ZUID HOLLAND. provincie. 5 -minuten versie voor Provinciale Staten. 12 januari 2011 Beek

Transcriptie

1 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH () Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum 4 DEC 2010.heim 14 december 2010 Nee Portefeuillehouder Paraaf Provinciesecretaris I Termiin mevr. H.M.C. Dwarshuis-van de 12 januari 2011 Beek Onderwerp Toetsing veiligheid primaire waterkeringen Bijlagen 1. GS-brief aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu 2. Bijlage "Gedetailleerde beschrijving toetsresultaat" 3. Verslagen toetsing dijkringgebieden en dijkringverbindende keringen: 2.1 Rapport Dijkring 14 (Zuid-Holland) 2.2 Rapport Dijkring 15 (Lopiker- en Krimpenerwaard) 2.3 Rapport Dijkring 16 (Alblasseerwaard en Vijfheerenlanden) 2.4 Rapport Dijkring 17 (IJsselmonde) 2.5 Rapport Dijkring 18 (Pernis) 2.6 Rapport Dijkring 19 (Rozenburg) 2.7 Rapport Dijkring 20 (Voorne-Putten) 2.8 Rapport Dijkring 21 (Hoeksche Waard) 2.9 Rapport Dijkring 22 (Eiland van Dordrecht) 2.10 Rapport Dijkring 25 (Goeree-Overflakkee) Rapport Verbindende Waterkering 8 (Stormvloedkering Nieuwe Waterweg en Europoortkering I) 2.12 Rapport Verbindende Waterkering 9 (Eurupoortkering II en Hartelkering) 2.13 Rapport Verbindende Waterkering 10 (Stormvloedkering en sluis Hollandsche IJssel) 2.14 Rapport Verbindende Waterkering 1 1 (Haringvlietdam) 3 Overzichtskaart toetsingsresultaten Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van Informeren PS over de resultaten van de zesjaarlijkse wettelijke toetsing op de veiligheid van de primaire waterkeringen van de verschillende dijkringgebieden, geheel of gedeeltelijk gelegen binnen Zuid- Holland, in het algemeen en de waterveiligheid van Centraal Holland in het bijzonder. l. Onderwerp in kort bestek Overeenkomstig de Waterwet, die de voormalige Wet op de waterkering vervangt, brengen de beheerders van de primaire waterkeringen iedere vijf jaar1 een verslag uit aan gedeputeerde staten over de algemene waterstaatkundige toestand van de waterkeringen. Op basis van deze rapportages brengen GS verslag uit aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. In de Waterwet is voor ieder dijkringgebied een veiligheidsnorm aangegeven, als gemiddelde overschrijdingskans per jaar van de hoogste hoogwaterstand waarop de primaire waterkering moet zijn berekend, mede gelet op de overige voor het waterkerend vermogen bepalende De huidige toetsronde wordt nog afgerond als vijfjaarlijkse cyclus, zoals dit in de Wet op de waterkering vastgelegd was. Met ingang van de vierde ronde zal dit elke zes jaar zijn, conform de Waterwet.

2 provincie ZUID HOLLAND factoren. Nieuw in deze toetsronde is dat nu ook de waterkeringen die niet bestemd zijn voor de directe kering van buitenwater, de zogenaamde categorie c-keringen, zijn getoetst. Over de dijkringgebieden die deels in de provincies Noord-Holland, Utrecht of Gelderland liggen brengen GS verslag uit mede namens de ambtgenoten van deze provincies. Tevens wordt in dit provinciale verslag ingegaan op de waterstaatkundige toestand van de grote rivieren, die in beheer zijn bij Rijkswaterstaat. Het resultaat van de toetsing in het kort: Van de dijkringgebieden is van de categorie a-keringen2 circa 67% in orde, 21 % is onvoldoende en 12% moet nader worden onderzocht. Van de laatste twee categorieën is in totaal 2/3e deel al in voorbereiding of uitvoering in het kader van het lopende dijkversterkingprogramma. Wordt dit als een aparte categorie beschouwd, dan resteert er van het totale bestand categorie a-keringen nog 2% onvoldoende en 8% nader onderzoek. Van de c-keringen is circa 37% op orde, 54% is afgekeurd en 9% betreft nader onderzoek. Dat deze keringen slecht waren, was al bekend3, maar is in deze toetsronde voor het eerst formeel vastgesteld. Er loopt reeds een studie naar alternatieven voor het verbeteren van deze keringen (het programma Waterveiligheid Centraal Holland). 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader Artikel 2.12, derde lid van de Waterwet. b. Relatie andere interne beleidsterreinen De zesjaarlijkse toetsing is gerelateerd aan het project waterveiligheid Centraal Holland. Mede gelet op de EU-richtlijn overstromingsrisico's, de provinciale risicokaart. Verder zijn verbindingen te leggen met het provinciale Waterplan, doelmatig waterbeheer, het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en de discussie over het middenbestuur. c. Relatie externe partijen Gedeputeerde staten van Utrecht, Noord-Holland en Gelderland. De toetsingsverslagen van de interprovinciale dijkringgebieden (14, 15 en 16) worden gezamenlijk vastgesteld. Verder zijn de verantwoordelijke waterkeringbeheerders (Rijkswaterstaat en de inliggende waterschappen) bij dit voorstel betrokken. Categorie a-keringen: direct buitenwaterkerende waterkeringen, categorie b-keringen: dijkringverbindende waterkeringen, categorie c-keringen: niet-direct buitenwaterkerende waterkeringen. Gerapporteerd door de Provincie Zuid-Holland in januari 2006 aan de Minister van Verkeer en Waterstaat 213

3 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis In 2001 zijn de eerste toetsingverslagen door GS aangeboden aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. In 2006 gevolgd door de tweede toetsing. De beheerders hebben hun rapporten medio september 2010 bij GS ingediend. De provincie moet voor 15 januari 2011 de eindrapportages aanbieden aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. b. Waar staan we nu? De fase van beleidsmonitoring en - evaluatie Op basis van de toetsing worden dijkvakken met een onvoldoende als oordeel voorgedragen voor plaatsing op het HWBP. De projectplannen van de beheerders voor het treffen van de maatregelen tot de noodzakelijke dijkversterking worden door GS gecoördineerd en goedgekeurd. c. Vervolgprocedure De regering stelt de landelijke rapportage over de veiligheid van alle dijkringgebieden in Nederland vast. Dit rapport wordt aangeboden aan de Tweede Kamer. Op grond van plaatsing op het HWBP kunnen de beheerders in aanmerking komen voor een rijkssubsidie van 100% voor de versterkingsmaatregelen. 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) NVT Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar M. Hovestad Telefoon Kamer D4.59

4

5 Gedeputeerde Staten Contact J.A. Beijersbergen T ja.beijersbergen@pzh.nl M. Hovestad T m.hovestad@pzh.nl De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg JG Den Haag Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T w.zuid-holland.nl Datum (DOS ) Uw kenmerk Onderwerp Derde Ronde Veiligheidstoetsing Primaire Waterkeringen Bijlagen 16 Geachte heer Atsma, Ingevolge artikel 2.12 derde lid van de Waterwet brengen wij hiermee voor de derde maal verslag uit over de algemene waterstaatkundige toestand van de primaire waterkeringen binnen de provincie Zuid-Holland. Over de dijkringgebieden die deels in de provincies Noord-Holland, Utrecht of Gelderland liggen brengen wij u een gezamenlijk verslag uit, mede namens onze ambtgenoten van genoemde provincies. Tevens gaan wij conform artikel 2.12 tweede lid in op de waterstaatkundige toestand van de grote rivieren. In deze brief gaan wij eerst kort in op de veiligheid van de dijkringverbindingen, vervolgens op de veiligheid van de dijkringgebieden. Hierna gaan wij in op de waterstaatkundige toestand van de grote rivieren. Vervolgens komen het gevoerde overleg met de beheerders, de ervaringen met de toetsing en een vooruitblik naar de vierde ronde aan de orde. Wij eindigen ten slotte met conclusies en aanbevelingen. Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag 1 Veiligheid dijkringverbindingen De rapportage betreft de dijkringverbindingen van de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg en Europoortkering 1 (8), de Europoortkering II en de Hartelkering (g), de Stormvloedkering Hollandsche IJssel(10) en de Haringvlietdam (1 1). Het beheer van deze keringen is bij de waterdistricten Nieuwe Waterweg en Haringvliet van Rijkswaterstaat, Dienst Zuid-Holland. Voor onze beoordeling van de toetsresultaten verwijzen wij u naar de bijlage van deze brief. Tram8engenbus~n stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is Belangrijkste conclusie is dat deze keringen op orde zijn, met uitzondering van de Stormvloedkering Hollandsche IJssel. Deze kering heeft de toetsscore "voldoet niet aan de norm" voor de betrouwbaarheid sluiting. het tien minuten lopen. 2 Veiligheid dijkringgebieden De parkeemimte voor De rapportage betreft de dijkringgebieden Zuid-Holland (14), Lopiker- en Krimpenerwaard (15), auto's is beperkt. Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden (16), IJsselmonde (17), Pernis (18), Rozenburg (1 g), Voorne-Putten (20), Hoeksche Waard (21), Eiland van Dordrecht (22) en Goeree-Overflakkee

6 proviiicie ZUID HOLLAND (25). Bij de dijkringgebieden 14,15 en 16 is er sprake van interprovinciale gebieden en meerdere beheerders. Conform de gemaakte afspraken is de provincie Zuid-Holland de coördinerende provincie en brengen wij verslag uit mede namens de provincies Noord-Holland, Utrecht respectievelijk Gelderland. De beheerder van de overige dijkringgebieden is in alle gevallen het waterschap Hollandse Delta. Voor onze beoordeling van de toetsresultaten verwijzen wij u naar de bijlage van deze brief. Hoofdconclusie is dat de dijkringgebieden grotendeels op orde zijn met uitzondering van de c- keringen, die deze ronde voor het eerst zijn getoetst. Het overgrote deel van de c-keringen in dijkringgebieden 14 (Zuid-Holland) en 15 (Lopiker- en Krimpenerwaard) voldoet niet aan de vereiste veiligheid. 3 Toetsresultaten rivierbed De waterstaatkundige toestand van de grote rivieren is door de rivierbeheerders aangegeven in de "Rapportage toetsing grote rivieren" van september Voor de veiligheid van de waterkeringen is van belang dat de ligging van de rivierbodem geen nadelige invloed heeft op de vigerende toetspeilen. De conclusie is dat de invloed van de rivierbodem op de waterpeilen binnen de provincie Zuid-Holland nergens substantieel is. 4 Gevoerd overleg en ervaringen met de toetsing 4.1 Gevoerd overleg In alle gevallen is er sprake geweest van een regelmatig overleg met de beheerders, waarbij er constructief is samengewerkt om tijdig de toetsresultaten te kunnen aanleveren. Wij willen op deze plaats de beheerders dan ook bedanken voor de goede manier van samenwerking. Door het vooroverleg zijn mogelijke verschillen van inzicht tussen provincie en beheerder op voorhand besproken en in vrijwel alle gevallen heeft dat ertoe geleid dat de provincie kan instemmen met de ingediende rapportages. Hiernaast is er enkele malen overleg geweest met de Inspectie van Verkeer en Waterstaat. Dit overleg was met name intensief rondom het opstellen van de Vuistregels, en wij willen de Inspectie bedanken voor de acceptatie van het gebruik van de Vuistregels in het toetsproces. 4.2 Ervaringen met de toetsing Vrijwel alle beheerders hebben kanttekeningen bij de huidige wijze van toetsen. Kortheidshalve verwijzen wij hierbij naar de bijgevoegde rapportages waarin de diverse opmerkingen zijn opgenomen. Met al deze opmerkingen kunnen wij instemmen, maar de meest essentiële willen wij hierbij apart onder de aandacht brengen. a Al langer is bekend dat het rekenmodel voor de hoogtetoets voor het bovenrivierengebied (Hydra-R) niet goed aansluit bij dat van het benedenrivierengebied (Hydra-B). Dit leidt tot een abrupte overgang van golfcondities, wat fysisch onmogelijk is. Voor de volgende toetsronde wordt dan ook aangedrongen op een betere aansluiting van beide modellen. b Hoewel met de Vuistregels van de Provincie Zuid-Holland er een forse stap gezet is om de Niet-Waterkerende Objecten te beoordelen, is het dringend gewenst dat het volgende VTV meer handvatten geeft om deze talloze objecten op een vlotte en verantwoorde wijze te kunnen toetsen.

7 provincie ZUID HOLLAND Verder vragen wij u aandacht voor onze brief van 5 maart 2009 (PZH ), waarin wij een aantal knelpunten hebben gesignaleerd ten aanzien van de toetsing, waar de beheerders tegenaan zijn gelopen. Helaas hebben wij tot op heden geen antwoord ontvangen op deze brief, wat niet heefi bijdragen tot een heldere lijn hoe om te gaan met de gesignaleerde problematiek. Wij ontvangen gaarne alsnog een reactie op deze brief in de verwachting dat dit kan bijdragen aan het goed ter hand nemen van de vierde toetsronde. 5 Vooruitblik vierde ronde Alle beheerders hebben in hun rapportages aangegeven wat het Plan van Aanpak is om de geconstateerde tekortkomingen, die volgen uit de huidige toetsronde, op te pakken. Voor nadere informatie over deze Plannen van Aanpak verwijzen wij naar de bijgevoegde rapportages. Wat betrefi de provincie zetten wij er op in erop toe te zien dat in de loop van alle beheerders een uitgewerkt Plan van Aanpak hebben om de tekortkomingen aan te pakken. Daarnaast dringen wij erop aan dat de toetsing voor de vierde ronde tijdig wordt gestart. Tot slot spreken wij de beheerders aan op de gemaakte afspraken, vastgelegd in de Intentieverklaring, om het lopende dijkversterkingprogramma, voortvloeiend uit de tweede toetsronde, rond te hebben uitgevoerd. Wat betreft de toetsing van de komende vierde ronde vragen wij aandacht voor een tweetal aspecten. Toetsinstrumentarium De ervaringen van de afgelopen drie toetsronden laten zien dat de planning van het afronden van de toetsrapportages telkens onder grote druk komt te staan. Dit vloeit onder meer voort uit het feit dat het toetsinstrumentarium te laat ter beschikking gekomen is. Wij verzoeken u dan ook het toetsinstrumentarium tijdig ter beschikking te stellen, zodat de beheerders meer tijd hebben om te voldoen aan de gestelde eisen. Waterkerinaen langs de Hollandsche IJssel Zoals wij al bij eerdere toetsrapportages hebben aangegeven vragen wij u nogmaals om een heroverweging van de status van de keringen langs de Hollandsche IJssel tussen de Stormvloedkering en de Waaiersluis in Gouda. Deze waterkeringen liggen langs water dat onder dagelijkse omstandigheden in open verbinding staat met buitenwater en zijn daarmee direct buitenwaterkerend. Wij zijn van mening dat de waterkeringen langs dit deel van de Hollandsche IJssel daarom categorie "a" zouden moeten zijn in plaats van de huidige status, categorie "c". Het belang van deze keringen wordt nog onderstreept doordat ze langs dichtbevolkte polders liggen die tot de diepste van heel Nederland behoren. De huidige toetsresultaten geven aan dat deze keringen niet voldoen. Wij verzoeken om de versterking van deze keringen met prioriteit aan te pakken. Overigens steunen de betrokken beheerders, de hoogheemraadschappen van Rijnland en van Schieland en de Krimpenerwaard, onze mening.

8 provincie HOLLAND 6 Conclusies en aanbevelingen Op basis van het voorgaande en vooral de bijlage van de brief komen wij tot de volgende conclusies en aanbevelingen. 6.1 Conclusies 1) De Stormvloedkering Hollandsche IJssel heeft het toetsoordeel "voldoet niet aan de norm" op het onderdeel betrouwbaarheid sluiting. 2) Van de dijkringgebieden is van de a-keringen circa 67% in orde, 21% is onvoldoende en 12% moet nader worden onderzocht. Van de laatste twee categorieën is in totaal 2/3= deel al in voorbereiding of uitvoering in het kader van het lopende dijkversterkingprogramma. Wordt dit als een aparte categorie beschouwd, dan resteert er van het totale bestand categorie a-keringen nog 2% onvoldoende en 8% nader onderzoek. 3) Van de c-keringen is circa 37% op orde, 54% is afgekeurd en 9% betreft nader onderzoek. 4) Er is een voortvarende aanpak nodig van Rijk en gebiedspartners om de slechte waterstaatkundige toestand op te lossen van de c-keringen van dijkring 14 (ten oosten van de Waaiersluis in Gouda, langs het Amsterdam-Rijnkanaal en langs het IJ en Noordzeekanaal) en de c-keringen van dijkring 15. 5) De doelstelling om het percentage nader onderzoek terug te brengen tot maximaal 15% is gehaald. 6) De huidige ligging van het rivierbed leidt niet tot een substantiële toename van de waterstanden. Voor overige opmerkingen bij de toetsresultaten verwijzen wij naar de bijlage van de brief. 6.2 Aanbevelingen 1) Aangedrongen wordt op het vaststellen van de faalkanseis voor niet-sluiten van de Hollandsche IJsselkering. Voor een juiste beoordeling van de veiligheid van het achterland langs de Hollandsche IJssel is het van belang dat er eisen worden gesteld aan de betrouwbaarheid van sluiting en dat nieuwe toetspeilen worden bepaald, waarin rekening is gehouden met deze eisen. 2) Wij vragen nadrukkelijk aandacht voor de alternatieve oplossingen die worden onderzocht in het project Waterveiligheid Centraal Holland om de waterveiligheid van dijkring 14 op orde te brengen, met name de kansen die gedifferentieerde normering biedt. Wij treden graag met u in overleg over hoe een hogere normering van delen van dijkringen 14 en 15 tot een ruimtelijk betere en goedkopere oplossing kan leiden dan het versterken van de afgekeurde c-kering. 3) Het rekenmodel voor de hoogtetoets van het bovenrivierengebied (Hydra-R) dient naadloos aan te sluiten op dat van het benedenrivierengebied (Hydra-B). 4) Wij geven u in overweging om de c-keringen van de Hollandsche IJssel tussen de Stormvloedkering en de Waaiersluis in Gouda de status van a-kering te geven. 5) Tot slot ontvangen wij graag nog een reactie op onze brief van 5 maart 2009.

9 Voor overige aanbevelingen verwijzen wij naar de bijlage van de brief. Samenvattend hopen wij u hiermee voldoende in kennis te hebben gesteld over de actuele veiligheid van de primaire waterkeringen en de staat van het rivierbed van de grote rivieren in de provincie Zuid-Holland en delen van de provincies Utrecht, Noord-Holland respectievelijk Gelderland. Hoogachtend. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, M.H.J. van Wieringen-Wagenaar J. Franssen Bijlagen: - Gedetailleerde beschrijving toetsresultaat - Toetsrapporten (dijkringen 14 t/m 22 en 25, verbindende waterkeringen 8 t/m 11) - Overzichtskaart toetsresultaten Afschrifi aan: - Inspectie Verkeer en Waterstaat, Postbus 61, 8200 AB Lelystad - Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland, Postbus 156, 2300 AD Leiden - Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland, Postbus 3061, 2611 AL Delft - Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Postbus 4059, 3006 AB Rotterdam - Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, Postbus 94370, 1090 GJ Amsterdam - Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Postbus 550, 3990 GJ Houten - Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Waterschap Rivierenland, Postbus 599, 4000 AN Tiel - Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Waterschap Hollandse Delta, Postbus 4103, 2980 GC Ridderkerk - Rijkswaterstaat Dienst Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam - Rijkswaterstaat Dienst Utrecht, Postbus 24094, 3502 MB Utrecht - Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Postbus 123,2000 MD Haarlem - Gedeputeerde Staten van Utrecht, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht Gedeputeerde Staten van Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem

10

11 Bijlage Datum provincie HOLLAND Onderwerp Bijlage bij brief "Derde Ronde Veiligheidstoetsing Primaire Waterkeringen" BIJLAGE - Gedetaillerde beschrijving toetsresultaat In onderstaande tabel is het totaaloverzicht weergegeven van de scores van de dijkringgebieden waarover de provincie rapporteert. Deze tabel geefî het formele toetsresultaat conform de uitspraak van de Helpdesk Water, waarin staat dat dijktrajecten die op de peildatum van 15 januari 2011 in voorbereiding of uitvoering, maar nog niet gereed zijn, gerapporteerd moeten worden met hun score uit de tweede ronde. momentopname Tabel 1: toetsresultaat conform richtlijn Helpdesk Water In deze resultaten zitten alleen de dijkstrekkingen. niet de kunstwerken en de NWO's. Ook de categorie bkeringen (verbindende waterkeringen) zijn niet opgenomen.

12 provincie ZUID HOLLAND Datum 6 december In de onderstaande tabel is een extra kolom toegevoegd waarin de versterkingen die in voorbereiding al in uitvoering zijn, apart in beeld zijn gebracht. In deze resultaten zitten alleen de dijkstrekkingen. niet de kunstwerken en de NWO's. Ook de categorie b-keringen (verbindende waterkeringen) zijn niet opgenomen. De resultaten in deze tabellen zullen in deze bijlage verder worden toegelicht. 1. Veiligheid dijkringverbindingen De rapportage betreft de dijkringverbindingen van de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg en Europoortkering 1 (8), de Europoortkering II en de Hartelkering (g), de stormvloedkering in de Hollandsche IJssel (10) en de Haringvlietdam (1 1). Het beheer van deze keringen is bij de waterdistricten Nieuwe Waterweg en Haringvliet van Rijkswaterstaat, Dienst Zuid-Holland. Voor onze beoordeling van de toetsresultaten verwijzen wij u naar de bijgevoegde rapportages. Per dijkringverbinding gaan wij hieronder kort in op de hoofdconclusies en eventuele knelpunten. 1.l Dijkringverbinding 8: Stormvloedkering Nieuwe Waterweg en Europoortkering I Het eindresultaat van de toetsing is dat de verbindende waterkering 8 (Stormvloedkering Nieuwe Waterweg en Europoortkering I) over de gehele lengte van 7,3 kilometer voldoet aan de non. Alleen voor een zestal leidingen is er nader onderzoek nodig. Wat betreft de kans op niet sluiten van de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg is aangetoond dat deze voldoet aan de eis van per sluitvraag. Overigens zijn de dijkvakken achter de kering die op basis van de Achterlandstudie zijn afgekeurd, bij deze derde toetsronde alsnog opnieuw getoetst op basis van de VTV en goedgekeurd. 1.2 Dijkringverbinding 9: Europoortkering II en Hartelkering De verbindende waterkering 9 (Europoortkering II en Hartelkering) voldoet over de gehele lengte van 6,5 kilometer aan de norm. Alleen voor een aantal leidingen is nader onderzoek nodig.

13 provincie ZUID HOLLAND Datum 6 december 2010 Hoewel de kans op niet sluiten van de Hartelkering niet voldoet (de huidige faalkans is meer dan per jaar), is onderbouwd dat de invloed hiervan op de maatgevende toetspeilen achter de kering minimaal is. Wij stemmen dan ook in met een score voldoende van deze kering. 1.3 Dijkringverbinding 10: Stormvloedkering Hollandsche IJssel Voor de stormvloedkering is nog steeds geen faalkanseis voor het niet sluiten van de kering vastgesteld. Uit berekeningen blijkt dat de eis uit het VTV volstrekt niet wordt gehaald. De kering wordt dan ook afgekeurd. Nadere analyse wijst ook uit dat de invloed van een falende kering op de waterstanden op de Hollandsche IJssel aanzienlijk zijn, wat consequenties heeft voor de daar liggende waterkeringen. In dit verband wijzen wij erop dat bij de huidige toetspeilen op de Hollandsche IJssel is geen rekening gehouden met een faalkans (d.w.z. kans op niet sluiten bij een sluitvraag). Een geavanceerde faalkansanalyse zal mogelijk tot een nog grotere faalkans leiden. Dit heeft tot gevolg dat de huidige toetspeilen op de Hollandsche IJssel mogelijk te laag zijn. Voor een juiste beoordeling van de veiligheid van het achterland langs de Hollandsche IJssel is het van belang dat er eisen worden gesteld aan de betrouwbaarheid van sluiting en dat nieuwe toetspeilen worden bepaald, waarin rekening is gehouden met deze eisen. O~merkina l : faalkanseis Stormvloedkerins Hollandsche IJssel Wij dringen aan op het zo snel mogelijk vaststellen van een faalkanseis voor het niet sluiten van de kering. l.4 Dijkringverbinding l1 : Haringvlietdam Over de Haringvlietdam kan nog geen eindoordeel over de veiligheid worden gegeven omdat er op het moment van schrijven van deze brief nog onderzoek loopt naar de betrouwbaarheid van het sluiten van de spuisluizen. Naar verwachting zal dit onderzoek voor de peildatum zijn afgerond. Op de overige toetssporen voldoet deze kering aan de norm. 2. Veiligheid dijkringgebieden De rapportage betreft de dijkringgebieden Zuid-Holland (14), Lopiker- en Krimpenerwaard (15), Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden (16), IJsselmonde (17), Pernis (18), Rozenburg (19), Voorne-Putten (20), Hoeksche Waard (21), Eiland van Dordrecht (22) en Goeree-Overflakkee (25). Bij de dijkringgebieden 14,15 en 16 is er sprake van interprovinciale gebieden en meerdere beheerders. Conform de gemaakte afspraken is de provincie Zuid-Holland de coördinerende provincie en brengen wij verslag uit mede namens de provincies Noord-Holland, Utrecht en Gelderland. De beheerder van de overige dijkringgebieden is in alle gevallen het waterschap Hollandse Delta. Voor onze beoordeling van de toetsresultaten verwijzen wij u naar de bijgevoegde rapportages. Na een aantal opmerkingen vooraf gaan wij, per dijkringgebied, kort in op de hoofdconclusies en eventuele knelpunten.

14 proviiicie ZUID HOLLAND Datum 6 december Opmerkingen vooraf Opmerkinq 2: Toetsinstrumentarium Voor het bepalen van de veiligheid van de dijkringgebieden is uitgegaan van de toetspeilen zoals deze zijn vermeld in het vigerende hydraulische randvoorwaardenboek (HR-2006). Bij de berekening van deze peilen is voor de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg en de Hartelkering uitgegaan van een kans op niet sluiten van per vraag. Daarnaast is het Voorschrift Toetsen op Veiligheid gehanteerd als uitgangspunt bij de toetsing. Voor de categorie c-keringen zijn er aanvullend door u toetspeilen afgegeven en een Addendum op het VTV uitgebracht (uw brief van 2 december 2008; VenWlDGW ). Wat betreft de toetspeilen van de categorie c-keringen hebben wij een opmerking; dit betreft de toetspeilen langs de Hollandsche IJssel. Deze zijn gebaseerd op de, onjuiste, aanname dat de kans op niet-sluiten van de Hollandsche IJsselkering gelijk aan nul is. Globale berekeningen tonen aan dat bij een kans op niet-sluiten van bijvoorbeeld 1/100 per jaar de toetspeilen met circa 0,30 m zullen toenemen. De resultaten van de uitgevoerde toetsing zijn dan ook te rooskleurig. Opmerking 3: toetsresultaten c-kerinaen Bij deze derde toetsronde zijn voor het eerst de c-keringen ook getoetst. Hierbij worden grote delen van deze keringen afgekeurd, zodat het totaalbeeld van vooral dijkringen 14 en 15 er ten opzichte van de tweede ronde aanzienlijk op achteruit is gegaan. Dit laat zich verklaren omdat er nog geen enkel dijkvak van de categorie c eerder formeel kon worden afgekeurd en er dus ook geen versterkingsplannen zijn opgestart. Een uitzondering betreft de IJsseldijk te Gouda; dit dijkvak is in beheer bij het hoogheemraadschap van Rijnland. Op basis van door de provincie Zuid-Holland eerder afgegeven indicatieve toetspeilen is al eerder geconcludeerd dat dit dijkvak zeker niet zal worden goedgekeurd. Het hoogheemraadschap vindt het dijkvak zo onveilig dat het de voorbereiding van de versterking inmiddels ter hand heeft genomen. De provincie ondersteunt deze voortvarende actie van het hoogheemraadschap. Het feit dat het merendeel van de c- keringen volstrekt niet voldoet aan de veiligheidseisen baart ons grote zorgen en wij dringen dan ook aan op een voortvarende besluitvorming om deze op orde te brengen. Oomerkina 4: veiliaheidsbeeld Der diikrinagebied Conform het VTV worden de dijkvakken die in de vorige toetsronde zijn afgekeurd en waarvoor inmiddels de voorbereidingen of zelfs de uitvoering van de versterkingswerken lopen, niet opnieuw getoetst. In de rapportages van de beheerders krijgen deze dijkvakken soms de score "nader onderzoek" en soms de score "onvoldoende". Hoewel deze manier van rapporteren dus wel een beeld geeft van de staat van de waterkeringen op peildatum (waarmee het wel nuttig is in bijvoorbeeld calamiteitensituaties), is er op deze manier geen goed overzicht van de nieuwe dijkversterkingopgave, doordat lopende versterkingen (of voorbereidingen) niet apart worden benoemd, maar worden meegeteld bij één van de scores van het VTV. Ons voorstel zou dan ook zijn om deze dijkvakken in de slottabel apart zichtbaar te maken. O~merkina 5: toetsina Niet-Waterkerende Obiecten Conform onze aanbeveling heeft de Inspectie van Verkeer en Waterstaat aan de beheerders geadviseerd de zogenaamde Vuistregels toe te passen bij de bepaling van het beheerderoordeel bij de NWO's. Dit is in de meeste gevallen tot tevredenheid gedaan. Een uitzondering betreft het waterschap Hollandse Delta dat de Vuistregels niet toepast bij leidingen in waterkeringen. Hoewel

15 provincie ZUID HOLLAND Datum 6 december 2010 wij ons niet kunnen vinden in deze lijn, is het eindresultaat van de beoordeling van de leidingen, namelijk "nader onderzoek" acceptabel. Wij gaan ervan uit dat in het volgende VTV de Vuistregels op een zodanige wijze een plek krijgen, dat hierover geen discussie meer hoeft te ontstaan. 2.2 Dijkringgebied 14: Zuid-Holland Het waterkeringstelsel rond dijkring 14 voldoet niet aan de norm. Deze onvoldoende score komt voor het grootste deel voor rekening van de categorie c-keringen: van de 123,5 kilometer categorie c-kering voldoet 933 kilometer niet aan de norm, voor nog eens 2,2 kilometer is nader onderzoek nodig. Dit betekent dat ruim driekwart van deze keringen is afgekeurd. Bij de kunstwerken zijn 65 van de 98 objecten in de c-keringen afgekeurd, met dien verstande dat niet alle objecten zijn getoetst. Bij de categorie a-keringen is het beeld gunstiger: van de 108,3 kilometer van deze keringen voldoet 90,5 kilometer aan de norm. 13,4 kilometer voldoet niet aan de norm, terwijl er voor 4,5 kilometer nader onderzoek nodig is. Voor het grootste deel worden de onvoldoende scores veroorzaakt door de niet-waterkerende objecten in de duinen. Van de 21 kunstwerken voldoen er 17 aan de norm. Slechts één kunstwerk voldoet niet aan de norm (de uitwateringssluis in Katwijk), terwijl er voor drie kunstwerken nader onderzoek nodig is. Hoewel dit toetsresultaat dus niet helemaal onverwacht is, baart het resultaat de provincies wel zorgen. Zoals wij al bij eerdere toetsrapportages hebben aangegeven vragen wij u nogmaals om een heroverweging van de status van de keringen langs de Hollandsche IJssel tussen de Stormvloedkering en de Waaiersluis in Gouda. Deze waterkeringen liggen langs water dat onder dagelijkse omstandigheden in open verbinding staat met buitenwater en zijn daarmee direct buitenwaterkerend. Wij zijn van mening dat de waterkeringen langs dit deel van de Hollandsche IJssel daarom categorie "a" zouden moeten zijn in plaats van de huidige status, categorie "c". Het belang van deze keringen wordt nog onderstreept doordat ze langs dichtbevolkte polders liggen die tot de diepste van heel Nederland behoren. De huidige toetsresultaten geven aan dat deze keringen niet voldoen. Het toekennen van de categorie a-status in combinatie met de slechte toetsresultaten kan de basis vormen voor een hoge prioritering voor het versterken van deze keringen, hetgeen naar onze mening dringend noodzakelijk is. Overigens ondersteunen de betrokken beheerders, de hoogheemraadschappen van Rijnland en van Schieland en de Krimpenerwaard onze mening. O~merkina 6: alternatief versterkina achterkant diikrina 14 Dijkring 14 (Zuid-Holland) voldoet niet aan de waterveiligheidsnormering ( per jaar), voornamelijk door de slechte waterstaatkundige toestand van de c-keringen langs de Hollandsche IJssel ten oosten van de Waaiersluis bij Gouda en het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit noopt tot een voortvarende aanpak om dit probleem op te lossen. In dit verband vragen wij aandacht voor een kansrijke alternatieve oplossing, namelijk het toekennen van de dezelfde norm die voor dijkring 14 geldt aan delen van dijkringen 15 en 44 langs de Nederrijn en Lek.

16 provincie ZUID HOLLAND Datum 6 december Dijkringgebied 15: Lopiker- en Krimpenerwaard Het waterkeringstelsel rond dijkring 15 voldoet niet aan de norm. Deze onvoldoende score komt voor het grootste deel voor rekening van de categorie c-keringen: van de 27,3 kilometer kering voldoet 27,l kilometer niet aan de norm, voor de resterende 0,2 kilometer is nader onderzoek nodig. Dit betekent dat deze keringen nagenoeg volledig zijn afgekeurd. Bij de kunstwerken zijn 7 van de 10 objecten afgekeurd, met dien verstande dat niet alle objecten zijn getoetst. Bij de categorie a-keringen is het beeld wat gunstiger: van de 47,7 kilometer van deze keringen voldoet 28,3 kilometer aan de norm. 14,7 kilometer voldoet niet aan de norm, terwijl er voor 4,7 kilometer nader onderzoek nodig is. Voor het grootste deel worden de onvoldoende scores echter veroorzaakt door dijkstrekkingen die in de tweede toetsronde al zijn afgekeurd, maar waarvan de versterking op peildatum nog niet is afgerond. Van de 34 kunstwerken voldoen er 28 aan de norm, twee kunstwerken voldoen niet aan de norm en voor twee kunstwerken is nader onderzoek nodig. 2.4 Dijkringgebied 16: Alblassetwaard en de Vijfheerenlanden Het waterkeringstelsel rond dijkring 16 voldoet voor een deel aan de norm. Over een lengte van 3,l kilometer hebben de waterkeringen categorie a de score "voldoet niet aan de norm" gekregen en voor 0,3 kilometer is nader onderzoek nodig. Hiernaast is ruim 47 kilometer waterkering niet getoetst omdat deze zich in het Ruimte voor de Rivier-programma of in diverse versterkingsprogramma's bevinden. Bij de kunstwerken is de score voor 8 van de 24 objecten (alle in de Diefdijk) dat zij nader onderzocht dienen te worden, de overige 16 objecten voldoen aan de norm. Opmerkina 7: Spiikersluis De Spijkersluis ligt in de Diefdijklinie, een categorie-c kering die versterkt wordt onder het regime van het Deltaplan Grote Rivieren. In overleg met de provincie is deze sluis in 2008 aangepast teneinde te voldoen aan de vigerende eisen. Het waterschap geeft de sluis in dit onderzoek echter het veiligheidsoordeel "nader onderzoek nodig" wegens gebrek aan gegevens. De provincie Zuid-Holland stelt naar aanleiding van deze verbetering een oordeel gegeven had moeten worden en verwacht dat dit kunstwerk in de vierde ronde volledig getoetst wordt. 2.5 Dijkringgebied 17: IJsselmonde Het waterkeringstelsel rond dijkring 17 voldoet voor het grootste deel aan de norm. Over een lengte van 1,4 kilometer hebben de waterkeringen de score "voldoet niet aan de normn gekregen, maar deze trajecten zijn al in voorbereiding of uitvoering. Voor 3,7 kilometer is nader onderzoek nodig, waarvan 0,8 kilometer al in voorbereiding of uitvoering is, zodat 2,9 kilometer van deze score nieuw is. Bij de kunstwerken is de score voor 15 van de 30 objecten "voldoet aan de norm" en voor eveneens 15 objecten is nader onderzoek nodig. 2.6 Dijkringgebied 18: Pernis Voor het waterkeringstelsel rond dijkring 18 voldoet bijna helemaal aan de norm, maar er is nader onderzoek nodig om te komen tot een volledig veiligheidsoordeel. Dit nadere onderzoek betreft echter slechts 0,l km grasbekleding en één kunstwerk. Verder moeten enkele Niet-Waterkerende Objecten ook nader worden onderzocht. Voor het overige voldoet deze dijkring aan de norm. 2.7 Dijkringgebied 19: Rozenburg Voor het waterkeringstelsel rond dijkring 19 voldoet voor een groot deel aan de norm, maar er is nader onderzoek nodig om te komen tot een veiligheidsoordeel. Dit nadere onderzoek betreft 2,9

17 provincie ZUID HOLLAND Datum 6 december 2010 km bekleding en één kunstwerk. Verder moeten enkele Niet-Waterkerende Objecten nader worden onderzocht. Voor het overige voldoet deze dijkring aan de norm. 2.8 Dijkringgebied 20: Voorne-Putten Het waterkeringstelsel rond dijkring 20 voldoet voor een groot deel aan de norm. Over een lengte van 8,3 kilometer hebben de waterkeringen de score "voldoet niet aan de norm" gekregen, maar deze trajecten zijn al in voorbereiding of uitvoering. Voor 21,O kilometer is nader onderzoek nodig, waarvan 11,l kilometer al in voorbereiding of uitvoering is, zodat 9,9 kilometer van deze score nieuw is. Bij de kunstwerken is de score voor één van de 13 objecten "voldoet aan de norm", voor eveneens één object is de score "voldoet niet aan de norm" en voor 11 objecten is nader onderzoek nodig. 2.9 Dijkringgebied 21 : Hoeksche Waard Het waterkeringstelsel rond dijkring 21 voldoet voor een deel aan de norm. Over een lengte van 28,9 kilometer hebben de waterkeringen de score "voldoet niet aan de norm" gekregen, waarvan echter al 23,9 kilometer in voorbereiding of uitvoering is. Voor 12,3 kilometer is nader onderzoek nodig, waarvan 7,5 kilometer al in voorbereiding of uitvoering is, zodat 5,8 kilometer van deze score nieuw is. Bij de kunstwerken is de score voor twee van de 14 objecten "voldoet aan de norm" en voor twee objecten "voldoet niet aan de norm"; voor de overige 10 objecten is nader onderzoek nodig Dijkringgebied 22: Eiland van Dordrecht Het waterkeringstelsel rond dijkring 22 voldoet voor een deel aan de norm. Over een lengte van 10,5 kilometer hebben de waterkeringen de score "voldoet niet aan de norm" gekregen, waarvan echter al 10,O kilometer in voorbereiding of uitvoering is. Voor 8,5 kilometer is nader onderzoek nodig, waarvan 4,6 kilometer al in voorbereiding of uitvoering is, zodat 4,O kilometer van deze score nieuw is. Bij de kunstwerken is de score voor zeven van de 14 objecten "voldoet aan de norm"; voor de overige zeven objecten is nader onderzoek nodig. O~merkina 8: de Voorstraat te Dordrecht Wat betreft de toetsing van de Voorstraat kan de provincie zich niet vinden in de scores van de methodische beoordeling. Voor de beoordeling van de hoogte van de waterkering is in het ambtelijk vooroverleg afgesproken de "Analyse van de waakhoogte voor een grondconstructie in de Voorstraat te Dordrecht" van de provincie Zuid-Holland (november 1991) opnieuw tegen het licht te houden. Dit lijkt te zijn gebeurd, gezien de verwijzingen naar stukken in de rapportage van het waterschap. Ondanks herhaalde verzoeken beschikt de provincie nog steeds niet over alle benodigde documenten. In het bijzonder gaat het over het belangrijkste rapport; "Geavanceerde kruinhoogtetoets Voorstraat" (Royal Haskoning, augustus 201 O), waarin de onderbouwing van de waakhoogte is opgenomen. Gezien de zeer geringe marge in de aanwezige kruinhoogte is het essentieel dit document te kunnen beoordelen. Indien dit volgens de systematiek mogelijk zou zijn geweest, zou de provincie een score "nader onderzoek" hebben willen toekennen op het methodische spoor, in afwijking van de score "voldoende" van het waterschap. Gezien het beheerdersoordeel (voldoende) kunnen wij wel instemmen met het eindoordeel van het waterschap (voldoende). Hetzelfde aspect speelt bij de onderbouwing van de score "goed" van de meer dan 100 vloedschotten van de Voorstraat. Het document "Beoordeling kunstwerken dijkring 22" (Royal Haskoning, augustus 2010) kunnen wij om dezelfde reden niet beoordelen en is het standpunt van de provincie gelijk aan dat van de hoogtetoets; "nader onderzoek" als

18 Datum 6 december 2010 methodische score indien dit volgens de systematiek mogelijk zou zijn geweest en eindscore "voldoende" Dijkringgebied 25: Goeree-Overflakkee Het waterkeringstelsel rond dijkring 25 voldoet voor een groot deel aan de norm. Over een lengte van 1,8 kilometer hebben de waterkeringen de score "voldoet niet aan de norm" gekregen, maar een traject van 1,3 kilometer is al uitvoering. Voor 26,9 kilometer is nader onderzoek nodig. Bij de kunstwerken is de score voor drie van de 17 objecten "voldoet aan de norm", voor één object is de score "voldoet niet aan de norm" en voor 13 objecten is nader onderzoek nodig.

19 Page 1 of 1 Legenda toetsresultaat kunstwerken en dijkvakken nader onderzoek nodig niet ingevuld voldoet aan de norm voldoet niet aan de norm nader onderzoek nodig niet ingevuld voldoet aan de norm voldoet niet aan de norm Leiden Dijkring 14 Zuid-Holland Zoetermeer Verbindende Waterkering 8 SVK Nieuwe Waterweg en Europoortkering I Verbindende Waterkering 9 Europoortkering II en HartelkerIn Vijfheerenlanden Dljkring 21 Hoeksche Waard

20