jaarrekening 2015 (bron: BC Q4-2015) Begroting 2017 (bron: BC Q2-2016) Jaarrekening 2016 (bron: BC Q Begroting 2018 (bron: BC Q4-2016) Vermindering - / + vermeerdering bijdrage t.o.v. jaarrekening 2016 Scope: Eerste bijdrage ,0 54,0 54,0 54,0 54,0 Spaarmodel 1 22,0 Spaarmodel 2 9,0 Verliesvoorziening 43,0 Aanvullende bijdrage (voorheen Spaarmodel) 74,0 74,0 74,0 74,0 74,0 Verwacht saldo businesscase Q ,0-3,0 Verwacht saldo businesscase Q ,3 Verwacht saldo businesscase Q ,4-7,4 Scope uitbreidingen: IOR 0,7 1,7 1,7 1,7 De 2e fietsenstalling 6,8 6,8 6,8 6,8 De 3e fietsenstalling 7,3 7,3 7,3 Subtotaal eigen gemeentelijk bijdrage 128,0 132,5 137,5 136,4 136,4 Projectonvoorzien (voorziening) 12,9 6,7 6,7 2,3 2,3 Weerstandsvermogen voor het project 15,1 9,6 9,6 9,6 - -9,6 Subtotaal verschil businesscase sturing versus waar 28,0 16,3 16,3 11,9 2,3-9,6 Claim planschade 1,7 1,7 1,7 1,7 Claim tunnel 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 Subtotaal claims 5,0 6,7 6,7 6,7 6,7 Exploitatiekosten gemeente 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0 Rentekosten 37,0 37,2 37,2 36,0 36,0 Subtotaal overige exploitatiekosten 57,0 57,2 57,2 56,0 56,0 Totaal generaal 218,0 212,7 217,7 211,0 201,4-9,6 133

135 Onderhoud Kapitaalgoederen De paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen gaat over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen en kunstwerken, verlichting, speeltoestellen, riolering en gebouwen. In deze paragraaf wordt aangegeven hoe kapitaalgoederen in gemeentelijk eigendom worden beheerd. In de financiële verordening is onder andere opgenomen hoe en wanneer de gemeente haar kapitaalgoederen afschrijft. De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - Openbare Ruimte - Vastgoed Per onderdeel wordt nader ingegaan op de specifieke beleidskaders, beheerplannen en financiën. Openbare Ruimte Beheer en onderhoud van de openbare is een kerntaak van de gemeente. Een goede openbare ruimte draagt bij aan het welzijn en veiligheid van de gebruikers van de openbare ruimte. Daarnaast is een functionele én goed onderhouden openbare ruimte van groot economisch belang en dragen deze er toe bij dat Delft een aantrekkelijke plaats is om te vertoeven en te investeren. Voor het beheer van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte beschikt de gemeente over een aantal instrumenten. Dit is het integrale beheersysteem en de diverse schouw- en inspectierondes voor de vaststelling van de onderhoudsgesteldheid van de openbare ruimte. Op basis hiervan worden via de beheerplannen keuzes gemaakt betreffende de instandhouding en of vervanging en de daarvoor benodigde middelen. Beheerplannen De vastgestelde beheerplannen worden - indien nodig - geactualiseerd en eventueel ontbrekende beheerplannen worden gemaakt. In 2018 wordt een start gemaakt met de beheervisie openbare ruimte. Op dit moment beschikt de gemeente Delft over de volgende beheer- en beleidsplannen. Dit vormt dan tevens de basis voor het integrale beleidsplan voor de openbare ruimte. Overzicht beheer- en beleidsplannen Door de raad vastgesteld (jaar) Looptijd t/m (jaar) Financiële vertaling in begroting (ja/nee) Financiering via Reserve / Voorziening / Exploitatie / Investering (R/V/E/I) Actueel beleidsplan (ja/nee) Achterstallig onderhoud (ja/nee) Wegen Ja E/R Ja Nee Riolering Ja V Ja Nee Groen en water Ja E/R/I Ja Nee Civiele constructies Ja E/R/I Ja Nee Verlichting Ja E Ja Nee Speeltoestellen - - Ja E Nee Nee De technische- en beeldkwaliteitsniveaus zijn vastgesteld op de ondergrens van duurzaam technische instandhouding (CROW niveau C ). Met uitzondering van de binnenstad en het beschermd stadsgezicht waar CROW niveau B wordt gehanteerd. Deze niveaus zijn opgenomen in de beheerplannen. Op onderdelen is er weer ruimte om te investeren in het onderhoud van de openbare ruimte, bijvoorbeeld door middel van gedifferentieerd beheer. Ook voor de zeer beperkte realisatie van de punten opgenomen in de Visie Openbare Ruimte, zijn middelen beschikbaar gesteld. Hiermee krijgt de kwaliteit van de openbare ruimte op een breder vlak een impuls. De beheerplannen geven op korte- middellange termijn aan welke onderhouds- en vervangingsmaatregelen in welk jaar genomen worden om het kapitaalgoed in stand de te houden. De beheerplannen zijn gebaseerd op een technische controle en/of schouw van het areaal in het terrein en geven een realistisch beeld van de uit te voeren werkzaamheden en de hiervoor benodigde budgetten. De gevolgen van de areaaluitbreiding van de gebiedsontwikkeling Spoorzone en Harnaschpolder zijn opgenomen in de begroting. 134

136 Wegen De omvang van het wegennet is ca. 330 hectare, hiervan is ca. 84 hectare asfalt en ca. 10 hectare half verharding. De overige 236 hectare bestaat uit elementen verharding. De gevolgen van de bezuinigingsmaatregelen zijn zichtbaar geworden bij de inspecties. Deze hebben aangetoond dat de ondergrens van duurzaam technische instandhouding is bereikt. In 2015 is het budget daarom structureel verhoogd. Hiermee is achterstallig onderhoud voorkomen. De begroting neemt toe door de aanleg van tramlijn 19. In onderstaande tabel is voor wegen, straten en pleinen inzichtelijk gemaakt wat de diverse kosten zijn. Financieel overzicht begroting Bedragen * 1.000,- Regulier onderhoud (E) Groot onderhoud (E) Kapitaallasten (E) Totaal Riolering In 2016 is het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vgrp) vastgesteld. Binnen dit vgrp is er naast de aandacht voor de afvalwaterzorgplicht (de duurzame instandhouding van het rioolstelsel) tevens aandacht voor de hemelwater- en grondwaterzorgplicht. Het beoogde kwaliteitsniveau is vastgelegd en vertaald naar de hiervoor benodigde inspanningen en financiële middelen. Om invulling te geven aan de verschillende zorgplichten worden projecten uitgevoerd. Hierbij kan gedacht worden aan het aanleggen van een gescheiden rioolstelsel, het vervangen van riolering welke niet meer voldoet aan de gestelde eisen en het onderhouden van gemalen en drukriolering. Bij evaluatie van het oude GRP (gemeentelijk rioleringsplan) is naar voren gekomen dat er enige achterstand is opgelopen in de vervangingsinvesteringen. Door middel van beheermaatregelen (extra inspecties en een organisatieverandering) wordt deze achterstand ingelopen. Hier is bij het opstellen van het vgrp rekening mee gehouden. De bewoners en bedrijven van de gemeente Delft betalen rioolheffing. De opbrengst hiervan wordt geheel besteed aan het vervullen van de drie zorgplichten. Bij de bepaling van het riooltarief wordt uitgegaan van een 100% kostendekkend tarief. Vanaf 2020 komt er gedurende ongeveer 10 jaar een vervangingspiek in de riolering. Deze wordt veroorzaakt door een niet homogene opbouw van het stelsel. De hiervoor benodigde investering wordt tijdelijk geactiveerd en vervolgens versneld afgelost. Hierdoor kan het tarief van de rioolheffing stabiel worden gehouden. De kostendekkendheid van het tarief wordt toegelicht in de paragraaf lokale heffingen. Financieel overzicht begroting Begroot 2018 Begroot 2018 Begroot 2019 Begroot 2019 Begroot 2020 Begroot 2020 Begroot 2021 Begroot 2021 Bedragen * 1.000,- Regulier onderhoud (E) Groot onderhoud (E) Kapitaallasten (E) Totaal Groen en water Het openbaar groen en water zijn een beeldbepalend onderdeel van de openbare ruimte. In 2015 is het beheerplan groen voor de periode door het college vastgesteld. Het beheerplan geeft een verdere uitwerking van de door de raad vastgestelde beleidskaders in de nota Groen. Het beleid is gericht op duurzaam en structureel beheer en onderhoud van het groen in Delft. Hierbij wordt ook gekeken naar de langere termijnvisie voor de vervanging van bomen, met name het populierenbestand en de bomen langs de grachten in de binnenstad vergen aandacht. Het bomenonderhoud is op een niveau waarbij door middel van reguliere VTA inspecties aansprakelijkheidstellingen worden voorkomen. Ter voorkoming van achterstallig onderhoud en ter voorkoming van kaalslag onder het populierenbestand is hiervoor een meerjarig vervangingsplan opgesteld. De voor uitvoering hiervan benodigde financiële middelen zijn deels opgenomen in de reguliere exploitatiebegroting, het resterende deel is gereserveerd in de reserve openbare ruimte. Hiermee is er volledige dekking voor het onderhoud van het groen op het beoogde kwaliteitsniveau. 135

137 Financieel overzicht begroting Bedragen * 1.000,- Regulier onderhoud (E) Groot onderhoud (E) Kapitaallasten (E) Totaal Civiele constructies In 2014 is het beheerplan civiele constructies door het college vastgesteld. In dit beheerplan zijn de civiele kunstwerken en de constructieve beschoeiingen samengevoegd. De inzet van de middelen is gericht op duurzaam technische instandhouding (minimale instandhouding, functionaliteit en voorkoming van kapitaalvernietiging). Uit inspecties blijkt dat de ondergrens van duurzaam technische instandhouding is bereikt. Voor het uitvoeren van regulier onderhoud op het beoogde onderhoudsniveau is ca. 1,9 miljoen per jaar nodig en beschikbaar. Met het vervangen van de Weesbrug in 2017 is een start gemaakt met het vervangen van de vijf monumentale bruggen in de binnenstad. De komende jaren wordt hier verder gevolg aan gegeven. Deze vervangingen zijn niet opgenomen in de exploitatiebegroting. Hiervoor is een afzonderlijk investeringsbudget beschikbaar gesteld van in totaal 3 miljoen. Financieel overzicht begroting Begroot 2018 Begroot 2019 Begroot 2020 Begroot 2021 Bedragen * 1.000,- Regulier onderhoud (E) Groot onderhoud (E) Kapitaallasten (E) Totaal Verlichting In 2015 is het beheerplan openbare verlichting voor de periode bestuurlijk vastgesteld. Het beleid is gericht op duurzaam instandhouding van de openbare verlichting in Delft. Hierbij wordt ook gekeken naar het slim verduurzamen van het areaal. De voor uitvoering hiervan benodigde financiële middelen zijn deels opgenomen in de reguliere exploitatiebegroting, het resterende deel is gereserveerd in de reserve openbare ruimte. Hiermee is er volledige dekking voor het onderhoud van de verlichting op het beoogde kwaliteitsniveau. Financieel overzicht begroting Begroot 2018 Begroot 2019 Begroot 2020 Begroot 2021 Bedragen * 1.000,- Regulier onderhoud (E) Kapitaallasten (E) Totaal Speeltoestellen In 2012 zijn de nieuwe uitgangspunten voor speelruimte vastgesteld in de Uitgangspuntennotitie Spelen. Deze uitgangspunten zijn in 2013 geland in de nota Lokaal Gezondheidsbeleid en worden nog steeds gehanteerd. Op basis van deze uitgangspunten is de afgelopen jaren het aantal speelplekken verminderd, maar de speelkwaliteit van de overige speelplekken stapsgewijs verbeterd. Verbetering van de speelkwaliteit vindt plaats zodra vervanging van speeltoestellen volgens de onderhoudsplanning noodzakelijk is. Het verminderen van het aantal speelplekken was nodig vanwege de bezuinigingen op het beschikbare budget voor het regulier-, groot- en vervangingsonderhoud. De verwachting is echter dat het beschikbare budget binnen een aantal jaren onvoldoende is voor het onderhoud aan de speelplekken. Aangezien vermindering van het areaal nauwelijks nog mogelijk is op basis van de vastgestelde uitgangspunten is het noodzakelijk om binnen niet al te lange tijd de beschikbare budgetten voor regulier-, groot en vervangingsonderhoud te verhogen. Financieel overzicht begroting Begroot 2018 Begroot 2018 Begroot 2019 Begroot 2019 Begroot 2020 Begroot 2020 Begroot 2021 Begroot 2021 Bedragen * 1.000,- Regulier onderhoud (E) Groot onderhoud (E) Kapitaallasten (E) Totaal

138 Vastgoed Kaders Onderdeel van het beheer van gemeentelijke gebouwen is het uitvoeren van (planmatig) onderhoud. Het kader waarbinnen dit onderhoud vanaf 2016 (semi-structureel) wordt uitgevoerd is: waarborging van de veiligheid. Dit houdt in dat het onderhoud zich richt op de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden, die nodig zijn om de gebouwen veilig te houden en de werkzaamheden die nodig zijn om aan de contractuele verplichtingen te kunnen voldoen en om de functionaliteiten te behouden. De planning De onderhoudsplanning is financieel vertaald en verwerkt in de begroting. Daarbij is in de begroting gerekend met een gemiddelde onderhoudslast. In werkelijkheid fluctueert het onderhoudsvolume. Jaarlijks wordt een schouw uitgevoerd. De schouw en de planning vormen de basis voor de concrete jaarplanning. De concrete jaarplanning kan dus afwijken van de ramingen volgens de MOP. Het gemiddelde onderhoudsvolume bedraagt 1,7 miljoen. 137

139 Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Rolneming gemeente Delft In deze paragraaf volgt de agenda van gemeentelijke rollen per doelstelling, verzelfstandigingen en samenwerking. Het speelveld van regionale samenwerking, verbonden partijen en subsidierelaties wordt apart beschreven in het tweede deel van de paragraaf. Gemeentelijke positionering De gemeentelijke rol verschilt per maatschappelijk vraagstuk: De gemeente kiest bewust welke positie ze inneemt, afhankelijk van de gewenste maatschappelijke effecten en de kracht van de stad. De veranderende rollen van de overheid De nota Rolneming Vasthouden en loslaten is ons kader om keuzes maken in de rollen die we als overheid innemen. Met behulp van de overheidsparticipatietrap bezinnen we ons op welke taak bij wie thuishoort. Om ons als moderne gemeente verder te ontwikkelen vergroten we ons rolbewustzijn en inspireren tot samenspel in stad en regio. Het afwegingskader rolneming passen we toe bij beleidsafwegingen. Het is een leidraad voor samenwerkingsafspraken zoals bij innovatief en zakelijk partnerschap in het Sociaal Domein en bij de implementatie van de Omgevingswet. Rolneming per doelstelling In deze paragraaf is uitgewerkt waar we in 2018 staan met de rollen van de gemeente per taak. Aan de hand van het overzicht kan de raad de wenselijkheid van meer loslaten of vastpakken van taken bespreken. Per doelstelling benoemen we de bestaande samenwerkingsvormen, wat een indicatie is van de rolverdeling, en de afgesproken verzelfstandigingsprocessen. Legenda: Per product is aangegeven wat de beleidsruimte van de gemeente is en welke rollen worden vervuld. Hoe meer donkere vakjes hoe nadrukkelijker de gemeentelijke rol is. Hoe meer ingevulde vakjes per product hoe diverser de gemeentelijke rol. De wijzigingen in rolneming ten opzichte van de vorige begroting zijn gemarkeerd (met een W). Sterke economie TAKEN ROLLEN Wettelijk Wettelijk met beleidsruimte Doeluitkering/ gesloten circuit Beleidsvrij Straatmarkten Economische zaken, kenniseconomie Recreatieve evenementen 138

140 Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Bestaande samenwerkingsverbanden (o.m.): MRDH, EPZ, Zuidvleugel IQ (Innovation Quarter) PEO (Platform Economische ontwikkeling) DTP (Delft technology partners) CTD (clean tech delta) MD (medical delta) Verzelfstandigingen: n.v.t. Werk en economische zelfstandigheid TAKEN ROLLEN Wettelijk Wettelijk met beleidsruimte Doeluitkering/ gesloten circuit Beleidsvrij Inkomensverstrekking Werk en re-integratie Armoedebestrijding Bestaande samenwerkingsverbanden: Governance Werkse! Arrangementen via prestatiecontracten met uitvoeringspartners Pact tegen armoede MVO platform WerkWaardig Verzelfstandigingen: n.v.t. Sterke samenleving TAKEN ROLLEN Wettelijk Wettelijk met beleidsruimte Doeluitkering/ gesloten circuit Beleidsvrij GGD gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg Zorg voor huisvesting onderwijs, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Onderwijs (bewegingsonderwijs) Woningverdeling Sportvoorzieningen Gezond en wel, Jeugd en jongeren Stedelijke vernieuwing Bestaande samenwerkingsverbanden: Innovatie- en uitvoeringsagenda Sociaal domein Sociaal platform Delft voor Elkaar Nieuwe partnerships met ROC s en TU. Samenwerkingsovereenkomst onderwijs, met gezamenlijke ontwikkelagenda Sportraad Woonvisie met prestatieafspraken woningcorporaties en aanbieden ontwikkellocaties. GGD (verbonden partij) 139

141 Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Verzelfstandigingen: Binnen- en buitensportaccommodaties: zie doelstelling goede openbare ruimte, regieorganisatie Stadsbeheer. Zorg en ondersteuning TAKEN ROLLEN Wettelijk Wettelijk met beleidsruimte Doeluitkering/ gesloten circuit Beleidsvrij Beschermd wonen Jeugdhulp Zorg voor WMO taken (Individuele verstrekkingen, Maatschappelijke opvang Begeleiding/dagbesteding, Toegang) Leerlingenvervoer, voortijdig schoolverlaten, onderwijsachterstanden en voor-en vroegschoolse educatie Bestaande samenwerkingsverbanden: Sociaal Platform Inkoop H4, H10 Toegangsorganisatie Verzelfstandigingen: Toegang Sociaal domein (zie Stad van participatie Transitie Sociaal domein): de Toegang fungeert sinds 2015 als tijdelijke projectorganisatie binnen de gemeente Delft. Het voornemen is de projectorganisatie te verzelfstandigen. Aantrekkelijke stad TAKEN ROLLEN Wettelijk RO, Zorg voor bestemmingsplannen Omgevingswet W Archeologie Archief Wettelijk met beleidsruimte Cultuurhistorie (Monumentenzorg) Bibliotheekwet Doeluitkering/ gesloten circuit Havendienst Beeldende kunst Beleidsvrij Binnenstad Vak Museum Prinsenhof Delft W Cultuurparticipatie De wijzigingen in rolneming ten opzichte van de vorige begroting zijn gemarkeerd met een W. Bestaande samenwerkingsverbanden: SCMD (stichting centrum management Delft) Ontwikkeling nieuwe relaties door de Omgevingswet Regionale samenwerking Monumentenzorg, Archief en Archeologie Ambassadeurschap en uitvoering van de uitvoeringsagenda Cultuurkader Verzelfstandigingen: Ontvlechting Erfgoed loopt, met in 2017/2018 te maken afwegingen over verzelfstandiging van 140

142 Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Museum Prinsenhof Delft. Bereikbare en gastvrije stad TAKEN ROLLEN Wettelijk Wettelijk met beleidsruimte Doeluitkering/ gesloten circuit Beleidsvrij Wettelijke verkeerstaken (wegbeheerdersrol) Bouwgrondexploitaties Legesmodel omgevingsvergunningen Spoortunnel Parkeren Overig verkeersbeleid (LVVP, Fietsactieplan) Beheer vastgoed Bestaande samenwerkingsverbanden: Governance parkeren richting Integraal Parkeerbedrijf (verbonden partij) MRDH (verbonden partij) Verzelfstandigingen: De uitvoering van het straatparkeren door Parking Delft wordt aangevuld met vergunningverlening in Goede openbare ruimte Wettelijk met beleidsruimte Wegenbeheer Inrichting openbare ruimte vanuit perspectief van veiligheid en aansprakelijkheid Civiele constructies Groen Begraafplaatsen Riolering W Doeluitkering/ gesloten circuit Reiniging Beleidsvrij Schoonmaken openbare ruimte Speelvoorzieningen (wettelijk verantwoordelijk voor veiligheid) De wijzigingen in rolneming ten opzichte van de vorige begroting zijn gemarkeerd met een W. Bestaande samenwerkingsverbanden: Avalex (verbonden partij) Netwerk afvalwaterketen Delfland Verzelfstandigingen: (meerjaren) Ontwikkeling regie-organisatie stadsbeheer: Alle taken die op afstand gezet worden, zijn opgenomen in een apart onderdeel binnen ruimte en economie. Doel is om dit onderdeel op te heffen in Dan zullen de taken: machinaal vegen, transport en speeltuinen overgedragen zijn aan partners in de stad (taken en personeel). 141

143 Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Duurzame stad TAKEN ROLLEN Wettelijk Wettelijk met beleidsruimte Doeluitkering/ gesloten circuit Beleidsvrij Milieu Streekdierentehuis Recreatie/groot stedelijk groen Natuur- en milieueducatie Kinderboerderij Bestaande samenwerkingsverbanden: Convenant klimaatneutraliteit Recreatieschap MD (omvorming tot coöperatie) Hof van Delfland Buytenhout Groen doet goed Klimaatverbond Verzelfstandigingen: n.v.t. Veilige stad TAKEN ROLLEN Wettelijk Wettelijk met beleidsruimte Veiligheidsregio Openbare orde, handhaving en toezicht Bouwen en wonen Milieutoezicht W Doeluitkering/ gesloten circuit Beleidsvrij De wijzigingen in rolneming ten opzichte van de vorige begroting zijn gemarkeerd met een W. Bestaande samenwerkingsverbanden: De ketenaanpak veiligheid VRH en ODH (verbonden partijen) Verzelfstandigingen: n.v.t. Dienstverlenende gemeente TAKEN ROLLEN Wettelijk Wettelijk met beleidsruimte Doeluitkering/ gesloten circuit Beleidsvrij Klantcontactcentrum voor uitgifte officiële documenten RBG Dienstverlening 142

144 Loslaten Faciliteren Stimuleren Regisseren Reguleren Bestaande samenwerkingsverbanden: Zie Toegangsorganisatie, bij Zorg en ondersteuning RBG (verbonden partij) Verzelfstandigingen: Zie Toegangsorganisatie, bij Zorg en ondersteuning. Verbindende overheid/moderne gemeente TAKEN ROLLEN Wettelijk Wettelijk met beleidsruimte Doeluitkering/ gesloten circuit Beleidsvrij Verkiezingen Koninklijke bijzetting Organisatie Internationaal beleid Stadhuis Stimuleringssubsidies Bestuurlijke samenwerking Samenwerkingsvormen: MRDH (verbonden partij) Europa GR met Rijswijk op gebied van ICT Verzelfstandigingen: n.v.t. Verzelfstandigingsagenda Onderstaand de geactualiseerde verzelfstandigingsagenda. Speerpunten Ontwikkeling regieorganisatie stadsbeheer ISR Actuele status en uitwerkingsrichting Het gemeentelijk Stadsbeheer ontwikkelt zich geleidelijk (in een periode van jaar) naar een regie-organisatie met uitvoering op afstand. Alle onderdelen die dit betreffen zijn ondergebracht in het onderdeel Bedrijven van Stadsbeheer. Belangrijk feit is dat de trajecten een vertraging hebben opgelopen vanwege de onderhandelingen met de vakbonden over het sociaal statuut. Omdat dit bijna alle lopende trajecten raakt zal de uitplaatsing van onderdelen in 2017 plaats gaan vinden. Onderzoek verzelfstandiging van begraafplaatsen heeft geleid tot hernieuwde gesprekken met de laatste Eer. In 2017 is de concessie voorbereid. Die zal in het laatste kwartaal 2017 leiden tot de feitelijke overdracht van de taak begraven. Outsourcen van werkzaamheden in de openbare ruimte bevat een divers aantal trajecten. Gepland staan: Machinaal Vegen, Transport, Gazonmaaien, Binnenbuitensportaccommodaties en speeltuinen staan gepland voor eind Het onderdeel bedrijven zal medio 2018 opgeheven worden. In het kader van de herijking van de loketfuncties In 2016 heeft een impactanalyse plaatsgevonden over mogelijke invlechting van ISR bij Delft voor Elkaar. Na onderzoek is besloten tot een overgang naar Kwadraad (onderdeel van DVE) in

145 Omgevingswet Ontvlechting Erfgoed Positie Toegang Sociaal domein Integraal exploitatiebedrijf parkeren Binnen/Buitensportaccommodaties Voor de nieuwe Omgevingswet hebben we afgelopen jaar intensief gesproken met inwoners en daarop een Delftse participatieaanpak Delfts doen geïntroduceerd. We werken aan een Omgevingsvisie en bereiden ons voor op het nieuwe informatieplan Omgevingswet. De Omgevingsvisie zal, als pilot, conform Delfts Doen, samen met inwoners van Delft worden opgesteld. Voor 2018 staat de ontvlechting van de drie onderdelen op de agenda. Archeologie gaat samen met Monumentenzorg. Voor de ontvlechting van Archief is in samenhang met de ontwikkelingen bij DIV (Intern Dienstverlening) een traject ingezet. Bij de behandeling van de toekomstvisie Museum Prinsenhof najaar 2017 is ook ingegaan op de vooren nadelen van een eventuele verzelfstandiging van museum Prinsenhof Delft en de randvoorwaarden hiervoor. De Toegang fungeert sinds 2015 als tijdelijke projectorganisatie binnen de gemeente Delft. Het voornemen is de projectorganisatie in 2 fases te verzelfstandigen. Fase 1 bestaat uit het oprichten van de verzelfstandigde Toegang-organisatie per 1 januari 2018 en het hierin positioneren van de medewerkers die nu reeds voor de projectorganisatie Toegang werkzaam zijn. Met de afronding van deze fase is de continuïteit van de organisatie en de dienstverlening van de Toegang gewaarborgd. De 2 e fase van de verzelfstandiging bestaat uit de transformatie van processen en systemen. De businesscase voor deze fase wordt uiterlijk in het 4 e kwartaal van 2017 opgeleverd. De overgang van het straatparkeren heeft plaatsgevonden in januari Eind 2017 zal de volgende fase starten, die gaat over de overdracht van vergunningen aan Parking Delft. Per 1 januari 2018 zullen werkzaamheden nu in eigen beheer uitgevoerd, door markt worden overgenomen. Medewerkers gaan zoveel als mogelijk over naar marktpartijen. Geformaliseerde samenwerkingsverbanden De gemeente Delft heeft met veel organisaties (lokaal of regionaal) financiële en/of bestuurlijke banden. Dit wordt beschreven in de volgende subparagrafen: A. Agenda Regionale Samenwerking B. Verbonden partijen, lokaal en regionaal C. Subsidies aan lokaal werkzame maatschappelijke instellingen 144

146 A. Agenda regionale samenwerking Delft zoekt optimale samenwerkingsverbanden op passende schaalniveaus, zoals hiernaast uitgebeeld. Delft speelt zijn rol in de regio op verschillende regionale borden, waaronder: Versterking van de economische vitaliteit in de Zuidelijke Randstad (via Zuidvleugel, Innovation Quarter, MRDH). Randvoorwaardelijke investeringen in verkeer en vervoer, via de MRDH/Vervoersautoriteit (en de relatie daartussen) en de strategische samenwerking met Leiden (bondgenoot in de Zuidvleugel). Samenwerking in het Sociaal Domein op verschillende schaalniveaus, van lokaal, samen met Rijswijk, Midden-Delfland en Westland (H4) tot samen met de Haaglanden-gemeenten (H10). Herinrichting van de regionale samenwerkingsverbanden met betrekking tot natuur en recreatie. Op diverse terreinen samenwerkingen met de Provincie Zuid-Holland, bijvoorbeeld aangaande de ontwikkeling Schieoevers. Regiostrategie Economisch en ruimtelijk: Delft ziet het belang van regionale samenwerking in het perspectief van de economische concurrentie tussen regio s wereldwijd. Voor de stad is het aantrekken van de kennisintensieve bedrijvigheid van belang als motor voor de werkgelegenheid op alle niveaus. Delft kan bijdragen aan versterking van de economische vitaliteit van de regio met zijn profiel van Delft Kennisstad, en het profiel van een aantrekkelijk woonmilieu waaronder Nieuw Delft`. Sociaal: voor de gemeente is het essentieel dat de regionale samenwerking in het Sociale domein op de verschillende schaalniveaus bijdraagt aan het verbeteren van de lokale uitvoering en bijdraagt aan het in stand houden van een kwalitatief en kwantitatief goed voorzieningenniveau in de regio. Het verder regionaal samenwerken in het Sociaal domein is van groot belang en speelt een bepalende rol in onze relaties met buurgemeenten. Ruimtelijk: De regio-agenda voor de nu lopende bestuursperiode is uitdagend: We zetten de gesprekken in de regio voort over samenwerking op de verschillende schaalniveaus, op zowel het economische domein, het fysieke domein (verkeer en vervoer), en het Sociale domein. We werken verder aan de inbedding en regionale samenwerking voor de taakuitvoering in het Sociale domein. We streven naar herstructurering en opschaling van recreatieschappen in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag met als 1e stap daarin het vormgeven van een nieuwe organisatie voor ontwikkeling en beheer van het metropolitane landschap Hof van Delfland. De strategische alliantie met Leiden wordt voortgezet. Reguliere samenwerkingen zoals met Rijswijk en met verbonden partijen worden verder voortgezet. Een bijzonder aandachtspunt daarbij is het via de regie-organisatie versterken van de grip op verbonden partijen. Belangrijke instrumenten daarbij zijn: Het regionaal investeringsprogramma waarbij de MRDH partner is met onder andere de Economische Programmaraad Zuidvleugel. Daarnaast de Roadmap Next Economy. De woonvisie Woningmarktregio Haaglanden en de Delftse woonvisie. Inkoopplannen Jeugdhulp en WMO begeleiding en Beschermd wonen. Het Uitvoeringsprogramma landschapstafel Hof van Delfland Verbinden en versterken. 145

147 B. Deelnemingen, lokaal en regionaal De gemeente Delft is, evenals andere overheden, actief in netwerken van beleids- en uitvoeringsorganisaties. Met een aantal van die organisaties onderhoudt de gemeente financiële en/of bestuurlijke banden. Die verbindingen staan te boek als deelnemingen, maar een bepaalde groep daarvan noemen we in overeenstemming met de gemeentelijke begrotingsvoorschriften verbonden partijen. Als sprake Is van een participatie in een organisatie met alleen een bestuurlijk of een financieel belang, dan spreken we over een deelneming. Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente én een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang wordt gesproken als er zeggenschap bestaat uit hoofde van stemrecht of een vertegenwoordiging in het bestuur van de organisatie. Er is een direct financieel belang wanneer een ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is bij faillissement, of als er een financiële aansprakelijkheid bestaat als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. In het vervolg van deze paragraaf gaan we uit van het bredere begrip deelnemingen. Deelnemingen voeren meestal gemeentelijke taken uit met een maatschappelijk en daardoor ook politiek belang. Participatie van de gemeente in deze organisaties levert de gemeente niet alleen op dat gemeentelijke doelen en ambities in samenwerking met onder meer de deelnemingen tot realisatie komen, maar kent ook financiële en bestuurlijke risico s. Om de synergie vanuit de samenwerking optimaal te benutten en de risico s te beheersen is aandacht voor de sturingsrelatie met en risicobeheersing bij deelnemingen en verbonden partijen essentieel. Het besliskader voor het aangaan van deelnemingen is in 2016 geactualiseerd (bijlage in de nota rolneming ). De overige beleidskaders met betrekking tot vertegenwoordiging, aansprakelijkheid, beloningsbeleid en wettelijke kaders staan in de nota Capita Selecta Deelnemingenbeleid (2011). In het overzicht, dat hierna volgt, wordt beknopt de inzet van de deelnemingen in relatie tot de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen weergegeven. De deelnemingen die geen verbonden partij zijn, zijn gegroepeerd opgenomen in het tweede deel van het overzicht Beleidsinformatie Deelnemingen. Overzicht Beleidsinformatie Deelnemingen Deelnemingen tevens verbonden partij Vennootschappen Vestigings plaats Doel / Openbaar belang Ontwikkelingen Risico s Doelstelling Bestuursprogramma Financiele bijdrage Werkse Holding BV Delft Ontwikkelen, plaatsen en begeleiden van medewerkers met een Werkse Holding BV is een onderdeel van Risico op waarde aandelen en Werk en economische afstand tot de arbeidsmarkt. Werkse! mislopen winstuitkering, welke zelfstandigheid ten gunst van Werkse! komt. Evides BV Rotterdam Beheren en exploiteren van een waterbedrijf. Geen bijzonderheden. Idem Algemene dekkings middelen InnovationQuarter B.V. (ROM Zuidvleugel) Den Haag Versterken innovatiepotentieel van Zuid-Holland door ondernemerschap en innovatie; marketing en acquisitie; en participatie in starters en MKB bedrijven Participatie is toegevoegd aan de activiteiten. Aandeelhouders zijn Min EZ, PZH, Gemeenten Roitterdam, Leiden, Delft, Den Haag, Westland, Aandelenkapitaal Jaarlijkse bijdrage Sterke Economie TU Delft, Leiden Universiteit, LUMC & Erasmus MC, Stichting HEID, Libertatis Erqo Holding, Totaal aandelen geplaatst. Voornemen tot aandeelhouderschap: Drechtsteden VOM BV Delft Beheersen vastgoedontwikkeling en gewenste branchering BV in liquidatie. Vastgoed is verkocht. Bereikbare en gastvrije vooral in kern historisch winkelgebied binnenstad. stad Parkeren Delft BV 1,2 miljoen Delft Bereikbare en gastvrije stad Eneco Holding NV Rotterdam Beheren en exploiteren van een energiebedrijf. Er wordt een uitvraag gedaan bij de zittende aandeelhouders (53 gemeenten) of zij de Risico op waarde aandelen en lager of geen dividend. Algemene dekkings middelen aandelen willen houden of afbouwen. De kans bestaat dat de aandeelhouders hun aandelen in de toekomst willen verkopen. Stedin Rotterdam Netwerkbedrijf Geen noemenswaardige ontwikkelingen Risico op waarde aandelen en Algemene dekkings lager of geen dividend. middelen Yes!Delft Young Entrepreneurs Society Delft Ontwikkelbedrijf Spoorzone (OBS) NV Bank voor Nederlandsche Gemeenten - BNG Delft Delft Den Haag Uitvoeren van het parkeerbeleid Delft en de exploitatie van parkeergarages. Ondersteunen studenten, professionals, wetenschap- pers in het succesvol oprichten van een eigen onderneming met een technologisch product of proces als basis. Realiseren herontwikkeling van het Spoorzonegebied, waaronder ook de realisatie van het Stadskantoor. De toevoeging van de PSS per januari 2018 aan Risico op waarde aandelen + de het bestaande parkeerareaal brengt een garantstelling / financiering. exploitatie risico met zich mee voor Parking Delft. De gemeente en Parking Delft hebben maatregelen geïdentificeerd om dit risico beheersbaar te houden. Yes!Delft is een BV, waarin de gemeente minderheidsaandeelhouder is naast de TU(meerderheid) entno. Onzekerheid op de woningmarkt waardoor geprognotiseerde opbrengsten een risico zijn. Bank ten dienste van de overheid Door nieuwe regelgeving voor banken (Basel 3) wordt het dividend de komende jaren minder, nl 25% ipv 50%. Aandelenkapitaal dat de gemeente heeft gestort 3.600, jaarlijkse bijdrage Tekorten op de BC komen direct ten laste van de begroting gemeente Sterke Economie Bereikbare en gastvrije stad Beperkt risico. Waarde aandelen Algemene dekkings niet geactiveerd. Jaarlijks dividend middelen is beperkt. 146

148 Deelnemingen, tevens verbonden partij Gemeenschappelijke Vestigings regelingen. Financiele bijdrage plaats Doel / Openbaar belang Ontwikkelingen Risico s Doelstelling bestuurs programma Doelstelling Bestuursprogramma Recreatieschap Midden- Delfland G.G.D. Haaglanden Omgevingsdienst Haaglanden Veiligheidsregio Haaglanden RBG (regionale belasting groep) Afvalinzameling Avalex Schiedam Den Haag Den Haag Den Haag Schiedam Den Haag Behartigt belangen openluchtrecreatie in Midden-Delfland, onder handhaving van het landelijk karakter. Regie, uitvoeren, adviseren en bevorderen van de publieke gezondheid. Milieu en bodemtaken Geen bijzonderheden idem Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen, brandweerzorg, rampen- en crisisbeheersing in regio; meldkamer en CPA. Efficiente heffing en inning van lokale heffingen door samenwerking met andere gemeenten en waterschappen. Samenwerking voor het uitvoeren van de wettelijke afvalinzamelingstaak. De Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap MD wordt per 31/12/2017 opgeheven. In plaats daarvan wordt een cooperatieve vereniging opgericht. De bijdragen aan de CV blijft onveranderd. Op dit moment vindt de herijking van de GR GGD Haaglanden plaats voor Taken, Governance en Financien. Dit heeft financiele consequenties. De omvang hiervan wordt eind 2017 duidelijk. Er wordt aan een visie brandweer 2020 gewerkt. idem De gemeente Schiedam is nieuwe toetreder bij de RBG. Discussie over toekomstige structuur loopt. Besluit wordt in 2017/2018 genomen. Aangesloten deelnemers zijn gezamenlijk risico- drager. Gemeenten gezamelijk risicodrager. Duurzame stad Zorg en ondersteuning Veilige stad Veilige stad Dienstverlenende gemeente Goede openbare ruimte Stadsgewest Haaglanden Den Haag Samenwerking op basis van kaderwet op gebied van diverse Per zit het stadsgewest in liquidatie Gemeenten gezamelijk Regiegemeente beleidsvelden. fase. Deze zal naar verwachting uiterlijk eind risicodrager zijn afgerond. Bureau inkoop jeugdzorg i.o Samenwerking gericht op inkoop specialistische jeugdzorg. Voor de H10 gemeenten. De gemeenschappelijke regeling wordt voor drie Gemeenten gezamelijk jaar aangegaan en is met 1 jaar verlengd(2018) risicodrager. Verbindende overheid Afhankelijk van regionale visietraject wordt besloten tot voortzetting hieervan. MRDH Den Haag Opvolger van Stadsgewest Haaglanden voor de beleidsvelden Is in 2015 van start gaan Gemeenten gezamelijk Verbindende overheid "Bereikbaarheid en Mobiliteit" en "Economisch risicodrager. Vestigingsklimaat" idem idem Stichtingen Doel / Openbaar belang Ontwikkelingen Risico s Stichting jeugdgezondheidszorg Zuid- Holland-West 1,7 miljoen Zoetermeer Borgen van jeugdgezondheidszorg in het publieke domein. De bekostiging van de JGZ loopt via subsidie van de 8 deelnemende gemeenten. Het convenant wordt hiervoor verlengd. Gemeenten gezamenlijk risicodrager. Doelstelling Bestuursprogramma Sterke samenleving Overige deelnemingen, geen verbonden partij A. Stichtingen Deelneming Vestigings plaats Groenfonds Midden-Delfland Midden- Delfland Regionaal Platform Arbeidsvoorziening Haaglanden (RPA) Doel / Openbaar belang Behouden van agrarisch cultuurlandschap en versterken relatie stad en land door educatie en recreatie. Streven naar optimale afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de regio Haaglanden. Ontwikkelingen Geen bijzonderheden. Geen bijzonderheden. Risico s Idem Duurzame stad Overhead Centrummanagement Delft Delft Verbeteren en stimuleren van economisch functioneren Met de herijking Nota binnenstad eind 2017 zal Bundeling van financiele Sterke economie binnenstad en uitvoering visie binnenstad 2020; Vitaal & Gastvrij. er verandering komen in de samenstelling en de vorm van de SCMD met oog op meer cofinanciering en verschuiving van de inhoudelijke opgave (minder leegstand en meer aandacht voor toerisme en beheer openbare ruimte). geen middelen voor cofinanciering en matching van gemeentelijk budget met externe middelen (Ondernemersfonds). Doelstelling bestuurs programma Overige deelnemingen, geen verbonden partij B. Verenigingen Deelneming Vestigings plaats GDO Gemeenten voor Dordrecht duurzame ontwikkelingen (vereniging voor lokale NME/C) 400 Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vereniging Deltametropool Den Haag Doel / Openbaar belang Ontwikkelingen Risico s Samenwerken op vlak natuur en milieucommunicatie. Geen bijzonderheden. Conform Verenigingsreglement. Ondersteunen en behartigen belangen gemeenten. College van Verlaging bijdrage met 5% werkt door in Arbeidszaken. dienstverlening VNG. De onafhankelijke Vereniging Deltametropool stelt zich ten doel Wethouder Harpe is namens de MRDH DB-lid om in West-Nederland de in beginsel reeds aanwezige geworden van de vereniging Deltametropool metropool tot ontwikkeling te brengen. Verlaging bijdrage werkt door in dienstverlening VNG. Geen. Doelstelling bestuurs programma Duurzame stad Verbindende Overhead Sterke economie 147

149 Overzicht financiële informatie Deelnemingen Op basis van de jaarverslagen van de deelnemingen en verbonden partijen zijn het resultaat 2016, het eigen vermogen en voor zover aanwezig overige informatie vermeld. Financieel Overzicht Deelnemingen Deelneming Vennootschappen verstrekte Vestigings plaats Resultaat 2016 Eigen Vermogen 2016 Vreemd vermogen 2016 Aandelen kapitaal (a) garanties / geldleningen Werkse BV Delft Begin 1,3 miljoen Begin 1,5 miljoen geen Eind 1,8 miljoen Eind 0,8 miljoen Evides BV (2015) Rotterdam 55,7 miljoen 241,5 miljoen 1,3 miljoen geen Eneco Holding NV Rotterdam 199 miljoen Begin 4,8 miljard Begin 2,5 miljard aandelen ca geen 2,44% gestort aandelenkapitaal 100 nominaal. Ontvangen dividend: Eind 4,8 miljard Eind 2 miljard Niet op balans geactiveerd VOM BV Delft Begin Begin 4,2 miljoen ,7 miljoen 50% gestort aandelenkapitaal negatief Eind Eind 4,0 miljoen Parking BV / Parking Delft BV Delft Begin 12 miljoen Eind 46,7 miljoen miljoen 100% gestort aandelenkapitaal negatief Eind 11,9 miljoen Eind 45,1 miljoen negatief Ontwikkelbedrijf Spoorzone Delft nul (onderdeel geen 100% gestort aandelenkapitaal (OBS) BV meerjarige business case) YES! Delft BV Delft Begin Begin geen 20% gestort aandelenkapitaal Eind Eind NV Bank voor Nederlandsche Gemeenten - BNG Den Haag 369 miljoen Begin 4,1 miljard aandelen van 2,50. geen Niet opde balans geactiveerd Eind 4,5 miljard 0 Financieel belang (% of verhouding) % gestort aandelenkapitaal ,8 % gestort aandelenkapitaal Ontvangen dividend: ,85% van het geplaatst aandelenkapitaal Financieel Overzicht Deelnemingen Deelneming Gemeenschappelijke regelingen Vestigings plaats Prognose resultaat 2018 Prognose Eigen Vermogen 2018 Prognose Vreemd vermogen 2018 Aandelen kapitaal (a) verstrekte garanties / geldleningen Recreatieschap Midden- Delfland Schiedam n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. G.G.D. Haaglanden Den Haag - nvt nvt n.v.t. Omgevingsdienst Haaglanden Den Haag Begin 1,4 miljoen - n.v.t. Eind 1,1 miljoen - Veiligheidsregio Haaglanden Den Haag 0 miljoen Begin 7,8 miljoen Begin 56,8 miljoen n.v.t. Eind 6,2 miljoen Eind 62,8 miljoen RBG (regionale belasting Schiedam - Begin 2,3 miljoen Begin 1,4 miljoen n.v.t. groep) Eind 0,9 miljoen Begin: 1,1 miljoen Afvalinzameling Avalex Rijswijk 0 Begin 4,5 miljoen Begin 35,6 miljoen n.v.t. positief Eind 4,5 miljoen Eind 35,3 miljoen positief Stadsgewest Haaglanden Zoetermeer n.v.t. n.v.t. nvt n.v.t. Bureau inkoop jeugdzorg Den Haag - Begin 0 nvt Eind 0 nvt MRDH Den Haag 0 Begin 4,36 miljoen nvt n.v.t. Eind 9,32 miljoen nvt Financieel belang (% of verhouding) 0,184 0,06 0,084 32% van de omzet Stichtingen Vestigings plaats resultaat 2016 Eigen Vermogen Vreemd vermogen Stichting Grotius College n.v.t. n.v.t. Stichting n.v.t. n.v.t. jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland-West. Groenfonds Midden-Delfland Regionaal Platform Arbeidsvoorziening Haaglanden (RPA) (2015) Delft Kennisstad (2015) Aandelen kapitaal (a) verstrekte garanties / geldleningen Financieel belang (% of verhouding) Van onderstaande verenigingen en stichtingen zijn de gegevens onbekend GDO Gemeenten voor duurzame ontwikkelingen (vereniging voor lokale NME/C) Vereniging Klimaatverbond Nederland Vereniging van Nederlandse Gemeenten Centrummanagement Delft 148

150 Overzicht financiële risico s bij verbonden partijen Financieel risico verbonden partijen bedragen * Deelneming L/M/H incidenteel / structureel Doelstelling financieel risico Recreatieschap Midden Delfland H I Duurzame stad 250 Avalex H S Goede openbare ruimte 750 GR GGD Haaglanden Totaal Financieel risico bij Verbonden partijen M S Zorg en ondersteuning L = laag, M = middel, H = hoog Recreatieschap Midden Delftland De Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Midden Delfland wordt per 31 december 2017 opgeheven. In plaats daarvan wordt een coöperatieve vereniging opgericht. De bijdragen aan de cv blijft onveranderd. GR GGD Haaglanden Door een verschuiving in de afspraken over welke taken de GGD uitvoert vanuit de gemeenschappelijke regeling en welke vanuit lokale afspraken ontstaat een financieel risico met een bandbreedte van tot Avalex Voor Avalex is een nieuw risico opgenomen. Dit betreft het risico dat de DVO bijdrage verder omhoog gaat en het vernieuwen van het verwerkingstarief voor restafval. Het risico bedraagt in totaal ca Zie hiervoor verder de doelstelling Goede openbare ruimte (hoofdstuk Leefbare stad), de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing en de paragraaf Lokale heffingen. 149

151 C. Subsidies aan lokaal werkzame maatschappelijke instellingen In deze paragraaf worden de hoofdlijnen van het beleid met betrekking tot het verlenen van subsidies en ontwikkelingen in de subsidiesystematiek en de bezuinigingen opgenomen. Subsidiesystematiek De Delftse subsidiesystematiek bestaat uit een door de gemeenteraad vastgesteld Beleidskader voor de subsidiesystematiek en de Kaderverordening Subsidies Delft en daarnaast uit de door het college vastgestelde nadere uitvoeringsregels. De stelselherziening Door hervorming van het subsidiestelsel in 2014 zijn er vanaf 1 januari 2015 nog twee categorieën subsidies mogelijk: de prestatiesubsidie en de stimuleringssubsidie. De stimuleringssubsidie Sinds 1 januari 2015 is de subsidiebeleidsregel Stimulering Participatie en Innovatie van kracht. Via deze stimuleringssubsidie zijn op verschillende doelstellingen subsidies aan maatschappelijke instellingen en burgerinitiatieven uitgekeerd. De subsidieaanvragen worden maandelijks in een werkgroep integraal beoordeeld. Het subsidiebudget voor stimuleringssubsidies ( ) is daarmee ontschot ingezet. Naast dit budget van is er in 2017 nog extra ingezet uit de Reserve Sociaal Domein voor stimuleringssubsidies die gericht zijn op innovaties in het sociaal domein. In 2017 (peildatum 1 juli) zijn er in totaal 78 aanvragen ingediend, waarvan 55 aanvragen zijn afgehandeld. 47 van de afgehandelde aanvragen zijn toegekend, 7 aanvragen zijn afgewezen en 1 aanvraag is ingetrokken. De meeste subsidies zijn verstrekt op twee van de vijf doelstellingen, namelijk bevorderen van participatie van inwoners van Delft en bevorderen eigen en gezamenlijke kracht. De prestatiesubsidie In 2017 is in totaal ruim 23 miljoen verstrekt aan prestatiesubsidies. In onderstaande tabel wordt duidelijk voor welke doelstellingen de subsidies verstrekt zijn. Op de gemeentelijke website is subsidieverstrekking op instellingen niveau terug te vinden (zowel voor de prestatiesubsidies als voor de stimuleringssubsidies). In 2018 is de subsidiesystematiek herijkt op basis van de in 2017 uitgevoerde evaluaties van 1. De beleidsregel stimulering Participatie en Innovatie en 2. De Beleidsregel Prestatiesubsidies. Dit kan leiden tot aanpassingen in de subsidiesystematiek (Beleidskader, Kaderverordening) die ter vaststelling aan de Raad worden voorgelegd. Overzicht Prestatiesubsidies Prestatiesubsidies 2017 verstrekt Bedrag Zorg en ondersteuning ,00 Werk en econ. Zelfstandigheid ,00 Sterke samenleving ,00 Sterke economie ,00 Aantrekkelijke stad ,00 Totaal ,00 Overige subsidies Stimuleringsssubsidies 2017 verstrekt * Bedrag Straatfeestsubsidies 5.656,61 Bevorderen participatie van inworners van Delft ,00 Bevorderen eigen kracht en gezamelijke kracht ,00 Bevorderen goed sociaal klimaat en veiligheid ,00 Bevorderen duurzaamheid en Delfts milieu 6.750,00 Versterken van de eigen organisatie 8.000,00 Totaal ,61 *Stimuleringssubsidies tot 01/07/

152 Financiering Organisatie en verantwoording De wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) vormt het wettelijke kader voor de financiering. De intentie van de wet is gericht op het bevorderen van de kredietwaardigheid en transparantie van het financieringsbeleid. Voor de beheersing daarvan is een aantal instrumenten geformuleerd zoals: Het stellen van een kwantitatieve kasgeldlimiet en renterisiconorm over de begroting. Het verplichten van een treasurystatuut, met onder meer het stellen van kwalitatieve en duurzame uitgangspunten voor uitzettingen en rente instrumenten. Het verplichten van verantwoordingsrapportage in de jaarrekening en begroting. Financieringsbeleid De Treasury houdt zich bezig met risico s die samenhangen met alle toekomstige kasstromen. Deze risico s komen zowel voort uit de financieringsbehoefte, als uit de wijzigingen in de bestaande portefeuilles (onder meer: vervroegde aflossingen, herfinanciering, herbeleggingen, renteaanpassingen en dergelijke). Het treasurybeleid is primair gericht op het waarborgen van financiële continuïteit door het resultaat en vermogen te beschermen tegen financiële risico s en de organisatie financierbaar te houden. Deze bescherming vindt plaats door de renterisico s en risico s uit financiële posities te vermijden en te spreiden. Deze twee soorten risico s zijn binnen de Treasury van de gemeente Delft leidend. We gaan in de uitwerking daarvan verder dan de wettelijke kaders. In principe zijn de uitgangspunten als volgt: Zorgdragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn, Bewerkstelligen van passende financieringslasten, Beheersen van wettelijke en feitelijke rente- en of financieringsrisico s, Risicomijdend uitzetten van gelden en afgeven van garanties, Zorgdragen voor een effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer, Actief onderhouden van contacten met marktpartijen om toegang tot de financiële markten open te houden. Deze uitgangspunten leiden in ieder geval tot het zo nauwkeurig mogelijk toepassen van de matching tussen opgenomen en uitgezette gelden. Dit principe wordt ook in de komende periode doorgezet. Voorts wordt actief gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheden om passende financieringslasten te bewerkstelligen. Dit resulteert onder meer in het zo maximaal mogelijk betrekken van de kasgeldlimiet bij financieringsbeslissingen. In geen geval wordt de limiet onnodig overschreden. Expliciet zijn de doelstellingen gericht op het versterken van de financierings- en vermogenspositie. Door de feitelijke rente op de opgenomen leningen terug te dringen trachten wij de rentekosten van de totale portefeuille te minimaliseren. Om dit te bereiken mag de renterisiconorm niet worden overschreden, wordt het gebruik van kortlopende leningen beperkt tot de kasgeldnorm en dient de match tussen opgenomen gelden (o/g) en uitgezette gelden (u/g) niet in gevaar te worden gebracht. De genoemde doelstellingen wijken feitelijk niet af van vorige jaren. Financieringsbehoefte De geprognotiseerde behoefte aan (lang) geld is voor de komende jaren vanaf 37 miljoen in ,6 miljoen in 2019, 21 miljoen in 2020 en 8 miljoen Deze bedragen zijn exclusief het bedrag dat jaarlijks nodig is aan kasgeld (kort geld). Eind 2017 zal Parking Delft van de gemeente een bedrag van 25,8 miljoen lenen om de PSS garage te kunnen kopen. Voor deze transactie zal de gemeente eerst zelf het geld moeten lenen. Dit bedrag is ook nog niet meegenomen in de behoefte aan (lang) geld voor de komende jaren. Gezien de relatief hoge bedragen die de komende jaren moeten worden ge(her-)financierd en het daarmee verbonden renterisico heeft dit bij elk Treasury beraad 2 ruime aandacht. Concreet houdt dit in dat de renteontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkten scherp in de gaten worden gehouden. Bij het aantrekken van geld kiezen we, om het risico te spreiden, verschillende looptijden en aflossingsvormen. 2 Periodiek overleg tussen de wethouder Financiën, gemeentecontroller en treasurer over ontwikkelingen in de gemeentelijke financieringsfunctie. 151

153 De meerjarenraming van de rentelasten is verlaagd ten opzichte van de vorige programmabegroting. De lage rentestand en de omvang van de geprognotiseerde kasstroom geven daar aanleiding toe. Ook het renterisico op de vaste schuld bevindt zich ruim onder de norm, zoals hieronder wordt toegelicht. Renteschema (bedragen x 1.000) a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering Totaal door te rekenen externe rente c. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden Saldo door te rekenen externe rente d1. Rente over eigen vermogen d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) De aan taakvelden (programma s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente e. De werkelijk aan taakvelden (programma s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) f. Renteresultaat op het taakveld treasury g. Boekwaarde materiele en Immateriele activa waarover rente wordt berekend Berekende omslagrente voor 2018 (e/g) 2,06% 2,114% 1,982% 1,743% Meerjarig gemiddelde 1,944% Omslagrente (afgerond) 1,900% Met ingang van de Programmabegroting nemen we -mede naar aanleiding van het advies van de commissie BBV- in de paragraaf Financiering een overzicht op waarmee transparant inzicht wordt geboden in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening aan investeringen (projecten), grondexploitaties en taakvelden (programma s). De rentetoerekening aan de taakveld (doelstellingen) moet worden toegerekend met behulp van een rente-omslagpercentage. Onder projectfinanciering wordt verstaan het aantrekken van externe financiering voor een specifiek project. Financiering met eigen vermogen wordt niet aangemerkt als projectfinanciering. Er moet extern een lening zijn aangetrokken om het betreffende project te kunnen financieren. In het geval van projectfinanciering wordt inderdaad de voor die aangetrokken lening geldende rente toegerekend aan het betreffende project. Dit kan een ander percentage zijn dan aan andere projecten wordt toegerekend op basis van de omslagrente. De omslagrente wordt bij de begroting berekend door de werkelijk aan de taakvelden (doelstellingen) toe te rekenen rente (in euro s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. De omslagrente moet vervolgens op consistente en eenduidige wijze worden toegerekend aan de individuele activa. Het is niet toegestaan om per investering of taakveld (doelstelling) te differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage. Indien de werkelijke rentelasten (in euro s) die over een jaar aan taakvelden hadden moeten worden doorbelast afwijken van de rentelasten (in euro s) die op basis van de voorgecalculeerde renteomslag aan de taakvelden zijn toegerekend, dan kan de gemeente besluiten tot correctie. Correctie wordt verplicht gesteld indien deze afwijking groter is dan 0,25%. 152

154 Renterisico Met de invoering van Wet FiDO geldt een renterisiconorm. Deze norm stelt dat het bedrag van de vaste schuld waarover de gemeente in enig jaar een renterisico loopt maximaal 20% mag zijn van het begrotingstotaal. Het risico bestaat uit de componenten: netto renteherzieningen en netto aflossingen. Voor de komende periode wordt rekening gehouden met de volgende bedragen. Renterisiconorm en renterisico's Bedragen x a. Renteherziening op vaste schuld o/g 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld 3b. Nieuwe verstrekte lange leningen 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 5. Betaalde aflossingen 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7. Renterisico op vaste schuld (2+6) Renterisiconorm 8. Begrotingstotaal 9. Percentage vastgesteld per ministeriele regeling % 20% 20% 20% 10. Renterisiconorm (8 x 9) Toets renterisiconorm 10. Renterisiconorm Renterisico op vaste schuld Ruimte(+) Overschrijding (-); (10-7) Naar het zich laat aanzien is er voldoende ruimte om de renterisico s die voortkomen uit de vermogensbehoefte te kunnen dragen. Kasgeldlimiet De prognose voor de kasgeldlimiet 2018 wordt in onderstaande tabel weergegeven. Kasgeldlimiet 2018 Bedragen x kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4 Omvang korte schuld Opgenomen gelden < 1 jaar Totaal netto vlottende schuld Vlottende middelen Overige uitstaande gelden < 1 jaar Totaal vlottende middelen Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld Toegestande kasgeldlimiet Ruimte (+) of overschrijding (-) van de limiet Begrotingstotaal (*) Percentage vastgesteld per ministeriele regeling 8,50% 9. Kasgeldlimiet Bovenstaande houdt in het kort in dat alle kortlopende(< jaar) uitzettingen en opgenomen gelden worden gesaldeerd en het saldo gemiddeld per kwartaal (en niet meer dan drie opeenvolgende kwartalen) niet meer mag bedragen dan 8,5% van het begrotingstotaal in het betreffende jaar. Kredietrisico u/g portefeuille Naast het renterisico dient ook het kredietrisico van de uitzettingen te worden bepaald. De samenstelling van de portefeuille, per ultimo juli 2017, met uitgezette gelden (u/g) bestaat voor het grootste deel uit leningen aan lokale woningcorporaties (50% van totale som). De overige leningen zijn aan de SVN (stimuleringsfonds), de sportsector en Parkeren Delft BV. De uitzetting aan de woningcorporaties staan onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Aan dit fonds is door de twee toonaangevende rating-agencies de hoogste typering van kredietwaardigheid toegekend. 153

155 Overzicht uitgezette geldleningen: Agentschap Financien Amsterdam Atletiekvereniging AV' Christelijke Korfbalvereniging DES Parkeren Delft BV St Kunstgras Sportpark Kruithuisweg Stichting DuWo Stichting Vestia Treasury Stimuleringsfonds Vidomes Delft Woonbron Maasoevers Totaal aan uitgezette leningen Garanties Prognose stand garantie begin 2018 Prognose stand garantie eind 2018 Cultuur Parking Delft BV Bedrijvenschap Harnaschpolder Sport Zorg Totaal De gemeente Delft staat ultimo 2018 voor de verschillende partijen in totaal voor 22,5 miljoen garant. Als zekerheid tegenover de garanties heeft de gemeente in nagenoeg alle gevallen, het recht van eerste hypotheek op onroerende zaken. Delft is geen deelnemer meer van het Bedrijvenschap Harnaschpolder sinds eind De garantstelling die wij hebben afgegeven staat echter nog bij de BNG. Deze garantstellingen zijn via een schrijven aan de gemeente echter gedekt door de nog zittende deelnemers van het bedrijvenschap. Daarnaast heeft de gemeente Delft nog een achtervangverplichting bij de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) van 872 miljoen. In april 2002 heeft de Raad van de gemeente Delft ermee ingestemd om met de WSW een ongelimiteerde achtervang aan te gaan, voor alle in de gemeente Delft werkzame of in de toekomst werkzame toegelaten instellingen (woningbouwcorporaties) bij de WSW, tot het moment van wederopzegging. Deze overeenkomst in in 2015 opgezegd en de gemeente beoordeeld nu per geval over een achtervang. Het theoretische geval dat de achtervangers op hun achtervangpositie worden aangesproken, doet zich pas voor als het garantievermogen van het WSW, dreigt te dalen onder het garantieniveau. In dat geval zullen renteloze leningen aan het WSW moeten worden verstrekt om het garantievermogen weer aan te vullen. Daarbij geldt een vooraf bepaalde verdeling, namelijk dat het Rijk 50% voor zijn rekening neemt en de overige 50% wordt verdeeld onder de deelnemende gemeenten. Hierbij neemt de schade gemeente de helft op zich van het gemeentelijk aandeel. 154

156 Prognose liquiditeitsbehoefte Prognose liquiditeitsbehoefte Bedragen x Herfinancieringen Investeringen Totaal op te nemen Eventuele verkoop Eneco aandelen Op het moment loopt een uitvraag bij de aandeelhouders van Eneco met de vraag of zij hun aandelenbezit in het bedrijf willen houden of afbouwen. Op 31 oktober 2017 zal naar verwachting duidelijk zijn hoeveel procent van de aandeelhouders willen afbouwen of houden. In Delft moet de keuze voor houden of afbouwen van het aandelenbelang ook nog worden bepaald. Als een grote meerderheid van de zittende aandeelhouders besluit te willen afbouwen is het zeer waarschijnlijk dat het bedrijf binnen twee jaar is verkocht. De huidige inschatting van de verkoopwaarde ligt tussen de 2,5 en 2,9 miljard. Voor Delft zou dit een eventuele opbrengst betekenen van 62 miljoen tot 70 miljoen. Tegenover de eventuele eenmalige opbrengst staat dat er geen jaarlijks dividend meer wordt ontvangen en dat dus op jaarbasis een gat ontstaat in de begroting van gemiddeld genomen 1,5 miljoen structureel. Een eventuele verkoop zal logischerwijs een positief effect hebben op o.a. de liquiditeits- en schuldpositie van de gemeente. Er zullen voor de geplande investeringen (gedeeltelijk) geen nieuwe leningen hoeven worden aangetrokken en dus verbetert de geprognotiseerde stadsschuld. Doordat er minder leningen worden aangetrokken zullen de huidige geprognotiseerde rentelasten in de begroting ook lager uitvallen. Dit voordeel is bij de huidige lage rentestand overigens aanmerkelijk lager dan het nadeel van het wegvallende dividend. Het is nu nog te vroeg om de voorliggende begroting op een eventuele verkoop opbrengst van Eneco aandelen aan te passen. Om overliquiditeit zo veel mogelijk te beperken, zullen wij de komende tijd behoedzaam zijn met het aangaan van nieuwe langlopende leningen totdat duidelijk is of en wanneer de verkoop gaat plaatsvinden. 155

157 Bedrijfsvoering 2018 Inleiding Deze bedrijfsvoeringsparagraaf geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. De focus ligt daarbij op de optimalisering bedrijfsvoering en de onderdelen daarvan welke in 2018 en verder in ontwikkeling zijn en waarvoor in de begroting middelen ter beschikking zijn gesteld. Informatievoorziening Coalitie akkoord: Dienstverlening: vooral digitaal. De opgaven voor Delft betekenen ook veranderingen in de dienstverlening. Beter communicatie vooraf inclusief gebruik van social media verbetert het draagvlak voor maatregelen en zorgt voor lagere kosten achteraf. Digitaal (mail, website) heeft de voorkeur. Delft zet in op open data waarmee anderen toepassingen kunnen ontwikkelen. Delft gaat nog meer samenwerken met andere instanties. Innovaties zoals Internet of Things, ideeën op het gebied van Smart Cities en machine learning bieden allerlei kansen voor gemeenten op het gebied van dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen 3. Onder invloed van dergelijke innovaties en technologische ontwikkelingen, zien we een aantal grote ontwikkelingen waarop we een antwoord moeten vinden. Transformatie naar gegevensmanagement Het informatielandschap verandert. Op het gebied van de techniek zelf zijn de begrenzingen steeds minder voelbaar. Daardoor is het veel eenvoudiger om grote hoeveelheden gegevens te produceren en aan elkaar te verbinden. De uitdaging wordt dan ook steeds meer om de weg te blijven vinden in het woud van gegevens en bronnen. Als gemeentelijke overheid maken we daardoor de transformatie van een hardware-georiënteerde informatievoorziening met een focus op applicaties en technieken naar een informatievoorziening en organisatie die zich richt op het beheren, borgen en uitwisselen van gegevens. Permanent in ontwikkeling Ontwikkelingen op het gebied van digitale toepassingen en informatietechnologie volgen elkaar zo snel op, dat het voor ons als overheid lastig is om bij te houden. Dit geldt voor kansen om onze dienstverlening te verbeteren, maar ook bedreigingen voor onze informatieveiligheid. Het speelveld is voortdurend in ontwikkeling en het is dan ook nooit af. De studiegroep Informatiesamenleving en overheid stelt daarom dat we zullen moeten accepteren dat onze informatievoorziening permanent bèta is 4. Open vs. Beschermen Omdat we als overheidsorganisaties steeds meer opereren in een netwerk van organisaties en instellingen, wordt informatie delen aan de ene kant en denken vanuit de wensen en behoeften van onze partners en klanten aan de andere kant steeds belangrijker. Onder invloed van technologische ontwikkelingen worden deze zaken gelukkig ook steeds eenvoudiger. Daar tegenover staat dat we als overheidsorganisatie ook een verantwoordelijkheid hebben om onze gegevens en die van onze burgers te beschermen tegen inbreuk en misbruik. Als gemeente staan we dus voor het dilemma tussen openheid en bescherming. Een dilemma dat steeds actueler wordt. Het spanningsveld tussen deze twee zaken moeten we steeds opnieuw evalueren en onderzoeken. Ook in de wetgeving zien we het spel tussen open en beschermen terug. Waar de Wet Open Overheid de openbaarheid van informatie stimuleert 5, richt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zich op het (beter) beschermen van gegevens in dit speelveld van samen organiseren en open informatievoorziening. Dit doet de wet door een Europa-brede versterking van de privacyrechten en verantwoordelijkheden van organisaties 6. 3 Zie: KING / ICTU (2016). Whitepaper bedrijfsvoering: strategische agenda voor publieke organisaties 2025 En Gemeente Utrecht i.s.m. KING (2017) disruptieve technologieën : 4 : Studiegroep informatiesamenleving en overheid (2017). Maak Waar! p

158 Samen doen Onder invloed van deze ontwikkelingen komen gemeenten steeds meer tot de conclusie dat het afzonderlijk bedenken en implementeren van oplossingen op het gebied van informatievoorziening niet houdbaar is. Zo heeft de VNG in november 2016 het voorstel Samen Organiseren aangenomen, waarin wordt uitgesproken dat gemeenten meer gaan standaardiseren en dat zij op het gebied van dienstverlening en informatievoorziening meer samen gaan werken. Dit betekent dat we steeds meer zullen moeten aansluiten bij landelijke en gemeentebrede afspraken over de inrichting van onze informatiestromen, maar ook dat het eenvoudiger wordt om informatie uit te wisselen over organisatiegrenzen heen. De Omgevingswet is een goed voorbeeld van een wet die zich richt op de noodzaak om onze dienstverlening en informatievoorziening meer gezamenlijk te organiseren. De Omgevingswet regelt dat burgers, bedrijven en overheden straks terecht kunnen bij één integraal digitaal loket voor (aan-) vragen en informatie: het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) 7. Dit betekent dat we nog meer dan voorheen met onze ketenpartners moeten samenwerken in het aanbieden van informatie en diensten. In gezamenlijkheid beschouwd, zorgen deze ontwikkelingen ervoor dat we de komende periode intensief werken aan onze informatievoorziening. Daarbij richten we ons op gegevensmanagement en digitalisering als randvoorwaarden voor een goede dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen. Daartoe is een visie en informatiestrategie in ontwikkeling, die binnenkort ter besluitvorming voorligt bij het college. In het vierde kwartaal van 2017 informeren we de gemeenteraad nader over de ontwikkelingen op het gebied van informatievoorziening en over de visie en informatiestrategie. Werken aan informatiebeveiliging en privacy Ook op het gebied van informatievoorziening en privacy zetten we de komende tijd belangrijke stappen. De organisatie is steeds meer afhankelijk geworden van digitale informatieverwerking en -voorziening. We zien op hoofdlijnen drie ontwikkelingen die voor risico s zorgen. Allereerst is de omvang en impact van externe bedreigingen van onze digitale omgeving fors toegenomen. Doorgebroken externe dreigingen, zoals aanvallen met ransomware, hebben grote impact op de gemeentelijke organisatie. Gegevens raken versleuteld en gaan soms verloren, er kan niet gewerkt worden in (geïnfecteerde) systemen en mappen en het kost veel tijd en capaciteit om de restanten op te ruimen. Daarnaast beschikt de gemeente over een toenemend aantal persoonsgegevens die onder strengere regelgeving moeten worden beheerd. Als derde noemen we hier de onduidelijkheid en onzekerheid ten aanzien van het delen van gegevens met derde partijen, door het ontbreken van actuele richtlijnen en afspraken hierover. Het beleid inzake informatiebeveiliging en privacybescherming gaat er van uit dat maatregelen riskbased en proportioneel zijn. Externe dreigingen worden continu gemonitord via de meldingen van de Informatiebeveiligingsdienst van de VNG, het Intrusion Prevention Systeem (IPS) dat 24/7 door een externe professionele partij wordt beheerd, en de eigen systemen van de gemeente. Interne dreigingen blijken uit incidenten, meldingen bij de Servicedesk en audits. Voor 2018 ligt de prioriteit op het gebied van informatiebeveiliging bij: Het verder implementeren van de BIG (Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten, gezamenlijk normenkader van de gemeenten voor goed ingerichte informatiebeveiliging) Eind 2017 wordt door een externe auditor een pre-audit uitgevoerd op de invoering van de BIG door Delft, om te zien hoe ver Delft staat met de invoering van de BIG. De resultaten van deze audit zijn leidend voor de verdere implementatie van de BIG. Urgent is het actualiseren van de richtlijnen voor het delen van gegevens met derden. Gegevensclassificatie implementeren Gegevensclassificatie is een belangrijk onderdeel van de BIG. De in 2017 uitgevoerde gegevensclassificatie moet ook leiden tot goed beheer van deze classificatie, waarbij eigenaarschap van gegevens een belangrijke rol speelt. Inzicht en kennis vanuit de gegevensclassificatie zijn essentieel voor een goede informatiebeveiliging en privacybescherming. Goede gegevensclassificatie maakt deel uit van de basis op orde. Versterken van de technische informatiebeveiliging

159 Op grond van het risicoprofiel is extra inzet nodig op technische informatiebeveiliging, met name met het oog op de externe dreigingen. Risicoanalyse uitbreiden De bedoeling is om individuele risicoanalyses van de voornaamste systemen uit te voeren. In 2018 worden twee pilots uitgevoerd. Horizontale en verticale verantwoording met ENSIA In 2017 wordt ENSIA voorbereid; een gecombineerde audit op Suwinet, DiGiD, BRP/PUN, BAG en BGT. In 2018 worden de resultaten hiervan via de planning- en controlcyclus (Jaarverslag 2017) gedeeld met de raad. Bij privacybescherming is er één prioriteit: op 25 mei 2018 moet de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn ingevoerd. Concreet betekent dit dat in 2018 de volgende onderwerpen prioriteit hebben: Register gegevensverwerkingen gereed en in beheer De AVG schrijft voor dat de gemeente moet bijhouden welke persoonsgegevens bewaard worden in de verschillende systemen (gegevensverwerkingen) en aan wie deze ter beschikking worden gesteld. Burgers hebben (onder voorwaarden) recht op inzage, op correctie en op verwijdering. Nota Privacybeleid gereed Beschrijft het privacybeleid en zijn kaders en normen, interpretatie van wettelijke kaders en voorstellen voor toetsing en handhaving van die kaders en normen. Bij dit traject hoort een voorlichtingscampagne. Instellen benodigde organisatie voor beheer, toetsing en handhaving van privacybeleid inclusief benoemen van de functionaris Gegevensbescherming Verder ontwikkelen van instrumentarium zoals PIA s (Privacy Impact Assessment) en methodiek voor privacy by design en privacy by default. Voorlichting en training wordt verder op het normale standaardniveau uitgevoerd. Incidentafhandeling, waaronder ook de meldplicht datalekken valt, is een reguliere activiteit met onvoorspelbaar capaciteitsbeslag. Vooraf kan niet worden ingeschat hoeveel incidenten zich zullen voordoen. Dat kan ten koste gaan van het realiseren van bovengenoemde beleidsmatige prioriteiten. In het kader van de planning- en controlcyclus zal periodiek worden gerapporteerd over incidenten die zich hebben voorgedaan. HRM bedrijfsvoering Coalitie akkoord: De gemeente zet de transformatie versterkt voort naar regiegemeente. Delft werkt aan een kleinere, slagvaardige organisatie die van buiten naar binnen werkt. Dat vraagt een nieuwe manier van werken. We gaan van een beleidsuitvoerende naar een netwerkende en ondernemende gemeente, die zich toelegt op het maken van toepasbaar beleid en op het behalen van beoogde maatschappelijke effecten (outcome). Uitvoering laten wij steeds meer over aan deskundige partners, die wij aanmoedigen deel te nemen aan de levering van publieke diensten. De gemeente schept randvoorwaarden, stimuleert, motiveert en durft los te laten. Delft maakt de beweging naar compacte overheid. We werken verder aan een compacte kernbezetting, waarbij de uitvoering waar mogelijk verzelfstandigd. Daarnaast zoeken we samenwerking met andere overheden, instellingen en ondernemers om taken effectief en efficiënt uit te voeren. Met het programma Strategische personeelsplanning ontwikkelen we scenario s voor de Delftse organisatie in 2020 en maken we strategische keuzes voor de toekomst. De ontwikkeling naar regiegemeente zal in 2018 een volgende fase ingaan. De doelen gesteld met regie Stadsbeheer zullen nagenoeg afgerond zijn. Daarbij komt voor een deel van de organisatie ontwikkelingen het accent te liggen op de nazorg/begeleiding van de partner (Begraven, Instituut Sociaal Raadslieden, Toegang en Parkeren) het zijn complexe processen waar zorgvuldigheid geboden is, die niet stoppen als de werkzaamheden over zijn gegaan. We passen bij al deze ontwikkelingen onze richtlijnen Sociale Plannen toe, die een basis zijn voor de uitgangspunten. Komende periode zullen de volgende onderdelen op afstand worden gezet: Begraven, Machinaal vegen, Transport, Riolering (kolkenzuiger), Binnen-buitensport accommodaties en speeltuin, Parkeren 2 e fase (vergunningverlening), ISR en Toegang. Naast de regie agenda is er een aantal grote organisatieontwikkelingen dat vooral de interne organisatie raakt: Omgevingswet, herijken visie op Dienstverlening en Delft Doet. 158

160 Aansluitend op de organisatieontwikkeling die binnen Delft met Delft Doet is ingezet, is er een hernieuwde visie op HRM ontwikkeld en op hoofdlijnen vastgesteld. Het doel is om de HRM instrumenten aan te laten sluiten bij de organisatieverandering, zodat alles wat we vanuit HRM ontwikkelen en implementeren bijdraagt aan het bereiken van de organisatiedoelstellingen. Duurzaam inzetbare medewerkers is het kernwoord van de hernieuwde visie. Binnen de vastgestelde HRM visie werken we in 2018 aan het goed op orde brengen van de basis met een vernieuwde visie per deelonderwerp. De deelonderwerpen zijn Strategische Organisatie- en Personeelsplanning, Leren en Ontwikkelen, Performance Management, (Strategisch) Gezondheids- en vitaliteitsmanagement, Werving, selectie en arbeidsmarktcommunicatie en Regionale HRM samenwerking. Omvang personeelsbestand De omvang van het personeelsbestand bedroeg per ,22 fte. Voor de komende jaren is de verwachting dat het personeelsbestand redelijk stabiel zal blijven, behoudens nieuwe taken en werkzaamheden die naar de gemeente toekomen waarvoor binnen de huidige organisatie nog geen of onvoldoende capaciteit beschikbaar is. Inhuur derden Deze ontwikkeling maakt ook dat flexibiliteit steeds belangrijk wordt. Het college rapporteert de raad hierover via de paragraaf Bedrijfsvoering. Voor externe inhuur wordt gekozen zodra de vraag naar capaciteit of kennis niet binnen de staande organisatie kan worden ingevuld. Delft werkt met de definitie externe inhuur zoals opgesteld dor het VNG/AO fonds, waardoor vergelijking met andere gemeenten en het landelijk gemiddelde mogelijk is. De externe inhuur lag in 2016 op 20% van de loonsom, boven het landelijk gemiddelde van 15% bij de gemeenten. Dit past bij de ontwikkeling naar een regiegemeente, waarbij niet alle taken in eigen beheer gehouden worden. Omdat het personeelsbestand sterker is afgenomen dan de stijging van de inhuur, is deze stijging ook relatief. In combinatie met de toenemende werkzaamheden waar we als gemeente voor staan, is de verwachting dat dit beeld voor de komende jaren niet zal veranderen, waarbij de verhouding tussen eigen personeel en inhuur gelijk blijft. Financiële bedrijfsvoering De financiële bedrijfsvoering is in 2017, op basis van het hiervoor opgestelde plan, verder geoptimaliseerd. Dit is gebeurd op basis van de organisatieprincipes, waaronder het waar mogelijk gebruik maken van zelforganisatie, zelfsturing, gestandaardiseerde systemen en werkprocessen en het aanbrengen van schaarste in ondersteuning door verschuiving van taken naar de lijn en de vergroting van selfservice. Dat houdt in dat de financiële functie waar mogelijk is gestandaardiseerd en gedigitaliseerd. Hierdoor zijn processen effectiever ingericht en is het voor de budgethouders en medewerkers mogelijk efficiënter te werken. Dit uit zich ook in steeds betere (digitale) managementinformatie. Tegelijk is de financiële functie versterkt door een heldere en scherpere rolverdeling tussen Financiën en Control. Ook de interne audit functie is versterkt, waardoor deskundig onderzoek plaatsvindt op kritische processen, transparantie, integriteit, risicobewustzijn en verantwoording binnen de organisatie. De resultaten hiervan worden gebruikt als basis voor het continue verbeteren van de interne beheersing, processen en prestaties. Doel is het continu optimaliseren van de bedrijfsvoering waarbij tevens kostenefficiency wordt bereikt. De optimalisering als apart project is in 2017 afgerond. De voordelen uitten zich inmiddels op verschillende manieren. De gemeente betaalt circa 95% van de facturen op tijd, waarvan het overgrote deel binnen 25 dagen. De financiële functie is efficiënter ingericht, waardoor vanaf 2018 rekening is gehouden met ruim voordeel in de begroting. De gemeente werkt inmiddels met een digitale begrotingsapp, waarmee de gemeentelijke begroting ook digitaal toegankelijk is voor de burger. De optimalisering zal in 2018 verder gaan, maar niet meer in projectvorm. Met het opstellen en implementeren van het organisatieplan voor de financiële functie is het project in de 2 e helft van 2017 afgerond en vanaf 2018 onderdeel van de reguliere organisatie. Op diverse onderdelen wordt, met name digitaal, verder geoptimaliseerd. Dit zal vooral plaatsvinden op de producten en onderliggende processen binnen de beleidscyclus (van begroting tot jaarrekening) en binnen de ondersteunende processen en systemen (zoals het uitvoeren van een update van het financiële systeem en het nog beter benutten en ontsluiten van de beschikbare systemen). 159

161 Juridische bedrijfsvoering De juridische bedrijfsvoering wordt verder verbeterd. De juridische bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor drie taken: juridisch advies, juridische control en het Rechtsbeschermingsbedrijf. Ten aanzien van deze drie taken wordt als volgt gewerkt aan een verdere verbetering. Juridisch advies is een ondersteunend proces. Daarom zal de juridische bedrijfsvoering, als het gaat om de wijze waarop zij haar producten levert aan de organisatie, nog beter gaan inspelen op de behoeften van de clusters (van buiten naar binnen organiseren). De juridische bedrijfsvoering wil er vooral voor zorgen dat zij proactief haar rol vervult bij juridische veranderingen met veel impact voor de gemeente, zoals de verzelfstandiging van uitvoerende taken en de implementatie van nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving (verzelfstandiging, Toegang, Omgevingswet, digitaal procederen, Verordening gegevensbescherming etc.). De gemeente wil juridisch in control zijn. Daarom adviseert de juridische bedrijfsvoering niet alleen gevraagd, maar ook ongevraagd over het beheersen van juridische risico s. Te allen tijde dient gewaarborgd te zijn dat juridische risico s tijdig in beeld zijn en dat hier tijdig op wordt geacteerd. Er wordt door de bedrijfsvoering hard gewerkt aan het verbeteren van het risicobeheersings- en controlesysteem van de organisatie en in dat kader wordt tevens de governance op juridisch gebied opnieuw tegen het licht gehouden. De gemeente maakt sinds 1 juli 2015 voor de bezwaarafhandeling gebruik van een zogenoemd gemengd model. Bepaalde categorieën bezwaarschriften worden, net zoals voorheen, via de Adviescommissie bezwaarschriftencommissie afgehandeld en bepaalde, in het Statuut ambtelijk horen aangewezen, categorieën bezwaarschriften kunnen ook via ambtelijk horen worden afgedaan. De secretarisfunctie is centraal belegd bij het Rechtsbeschermingsbedrijf. Bij zaken die via ambtelijk horen worden afgedaan, fungeert een medewerker van het Rechtsbeschermingsbedrijf als (onafhankelijke) voorzitter van de (interne) bezwaarschriftencommissie. Het gemengd model zal in het najaar van 2017 conform afspraak met de raad worden geëvalueerd. Audits en Interne Controle Op grond van art. 213a Gemeentewet verricht het college periodiek onderzoek naar de doelmatigheid van het door hem gevoerde bestuur. In de Financiële Verordening is vastgelegd dat het college bij de jaarstukken rapporteert over de onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid. De ambtelijke sturing op de audits ligt bij het Auditcomité onder voorzitterschap van de gemeentesecretaris. Doel van de audits is om grip te krijgen op de processen, zowel om in control te zijn als ook om te leren en verbeteren. Aanbevelingen uit audits worden opgevolgd in een verbeterplan. De uitvoering van deze verbeterplannen wordt gemonitord. Voor de uitvoering van de audits wordt jaarlijks een Auditprogramma opgesteld, waarin de voorgenomen onderzoeken kort worden beschreven. In 2017 zijn hiervoor zogenaamde oriëntatieonderzoeken uitgevoerd naar de onderwerpen subsidiebeleid en -uitvoering, ketenprocessen en de doelen uit het Bestuursprogramma Daarnaast zullen in 2018 audits worden uitgevoerd in het kader van wettelijke kwaliteitseisen voor de uitvoering van de taken op het gebied van Vergunningverlening, toezicht en handhaving en voor de uitvoering van archeologisch onderzoek. 160

162 Grondbeleid Grondbeleid en doelstellingen Het grondbeleid is één van de middelen die de gemeente tot haar beschikking heeft om (ruimtelijke) doelstellingen te kunnen realiseren. Het grondbeleid is daarmee ondersteunend aan de verschillende beleidsvelden. De ruimtelijke invulling is dus afhankelijk van de doelstellingen vanuit de verschillende beleidsvelden (bijvoorbeeld woondoelstellingen die gerealiseerd kunnen worden in de Spoorzone, onderwijshuisvesting). Gegeven deze doelstelling streeft de gemeente naar het optimaliseren van de financiële uitkomsten. De financiële uitkomsten zijn in deze jaarrekening opgenomen in het hoofdstuk 3. Leefbare stad onder de doelstelling Bereikbare en gastvrije stad. Uitvoering van de nota grondbeleid In 2017 is de Nota grondbeleid gemeente Delft vastgesteld door de Raad. In deze nota worden de kaders en uitgangspunten voor het grondbeleid van de gemeente Delft weergegeven. De gemeente kiest ervoor om situationeel grondbeleid te hanteren. De gemeente kan daarmee op verschillende manieren betrokken zijn bij de uitvoering van grondexploitaties: Actief en risicodragend, de gemeente treedt op als vervaardiger van bouwrijpe grond en verkoper daarvan. Voorwaarde voor deze rol is het hebben van een grondpositie. Een voorbeeld hiervan is het project Harnaschpolder Delft Woongebieden. De grondposities in Nieuw Delft zijn ook juridisch en economisch eigendom van de gemeente. Participerend en risicodragend, de gemeente faciliteert de planvorming en participeert in de ontwikkeling en de uitvoering. De uitvoering kan ondergebracht zijn in een zelfstandige juridische entiteit (voorbeeld Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone BV), waarin de gemeente risicodrager is. Faciliterend, de gemeente faciliteert de planvorming in haar hoedanigheid als overheid. De ontwikkeling en uitvoering wordt overgelaten aan een private partij. In deze situatie heeft de gemeente geen of geen noemenswaardige grondpositie. Voorbeelden hiervan zijn TU Noord en TU Midden en project Schieoevers. Informatievoorziening Jaarlijks wordt het document MeerjarenProgramma Grondontwikkeling (MPG) opgesteld. Dit document geeft inzicht in de te verwachten resultaten per exploitatie. In het MPG wordt tevens per plan ingegaan op de specifieke planrisico s. De in het MPG benoemde risico s zijn ook opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing en lopen derhalve mee in de bepaling van het weerstandsvermogen van de gemeente Delft. De financiële gegevens zoals opgenomen in deze paragraaf zijn ontleend aan het T-MPG welke gelijktijdig met de Najaarsrapportage is aangeboden. Naast het MPG wordt ook jaarlijks het Tussentijds MeerjarenProgramma Grondontwikkeling opgesteld. Hierin worden de afwijkingen en de stand van zaken ten opzichte van het vastgestelde MPG gerapporteerd. Uitgangspunten, risico s en onzekerheden in de waardering van de grondexploitaties Inherent aan de waardering van grondexploitaties is het gebruik maken van schattingen en veronderstellingen over de verwachte kosten en opbrengsten over een langere (project) periode. De waardering van de grondexploitaties in deze begroting is gebaseerd op inzichten die medio 2017 als meest reëel werden geacht ten aanzien van meerjarige planning/fasering, parameters (prijsontwikkeling en rente) en huidige marktprijzen. Wijzigingen in de economische situatie en scenario s hierin, maar ook toekomstige wijzigingen op projectniveau, kunnen een (grote) invloed hebben op de uiteindelijke resultaten van de verschillende grondexploitaties. Ook beleidsmatige keuzes van de gemeente over programma, ontwikkeltempo, ontwikkelvolgorde, kwaliteitsniveau etc. zijn bepalend voor het verwachte resultaat op de grondexploitaties en hiermee de waardering. In de huidige voortdurende onzekere situatie van de vastgoedmarkt wordt het risicoprofiel van de projectenportefeuille (nog steeds) voor het grootste deel bepaald door risico s in de sfeer van gronduitgifte. De markt laat een herstel zien, maar is daarnaast beweeglijk. Gelet op het belang van de grondexploitaties Harnaschpolder, Voorhof Noord-West en Buitenhof worden deze exploitaties eerst nader toegelicht. De actualisatie van deze exploitaties laat overigens een lichte verbetering zien ten opzichte van de 161

163 verwachtingen vorig jaar. Dat betekent dat op basis van de huidige inzichten de uiteindelijke verliezen licht afnemen en passen binnen de bandbreedtes zoals vorig jaar zijn becijferd. Gevolg is dat een klein bedrag op de verliesvoorziening vrijvalt. Harnaschpolder In de grondexploitatie Harnaschpolder bedraagt het aantal nog te realiseren woningen per medio woningen ten opzichte van in totaal circa woningen (looptijd tot 31 december 2019). Een belangrijke doelstelling van de Harnaschpolder is om te voorzien in het segment eensgezinswoningen in de middeldure en duurdere categorieën. Van de uitgifte heeft circa 80% betrekking op met ontwikkelaars gesloten ontwikkelovereenkomsten (bouwclaims). De overige uitgifte (circa 20%) betreft gemeentelijke kavels. De kavels voor particulier opdrachtgeverschap vallen hier ook onder. Op basis van de besluitvorming uit het MPG is de ontwikkelingsstrategie aangepast van een meer passieve strategie naar een actieve benadering, waarbij ingespeeld kan worden op het herstel dat zich aftekent in de woningmarkt. Bij deze strategie is destijds tevens de fasering van o.a. de appartementen en de vrije kavels geoptimaliseerd. Dit heeft geleid tot de realisatie van minder appartementen en meer grondgebonden woningen. Het afgelopen jaar is gebleken dat het herstel in de woningmarkt zich verder heeft versterkt. Mede hierdoor ziet de gemeente kans om de verwachte einddatum van het project met één jaar te versnellen; looptijd tot 31 december 2020 naar 31 december Gedurende het eerste half jaar blijkt dat er geen aanleiding is de strategie en planning aan te passen. De verwachte jaarlijkse uitgifte ziet er voor de komende jaren daarmee nog steeds als volgt uit: Voorhof Noord-West De Gemeente heeft in dit gebied overeenkomsten gesloten met ontwikkelaars om tot revitalisering van het bestaande winkel- en woongebied te komen. De verwachting is dat eind 2021 deze werkzaamheden zullen zijn afgerond. Gesprekken zijn gestart om de laatste Fase 2 van de Albert Heijn-locatie versneld te kunnen uitgeven. Dit kan resulteren in het eerder afsluiten van de grondexploitatie Voorhof Noord-West. In het MPG wordt een verdere balans opgemaakt. De ontwikkelaars realiseren in het gebied: Deelgebied Hovenpassage en de M.Nijhofflaan / Albert Heijnlocatie. Deelgebied Hovenpassage circa m²/bvo ( stuks) woningen, ca parkeerplaatsen en 200m² fietsenstallingen; m²/bvo winkels, horeca en dienstverlening (waarvan m²/bvo als verplaatsing/vervanging. M.Nijhofflaan / Albert Heijn-locatie Woningen (ruim 200 appartementen), ruim 500 parkeerplaatsen en circa m²/bvo winkelruimte. De gemeentelijk uit te geven grond is m² (Hovenpassage) en m² (Albert Heijn-locatie). Buitenhof Het programma bestond uit de realisatie van een nieuwe sporthal, starterswoningen, studentenwoningen en vrije sector huurwoningen. Het ontwikkelgebied is onderverdeeld in 3 bouwvelden: Veld A, B en C. Voor veld C is sprake van 1 multifunctioneel gebouw met een nieuwe sporthal en 88 studentenwoningen (gerealiseerd). In veld A is sprake van 52 koopwoningen variërend van beneden-bovenwoningen tot eengezinswoningen en een enkele studio (gerealiseerd). Voor veld B (de locatie van de oude sporthal) staan ruim 260 starterwoningen gepland. Het moment van uitgifte voor het nog resterende bouwveld B is nog in onderzoek. De eerste gesprekken zijn gestart met de projectontwikkelaar. 162

164 Parameters De in de calculaties gehanteerde parameters zijn weergegeven in onderstaande tabel: De bovenstaande parameters zijn gebaseerd op BBV-regelgeving en opgesteld conform de uitgangspunten in de nota Kaders en Uitgangspunten Grondbedrijf. Hieraan liggen externe bronnen ten grondslag. De kostenstijgingen zijn gebaseerd op gegevens van het CBS en CPB. De parameters zijn leidend voor alle projecten, maar er kan gefundeerd worden afgeweken. Zo is de opbrengstenstijging per project vastgesteld, omdat bijvoorbeeld reeds grondcontracten en/of recente makelaarsadviezen zijn opgesteld. Referentie verkopen uit bijvoorbeeld Harnaschpolder hebben mede doen besluiten dat afgeweken is van de NVM-index. Vanuit de NVM zijn te weinig transacties geweest om een representatief Index-cijfer op te stellen. Er is vervolgens gekozen om binnen de projecten aan te sluiten bij het CPI-cijfer voor opbrengstenstijging. Bij het opstellen van het MPG is gerekend met een percentage voor de omslagrente van 2,5%. Bij een herberekening van dit percentage is gebleken dat deze met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 sluit op 2,2%. De financiële gevolgen tot en met 2019 (afsluiting Harnaschpolder) zijn vrij neutraal. Na 2019 ontstaat er een nadeel vanwege het niet meer kunnen toerekenen van de rentelasten aan deze grex. Dit nadeel is meegenomen bij de programmabegroting Grondprijzen en effect op de resultaten Harnaschpolder De raming van de grondopbrengsten in het project Harnaschpolder is gebaseerd op de gesloten ontwikkelovereenkomsten, grondafnameovereenkomsten en marktinschattingen van makelaars over zowel de te realiseren Vrij-Op-Naam (VON)-prijzen als de grondprijs per m² voor de gemeentelijke kavels. Dit is vertaald naar ramingen van de te realiseren grondopbrengsten. De einddatum is gesteld op Dat is een versnelling van de planning met een jaar en daarmee een wijziging ten opzichte van het vorige MPG Ten opzichte van het MPG blijt de planning hetzelfde. In de berekening van het projectresultaat is rekening gehouden met een opbrengstontwikkeling van jaarlijks 1,6%. Dit percentage heeft enkel betrekking op contractueel nog niet overeengekomen grondopbrengsten. Dit is een inschatting op dit moment. Indien echter sprake is van een negatieve marktontwikkeling (prijsdaling) van jaarlijks 2%, is de Eindwaarde (EW) 0,3 miljoen slechter. Indien sprake is van snel marktsherstel (prijsstijging) van jaarlijks 5%, is de EW 0,3 miljoen beter. Omdat veel projectmatige bouwvelden reeds zijn uitgegeven en/of een grondcontract met de ontwikkelaars is afgesloten, hebben inflatiecorrecties steeds minder invloed op de gevoeligheid van de nog te realiseren grondopbrengsten. Voorhof Noord-West De ramingen van de opbrengsten in het project Voorhof Noord-West zijn gebaseerd op de met de ontwikkelaars gesloten overeenkomsten en gemaakte afspraken. Buitenhof De ramingen van de opbrengsten in het project Buitenhof zijn gebaseerd op de met de ontwikkelaar gesloten overeenkomsten en gemaakte afspraken. 163

165 Bandbreedte van de resultaten Ten opzichte van het MPG is de verwachting dat het eindwaarde saldo in dit T-MPG , vanwege de hercalculatie van de omslagrente, met circa zal muteren. Het uiteindelijke projectresultaat zal zich echter binnen een bepaalde bandbreedte begeven. Voor de bepaling van de omvang van de (verlies)voorziening wordt uitgegaan van de verwachte eindwaarden zoals opgenomen in onderstaande tabel. De bandbreedte waarin het projectresultaat vermoedelijk zal begeven blijkt uit onderstaande figuren. Figuur Bandbreedte van eindwaarde Harnaschpolder Bij het bepalen van de te vormen voorziening voor het verlies is bij het MPG uitgegaan van een eindwaarde saldo van 28,7 miljoen nadelig (eindwaarde 2019). Vanwege de hercalculatie van de omslagrente naar 2,2% muteert het eindwaarde saldo van de grondexploitatie positief tot een verwachte waarde van 28,4 miljoen nadelig (eindwaarde 2019). De resultaten zijn verwerkt in de begroting. 164

166 Figuur Bandbreedte van eindwaarde Voorhof Noord-West Bij het bepalen van de te vormen voorziening voor het verlies is bij het MPG uitgegaan van een eindwaarde van 0,48 miljoen nadelig (eindwaarde 2021). Vanwege de hercalculatie van de omslagrente naar 2,2% muteert het eindwaarde saldo van de grondexploitatie positief tot een verwachte waarde van 0,44 miljoen nadelig (eindwaarde 2021). De voorziening wordt naar aanleiding van deze mutatie aangepast. Het project Buitenhof, alsmede de grondexploitatie Bedrijfskavels sluiten met een positieve eindwaarde waardoor geen voorziening nodig is. Voor de grondexploitatie Bedrijfskavels wordt vanwege de verkoop van de laatste kavel in de Ypenburgse Poort gekeken of bij het MPG een gedeelte van het positieve resultaat reeds als winstneming genomen kan worden. Vennootschapsbelasting Met ingang van 1 januari 2016 is de wet vennootschapsbelasting ingevoerd voor ondernemingen van overheden. Het grondbedrijf kan ook kwalificeren als onderneming. Uit interne analyses blijkt dat het grondbedrijf zich vooralsnog niet kwalificeert als onderneming in fiscale zin. Een fiscale winst en vennootschapsbelasting is dan ook niet aan de orde. Deze kwalificatie wordt voorgelegd aan de belastingdienst. Aangezien de toekomstige waardeontwikkeling van de projecten ongewis is, blijft de fiscaliteit een onzekere factor. Ontwikkeling boekwaarde In onderstaande tabel is het verloop van de boekwaarde voor de actieve grondexploitaties gedurende het begrotingsjaar 2018 weergegeven. De geeft daarnaast inzicht in de nog resterende verminderingen en vermeerderingen. Voor verdere onderbouwing van de cijfers wordt verwezen naar het T-MPG Verloop boekwaarde en kosten/opbrengsten Boekwaardeverloop 2018 Resterend Projectresultaat Bedragen x per Kosten Opbrengsten 2019 Lasten Baten Contante waarde Eindwaarde winst / verlies Harnaschpolder Delft Woongebieden Verlies Voorhof Noord-West Verlies Buitenhof (omgeving Sporthal) Winst Overige kavels al dan niet bouwrijp Winst Totalen

167 Actieve grondexploitatie: Systematiek van winstneming Actieve grondexploitatie houdt in dat de gemeente gronden bouwrijp maakt en vervolgens verkoopt. Op het moment van verkoop (juridische levering) kan dus een resultaat worden verantwoord. De gemeente Delft heeft nog een aantal posities die bij verkoop een boekwinst kunnen genereren. Het betreft onder meer de volgende posities Kavel Kruisstraat Kavel Vulcanusweg Bedrijfskavels Tanthof en Ypenburgse Poort Locatie Buitenhof De opbrengst wordt pas gerealiseerd bij de juridische levering. In het financieel meerjarenperspectief is met deze verwachte winsten voorzichtigheidshalve nog geen rekening gehouden. Op dit moment is de verwachting dat de gemeente met deze vier posities circa 10,- miljoen boekwinst kan genereren. Actieve grondexploitatie: systematiek van verliesneming De uitvoering van de grondexploitatie kan ook verliesgevend zijn of gedurende de uitvoering door omstandigheden verliesgevend worden. Op basis van de ramingen (haalbaarheidsstudies of vastgestelde grondexploitaties) wordt het verwachte verlies afgedekt met een voorziening. De voorziening wordt gevormd op het moment van besluitvorming over het project of op het moment dat de verliezen niet meer voorkomen kunnen worden. Minimaal jaarlijks wordt de inschatting van het verwachte verlies gedetailleerd geactualiseerd. Deze actualisatie leidt dan tot bijstelling van de voorziening. Daarnaast wordt voor het t-mpg ook een verwachte indicatie afgegeven op basis van de bekende afwijkingen op dat moment. De gemeente Delft heeft twee grondexploitaties in uitvoering die naar verwachting met een nadelig resultaat zullen worden afgerond. Het betreft de grondexploitaties Harnaschpolder en Voorhof Noord- West. Voor de verwachte verliezen is een voorziening gevormd. De voorziening is gebaseerd op de verwachte basisuitkomst. Het werkelijke projectresultaat kan hiervan afwijken wat resulteert in aanvullende te treffen voorzieningen. Participerende grondexploitatie en/of deelnemingen De gemeente heeft alleen nog een belang in de Spoorzone en heeft daarmee een 100% belang in Het Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone BV (OBS). Hierdoor is de gemeente geheel verantwoordelijk voor het financiële tekort. Het OBS heeft een uitvoerende rol inzake het project Spoorzone / Nieuw Delft. De gemeente is ook de juridisch en economisch eigenaar van de grondpositie. De Spoorzone wordt nader toegelicht in de paragraaf Spoorzone. Weerstandsvermogen Uit de interne risicoanalyse blijkt dat de volgende factoren de hoogste impact kunnen hebben op het financiële resultaat van de grondexploitaties: - Risico als gevolg van het niet realiseren van het geprognosticeerde afzettempo waardoor extra financieringsrente en plankosten ontstaan; - Risico dat de geprognosticeerde woningtypen niet afzetbaar blijken en daardoor een lagere grondprijs wordt gerealiseerd of in het geheel niet; - Risico van afwijkende parameters zoals financieringsrente, kostenstijging en opbrengstenstijging; - Risico dat de kostenramingen, na verdere uitwerking en vertaling naar besteksniveau, niet volledig of ontoereikend zijn. Onderstaande tabel geeft inzicht in de huidige stand van de risicoanalyse per project. Stand risicoanalyse per project Maximale impact Bruto Impact Stand per Bedragen x Kans Risico Kans Risico Harnaschpolder Delft Woongebieden Voorhof Noord-West Buitenhof (omgeving Sporthal) Overige kavels al dan niet bouwrijp Totalen

168 De maximale impact van de risico s op alle projecten (risico minus kansen) is becijferd op: 9,3 miljoen nadelig. Ten opzichte van het MPG is dit een verbetering van circa 1 miljoen die is toe te rekenen aan het project Harnaschpolder. Dit bedrag bestaat voor 14,01 miljoen uit risico s en 4,71 miljoen uit kansen. Indien rekening wordt gehouden met de kans van optreden bedraagt de bruto impact 2,07 miljoen. Dit is ten opzichte van het MPG een verbetering van circa 0,3 miljoen. Dit bedrag bestaat voor 3,04 miljoen uit risico s en 0,97 miljoen uit kansen. Voor het project Harnaschpolder geldt aanvullend nog de gevoeligheid van de opbrengsten voor de inflatieontwikkeling. Overige projecten kennen contractuele afspraken over de grondprijs, echter heeft zich dat niet vertaald in een harde afnamedatum van deze gronden. Met deze risico s is in het gemeentelijke weerstandsvermogen rekening gehouden. Tot slot bezit de gemeente nog enkele kavels en grondposities die bij verkoop in de toekomst tot versterking van het eigen vermogen en de weerstandscapaciteit kunnen leiden. 167

169 Lokale heffingen Inleiding Deze paragraaf geeft een overzicht van de geraamde inkomsten en van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de lokale heffingen in Verder biedt de paragraaf een overzicht van de beleids- en tariefontwikkelingen, een opgave van de lokale lastendruk, informatie over de mate van kostendekkendheid van tarieven en informatie over het kwijtscheldingsbeleid. Lokale heffingen algemeen Lokale heffingen zijn verdeeld in heffingen met een gebonden of een ongebonden bestemming. Ongebonden lokale heffingen, zoals de onroerendezaakbelastingen (hierna: OZB), de precario-, reclame- en toeristenbelasting vallen onder de Algemene dekkingsmiddelen, omdat de besteding van de opbrengst niet is gebonden aan een bepaalde taak. Dat geldt wel voor de gebonden heffingen, zoals de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Deze vallen dan ook niet onder de Algemene dekkingsmiddelen. Voor de categorie rechten (zoals de leges) geldt dat deze maximaal voor 100% kostendekkend mogen zijn. Kenmerk van deze rechten is dat er een concreet product of dienst van de gemeente tegenover staat. De lokale heffingen zijn daarnaast te verdelen in woonlasten en overige heffingen. Woonlasten zijn: OZB op woningen en niet-woningen, Afvalstoffenheffing, rioolheffing. De overige heffingen die in 2018 in Delft worden toegepast zijn: reinigingsrecht, kadegelden, leges, parkeerbelastingen, precariobelasting, reclamebelasting, toeristenbelasting. Deze paragraaf gaat vooral over de woonlasten en biedt daarmee inzicht in de lastendruk voor inwoners en bedrijven. Het totaal van de tariefvoorstellen is uitgewerkt in het voorstel tot vaststelling van de afzonderlijke belastingverordeningen en de Legesverordening Sinds 2013 heeft de gemeente de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) en de heffing en inning van belastingen en een groot deel van de leges overgedragen aan de Regionale Belasting Groep (RBG). De RBG is een gemeenschappelijke regeling waaraan verschillende gemeenten en waterschappen deelnemen. Dit zijn het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, het hoogheemraadschap Delfland en de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Delft. De RBG is een zelfstandig orgaan volgens de Wet gemeenschappelijke regelingen met een algemeen en een dagelijks bestuur, samengesteld uit bestuurders van de deelnemers. De deelnemers dragen naar rato bij aan de kosten van de RBG. De RBG heeft met de deelnemers een prestatiecontract gesloten, waarin indicatoren voor het prestatieniveau zijn vastgelegd. 168

170 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving en beleid Nominale ontwikkeling Bij het opstellen van de begroting vindt aanpassing van de budgetten aan de trendmatige kostenontwikkelingen plaats om uit te komen op het prijspeilniveau van 2017, dit is de zogenaamde nominale ontwikkeling. Deze aanpassing van de begrotingsramingen zorgt voor behoud van de dienstverlening op het niveau van Deze effecten zijn onderdeel van het financieel meerjarenbeeld. Het stijgingspercentage voor gemeentelijke tarieven vanwege de nominale ontwikkeling is gekoppeld aan de Consumentenprijsindex (CPI) van het CPB. Voor 2018 is dit percentage 1,5 %. Overheadkosten Vanaf de begroting voor 2017 is met de wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een pakket veranderingen doorgevoerd dat bijdraagt aan betere sturingsmogelijkheden voor de raad en aan een betere vergelijkbaarheid tussen gemeenten onderling. Eén van de veranderingen betreft de kosten van de overhead. De definitie van overheadkosten in de regelgeving is als volgt: overheadkosten: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Om meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead voor de gehele organisatie is in de programmabegroting een apart overzicht opgenomen van de overheadkosten (taakveld 04). Bij de doelstellingen zijn de kosten opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces. Bij de berekening van de tarieven dienen de overheadkosten te worden toegerekend aan de taakvelden. De methode hiervoor is opgenomen in de Financiële verordening van de gemeente. De overheadkosten zijn te relateren aan de factor medewerkers (de mensen en wat zij nodig hebben om hun werk te doen) of aan de factor kapitaal, zoals noodzakelijke investeringen of uitbesteding van werk. Voor de verdeelsleutel is gekozen voor de factor met de grootste impact op het taakveld. Dit betekent dat de overhead voor de taakvelden afval en riolering is toegerekend naar financiële omvang en voor de overige taakvelden naar personele omvang, omdat daar de factor medewerkers overwegend bepalend is voor de omvang van de overhead. Precariobelasting op ondergrondse netwerken voor nutsvoorziening Voor precario op kabels en leidingen is met ingang van 2017 door de RBG een aanslag opgelegd aan de nutsbedrijven Stedin en Evides. Stedin heeft formeel bezwaar gemaakt onder aanvulling van gronden, wat wil zeggen dat later een inhoudelijke invulling van het bezwaar volgt. De RBG houdt in afwachting daarvan de afhandeling van het bezwaar op dit moment aan. Conform de wettelijke overgangsregeling zullen tot en met 2021 ieder jaar aanslagen ter hoogte van 2 miljoen worden opgelegd. Vanaf 2022 is er een wettelijk verbod en ontvangt de gemeente Delft dus geen precariobaten meer voor deze netwerken. Het gaat dus om een meerjarig incidentele baat van 2 miljoen die vanaf 2018 aan de begroting is toegevoegd tot Hondenbelasting In het meerjarenoverzicht bij de Programmabegroting is een geraamde opbrengst hondenbelasting van opgenomen. In 2016 is besloten de invoering van de hondenbelasting een jaar uit te stellen. In het kader van lastenverlichting heeft het college in de Kadernota 2017 het voorstel opgenomen om geheel af te zien van het invoeren van hondenbelasting. Verzelfstandigingen parkeertaken en exploitatie begraafplaatsen In 2017 zijn twee trajecten tot verzelfstandiging gestart die bij afronding een effect zullen hebben op de gemeentelijke heffingen. De overdracht van parkeertaken aan Parkeren Delft heeft tot gevolg dat heffing, inning en bezwaar en beroep inzake de parkeerbelasting naar verwachting vanaf 2018 verdwijnen uit het pakket van de RBG. Parkeren Delft zal daarna als opdrachtgever gaan fungeren voor dit takenpakket. De voorgenomen verzelfstandiging van de exploitatie van de begraafplaatsen voorziet in een concessie aan De Laatste Eer vanaf 2018, waarvan het vaststellen van de tarieven deel uitmaakt. Deze tarieven vervangen daarmee de lijkbezorgingsrechten zoals de RBG die heft, waarmee ook deze taken uit het RBG pakket verdwijnen bij afronding van dit traject. 169

171 Geraamde inkomsten Hieronder is opgenomen het overzicht van de werkelijke inkomsten in 2016 en de geraamde inkomsten voor 2017 en Geraamde inkomsten Bedragen x Belastingsoort Werkelijk 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Woonlastenheffingen OZB* Afvalstoffenheffing (voor aftrek kwijtschelding) Rioolheffingen (voor aftrek kwijtschelding) Overige heffingen Reinigingsrechten Kadegelden + precario haven Leges omgevingsvergunningen Overige Leges Lijkbezorgingsrechten** Parkeerbelastingen Reclamebelasting Precariobelasting Toeristenbelasting Totaal * De opbrengst OZB is inclusief opbrengst voor het ondernemersfonds ** Bij deze raming is het effect van de privatisering exploitatie begraafplaatsen niet verdisconteerd Bij de geraamde opbrengst van de OZB is het effect van de lastenverlichting (zie hieronder) zichtbaar. Bij de overige leges is sprake van een lagere opbrengst omdat rekening is gehouden met een terugloop in het aantal aangevraagde reisdocumenten vanwege de verlenging van de geldigheidsduur van 5 naar 10 jaar vanaf De raming voor de precariobelasting laat de toevoeging zien van de 2 miljoen opbrengst van de belasting op kabels en leidingen van ondergrondse netwerken. In de tabel is nog geen rekening gehouden met een eventuele overdracht van de exploitatie van de begraafplaatsen aan De Laatste Eer, omdat de besluitvorming hierover nog niet is afgerond. Bij overdracht zal de geraamde opbrengst aan lijkbezorgingsrechten vervallen. Voor de parkeerbelasting geldt dat deze opbrengst als zodanig in stand blijft, ook bij overdracht van taken aan Parkeren Delft. Woonlasten: OZB, rioolheffing, afvalstoffenheffing Onder woonlasten verstaat men het totaal van OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. In de woonlastenmonitor 2017 van 38 grote gemeenten van COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) staat Delft op de bovenste plaats voor wat betreft de hoogte van de totale woonlasten. De woonlasten in Delft zijn in 2017 met 1,1% gestegen. De positie van Delft bij de afzonderlijke componenten van de woonlasten is bij de OZB plaats 15, bij de afvalstoffenheffing plaats 2, en bij de rioolheffing plaats 7, waarbij geldt hoe hoger de positie, hoe hoger de lasten. Het college heeft in de Kadernota 2017 maatregelen voor lastenverlichting op de OZB opgenomen. Onderstaande verzameltabel geeft weer de geraamde opbrengsten per woonlastencomponent weer. De vervolgtekst geeft een toelichting op de afzonderlijke componenten. bedragen x Nominale 2017 % ontwikkeling Overige ontwikkelingen Areaal Raming 2018 Woonlastengebonden tarieven: OZB* ,0% Afvalstoffenheffing** ,5% Rioolrechten*** ,5% ,7% Bijdrage ondernemingsfonds**** ,0% * Inclusief Ondernemersfonds en areaaluitbreiding OZB (o.b.v. opgave RBG) ** Betreft bruto-opbrengst (exclusief kwijtschelding) *** Bij overige ontwikkelingen is een correctie verwerkt o.b.v. nacalculatie van een eerder ingeboekte opbrengst nieuw areaal **** 8,22% van de OZB niet-woningen 170

172 OZB: opbrengst en lastenverlichting, tarieven en overige aspecten Voor de OZB is het voorstel verwerkt om een verlaging van de geraamde opbrengst door te voeren die uitvoering geeft aan de motie OZB verlaging in balans met investeringen. Deze motie vraagt om de OZB te verlagen naar het niveau van 2014, dat is 113% van het landelijk gemiddelde. Daar bovenop wordt het niveau van de OZB extra verlaagd naar 112% van het landelijk gemiddelde in Daarmee is na de tariefstijgingen in de Programmabegroting (128% landelijk gemiddelde) en de Programmabegroting (131% landelijk gemiddelde) nu sprake van een substantiële daling. Voor de verlaging van de OZB wordt 1,2 miljoen uit de financiële ruimte in het meerjarenbeeld ingezet. Deze bestaat uit twee componenten: Component lastenverlichting x Afzien indexering -218 Verlaging opbrengst -986 Totaal De OZB tarieven worden berekend aan de hand van de totale WOZ waarden op de wettelijke peildatum van het bestaand areaal. Hierbij is de geraamde opbrengst leidend, de tarieven worden zo bepaald dat de geraamde opbrengst rekenkundig wordt gerealiseerd. De uitvoering van de WOZ is door Delft overgedragen aan de RBG. De RBG levert in oktober een definitieve prognose van de totale waarden van de WOZ objecten op de peildatum. De gemeente heeft geen invloed op de waarderingen. Vanaf 2018 is vanwege recente jurisprudentie een verplichte aanpassing van de waardering van objecten die (gedeeltelijk) zijn gelegen op een waterverdedigingswerk (zoals een dijk) van toepassing. Naar verwachting zal de WOZ waarde van deze objecten hierdoor lager worden dan de marktwaarde. Het effect op de totale waardering is nog niet vast te stellen. Bij verwerking van de definitieve prognose van de WOZ waarden zal naar verwachting een voorstel voor een 1 e wijziging van de OZB verordening noodzakelijk zijn voor de tariefaanpassing die nodig is om de geraamde opbrengst te realiseren. Op basis van de huidige prognose is het voorstel om de ozb tarieven vast te stellen op: - woningen eigenaar: 0,14069% - niet-woningen eigenaar: 0,28046% - niet-woningen gebruiker: 0,22458% Zoals hierboven gesteld zal waarschijnlijk een bijstelling volgen bij de 1 e wijziging van de OZB verordening naar aanleiding van de definitieve prognose van de WOZ waarden, later dit jaar. De effecten hiervan op de gemiddelde aanslag per huishouden zijn gebaseerd op een inschatting van de ontwikkeling van de gemiddelde woningwaarde in In de onderstaande tabel is voor 2017 een gemiddelde woningwaarde van gehanteerd. Voor 2018 is deze geïndexeerd met 6%, conform de opgave van de Waarderingskamer, tot Tabel: ontwikkeling gemiddelde aanslag Aanslag OZB eigenaar (o.b.v. verordening) Stijging/daling Tarief t.o.v. landelijk gemiddelde (COELO) 113% 117% 128% 131% 112% De tarieven zijn bepaald op basis van het bestaande areaal aan WOZ objecten. Met de RBG is afgesproken dat naast de prognose op de waardeontwikkeling bij het bestaand areaal ook jaarlijks een opgave wordt gedaan van de waarde van het nieuw ontstane areaal voor het betreffende jaar. Hieruit ontstaat een meeropbrengst in de begroting. Deze wordt in de totale geraamde opbrengst opgenomen als component nieuw areaal. De toevoeging aan de opbrengsten heeft geen gevolgen voor de hoogte van het tarief. Om de geraamde opbrengst te kunnen realiseren is het gebruikelijk bij de tariefstelling rekening te houden met een voorziening voor de, op ervaringscijfers gebaseerde non-realisatie door oninbaarheid, leegstand en vermindering na bezwaar. De RBG biedt jaarlijks een actualisering van de percentages op basis van het afgelopen heffingsjaar. Op de OZB tarieven voor niet-woningen (voor gebruikers en eigenaren) geldt een toeslag ten gunste van het Ondernemersfonds. Het beheer van dit fonds ligt bij de 8 Omdat het gemiddelde niveau in 2018 nog niet bekend is, is een aanname gedaan voor de indexering van het landelijk gemiddelde (1%). 171

173 ondernemers. Een evaluatie van het Ondernemersfonds heeft plaatsgevonden in het najaar van Naar aanleiding hiervan is de looptijd van de regeling met zes jaar verlengd. Het geraamde bedrag Ondernemersfonds voor 2018 is Voor panden waar door leegstand geen gebruiker is kan geen gebruikersbelasting worden opgelegd. Daarom wordt bij de OZB jaarlijks een opslagpercentage bepaald voor leegstand bij niet-woningen. Dit betekent dat de gederfde inkomsten worden gecompenseerd door een over de verschillende tarieven verdeelde opslag. In de Kadernota 2017 is aangekondigd om 1) in overleg met de RBG nader te bezien of het haalbaar is de controle op leegstand aan te scherpen en zo de opslag voor leegstand in de OZB te verlagen en 2) een quick scan uit te voeren naar het zogenaamde Rijswijkse model (het op nul stellen van de gebruikersbelasting voor niet-woningen en de geraamde opbrengst toevoegen aan het eigenarengedeelte). Uit het onderzoek naar beide mogelijkheden zijn de volgende conclusies gekomen: 1. De RBG adviseert geen extra onderzoek te doen naar leegstand; het levert naar verwachting onvoldoende op. Extra controles zijn arbeidsintensief en de bewijslast om leegstand afdoende aan te tonen is ingewikkeld. Een dergelijke werkwijze zal meer uitvoeringskosten opleveren dan (extra) opbrengsten. Het college neemt dit advies over. Dus geen verscherping van controle op leegstand en ongewijzigd beleid op de nu gehanteerde opslag. Dit wordt ook ingegeven door de eisen die de provincie als toezichthouder stelt aan de begroting op het gebied van volledigheid, realistisch karakter en haalbaarheid). 2. Uit de quick scan is naar voren gekomen dat het Rijswijks model een aantal nadelen en onzekerheden heeft die maken dat invoer af te raden is, te weten: - Het veronderstelde dempende effect op leegstand is niet aantoonbaar. Er zijn meer factoren die van invloed zijn op leegstand zoals de conjunctuur, concurrentie, winstverwachtingen en de arbeidsmarkt. - Om te rechtvaardigen dat het huidige beleid op dit punt aangepast wordt en het Rijswijkse model overgenomen wordt, is het van belang dat de mate van leegstand van nietwoningen in Delft hier aanleiding toe geeft. Dit is op dit moment niet het geval. Uit de Lokale Monitor 2017 van het MKB blijkt dat Delft van 36 onderzochte gemeenten in Nederland de laagste leegstand aan winkelvloeroppervlak heeft. 9 - Het Rijswijks model doorkruist de opzet van het Ondernemersfonds. Hierin dragen alle belastingplichtigen van de niet-woningen bij aan het Ondernemersfonds via een opslag op de OZB. Als de OZB niet-woningen alleen wordt opgelegd bij de eigenaren, vullen deze ook als enigen het Ondernemersfonds en gaan de gebruikers meeprofiteren zonder te betalen. Dit is alleen te voorkomen met een ingrijpende wijziging van de financiering van het Ondernemersfonds. - De uitvoering wordt niet eenvoudiger met het Rijswijkse model: in Delft ontvangen de belastingplichtigen een gecombineerde aanslag voor waterschaps- en gemeentelijke heffingen. Door invoering zal het aantal aanslagen naar verwachting dus niet afnemen. - Op het moment dat eigenaren ook het gebruikersdeel opgelegd krijgen, zullen zij in het geval dat zij een huurder hebben het gebruikersdeel aan de huurder willen doorberekenen. De mogelijkheid voor eigenaren om het gebruikersdeel door te berekenen aan hun gebruikers is echter beperkt: de standaard huurtermijn voor bedrijfspanden is vijf jaar waarin de mogelijkheden om tussentijds de huurprijs aan te passen nagenoeg ontbreken. Bovendien kan regionaal gezien de aanpassing na het aflopen van de huurtermijn juist als prijsopdrijving worden ervaren door potentiele huurders, wat leegstand juist kan bevorderen. - Een rol voor de gemeente is niet vanzelfsprekend. De markt werkt vooral regionaal en reageert ook op andere manieren op leegstand, bijvoorbeeld met kortdurende verhuur en herbestemming en transformatie van incourante bedrijfsruimte naar een woonbestemming. Op basis van deze conclusies zijn door het college geen aanvullende voorstellen geformuleerd over dit onderwerp. 9 Te vinden op 172

174 Afvalstoffenheffing Onder de afvalstoffenheffing vallen alle kosten en inkomsten welke gerelateerd zijn aan de afvalinzameling en verwerking. De afvalinzameling wordt uitgevoerd door de gemeenschappelijke regeling Avalex. Verdeling kosten In het product reiniging zijn de kosten opgenomen voor de DVO Avalex, de inzameling van kringloopgoederen, administratie en toezicht alsmede beleid en beheer. Ook een deel van de veegkosten ( 0,8 miljoen, 40%),wordt binnen dit product verantwoord. Buiten het product Reiniging zijn er nog kosten aan BTW ( 1,68 miljoen) en overhead ( 0,3 miljoen) die aan de afvalstoffenheffing worden toegerekend. Het totaal van deze kosten, 15,18 miljoen, is wat aan afvalstoffenheffing mag worden doorberekend. Het tarief mag maximaal kostendekkend zijn. Het geheel van reiniging is een gesloten circuit: de inkomsten mogen alleen besteed worden aan de uitvoering van de reinigingstaak. Hiervoor bestaat de reserve Reiniging waarmee over of onderbestedingen worden verrekend. De inkomsten bestaan uit de heffingen en de vergoeding voor de inzameling en verwerking van grondstoffen zoals PMD en de vergoeding voor zwerfafval. Het basis uitgangspunt is dat de Reiniging volledig kostendekkend is. Hiervan is met ingang van 2017 afgeweken. In 2018 wordt het tarief alleen gecorrigeerd met de CPI index. Hiermee komen de inkomsten uit de heffing en vergoedingen op 14,76 miljoen. Het resterende tekort (sluitpost 0,41 miljoen) wordt bij de jaarrekening afgerekend met de reserve Reiniging. Indien de reserve ontoereikend is, wordt afgerekend met de Algemene middelen. 173

175 Het dekkingspercentage (exclusief bijdrage uit de Algemene middelen) is 97%. Voor de Afvalstoffenheffing is in de Kadernota 2017 aangekondigd nader te onderzoeken of sprake is van een onevenredige verdeling tussen het tarief voor éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens, of aanpassing van de tarifering aan de gewijzigde bevolkingsopbouw en gezinssamenstelling gewenst is en wat het effect is van een geleidelijke verhoging van het tarief voor éénpersoonshuishoudens ten gunste van een verlaging van het tarief voor meerpersoonshuishoudens. Uitgangspunt hierbij is dat de totale inkomsten van de afvalstoffenheffing stijgen met de indexatie van 1,5% (CPI) en dat een eventuele herverdeling tussen één- en meerpersoonshuishoudens geen effect heeft op het meerjarenbeeld van de begroting. Het onderzoek bij 40 gemeenten heeft het volgende opgeleverd: - het verschil tussen de tarieven ligt ruim boven het gemiddelde van de vergeleken gemeenten. Het tarief voor meerpersoonshuishoudens is in Delft 57% hoger dan het tarief voor een éénpersoonshuishouden. Gemiddeld is dit verschil ca. 33%. Overigens zijn er gemeenten waar het verschil nog groter is. - Het relatief hoge meerpersoonstarief telt mee in de COELO-ranglijst van de woonlasten. - Er zijn ook gemeenten met drie tarieven: éénpersoons, tweepersoons en meerpersoons (bijv. Den Haag, Leiden, Hilversum en Rijswijk). Een enkele gemeente hanteert zelfs vier tarieven. COELO hanteert veelal het hoogste tarief voor het overzicht van woonlasten. Voor een aanpassing van de tarieven is meer informatie benodigd over de kosten per huishouden, de verdeling van de kosten en de ontwikkeling in de aantallen en verhouding van huishoudens. Een nader onderzoek hiernaar wordt gestart. De uitkomsten van het onderzoek nemen we op in de Kaderbrief Rioolheffing Binnen de rioolheffing zijn de kosten opgenomen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de zorgplichttaken voor afval-, hemel- en grondwater. In totaal verwachten we ca. 11 miljoen aan kosten te maken. Verdeling kosten De kosten binnen het product Riolering omvatten de kosten voor vervangingsinvesteringen, onderhoud, administratie en beheer en beleid. Ook de aanleg van drainage ter voorkoming van te hoge grondwaterstanden wordt hierin meegenomen. Binnen dit product wordt ook een deel van de veegkosten verantwoord. Dit is ca. 0,4 miljoen, ca. 20% van het totaal aan veegkosten. Buiten het product Riolering zijn er nog kosten voor BTW ( 0,71 miljoen) en overhead ( 0,93 miljoen) die aan de 174

176 rioolheffing worden toegerekend. Op basis van het investeringsvolume kan een hoger BTW bedrag worden toegerekend. De BTW component is vastgesteld op het niveau waarmee ten tijde van de instelling van het BTW- CompensatieFonds (BCF) geen nadelig effect op de gemeentelijke begroting ontstond. Wordt een hoger percentage doorberekend dan heeft dit een stijging van het tarief tot gevolg. Hiervoor is niet gekozen. Het totaal van deze kosten is wat aan rioolheffing mag worden doorberekend. Het tarief mag maximaal kostendekkend zijn. Het geheel van riolering is een gesloten circuit: de inkomsten mogen alleen besteed worden aan de uitvoering van de rioleringstaak. Hiervoor bestaat de reserve Riolering waarmee over of onderbestedingen worden verrekend. Door een achterstand in de uitvoering van werkzaamheden in voorgaande jaren is het saldo van de reserve opgelopen. In 2017 is begonnen met een inhaalslag om deze achterstand weg te werken. Het uitgangspunt is dat de riolering volledig kostendekkend is. In 2018 wordt het tarief gecorrigeerd met de CPI index. Hiermee komen de inkomsten op 11 miljoen. Het dekkingspercentage van de rioolheffing komt hiermee op 100%. Leges Voor de rechten en leges geldt de wettelijke eis dat de tarieven zo worden vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet hoger zijn dan de geraamde lasten. De tarieven voor de 175

177 gemeentelijke dienstverlening mogen dus niet meer dan 100% kostendekkend zijn. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs of een reisdocument (paspoort of identiteitsbewijs) geldt een landelijk vastgesteld maximumtarief. Vanaf maart 2014 zijn de reisdocumenten 10 jaar geldig in plaats van 5 jaar. Deze wijziging zal leiden tot een daling van de opbrengst aan leges voor de verstrekking van reisdocumenten. Met name in de periode van is een sterke mate van vraaguitval voorzienbaar. De vraag zal in deze periode naar verwachting vrijwel uitsluitend bestaan uit vervanging bij vermissing en eerste aanvragen, dit is ongeveer 10% van de reguliere vraag. De voorziene uitval in de vraag heeft geleid tot verlaging van de geraamde legesopbrengsten in het meerjarenbeeld. Toelichting overige heffingen (niet-woonlasten) voor 2018 De overige heffingen worden in principe verhoogd met het indexeringspercentage van 1,5%. Eventuele afwijkingen worden toegelicht in het voorstel tot vaststelling van de belastingverordeningen Tarief ontwikkeling bij de woonlasten De ontwikkeling van de tarieven OZB, afvalstoffenheffing, reinigingsrecht en rioolheffing is in onderstaande tabellen weergegeven voor de belastingjaren 2014 t/m Tabel: tariefontwikkeling ozb Onroerendezaakbelastingen woningen niet-woningen jaar eigenaren stijging eigenaren gebruikers stijging ,13759% 8,44% 0,26399% 0,21141% 8,82% ,14377% 4,49% 0,27310% 0,21871% 3,45% ,15500% 7,81% 0,29442% 0,23580% 7,81% ,15452% -0,31% 0,29351% 0,23502% -0,31% ,14069% -8,95% 0,28046% 0,22458% -4,45% * De tarieven van voor 2018 zijn aangepast naar de hoogte zoals vastgesteld bij de 1e w ijziging ten behoeve van een correcte vergelijking Voor de tarieven voor 2018 zal naar verwachting nog een wijzigingsvoorstel worden aangeboden naar aanleiding van de definitieve prognose van de waardeontwikkeling door de RBG. Tabel: tariefontwikkeling reinigingsheffingen Reinigingsheffingen Tabel: tariefontwikkeling rioolheffingen l e > Afvalstoffenheffing Reinigingsrechten Meer persoons- Een persoons- stijging niet-woning stijging jaar huishouden huishouden ,25 206,35 2,00% 371,75 2,00% ,10 209,45 1,50% 377,33 1,50% ,95 216,35 3,30% 389,80 3,30% ,70 218,75 1,10% 394,10 1,10% ,85 222,05 1,50% 400,00 1,50% Rioolheffingen Afvoerrecht/heffing per m3 Aansluitrecht/heffing jaar <= 500 >500 > stijging eigenaren stijging ,15 0,47 0,17 4,20% 142,90 4,20% ,43 0,53 0,19 13,15% 161,90 13,15% ,97 0,55 0,20 3,40% 167,40 3,40% ,49 0,56 0,20 1,10% 169,24 1,10% ,20 0,57 0,21 1,50% 171,78 1,50% Lastendruk belastingjaar 2018 Huishoudens In onderstaande grafiek zijn de lokale lasten voor 2018 getoond voor vier basistypen huishoudens, uitgaande van een gemiddelde WOZ-waarde voor een woning in Delft. Een gezin met een woning in eigendom met een waarde van Een gezin dat een woning huurt. Een alleenstaande met een woning in eigendom met een waarde van

178 Een alleenstaande die een woning huurt. Het CBS stelt de gemiddelde woningwaarde per twee jaar vast. Hierop is de jaarlijkse indexatie volgens de meest recente opgave van de Waarderingskamer toegepast, zijnde 6%. Grafiek: Lokale lasten per huishouden in 2018 Bedrijven De volgende grafiek geeft de lokale lasten 2018 weer voor een ondernemer met een kantoor/ winkelpand. Door een WOZ-waarde van te gebruiken is het verschil te zien in het te betalen bedrag voor een bedrijf ten opzichte van een huishouden. 10 Een bedrijf met een kantoor/winkelpand in eigendom met een waarde van Een bedrijf dat een kantoor/winkelpand huurt. Grafiek: Lokale lasten bedrijven in 2018 Vergelijking met gemeenten in de regio (2017) De lokale lasten van Delft zijn in de onderstaande grafiek vergeleken met die van andere gemeenten in de regio en met het landelijk gemiddelde. Ook zijn de lokale lasten van Leiden toegevoegd, omdat dit een stad is van vergelijkbare grootte met eveneens een universiteit en een historisch centrum. Het betreft hier overigens een vergelijking van de lasten in 2017 omdat de tarieven voor 2018 nog niet bekend zijn. 10 Het CBS kent ook geen gemiddelde waarde voor niet-woningen. 177

179 Woonlastenvergelijking per huishouden in andere gemeenten in 2017 De grafiek hieronder laat de vergelijking zien van de woonlasten voor éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens in verschillende gemeenten in Onder de woonlasten wordt in dit verband verstaan: het bedrag dat een huishouden in een gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing op basis van de gemiddelde woningwaarde in de gemeente. Grafiek: woonlastenvergelijking totaal huishoudens regio Eén Meer - Bron: COELO+CBS Delft Pijnacker-N. Midden Delfland Zoetermeer Westland Leiden NL gemiddeld Woonlastenvergelijking per component in andere gemeenten in 2017 De onderstaande grafiek geeft weer de verdeling over de componenten OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing, als onderdeel van de totale woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in de verschillende gemeenten in Grafiek: woonlastenvergelijking huishoudens regio 2017 per component 100% 90% 80% 216,73 238,44 227,64 102,48 230,38 124,80 163,00 70% 60% 50% 342,70 304,44 318,00 264,55 213,84 280,20 277,00 riool 40% afval 30% 20% 10% 278,14 289,34 337,40 347,03 311,92 355,24 237,00 ozb 0% Delft 838 Pijn-N. 832 M-Delfland 883 Zoetermeer 714 Westland 756 Leiden 760 NL gem. 677 Bron: COELO+CBS Overzicht tarieven met maximale kostendekkendheid van 100% De gemeentelijke heffingen zijn te verdelen in belastingen en retributies. De belastingen zijn algemeen en niet gebonden aan een wettelijke opbrengstlimiet. De retributies zijn de tegenprestatie voor een concrete dienst die op verzoek door de gemeente is verricht. Hiervoor geldt een wettelijk verbod op het maken van winst, de opbrengsten mogen dus maximaal 100% kostendekkend zijn. Voor deze heffingen, met de zogenaamde opbrengstlimiet, is hieronder een overzicht van het percentage van kostendekkendheid opgenomen. Hierbij geldt dat bij een percentage van onder de 100% niet alle geraamde kosten worden gedekt uit de geraamde opbrengsten, daarboven is sprake van een mogelijke meeropbrengst. De betreffende heffingen zijn: - Rioolrecht 178

180 - Afvalstoffenheffing - Leges - Kadegelden. Toe te rekenen kosten Bij de kostendekkendheid is allereerst van belang welke kosten toerekenbaar zijn aan de tarieven: Directe kosten: dit zijn kosten voor de activiteiten die in een meer dan zijdelings verband staan met de geleverde dienst, zoals: - directe loonkosten - directe materiaalkosten - perceptiekosten (kosten heffen en invorderen) - kosten oninbaarheid - kosten kwijtschelding - BTW kosten - voorlichtingskosten, voor zover niet samenhangend met beleidsvoorbereiding en beleidsvaststelling - kosten met betrekking tot handhaving, toezicht en controle mits het hier de eerste controle op het nakomen van vergunningsverlening betreft of specifiek samenhangt met de verleende dienst zoals de milieucontrole bij afvalstoffenheffing. Indirecte kosten: dit zijn de overheadkosten, dus alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Deze kosten zijn verzameld op taakveld 04 en zijn toerekenbaar aan de tarieven. Niet toerekenbare kosten zijn: - kosten voor beleidsvoorbereiding - kosten met betrekking tot handhaving, toezicht en controle, tenzij het om de bij toerekenbare kosten genoemde uitzonderingen gaat - kosten van inspraak- en bezwaarprocedures. Toerekening overheadkosten Als gevolg van het vernieuwde BBV wordt de overhead apart gepresenteerd in de begroting. De overheadkosten zijn te relateren aan de factor medewerkers (de mensen en wat zij nodig hebben om hun werk te doen) of aan de factor kapitaal, zoals noodzakelijke investeringen of uitbesteding van werk. Voor de verdeelsleutel is gekozen voor de factor met de grootste impact op het taakveld. Dit betekent dat de overhead voor de taakvelden afval en riolering is toegerekend naar financiële omvang en voor de overige taakvelden naar personele omvang, omdat daar de factor medewerkers overwegend bepalend is voor de omvang van de overhead. Rioolrechten en afvalstoffenheffing Het lasten- en batenoverzicht en het percentage van de kostendekkendheid van deze heffingen zijn hierboven opgenomen in het overzicht van de woonlasten in deze paragraaf. Leges De legesverordening is onderverdeeld in drie titels: Titel 1: Algemene dienstverlening (19 hoofdstukken) Titel 2: Omgevingsvergunning (10 hoofdstukken) Titel 3: Diensten vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn (6 hoofdstukken) Op grond van artikel 229 b van de Gemeentewet geldt dat de opbrengsten uit leges op het niveau van de totale verordening maximaal 100 % kostendekkend mogen zijn. De wetgever heeft bij de introductie van de Wabo (omgevingsvergunning) bepaald, dat integrale kruisfinanciering (kruisfinanciering = verlies op de ene dienst compenseren met een overdekking op een andere dienst) tussen de diensten van de verschillende titels uit de tarieventabel niet meer mogelijk is. Binnen Titel 1 en 2 van de tarieventabel geldt dat kruisfinanciering mag plaatsvinden tussen of binnen de verschillende hoofdstukken. Voor het verwerken van de verzamelde informatie is gebruikgemaakt van de handleiding voor de onderbouwing van de kosten van de leges ( beschikbaar gesteld door de ministeries VROM / BZK, de VNG en IPO) en de handreiking 2016 van de VNG. De loonkosten zijn doorberekend inclusief de effecten van het Principeakkoord Cao Gemeenten van juli Bij enkele onderdelen geldt dat zij inmiddels zijn vervallen of dat het aantal te gering is om een representatief percentage te berekenen. 179

181 Tabel: overzicht geraamde kostendekkendheid Legesverordening 2018 (bron:kostendekkendheid.nl) Recapitulatie Titel 1, 2 en 3 Directe kstn Loonkosten Overhead Baten Kostendekking Kostendekking Titel ,74% Kostendekking Titel ,46% Kostendekking Titel ,97% Kostendekking totale tabel ,62% De conclusie bij het overzicht is dat de Legesverordening op het vereiste niveau voldoet aan de wettelijke opbrengstlimiet, doordat het totaal en elke titel afzonderlijk onder de 100% kostendekkendheid blijven. Binnen de afzonderlijke titels past de gemeente kruisfinanciering toe tussen de verschillende hoofdstukken. In welke mate is weergegeven in de kosten- baten tabellen van de afzonderlijke titels. Tabel: overzicht kostendekkendheid Legesverordening Titel 1 (bron: Kostendekkendheid.nl) Titel 1 Algemene dienstverlening Directe kstn Loonkosten Overhead Baten Kostendekking hoofdstuk 1 Burgerlijke stand ,44% hoofdstuk 2 Reisdocumenten ,68% hoofdstuk 3 Rijbewijzen ,07% hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen ,69% hoofdstuk 5 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens ,00% hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie ,15% hoofdstuk 7 Overige publiekszaken ,49% hoofdstuk 8 Huisvestingswet / Huisvestingsverordening ,68% hoofdstuk 9 Leegstandswet ,13% hoofdstuk 10 Marktstandplaatsen ,00% hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet ,00% hoofdstuk 12 Kansspelen ,06% hoofdstuk 13 Telecommunicatie ,72% hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer ,32% hoofdstuk 15 VOGD ,68% hoofdstuk 16 APV Vergunningen ,75% hoofdstuk 17 Huisnummering ,16% hoofdstuk 18 Milieuvergunningen ,00% hoofdstuk 19 Diversen ,00% Kostendekking Titel ,74% Bij de gebruikte methode van toerekening van de overhead krijgen arbeidsintensieve taken relatief meer kosten toegerekend. Bij Titel 1 is sprake van een grote component directe kosten die niet onder de loonkosten vallen. Dit zijn grotendeels (90%) verplichte afdrachten aan het Rijk voor producten waarvoor landelijk bepaalde maximumprijzen gelden, zoals reisdocumenten en de verklaring omtrent gedrag. Delft hanteert deze maximumtarieven. Door de grote aantallen zijn de landelijke tarieven sterk bepalend voor het percentage van kostendekkendheid in Titel

182 Tabel: overzicht kostendekkendheid Legesverordening Titel 2 (bron: Kostendekkendheid.nl) Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Directe kstn Loonkosten Overhead Baten Kostendekking hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen ,00% hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag ,00% hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning ,46% hoofdstuk 4 Vermindering ,00% hoofdstuk 5 Teruggaaf ,00% hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning ,00% hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project ,00% hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten ,00% hoofdstuk 9 Vervallen ,00% hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikkingen ,00% Kostendekking Titel ,46% Gezien de ervaringen van de afgelopen jaren is de verwachting dat de baten zullen stijgen waardoor de kostendekkendheid licht stijgt. Het negatieve saldo van baten en lasten in 2018 wordt opgevangen binnen de egalisatiereserve. Het is op dit moment niet aan de orde om de legestarieven voor de omgevingsvergunning aan te passen. Tabel: overzicht kostendekkendheid Legesverordening Titel 3 (bron: Kostendekkendheid.nl) Titel 3 Europese dienstenrichtlijn Directe kstn Loonkosten Overhead Baten Kostendekking hoofdstuk 1 Horeca ,38% hoofdstuk 2 Organiseren evenementen ,55% hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven ,00% hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte ,00% hoofdstuk 5 Bandbeveiligingsverordening ,00% hoofdstuk 6 Reclamevergunningen ,00% Kostendekking Titel ,97% Binnen Titel 3 heeft de beleidskeuze om ten aanzien van evenementen een beperking van de kostendekkendheid te hanteren een sterk effect op het totale percentage van de titel. Vanwege de maatschappelijke betekenis is dit onderdeel bij veel gemeenten niet kostendekkend. Kadegelden De rechten voor het zgn. kadegeld vanwege overslag van goederen zijn geregeld in de verordening kadegelden Delft. De verordening heeft één hoofdstuk met een tarief voor bulkgoederen en een tarief voor stukgoederen. Het dekkingspercentage is 21,28%. De verhaalbare kosten betreffen het totaal van de geraamde onderhoudskosten aan kademuren. Omdat het een zeer klein aantal belastingplichtigen betreft wordt de geraamde opbrengst vooral begrensd door de redelijkheid van de tarieven, eerder dan door het percentage aan kostendekkendheid. Tabel: kostendekkendheid kadegelden Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding is bedoeld voor mensen met een laag inkomen zonder vermogen of waardevolle bezittingen. Bij de kwijtschelding wordt rekening gehouden met het vermogen en met de 181

Gemeente Delft - Programmabegroting

Gemeente Delft - Programmabegroting Begroting 2018 2 3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...4 Begroting 2018-2021: met de blik op de toekomst...6 Financiële begroting 2018...10 Financieel beeld 2018...11 Financiële positie...12 Overzicht van baten

Nadere informatie

Gemeente Delft. Gewijzigd raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Van Datum Pfh. Steller tel.nr. Doelstelling Registratie nr.

Gemeente Delft. Gewijzigd raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Van Datum Pfh. Steller tel.nr.  Doelstelling Registratie nr. Gewijzigd raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Doelstelling Registratie nr. college van B&W 31 mei 2016 Aletta Mekker Auke van der Heide / Jaap van den

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2017-2020 Technische toelichting Planning en Control 3 oktober 2016 Structuur begroting Delft 4 hoofdstukken + Raad + Algemene dekkingsmiddelen + overhead* 12 doelstellingen (programma

Nadere informatie

Kaders Financieel gezond Brummen

Kaders Financieel gezond Brummen Kaders Financieel gezond Brummen 1. Inleiding Naar aanleiding van de vaststelling van de Programmabegroting 2019-2022 en de aanbevelingen die de provincie heeft gedaan in haar besluit financieel toezicht

Nadere informatie

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal Meerjarenbegroting 2019-2022 1 Belangrijke data: 25 september 2018 vastgesteld in college 11 oktober 2018 informatiebijeenkomst (beeldvormend - technisch) 16, 17 en 18 oktober 2018 commissiebehandeling

Nadere informatie

Geachte leden van de gemeenteraad,

Geachte leden van de gemeenteraad, Interne dienstverlening Advies bezoekadres: Stationsplein 1 2611 BV Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Postbus 78, 2600 ME Delft Aan de gemeenteraad van Delft Behandeld

Nadere informatie

Gemeente Delft VERZONDEN? 3 FEB Geachte leden van de gemeenteraad,

Gemeente Delft VERZONDEN? 3 FEB Geachte leden van de gemeenteraad, Interne dienstverlening Financien Gemeente Delft bezoekadres: Stationsplein 1 2611 BV Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Postbus 78, 2600 ME Delft Leden van de gemeenteraad

Nadere informatie

1. Financieel technische terugblik 2. Financieel technische vooruitblik 3. Doel begroting 4. Structuur programmabegroting 5. Informatievoorziening

1. Financieel technische terugblik 2. Financieel technische vooruitblik 3. Doel begroting 4. Structuur programmabegroting 5. Informatievoorziening 1. Financieel technische terugblik 2. Financieel technische vooruitblik 3. Doel begroting 4. Structuur programmabegroting 5. Informatievoorziening stevig en stransparant helder en meetbaar Start 1. Meetbaar

Nadere informatie

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg Cluster FIN Behandeld J.G.G.M. Janssen Ons kenmerk Telefoon +31 43 389 72 38 Uw kenmerk Maastricht 20 maart 2018 Bijlage(n) Verzonden Onderwerp Aandachtspunten

Nadere informatie

In deze brief leest u de hoofdlijnen van deze documenten en een toelichting op hun onderlinge samenhang.

In deze brief leest u de hoofdlijnen van deze documenten en een toelichting op hun onderlinge samenhang. Besturing Controlling Communicatie Besturing Stationsplein 1 2611 BV Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Besturing, Postbus 78, 2600 ME Delft De gemeenteraad van Delft

Nadere informatie

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Inleiding In de fusieraad van 30 juni 2014 is gesproken over een consolidatie van de drie begrotingen en om inzicht te krijgen in

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Gemeentefinanciën Delft

Gemeentefinanciën Delft Gemeentefinanciën Delft Politiek Café GroenLinks Gemeente Delft/Controlling 1 oktober 2014 1 Gemeentefonds (1) Uitkering van het Rijk voor de uitvoering van taken door de gemeente; Circulaires Min. van

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Gemeente Delft VERZONDEN - 7 JAN Geachte leden van de raad,

Gemeente Delft VERZONDEN - 7 JAN Geachte leden van de raad, Gemeentebrede Bedrijfsvoeringsondersteuning Programmering Geld Gemeente Delft De Torenhove Martinus Nijhoffiaan 2 2624 ES Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Programmering

Nadere informatie

categotie/ agendanr

categotie/ agendanr Raadsvoorstel Jaar Raad categotie/ agendanr. B.enW. 2016 RA16.0095 B 2 16/760 (b ~Gemeente ~ Emmen 2018-2020 Portefeuillehouder: J. Otter Afdeling: Financiën & Belastingen Team: Financieel Advies AS Berghuis

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus 25 3200 AA SPIJKENISSE

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus 25 3200 AA SPIJKENISSE Gedeputeerde Staten Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Contact J. van Kranenburg T 070-441 80 85 j.van.kranenburg@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441

Nadere informatie

8 februari Begrotingswijziging

8 februari Begrotingswijziging Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 8 februari 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren. Aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Programma 10 Financiën / Algemene dekkingsmiddelen

Programma 10 Financiën / Algemene dekkingsmiddelen Programma 10 Financiën / Algemene dekkingsmiddelen Commissie Bestuur (Coördinerende) Portefeuilles Financiën en personeel Afdeling(en) Concernstaf, Middelen en Services Programmadoelstelling (missie) Werken

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2016-2019 Gemeentebrede Bedrijfsvoeringsondersteuning Kennisveld Geld Colofon Programmabegroting 2016-2019 Uitgave gemeente Delft Informatie: Gemeente Delft, GBO Geld, Postbus 78, 2600

Nadere informatie

: dhr. J.L.M. Vlaar : drs M F C. Gadella-van Gils

: dhr. J.L.M. Vlaar : drs M F C. Gadella-van Gils RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 27 oktober 2016 Zaaknummer : 376584 Datum Raadsvergadering : 7 november 2016 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum;

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie

Gemeente Delft. Onderwerp Financiële gevolgen van de maartcirculaire 2018 gemeentefonds

Gemeente Delft. Onderwerp Financiële gevolgen van de maartcirculaire 2018 gemeentefonds Bestuur.-VI Gemeente Delft Controlling bezoekadres: Stationsplein 1 2611 BV Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres. Postbus 78, 2600 ME Delft Aan de leden van de gemeenteraad

Nadere informatie

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Reg.nr: BW17-0200 Casenr.:CBB170194 Sector/afd.:Regie & Ontwikkeling / Regie & Ontwikkeling 1 Steller/tel/e-mail: I. Harmsen / 5271 / i.harmsen@heerhugowaard.nl

Nadere informatie

Algemene uitkering

Algemene uitkering Onderwerp Decembercirculaire 2010 van het Gemeentefonds. Beslispunten 1. De Decembercirculaire 2010 voor kennisgeving aan te nemen; 2. Op basis van de uitkomsten van de Decembercirculaire 2010 de begroting

Nadere informatie

Nieuw begrotingsresultaat

Nieuw begrotingsresultaat Portefeuille: A. van Amerongen Dronten, 22 september 2015 Financiële ontwikkeling begroting 2016-2019 Aan de gemeenteraad VOORSTEL Wij stellen u voor: Deze toelichting op de financiële resultaten vast

Nadere informatie

Bestuurswisseling Financiën

Bestuurswisseling Financiën Bestuurswisseling 2018 Financiën Agenda 1. Budgettair beeld Huidige begroting 2. Budgettair beeld Structurele ruimte Ontwikkelingen Algemene uitkering Rentekosten grondbedrijf Tarievenbeleid 3. Budgettair

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Normenkader, toets van de begroting aan de formele eisen Inhoudsopgave 1 Normenkader 2 1.1 Besluit Begroting en Verantwoording 2 1.2 Verordening

Nadere informatie

Raadsbesluit. Heemstede. Raadsvergadering: 8 en 9 november ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019

Raadsbesluit. Heemstede. Raadsvergadering: 8 en 9 november ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019 ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019 SAMENVATTING In dit voorstel zijn de financiële effecten opgenomen van: 1. de septembercirculaire 2018/Miljoenennota (hogere verbrandingsbelasting), 2. de structurele

Nadere informatie

Geachte leden van de gemeenteraad,

Geachte leden van de gemeenteraad, Besturing en Controlling Bestuursondersteuning De Torenhove Martinus Nijhofflaan 2 2624 ES Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Advies, Postbus 78, 2600 ME Delft Aan: Gemeenteraad

Nadere informatie

BIEO Begroting in één oogopslag

BIEO Begroting in één oogopslag BIEO 2017 Begroting in één oogopslag INLEIDING Voor u ligt de begroting in één oogopslag (BIEO) 2017 van de gemeente Wierden. Naast het begrotingsjaar 2017 wordt er aandacht geschonken aan de ontwikkeling

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 10 november 2016

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 10 november 2016 GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 10 november 2016 Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Onderwerp: Programmabegroting 2017 en verwerking financiële effecten uit de septembercirculaire.

Nadere informatie

Beslispunt: 1. Vast te stellen de programmabegroting 2018 en financiële begroting 2018.

Beslispunt: 1. Vast te stellen de programmabegroting 2018 en financiële begroting 2018. Raadsvoorstel afdeling : Bedrijfsvoering programma : datum voorstel : 10 oktober 2017 thema : agendapunt nr. : registratie code : 17B.04406 voorstel nr. : behandeld door : W.A. Dingemanse Raadsvergadering

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER 2016 Programmabegroting 2017 Te besluiten om: 1. De programmabegroting 2017 vast te stellen, waarmee tevens wordt besloten om: 2. Voor de financiën

Nadere informatie

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 13-9-2016 NUMMER PS PS2016PS17 AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Leo Donker DOORKIESNUMMER 0646994683 DOCUMENTUMNUMMER 818ACAEO PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Bestuursrapportage Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Raadsstuk. Onderwerp Bestuursrapportage Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Raadsstuk Onderwerp Bestuursrapportage 2018 Nummer 2018/576433 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Afdeling Concerncontrol Auteur Geffen, M. van Telefoonnummer

Nadere informatie

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr 19 mei 2015 Corr.nr. 2015-20.867, FC Nummer 36/2015 Zaaknr. 574002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Voorjaarsnota 2015 en de daarin opgenomen

Nadere informatie

Reactie college op onderzoek Jaarstukken 2017 Rekenkamercommissie

Reactie college op onderzoek Jaarstukken 2017 Rekenkamercommissie Reactie college op onderzoek Jaarstukken 2017 Rekenkamercommissie 30 mei 2018 Concerncontrol Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Aanbevelingen RKC 3 2 1. Inleiding De Rekenkamercommissie (RKC) heeft naar aanleiding

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties .-f i -V*-*. " -re Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten DGBK Programnna Krachtig Bestuur Schedeldoekshaven 200 2511 EZ

Nadere informatie

Gemeente Langedijk Kaderbrief Kaderbrief 2018

Gemeente Langedijk Kaderbrief Kaderbrief 2018 Kaderbrief 2018 Vastgesteld door het college van B&W van Langedijk op 21 maart 2017 1 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 2. Uitgangspunten en begrotingsrichtlijnen... 3 2.1 Prijsstijgingen... 3 2.2 Loonstijgingen...

Nadere informatie

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Nummer Onderwerp : B-2.14.2006 : Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Korte inhoud : Voor de voorjaarsnota moet de begrote algemene uitkering worden verhoogd met 144.637 en de

Nadere informatie

Programma 10. Financiën

Programma 10. Financiën Programma 10 Financiën Aandeel programma 10 in totale begroting 1% Financiën Overige programma's 99% Programma 10 Financiën Inleiding Ons college hanteert als uitgangspunt bij haar financiële beleid dat

Nadere informatie

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB14.00447 RV2014.030 Gemeente Bussum Vaststellen Perspectiefnota 2015 Brinklaan 35 Postbus 6000 1400 HA Bussum Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

Themaraad financiën 3 april

Themaraad financiën 3 april Themaraad financiën 3 april 2017 1 Aanleiding en doelstelling P&C-cyclus Robuust financieel beleid Begroting Financiële positie Risico s Afsluiting Agenda 2 Aanleiding en doelstelling Aanleiding Vanuit

Nadere informatie

Begrotingswijziging. Saldo primitieve begroting (2016 is incl. onvoorzien)

Begrotingswijziging. Saldo primitieve begroting (2016 is incl. onvoorzien) Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 30 juni 2016 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren; 2. De wijzigingen

Nadere informatie

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013 Begroting 2014 Aanbieding Gemeenteraad ember Laatste begroting deze raadsperiode Sluitende begroting 2014 Meerjarenperspectief moeilijk Bezuinigingsplan Strategische investeringen Ambities Stadsvisie Belastingen

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015

ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015 ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015 Datum: 23 september 2016 1 Dit betreft het overzicht van de errata die zijn verwerkt in de programmarekening nadat deze door de gemeenteraad voorlopig is vastgesteld.

Nadere informatie

IBML Financieel technische vragen begroting 2017

IBML Financieel technische vragen begroting 2017 IBML Financieel technische vragen begroting 2017 Pag. 3 Herprioritering van groot onderhoud levert op korte termijn niet voldoende investeringsruimte op. Vraag 1: Welk bedrag is wel op korte termijn beschikbaar?

Nadere informatie

Hoe financieel gezond is uw gemeente?

Hoe financieel gezond is uw gemeente? Hoe financieel gezond is uw gemeente? drs. R.M.J.(Rein-Aart) van Vugt RA A.(Arie)Elsenaar RE RA 1 Hoe financieel gezond is uw gemeente? In dit artikel geven de auteurs op hoofdlijnen aan welke indicatoren

Nadere informatie

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001 BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002 d.d. 11-07-2001 1. Productgroepnummer: 0001 3. Productgroepnaam: Financieringsmiddelen Het betreft een verzameling van mogelijke financieringsmiddelen,

Nadere informatie

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden 1. Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2016 wordt nog volop gewerkt aan de uitwerking van het proces Kracht#15. Voor het besluitvormingsproces dient de Kadernota 2016 in januari 2015

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Aan de besturen van de gemeenschappelijke regelingen in Noord-Holland Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon S.H.B. Riteco AD/KAB/IBT Doorkiesnummer (023) 514

Nadere informatie

KADERNOTA 2018 ( ) Versie: 1.3

KADERNOTA 2018 ( ) Versie: 1.3 KADERNOTA 2018 (2018-2021) Versie: 1.3 Inhoudsopgave Inleiding... 4 Aanleiding... 4 Algemeen... 4 Bedrijfsplan... 4 Doel kadernota... 4 Leeswijzer... 5 Financiële uitgangspunten... 6 Algemeen... 6 Financiële

Nadere informatie

Financiële kadernota Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp

Financiële kadernota Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp Financiële kadernota 2017-2020 Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp Algemene Dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Nr. Onderwerp i/s 2017 2018 2019 2020 401 Minder opbrengst precario S 40.000

Nadere informatie

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA 2019-2022 BIJLAGE BIJ DE KADERNOTA 2019-2022 1 Inhoudsopgave COALITIEAKKOORD... 3 MAARTCIRCULAIRE EN MEICIRCULAIRE 2018... 4 INTERNE REKENRENTE... 4 LOON-/PRIJSBIJSTELLING...

Nadere informatie

Overzicht gerealiseerde baten en lasten per programma (bedragen x 1.000) Jaarrekening 2015 in vogelvlucht

Overzicht gerealiseerde baten en lasten per programma (bedragen x 1.000) Jaarrekening 2015 in vogelvlucht Overzicht gerealiseerde baten en lasten per programma Jaarrekening 2015 in vogelvlucht Overzicht gerealiseerde baten en lasten per programma Resultaat 2015 in vogelvlucht Het verschil tussen de inkomsten

Nadere informatie

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering R A A D S I N F O R M A T I E B R I E F De leden van de raad Postbus 200 2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL Datum: 1-12-2016 Zaaknummer: ZK16006137 Afdeling: Financiën en Control Contactpersoon: J.M.T. Koren

Nadere informatie

Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie

Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie Financieel perspectief Financiële positie Financiële uitgangspositie De ambities die we voor de komende periode hebben zijn op dit moment groter dan de financiële mogelijkheden die daarvoor beschikbaar

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Raadsstuk Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/802709 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Afdeling Concerncontrol Auteur Geffen, M. van Telefoonnummer

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii eeme ^Echt-Susteren Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii Kenmerk Z19/010306 / D - 18943 Datum B&W-vergadering Portefeuillehouder(s) G.H.C. Frische Onderwerp

Nadere informatie

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt: R A A D S I N F O R M A T I E B R I E F De leden van de raad Postbus 200 2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL Datum: 16-6-2016 Zaaknummer: ZK16003379 Afdeling: Financiën en Control Contactpersoon: J.M.T. Koren

Nadere informatie

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1 Bijlage 4 Stresstest Kadernota 2018 10 mei 2017 Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1 1. Aanleiding 3. Uitwerking stappen stresstest Op verzoek van Provinciale Staten wordt sinds 2013 jaarlijks een stresstest

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

B&W Vergadering. B&W Vergadering 22 november 2016

B&W Vergadering. B&W Vergadering 22 november 2016 2.1.8 Financiële verwerking Moties & Amendementen Begroting 2017 1 Dossier 1056 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1056 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 22 november 2016 Agendapunt 2.1.8 Omschrijving

Nadere informatie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief 73

Raadsinformatiebrief 73 Aan de leden van de gemeenteraad. Raadsinformatiebrief 73 Helmond, 10 oktober 2017 Zaaknummer: Telefoon.: 0492-587117 Onderwerp: Septembercirculaire 2017 Uw kenmerk: Uw brief d.d.: Onlangs is de Programmabegroting

Nadere informatie

IIIIIIIIIIIIIIIIIIII INI

IIIIIIIIIIIIIIIIIIII INI Raadsvoorstel IIIIIIIIIIIIIIIIIIII INI Onderwerp Najaarsnota 2017 Registratienumm er R17.000080 Raadsvergadering 07/11/2017 Portefeuillehouder J. Hordijk Behandelend ambtenaar L. Evers Datum Bijlagen Openbaar

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 521 Agendapunt: 8 ONDERWERP

Doorkiesnummer : (0495) 575 521 Agendapunt: 8 ONDERWERP Wijnen, Peter FIN S3 RAD: RAD131106 2013-11-06T00:00:00+01:00 BW: BW131001 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 6 november 2013 Portefeuillehouder : J.M. Cardinaal Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)

Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Inleiding 2004: Invoering BBV. Nadruk op transparantie begroting en versterken van de positie van raad, vanwege dualisering Raad: kaderstellend (allocatie

Nadere informatie

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product Programma 11 Overzicht algemene dekkingsmiddelen Burgemeester W.J.F.M. van Beek Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product Product 11.01 Beleggingen en Treasury

Nadere informatie

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Wijzigingen artikelsgewijs financiële 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Algemeen Bij de opstelling van de financiële, zoals deze ter besluitvorming voorligt in de raad van 14 februari 2017, is het uitgangspunt

Nadere informatie

Voor de grondexploitaties is voor de rentetoepassing de notitie grondexploitaties van de commissie BBV leidend.

Voor de grondexploitaties is voor de rentetoepassing de notitie grondexploitaties van de commissie BBV leidend. Corsanr. 19B.03350 Uitgangspunten begroting 2020-2023 Inleiding In dit document leggen we de uitgangspunten vast voor de kaderbrief 2019 als voorbereiding op de begroting 2020 en de meerjarenramingen 2021-2023.

Nadere informatie

Tevens zijn in de kadernota nog twee onderdelen opgenomen waarvoor nog een besluit van de raad noodzakelijk is het betreft:

Tevens zijn in de kadernota nog twee onderdelen opgenomen waarvoor nog een besluit van de raad noodzakelijk is het betreft: Raadsvergadering : 27 juni 2011 Agendapunt : 5 Registratienummer : 11.050 Portefeuillehouder(s) : A.J.M. van Velzen Opsteller : Jan Azier E-mail : jazier@kaagenbraassem.nl Telefoon : (071) 332 7239 Onderwerp:

Nadere informatie

Gemeente Delft - Programmabegroting

Gemeente Delft - Programmabegroting Begroting 2017 2 3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...4 Financiële begroting 2017...6 Financieel beeld 2017...8 Financiële positie...9 Overzicht van baten en lasten...14 Algemene dekkingsmiddelen 2017...16

Nadere informatie

Onderwerp Meicirculaire 2009 Gemeentefonds en aanpassingen begroting 2009

Onderwerp Meicirculaire 2009 Gemeentefonds en aanpassingen begroting 2009 Gemeente Appingedam Raadsvoorstel Raadsagenda d.d.: 17 september 2009 Voorstel nummer : 9 Behandelend ambtenaar : A. Schuur Telefoonnummer : 0596 691241 E-mailadres : a.schuur@appingedam.nl Portefeuillehouder

Nadere informatie

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019 Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. Voorzitter Secretaris INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD/SAMENVATTENDE INLEIDING... 3 2.

Nadere informatie

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 = aankruisen wat van toepassing is BEGROTING Artikel 7 t/m 21 BBV Beleidsbegroting

Nadere informatie

BEGROTING 2017 PRESENTATIE

BEGROTING 2017 PRESENTATIE BEGROTING 2017 PRESENTATIE 1 Wijzigingen BBV 2016 Wijzigingen & Implementatie Hoofdlijnen (1) Taakvelden (2) Beleidsindicatoren (3) Verbonden partijen (4) Overhead (5) Investeringen (6) EMU saldo (7) Vpb

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 - Gemeente Langedijk 2e Kwartaalrapportage 2014 Verzonden aan de raad 23 juli 2014. - 1 - - 2 - Inleiding Hierbij ontvangt u de 2 e Kwartaalrapportage 2014. In de nu voorliggende kwartaalrapportage wordt

Nadere informatie

Begroting Bedragen x 1.000,00

Begroting Bedragen x 1.000,00 Begroting 2014 2014 2011 Huidig beleid uitgaven -47.546-51.187 Huidig beleid inkomsten 48.107 50.206 Mutaties reserves -1.657-506 Begrotingstekort huidig beleid -1.096-1.487 Nieuw beleid -443-1.712 Dekkingsvoorstel

Nadere informatie

Van deze gelegenheid maken wij gebruik het volgende op te merken:

Van deze gelegenheid maken wij gebruik het volgende op te merken: Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem De Raad van de gemeente Hattem Postbus 93 8050 AB HATTEM telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026)

Nadere informatie

... g.. juli.. ::?018. j. tí. uan B~i:e.rue.Ld \:. - UL1~.--..ì:.V,o.< \: Gemeente Provincie Begrotingsjaar. Delft Zuid Holland 2018.

... g.. juli.. ::?018. j. tí. uan B~i:e.rue.Ld \:. - UL1~.--..ì:.V,o.< \: Gemeente Provincie Begrotingsjaar. Delft Zuid Holland 2018. Begrotingswijziging tbv de --- RAAD --- Gemeente Provincie Begrotingsjaar Delft Zuid Holland 2018 9e Wijziging ln de begrotingswijziging kunt u de volgende onderdelen aantreffen: - wijziging op de doelstelling

Nadere informatie

Presentatie aan de raad 8 mei 2019

Presentatie aan de raad 8 mei 2019 Presentatie aan de raad 8 mei 2019 Agenda Opening Introductie Presentatie Vragen Sluiting Aanleiding Taken en middelen overgedragen door het Rijk Wijzigingen BBV Financiële verordening Art. 2 Programma-indeling

Nadere informatie

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting Actueel financieel beeld voor de jaren 2018-2022 Met dit overzicht schetsen wij het actuele financiële beeld voor de gemeente Gooise Meren voor de komende jaren. Dit overzicht dient meerdere doelen. Ten

Nadere informatie

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen) Behandelend ambtenaar gemeente Begroting 2015 is Meerjarenbegroting 2016-2018 is Datum vaststelling begroting 2015 Datum ontvangst begroting 2015 Maatstaven Aantal inwoners per 1-1-2015 Aantal woonruimten

Nadere informatie

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013 Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem Jaarverslag en jaarrekening 2013 Algemeen: P&C cyclus Algemeen: verantwoording Terugkijken Wat hebben we bereikt? Wat hebben we gedaan? Wat heeft het gekost?

Nadere informatie

01 A Gemeente Delft VERZONDEN - 8 JAN = Geachte leden van de gemeenteraad,

01 A Gemeente Delft VERZONDEN - 8 JAN = Geachte leden van de gemeenteraad, Gemeentebrede Bedrijfsvoeringsondersteuning 01 A Gemeente Delft Advies en expertise Geld De Torenhove Martinus Nijhoffiaan 2 2624 ES Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres

Nadere informatie

AAN DE AGENDACOMMISSIE

AAN DE AGENDACOMMISSIE AAN DE AGENDACOMMISSIE Agenda: 01-02-2018 Franeker, 10-1-2018 Onderwerp Herziene begroting 2018 Dienst SoZaWe Portefeuillehouder Wethouder B. Tol Steller T. Osinga-van der Zee, t.osinga@waadhoeke.nl Beoogd

Nadere informatie

Notitie financiële positie gemeente Pekela

Notitie financiële positie gemeente Pekela Notitie financiële positie gemeente Pekela De laatste jaren is er sprake van krappe begrotingen en overschotten bij rekeningen vooral als gevolg van het incidenteel zijn van verschillende meevallers. In

Nadere informatie

Financiële begroting 2015 samengevat

Financiële begroting 2015 samengevat Financiële begroting 2015 samengevat Begrotingscyclus Het beleid en de financiën van de provincie komen op een aantal momenten in het jaar provinciebreed aan de orde. Dit wordt ook wel de begrotings- of

Nadere informatie

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek ^ iiii ~ Ontvangen: 07/03/ ink03751

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek ^ iiii ~ Ontvangen: 07/03/ ink03751 Gemeente Oude IJsselstreek Ontvangen: 07/03/2014 14ink03751 ^ iiii ~ provincie Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem De Raad van de gemeente Oude

Nadere informatie

Onderwerp : De financiële gevolgen van de septembercirculaire

Onderwerp : De financiële gevolgen van de septembercirculaire Raadsvoorstel *Z03559CD56A* Aan de raad Documentnummer : INT-16-31337 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : De financiële gevolgen van de septembercirculaire Inleiding Onder goedkeuring van de raadscommissie

Nadere informatie

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget INFORMATIENOTITIE AAN VAN ONDERWERP De leden van de Gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget DATUM 7 maart 2019 BIJLAGE - REGISTRATIENUMMER

Nadere informatie

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld de programmabegroting 2018 en de meerjarenraming vast te stellen.

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld de programmabegroting 2018 en de meerjarenraming vast te stellen. Vergadering gemeenteraad d.d. 9 november 2017 Agenda nummer 4 Portefeuillehouder: wethouder de heer J.H. Menninga Onderwerp: Programmabegroting 2018 en meerjarenraming 2019-2021 Korte inhoud: Op grond

Nadere informatie

303077/ november 2017

303077/ november 2017 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email S. Nieuwenburg 040-2083580 stefannieuwenburg@a2samen werking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 303077/ 306663 2 november 2017 Portefeuillehouder

Nadere informatie

B&W Informatieavond 11 oktober Gericht investeren in de toekomst

B&W Informatieavond 11 oktober Gericht investeren in de toekomst B&W Informatieavond 11 oktober 2017 Gericht investeren in de toekomst Programma B&W infoavond Opening Toelichting Grondexploitatie & Vastgoedexploitatie 2017 Toelichting Begroting 2018 Slotwoord Einde

Nadere informatie

Totaal

Totaal Raadsvoorstel Onderwerp: Perspectiefnota 2015 Datum collegevergadering 10 mei 2016 Ambtenaar Registratienummer Telefoon Portefeuillehouder(s) A. Verkaik E-mailadres Voorgesteld raadsbesluit Kennis te nemen

Nadere informatie