Praktijkvariatie rond indicatiestelling in Nederlandse ziekenhuizen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Praktijkvariatie rond indicatiestelling in Nederlandse ziekenhuizen"

Transcriptie

1 Praktijkvariatie rond indicatiestelling in Nederlandse ziekenhuizen Presentatie van de indicator praktijkvariatie voor 7 aandoeningen op basis van gegevens uit 2008 Versie

2 Colofon Opdracht en eindverantwoordelijkheid Tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van programmabureau Zichtbare Zorg Ziekenhuizen Auteurs Gwendy van Schooten, Plexus, adviseur Linde Jacobs, Plexus, adviseur Nicoline Beersen, Plexus, adviseur Marc Berg, Plexus, partner Den Haag, September

3 Inhoud Colofon Inleiding Methodiek Berekenen ongecorrigeerde indicator praktijkvariatie Bepalen significante populatiekenmerken Constructie verzorgingsgebied per instelling Berekenen gecorrigeerde indicator praktijkvariatie Praktijkvariatie op instelling- en gemeenteniveau Resultaten Galstenen Hartritmestoornissen Nekhernia Otitis media Septumafwijkingen (neus) Stabiele angina pectoris Uterus myomatosus Discussie Beperkingen methodiek Beperkingen data Conclusies Bijlage 1 Overzicht databronnen Bijlage 2 Overzicht DBC-coderingen Bijlage 3 Referenties

4 1. Inleiding Kwaliteit van zorg kan gedefinieerd worden als doing the right things right. 1 De aandacht voor het in kaart brengen van de kwaliteit van zorg heeft zich tot nu toe met name gericht op doing things right. De indicatoren die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld voor het meten van kwaliteit van zorg meten de kwaliteit van uitgevoerde behandelingen. Of dit ook de juiste behandelingen zijn ( the right things ), of er dus sprake is van een juiste indicatiestelling, is tot nu toe onderbelicht gebleven. Om ook dit aspect van kwaliteit van zorg te meten, wordt voor zeven aandoeningen de indicator praktijkvariatie geïntroduceerd. Deze indicator kan op basis van landelijk beschikbare, administratieve gegevens worden berekend, en kent een goede wetenschappelijke basis (zie Bijlage 3). Dit rapport geeft op basis van de gegevens uit het DBC Informatiesysteem (DIS) van 2008 een illustratie hoe deze indicator gerapporteerd kan worden. Praktijkvariatie wordt gedefinieerd als het bestaan van regionale verschillen in indicatiestelling die niet op basis van populatiekenmerken te verklaren zijn. Dit rapport behandelt de verschillen in indicatiestelling voor het overgaan tot een operatieve interventie. Praktijkvariatie komt voornamelijk voor bij aandoeningen waar de indicatiestelling niet zwart/wit is. In regio s waar relatief veel patiënten een interventie ondergaan, bestaat het risico op overbehandeling. Aan de andere kant bestaat het risico op onderbehandeling in regio s waar relatief weinig patiënten een interventie ondergaan. Het meten van praktijkvariatie brengt deze verschillen in kaart. De indicator praktijkvariatie is in dit rapport berekend voor zeven aandoeningen: galstenen, hartritmestoornissen, nekhernia, otitis media, septumafwijkingen neus, stabiele angina pectoris en uterus myomatosus. Dit rapport presenteert de resultaten voor deze aandoeningen op zowel instelling 2 - als gemeenteniveau. Praktijkvariatie op gemeenteniveau laat zien hoeveel patiënten 1 Zoals omschreven door de Dartmouth Atlas of Healthcare die ruim 20 jaar onderzoek doet naar variatie in zorggebruik in de VS. 2 Een instelling kan zowel een ziekenhuis als een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) zijn. 4 37

5 wonend in een bepaald postcodegebied een interventie hebben ondergaan (gecorrigeerd voor kenmerken als leeftijd en sociale status). Deze interventie kan door een instelling uit het eigen postcodegebied zijn verricht, maar dat hoeft niet. Praktijkvariatie op instellingniveau laat zien hoeveel patiënten van een bepaalde instelling een interventie hebben ondergaan. Welke patiënten tot een instelling behoren (het verzorgingsgebied) wordt per aandoening berekend op basis van de daadwerkelijke patiëntenstromen (zie Paragraaf 2.3). 5 37

6 2. Methodiek Dit hoofdstuk beschrijft de gebruikte methodiek voor het berekenen van de indicator praktijkvariatie. Voor iedere aandoening zijn de volgende stappen gevolgd: 1. Berekenen van ongecorrigeerde indicator praktijkvariatie op postcodeniveau 2. Bepalen van significante populatiekenmerken 3. Construeren van het verzorgingsgebied per instelling 4. Berekenen van gecorrigeerde indicator praktijkvariatie op instelling- en gemeenteniveau 2.1. Berekenen ongecorrigeerde indicator praktijkvariatie De eerste stap in het berekenen van de indicator praktijkvariatie is het bepalen van de ongecorrigeerde indicatorwaarde. Dit gebeurt op postcodeniveau aangezien dit het meest gedetailleerde niveau is waarop de data beschikbaar is. Hierbij wordt gebruik gemaakt van data uit het DBC Informatiesysteem (DIS) en van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Voor een overzicht van de gebruikte databronnen zie Bijlage 1. Postcodegebieden die te klein zijn voor betrouwbare resultaten worden geclusterd met naastgelegen postcodes. Deze stap leidt tot een ongecorrigeerde indicatorwaarde per cluster van postcodes Bepalen significante populatiekenmerken De volgende stap is het bepalen welke populatiekenmerken een significante invloed hebben op de indicatorwaarde. Voor deze populatiekenmerken vindt zonodig correctie plaats. De volgende kenmerken zijn onderzocht: geslacht, leeftijd, samenstelling van huishouden, etnische achtergrond en sociale status. Hierbij is gebruik gemaakt van tabellen van het CBS en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Zie voor een overzicht van de gebruikte datatabellen Bijlage 1. Enkelvoudige lineaire regressies op clusterniveau bepalen welke populatiekenmerken een significante (p<0,05) invloed hebben op praktijkvariatie. Een meervoudige lineaire regressie op alle significante populatiekenmerken levert de mate van invloed door middel van de regressiecoëfficiënten. Grote clusters tellen bij deze regressie zwaarder mee dan kleine clusters. 6 37

7 2.3. Constructie verzorgingsgebied per instelling De derde stap is de constructie van verzorgingsgebieden van de Nederlandse instellingen. Een verzorgingsgebied bestaat uit die inwoners die voor de instelling gekozen hebben of hadden kunnen kiezen. Deze stap koppelt gemeenten aan instellingen. Als instelling gelden zowel de Nederlandse ziekenhuizen, als ook zelfstandige behandelcentra (ZBC s) die in de DIS registratie zijn opgenomen. Per aandoening staat aangegeven hoeveel ZBC s deel uitmaakten van de analyse. De constructie van verzorgingsgebieden maakt gebruik van de postcoderegistratie in de DIS dataset. De fractie patiënten uit een postcodegebied dat voor de betreffende aandoening in behandeling is bij een bepaalde instelling, bepaalt de fractie inwoners uit dat postcodegebied dat aan de instelling wordt toegewezen. 3 Postcodes waaruit niemand naar een instelling is geweest voor de behandeling van de aandoening worden aan dezelfde instellingen toegewezen als een naastgelegen postcode, waaruit wel patiënten zijn behandeld. Op deze manier kunnen alle postcodegebieden aan één of meerdere instellingen worden gekoppeld. Na deze koppeling is bekend hoe de populatie (met bijbehorende populatiekenmerken) van iedere instelling eruit ziet. De constructie van de verzorgingsgebieden gebeurt per aandoening. Dit betekent dat het verzorgingsgebied van een instelling per aandoening kan verschillen Berekenen gecorrigeerde indicator praktijkvariatie Deze stap berekent de gecorrigeerde indicator praktijkvariatie zowel op gemeente- als op instellingniveau. 3 De interventies bij nekhernia, hartritmestoornissen en stabiele angina pectoris zijn dermate specialistisch dat deze slechts in een beperkt aantal instellingen worden uitgevoerd. Om vertekenende verwijseffecten tegen te gaan, krijgen bij deze aandoeningen alleen de instellingen die ook interveniëren een verzorgingsgebied toegewezen. 7 37

8 Zowel voor de gemeenten als de verzorgingsgebieden van de instellingen is bekend uit de vorige stappen hoeveel mensen er wonen en hoeveel interventies zijn uitgevoerd. Het aantal interventies per inwoners (de praktijkvariatie) van een gemeente of instelling is het quotiënt van deze waarden. Bovendien zijn alle populatiekenmerken van het verzorgingsgebied bekend voor iedere instelling. De praktijkvariatie, verwacht op basis van deze populatiekenmerken, is uitgerekend door deze kenmerken in te vullen in de regressievergelijking (zie Paragraaf 2.2). De gecorrigeerde indicator praktijkvariatie voor iedere instelling is als volgt berekend: 2.5. Praktijkvariatie op instelling- en gemeenteniveau Onderstaande figuur laat zien hoe de indicator praktijkvariatie dient te worden begrepen. Praktijkvariatie is het cumulatieve effect van de beslissingen I, II en III hieronder. In deze analyse wordt gecorrigeerd voor een aantal belangrijke populatiekenmerken, maar culturele verschillen kunnen een rol spelen in de beslissing om met een klacht naar een dokter te gaan (I), en huisartsen in een gemeente kunnen meer of minder doorverwijzen (II). De beslissing van de medisch specialist om te interveniëren of niet is, zo gezegd, maar een deel van de keten van beslissingen die tot een interventie leidt. Als patiënten niet bij de specialist komen, kan ook niet worden geïntervenieerd; als veel patiënten bij de specialist komen vragen om een interventie, zal veelal eerder worden geïntervenieerd. I Patiënt: beslissing om met klacht naar huisarts te gaan II Huisarts: beslissing om door te verwijzen naar ziekenhuis III Specialist: beslissing om te intervenieren Zie hiervoor verder Hoofdstuk

9 3. Resultaten Dit hoofdstuk presenteert per aandoening de resultaten van de indicator praktijkvariatie. De analyse is gedaan op patiëntgegevens uit de DIS dataset van Deze bevat alle afgesloten DBC s met een begindatum in Hierbij is geen onderscheid gemaakt in initiële en vervolg DBC s. In de tabel hieronder staat per aandoening en per interventie aangegeven hoeveel DBC s er in de DIS dataset 2008 staan. Een overzicht van de gekozen DBC-coderingen is te vinden in Bijlage 2. Aandoening # aandoening Interventie # interventies Galstenen Verwijdering galblaas Hartritmestoornissen Plaatsing pacemaker Nekhernia Operatieve interventie Otitis media (OMA/OME) Buisjes Septumafwijkingen neus Operatieve interventie Stabiele angina pectoris PCI Uterus myomatosus Verwijdering baarmoeder Bij de bepaling van de verzorgingsgebieden is voor bijna alle aandoeningen uitgegaan van het aantal DBC s in een postcodegebied. Voor nekhernia is uitgegaan van het aantal patiënten in plaats van het aantal DBC s in een postcodegebied als basis voor de bepaling van het verzorgingsgebied, omdat bij deze diagnose vaak zowel de neuroloog als de snijdend specialist een DBC openen. In de DIS dataset van 2008 staan verschillende patiëntnummers met één of meerdere nekhernia DBC s (voor codes zie bijlage 2 DBC-coderingen). De volgende paragrafen bevatten voor iedere aandoening twee grafische weergaven: 1. Een staafdiagram met resultaten per instelling (anoniem) 2. Een kaart van Nederland met resultaten per gemeente 9 37

10 De staafdiagram geeft de indicatorwaarden van de verschillende instellingen weer. In deze voorbeeldrapportage worden geen namen van instellingen genoemd. Outliers worden niet weergegeven in de staafdiagram om vertekening van de resultaten te voorkomen. Het gaat hierbij om één specifieke instelling die de postcode data van zijn patiënten verkeerd had geregistreerd en enkele instellingen waarvan resultaten op slechts enkele DBC s voor de betreffende aandoening zijn gebaseerd. De kaart van Nederland geeft de spreiding over de verschillende gemeenten 4 weer. Dit geeft inzicht in de praktijkvariatie in Nederland. De correctie is uitgevoerd op postcodeniveau. De instelling die de postcode data verkeerd had geregistreerd is samengevoegd met enkele omliggende gemeenten voor een meer betrouwbare weergave. Vanwege het lage aantal interventies zijn bij nekhernia kleine gemeenten geclusterd met een naastgelegen gemeente voor een betrouwbaarder beeld. De volgende paragrafen behandelen per aandoening de resultaten van de indicator praktijkvariatie Galstenen In Figuur 1 staan de resultaten voor het aantal interventies (verwijdering galblaas) voor galstenen per inwoners voor de verschillende instellingen. Voor 96 instellingen is de praktijkvariatie weergegeven. Vijf instellingen staan niet in de figuur, waarvan één outlier en vier instellingen zonder interventies. In totaal is 1 ZBC in de analyse meegenomen. De waarden zijn gecorrigeerd voor geslacht, afkomst, huishoudensgrootte, leeftijd en sociale status. Gemiddeld worden in Nederland 136 galblaasoperaties per inwoners uitgevoerd. De waarden variëren van instellingen die 94 (10 e percentiel) tot 170 (90 e percentiel) operaties per inwoners uitvoeren. 4 Er zijn in Nederland 443 gemeenten 10 37

11 Figuur 1 Praktijkvariatie galstenen op instellingniveau (aantal operaties per inwoners uit verzorgingsgebied van de instelling). In Figuur 2 is de praktijkvariatie uitgezet op gemeenteniveau. Het aantal galblaasoperaties varieert per gemeente van 85 (10 e percentiel) tot 176 (90 e percentiel) operaties per inwoners

12 Gecorrigeerde praktijkvariatie galstenen Legenda 0 e 10 e percentiel 10 e 20 e percentiel 20 e 30 e percentiel 30 e 40 e percentiel 40 e 50 e percentiel 50 e 60 e percentiel 60 e 70 e percentiel 70 e 80 e percentiel 80 e 90 e percentiel 90 e 100 e percentiel Figuur 2 Praktijkvariatie galstenen op gemeenteniveau (aantal operaties per inwoners) het gaat hier om de gemeente waar de patiënt woont; niet om de gemeente waar de interventie heeft plaatsgevonden. Landelijk gemiddelde: 136 galblaasoperaties per inwoners 12 37

13 3.2. Hartritmestoornissen In Figuur 3 staan de resultaten voor het aantal interventies (plaatsing pacemaker) voor hartritmestoornissen per inwoners voor de verschillende instellingen. Voor 95 instellingen is de praktijkvariatie weergegeven. Eén outlier staat niet in de figuur. Instellingen die geen pacemaker plaatsingen uitvoerden in 2008 zijn buiten de analyse gelaten om vertekening door verwijseffecten te voorkomen. Er zijn geen ZBC s in de analyse meegenomen. Figuur 3 Praktijkvariatie hartritmestoornissen op instellingniveau (aantal operaties per inwoners uit verzorgingsgebied van de instelling)

14 De waarden zijn gecorrigeerd voor geslacht, afkomst, huishoudensgrootte, leeftijd en sociale status. Gemiddeld worden in Nederland 61 pacemakers geplaatst per inwoners. De waarden variëren van instellingen die 40 (10 e percentiel) tot 82 (90 e percentiel) operaties per inwoners uitvoeren. In Figuur 4 is de praktijkvariatie uitgezet op gemeenteniveau. De waarden zijn gecorrigeerd voor geslacht, afkomst, huishoudensgrootte, leeftijd en sociale status. De diagnose hartritmestoornissen wordt toegewezen op basis van vijf verschillende DBC s (zie Bijlage 2 Overzicht DBC-coderingen). Afhankelijk van de diagnose wordt sneller of minder snel een pacemaker geplaatst. De waarden zijn nog niet gecorrigeerd voor diagnose. Gemiddeld worden in Nederland 61 pacemakeroperaties per inwoners uitgevoerd. Dit varieert per gemeente van 32 (10 e percentiel) tot 94 (90 e percentiel) operaties per inwoners

15 Gecorrigeerde praktijkvariatie hartritmestoornissen Legenda 0 e 10 e percentiel 10 e 20 e percentiel 20 e 30 e percentiel 30 e 40 e percentiel 40 e 50 e percentiel 50 e 60 e percentiel 60 e 70 e percentiel 70 e 80 e percentiel 80 e 90 e percentiel 90 e 100 e percentiel Figuur 4 Praktijkvariatie hartritmestoornissen op gemeenteniveau (aantal operaties per inwoners) het gaat hier om de gemeente waar de patiënt woont; niet om de gemeente waar de interventie heeft plaatsgevonden. Landelijk gemiddelde: 61 pacemakeroperaties per inwoners 15 37

16 3.3. Nekhernia In Figuur 5 staan de resultaten voor het aantal operatieve interventies voor nekhernia per inwoners voor de verschillende instellingen. Voor 38 instellingen is de praktijkvariatie weergegeven. Zes outliers staan niet in de figuur. Instellingen die geen nekhernia-operaties uitvoeren zijn niet meegenomen in de analyse om vertekening door verwijseffecten te voorkomen. Er zijn geen ZBC s in de analyse meegenomen. De waarden zijn gecorrigeerd voor geslacht, afkomst en sociale status. De waarden zijn niet gecorrigeerd voor huishoudensgrootte en leeftijd, omdat deze factoren geen significante invloed hebben. Gemiddeld worden in Nederland 10 interventies per inwoners uitgevoerd. De waarden variëren van instellingen die 1 (10 e percentiel) tot 22 (90 e percentiel) operaties per inwoners uitvoeren. Figuur 5 Praktijkvariatie nekhernia op instellingniveau (aantal operaties per inwoners uit verzorgingsgebied van de instelling)

17 In Figuur 6 is de praktijkvariatie uitgezet op gemeenteniveau. Het aantal interventies varieert per gemeente van 0 (10 e percentiel) tot 21 (90 e percentiel) operaties per inwoners. Te kleine gemeenten zijn hierbij geclusterd

18 Gecorrigeerde praktijkvariatie nekhernia Legenda 0 e 10 e percentiel 10 e 20 e percentiel 20 e 30 e percentiel 30 e 40 e percentiel 40 e 50 e percentiel 50 e 60 e percentiel 60 e 70 e percentiel 70 e 80 e percentiel 80 e 90 e percentiel 90 e 100 e percentiel Figuur 6 Praktijkvariatie nekhernia op gemeenteniveau (aantal operaties per inwoners) het gaat hier om de gemeente waar de patiënt woont; niet om de gemeente waar de interventie heeft plaatsgevonden. Landelijk gemiddelde: 10 operaties per inwoners

19 3.4. Otitis media In Figuur 7 staan de resultaten voor het aantal interventies (plaatsen buisjes) voor otitis media per inwoners voor de verschillende instellingen. Voor 101 instellingen is de praktijkvariatie weergegeven. Twee outliers staan niet in de figuur. In totaal zijn 5 ZBC s in de analyse meegenomen. De waarden zijn gecorrigeerd voor geslacht, afkomst, huishoudensgrootte, leeftijd en sociale status. Gemiddeld worden in Nederland 337 interventies per inwoners uitgevoerd. De waarden variëren van instellingen die 203 (10 e percentiel) tot 503 (90 e percentiel) operaties per inwoners uitvoeren. Figuur 7 Praktijkvariatie otitis media op instellingniveau (aantal operaties per inwoners uit verzorgingsgebied van de instelling). In Figuur 8 is de praktijkvariatie uitgezet op gemeenteniveau. Het aantal interventies varieert per gemeente van 209 (10 e percentiel) tot 505 (90 e percentiel) operaties per inwoners

20 Gecorrigeerde praktijkvariatie otitis media Legenda 0 e 10 e percentiel 10 e 20 e percentiel 20 e 30 e percentiel 30 e 40 e percentiel 40 e 50 e percentiel 50 e 60 e percentiel 60 e 70 e percentiel 70 e 80 e percentiel 80 e 90 e percentiel 90 e 100 e percentiel Figuur 8 Praktijkvariatie otitis media op gemeenteniveau (aantal operaties per inwoners) het gaat hier om de gemeente waar de patiënt woont; niet om de gemeente waar de interventie heeft plaatsgevonden. Landelijk gemiddelde: 337 operaties per inwoners

21 3.5. Septumafwijkingen (neus) In Figuur 9 staan de resultaten voor het aantal operatieve interventies voor neusseptumafwijkingen per inwoners voor de verschillende instellingen. Voor 101 instellingen is de praktijkvariatie weergegeven. Drie outliers staan niet in de figuur. In totaal zijn 7 ZBC s in de analyse meegenomen. De waarden zijn gecorrigeerd voor geslacht, afkomst, huishoudensgrootte en sociale status. Voor leeftijd is niet gecorrigeerd, want dit kenmerk heeft geen significante invloed. Gemiddeld worden in Nederland 57 septumoperaties per inwoners uitgevoerd. De waarden variëren van instellingen die 29 (10 e percentiel) tot 82 (90 e percentiel) operaties per inwoners uitvoeren. Figuur 9 Praktijkvariatie septumafwijkingen (neus) op instellingniveau (aantal operaties per inwoners uit verzorgingsgebied van de instelling). In Figuur 10 is de praktijkvariatie uitgezet op gemeenteniveau. Het aantal neusseptumoperaties 21 37

22 varieert per gemeente van 21 (10 e percentiel) tot 84 (90 e percentiel) operaties per inwoners

23 Gecorrigeerde praktijkvariatie septumafwijkingen neus Legenda 0 e 10 e percentiel 10 e 20 e percentiel 20 e 30 e percentiel 30 e 40 e percentiel 40 e 50 e percentiel 50 e 60 e percentiel 60 e 70 e percentiel 70 e 80 e percentiel 80 e 90 e percentiel 90 e 100 e percentiel Figuur 10 Praktijkvariatie septumafwijkingen (neus) op gemeenteniveau (aantal operaties per inwoners) het gaat hier om de gemeente waar de patiënt woont; niet om de gemeente waar de interventie heeft plaatsgevonden. Landelijk gemiddelde: 57 operaties per inwoners

24 3.6. Stabiele angina pectoris In Figuur 11 staan de resultaten voor het aantal interventies (dotterbehandelingen) voor stabiele angina pectoris per inwoners voor de verschillende instellingen. Voor 23 instellingen is de praktijkvariatie weergegeven. Twee outliers staan niet in de figuur. Er zijn geen ZBC s in de analyse meegenomen. De waarden zijn gecorrigeerd voor geslacht, afkomst, leeftijd en sociale status. De praktijkvariatie is niet gecorrigeerd voor huishoudensgrootte, omdat deze factor geen significante invloed heeft. Gemiddeld werden in Nederland in dotterbehandelingen uitgevoerd per inwoners. De waarden variëren van instellingen die 11 (10 e percentiel) tot 158 (90 e percentiel) operaties per inwoners uitvoeren. Figuur 11 Praktijkvariatie stabiele angina pectoris op instellingniveau (aantal operaties per inwoners uit verzorgingsgebied van de instelling)

25 In Figuur 12 is de praktijkvariatie voor dotterbehandelingen bij stabiele angina pectoris uitgezet op gemeenteniveau. In Nederland werden in 2008 gemiddeld 92 dotterbehandelingen per inwoners uitgevoerd. Dit varieert per gemeente van 47 (10 e percentiel) tot 155 (90 e percentiel) operaties per inwoners

26 Gecorrigeerde praktijkvariatie stabiele angina pectoris Legenda 0 e 10 e percentiel 10 e 20 e percentiel 20 e 30 e percentiel 30 e 40 e percentiel 40 e 50 e percentiel 50 e 60 e percentiel 60 e 70 e percentiel 70 e 80 e percentiel 80 e 90 e percentiel 90 e 100 e percentiel Figuur 12 Praktijkvariatie stabiele angina pectoris op gemeenteniveau (aantal operaties per inwoners) het gaat hier om de gemeente waar de patiënt woont; niet om de gemeente waar de interventie heeft plaatsgevonden. Landelijk gemiddelde: 92 dotterbehandelingen per inwoners

27 3.7. Uterus myomatosus In Figuur 13 staan de resultaten voor het aantal interventies (verwijdering uterus) voor uterus myomatosus per inwoners voor de verschillende instellingen. Voor 98 instellingen is de praktijkvariatie weergegeven. Negen instellingen staan niet in de figuur, waarvan vier outliers en vijf instellingen zonder interventies. In totaal zijn 5 ZBC s in de analyse meegenomen. Deze waarden zijn gecorrigeerd voor geslacht, afkomst, huishoudensgrootte en leeftijd. Correctie voor sociale status heeft niet plaatsgevonden aangezien dit kenmerk geen significante invloed heeft. Gemiddeld worden in Nederland 26 interventies per inwoners uitgevoerd. De waarden variëren van instellingen die 13 (10 e percentiel) tot 41 (90 e percentiel) operaties per inwoners uitvoeren. Figuur 13 Praktijkvariatie uterus myomatosus op instellingniveau (aantal operaties per inwoners uit verzorgingsgebied van de instelling)

28 In Figuur 14 is de praktijkvariatie uitgezet op gemeenteniveau. Het aantal operatieve interventies varieert per gemeente van 8 (10 e percentiel) tot 41 (90 e percentiel) operaties per inwoners

29 Gecorrigeerde praktijkvariatie uterus myomatosus Legenda 0 e 10 e percentiel 10 e 20 e percentiel 20 e 30 e percentiel 30 e 40 e percentiel 40 e 50 e percentiel 50 e 60 e percentiel 60 e 70 e percentiel 70 e 80 e percentiel 80 e 90 e percentiel 90 e 100 e percentiel Figuur 14 Praktijkvariatie uterus myomatosus op gemeenteniveau (aantal operaties per inwoners) het gaat hier om de gemeente waar de patiënt woont; niet om de gemeente waar de interventie heeft plaatsgevonden. Landelijk gemiddelde: 26 operaties per inwoners

30 4. Discussie De gebruikte methodiek geeft een goed beeld van de praktijkvariatie rond indicatiestelling in Nederland voor de zeven onderzochte aandoeningen. Zoals aan iedere methode zitten ook aan deze methode enige beperkingen. Dit geldt ook voor de gebruikte data. In dit hoofdstuk worden deze beperkingen besproken Beperkingen methodiek De gehanteerde methodiek voor het toewijzen van het verzorgingsgebied zoals in dit rapport gehanteerd is nog niet optimaal. Zoals hier toegepast corrigeert de methodiek slechts gedeeltelijk voor verwijs- en keuze-effecten. Indien iemand specifiek voor een operatie kiest of wordt verwezen naar een gespecialiseerd centrum zal deze patiënt hoogstwaarschijnlijk een hogere a priori kans hebben om geopereerd te worden dan een gemiddelde patiënt. Dit verstoort de indicatorwaarde met name bij aandoeningen waarbij de interventies zijn gecentraliseerd in een beperkt aantal instellingen. Dit geldt bijvoorbeeld voor dotterbehandelingen die plaatsvinden in speciaal daarvoor ingerichte dottercentra, of nekhernia operaties. Indien het gaat om verwijzingen van instellingen die zelf niet de interventie uitvoeren ( eerste orde verwijseffecten ) dan is hiervoor gecorrigeerd. Dit is mogelijk door alleen die instellingen die daadwerkelijk de interventie uitvoeren een verzorgingsgebied toe te wijzen. Moeilijker is het te corrigeren voor verwijseffecten waarbij het echt om een derdelijns-functie gaat ( tweede orde verwijseffecten ). Instellingen met een grote naam op het gebied van bijvoorbeeld het plaatsen van pacemakers zullen ook patiënten doorverwezen krijgen van instellingen die zelf ook pacemakers plaatsen. De methodiek om verzorgingsgebieden toe te wijzen werkt hier niet goed, omdat dit type verwijzingen niet uit DBC-registraties af te leiden zijn. Daar waar dit significante aantallen betreft, kan dit leiden tot een overschatting van de praktijkvariatie bij de super-gespecialiseerde (derdelijns) centra. Indien het wenselijk wordt geacht om tweede orde verwijseffecten ook mee te nemen in analyse, is 30 37

31 gedetailleerde data op patiëntniveau nodig. Het is van belang dat patiënten gevolgd kunnen worden over verschillende instellingen bijvoorbeeld op basis van een (geanonimiseerd) burger servicenummer. Voor deze analyse was een dergelijke registratie niet beschikbaar. Het gebrek aan een registratie waarbij patiënten over verschillende instellingen kunnen worden gevolgd, heeft ook een ander gevolg. Patiënten die bij twee instellingen onder behandeling zijn voor dezelfde aandoening, bijvoorbeeld vanwege een second opinion, tellen voor beide instellingen mee in de bepaling van het verzorgingsgebied. Dit betekent dat de instelling die de patiënt niet opereert een groter verzorgingsgebied krijgt toegewezen dan reëel is. De gevolgen op de indicatorwaarde van deze beperking zijn echter gering, tenzij een instelling naar verhouding veel second opinions verricht. Een laatste beperking aan de methodiek is de volgende. De constructie van het verzorgingsgebied maakt gebruik van het aantal DBC s dat geopend is in een gemeente door de betreffende instelling voor de onderzochte aandoening. Er zijn echter ook regionale verschillen in de mate waarin een aandoening gediagnosticeerd wordt bij een vergelijkbaar klachtenpatroon, en dus het aantal DBC s dat voor de aandoening wordt geopend gegeven een bepaalde patiëntenpopulatie. Het is mogelijk dat een centrum dat relatief snel overgaat tot opereren bij neusseptum afwijkingen, ook relatief meer patiënten zal aantrekken en/of eerder bij patiënten de diagnose neusseptum afwijking zal stellen. Deze patiënten dragen dan bij aan de constructie van het verzorgingsgebied: de noemer van de indicator wordt groter. Dit kan leiden tot een onderschatting van de werkelijke praktijkvariatie (zie ook paragraaf 2.5). In deze rapportage worden per aandoening twee figuren getoond, de staafdiagram op instellingniveau en de landkaart op gemeenteniveau. Gegeven bovenstaande beperkingen zijn beide figuren van belang om een uitspraak te kunnen doen over de medisch specialistische zorg bij de interpretatie van de indicator praktijkvariatie. Een groene score op de landkaart (weinig operaties per inwoners) kan veroorzaakt worden door conservatief beleid van de instellingen waar inwoners uit de gemeente naartoe gaan. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat de poortwachtersfunctie van de huisartsen in de gemeente dusdanig functioneert dat slechts weinig patiënten verwezen worden naar tweedelijnszorg. In zo n geval kan een instelling een relatief hoog percentage van de verwezen patiënten opereren, en daarmee relatief hoog scoren op de praktijkvariatie indicator op 31 37

32 instellingsniveau Beperkingen data Het DBC Informatiesysteem bevat alleen gegevens van instellingen in Nederland. Indien inwoners in een bepaalde gemeente gericht zijn op een buitenlandse zorginstelling zal in deze gemeente de praktijkvariatie onderschat worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor zwaardere interventies in de gemeenten in Zeeuws Vlaanderen (Zeeland). Een beperking van de data is het feit dat niet alle instellingen postcodes van patiënten nauwkeurig registreren. In deze rapportage zijn voor sommige instellingen postcodes toegewezen aan de hand van instelling-brede adherentiepatronen; een enkele instelling is uit de analyse gehaald. Betere registratie is noodzakelijk om de registratiebetrouwbaarheid te verhogen

33 5. Conclusies Figuur 15 Praktijkvariatie verschillen op instellingniveau Voor alle onderzochte aandoeningen is een aanzienlijke mate van variatie over het land en over de verschillende instellingen. Als op instellingniveau is gecorrigeerd voor de belangrijkste populatiekenmerken dan interveniëren de veel interveniërende instellingen meer dan twee keer zo veel als de weinig interveniërende instellingen (zie Figuur 15). Voor otitis media en septumafwijkingen geldt dat vaak interveniërende instellingen 2,4 keer zo veel opereren als weinig interveniërende instellingen. Voor uterus myomatosus ligt deze verhouding op 2,6. Voor stabiele angina pectoris geldt dat veel interveniërende instellingen 15 keer zo veel interveniëren als weinig interveniërende instellingen. Voor nekhernia ligt deze verhouding boven de 24, maar dit getal valt mede hoog uit doordat er meerdere instellingen zijn die slechts één of enkele operaties uitvoeren op jaarbasis. Op gemeenteniveau is, gecorrigeerd voor populatiekenmerken, een wisselend beeld te zien over de verschillende aandoeningen (zie Figuur 16). Nekhernia levert het meest extreme beeld: in meer dan 10% van de gemeenteclusters is de praktijkvariatie 0 operaties per inwoners, terwijl er ook gemeenteclusters zijn met meer dan 21 operaties per inwoners. Ook voor septumafwijkingen en uterus myomatosus is de praktijkvariatie aanzienlijk. Bij septumafwijkingen worden in sommige gemeenten 4,0 keer zoveel inwoners geopereerd als in gemeenten waar weinig inwoners geopereerd worden. Bij uterus myomatosus ligt deze verhouding zelfs op 5,0. Voor de overige aandoeningen varieert de verhouding tussen gemeenten waar veel inwoners geopereerd worden en gemeenten waar weinig inwoners geopereerd worden tussen 2,1 (galstenen) en 3,3 (stabiele angina pectoris). Figuur 16 Praktijkvariatie verschillen op gemeenteniveau 33 37

34 Bijlage 1 Overzicht databronnen Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende gegevens en databronnen: Benodigde gegevens gegevensniveau Bron 4-cijferige postcode patiëntniveau DIS registratie Volledige DBC-codering patiëntniveau DIS registratie Behandelende instelling + lokatie patiëntniveau DIS registratie Statusscore 5 4-cijferig postcodeniveau SCP Aantal inwoners 4-cijferig postcodeniveau CBS Aantal mannen 4-cijferig postcodeniveau CBS Aantal allochtonen 4-cijferig postcodeniveau CBS Gemiddelde huishoudensgrootte 4-cijferig postcodeniveau CBS Leeftijd 4-cijferig postcodeniveau CBS 5 een maat voor de sociale status van een postcodegebied samengesteld uit drie elementen: inkomen, werkgelegenheid en opleidingsniveau 34 37

35 Bijlage 2 Overzicht DBC-coderingen Voor het onderzoeken van de aandoeningen en bijbehorende interventies zijn de volgende DBCcoderingen gebruikt: 35 37

36 Bijlage 3 Referenties Er is een uitgebreide internationale literatuur beschikbaar over praktijkvariatie. De methodiek in dit onderzoek is gebaseerd op de methodiek van de Dartmouth Atlas groep. In overleg met onderzoekers van de Dartmouth groep zijn verfijningen toegepast specifiek voor de Nederlandse situatie. Een aantal kernreferenties over praktijkvariatie zijn de volgende: Dartmouth Atlas Project (2007). Preference Sensitive Care - Topic Brief; Fisher, E. S., Wennberg, D. E., Stukel, T. A., Gottlieb, D. J., Lucas, F. L., Pinder, E. L., et al. (2003). The Implications of Regional Variations in Medicare Spending. Part 1: The Content, Quality, and Accessibility of Care, 138(4), Fisher, E. S., Wennberg, D. E., Stukel, T. A., Gottlieb, D. J., Lucas, F. L., Pinder, E. T., et al. (2003). The Implications of Regional Variations in Medicare Spending. Part 2: Health Outcomes and Satisfaction with Care. Ann Int Med, 138(4), Mulley, A. G. (2009). Inconvenient truths about supplier induced demand and unwarranted variation in medical practice. British Medical Journal, 339, b4073. Song, Y., Skinner, J., Bynum, J., Sutherland, J., Wennberg, J. E., Fisher, E. S., et al. (2010). Regional variations in diagnostic practices. The New England journal of medicine, 363(1), Tseng, C. L., Helmer, D., Rajan, M., Tiwari, A., Miller, D., Crystal, S., et al. (2007). Evaluation of regional variation in total, major, and minor amputation rates in a national health-care system. Int J Quality Health Care, 19(6), Wennberg, J. E. (1984). Dealing with Medical Practice Variations: a Proposal for Action. Health Affairs, 3, Wennberg, J. E., Barnes, B. A., & Zubkoff, M. (1982). Professional Uncertainty and the Problem of 36 37

37 Supplier-Induced Demand. Social Science and Medicine, 16, Westert, G. P. (2002). Geographical Variations in Surgery: Outpatient versus Inpatient Treatment. Revue Médicale de l Assurance Maladie, 33(1), Zhang, Y., Baicker, K., & Newhouse, J. P. (2010). Geographic Variation in Medicare Drug Spending. NEJM

Management Samenvatting

Management Samenvatting Management Samenvatting Inleiding Zorgverzekeraars streven op het brede terrein van cure, care en preventie naar voortdurende verbetering van kwaliteit van zorg, gezondheid en kwaliteit van leven van hun

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument. Praktijkvariatie De methodiek. CZ 27 februari 2013, versie 1.0

Verantwoordingsdocument. Praktijkvariatie De methodiek. CZ 27 februari 2013, versie 1.0 Verantwoordingsdocument Praktijkvariatie De methodiek CZ 27 februari 2013, versie 1.0 1 Inhoud 1. Achtergrond... 3 1.1 Wat is praktijkvariatie... 3 1.2 Waarom doet CZ dit?... 3 2. Basis van de gegevens...

Nadere informatie

Rapportage. indicatoren indicatiestelling. (praktijkvariatie) Verslagjaar 2009

Rapportage. indicatoren indicatiestelling. (praktijkvariatie) Verslagjaar 2009 Rapportage indicatoren indicatiestelling (praktijkvariatie) Verslagjaar 2009 15 juli 2011 1 Colofon Tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van Zorgverzekeraars Nederland Vektis

Nadere informatie

Praktijkvariatierapport Rughernia

Praktijkvariatierapport Rughernia Praktijkvariatierapport Rughernia Datum: 2 december 2013 Versie: 1.0 Voorwoord Zorgverzekeraars streven op het brede terrein van cure, care en preventie naar voortdurende verbetering van kwaliteit van

Nadere informatie

Achtergronddocument Indicator indicatiestelling (praktijkvariatie)

Achtergronddocument Indicator indicatiestelling (praktijkvariatie) Achtergronddocument Indicator indicatiestelling (praktijkvariatie) Versie 1.0 31 augustus 2011 1 18 Colofon Tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van Zorgverzekeraars Nederland

Nadere informatie

21 april Praktijkvariatie NVAG. Erik-Jan Vlieger

21 april Praktijkvariatie NVAG. Erik-Jan Vlieger 21 april 2011 Praktijkvariatie NVAG Erik-Jan Vlieger vlieger@plexus.nl 06-55392678 Wat is praktijkvariatie? Definitie: het bestaan van regionale verschillen in indicatiestelling die niet op basis van populatiekenmerken

Nadere informatie

Praktijkvariatierapport 7 aandoeningen electieve zorg 2014

Praktijkvariatierapport 7 aandoeningen electieve zorg 2014 Praktijkvariatierapport 7 aandoeningen electieve zorg 2014 Samengesteld door: Expertteam Ziekenhuiszorg Datum: 27 mei 2014 Versie: 1.0 Voorwoord Zorgverzekeraars streven op het brede terrein van cure,

Nadere informatie

Kwaliteit van de geleverde zorg rond electieve zorg in 2010, beperkte update van de analyse over 2009.

Kwaliteit van de geleverde zorg rond electieve zorg in 2010, beperkte update van de analyse over 2009. Kwaliteit van de geleverde zorg rond electieve zorg in 2010, beperkte update van de analyse over 2009. Analyse van de waarde van electieve zorg op basis van declaratiegegevens Marije van der Steen, KPMG

Nadere informatie

MSZ PLUS INZICHT IN DE ZIEKENHUISZORG ZORGCIJFERS VAN EN VOOR ZIEKENHUIZEN

MSZ PLUS INZICHT IN DE ZIEKENHUISZORG ZORGCIJFERS VAN EN VOOR ZIEKENHUIZEN INZICHT IN DE ZIEKENHUISZORG ZORGCIJFERS VAN EN VOOR ZIEKENHUIZEN 1 VEKTIS Vektis beschikt over alle declaratiegegevens van de verzekerde zorg in Nederland en is de enige partij die deze gegevens heeft.

Nadere informatie

Hoe brengen we ongewenste praktijkvariatie terug?

Hoe brengen we ongewenste praktijkvariatie terug? Hoe brengen we ongewenste praktijkvariatie terug? Marc Berg De Weg naar Gepast Zorggebruik 28 maart 2013 Overview Praktijkvariatie in Zorggebruik: waar staan we? Hoe reduceren we ongewenste praktijkvariatie?

Nadere informatie

De ontwikkeling van een heropnamemodel. Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD

De ontwikkeling van een heropnamemodel. Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD De ontwikkeling van een heropnamemodel Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD Aanleiding Heropname kan een indicator zijn voor sub-optimale zorg

Nadere informatie

Duiden van praktijkvariatie rond indicatiestelling BPH. Nadere analyse van variatie, oorzaken ervan en aanpak

Duiden van praktijkvariatie rond indicatiestelling BPH. Nadere analyse van variatie, oorzaken ervan en aanpak Duiden van praktijkvariatie rond indicatiestelling BPH Nadere analyse van variatie, oorzaken ervan en aanpak Duiden van praktijkvariatie rond indicatiestelling Benigne Prostaathyperplasie (BPH) Nadere

Nadere informatie

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Magnée, T., Beurs, D.P. de, Verhaak. P.F.M. Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek.

Nadere informatie

ParkinsonNet in cijfers. Trends in paramedische zorg tussen

ParkinsonNet in cijfers. Trends in paramedische zorg tussen in cijfers Trends in paramedische zorg tussen 2010-2017 Juli 2018 Mariëtta Eimers Bas Bloem Marten Munneke Mirte van Galen Rune Poortvliet Vektis Vektis in cijfers trends in paramedische zorg 2010-2017

Nadere informatie

Technisch achtergronddocument indicator indicatiestelling (praktijkvariatie)

Technisch achtergronddocument indicator indicatiestelling (praktijkvariatie) Technisch achtergronddocument indicator indicatiestelling (praktijkvariatie) Versie 2.0 17 april 2014 Inhoud 1. Introductie 4 2. Methodologische aspecten bij de indicator indicatiestelling 5 2.1 Factsheet

Nadere informatie

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ Contactgegevens Dr. Daan Westra Duboisdomein 30, 6229 GT, Maastricht Tel.nr: 043-388 17 31 Email: d.westra@maastrichtuniversity.nl https://hsr.mumc.maastrichtuniversity.nl/ Onderzoeksteam

Nadere informatie

Reduceren van praktijkvariatie: budgettaire effecten van scherpere indicatiestelling

Reduceren van praktijkvariatie: budgettaire effecten van scherpere indicatiestelling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Reduceren van praktijkvariatie: budgettaire effecten van scherpere indicatiestelling juni 2010 Eveline van Beek Karin Lemmens Gwendy van Schooten Erik-Jan

Nadere informatie

Inventarisatie van verwijzingen van huisartsen en medisch specialisten op basis van DIS-data. Bart Klijs Agnes de Bruin

Inventarisatie van verwijzingen van huisartsen en medisch specialisten op basis van DIS-data. Bart Klijs Agnes de Bruin Inventarisatie van verwijzingen van huisartsen en medisch specialisten op basis van DIS-data Bart Klijs Agnes de Bruin CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31

Nadere informatie

Microdata Services. Bronvermelding

Microdata Services. Bronvermelding Documentatie Zorgproducten in de tweedelijns of gespecialiseerde Geestelijke Gezondheidszorg buiten de Diagnose Behandel Combinaties (DBCGGZOverigeZorgproductenTAB) Datum:11 april 2018 Bronvermelding Publicatie

Nadere informatie

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN CORONAIRLIJDEN Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden behandeld middels coronaire bypasschirurgie (CABG) en een

Nadere informatie

2/13/2012. Incentives in the Diagnosis Treatment Combination payment system for specialist medical care

2/13/2012. Incentives in the Diagnosis Treatment Combination payment system for specialist medical care Incentives in the Diagnosis Treatment Combination payment system for specialist medical care A study about behavioral responses of medical specialists and hospitals in the Netherlands 1. DBC 2. Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Toelichting beleidsinformatie Jeugd GGZ

Toelichting beleidsinformatie Jeugd GGZ Toelichting beleidsinformatie Jeugd GGZ versie 1, 1 juli 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Selectie van personen en zorg... 4 3. Beschrijving tabellen... 5 4. Gebruikte data en dekking... 8 5. Verspreiding

Nadere informatie

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Conceptrapportage ten behoeve van klankbordgroep 6 Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Deel 1 Versie 1, 5 augustus 2011 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Afbakening en leeswijzer 4 3. Doelstelling 4 4. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Najaar 2012. Voorbeeldrapportage Wijkscan

Najaar 2012. Voorbeeldrapportage Wijkscan Najaar 2012 Voorbeeldrapportage Wijkscan Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Gebiedsindeling... 4 2. Demografie... 5 2.1 Jeugd: 0 tot 14-jarigen... 6 2.2 Ouderen: 65-plussers... 6 2.3 Sociaal economische

Nadere informatie

Standard Mortality Ratio s (SMR) en de Hospital Standardized Sterftecijfers (HSMR) per specifieke diagnosegroep

Standard Mortality Ratio s (SMR) en de Hospital Standardized Sterftecijfers (HSMR) per specifieke diagnosegroep Standard Mortality Ratio s (SMR) en de Hospital Standardized Sterftecijfers (HSMR) per specifieke diagnosegroep SMR s per specifieke diagnosegroep 2015-2017 De Standard Mortality Ratio s (SMR) geeft per

Nadere informatie

12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur

12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur 12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur De Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR) is een deels gecorrigeerde maat voor ziekenhuissterfte bij 50 diagnosegroepen (de zogenoemde

Nadere informatie

Screening (4050, ) Eenmalig logopedisch onderzoek (4102, 4103, ) Hanen-ouderprogramma (4307, ) Uittoeslag

Screening (4050, ) Eenmalig logopedisch onderzoek (4102, 4103, ) Hanen-ouderprogramma (4307, ) Uittoeslag Toelichting Spiegelinformatie Logopedie In deze Toelichting Spiegelinformatie Logopedie staan de meest gestelde vragen rondom de Spiegelinformatie genoemd en beantwoord. Aan het einde vindt u bij de laatste

Nadere informatie

Belangen spreker. Kwaliteitsregistratie: het werkt! 1-11-2013. Marc van Tilburg chirurg 30 oktober 2013

Belangen spreker. Kwaliteitsregistratie: het werkt! 1-11-2013. Marc van Tilburg chirurg 30 oktober 2013 --23 Kwaliteitsregistratie: het werkt! Marc van Tilburg chirurg 3 oktober 23 Belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Begin maart kopten kranten dat de

Begin maart kopten kranten dat de Nieuwe aandacht voor praktijkvariatie Grip op volume Marc Berg, arts, partner Plexus Medical Group Correspondentieadres: berg@plexus.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl Geen belangenverstrengeling gemeld.

Nadere informatie

KISS rapportage gemeente Edam-Volendam

KISS rapportage gemeente Edam-Volendam 1/26 KISS rapportage gemeente Edam-Volendam Peiljaar: 2015 Datum van opleveren rapportage: 14 april 2017 2/26 KISS rapportage voor gemeenten Het Kennis- en Informatie Systeem Sport (KISS) is een informatiesysteem

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

SPECIFICATIE AAN TE LEVEREN VARIABELEN

SPECIFICATIE AAN TE LEVEREN VARIABELEN SPECIFICATIE AAN TE LEVEREN VARIABELEN T.B.V. VALIDATIE MODULE 2.1 CHS Solutions for Control Information B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd, opgeslagen

Nadere informatie

KISS rapportage gemeente Gorinchem

KISS rapportage gemeente Gorinchem 1/22 KISS rapportage gemeente Gorinchem Peiljaar: 2014 Datum van opleveren rapportage: 19 januari 2016 2/22 KISS rapportage voor gemeenten Het Kennis- en Informatie Systeem Sport (KISS) is een informatiesysteem

Nadere informatie

Gezamenlijke besluitvorming. Dr. Arwen Pieterse Afdeling Medische Besliskunde Leids Universitair Medisch Centrum

Gezamenlijke besluitvorming. Dr. Arwen Pieterse Afdeling Medische Besliskunde Leids Universitair Medisch Centrum Gezamenlijke besluitvorming Dr. Arwen Pieterse Afdeling Medische Besliskunde Leids Universitair Medisch Centrum Overzicht Geschiedenis Noodzaak Definitie Effect van gezamenlijke besluitvorming Geschiedenis

Nadere informatie

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht HSMR: doorontwikkeling en interpretatie Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht Inhoud presentatie Wat is de HSMR? Doorontwikkeling HSMR tot

Nadere informatie

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017 Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017 Uitvraag Bron Nr. over (jaar) hoofdstuk 1. Deelname aan Dutch Spine Surgergy Registry (DSSR) 2017 DSSR 1.4.3 2. Wachttijd tussen diagnose en aanvang

Nadere informatie

Antibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker

Antibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker INDICATORFICHE Antibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker % verblijven voor een implantatie van een (permanente) pacemaker waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen

Nadere informatie

Klik op één van de vragen hieronder om het antwoord te zien. U kunt in dit document ook met Ctrl-F naar trefwoorden zoeken.

Klik op één van de vragen hieronder om het antwoord te zien. U kunt in dit document ook met Ctrl-F naar trefwoorden zoeken. FAQs LBZ Dit document bevat een aantal veel gestelde vragen (FAQs, frequently asked questions) betreffende de LBZ. Deze vragenlijst wordt regelmatig bijgewerkt. Als u dit document bewaard heeft raden we

Nadere informatie

Toelichting spiegelinformatie en behandelindex fysiotherapie. versie 1.1 oktober 2017

Toelichting spiegelinformatie en behandelindex fysiotherapie. versie 1.1 oktober 2017 Toelichting spiegelinformatie en behandelindex fysiotherapie versie 1.1 oktober 2017 Uniformiteit berekening behandelindex en spiegelinformatie Eind 2015 hebben zorgverzekeraars het initiatief genomen

Nadere informatie

Nieuwe huisartsenbekostiging, perspectief van de zorgverzekeraars. Martien Bouwmans Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014

Nieuwe huisartsenbekostiging, perspectief van de zorgverzekeraars. Martien Bouwmans Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014 Nieuwe huisartsenbekostiging, perspectief van de zorgverzekeraars Martien Bouwmans Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014 Van volume/productie naar resultaten en kwaliteitsverschillen Huisartsenbekostiging

Nadere informatie

Alcoholhulpvraag in Nederland

Alcoholhulpvraag in Nederland Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor alcoholproblematiek in de verslavingszorg 25-214 Houten, december 215 Stichting IVZ Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste

Nadere informatie

KISS rapportage gemeente Stichtse Vecht

KISS rapportage gemeente Stichtse Vecht 1/23 KISS rapportage gemeente Stichtse Vecht Peiljaar: 2017 Datum van opleveren rapportage: 19 december 2018 KISS rapportage voor gemeenten 2/23 Het Kennis- en Informatie Systeem Sport (KISS) is een informatiesysteem

Nadere informatie

Microdataservices. Documentatierapport Diagnosen behorend bij ziekenhuisopnamen Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZDIAGNOSENTAB)

Microdataservices. Documentatierapport Diagnosen behorend bij ziekenhuisopnamen Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZDIAGNOSENTAB) Documentatierapport Diagnosen behorend bij ziekenhuisopnamen Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZDIAGNOSENTAB) Datum:3 mei 2017 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting CQI Oncologie Generiek 2014 Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Stichting Miletus Barneveld, 18 juni

Nadere informatie

6ATRIUMFIBRILLEREN. Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren

6ATRIUMFIBRILLEREN. Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren ATRIUMFIBRILLEREN Atriumfibrilleren is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als een ritmestoornis die gekenmerkt wordt door een irregulair RR interval (zonder de aanwezigheid van een repetitief patroon),

Nadere informatie

Opzet van het gezondheidszorgsysteem (paragraaf 1) Ziekenhuiszorg aanbod en productie (paragraaf 2) Ziekenhuiszorg prestaties (paragraaf 3)

Opzet van het gezondheidszorgsysteem (paragraaf 1) Ziekenhuiszorg aanbod en productie (paragraaf 2) Ziekenhuiszorg prestaties (paragraaf 3) Opzet van het gezondheidszorgsysteem (paragraaf 1) Globale systeemvergelijking Ziekenhuiszorg aanbod en productie (paragraaf 2) Aanbod Productie Ziekenhuiszorg prestaties (paragraaf 3) Kwaliteit Toegankelijkheid

Nadere informatie

Praktijkvariatie Artrose Heup en Knie, 3 april 2014 Achtergrondinformatie

Praktijkvariatie Artrose Heup en Knie, 3 april 2014 Achtergrondinformatie Praktijkvariatie Artrose Heup en Knie, 3 april 2014 Achtergrondinformatie Inleiding Naar aanleiding van het verzoek van de NPCF zal ZN de praktijkvariatiegegevens van 2011 publiceren. Praktijkvariatie

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht HSMR: doorontwikkeling en interpretatie Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht Inhoud presentatie Wat is de HSMR? Doorontwikkeling HSMR tot

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Factsheet en Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Registratie gestart: 2014 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Alle patienten met een degeneratieve lumbale wervelkolomaandoening die een

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2014

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2014 Factsheet en CVA (CVAB) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2014 Versie 2017 pagina 1 van 8 enoverzicht CVAB 2017 Nr. Type Uitvraag Bron indicator over (jaar) 1. Aantal klinisch opgenomen CVA-patiënten,

Nadere informatie

Medicatie of dotteren bij chronische pijn op de borst? Wat willen mensen? Stabiele angina pectoris: medicatie of dotteren?

Medicatie of dotteren bij chronische pijn op de borst? Wat willen mensen? Stabiele angina pectoris: medicatie of dotteren? Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Margreet Reitsma, Liset van Dijk, Joke Korevaar, Marloes van Dijk en Judith de Jong. Medicatie of dotteren

Nadere informatie

Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie. % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen

Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie. % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen INDICATORFICHE Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen P4P indicatorenset 2018 Domein Effectiviteit

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie

Nadere informatie

GHB hulpvraag in Nederland

GHB hulpvraag in Nederland GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen

Nadere informatie

Factsheet gemeente Westland

Factsheet gemeente Westland In deze factsheet wordt ingegaan op verschillende indicatoren voor het aantal jeugdigen uit uw gemeente dat in de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van ondersteuning en zorg voor jeugd. Dit wordt per

Nadere informatie

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 98 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden

Nadere informatie

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts m0 Verschillen in cijfers over huisartscontacten tussen 0u sen POLS-Gezondheid en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts Publicatiedatum CBS-website: november 2009 Den Haag/Heerlen

Nadere informatie

Parallelsessie 1: Curatieve zorg registraties

Parallelsessie 1: Curatieve zorg registraties Parallelsessie 1: Curatieve zorg registraties Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg Janneke v.d. Akker DBC Medisch Specialistische Zorg Bart Klijs DBC s in de Geestelijke Gezondheidszorg Floor van

Nadere informatie

Antibioticaprofylaxe bij het plaatsen van een totale heupprothese

Antibioticaprofylaxe bij het plaatsen van een totale heupprothese INDICATORFICHE Antibioticaprofylaxe bij het plaatsen van een totale heupprothese % verblijven voor implantatie van een totale heupprothese waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen

Nadere informatie

DOT honorariumcomponent medisch specialisten 7e klankbordgroep bijeenkomst. 19 september 2011

DOT honorariumcomponent medisch specialisten 7e klankbordgroep bijeenkomst. 19 september 2011 DOT honorariumcomponent medisch specialisten 7e klankbordgroep bijeenkomst 19 september 2011 Inhoudsopgave 1. Evaluatie Memo 19 juli 2011 2. Tariefberekening DOT 2013 Memo 13 september 2011 2 Evaluatie

Nadere informatie

Remgeldeffecten van het verplichte eigen risico in de zvw

Remgeldeffecten van het verplichte eigen risico in de zvw Remgeldeffecten van het verplichte eigen risico in de zvw Rudy Douven en Hein Mannaerts Ingezonden brief naar aanleiding van Is de Zorgverzekeringswet een succes? In TPEdigitaal 4(1) pp. 1-24 Wynand van

Nadere informatie

Effectonderzoek optimalisatie zorgpad chronisch hartfalen met telemonitoring

Effectonderzoek optimalisatie zorgpad chronisch hartfalen met telemonitoring Effectonderzoek optimalisatie zorgpad chronisch hartfalen met telemonitoring Kiwa Carity November 2014 Dit rapport is eigendom van Kiwa N.V.. Verspreiding en reproductie van (delen van) dit rapport buiten

Nadere informatie

Sterilisatie: Contacten en uitvoering binnen de huisartsenpraktijk Factsheet Landelijk InformatieNetwerk Huisartsen, februari 2009

Sterilisatie: Contacten en uitvoering binnen de huisartsenpraktijk Factsheet Landelijk InformatieNetwerk Huisartsen, februari 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (C van Dijk, R Verheij. Sterilisatie: Contacten en uitvoering binnen de huisartsenpraktijk. Utrecht: NIVEL 29 Sterilisatie:

Nadere informatie

De kindcheck op de huisartsenpost: mogelijkheden voor het signaleren van kindermishandeling

De kindcheck op de huisartsenpost: mogelijkheden voor het signaleren van kindermishandeling Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Zwaanswijk. De kindcheck op de huisartsenpost: mogelijkheden voor het signaleren van kindermishandeling, NIVEL, 2014)

Nadere informatie

De zorgvignetten EPA nader onderzocht Met data uit meerdere patiëntgebonden regionale registratiebronnen

De zorgvignetten EPA nader onderzocht Met data uit meerdere patiëntgebonden regionale registratiebronnen De zorgvignetten EPA nader onderzocht Met data uit meerdere patiëntgebonden regionale registratiebronnen Wilma Swildens (Altrecht) Jan Theunissen (GGZinGeest/Vumc) Gerard de Valk (Altrecht) De zorgvignetten

Nadere informatie

Inleiding. Methode. Inclusiecriteria CQI-spataderen

Inleiding. Methode. Inclusiecriteria CQI-spataderen Inleiding Vanwege de hoge prevalentie van spataderen, talloze keuzemogelijkheden en vrij onderhandelbare tarieven voor spataderzorg was deze medisch-specialistische zorg bij uitstek geschikt voor de ontwikkeling

Nadere informatie

Indicatorenset Chronische belemmering bloedstroom been. Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013

Indicatorenset Chronische belemmering bloedstroom been. Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013 Indicatorenset Chronische belemmering bloedstroom been Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013 Definitieve versie okt. 2013 1 Colofon Internet: Portal voor aanlevering kwaliteitsgegevens verslagjaar 2013:

Nadere informatie

Handleiding Depressie monitor

Handleiding Depressie monitor Handleiding Depressie monitor Inloggen Je kunt inloggen op de Depressie monitor via de website: http://shoppohggz.nl Kies vervolgens voor de pagina Depressie rechts in het scherm: Onderaan op deze pagina

Nadere informatie

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten September 2013 Door: N. Rosendaal Introductie Amsterdam (A), Den Haag (DH), Rotterdam (R), en Utrecht (U) vormen samen de vier grootste steden

Nadere informatie

Verspilling door variatie in behandelingen? dr. Marit Tanke Celsus academie

Verspilling door variatie in behandelingen? dr. Marit Tanke Celsus academie Verspilling door variatie in behandelingen? dr. Marit Tanke Celsus academie 12-03-2015 Is er verspilling door variatie in behandelingen? Praktijkvariatie electieve aandoeningen NL Rughernia CTS, BPH, Galblaas,

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Gezondheid en sterfte naar onderwijsniveau

Gezondheid en sterfte naar onderwijsniveau Gezondheid en sterfte naar onderwijsniveau Den Haag, 28 maart 212 Jan-Willem Bruggink (Centraal Bureau voor de Statistiek) Seminar: De opleidingsgradiënt in de demografie Wat gaat er komen? Gezondheid,

Nadere informatie

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg vrijdag 31 oktober 2008 Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg Versie 1.0 TR. van Althuis,

Nadere informatie

Sterven bij dementie. studie arena 2011: sterven bij dementie 1. Progressie Alzheimer MMSE 30. vroeg mild matig ernstig. Prevalentie dementie

Sterven bij dementie. studie arena 2011: sterven bij dementie 1. Progressie Alzheimer MMSE 30. vroeg mild matig ernstig. Prevalentie dementie Prevalentie dementie Sterven bij dementie mannen vrouwen Prof.dr. WP (Wilco) Achterberg Hoogleraar Institutionele Zorg en Ouderengeneeskunde Afdeling Public health en Eerstelijnsgeneeskunde % populatie

Nadere informatie

Reduceren van praktijkvariatie: budgettaire effecten van scherpere indicatiestelling

Reduceren van praktijkvariatie: budgettaire effecten van scherpere indicatiestelling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Reduceren van praktijkvariatie: budgettaire effecten van scherpere indicatiestelling Juni 2010 Eveline van Beek Karin Lemmens Gwendy van Schooten Erik-Jan

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D Aan het bestuur van de algemene ziekenhuizen (010) categorale ziekenhuizen (011) academische ziekenhuizen (020) epilepsie-instellingen (040) dialysecentra (060) audiologische centra (070) radiotherapeutische

Nadere informatie

endometrium carcinoom in Nederland

endometrium carcinoom in Nederland endometrium carcinoom in Nederland 2012-2016 voorwoord Door informatie over variatie in diagnostiek en behandelingen periodiek met elkaar te bespreken, kunnen we samen de kwaliteit van zorg voor vrouwen

Nadere informatie

MSZ PLUS INZICHT IN DE ZIEKENHUISZORG ZORGCIJFERS VAN EN VOOR ZIEKENHUIZEN

MSZ PLUS INZICHT IN DE ZIEKENHUISZORG ZORGCIJFERS VAN EN VOOR ZIEKENHUIZEN INZICHT IN DE ZIEKENHUISZORG ZORGCIJFERS VAN EN VOOR ZIEKENHUIZEN 1 VEKTIS Vektis beschikt als enige partij over alle declaratiegegevens van de verzekerde zorg in Nederland. Hierdoor is Vektis in staat

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk. De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk. De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek De waarde van inwendige echo in alvleesklierontsteking met onbekende oorzaak Officiële titel: De rol van endoscopische echografie

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Parkinson versie 1.0

Werkinstructies voor de CQI Parkinson versie 1.0 Werkinstructies voor de CQI Parkinson versie 1.0 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Parkinson bedoeld? De CQI Parkinson is bedoeld om de kwaliteit van de zorg voor te meten vanuit het perspectief van

Nadere informatie

CULTURELE HERKOMST VAN CLIËNTEN IN DE GGZ EN VERSLAVINGSZORG

CULTURELE HERKOMST VAN CLIËNTEN IN DE GGZ EN VERSLAVINGSZORG CULTURELE HERKOMST VAN CLIËNTEN IN DE GGZ EN VERSLAVINGSZORG 1 Culturele herkomst van cliënten in de ggz en verslavingszorg Aantal cliënten in de GGZ naar land van herkomst Aantal cliënten in 2006 Aantal

Nadere informatie

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg Eindrapportage Gehandicaptenzorg Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg Inhoud Inleiding eindrapportage Gehandicaptenzorg... 3 Leeswijzer... 5 Eindrapportage Verstandelijk Gehandicapten... 7 Domein

Nadere informatie

ZIC: Kengetallen DIS per 1 januari 2017

ZIC: Kengetallen DIS per 1 januari 2017 Samenvatting (18 januari 2017) Scope: de jaren 2011 t/m 2016. In het laatste kwartaal van 2016 is door SiRM (www.sirm.nl), in opdracht van de ACM (Autoriteit Consument & Markt), een vergelijkend onderzoek

Nadere informatie

5.4. Atriumfibrilleren

5.4. Atriumfibrilleren 5.4 Atriumfibrilleren 112 5.4 Atriumfibrilleren Atriumfibrilleren is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als een ritmestoornis die gekenmerkt wordt door een irregulair RR interval (zonder de aanwezigheid

Nadere informatie

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering?

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? Jan Wille, coördinator infectiepreventie Titia Hopmans, senior adviseur PREZIES RIVM, Centrum voor Infectieziektebestrijding 1 Patiëntveiligheid

Nadere informatie

KINDEREN EN VOLWASSENEN MET ADHD BINNEN DE HUISARTSENPRAKTIJK: TRENDS IN JAARPREVALENTIES EN VERWIJZINGEN. Marijn Prins, Liset van Dijk

KINDEREN EN VOLWASSENEN MET ADHD BINNEN DE HUISARTSENPRAKTIJK: TRENDS IN JAARPREVALENTIES EN VERWIJZINGEN. Marijn Prins, Liset van Dijk Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Marijn Prins, Liset van Dijk. Kinderen en volwassenen met ADHD binnen de huisartsenpraktijk: trends in jaarprevalenties

Nadere informatie

Toelichting spiegelinformatie en behandelindex fysiotherapie. versie juli 2017

Toelichting spiegelinformatie en behandelindex fysiotherapie. versie juli 2017 Toelichting spiegelinformatie en behandelindex fysiotherapie versie 1.0 19 juli 2017 Uniformiteit berekening behandelindex en spiegelinformatie Eind 2015 hebben zorgverzekeraars het initiatief genomen

Nadere informatie

Documentatierapport Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg verrichtingen (LINH-verrichtingen)

Documentatierapport Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg verrichtingen (LINH-verrichtingen) Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg verrichtingen (LINH-verrichtingen) Datum: 3 maart 2014 Bronvermelding Publicatie

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Burgerpeiling Discriminatie

Burgerpeiling Discriminatie Burgerpeiling Discriminatie Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Marije Hofland Telefoonnummer : 0570-69 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inleiding De Gemeente Deventer voert om de twee jaar een

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING INTRODUCTIE Acuut coronair syndroom (ACS) is de meest voorkomende ischemische hartziekte en één van de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte in de wereld. Ondanks dat veranderingen

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van reumazorg te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Factsheets indicatoren Verwisseling van en bij patiënten

Factsheets indicatoren Verwisseling van en bij patiënten aan Factsheets indicatoren Verwisseling van en bij patiënten Publicatienummer: 2010.1800 (Kijk op www.vmszorg.nl voor updates) Structuurindicatoren. Aanwezigheid, toepassing en registratie identificatie-

Nadere informatie

Chemie in de zorg: evolutie of schepping? Joop Raams, Lucas Fraza, huisartsen, 29 juni 2012

Chemie in de zorg: evolutie of schepping? Joop Raams, Lucas Fraza, huisartsen, 29 juni 2012 Chemie in de zorg: evolutie of schepping? Joop Raams, Lucas Fraza, huisartsen, 29 juni 2012 01 02 Chaostheorie: verbindingen komen vanzelf tot stand op de meest 02 aangepaste wijze. Scheppingstheorie:er

Nadere informatie

-diensten. licht van de crisis valt dat niet altijd mee. Juist nu kan het handig zijn

-diensten. licht van de crisis valt dat niet altijd mee. Juist nu kan het handig zijn -diensten Inzicht in kwetsbare doelgroepen Analyse Ken uw doelgroep dé onderbouwing van uw beleid Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Gemeenten, bibliotheken en andere maatschappelijke

Nadere informatie

Indicatorenset Maculadegeneratie. Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013

Indicatorenset Maculadegeneratie. Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013 Indicatorenset Maculadegeneratie Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013 Definitieve versie okt. 2013 Colofon Internet: Portal voor aanlevering kwaliteitsgegevens verslagjaar 2013: http://ziekenhuizentransparant.nl.

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie