Psychologen over rechtvaardigheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Psychologen over rechtvaardigheid"

Transcriptie

1 Psychologen over rechtvaardigheid Theorie, epirie, en nieuwe ontwikkelingen H er an Steens a Dr. Heran Steensa is hoofddocent Sociale en Organisatiepsychologie, Universiteit van Leiden. Zijn onderzoek heeft onder andere etrekking op sociale rechtvaardigheid, leiderschap en anageent, organisatieverandering, otivatie en verzui. Adres: Sectie Sociale & Organisatiepsychologie, Universiteit Leiden, Postus 9555, 2300 r Leiden Saenvatting Wat wordt rechtvaardig gevonden, en waaro? En hoe reageren ensen op onrechtvaardigheid? Deze vragen staan centraal in dit overzichtsartikel van het onderzoek dat door psychologen is verricht naar sociale rechtvaardigheid. Eerst wordt de verdelende rechtvaardigheid ehandeld. Vervolgens wordt onderzoek naarde rechtvaardigheid van procedures en sociale interacties gepresenteerd, waarij de elangrijkste aspecten van procedurele rechtvaardigheid worden toegelicht. Het relatieve elang van procedurele ten opzichte van verdelende rechtvaardigheid lijkt onder andere afte hangen van de volgorde waarin inforatie wordt aangeoden. Het artikel vat dan studies saen naar cross-culturele verschillen en naar verschillen tussen rechtvaardigheidsoordelen van annen en vrouwen. Persoonlijkheidskenerken zoals het Just World Belief en de Sensitivity to Befalten Injustice lijken ook van elang te zijn voor rechtvaardigheidspercepties en -gedrag. Tot slot wordt ingegaan op de vertaling van onderzoeksresultaten naar eleid. 1 Inleiding: de rechtvaardigheidsvragen Mensen streven naar het verwerven van aantrekkelijke goederen (en diensten) en ze willen vervelende en onaangenae zaken ( lasten ) verijden. Dit roept de vraag op wie krijgt wat, en waaro? Dat is de klassieke vraag van de distriutieve (verdelende) rechtvaardigheid (o.a. Lenski 1966). Die verdeling van lusten en lasten over leden van de saenleving geschiedt eestal niet op asis van het toeval (enkele uitzonderingen daargelaten). Het resultaat van een verdelingsproces oet worden gelegitieerd o onvrede te voorkoen. Die legitiering geschiedt et ehulp van verdeelprincipes die op epaalde noren, waarden en doelstellingen zijn geaseerd. De vraag die daarij gesteld wordt, is in feite een herforulering van de oorspronkelijke verdelingsvraag en luidt dan wie ehoort wat te krijgen? (Alves en Rossi 1982; Arts 1984; Herkens 1983). Wanneer ensen krijgen wat ze ehoren te krijgen, is er sprake van een rechtvaardige verdeling. Natuurlijk eantwoordt de feitelijke verdeling niet altijd aan de verdeling die het eest rechtvaardig wordt gevonden. En daaree rijst de (nieuwe) vraag: wat zijn de reacties van ensen op ervaringen van onrechtvaardigheid?

2 Heran Steensa Psychologen over rechtvaardigheid De antwoorden op de rechtvaardigheidsvragen zijn van uitzonderlijk groot elang. Algeeen wordt aangenoen dat onrechtvaardigheid als onaangenaa wordt ervaren, daaree het welzijn van individuen verlaagt, en ook tot spanningen tussen individuen kan leiden. Onrechtvaardige verdelingen van voor- en nadelen op groepsniveau kunnen ijdrage aan conflicten tussen groepen. Maatschappelijke cohesie en onderlinge solidariteit staan op het spel. Het functioneren van individuen, groepen en saenlevingen wordt volgens vele denkers (en ook lijkens epirisch onderzoek) eïnvloed door de feitelijke (on)rechtvaardigheid van verdelingen en door de processen waardoor die verdelingen totstandkoen. Daar waar aan welzijn van individuen, en aan sociale cohesie en solidariteit veel waarde wordt gehecht, zullen eleidakers en politici geïnteresseerd zijn in de genoede rechtvaardigheidsvragen. En zelfs wanneer aan het welzijn van individuen of aan de situatie van epaalde groepen geen hoge prioriteit wordt gegeven, zal doorgaans nog worden gepoogd te claien dat naar rechtvaardigheid wordt gestreefd (al vergt dit sos ehoorlijk wat assage van de feiten). Auteurs vanuit verschillende disciplines heen zich et deze vragen naar verdelende rechtvaardigheid eziggehouden. In dit artikel ligt het accent op de ijdragen vanuit de sociale en organisatiepsychologie. Ook zullen enkele sociologische studies aan od koen. Het etreft dan vooral studies waarvan de auteurs zich heen laten inspireren door theoretische en/of epirische resultaten vanuit de (sociale) psychologie. Het artikel is als volgt opgeouwd. Allereerst wordt ingegaan op de elangrijkste psychologische theorieën over verdelende rechtvaardigheid en op de resultaten die het onderzoek daarnaar heeft opgeleverd. Vervolgens wordt geschetst hoe en waaro de aandacht van onderzoekers steeds eer verschoof naar een ander rechtvaardigheidsprolee: de procedurele rechtvaardigheid, dat wil zeggen de noren en oordelen die etrekking heen op de anier waarop verdelingen totstandkoen en de procedures die daarij worden gehanteerd. Het verwante prolee van interpersoonlijke, interactie - rechtvaardigheid kot ook aan od. Bestaat er eigenlijk wel universele en algeene consensus over rechtvaardigheid, o f zijn er groeps- en persoonsgeonden verschillen? Over het antwoord op deze laatste grote vraag estaat geen consensus. De elangrijkste variaelen die een rol lijken te spelen, worden esproken. Het artikel eindigt et een korte eschouwing, waarin de alans wordt opgeaakt: wat heeft het onderzoek opgeleverd en hoe kan deze kennis worden toegepast? Alvorens het overzicht te starten, oet nog een kanttekening worden geplaatst. De onderzoeks- output is veel te ovangrijk voor een volledig overzicht. Er is dus (fors) geselecteerd, et als selectiecriteria (vooral) de oorspronkelijkheid van de pulicatie, de waarde als illustratie, en voorrang voor Nederlands onderzoek. Die criteria zijn natuurlijk discutael en de anier waarop ze zijn toegepast, is dat ook. 2 Verdelende rechtvaardigheid: illijkheidstheorie Sinds de jaren zestig is veel onderzoek verricht naar rechtvaardigheidsnoren in relaties tussen ensen en groepen. De sociale ruiltheorie van de socioloog Hoans (1961) stelt, dat er sprake is van distriutieve rechtvaardigheid tussen ensen die een ruilrelatie et elkaar heen wanneer de winsten (datgene wat wordt ontvangen in de ruil, inus de kosten van de ruil) van elk proportioneel zijn aan hun investeringen. Investeringen zijn op te vatten als relevante attriuten die door een partij worden eegeracht in de ruil; ijvooreeld inspanning, leeftijd, sos huidskleur, enzovoort. De ruil kan direct zijn (tussen twee personen o f partijen), danwel indirect: een derde partij, ijvooreeld een werkgever, wijst oprengsten toe aan twee andere partijen o f personen. Afwijkingen van het proportionaliteitsprincipe leiden volgens Hoans tot oosheid ij nadelige afwijkingen en tot schuldgevoelens ij afwijkingen die voordeel opleveren - waarij de drepel voor het tonen van oosheid overigens lager ligt dan de drepel voor het ervaren en tonen van schuldgevoel. Hoans specificeert helaas niet wat - afgezien van ontevredenheid - de consequenties zijn van een gevoelde onrechtvaardigheid. Mede daaro heeft het werk van de psycholoog Adas, ofschoon het wat later gepuliceerd is, toch eer invloed gehad op de onderzoeksagenda. Adas (1963, 1965) ontwikkelde naelijk de illijkheidstheorie (equity «2 6 «

3 Heran Steensa Psychologen over rechtvaardigheid theory), die zowel de antecedenten als de consequenties, de gevolgen van gepercipieerde onrechtvaardigheid specificeert. Hij past daarij, naast de ruiltheorie, ook ideeën uit de cognitieve dissonantietheorie van Festinger (1957) toe. De illijkheidstheorie is als volgt saen te vatten: personen streven in sociale relaties naar het ereiken van evenwicht tussen hun ijdragen, de inputs (factoren als inspanning, ervaring, ekwaaheid) en hun oprengsten, de outcoes (geldelijke eloningen; een privé-parkeerplaats; status e.d.). Onder het gezichtspunt van interpersoonlijke vergelijking is van illijkheid sprake, wanneer de verhouding van outcoes tot inputs voor een persoon gelijk is aan de verhouding van outcoes tot inputs van een vergelijkingspersoon (et wie een ruilrelatie estaat). Er is sprake van onillijkheid (inequity) wanneer de ratio s van outcoes en inputs voor de persoon en de vergelijkings-ander ongelijk zijn. Hoe ongelijker de ratio s zijn, hoe onillijker de relatie is. Onillijkheid creëert een onprettige spanning. De onillijkheid kan de vor aanneen van overeloning of van ondereloning. De laatste vor wordt het eest onaangenaa gevonden.1 De onillijkheid kan worden gereduceerd door: 1 het daadwerkelijk veranderen van de eigen ijdragen door de persoon; 2 daadwerkelijke verandering van de eigen oprengsten; 3 cognitieve vervoring van de eigen inputs en outcoes; 4 het verlaten van het veld (ijvooreeld ontslagnae); 5 het eïnvloeden van de vergelijkings-ander; 6 het veranderen van vergelijkingspersoon. Korto, er zijn nogal wat reductieechanisen ogelijk. De illijkheidstheorie specificeert niet nauwkeurig welk reductieechanise wordt gekozen (een zwak punt dat ze deelt et de dissonantietheorie) en is ook niet erg duidelijk over relevante inputs, outcoes en het eten van de waarde daarvan (een zwak punt dat ze deelt et de ruiltheorie). Maar, en dat is een ijzersterk punt, de illijkheidstheorie stiuleerde zeer veel onderzoek (vroege overzichten treft en aan in Adas en Freedan 1976; Von Grukow en Wilke 1974; Van Kreveld en Beeen 1978; Walster, Walster en Berscheid 1978). Ook gaf de theorie, sos in coinatie et de verkregen researchresultaten, aanleiding tot nieuwe theoretische ontwikkelingen. Zo is er enige aandacht esteed aan het verfijnen van de klassieke illijkheidsforule van Adas. Die forule is alleen zinvol wanneer outcoe- en inputoptelsoen hetzelfde teken heen (alle soen positief; of alle soen negatief). Walster (r975: z'e k Walster e.a. 1973) stelt daaro een correctie voor, aar deze nieuwe forule kreeg nauwelijks aanhang (en lijkt overigens ook weer eigen proleen te kennen). Veel eer invloed is uitgeoefend door het overzichtswerk over illijkheidstheorie en researchresultaten dat Elaine Walster e.a. (1978) schreven. Dat oek iedt een uitstekend overzicht van de eind jaren zeventig estaande onderzoeksresultaten, waarij een (enigszins, aar niet ingrijpend) aangepaste variant van de illijkheidstheorie wordt toegepast op relaties tussen uituiters en hun slachtoffers; filantropen en egunstigden; 'zakelijke relaties in organisaties en intiee relaties. De illijkheidstheorie wordt hier eschouwd als een universeel geldige theorie, toepasaar op alle ogelijke sociale situaties. De auteurs claien dat andere verdeelregels ij nauwkeurige analyse neer zouden koen op het proportionaliteitsprincipe van de illijkheidstheorie. Ze neen daaree duidelijk stelling in een discussie die geruie tijd is gevoerd: zijn er eer verdeelregels? Zo ja, welke dan, en wanneer wordt welke regel dan toegepast? 3 Verdeelregels: illijkheid, gelijkheid, of ehoefte? Auteurs als Deutsch (1975), Schwinger (1980), Mikula (1980) en Leventhal e.a. (1980) onderscheiden teninste drie elangrijke verdeelprincipes: illijkheid; gelijkheid (iedereen krijgt evenveel) en ehoefte (de verdeling geschiedt al naar gelang de sterkte van ehoefte van personen). Gelijkheid- en ehoefte principe zouden, anders dan Walster e.a. lijken te ipliceren, niet op te vatten zijn als ijzondere verschijningsvoren van de klassieke illijkheidsregel. Bovendien geven de aanhangers van de ulti-principe enadering aan, wanneer welk principe door ensen zou worden gehanteerd: het illijkheidsprincipe (proportionaliteit) wordt vooral toegepast, wanneer het doel is econoische productiviteit te evorderen; wanneer het gaat o sociale cohesie, en het evorderen van goede inter

4 Heran Steensa Psychologen over rechtvaardigheid persoonlijke relaties, wordt het gelijkheidseginsel geprefereerd. Tot slot wordt vooral naar ehoefte verdeeld, wanneer de estaansogelijkheid en het welzijn van de ontvangers oeten worden evorderd. In de praktijk zal nogal eens worden getracht verschillende doelstellingen tegelijkertijd te ereiken. Dat leidt ertoe dat de verschillende verdeelregels vaak et een epaald gewicht et elkaar worden gecoineerd. De eeste theoretici zijn er heden ten dage van overtuigd dat de ulti-principeenadering de rechtvaardigheidsvoorkeuren en -gedragingen van ensen eter eschrijft dan de één-principe (te weten equity) enadering. Aanvankelijk lag de nadruk vooral op het waarneen en ervaren van (on)illijkheid en (on)rechtvaardigheid in de interactie tussen twee personen, waarij alleen gelet werd op de oprengsten en ijdragen van die specifieke personen in die specifieke interactie. Rechtvaardigheidsnoren kunnen dan echter wel heel tijdelijk o f lokaal zijn. Spoedig is dan ook voorgesteld o ook te letten op intrapersoonlijke vergelijking. Daarij wordt de input-outcoeverhouding vergeleken et een interne nor, die is ontstaan ten gevolge van een hele reeks vroegere ervaringen et eloningen (Pritchard 1969). Ook Berger e.a. (1972) enen dat ensen hun rechtvaardigheidsoordelen niet zozeer aseren op vergelijkingen et heel specifieke personen, aar eerder op een vergelijking et een soort gegeneraliseerde anderen. Bepaalde kenerken van personen zouden een zekere statuswaarde heen, die gepaard gaat (of ehoort te gaan) et aanwezigheid van goal-ojects (ongeveer: eloningen). Men kijkt daaro naar de eigen kenerken en verwacht op grond van die eigen kenerken vervolgens een zekere eloning (Berger e.a. 1972). De ijdrage van Berger c.s. is vooral geweest, dat ze de aandacht heen gevestigd op het vergelijken et ehulp van referentiestructuren die tot verwachtingen leiden. Hun opvatting dat rechtvaardigheidsoordelen niet via vergelijking et specifieke personen ('lokale vergelijking ) tot stand zullen koen, is te streng en wijkt a f van de werkelijkheid. Zowel in theorie als in de praktijk lijkt het ogelijk verschillende soorten vergelijking te aken: ijvooreeld et individuen; et groepen; et het verleden; et wat de eigen persoon in de toekost nog kan geeuren; et een astracte standaard (voor discussies hierover, zie Goodan 1974; Markovski 1985; Masters en Keil 1987; Martin 1981). Het is natuurlijk denkaar dat allerlei vergelijkingsronnen tegelijkertijd een rol spelen. Het is echter ook denkaar (en daar zijn ook wel aanwijzingen voor), dat de keuze voor een vergelijkingsrön instens ten dele afhangt van kenerken van de situatie. Kenerken die een rol kunnen spelen zijn (Austin 1977): 1 De naijheid van eventuele vergelijkingsojecten. Mensen vergelijken zich vaker et naije personen en groepen, odat de inputs en outcoes daarvan veel zichtaarder zijn. 2 De gelijksoortigheid (siilarity) van individuen en hun ogelijke referentieojecten. Zo lijkt er voorkeur te estaan voor het vergelijken et andere personen die op relevante kenerken niet te sterk verschillen. Daarij is vaak (aar zeker niet altijd) sprake van enige opwaartse vergelijking, ijvooreeld et ensen en groeperingen die iets, aar niet ijzonder veel eer, verdienen (Von Grukow 1980). 3 De instruentaliteit; en proeert die asis van vergelijking te kiezen die de ogelijkheid iedt uiteindelijk eer eloningen te verwerven. (Hier zit dus een zekere spanning tussen rechtvaardigheidsoverwegingen en eigenelang.) 4 Rechtvaardigheidsoordelen over verdelingen Rechtvaardigheidsoordelen zijn afhankelijk van een reeks factoren. De voorkeur voor rechtvaardigheidsprincipes (illijkheid, gelijkheid, ehoefte) speelt een rol. Die voorkeur wordt zelf weer eïnvloed door (onder eer) te ereiken doelstellingen, de sociaal-econoische en politieke achtergronden van de eoordelaar; en de sociale etrekkingen tussen de ij de verdeling etrokkenen. De waarneing en de waardering van de diverse ogelijk relevante inrengfactoren en outcoes is uiteraard ook essentieel. En ook de keuze van vergelijkingspersoon o f vergelijkingsgroep aakt veel uit. De diverse afwegingen voor het epalen van wat rechtvaardig is, worden voortdurend - en vaak op een onderewust niveau - geaakt (Lerner 1981). Attriuties van oorzaken van eventuele onrechtvaardigheden kunnen de rechtvaardigheidseleving *

5 Heran Steensa Psychologen over rechtvaardigheid ook nog eïnvloeden: wanneer een persoon zelf verantwoordelijk wordt geacht voor zijn/haar relatief lage oprengsten, zal de ervaren onrechtvaardigheid (door die persoon zelf, o f door een derde partij) kleiner zijn (Cohen 1982; Utne en Kidd 1980). Er zijn iniddels honderden studies naar verdeelgedrag en de eoordeling daarvan uitgevoerd. Veel van die studies zijn als experient uitgevoerd in een psychologisch laoratoriu, vaak et studenten als proefpersonen. Daarnaast is er een (kleiner) aantal veldexperienten gedaan. Ook zijn er surveystudies verricht, waarij aan een steekproef in een epaalde populatie een vragenlijst over verdelende rechtvaardigheid is voorgelegd. Tot slot zijn er nog de zogenaade vignetonderzoeken. Vignetten zijn kaartjes waarop kenerken staan oschreven van de ontvangers (huishoudens; personen) van eloningen. Het gaat o kenerken zoals eroep, leeftijd, opleiding, enzovoorts. Een eoordelaar oet dan epalen hoeveel eloning aan de diverse vignetten oet worden toegekend, of - indien ook de eloning op het vignet staat vereld - hoe rechtvaardig een toegekende eloning is. De vignetethode is in de usa onder anderen toegepast door Alves en Rossi (1978; Jasso en Rossi 3:977; Jasso 1980). Nederlands vignetonderzoek is, kleinschalig, onder anderen verricht door Von Grukow, Steensa en Wilke (1977) en, et veel grotere aantallen respondenten, door Herkens (1983; Herkens en Van Wijngaarden 1977,1987) en door Boeran (3992). Een vooreeld van de wijze waarop experienteel onderzoek naar illijkheid is uitgevoerd: Adas liet proefpersonen drukproeven corrigeren. Ervaren onillijkheid kon worden gereduceerd door inputs te veranderen. Overetaalde proefpersonen die een uurloon kregen, leken de onillijkheid te reduceren door een hogere productie te leveren (eer pagina s per uur). Echter, overetaalde proefpersonen die een stukloon kregen, zouden door hogere productie in nog veel sterkere ate worden overetaald. Zij kozen daaro een andere vor van inputverhoging en gingen heel nauwkeurig corrigeren. Von Grukow en Wilke (1974) estudeerden de resultaten van een groot aantal van deze, en (iets) andere equity-studies. De eeste research lijkt dan etrekking te heen op indirecte ruilsituaties, aar er is ook een ehoorlijke hoeveelheid werk verzet op het geied van de directe ruil. Directe ruilsituaties Een ekende werkwijze in het onderzoek is als volgt. De persoon, P, en een ander doen saen iets. De oprengsten die ze daarvoor krijgen, oeten door de persoon verdeeld, o f eventueel herverdeeld worden. Bij herverdelingssituaties luidt dan de voorspelling dat P illijkheid proeert te herstellen: kreeg hij te veel toeedeeld door de ander, dan geeft hij wat terug. De resultaten van herverdelingsstudies tonen inderdaad aan, dat veelal een dergelijk illijkheidsherstel plaatsvindt. Bij studies naar verdelingen (allocaties) door P in directe ruilsituaties luidt de voorspelling, dat P inder van een eloning neet als hij relatief inder heeft gedaan, en eer als hij relatief eer gedaan heeft. Deze voorspelling wordt in verschillende experienten evestigd. Er zijn echter enkele uitzonderingen (die ogelijk toe te schrijven zijn aan epaalde kenerken van de ij de ruil etrokkenen en/of de situatiekenerken). Indirecte ruil De situatie waarin de persoon en de ander niet rechtstreeks op elkaar etrokken zijn, aar indirect dus via een uitwisseling die eiden et een derde partij heen, is in verscheidene experienten onderzocht. Een veelgeruikt paradiga is dat proefpersonen wordt gevraagd een eloningsschea te ontwerpen voor een aantal werkneers. Experienteel worden er dan allerlei ijdragen o f oprengsten gevarieerd (zie ijvooreeld Von Grukow e.a De resultaten zijn, ondig saengevat: * In stukloonsituaties leidt variatie van oprengsten in het algeeen tot de door de illijkheidstheorie voorspelde effecten; in uurloonsituaties zijn de effecten inder sterk. * Prestatie en inspanning van de werkers lijkt en doorgaans de elangrijkste inrengfactoren te vinden. * In de praktijk kot vaak een gewogen oordeel tot stand en wordt eer eloning toegewezen aan degenen die de grootste inreng heen. Maar, die toewijzing is vaak niet exact gelijk aan wat volgens de forule illijk is, aar zit ergens tussen gelijk en illijk verdeeld in. * Er estaat een in o f eer grote groep nivelleerders : ondanks inputverschillen willen zij toch een gelijke hoeveelheid eloning toeedelen aan de werkneers. iro *26 «2

6 Heran Steensa Psychologen over rechtvaardigheid 5 Vignet- en surveyonderzoek Het grootschalige vignetonderzoek en surveyonderzoek aakt het ogelijk veel eer factoren tegelijkertijd te estuderen. Er zijn verscheidene Nederlandse onderzoeken uitgevoerd. Zo legden Herkens en Van Wijngaarden (1977, 1987) een vijftiental rechtvaardigingscriteria voor inkoens voor aan ijna zeshonderd werkneers. Hoogendoorn en Sink (1978) deden hetzelfde ij rui zeshonderd leden van onderneingsraden. Resultaten waren in eide gevallen dat ijver/inzet, kwaliteit van het werk en het oeten neen van elangrijke eslissingen volgens respondenten zwaar ogen wegen ij het epalen van de inkoenshoogte; factoren als ieands leeftijd en het heen van epaalde aangeoren eigenschappen, worden echter onelangrijk gevonden. Uit vragenlijstonderzoek van Verunt en Van Kreveld (1981) onder rui honderd respondenten, leek onder eer dat persoonlijke inzet (aantal uren, inspanning), aar ook fysieke werksituatiefactoren, en productie (kwaliteit, hoeveelheid werk) erg elangrijk worden gevonden. In het vignetonderzoek van Herkens (1983) zijn 720 vignetten geruikt; 480 voor het eschrijven van huishoudens van echtparen, 240 voor huishoudens van alleenstaanden. De vignetten zijn in enkele surveys geruikt, waarij totaal eer dan vierhonderd respondenten deelnaen. Elke respondent oest een dertigtal vignetten eoordelen en aangeven o f de op het vignet eschreven persoon of het eschreven gezin rechtvaardig wordt eloond. Het onderzoek leert onder eer dat eloning naar inzet en prestaties een hoofdrol speelt in het epalen van rechtvaardigheidsoordelen. Echter, het ehoeftecriteriu lijkt ook duidelijk ee te worden gewogen. Kenerken van ascription zoals sekse worden onelangrijk of irrelevant gevonden. Deze conclusies van Herkens liggen in de lijn van de evindingen van de eeste survey- en vignetonderzoeken. Een ander terugkerend punt in diverse Nederlandse studies is de nivelleringswens : en wil de verschillen tussen hoge en lage inkoens in het algeeen verkleinen. Een laatste grootschalige vignetstudie is het prootieonderzoek van Boeran (1992). Hierij kenden rui achthonderd respondenten inkoens toe aan fictieve huishoudens, ekende Nederlanders en ekende personen. De respondenten leken het ijd ra g ecriteriu (equity) het elangrijkst te vinden, gevolgd door het gelijkheidsprincipe en het ehoeftecriteriu. Echter, die voorkeursvolgorde is niet voor ieder dezelfde en leek ovendien afhankelijk van de verdelingscontext (de saenleving o f de organisatie waarin en werkt). Ook leken verschillen tussen eoordelaars saen te hangen et politieke overtuiging, religie van het ouderlijk gezin en kenerken van de organisatie waar en werkt. Ook de nivelleringswens kot weer naar voren. Operkelijk is dat aan vrouwen (iets) lagere inkoens werden toegekend dan aan annen. 6 Procedurele rechtvaardigheid Sinds het idden van de jaren zeventig is psychologisch onderzoek naar procedurele rechtvaardigheid op gang gekoen. Het gaat daarij niet o het eoordelen van de outcoes die personen of groepen krijgen toegewezen, aar o de anier waarop die verdeling tot stand is gekoen. Daarij worden steeds epaalde forele danwel inforele procedures geruikt en ensen/groepen worden op een epaalde anier ehandeld (eleefd/oneleefd, foreel/inforeel enzovoorts). De wijze van rechtstreeks ogaan et degenen aan wie outcoes worden toegewezen, wordt ook wel interactie(on)rechtvaardigheid genoed (Bies en Moag 1986; Brett 1986). De pionierstudies op het terrein van de procedurele rechtvaardigheid zijn uitgevoerd door Thiaut en Walker en hun collega s (Thiaut en Walker 1975, 1978; Walker, Latour, Lind en Thiaut 1974). Dat startonderzoek was geïnspireerd door de gang van zaken in de (Aerikaanse) rechtspraak. De resultaten van siulatiestudies waren, dat ongeacht de uitkost de procedure rechtvaardiger werd gevonden, wanneer er door de partijen invloed op kon worden uitgeoefend (Walker e.a. 1974). Thiaut en Walker (1975) verklaren dergelijke evindingen door de aannae dat ensen streven naar het uitoefenen van invloed, naar eheersing van de gang van zaken. Er zijn twee eheersingsvoren. Ten eerste decision control (eslissingscontrole), waarij erkare invloed op de eindeslissing - de toewijzing van straffen, de uitspraak - wordt uitgeoefend. Ten tweede process control (proceseheersing), waarij de gedaagde de ogelijkheid wordt geoden de eigen zaak uitvoe 1999 «26 «2 3 III

7 Heran Steensa Psychologen over rechtvaardigheid rig toe te lichten. Die tweede vor wordt ook wel voice genoed (in navolging van Folger 1977). Deze evinding is exeplarisch voor onderzoek naar procedurele rechtvaardigheid: het voice effect - inspraak versterkt het oordeel dat de esluitvoringsprocedure rechtvaardig is - wordt eschouwd als het eest evestigde researchresultaat (Lerner en Whitehead 1980; Lind, Kanfer en Early 1990; Lind en Tyler 1988). Het onderzoek naar procedurele rechtvaardigheid is al spoedig verreed naar andere settings, waaronder ook areidsorganisaties. Echter, anders dan het geval is in het onderzoek naar verdelende rechtvaardigheid - waar de equity-theorie in of eer richtinggevend was - is er nog geen leidende theorie op het geied van procedurele rechtvaardigheid. Greenerg (1993) vindt daaro dat onderzoek naar procedurele rechtvaardigheid zich nog in het stadiu van intellectuele adolescentie evindt. Een elangrijke ijdrage, et duidelijke eleidsiplicaties, is geleverd door Leventhal (1980; zie ook Leventhal, Karuza en Fry 1980). Hij onderscheidt de volgende criteria voor rechtvaardigheid van procedures: 1 consistentie, dat wil zeggen, procedures oeten op dezelfde wijze worden toegepast, zowel voor verschillende personen als op verschillende tijdstippen; 2 ias suppression (eigenelang en vooroordelen ogen geen rol spelen in de esluitvoring; 3 accuratesse, er oeten zo weinig ogelijk fouten worden geaakt ij het verzaelen en verwerken van inforatie; 4 corrigeeraarheid, eslissingen oeten kunnen worden ijgesteld, ijvooreeld via eroepsprocedures; 5 representativiteit, rekening houden et de opinies van de ij verdelingen etrokken personen en partijen, in feite een soort voice; 6 ethische regel: eslissingen oeten in overeensteing zijn et fundaentele ethische principes. Epirische studies leverden steun voor alle Leventhal-criteria (zie Barrett-Howard en Tyler 1986; Tyler 1988). Bies en Moag (1986) zijn vooral geïnteresseerd in de interactie tussen personen. Procedures oeten worden uitgevoerd, waardoor deze interpersoonlijke interactie in feite nog voorafgaat aan het uiteindelijke verdelingsresultaat. Die interactie oet (althans volgens Bies en Moag) voldoen aan rechtvaardigheidscriteria als openhartigheid, respect, gepastheid van vragen en het rechtvaardigen van eslissingen et adequate arguenten. Er is gesteld dat er nog geen leidende theorie op het geied van procedurele rechtvaardigheid is. Er wordt wel gestreefd naar zo n theorie en daarij gooien Tyler en Lind hoge ogen et hun group value odel (ook wel het relatieodel van procedurele rechtvaardigheid genoed) (o.a. Lind en Tyler 1988; Tyler en Lind 1992; Tyler, Degoey en Sith 1996). Het odel suggereert dat rechtvaardige eslissingen die door autoriteiten worden genoen, syolische oodschappen overrengen aan de groepsleden. Een faire ehandeling geeft aan dat en een positieve, gerespecteerde positie in de groep heeft, terwijl onrechtvaardige ehandeling de ipliciete, sos expliciete, oodschap overrengt dat en weinig aanzien heeft. Ook geven rechtvaardige procedures aan, dat en trots kan zijn op de groep. De ervaring van procedurele rechtvaardigheid leidt via tussenstappen (die in verschillende versies van het odel een iets andere vor heen) tot pro-autoriteitsgedrag, en tot navolgen van groepsnoren. Die procedurele rechtvaardigheid wordt alleen ervaren indien de autoriteit zich neutraal opstelt (eerlijk is, esluiten neet op asis van feiten), aangeeft dat de persoon gerespecteerd wordt ( standing aspect, via eleefd gedrag en het tonen van respect voor rechten) en vertrouwen in de persoon toont (via het rekening houden et gezichtspunten en ehoeften van de persoon). Het algeene verand - hogere niveaus van procedurele rechtvaardigheid gaan saen et sterkere otivatie, hogere tevredenheid en eer inzet voor het nastreven van door de groep of de autoriteit gestelde doelen - wordt in verschillende studies gevonden (zie o.a. de overzichten van Lind en Tyler 1988; Tyler en Lind 1992). Operkelijk is dat zulke veranden ook zijn vastgesteld voor topanagers die leiding geven aan usiness units van ultinationale onderneingen. Ki en Mauorgne heen zulke topanagers laten aangeven, wat zij rechtvaardige procedures vinden die hoofdvestigingen zouden oeten hanteren ten opzichte van hun units. Men waardeert vooral ilaterale counica *26 *2

8 Heran Steensa Psychologen over rechtvaardigheid tie; consistentie; de ogelijkheid o legitie de strategie van het hoofdkantoor ter discussie te stellen; het verschaffen van uitleg, verklaringen voor de strategische esluiten; en de aanwezigheid van kennis over de lokale situatie van de usiness unit (Ki en M auorgne , , , ). Aan inforatieverstrekking, vaak adequate notice of advance notice genoed, is pas in een relatief laat stadiu van rechtvaardigheidsonderzoek aandacht esteed, en dan vooral in het kader van systeen voor prestatieeoordeling en functioneringsgesprekken (Cropanzano en Randall 1995; Folger, Konovsky en Cropanzano 1992; Greenerg 1986, I993'; Kanfer, Sawyer, Early en Lind 1987; Taylor, Tracy, Renard, Harrison en Carroll 1995). Het lijkt door proefpersonen en echte werkneers een elangrijk pluspunt te worden gevonden. Ook in Nederlands onderzoek lijkt inforatieverstrekking ij te dragen aan de tevredenheid van werkneers over functioneringsgesprekken (Otto 1996); overigens lijkt niet alleen het procedureel correct handelen, aar óók een self-serving ias van elang ij het eoordelen van de kwaliteit van functioneringsgesprekken (Steensa en Otto 1996). Self-serving ias en procedurele rechtvaardigheid leken, naast distriutieve rechtvaardigheid, ook al van elang voor de waardering van de sociale zekerheid in Nederland, zoals vastgesteld ij uitkeringsgerechtigden en werkenden (Jacoy, Merens-Riedstra en Steensa 1984). In een geheel andere populatie - slachtoffers van isdrijven - is in een grootschalig longitudinaal surveyonderzoek geconstateerd, dat oordelen van slachtoffers van isdrijven over rechtvaardigheid die zij ervaren in hun contacten et politie, respectievelijk Openaar Ministerie, vooral positief werden eïnvloed door getoond respect en neutraliteit (Weers, Van der Leeden en Steensa 1995). In datzelfde onderzoek lijkt dat een tekort aan rechtvaardigheidsaspecten in de ehandeling ij slachtoffers de steun voor autoriteiten verlaagt, en, zij het in geringe ate, de neiging vergroot zélf illegaal gedrag te tonen (Weers 1996; Weers, Van der Leeden en Steensa 1998). In ieder geval is duidelijk, dat procedurele rechtvaardigheidsaspecten voor grote delen van de Nederlandse evolking in heel verschillende situaties de oordelen over die situatie epalen. 7 Procedurele versus verdelende rechtvaardigheid Onderzoek heeft duidelijk geaakt, dat oordelen over rechtvaardigheid zowel worden epaald door procedures als door het eindresultaat van verdelingen. Maar wat weegt nu het zwaarst? Lind en Tyler (1988) concluderen dat rechtvaardigheidsoordelen vooral door procedures worden epaald. Nederlands laoratoriuonderzoek, vooral opgezet door Verunt en Van den Bos, toont echter aan dat de zaak veel coplexer ligt: sos zal procedurele rechtvaardigheid zwaarder wegen, sos de verdelende rechtvaardigheid. Er zit echter systeatiek in: het oordeel over rechtvaardigheid lijkt vooral te worden epaald door de inforatie die het eerst wordt ontvangen. Als die eerste inforatie over procedurele aspecten gaat, zal procedurele rechtvaardigheid het zwaarst wegen, aar als eerst inforatie over outcoes wordt gegeven, is de verdelende rechtvaardigheid doorslaggevend (Van den Bos, Verunt en Wilke 1997). Interessant in dit (en ander) onderzoek is ook het optreden van statistische interacties tussen procedurele en verdelings inforatie. Die inforatie fungeert als een referentiekader (frae). Wanneer nu het eerste frae positief is, is er weinig o f geen invloed van het tweede frae op het eindoordeel. Maar wanneer het eerste frae negatief is (ijvooreeld, inforatie dat een oprengst laag is), zal een tweede, positieve frae resulteren in een veel positiever oordeel over rechtvaardigheid (Van den Bos 1996). De verklaring van het zogeheten fair process effect - dat procedurele fairness de reactie op negatieve outcoes sterk positief eïnvloedt - wordt door Van den Bos, Lind, Verunt en Wilke (1997) gezocht in de fairness heuristic theory: wanneer ensen alleen aar inforatie heen over hun eigen outcoes, en niet over de outcoes van anderen, zullen zij de fairness van de procedures geruiken als een soort sustituut o toch een rechtvaardigheids- o f tevredenheidsoordeel te kunnen geven *26» Consensus over rechtvaardigheid: groeps- en persoonskenerken Mensen kunnen verschillen in hun opvattingen over rechtvaardigheid. Echter, er zit een zekere systeatiek in die verschillen: ze hangen saen et epaalde kenerken. De elangrijkste onder

9 H e r a n S t e e n s a Psychologen over rechtvaardigheid zochte kenerken zijn: cross-culturele verschillen; sekseverschil; en persoonlijkheidskenerken, et nae het Just World Belief. Cross-culturele verschillen Landen en regio s verschillen sos sterk in hun culturen. Wat etekent dat voor rechtvaardigheidsopvattingen en -gedrag? Vooral onderzoek naar verdelende rechtvaardigheid is in verschillende landen uitgevoerd. Het lijkt dat de drie elangrijkste verdeelcriteria - equity, gelijkheid, ehoefte - in alle culturen naast elkaar voorkoen. Wel is er een verschil in gewicht. In collectivistische saenlevingen estaat vergeleken et de individualistische (westerse/aerikaanse) saenlevingen verhoudingsgewijs eer voorkeur voor verdelen volgens het gelijkheidsprincipe (Mann, Redford en Kanagawa 1985; Meindl, Hunt en Cheng 1994; Leung en Bond 1984). Overigens geldt die sterkere voorkeur voor gelijkheid uitsluitend o f voornaelijk voor de leden van de eigen groep (Leung en Bond 1984), en lijken Chinese anagers hun verdeelvoorkeuren aan te passen aan de politieke realiteit (Meindl e.a. 1994). In collectivistische culturen zijn op solidariteit gerichte relaties tussen groepsleden erg elangrijk. Dat weerspiegelt zich ook in de voorkeur voor epaalde procedures, die inder copetitief en confronterend dienen te zijn dan door individualistische westerlingen geprefereerde procedures (Leung 1987; Leung en Lind 1986). Grootschalig cross-country onderzoek Belangrijke vragen op het terrein van - vooral - de verdelende rechtvaardigheid zijn onderzocht in een grootschalig internationaal onderzoeksprograa, het International Social Justice Project (is jp ). In dertien landen (vijf westerse, waaronder Nederland en Japan en acht Centraal- en Oost-Europese landen) zijn in et ehulp van een survey gegevens verzaeld over rechtvaardige eloningen, de deterinanten daarvan, de feitelijke inkoensverdeling en de deterinanten daarvan, de justice evaluation (vergelijking van feitelijke condities et de rechtvaardigheidsnoren) en - op heel escheiden schaal - de reacties op onrechtvaardigheid.2 Ook is enige inforatie verzaeld over procedurele rechtvaardigheid. Het onderzoek is herhaald in 1996 (in inder landen). Er estaan plannen o regelatig nieuwe peilingen uit te voeren. Een uitvoerige eschrijving van de resultaten van het isjp-project wordt geleverd door Kluegel, Mason en Wegener (1995), een heldere espreking vindt en ij Jasso (1998). De nadruk ligt in het project eer op de ideeën over rechtvaardigheid dan op deterinanten van feitelijke eloning en reacties op rechtvaardigheid. Er is een schat aan data eschikaar voor reeksen odeltoetsingen, eschrijvingen van overeenkosten en verschillen tussen landen, en longitudinale studies. De koende jaren kan daarvan nog veel worden verwacht. Mannen, vrouwen, en rechtvaardigheid In verscheidene studies is onderzocht o f annen en vrouwen verschillen in hun opvattingen over (vooral: verdelende) rechtvaardigheid. Vaak is gevonden dat er geen verschillen in verdeelvoorkeur zijn (enkele vroege vooreelden: Baker 1974; decarufel en Schopler 1979). Er zijn echter eeralen wél seksegeonden verschillen in verdeelpreferenties en verdeelgedrag (of in reacties op verdeelgedrag) geconstateerd, en steevast koen die verschillen erop neer dat annen eer dan vrouwen geneigd zijn het illijkheidsprincipe te hanteren, terwijl ze inder vaak streven naar gelijkheidsprincipes in verdeelstudies (vroege vooreelden: Leventhal en Anderson 1970; Reis en Jackson 1981; in Nederland o.a.: Steensa, Roes, Wippler en Zoete 1981). Hoe zijn die eeralen geconstateerde anvrouwverschillen te verklaren? In de literatuur worden verschillende verklaringen geopperd. De elangrijkste zijn: 1 Verschillen in interpersoonlijke oriëntatie. Vrouwen zouden, eer dan annen, geneigd zijn ontevredenheid en conflicten in groepen te verijden, en te streven naar haronie en solidariteit. Daarij past het gelijkheidsprincipe als verdeelregel (o.a.: Deaux 1976; Kahn, O Leary, Krulewitz en La 1980). 2 Hieraan verwant is de verklaring dat verschillen in verdeelgedrag worden veroorzaakt door seksegeonden noratieve verwachtingen (o.a. Major en Adas 1983). 3 Een derde verklaring gaat uit van een lagere status van vrouwen ten opzichte van annen (o.a. Kahn, Nelson en Gaeddert 1980) » 2 6 «2

10 H e r a n S t e e n a Psychologen over rechtvaardigheid 4 Ten vierde verschillen annen en vrouwen (statistisch althans) in a ttriu ties v a n o o rz a k e n voor succes en falen. Vrouwen schrijven, vaker dan annen, hun successen toe aan externe factoren (ijvooreeld geluk, geakkelijke taak) en hun falen eer aan interne factoren ( te weinig capaciteiten ). Dat etekent, ij toepassing van het illijkheidsprincipe, ook inder recht op outcoes (zie voor deze vierde verklaring o.a. Deaux en Farris 1977; Major en Deaux 1981). 5 Ten slotte is er een vijfde verklaring, en deze legt de nadruk op verschillen tussen annen en vrouwen in de waarneing en waardering van inputs en outcoes (Callahan-Levy en Messé 1979; Larwood, Levine, Shaw en Hurwitz 1979; Steensa en Koper 1989). Soige ensen (eestal annen) zijn input-georiënteerd, zij interpreteren aigue aspecten in taaksituaties overwegend als 'ijdrage, waar een oprengst (outcoe) tegenover hoort te staan. Andere ensen (vaak vrouwen) zijn outcoe-georiënteerd, zij neen aigue werkaspecten juist als oprengst waar, waardoor hun totale oprengstenso groter lijkt (Toow 1971). geleverd. Wel lijkt de rolideologie een oderatorvariaele te zijn: ensen et een egalitaire ideologie, vinden ongelijke gezinstaakverdeling onrechtvaardiger dan anderen. De 'entitleent verklaring is door Freudenthaler en Mikula (1998) onlangs gecoineerd et Crosy s (1982) odel van relatieve deprivatie en et noties uit psychologische attriutietheorieën. Het aldus ontstane odel lijkt gevoelens van onrechtvaardigheid onder vrouwen goed te verklaren. Wanneer er onrechtvaardigheid wordt waargenoen in de verdeling van huishoudelijke taken, lijkt dit saen te gaan et verlaagde kwaliteit van het huwelijk of de relatie, eer conflicten, inder staiele relaties en een lager psychologisch welzijn (zie het overzicht van Mikula 1998-). Die veranden zijn overigens sterker ij vrouwen dan ij annen. Van elang is nog o op te erken dat wanneer er wordt gecontroleerd voor de areidsverdeling, de counal verdeelnor (verdelen naar ehoefte) in gezinnen veel elangrijker is voor het ervaren van rechtvaardigheid dan andere verdeelnoren, en et nae elangrijker dan de illijkheidsnor (Grote en Clark 1998). De diverse esproken verklaringen voor verschil in rechtvaardigheidspreferenties van annen en vrouwen sluiten elkaar niet uit: ze kunnen elkaar aanvullen. g Taakverdeling in gezinnen De ongelijke taakverdeling in gezinnen (vrouwen verrichten aanzienlijk eer gezinstaken) trekt steeds eer aandacht van rechtvaardigheidsonderzoekers. Een recent theanuer van Social Justice Research is geheel gewijd aan dit onderwerp (Mikula 1998-a). Operkelijk is dat niet alleen annen, aar ook de eeste vrouwen, de estaande ongelijke taakverdeling niet o f nauwelijks als onrechtvaardig ervaren. Een verklaring zou kunnen zijn dat de gevoelens van entitleent niet worden geschonden (Major , ; Mikula 1998-; Thopson 1991). Dit is het geval wanneer het uitvoeren van eer gezinswerk correspondeert et (a) wat door socialisatie gewenst wordt geacht, () wat past ij een sociale vergelijkingsstandaard; en (c) wat rechtvaardigaar is. De syolische etekenis van ijdragen aan gezinstaken lijkt veel elangrijker dan de totale tijd en inspanning die worden Persoonlijkheidskenerken Er zijn verscheidene persoonlijkheidskenerken en vele daarvan lijken, als afhankelijke en/of als onafhankelijke variaele, saen te hangen et rechtvaardigheidspreferenties en -gedrag. Zie voor de rol van areidsethos ijvooreeld Greenerg (1978, 1979) en voor een recente Nederlandse studie naar het effect van self-estee Koper c.s. (1993). De eeste variaelen worden slechts eenalig of hooguit in enkele verspreide studies onderzocht. Er zijn echter ten inste twee persoonlijkheidskenerken die centraal staan in één o f eer onderzoeksprograa s. Beide kenerken heen expliciet te aken et rechtvaardigheidseleving en -gedrag. Het gaat o het Just World Belief (JW B) en de Sensitivity to Befallen Injustice. Just World Belief (JWB) Kinderen, aar ook vele volwassenen, geloven dat zij leven in een wereld waarin het lot van ensen overeenkot et wat zij 'verdienen te krijgen (Piaget 1932). Dit geloof wordt het Just World Belief genoed in onderzoek dat al sinds de jaren zestig in verschillende landen (et nae Canada en de * 2 S 115

11 H e r a n Steens a Psychologen over rechtvaardigheid USA, aar ook Duitsland en Nederland) wordt uit- gevoerd. Het onderzoek is vooral gestiuleerd door de studies van Leer (Lerner en Sions 1966; Lerner, Miller en Holes 1976). Mensen zijn volgens deze theorie sterk geotiveerd het jw te handhaven. Dat kan leiden tot enkele onverwachte gevolgen, wanneer zij andere ensen zien lijden. Er estaat weliswaar voorkeur voor het estrijden van leed en onrecht, aar wanneer een onrechtvaardigheid niet gerepareerd kan worden, kot het jw in gevaar. De reedie is te denken dat het slachtoffer het onrecht aan zichzelf te wijten heeft. Deze vor van cognitieve vertekening wordt vooral gekozen door ensen et een sterk jw. Hoe sterker het jw, hoe geotiveerder de etreffende persoon is o edreiging van het jw te eliineren. Zo n edreiging is ijvooreeld de ogelijkheid dat volaakt onschuldige ensen het slachtoffer worden van een ongeval. In een onderzoek is dan ook geconstateerd, dat slachtoffers van edrijfsongevallen inder sypathiek worden gevonden door ensen et een sterk ontwikkeld jw (Steensa, Den Hartigh, Lucardie 1994). Overigens gaan jwb-hypothesen niet onder alle condities op, en is nog veel onderzoek op dit terrein nodig. Een recente ontwikkeling ag niet onvereld lijven. Het jw kan inder fraaie consequenties heen voor de ehandeling van slachtoffers, aar het kan - onder epaalde voorwaarden - positief zijn voor de entale elastaarheid van ensen, in het ijzonder voor het verogen van ensen o onrechtvaardigheidsstress het hoofd te kunnen ieden. Dit is het onderwerp van een nieuwe researchlijn (Dalert 1997; Verunt en Steensa 1999). Sensitioity to Befallen Injustice Mensen lijken in verschillende ate gevoelig te zijn voor onrechtatig verkregen persoonlijke voordelen, en die gevoeligheid voorspelt hun prosociale gedrag ten opzichte van enadeelde edeensen. Dit is het onderwerp van een groep Duitse onderzoekers naar existentiële schuld, opgezet door Montada (zie o.a. Montada, Schitt en Dalert 1986). De laatste jaren is de aandacht verschoven naar het perspectief van de slachtoffers; een vijftal researchgroepen houdt zich daar nu ee ezig. Geeenschappelijke assuptie is, dat individuen consistent verschillen in de snelheid en ate waarin zij zichzelf zien als slachtoffer van onrechtvaar dige procedures o f verdelingen en in hun reacties op die slachtofïerperceptie. Voor die verschillen is het concept Sensitivity to Befallen Injustice (s i) ontwikkeld. Het construct wordt geeten et ehulp van een self-report vragenlijst, waarop respondenten oeten aangeven hoe vaak ze onrecht waarneen, hoe oos ze daarover zijn, hoe doordringend de gedachten daarover zijn en hoe sterk hun wens is de verantwoordelijke dader te straffen (Schitt en Mohiyeddini 1996; Mohiyeddini en Schitt 1997; Schitt, Neuann en Montada 1995). Het onderzoek heeft iniddels aanneelijk eaakt dat het ontwikkelde eetinstruent etrouwaar en valide is, en dat s i rechtvaardigheidsoordelen, goedkeuring van epaalde activiteiten, (gerek aan) otivatie, eotionele reacties en protesthandelingen kan voorspellen - ook nog weken nadat de eting is afgenoen. Verscheidene nieuwe onderzoeken zijn in voorereiding. 10 Balans: rechtvaardigheidsonderzoek en eleid Wat wordt rechtvaardig gevonden, en waaro? En hoe reageren ensen op onrechtvaardigheid? Dit zijn de centrale onderzoeksvragen van dit artikel. De antwoorden zijn niet in één zin saen te vatten, aar vergen wat nuances. Oordelen over rechtvaardigheid lijken zowel te worden epaald door verdelingen als door procedures. Aanvankelijk is vooral aandacht esteed aan de verdeling van uitkosten, en nog steeds speelt de verdelende rechtvaardigheid de hoofdrol in de aatschappelijke discussie over uitsluitingsprocessen van groepen en over eloningsverhoudingen. De conclusies zijn dan dat (in Nederland) inrengfactoren waarop ensen zélf invloed kunnen uitoefenen, aanleiding ogen geven voor verschil in outcoes. Echter, deze voorkeur voor equity wordt vooral onderschreven in econoische uitwisselingsrelaties, en vrijwel steeds wordt een ix van verdeelregels gehanteerd. Bovendien lijkt de voorkeur voor epaalde verdeelregels saen te hangen et doelen, situaties, cultuur- en persoonskenerken. De waarde van onderzoek naar verdelende rechtvaardigheid voor eleid is, dat duidelijk wordt geaakt voor welke inputs en ehoefteverschillen overheden - aar ook organisaties - eloningen o f uitkeringen kunnen toewijzen op zodanige wijze dat de verschillen als legitie, ja zelfs otiverend, worden ervaren (door «26-2

12 H e r a n S t e e n s a Psychologen over rechtvaardigheid een ix van principes in ijvooreeld systeen van functiewaardering of prestatieeloning). Rechtvaardigheidsoordelen lijken ede a f te hangen van de procedures en interacties, en ook onderzoeksresultaten daarover lenen zich goed voor toepassing in organisaties en in de saenleving. De regels van Leventhal ijvooreeld zijn geakkelijk vertaalaar voor organisaties; en voice (inspraak, edezeggenschap) kan op verscheidene anieren worden gerealiseerd. Zorgvuldige inforatieverstrekking wordt steeds elangrijker, niet alleen voor organisatieedewerkers aar ook voor ijzondere groepen in de saenleving (ijvooreeld slachtoffers van isdrijven). Wat de vraag naar reacties op onrechtvaardigheid etreft, is het antwoord helder. Onrechtvaardigheid van procedures en van verdelingen wordt als onaangenaa ervaren en geeft aanleiding tot stress, gerek aan welzijn, ontevredenheid en cognitieve of daadwerkelijke pogingen tot rechtvaardigheidsherstel (ijvooreeld door ziekteverzui, personeelsverloop, staking, verinderde inspanning, of zelfs: saotage). Redenen te over o te streven naar rechtvaardigheid van verdelingen en procedures. O dat echt goed te doen, oet nog wel op allerlei terreinen nader onderzoek worden verricht. Zo is het wenselijk de procedurele en de verdelende oriëntaties te integreren. Dat kan ijvooreeld via de eerlijkheidsheuristiek theorie (o.a. Van den Bos 1998): wil en egrijpen hoe oordelen over rechtvaardigheid worden gevord, dan oet vooral worden gelet op de inforatie die ensen krijgen. Andere aandachtspunten in toekostig onderzoek (oeten) zijn; * de rol van leidinggevenden in het versterken en verzwakken van coitent, otivatie, loyaliteit, en stress van ondergeschikten; * keuzeproleen; hoe eslissen ensen, welke rechtvaardigheidsregels en -procedures gekozen oeten worden, en hoe wordt er gekozen in geval van onderling strijdige principes? * acro-rechtvaardigheid versus icro-rechtvaardigheid. Toepassing van op zich als rechtvaardig ervaren rechtvaardigheidsprincipes kan op acroniveau tot onrechtvaardigheid leiden. Bijvooreeld, consequente keuze van de este persoon voor epaalde posities (studieplaatsen, topposities) kan op acroniveau leiden tot achterstelling van inderheidsgroepen. Hoe zwaar wegen acro- en icrooverwegingen in de praktijk, hoe kunnen ze het este worden geïntegreerd? * ultilevel-analyses voor het uiteenrafelen van effecten op verschillende niveaus (zie ijvooreeld Van Yperen, Willering en Van den Berg 1998); * aandacht voor toepassing. Veel sociaal-psychologen en vooral de laoratoriuonderzoekers heen tot dusver nauwelijks aandacht esteed aan toepassingsogelijkheden, aar de aandacht hiervoor groeit. De koende jaren zal veel nieuwe kennis eschikaar zijn, die nog nadrukkelijker dan in het verleden ruikaar is voor eleidakers. Noten dacht is esteed (in de Ethica N ico achea). 2 In Estland zijn de gegevens in 1992 verzaeld. i De illijkheidsregel kot in feite overeen et een principe van verdelende rechtvaardigheid, waaraan reeds door Aristoteles in de vierde eeuw voor Christus uitgereid aan

13 H er a n Steens a Psychologen over rechtvaardigheid Literatuur Adas, J.S. (1963) Toward an understanding of inequity. Journal o f Anoral and Social Psychology, 67, Adas, J.S. (1965) Inequity in social exchange. In: L. Berkowitz (red.), Advances in experiental social psychology, vol. 2. New York: Acadeic Press. Adas, J.S. en Freedan, S. (1976) Equity theory revisited: Coents and annotated iliography. In: L. Berkowitz en E. Walster (red.), Advances in experiental social psychology, vol.g, New York: Acadeic Press. Alves, W.M. en Rossi, P.H. (1978), Who should get what? Fairness judgeents of the distriution of earnings. A erican Journal o f Sociology, 84, Aristoteles (335 v.chr.) Ethica Nicoachea [o.a. vertaald door Thuijs, R.W., 1954: Antwerpen, Wereldiliotheek]. Arts, W.A. (1984) Eerlijk delen - over verdelende rechtvaardigheid en inkoenseleid. Asterda: Kora (dissertatie). Austin, W. (1977) Equity theory and social coparison processes. In: J.M. Suis en R.L. Miller (red.), Social coparison processes (pp ). Washington: Halsted Press (Heisphere; Wiley). Baker, K. (1974) Experiental analysis of third-party justice ehavior. Journal o f Personality and Social Psychology, 30 (2), Barrett-Howard, E. en Tyler, T.R. (1986) Procedural justice as a criterion in allocation decisions. Journal o f Personality and Social Psychology, 50 (6), Berger, J Zelditch, M., Anderson, B. en Cohen, B. (1972) Structural aspects of distriutive justice: A status value forulation. In: J. Berger, M. Zelditch en B. Anderson (red.), Sociological theories in progress, vol. 2 (pp ). Boston, a : Houghton Mifflin. Bies, R.J. en Moag, J.S. (1986) Interactional justice: Counication criteria of fairness. In: R.J. Lewicki, B.H. Sheppard en M.H. Bazeran (red.), Research on negotiation in organizations, vol. 1 (pp.43-55). Greenwich, c t: jai Press. Boeran, F. (1992) Het verdiende loon: Een onderzoek naar opinies van werkneers over de rechtvaardigheid van individuele inkoens uit areid. Utrecht: iso r (dissertatie). Bos, K. van den (1996) Procedural justice and conflict. Leiden: Proefschrift. Bos, K. van den (1998) Integratie van procedurele en distriutieve rechtvaardigheidsoriëntaties. Gedrag en Organisatie, 6, Bos, K. van den, Lind, E.A., Verunt, R. en Wilke, H. (1997) How do I judge y outcoe when I do not know the outcoe of others? The psychology of the fair process effect. Journal o f Personality and Social Psychology, 72 (5), Bos, K. van den, Verunt, R. en Wilke, H.A.M. (1997) Procedural and distriutive justice: What is fair depends ore on what coes first than on what coes next. Journal o f Personality and Social Psychology, 72 (1), Brett, J.M. (1986) Coentary on procedural justice papers. In: R.J. Lewicki e.a. (red.), Research on negotiation in organizations, vol. 1 (pp.81-90). Greenwich, ct: jai Press. Callahan-Levy, C.M. en Messé, L.A. (1979) Sex differences in the allocation of pay. Journal o f Personality and Social Psychology, 37 (3) Cohen, R.L. (1982) Perceiving justice: An attriutional perspective. In: J. Greenerg en R.L. Cohen (red.), Equity and justice in social ehavior (pp ). New York: Acadeic Press. Cropanzano, R. en Randall, M.L. (1995) Advance notice as a eans of reducing relative deprivation. Social Justice Research, 8 (2), Crosy, F. (1982) Relative deprivation aand working woen. New York: Oxford University Press. Dalert, C. (1997) Coping with an unjust fate: The case of structural uneployent. Social Justice Research, 10 (2), Deaux, K. (1976) The ehavior o f woen and en. Monterey, ca: Brooks/Cole. Deaux, K. en Farris, E. (1977) Attriuting causes for one s own perforance: The effects of sex, nors and outcoes. Journal o f Research in Personality, 11, decarufel, A. en Schopler, J. (1979) Evaluation of outcoe iproveent resulting fro threats and appeals. Journal o f Personality and Social Psychology, 37 (5), Deutsch, M. (1975) Equity, equality and need: What deterines which value will e used as the asis of distriutive justice? Journal o f Social Issues, Festinger, L. (1957) A theory o f cognitive dissonance. Stanford, ca: Stanford University Press. Folger, R. (1977) Distriutive and procedural justice: Coined ipact of voice and iproveent of experienced inequity. Journal o f Personality and Social Psychology, 35, Folger, R., Konovski, M. en Cropanzano, R. (1992) A due process etaphor for perforance appraisal. In: B.M. Staw en L.L. Cuings (red.), Research in organizational ehavior, 13 (pp ). Greenwich, c t: jai Press. Freudenthaler, H.H. en Mikula, G. (1998) Fro unfulfilled wants to the experience of injustice: Woen s sense of injustice regarding the lopsided division of household laor. Social Justice Research, 11 (3), Goodan, P.S. (1974) An exaination of referents used in the evaluation of pay. Organizational Behavior and Hu an Perforance, Greenerg, J. (1978) Equity, equality and the protestant ethic: Allocating rewards following fair and unfair copetition. Journal o f Experiental Social Psychology, 14, Greenerg, J. (1979) Protestant ethic endorseent and the fairness of equity inputs. Journal o f Research in Personality, 13, Greenerg, J. (1986) Deterinants of perceived fairness of perforance evaluation. Journal o f Applied Psychology, 71, Greenerg, J. (1993) The intellectual adolescence of organizational justice: You ve coe a long way, Maye. Social Ju s tice Research, 6 (1), Greenerg, J. (1993-) The social side of fairness. In: R. Cropanzano (red.), Justice in the workplace. Hillsdale, n j: Lawrence Erlau. Grote, N.K. en Clark, M.S. (1998) Distriutive justice nors and faily work: What is perceived as ideal, what is applied, «26 *2

14 H e r a n S t e e n s a Psychologen over rechtvaardigheid and what predicts perceived fairness? Social Justice Research, n(3), Grukow, J. von (1980) Sociale vergelijking van salarissen. Groningen (dissertatie). Grukow, J. von, Deen, E., Steensa, H. en Wilke H. (1976) The effect of future interaction on the distriution of rewards. European Journal o f Social Psychology, 6, Grukow, J. von, Steensa, H. en Wilke, H. (1977) Toewijzen van eloningen in aanwezigheid van de proefleider. Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie, 32 (8), Grukow, J. von en Wilke, H. (1974) Sociale uitwisseling en illijkheid: toetsing en evaluatie van de illijkheidstheorie. Nederlands Tijdschrift voorde Psychologie, 29, Herkens, P.J. (1983) Oordelen over de rechtvaardigheid van inkoens. Asterda: Kora (dissertatie). Herkens, P.L.J. en Wijngaarden, P.J. van (1987) Rechtvaardigheidscriteria en inkoensongelijkheid. Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken. Herkens, P.L.J. en Wijngaarden, P.J. van (1977) Inkoensongelijkheid en rechtvaardigingscriteria. Een onderzoek naar de eleving van inkoensverschillen in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken. Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken. Hoans, G.C. (1961) Social ehavior. Its eleentary fors. New York: Harcourt, Brace, World. Hoogendoo, J. en Sink, H.A. (1978) Eindverslag Enquête ondeeingsraadleden over eloningseleid. Delft: Interfaculteit Bedrijfskunde. Jacoy, A., Merens-Riedstra, H. en Steensa, J. (1984) De waardering van sociale zekerheid. Den Haag: Staatsdrukkerij en Uitgeverij. Jasso, G. (1998) Review essay Studying justice: Cross-country data for epirical justice analysis. Social Justice Research, 11 (2), Jasso, G. (1980) A new theory of distriutive justice. A erican Sociological Review, 43, Jasso, G. en Rossi, P.H. (1977) Distriutive justice and earned incoe. Aerican Sociological Review, 42, Kahn, A.S., Nelson, R.E. en Gaeddert, W.P. (1980) Sex of suject and sex coposition of the group as deterinants of reward-allocations. Journal o f Personality and Social Psychology* 5, Kahn, A.S., O Leary, V., Krulewitz, J. en La, H. (1980) Equity and equality: Male and feale eans to a just end. Basic and Applied Social Psychology, 1, Kanfer, R., Sawyer, J., Early, P.C. en Lind, E.A. (1987) Fairness and participation in evaluation procedures: Effects on task attitudes and perforance. Social Justice Research, 1 (2), Ki, W.C. en Mauorgne, R.A. (1991) Ipleenting gloal strategies: The role of procedural justice. Strategic Manageent Journal, 12,125^43. Ki, W.C. en Mauorgne, R.A. (1993) Procedural justice, attitudes and susidiary top anageent copliance with ultinationals corporate strategic decisions. Acadey o f Manageent Journal, vol.36 (3), Ki, W.C. en Mauorgne, R.A. (1995) A procedural justice odel of strategic decision aking: Strategy content iplications in the ultinational. Organization Science, 6, Jan- Fe., Ki, W.C. en Mauorgne, R.A. (1997) Fair process: Managing in the knowledge econoy. Harvard Business Review, July-August, Kluegel, J.R., Mason, D.S. en Wegener, B. (red.) (1995) Social justice and political change: Pulic opinion in capitalist and postcounist states. New York: Aldine de Gruyter. Koper, G., Knippenerg, D. van., Bouhuys, F., Verunt, R. en Wilke, H. (1993) Procedural fairness and self-estee. European Journal o f Social Psychology, 23, Kreveld, D. van en Beeen, E. (1978) Distriuting goods and enefits: A fraework and review of research, Gedrag, 9 (3), Larwood, L Levine, R., Shaw, R. en Hurwitz, S. (1979) Relation of ojective and sujective inputs to exchange preference for equity or equality reward allocation. Organizational Behavior and Hu an Perforance, 23 (1), Lenski, G., 1966, Power and Privilege. A Theory of Social Stratification, New York: McGraw-Hill. Lerner, M.J. (198T) The justice otive in huan relations: Soe thoughts on what we know and need to know aout justice. In: M.J. Lerner en S.C. Lerner (red.), The justice otive in social ehavior (pp.n-40). New York: Plenu Press. Lerner, M.J., Miller, D.T. en Holes, J.G. (1976) Deserving and the eergence of fors of justice. In: L. Berkowitz en E. Walster (red.), Advances in experiental social psychology, vol. 9 Equity Theory) (pp ). New York: Acadeic Press. Lerner, M.J. en Sions, C.H. (1966) Oservers reaction to the innocent victi : Copassion or rejection? Journal o f Personality and Social Psychology, 4, Lerner, M.J. en Whitehead, L.A. (1980) Procedural justice viewed in the context of justice otive theoy. In: G. Mikula (red.), Justice and social interaction (pp ). Bern: Huer. Leung, K. (1987) Soe deterinants of reactions to procedural odels for conflict resolution: A cross-national study. Journal o f Personality and Social Psychology, 53 (5), Leung, K. en Bond, M.H. (1984) The ipact of cultural collectivis on reward allocation. Journal o f Personality and Social Psychology, 47 (4), Leung, K. en Lind, E.A. (1986) Procedural justice and culture: Effects of culture, gender, and investigator status on procedural preferences. Journal o f Personality and Social Psychology, 50 (6), Leventhal, G.S. (1980) What should e done with equity theory? New approaches to the study of fairness in social relationships. In: K.J. Gergen, M.S. Greenerg en R.H. Willis (red.), Social exchange: Advances in theory and research (pp.27-54). New York: Plenu Press. Leventhal, G.S. en Anderson, D. (1970) Self-interest and the aintenance of equity. Journal o f Personality and Social Psychology, 15, Leventhal, G., Karuza, J. en Fry, W.R. (1980) Beyond fairness: A theory of allocation preferences. In: G. Mikula (red.), Justice and social interaction (pp ). Bern: Huer. Lind, E.A., Kanfer, R. en Early, P.C. (1990) Voice, control, and procedural justice: Instruental and noninstruental concerns in fairness judgents. Journal o f Personality and Social Psychology, 59, Lind, E.A. en Tyler, T.R. (1988) The social psychology o f 1999*26*

15 H e r a n S t e e n s a Psychologen over rechtvaardigheid procedural justice. New York: Plenu Press. Major, B. (1993) Gender entitleent, and the distriution of faily lao. Journal o f Social Issues, 4 9, Major, B. (1994) Fro social inequality to personal entitleent: The role of social coparison, legitiacy appraisals, and group eership. In: M. Zanna (red.), Advances in experiental social psychology. San Diego, c a: Acadeic Press. Major, B. en Adas, J.B. (1983) Role of gender, interpersonal orientation and self-presentation in distriutive justice ehavior. Journal o f Personality and Social Psychology, 45, Major, B. en Deaux, K. (1981) Individual differences in justice ehavior. In: J. Greenerg en R.L. Cohen (red.), Equity and justice in social ehavior. New York: Acadeic Press. Mann, L, Radford, M. en Kanagawa, C. (1985) Cross-cultural differences in children s use of decision rules: A coparison etween Japan and Australia. Journal o f Personality and Social Psychology, 49 (6), Markovski, B. (1985) Toward a ultilevel distriutive justice theory. Aerican Sociological Review, 50, Martin, J. (1981) Relative deprivation: A theory of distriutive justice for an era of shrinking resources. In: L.L. Cuings en B.M. Staw (red.), Research in organizational ehavior, vol.j (PP-53'io7)- Greenwich, ct: jai Press. Masters, J.C. en Keil, L.J. (1987) Generic coparison processes in huan judgent and ehavior. In: J.C. Masters en W.P. Sith (red.), Social coparison, social justice, and relative deprivation (pp.n-54). Hillsdale, n j: Lawrence Erlau. Meindl, J.R., Hunt, R.G. en Cheng, Y.K. (1994) Justice on the road to change in the People s Repulic of China. Social Ju s tice Research, 7 (3), Mikula, G. (1980) On the role of justice in allocation decisions. In: G. Mikula (red.), Justice in social interaction (pp ). Bern: Huer. Mikula, G. (1998-a) Special issue: Justice in the faily. Multiple perspectives on the division of laor. Social Justice Research, 11 (3). Mikula, G. (1998^) Division of household laor and perceived justice: A growing field of research. Social Justice Research, 11 (3), Mohiyeddini, C. en Schitt, M.J. (1997) Sensitivity to Befallen Injustice and reactions to unfair treatent in a laoratory situation. Social Justice Research, 10 (3), Montada, L., Schitt, M. en Dalert, C. (1986) Thinking aout justice and dealing with one s own privileges: A study of existential guilt. In: H.W. Bierhoff, R.L. Cohen en J. Greenerg (red.), Justice in social relations (pp ). New York: Plenu Press. Otto, L. (1996) Functioneringsgesprekken innen directie Zuid-Holland. Leiden: Vakgroep Sociale en Organisatiepsychologie (stageverslag). Piaget, J. (1932) The oral judg ent o f the child. London: Routledge en Kegan Paul. Pritchard, R.D. (1969) Equity theory: A review and critique. Organizational Behavior and H u an Perforance, 4, Reis, H.T. en Jackson, L. (1981) Sex differences in reward allocation: Sujects, partners, and tasks. Journal o f Personality and Social Psychology, 40, Schitt, M.J. en Mohiyeddini, C. (1996) Sensitivity to Befallen Injustice and reactions to a real life disadvantage. Social Justice Research, 9 (3), Schitt, M.J., Neuann, R. en Montada, L. (1995) Dispositional sensitivity to efallen injustice. Social Justice Research, 8 (4), Schwinger, T. (1980) Just allocation of goods: Decisions aong three principles. In: G. Mikula (red.), Justice and social interaction (pp ). Bern: Huer. Steensa, H., Hartigh, E. den en Lucardie, E. (1994) Social categories, Just World Belief, Locus of Control, and causal attriutions of occupational accidents. Social Justice Research, 7 (3), Steensa, H. en Koper, G. (1989) Input-orientatie als oorzaak van verschil in verdeelgedrag tussen annen en vrouwen. Gedragen Organisatie, 2 (6), Steensa, H. en Otto, L. (1996) Perception of task evaluation procedures y eployees and supervisors: Justice and self-serving ias. International Journal o f Psychology, 31 (3/4), 365- Steensa, H., Roes, F., Wippler, R. en Zoete, F. (1981) Billijkheidsherstel door annen en vrouwen na inductie van onillijkheid door ijdrage- en oprengstanipulatie. Gedrag, 9 (3), Taylor, M.S., Tracy, K.B., Renard, M.K., Harrison, J.K. en Carroll, S.J. (1995) Due process in perforance appraisal: A quasi-experient in procedural justice. Adinistrative Science Quarterly, 40, Thiaut, J. en Walker, L. (1975) Procedural justice: A psychological analysis. Hillsdale, nj: Erlau. Thiaut, J. en Walker, L. (1978) A theory of procedure. California Law Review, 66, Thopson, L. (1991) Faily work: Woen s sense of fairness. Journal o f Faily Issues, 12, Toow, W.W. (1971) The developent and application of an input-outcoe oderator test on the perception and reduction of inequity. Organizational Behavior and Hu an Perforance, 6, Tyler, T.R. (1988) What is procedural justice? Criteria used y citizens to assess the fairness of legal procedures. Law and Society Review, 22, Fe., Tyler, T., Degoey, P. en Sith, H. (1996) Understanding why the justice of group procedures atters: A test of the psychological dynaics of the Group-Value odel. Journal o f Personality and Social Psychology, 70 (5), Tyler, T.R. en Lind, E.A. (1992) A relational odel of authority in groups. In: M.P. Zanna (red.), Advances in experiental social psychology, vol.25 (pp ). San Diego, ca: Acadeic Press. Utne, M.K. en Kidd, R. (1980) Eqliity and attriution. In: G. Mikula (red.), Justice and social interaction (pp.63-93). Bern: Huer. Verunt, R. en Kreveld, D. van (1981) Vergelijkare etalingen? De invloed van diverse vergelijkingscriteria op wenselijk geachte eloningsverhoudingen. Gedrag, 9 (3), Verunt, R. en Steensa, H. (1999) Stress and justice in organizations. In: R. Cropanzano (red.), Justice in the workplace, vol. 2. Mahwah, nj: Lawrence Erlau » 2 6 «2

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Internet in de klas. voor KPN Internet. december 2005. Internet in de klas. t.b.v. KPN Internet Blauw Research / B6359 december 2005

Internet in de klas. voor KPN Internet. december 2005. Internet in de klas. t.b.v. KPN Internet Blauw Research / B6359 december 2005 1 voor KPN Internet deceer 2005 2 Copyright 2005 Blauw Research v Alle rechten voorehouden. Niets uit dit rapport ag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautoatiseerd gegevensestand, of openaar geaakt,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Dutch summary

Nederlandse samenvatting Dutch summary 110 Ethics in Economic Decision-Making Nederlandse samenvatting Dutch summary We maken in het dagelijks leven vele beslissingen. Een groot deel van deze beslissingen bepaalt niet alleen onze eigen (financiële)

Nadere informatie

Procedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos

Procedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Procedure le rechtvaardigheid in intieme relaties: de invloed van sekse en status Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos: Universiteit

Nadere informatie

Resultaten. 7. Eta-kwadraat (12) is de proportie van de totale variantie in de afhankelijke variabele die veroorzaakt

Resultaten. 7. Eta-kwadraat (12) is de proportie van de totale variantie in de afhankelijke variabele die veroorzaakt Resultaten z Controles op de manipulaties Al le deelnemers beantwoordden de vraag of zij meer, minder of evenveel loten kregen correct. Een 2(zelfbedreiging: wel vs. niet) x 3(Verdeling: gelijk vs. voordelig

Nadere informatie

73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat

Nadere informatie

Bijlage Vragen interpretatie wijziging artikel 19kd Natuurbeschermingswet 1998

Bijlage Vragen interpretatie wijziging artikel 19kd Natuurbeschermingswet 1998 Bijlage Vragen interpretatie wijziging artikel 19kd Natuureschermingswet 1998 Over de reikwijdte en de interpretatie van artikel 19kd Nw (nieuw) zijn in de praktijk diverse vragen gerezen. In deze ijlage

Nadere informatie

ŢļJE CHOICE. Breda Roosendaal. Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B

ŢļJE CHOICE. Breda Roosendaal. Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B Vestigingsrapportage ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^B ŢļJE CHOICE arktonderzoek 8L advies Theroeter Klanttevredenheid Welzorg vestiging: Breda Roosendaal Periode : 1 [ januari noveber

Nadere informatie

Integratie van procedurele en distributieve rechtvaardigheidsorientaties

Integratie van procedurele en distributieve rechtvaardigheidsorientaties Integratie van procedurele en distributieve rechtvaardigheidsorientaties Kees van den Bos' Procedureel georienteerde onderzoekers zijn geneigd weinig aandacht te besteden aan het belang van uitkomsten

Nadere informatie

Reflectie & debat. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. Peter van Lieshout, Monique Kremer en Robert Went

Reflectie & debat. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. Peter van Lieshout, Monique Kremer en Robert Went Dit artikel uit Beleid Maatschappij is gepuliceerd door Boo Lea uitgevers is ested voor Universiteit van Asterda Reflectie & deat Ontwikkelingshulp die verschil aakt Peter van Lieshout, Monique Kreer Roert

Nadere informatie

Doorwerking in de breedte

Doorwerking in de breedte Doorwerking in de reedte De doorwerking van Agenda 2002 in de teksten van decentrale eleidsnota s en cao-akkoorden in 1989 en 1999 Marte van Santen Drs. M. van Santen is als eleidsedewerker veronden aan

Nadere informatie

! plaag/pest protocol voor het primair onderwijs

! plaag/pest protocol voor het primair onderwijs Bijlage 1: Dit protocol is van toepassing op een niet pesten school, dit houdt in dat de leerlingen ervan op de hoogte zijn dat pesten niet word getolereerd. Word pesten onverhoopt tocht geconstateerd,

Nadere informatie

Werkende vaders, zorgende mannen. De mogelijkheid van verandering

Werkende vaders, zorgende mannen. De mogelijkheid van verandering Werkde vaders, zorgde ann. De ogelijkheid van verandering Jan Wille Duyvdak Monique Stavuiter Jan Wille Duyvdak is hoogleraar algee sociologie aan de Universiteit van Asterda ede-auteur van het oek Working

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend> Geeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van Jaar Publicatiedatu Agendapunt besluit B&W Onderwerp Vaststellen van de Verordening interferentiegebieden bodeenergiesysteen 24 Tekst van openbare besluiten

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6244 Inboeknummer 15BST00413 Dossiernummer 15.14.851 3 april 2015 Commissie notitie Onderwerp: Right to Challenge.

gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6244 Inboeknummer 15BST00413 Dossiernummer 15.14.851 3 april 2015 Commissie notitie Onderwerp: Right to Challenge. gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6244 Inoeknummer 15BST00413 Dossiernummer 15.14.851 3 april 2015 Commissie notitie Onderwerp: Right to Challenge. Inleiding In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

Er zijn in totaal zeven mogelijkheden, waarvan er drie zijn met twee jongens en een meisje. De kans is dus 3 op 7 of 3 ofwel 3 : ,9%.

Er zijn in totaal zeven mogelijkheden, waarvan er drie zijn met twee jongens en een meisje. De kans is dus 3 op 7 of 3 ofwel 3 : ,9%. 5a d 6a 04 7-8 - De ogelijkheid voldoet niet aan de voorwaarde dat er ten inste één kind een is. In het oodiagra zie je dat er in totaal drie ogelijkheden zijn, waarvan er één is et preies twee s. De kans

Nadere informatie

Rechtvaardigheid als individualistisch. De invloed van (on)rechtvaardigheid op

Rechtvaardigheid als individualistisch. De invloed van (on)rechtvaardigheid op Rechtvaardigheid als individualistisch proces: De invloed van (on)rechtvaardigheid op zelfactivatie Annemarie Loseman, Kees van den Bos enjaap Ham Annemarie Loseman, Kees van den Bos en Jaap Ham, Universiteit

Nadere informatie

CAOP. co m m 1/4. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus 20011 2500 EA Den Haag

CAOP. co m m 1/4. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus 20011 2500 EA Den Haag CAOP ROP advies inzake klokkenluiderl*^ A. Aan: De inister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. dr. G. ter Horst Postbus 20011 2500 EA Den Haag C.C. De inister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Discriminatie op de arbeidsmarkt

Discriminatie op de arbeidsmarkt Discriinatie op de areidsarkt De resultaten van Nederlands onderzoek Justus Veenan Prof. Dr. J. Veenan is hoogleraar Econoische Sociologie aan de Erasus Universiteit Rotterda, en directeur van het Instituut

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Dertig jaar later De empirische houdbaarheid van argumenten voor en tegen opkomstplicht

Dertig jaar later De empirische houdbaarheid van argumenten voor en tegen opkomstplicht Dertig jaar later De epirische houdaarheid van arguenten voor en tegen opkostplicht Kees Aarts * Dr. C.W.A.M. Aarts is universitair hoofddocent vooi Methoden en Technieken aan de Faculteit Bestuur* kunde

Nadere informatie

Ervaren onrechtvaardigheid en stressklachten

Ervaren onrechtvaardigheid en stressklachten Ervaren onrechtvaardigheid en stressklachten Er zijn momenteel nogal wat voorbeelden van onrechtvaardige ontslagprocedures. Zoals het verhaal over een directie die iedereen bij elkaar riep en meedeelde

Nadere informatie

nota Strategisch risicomanagement

nota Strategisch risicomanagement nota Strategisch risicomanagement DEFINITIEF Novemer 2010 te/kd09002755 1 Novemer 2010 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Novemer 2010-2 - Novemer 2010 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 Inleiding 4

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Maurizio Ferrera, Anton Hemerijck en Martin Rhodes

Maurizio Ferrera, Anton Hemerijck en Martin Rhodes De herijking van sociaal Europa Maurizio Ferrera, Anton Heerijck en Martin Rhodes Maurizio Ferrera is hoogleraar aan de Universiteit van Pavia en de Boccon i Universiteit in Milaan, waar hij een centru

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Coöperatie en communicatie:

Coöperatie en communicatie: Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij

Nadere informatie

Wettelijke taak decentralisatie mantelzorgcompliment Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk

Wettelijke taak decentralisatie mantelzorgcompliment Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6190 Inoeknummer 15BST00180 Dossiernummer 15.09.851 24 feruari 2015 Commissie notitie Onderwerp: Omuiging Mantelzorgcompliment. Inleiding De ehoefte aan mantelzorg 1 zal

Nadere informatie

Gedrag op maat: een conceptueel model voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag1

Gedrag op maat: een conceptueel model voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag1 Gedrag op aat: een conceptueel odel voor het egrijpen en eïnvloeden van gedrag1 Tony Weggeans, Gerard Tertoolen en Ipe Veling Dr. T.J. Weggeans is directeur van agit Research en Consultancy, dr. G. Tertoolen

Nadere informatie

OPEN FORUM. Louis W.C. TAVECCHIO Rijksuniversiteit Leiden

OPEN FORUM. Louis W.C. TAVECCHIO Rijksuniversiteit Leiden Tijdschrift voor Ontwikkelingspsychologie 1991, vol. 18, 2, 99-115 OPEN FORUM Kritische kanttekeningen bij 'De groei van het speciaal onderwijs: een volksgezondheidsproblee?' (Orlebeke, Das-Saal, Boosa

Nadere informatie

Oprechte aandacht voor rechtvaardigheid of subtiele

Oprechte aandacht voor rechtvaardigheid of subtiele Oprechte aandacht voor rechtvaardigheid of subtiele egocentrische tendensen? Tevredenheid met overbetaling onder cognitieve belasting Susanne Peters en Kees van den Bos en Jan Fekke Yberna Susanne Peters

Nadere informatie

Procedure le rechtvaardigheid en interdependentie: Hoe nemen

Procedure le rechtvaardigheid en interdependentie: Hoe nemen Procedure le rechtvaardigheid en interdependentie: Hoe nemen mensen inspraak waar als ze afhankelijk zijn van autoriteiten? Samenvatting Jan-Willem van Prooijeni6 Kees van den Bos (Vrije Universiteit Amsterdam)

Nadere informatie

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership Samenvatting proefschrift Leonie Heres MSc. www.leonieheres.com l.heres@fm.ru.nl Introductie

Nadere informatie

Vier kernvragen van beleid

Vier kernvragen van beleid Vier kernvragen van eleid Anton H e erijck1 Anton Heerijck is adjunct-directeur van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringseleid en is als universitair hoofddocent veronden aan de opleiding Bestuurskunde

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

Middenklassegezinnen in herstructureringswijken

Middenklassegezinnen in herstructureringswijken Middenklassegezinnen in herstructureringswijken Lia Kar sten en Eva van Kepen Dr.ir. L. Karsten en drs. E.T. van Kepen zijn veronden aan respectievelijk het ae en de Vakgroep Sociale Geografie van de Universiteit

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

van het eerlijk-proces-effect

van het eerlijk-proces-effect 5. Hoe beoordeel ik mijn uitkomst wanneer ik de uitkomst van anderen niet weet?: Een verklaring van het eerlijk-proces-effect Kees van den Bos (Rijksuniversiteit Leiden) Riel Vermunt (Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende samenlevingen, van de Europese verzorgingsstaat. Gösta Esping-Andersen

Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende samenlevingen, van de Europese verzorgingsstaat. Gösta Esping-Andersen Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende saenlevingen, kenniseconoieën en de houdaarheid van de Europese verzorgingsstaat Gösta Esping-Andersen Gösta Esping-Andersen

Nadere informatie

Jan Schoonenboom. Toekomstscenario's en beleid. i De populariteit van scenario-ontwikkeling

Jan Schoonenboom. Toekomstscenario's en beleid. i De populariteit van scenario-ontwikkeling Toekostscenario's en eleid Jan Schoonenoo D rs. I.J. S c h o o n e n o o is s ta f e d e w e rk e r ij de W e t e n s c h a p p e lijk e R aad v o o r het R e g e rin g s e le id en v o o r a lig ijz o

Nadere informatie

KEES VAN DEN BOS. november 2000 tot augustus 2001 was hij universitair hoofddocent bij

KEES VAN DEN BOS. november 2000 tot augustus 2001 was hij universitair hoofddocent bij KEES VAN DEN BOS Kees van den Bos studeerde psychologie in Leiden vanaf 1986 en studeerde in 1990 af bij de sectie Sociale en Organisatiepsychologie. Vervolgens werd door hem onderzoek gedaan naar cognities

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Startnotitie Woonvisie Eindhoven 2030

Startnotitie Woonvisie Eindhoven 2030 Startnotitie Woonvisie Eindhoven 2030 1. Inleiding De eerste stap om te komen tot een nieuwe Woonvisie is deze startnotitie. De startnotitie geeft antwoord op aanleiding en doel van de woonvisie en schetst

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn meer dan 3 miljard mensen afhankelijk van biomassa brandstoffen zoals hout en houtskool om in hun dagelijkse energie behoefte te voorzien. Het gebruik van deze

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40167 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Mooijman, Marlon Title: On the determinants and consequences of punishment goals

Nadere informatie

Eerste graadsfuncties

Eerste graadsfuncties CAMPUS BRUSSEL Opfriscursus Wiskunde Eerste graadsfuncties 1 Eerste graadsfuncties: een voorbeeld Een taxibedrijf rekent de volgende kosten aan haar klanten: Dan een vaste vertrekprijs van 5 een kiloeterprijs

Nadere informatie

LeeR. & leef. bijbel. Zie volgende pagina s. boekje. uit je CATECHESE. onderbouw VAN: 1

LeeR. & leef. bijbel. Zie volgende pagina s. boekje. uit je CATECHESE. onderbouw VAN: 1 LeeR & leef uit je VAN: 1 CATECHESE onderbouw bijbel boekje Bijlagen bij les 14 - Niet stelen aar delen Introductie 2: Iedereen doet het... Introductie 3: Het geld-telt-spel De eerste pagina kan als achterkant

Nadere informatie

Interviewvragen DRIJFVEREN

Interviewvragen DRIJFVEREN Interviewvragen DRIJFVEREN Achter iemands persoonlijke intrinsieke motivatoren komen is niet makkelijk. Hoe geeft iemand op zijn eigen wijze uiting aan zijn drijfveren? De enige manier om hierachter te

Nadere informatie

Doorwerking in de diepte

Doorwerking in de diepte Doorwerking in de diepte De doorwerking van Agenda 2002 in de agenda en onderhandelingen van de CAO grootetaal 1998 René Torenvlied en Agnes Akker an Dr. R. Torenvlied is als universitair docent eleidssociologie

Nadere informatie

Scenario s tussen rationaliteit, en politieke rede1. Wieger Bakker. Mogelijkheden en beperkingen van toekomstscenario s binnen bestuur en beleid

Scenario s tussen rationaliteit, en politieke rede1. Wieger Bakker. Mogelijkheden en beperkingen van toekomstscenario s binnen bestuur en beleid Scenario s tussen rationaliteit, systeedwang en politieke rede1 Mogelijkheden en eperkingen van toekostscenario s innen estuur en eleid Wieger Bakker Dr. Wieger Bakker is eleidssocioloog en als senior

Nadere informatie

proefpersoon had afgewerkt) werd aan de rechteronderkant van het scherm

proefpersoon had afgewerkt) werd aan de rechteronderkant van het scherm 100 waren uitgelegd, zouden zij vijf minuten oefenen met de taken, waarna zij daaraan 30 minuten zouden werkcn. Nadat de oefenronde was be6 indigd en voordat de werkronde was begonnen zou de proefleider

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Hypothesen toetsen

Hoofdstuk 6 Hypothesen toetsen Hoofdstuk 6 Hypothesen toetsen ladzijde 144 1a X is aantal autokopers die merk A aanschaffen. X is Bin(100; 0,30) verdeeld. 0,30 3 100 = 30, naar verwachting zullen dus 30 autokopers merk A aanschaffen.

Nadere informatie

Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoming van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst1

Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoming van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst1 Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoing van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkost1 Douwe van Houten Prof.dr. D.j. van Houten is hoogleraar Sociaal Beleid, Planning en

Nadere informatie

: : OBS de Perroen 22KO. st. kom Leren

: : OBS de Perroen 22KO. st. kom Leren OBS de Perroen 22KO st. ko Leren 5-4-29 29 , ( x, (, (, ( ( ; 2, x q V, ( M, 5-4-29 ( Lineke de Kruijf Jannie Sarton 2 2 OBS de Perroen Rijksweg 7 6228XZ Maastricht 22KO ( Lineke de Kruijf 4-652 l.dekruijf@ko-leren.nl

Nadere informatie

Inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Peel en Maas

Inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Peel en Maas CVDR Officiële uitgave van Peel en Maas. Nr. CVDR296217_1 17 juli 2018 Inkoop- en aanestedingseleid van de gemeente Peel en Maas Het college van urgemeester en wethouders esluit vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Schatten en simuleren

Schatten en simuleren Les 4 Schatten en siuleren 4.1 Maxiu likelihood Tot nu toe hebben we eestal naar voorbeelden gekeken waar we van een kansverdeling zijn uitgegaan en dan voorspellingen hebben geaakt. In de praktijk koen

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat)

Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat) gemeente Eindhoven Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat) Inleiding Bij het opstellen van het estemmingsplan Oud Woensel 2012, vastgesteld door de gemeenteraad op 20 novemer

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsvragen van het raadslid dhr. A. Rennenberg (OAE) over de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart en parkeerboetes

gemeente Eindhoven Raadsvragen van het raadslid dhr. A. Rennenberg (OAE) over de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart en parkeerboetes gemeente Eindhoven Inoeknummer 13st01579 Beslisdatum B&W 13 septemer 2013 Dossiernummer 13.37.103 (2.5.3) Raadsvragen van het raadslid dhr. A. Rennenerg (OAE) over de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Interferentie door Elektronen

Interferentie door Elektronen Interferentie door Elektronen Een bachelorscriptie door Jordy van der Hoorn Onder begeleiding van prof.dr.ir Oosterkap dr. Van Gaans Inleverdatu 15 noveber 2013 Matheatisch Instituut, Universiteit Leiden

Nadere informatie

1.1 Aanleiding nieuwe subsidieverordening

1.1 Aanleiding nieuwe subsidieverordening 1 Algemeen 1.1 Aanleiding nieuwe susidieverordening Het coalitieakkoord Eindhoven 2010-2014 Werken aan morgen laat zien dat door gezamenlijke inspanning van ewoners, verenigingen en instellingen Eindhoven

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Evenementenbeleid in Eindhoven Gastvrij en veilig

gemeente Eindhoven Evenementenbeleid in Eindhoven Gastvrij en veilig A Evenementeneleid in Eindhoven Gastvrij en veilig Novemer 2012 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Novemer 2012 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 5 DE GEMEENTE EINDHOVEN ALS EVENEMENTENSTAD.... 5 MISSIE...

Nadere informatie

Opgaven Matlab - Week 2, sessie 2: De Singulierewaardendecompositie

Opgaven Matlab - Week 2, sessie 2: De Singulierewaardendecompositie Opgaven Matla - Week 2, sessie 2: De Singulierewaardendecompositie Laat A R n k. Dan etaan er unitaire matrices V R k k en U R n n zodanig, dat AV = UΣ, (1) waarij Σ R n k een niet-negatieve diagonaalmatrix

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Multiculturaliteit in de strafrechtspleging? 1

Multiculturaliteit in de strafrechtspleging? 1 Multiculturaliteit in de strafrechtspleging? 1 Frank Bovenkerk en Yücel Yefilgöz Frank Bovenkerk is antropoloog en als hoogleraar criinologie veronden aan het Wille Pope Instituut voor Strafrechtswetenschappen

Nadere informatie

Stand van zaken. Het provinciale in. in de geestelijke gezondheidszorg. Rick Kwekkeboom

Stand van zaken. Het provinciale in. in de geestelijke gezondheidszorg. Rick Kwekkeboom Stand van zaken Het provinciale in de geestelijke gezondheidszorg Rick Kwekkeoo Mw.dr.ir. M.H. Kwekkeoo is wetenschappelijk edewerker van het Sociaal en Cultureel Planureau. Zij puliceerde eerder op het

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

code blauw beroepscode politie nederland

code blauw beroepscode politie nederland code blauw beroepscode politie nederland code blauw beroepscode politie nederland De missie van de Nederlandse politie Waakzaam en dienstbaar staat de politie voor de waarden van de rechtsstaat is vertaald

Nadere informatie

Systems-Centered Training door Lotte Paans

Systems-Centered Training door Lotte Paans Systems-Centered Training door Lotte Paans De workshop is ervaringsgericht van opzet, opdat je aan den lijve ondervindt wat het effect van de werkwijze is. Een wezenlijk onderdeel van Systems-Centered

Nadere informatie

Beleid beoordelingsgesprekken

Beleid beoordelingsgesprekken Beleid beoordelingsgesprekken 1 Regeling beoordelingsgesprekken Deze regeling is vastgesteld door het bestuur van St. PCBO Baarn - Soest Voor akkoord: april 2012 De voorzitter van de Stichting PCBO, De

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Sociale rechtvaardigheid speelt een zeer belangrijk. rol in het menselijk leven. Aan de hand van recente

Sociale rechtvaardigheid speelt een zeer belangrijk. rol in het menselijk leven. Aan de hand van recente *_ Sociale rechtvaardigheid speelt een zeer belangrijk rol in het menselijk leven. Aan de hand van recente sociaal-psychologische studies wordt nagegaan Wetenschap Wat is eerlijk? De sociale psychologie

Nadere informatie

Kader Begeleiding en Toezicht

Kader Begeleiding en Toezicht Kader Begeleiding en Toezicht 1 Inleiding 3 2 Begeleiding en toezicht 5 3 Kader egeleiding en toezicht 8 3.1 Rechtspositie 8 3.2 Bejegening 9 3.3 Methodisch handelen 9 3.4 Veiligheid jongere en maatschappij

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Evenementenbeleid in Eindhoven Gastvrij en veilig

gemeente Eindhoven Evenementenbeleid in Eindhoven Gastvrij en veilig A Evenementeneleid in Eindhoven Gastvrij en veilig Decemer 2012 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Novemer 2012 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 5 DE GEMEENTE EINDHOVEN ALS EVENEMENTENSTAD.... 5 MISSIE...

Nadere informatie

Henk Procee. Reflecties bij integriteit in het openbaar bestuur. b "

Henk Procee. Reflecties bij integriteit in het openbaar bestuur. b Reflecties ij integriteit in het openaar estuur Henk Procee Henk Procee studeerde scheikunde en filosofie. Hij is werkzaa aan de Universiteit Twente ij het ureau Studiu Generale en ij de vakgroep Systeatische

Nadere informatie

9 Stugheid en sterkte van materialen.

9 Stugheid en sterkte van materialen. 9 Stugheid en sterkte van aterialen. Onderwerpen: - Rek. - Spanning. - Elasticiteitsodulus. - Treksterkte. - Spanning-rek diagra. 9.1 Toepassing in de techniek. In de techniek ko je allerlei opstellingen

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Initiatief Duurzame Hallenbouw

Initiatief Duurzame Hallenbouw VOORTGANG ONTWIKKELING DUTCH HALL De branchevereniging Bouwen et Staal (in saenwerking et de Saenwerkende Nederlandse Staalbouw ) is in 2010 et een initiatief gestart o een duurzae bedrijfshal te ontwikkelen.

Nadere informatie

Ketenbrede cliëntenparticipatie Werkplein Mercado. Startnotitie. Mei 2010

Ketenbrede cliëntenparticipatie Werkplein Mercado. Startnotitie. Mei 2010 Ketenrede cliëntenparticipatie Werkplein Mercado Startnotitie Mei 2010 1 Inleiding Vorig jaar is een wijziging doorgevoerd in de uitvoeringsstructuur van de sociale zekerheid. UWV en CWI zijn samengevoegd

Nadere informatie

De beleving van ruimte in de omgeving

De beleving van ruimte in de omgeving De beleving van ruimte in de omgeving Ronald Hamel Introductie De individuele beleving van de omgeving is uiterst complex. De omgevingspsycholoog probeert dit desondanks in kaart te brengen. Ronald Hamel

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven Samenvatting Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven door Luzia Helfer aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Antwerpen Verdedigd op 9 december

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

WAAR JE ZIT IS WAAR JE STAAT

WAAR JE ZIT IS WAAR JE STAAT WAAR JE ZIT IS WAAR JE STAAT Posities als antecedenten van management-denken over concernstrategie ACHTERGROND (H. 1-3) Concernstrategie heeft betrekking op de manier waarop een concern zijn portfolio

Nadere informatie

Nieuw! Krachtig onderwijzen. Leren zichtbaar maken. De Kunst en Wetenschap van het Lesgeven. De Reflectieve Leraar.

Nieuw! Krachtig onderwijzen. Leren zichtbaar maken. De Kunst en Wetenschap van het Lesgeven. De Reflectieve Leraar. Basis voor Succes Nieuw! Krachtig onderwijzen Leren zichtaar maken De Kunst en Wetenschap van het Lesgeven De Reflectieve Leraar teachers channel Nieuw! learning VAN TRADITIONEEL LEREN NAAR COÖPERATIEVE

Nadere informatie