Besluit omgevingsrecht, Bijlage II

Transcriptie

1 Besluit mgevingsrecht, Bijlage II (Tekst geldend p: ) Bijlage II. Behrende bij de artikelen 2.3, 2.5a en 2.7 Aanwijzing van categrieën gevallen waarin: vr buwactiviteiten, planlgische gebruiksactiviteiten en activiteiten met betrekking tt een beschermd mnument geen mgevingsvergunning is vereist, vr planlgische gebruiksactiviteiten een mgevingsvergunning als bedeld in artikel 2.12, eerste lid, nder a, nder 2, van de wet kan wrden verleend Hfdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze bijlage wrdt verstaan nder: achtererfgebied: erf aan de achterkant en de niet naar penbaar tegankelijk gebied gekeerde zijkant, p meer dan 1 m van de vrkant, van het hfdgebuw; antennedrager: antennemast f andere cnstructie bedeld vr de bevestiging van een antenne; antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een f meer techniekkasten pgenmen apparatuur, met de daarbij behrende bevestigingscnstructie; bijbehrend buwwerk: uitbreiding van een hfdgebuw dan wel functineel met een zich p hetzelfde perceel bevindend hfdgebuw verbnden, daar al dan niet tegen aangebuwd gebuw, f ander buwwerk, met een dak; daknk: hgste punt van een schuin dak; dakvet: laagste punt van een schuin dak; erf: al dan niet bebuwd perceel, f een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hfdgebuw en dat in feitelijk pzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebuw, en, vr zver een bestemmingsplan f een beheersverrdening van tepassing is, deze die inrichting niet verbieden; hfdgebuw: gebuw, f gedeelte daarvan, dat ndzakelijk is vr de verwezenlijking van de geldende f tekmstige bestemming van een perceel en, indien meer gebuwen p het perceel aanwezig zijn, gelet p die bestemming het belangrijkst is; penbaar tegankelijk gebied: weg als bedeld in artikel 1, eerste lid, nder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsenen, penbaar water en ander penbaar gebied dat vr publiek algemeen tegankelijk is, met uitzndering van wegen uitsluitend bedeld vr de ntsluiting van percelen dr langzaam verkeer; vrerfgebied: erf dat geen nderdeel is van het achtererfgebied; vrgevelrilijn: vrgevelrilijn als bedeld in het bestemmingsplan, de beheersverrdening dan wel de gemeentelijke buwverrdening; wnwagen: vr bewning bestemd gebuw dat in zijn geheel f in delen kan wrden verplaatst en p een daarte bestemd perceel is geplaatst. 1

2 2. Tenzij anders bepaald, wrden de waarden die in deze bijlage in m f m 2 zijn uitgedrukt p de vlgende wijze gemeten: a. afstanden ldrecht, b. hgten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verlp van het terrein passende, phgingen f verdiepingen aan de vet van het buwwerk, anders dan ndzakelijk vr de buw daarvan, buiten beschuwing blijven, en c. maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ndergeschikte aard tt maximaal 0,5 m buiten beschuwing blijven. 3. Bij de tepassing van het tweede lid, aanhef en nderdeel b, wrdt een buwwerk, vr zver dit zich bevindt p een erf- f perceelgrens, gemeten aan de kant waar het aansluitend afgewerkt terrein het hgst is. Hfdstuk II. Categrieën gevallen waarin vr buwactiviteiten en planlgische gebruiksactiviteiten geen mgevingsvergunning is vereist Artikel 2 Een mgevingsvergunning vr activiteiten als bedeld in artikel 2.1, eerste lid, nder a en c, van de wet is niet vereist, indien deze activiteiten betrekking hebben p: 1. gewn nderhud, vr zver detaillering, prfilering en vrmgeving niet wijzigen; 2. werkzaamheden ingevlge een besluit als bedeld in artikel 13, 13a f 14 van de Wningwet; 3. een p de grnd staand bijbehrend buwwerk in achtererfgebied, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. vr zver p een afstand van niet meer dan 2,5 m van het rsprnkelijk hfdgebuw, niet hger dan: 1. 4 m, 2. 0,3 m bven de bvenkant van de scheidingscnstructie met de tweede buwlaag van het hfdgebuw, en 3. het hfdgebuw, b. vr zver p een afstand van meer dan 2,5 m van het rsprnkelijk hfdgebuw: 1. niet hger dan 3 m, 2. de ppervlakte van vergunningvrije bijbehrende buwwerken binnen een afstand van 1 m van een naburig erf niet meer dan 10 m 2, 3. als gevlg van het bijbehrende buwwerk de ttale ppervlakte van vergunningvrije bijbehrende buwwerken p een afstand van meer dan 2,5 m van het rsprnkelijk hfdgebuw niet meer dan 30 m 2, en 4. functineel ndergeschikt aan het hfdgebuw, c. p een afstand van meer dan 1 m vanaf penbaar tegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van tepassing zijn, d. niet vrzien van een dakterras, balkn f andere niet p de grnd gelegen buitenruimte, e. het bij het rsprnkelijk hfdgebuw behrende achtererfgebied als gevlg van het bijbehrende buwwerk vr niet meer dan 50% bebuwd, en f. niet aan f bij: 2

3 1. een wnwagen, 2. een hfdgebuw waarvr in de mgevingsvergunning vr het buwen daarvan is bepaald dat het slechts vr een bepaalde peride in stand mag wrden gehuden, f 3. een buwwerk ten beheve van recreatief nachtverblijf dr één huishuden; 4. een dakkapel in het achterdakvlak f een niet naar penbaar tegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. vrzien van een plat dak, b. gemeten vanaf de vet van de dakkapel niet hger dan 1,75 m, c. nderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m bven de dakvet, d. bvenzijde meer dan 0,5 m nder de daknk, e. zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak, en f. niet p: 1. een wnwagen, 2. een gebuw waarvr in de mgevingsvergunning vr het buwen daarvan is bepaald dat het slechts vr een bepaalde peride in stand mag wrden gehuden, f 3. een buwwerk ten beheve van recreatief nachtverblijf dr één huishuden; 5. een dakraam, daklicht, lichtstraat f srtgelijke daglichtvrziening in een dak, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. indien in het achterdakvlak, een niet naar penbaar tegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak f een plat dak, de cnstructie niet meer dan 0,6 m buiten het dakvlak respectievelijk het platte dak uitsteekt, b. indien in een ander dakvlak dan bedeld in nderdeel a, 1. de cnstructie niet buiten het dakvlak uitsteekt, f 2. ingeval geen redelijke eisen van welstand van tepassing zijn, de cnstructie niet meer dan 0,6 m buiten het dakvlak uitsteekt, en c. zijkanten meer dan 0,5 m van de randen van het dakvlak f het platte dak; 6. een cllectr vr warmtepwekking f een paneel vr elektriciteitspwekking p een dak, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. indien p een schuin dak: 1. binnen het dakvlak, 2. in f direct p het dakvlak, en 3. hellingshek gelijk aan hellingshek dakvlak, b. indien p een plat dak: afstand tt de zijkanten van het dak ten minste gelijk aan hgte cllectr f paneel, en c. indien de cllectr f het paneel niet één geheel vrmt met de installatie vr het pslaan van het water f het mzetten van de pgewekte elektriciteit: die installatie aan de binnenzijde van een buwwerk is geplaatst; 7. een kzijn, kzijninvulling f gevelpaneel, mits in de achtergevel, f een niet naar penbaar tegankelijk gebied gekeerde zijgevel van een hfdgebuw, dan wel in een gevel van een bijbehrend buwwerk; 8. een znwering, rlhek, luik f rlluik aan f in een gebuw, mits bij een rlhek, luik f rlluik in een vrgevel f een naar penbaar tegankelijk gebied gekeerde zijgevel van een ander hfdgebuw dan een wning f wngebuw, wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. geplaatst aan de binnenzijde van de uitwendige scheidingscnstructie, en b. vr ten minste 75% vrzien van glasheldere drkijkpeningen; 3

4 9. een afscheiding tussen balkns f dakterrassen; 10. tuinmeubilair, mits niet hger dan 2,5 m; 11. een sprt- f speeltestel vr uitsluitend particulier gebruik, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. niet hger dan 2,5 m, en b. uitsluitend functinerend met behulp van de zwaartekracht f de fysieke kracht van de mens; 12. een erf- f perceelafscheiding, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. niet hger dan 1 m, f b. niet hger dan 2 m, en 1. p een erf f perceel waarp al een gebuw staat waarmee de erf- f perceelafscheiding in functinele relatie staat, 2. achter de vrgevelrilijn, en 3. p meer dan 1 m van penbaar tegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van tepassing zijn; 13. een cnstructie vr het verbruggen van een terreinhgteverschil van niet meer dan 1 m die niet hger is dan het aansluitende afgewerkte terrein; 14. een vlaggenmast p een erf, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. niet hger dan 6 m, en b. maximaal één mast per erf; 15. een antenne-installatie ten beheve van mbiele telecmmunicatie p f aan een buwwerk, met inbegrip van een hekwerk ter beveiliging van een zdanige antenneinstallatie p f aan een buwwerk als bedeld in nderdeel a, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. indien p f aan een hgspanningsmast, wegprtaal, reclamezuil, lichtmast, windmlen, sirenemast dan wel een niet van een buwwerk deel uitmakende schrsteen, f p een antenne-installatie als bedeld in nderdeel 16 dan wel een antenne-installatie vr het buwen waarvan een vergunning als bedeld in artikel 2.1, eerste lid, nder a, van de wet is vereist: 1. de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de vet, niet hger dan 5 m, en 2. de antenne hger geplaatst dan 3 m, gemeten vanaf het bij het buwwerk aansluitende afgewerkt terrein, b. indien p f aan een ander buwwerk, dan bedeld in nderdeel a: 1. de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de vet, niet hger dan 0,5 m, f 2. de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de vet, f indien bevestigd aan een gevel van een gebuw, gemeten vanaf het punt waarp de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist, niet hger dan 5 m, en: a. de antenne, met antennedrager, hger geplaatst dan 9 m, gemeten vanaf het bij het buwwerk aansluitende afgewerkt terrein, b. de bedrading in f direct langs de antennedrager f inpandig is aangebracht, dan wel in een kabelgt, mits deze kabelgt meer dan 1 m achter de vrgevel is geplaatst, en c. de antennedrager bij plaatsing p het dak van een gebuw: 1. aan f bij een p het dak aanwezig bject geplaatst, 2. in het midden van het dak geplaatst, f 4

5 3. elders p het dak geplaatst, mits de afstand in m tt de vrgevel van het buwwerk ten minste gelijk is aan: 18 gedeeld dr de hgte waarp de antenne, met antennedrager, is geplaatst, gemeten vanaf het bij het gebuw aansluitende afgewerkt terrein tt aan de vet van de antenne, met antennedrager; 16. een antenne-installatie met bijbehrend pstelpunt ten beheve van de C2000- infrastructuur vr de mbiele cmmunicatie dr hulpverleningsdiensten; 17. een andere antenne-installatie dan bedeld in de nderdelen 15 en 16, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. de antenne-installatie achter de vrgevelrilijn geplaatst, b. indien het een schtelantenne betreft: 1. de drsnede van de antenne niet meer dan 2 m, en 2. de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de vet, niet hger dan 3 m, f c. indien het een andere antenne betreft dan bedeld in nderdeel b: de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de vet, f indien deze is bevestigd aan de gevel, gemeten vanaf het punt waarp de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist, niet hger dan 5 m; 18. een buwwerk ten beheve van een infrastructurele f penbare vrziening, vr zver het betreft: a. een buwwerk ten beheve van een nutsvrziening, de waterhuishuding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecmmunicatieverkeer, het penbaar verver f het weg-, sprweg-, water- f luchtverkeer, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: 1. niet hger dan 3 m, en 2. de ppervlakte niet meer dan 15 m 2, b. een buwwerk, geen gebuw zijnde, ten beheve van het weren van vrwerpen die de veiligheid van het weg-, sprweg-, water- f luchtverkeer in gevaar kunnen brengen, ten beheve van de beveiliging van een weg, sprf waterweg f een sprweg- f luchtvaartterrein, f ten beheve van verkeersregeling, verkeersgeleiding, wegaanduiding, het pladen van accu s van vertuigen met een elektrmtr als hfdmtr, verlichting f tlheffing, c. bvenleidingen met de bijbehrende draagcnstructies f seinpalen, d. ndergrndse buis- en leidingstelsels, met uitzndering van een buisleiding als bedeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid buisleidingen, e. een cntainer vr het inzamelen van huishudelijke afvalstffen als bedeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: 1. niet hger dan 2 m, en 2. indien bvengrnds geplaatst: de ppervlakte niet meer dan 4 m 2, f. een elektrnische sirene ten beheve van het waarschuwen van de bevlking bij calamiteiten f de dreiging daarvan, alsmede de daarbij behrende bevestigingscnstructie, g. straatmeubilair; 19. een magazijnstelling die uitsluitend steunt p een vler van het gebuw waarin zij wrdt geplaatst, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. niet lager dan 3 m en niet hger dan 8,5 m, en b. de magazijnstelling niet is vrzien van een verdiepingsvler f lpbrug; 5

6 20. een buwkeet, buwbrd, steiger, heistelling, hijskraan, damwand f andere hulpcnstructie die functineel is vr een buw-, nderhuds- f slpactiviteit, een tijdelijke werkzaamheid in de grnd-, weg- f waterbuw f een tijdelijke werkzaamheid p land waarp het Besluit algemene regels milieu mijnbuw van tepassing is, mits geplaatst p f in de nmiddellijke nabijheid van het terrein waarp die activiteit f werkzaamheid wrdt uitgeverd; 21. een ander buwwerk in vr- f achtererfgebied, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. niet hger dan 1 m, b. de ppervlakte niet meer dan 2 m 2, en c. het vr- f achtererfgebied als gevlg van het buwwerk vr niet meer dan 50% bebuwd. Hfdstuk III. Categrieën gevallen waarin vr buwactiviteiten geen mgevingsvergunning is vereist Artikel 3 Een mgevingsvergunning vr een activiteit als bedeld in artikel 2.1, eerste lid, nder a, van de wet is niet vereist, indien deze activiteit betrekking heeft p: 1. een p de grnd staand bijbehrend buwwerk in achtererfgebied, mits niet hger dan 5 m; 2. een p de grnd staand buwwerk ten beheve van recreatief nachtverblijf, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. niet hger dan 5 m, en b. de ppervlakte niet meer dan 70 m 2 ; 3. een dakkapel in het vrdakvlak f een naar penbaar tegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. redelijke eisen van welstand zijn niet van tepassing; b. vrzien van een plat dak, c. gemeten vanaf de vet van de dakkapel niet hger dan 1,75 m, d. nderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m bven de dakvet, e. bvenzijde meer dan 0,5 m nder de daknk, en f. zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak; 4. een sprt- f speeltestel anders dan vr uitsluitend particulier gebruik, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. niet hger dan 4 m, en b. uitsluitend functinerend met behulp van de zwaartekracht f de fysieke kracht van de mens; 5. een zwembad, bubbelbad f srtgelijke vrziening, dan wel vijver p het erf bij een wning f wngebuw, mits deze niet van een verkapping is vrzien; 6. een buwwerk, geen gebuw zijnde, in achtererfgebied ten beheve van agrarische bedrijfsvering, vr zver het betreft: a. een veder- f mestsil, f b. een ander buwwerk niet hger dan 2 m; 7. een buisleiding als bedeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid buisleidingen; 8. een verandering van een buwwerk, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. geen verandering van de draagcnstructie, 6

7 b. geen verandering van de brandcmpartimentering f beschermde subbrandcmpartimentering, c. geen uitbreiding van de bebuwde ppervlakte, en d. geen uitbreiding van het buwvlume. Hfdstuk IIIa. Categrieën gevallen waarin vr activiteiten met betrekking tt een beschermd mnument geen mgevingsvergunning is vereist Artikel 3a Een mgevingsvergunning vr een activiteit als bedeld in artikel 2.1, eerste lid, nder f, van de wet is niet vereist, indien deze activiteit betrekking heeft p: 1. gewn nderhud als bedeld in artikel 2, nderdeel 1, vr zver k materiaalsrt en kleur niet wijzigen, en bij een tuin, park f andere aanleg, de aanleg niet wijzigt, f 2. een activiteit die uitsluitend leidt tt inpandige veranderingen van een nderdeel van het mnument dat uit het gpunt van mnumentenzrg geen waarde heeft. Hfdstuk IV. Categrieën gevallen waarin vr planlgische gebruiksactiviteiten een mgevingsvergunning als bedeld in artikel 2.12, eerste lid, nder a, nder 2, van de wet kan wrden verleend Artikel 4 Vr verlening van een mgevingsvergunning waarbij met tepassing van artikel 2.12, eerste lid, nder a, nder 2, van de wet van het bestemmingsplan f de beheersverrdening wrdt afgeweken, kmen in aanmerking: 1. een bijbehrend buwwerk: a. binnen de bebuwde km, b. buiten de bebuwde km, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: 1. niet hger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas f bedrijfsgebuw van lichte cnstructie ten dienste van een agrarisch bedrijf, 2. de ppervlakte niet meer dan 150 m 2, en 3. het buwen niet tt gevlg heeft dat het aansluitend terrein vr meer dan 50% wrdt bebuwd dan wel dat de ppervlakte die p grnd van het bestemmingsplan f de beheersverrdening vr bebuwing in aanmerking kmt vr meer dan 50% wrdt verschreden; 2. een gebuw ten beheve van een infrastructurele f penbare vrziening als bedeld in artikel 2, nderdeel 18, nder a, dat niet vldet aan de in dat subnderdeel genemd eisen, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. niet hger dan 5 m, en b. de ppervlakte niet meer dan 50 m²; 3. een buwwerk, geen gebuw zijnde, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. niet hger dan 10 m, en b. de ppervlakte niet meer dan 50 m²; 4. een dakkapel, dakpbuw f gelijksrtige uitbreiding van een gebuw; 5. een antenne-installatie, mits niet hger dan 40 m; 7

8 6. een installatie bij een glastuinbuwbedrijf vr warmtekrachtkppeling als bedeld in artikel 1, eerste lid, nder w, van de Elektriciteitswet 1998; 7. een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wrdt geprduceerd dr het bewerken van uitwerpselen van dieren tt krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitveringsbesluit Meststffenwet aangewezen eindprducten van een krachtens dat artikellid mschreven bewerkingsprcedé dat ziet p het vergisten van ten minste 50 gewichtsprcenten uitwerpselen van dieren met in de mschrijving van dat prcedé genemde nevenbestanddelen; 8. het gebruiken van grnden f buwwerken ten beheve van evenementen met een maximum van drie per jaar en een duur van ten hgste vijftien dagen per evenement, het pbuwen en afbreken van vrzieningen ten beheve van het evenement hiernder begrepen; 9. het gebruiken van buwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige buwactiviteiten, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. binnen de bebuwde km, en b. de ppervlakte niet meer dan 1500 m²; 10. het gebruiken van een recreatiewning vr bewning, mits wrdt vldaan aan de vlgende eisen: a. de recreatiewning vldet aan de bij f krachtens de Wningwet aan een bestaande wning gestelde eisen; b. de bewning niet in strijd is met de bij f krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammniak en veehuderij en de Wet geurhinder en veehuderij gestelde regels f de Recnstructiewet cncentratiegebieden, c. de bewner p 31 ktber 2003 de recreatiewning als wning in gebruik had en deze sedertdien nafgebrken bewnt, en d. de bewner p 31 ktber 2003 meerderjarig was. Hfdstuk V. Bijzndere bepalingen Artikel 4a 1. Onverminderd artikel 5, zijn de artikelen 2 en 3 slechts van tepassing p een activiteit die plaatsvindt in, aan, p f bij een beschermd mnument als bedeld in artikel 1, nder d, van de Mnumentenwet 1988, een mnument waarp artikel 5 van die wet van tepassing is, een krachtens een prvinciale f gemeentelijke verrdening aangewezen mnument dan wel een mnument waarp, vrdat het is aangewezen, een zdanige verrdening van vereenkmstige tepassing is, vr zver het een activiteit betreft als bedeld in: a. artikel 2, nderdelen 1 en 2, f b. artikel 2, nderdelen 4 tt en met 21, f artikel 3, nderdelen 4 tt en met 8: 1. in, aan f p een nderdeel van het mnument dat uit het gpunt van mnumentenzrg geen waarde heeft, f 2. bij een mnument. 2. Onverminderd artikel 5, zijn de artikelen 2 en 3 slechts van tepassing p een activiteit die plaatsvindt in een beschermd stads- f drpsgezicht, vr zver het een activiteit betreft als bedeld in: a. artikel 2, nderdelen 1 en 2, f b. artikel 2, nderdelen 3 tt en met 21, f artikel 3 vr zver het betreft: 1. inpandige veranderingen, 8

9 2. een verandering van een achtergevel f achterdakvlak, mits die gevel f dat dakvlak niet naar penbaar tegankelijk gebied is gekeerd, 3. een buwwerk p erf aan de achterkant van een hfdgebuw, mits dat erf niet k deel uitmaakt van het erf aan de zijkant van dat gebuw en niet naar penbaar tegankelijk gebied is gekeerd, f 4. een buwwerk p grnden die nderdeel zijn van penbaar tegankelijk gebied. Artikel 5 1. Bij de tepassing van de artikelen 2, 3 en 4 blijft het aantal wningen gelijk. 2. De artikelen 2 en 3 zijn niet van tepassing p een activiteit die plaatsvindt in, aan, p f bij een buwwerk dat in strijd met artikel 2.1 van de wet is gebuwd f wrdt gebruikt. 3. Artikel 2, nderdeel 3, is evenmin van tepassing p een activiteit die plaatsvindt in: a. een in het bestemmingsplan f de beheersverrdening pgenmen veiligheidszne, getypeerd als A-zne f B-zne, rndm een munitiepslag f een inrichting vr activiteiten met ntplfbare stffen; b. een ander gebied waarin die activiteit p grnd van het bestemmingsplan f de beheersverrdening niet is tegestaan vanwege het verschrijden van het plaatsgebnden risic van 10-6 per jaar als gevlg van de aanwezigheid van een inrichting, transprtrute f buisleiding dan wel vanwege de ligging in een belemmeringenstrk ten beheve van het nderhud van een buisleiding. 4. Artikel 3, nderdelen 1 en 2, is evenmin van tepassing vr zver vr het buwwerk waarp de activiteit betrekking heeft krachtens het bestemmingsplan regels gelden die met tepassing van artikel 40 van de Mnumentenwet 1988 in het belang van de archelgische mnumentenzrg zijn gesteld, tenzij de ppervlakte van het buwwerk minder dan 50 m 2 bedraagt. 5. Artikel 3, nderdeel 8, is evenmin van tepassing p een activiteit die tevens een activiteit is als bedeld in artikel 2 f 3, nderdelen 1 tt en met 7, maar niet vldet aan de in die artikelen ten aanzien van die activiteit gestelde eisen. Artikel 6 Indien het hfdgebuw geen wning is, maar p het perceel wel een f meer p de grnd staande wningen aanwezig zijn, wrdt: a. bij de tepassing van artikel 2, nderdeel 3, en artikel 3, nderdelen 1 en 6, het achtererfgebied bepaald dr het gebuw waarvan de vrkant het dichtst is gelegen bij penbaar tegankelijk gebied; b. een p het perceel aanwezige wning vr de tepassing van artikel 2, nderdeel 3, nder a, tevens als hfdgebuw aangemerkt. Artikel 7 Indien een bijbehrend buwwerk als bedeld in artikel 2, nderdeel 3, bestaat uit een deel dat p meer, en een deel dat p minder dan 2,5 m van het rsprnkelijk hfdgebuw is gelegen en zich geen inwendige scheidingscnstructie bevindt tussen beide delen, is p het 9

10 deel dat p minder dan 2,5 m van het rsprnkelijk hfdgebuw is gelegen artikel 2, nderdeel 3, nder b, nderdeel 4, van vereenkmstige tepassing. Hfdstuk VI. Overgangsrecht Artikel 8 Een mgevingsvergunning vr activiteiten als bedeld in artikel 2.1, eerste lid, nder a en c, van de wet is niet vereist, indien die activiteiten betrekking hebben p het buwen van een buwwerk dat reeds was aangevangen vr de inwerkingtreding van de wet en p het tijdstip waarp met dat buwen is begnnen daarvr krachtens de Wningwet geen buwvergunning was vereist. 10