Interferentie door Elektronen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interferentie door Elektronen"

Transcriptie

1 Interferentie door Elektronen Een bachelorscriptie door Jordy van der Hoorn Onder begeleiding van prof.dr.ir Oosterkap dr. Van Gaans Inleverdatu 15 noveber 2013 Matheatisch Instituut, Universiteit Leiden 1

2 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 3 2 Inleiding 4 3 Het experient en aannaes 5 4 De banen en aantal golven van elektronen De baan van een elektron Het aantal golven van een elektron De horizontale en verticale beginsnelheid elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, D) Interferentie Zien we altijd een interferentie patroon? Interferentie-afstand Grootte van het interferentie patroon Grafische weergave Conclusie 24 2

3 1 Voorwoord Na jaar ocht ook ik eindelijk aan ijn bachelorscriptie beginnen. Het Snellius-gebouw werd gedurende een half jaar plotseling een deel van ijn leven. Het was aan ij de taak of ik al die ooie wiskundige theorieën van de afgelopen tijd toe kan passen op een echt wiskundig onderzoek. Maar onderzoek doen is niet zoaar iets. Zo ben ik vele obstakels tegen gekoen en denk je op dit oent werkelijk iets concreets gevonden te hebben, blijkt orgen weer dat je toch iets vergeten bent. Na een operkelijke beginperiode waarin de onderwerpen van de bachelorscriptie werden verdeeld, werd bij ij het onderwerp: Elektronen Interferentie, voor ijn voeten gegooid. Hoewel ik van de 30 onderwerpen dit onderwerp niet in ijn top 3 had geplaatst en dit een Natuurkunde/Wiskundeonderwerp is, heb ik het et beide handen stevig aangepakt. Hoe verder ik kwa, hoe leuker ik het begon te vinden. Gedurdende tijd wordt je naelijk ook steeds nieuwsgieriger naar het resultaat, dat het werken aan je scriptie steeds leuker wordt. Maar o een ooi eindprocuct neer te zetten, oet ten eerste een hoop werk vericht worden aar isschien wel het belangrijkste is dat er hulp geboden wordt door ensen die je willen helpen. Daaro wil ik graag Dhr. Oosterkap bedanken voor alle natuurkundige aspecten van dit onderwerp en Dhr. Van Gaans voor de wiskundige aspecten. Daarbij hebben ze saen de tijd genoen o deze scriptie te lezen, van coentaar te voorzien en te beoordelen. 3

4 2 Inleiding Net als bij licht en water kan er bij elektronen interferentie optreden. Dit kot doordat elektronen behalve een deeltjeskarakter ook een golfkarakter hebben. Op de plaats waar interferentie plaatsvindt, kunnen we de interferentie-afstand berekenen. In deze scriptie is het doel dan ook o op een wiskundige anier de interferenite-afstand te bepalen, die veroorzaakt wordt door elektronen. We zullen dit doen voor het sei-klassieke odel. Met het sei-klassieke odel bedoelen we het odel waarbij twee platen, A en B, tegenover elkaar staan waarbij plaat A twee vertrekplaasten heeft waaruit elektronen kunnen vertrekken et een bepaalde hoeveelheid beginenergie. Odat plaat B aan de overkant positief geladen is en de elektronen negatief geladen zijn, worden de elektronen et een bepaalde kracht naar plaat B toe getrokken. En vanwege het golfkarakter van de elektronen, zal er interferentie plaatsvinden op plaat B. Voor een grafische weergave, zie figuur 1. Figuur 1: Het sei-klassieke odel en het interferentiepatroon op plaat B De vraag is of we y p kunnen bepalen (zie figuur 1). Hiervoor gebruiken we het feit dat we in het sei-klassieke odel de banen van de elektronen kunnen bekijken alsof het geladen deeltjes zijn. Hierdoor kunnen we voor elk willekeurig tijdstip het aantal golven van de baan van een elektron berekenen. Dit zal ons uiteindelijk leiden to de gevraagde interferentie-afstand. 4

5 3 Het experient en aannaes We zullen beginnen et een opstelling van een odel voor het experient te geven. Verder zullen er gedurende dit onderzoek vele variabelen aan bod koen. Daaro zijn in figuur 2 alle variabelen weergegeven. Ook zijn hier alle aannaes te vinden die er tijdens dit onderzoek gebruikt zijn. Variabelen Figuur 2: Weergave van de variabelen in het experient A = Plaat A. B = Plaat B. F = Het elektronische veld tussen de platen A en B. L = De afstand tussen de platen A en B. D = De afstand tussen de twee vertrekpunten van de elektronen. y p = Het punt waar het elektron op plaat B terechtkot. Aannaes De kinetische energie is voor alle elektronen gelijk op het vertrekpunt en daaro ook op het eindpunt. De elektronen kunnen op een verschillend tijdstip vertrekken. De elektronen vertrekken in een gelijke fase. De elektronen worden eenparig versneld. Van deze vier aannaes is de aannae dat de elektronen alleaal et een gelijke fase vertrekken het inst redelijk. Zo kan het naelijk zijn dat het ene elektron vertrekt in zijn evenwichtsstand en de ander in zijn axiale aplitude. 5

6 4 De banen en aantal golven van elektronen 4.1 De baan van een elektron Doordat de elektronen vertrekken vanuit plaat A en aankoen op plaat B, bewegen ze zich voort over bepaalde banen. De eerste stap is het vinden van deze banen. Stelling De baan van een elektron die vertrekt uit (x, y) = (0, 0) wordt gegeven door: (1) x(t) = qf 2 (t t 0) 2 + v 1 (t t 0 ), y(t) = (t t 0 ). Hierbij geldt: v 1 =beginsnelheid van het elektron in horizontale richting. =beginsnelheid van het elektron in verticale richting. Bewijs: We erken op dat de plaats waar een elektron zich bevindt, afhangt van de tijd en dat een elektron zich in horizontale en verticale richting kan voortbewegen. Per baan horen we dus een x(t) en y(t) te vinden. Doordat de elektronen negatief geladen zijn en de plaat aan de overkant positief geladen is, wordt er et een bepaalde kracht F aan de elektronen getrokken. Met behulp van de eerste wet van Newton vinden we: F q = a, Uitgeschreven in coponenten, ( ) ( ) F q x (2) = 0 y, waar q de lading van een elekton is. We erken op dat x = 0 wanneer de elektronen nog oeten vertrekken. We kunnen ook y = 0 kiezen odat we één van de twee vertrekplaatsen vast neen zodat de andere afhankelijk is van D. 6

7 Dit zullen we duidelijk aken in onderstaand figuur. Figuur 3: De vertrekplaatsen van de elektronen zijn (x, y) = (0, 0) en (x, y) = (0, D) Voor de beginvoorwaarden van een elektron die vertrekt uit (x, y) = (0, 0) volgt: x(t 0 ) = 0, x (t 0 ) = v 1 y(t 0 ) = 0, y (t 0 ) = Uit (2) vinden we twee vergelijkingen, naelijk: x = qf, Hieruit volgt: y = 0. x(t) = qf 2 t2 + c 1 t + c 2 et c 1, c 2 R, y(t) = c 3 t + c 4 et c 3, c 4 R. Nadat we de beginvoorwaarden hebben ingevuld, vinden we uiteindelijk: x(t) = qf 2 (t t 0) 2 + v 1 (t t 0 ), y(t) = (t t 0 ). 7

8 4.2 Het aantal golven van een elektron Nu we hebben gevonden hoe de banen van de elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, 0) eruit zien, willen we bepalen hoeveel golven een elektron aakt gedurende zijn baan. Stelling Het aantal golven van een elektron die vertrekt uit (x, y) = (0, 0) is gelijk aan: (3) ( gf )2 ( y p 3 ) 3 + qf v 1 (y p ) 2 + ( 1 + 2) y p Bewijs: We erken op dat het aantal golven gelijk is aan de afgelegde afstand gedeeld door de golflengte van het elektron. Oftewel, het aantal golven van een elektron gedurende t is gelijk aan v(t) t. Met behulp van de wet van de Broglie (λ(t) = h v(t) ) volgt[1]: v(t) t λ(t) = v(t) t h v(t) λ(t) = v(t)2 t h, Voor t = t eind t 0, vinden we dat het aantal golven die het elektron aakt gelijk is aan: (4) h t eind t 0 v(s) 2 ds. Nu erken we op dat we voor v(t), t 0 en t eind nog geen expliciete uitdrukkingen hebben. We zullen beginnen o een uitdrukking voor v(t) te vinden. v(t) is de absolute snelheid waaree het elektron zich voortbeweegt op tijdstip t. Odat x (t) de horizontale snelheid is op tijdstip t en y (t) de verticale snelheid is op tijdstip t, vinden we et behulp van de stelling van Pytagoras v(t) = x (t) 2 + y (t) 2. Dit is ook duidelijk te zien in figur 4. Figuur 4: De absolute snelheid van een elektron op tijdstip t 8

9 De eerste stap wordt dus het vinden van de afgeleide. Uit (1) volgt: x (t) = qf (t t 0) + v 1, y (t) =. De absolute snelheid van een elektron wordt dan: v(t) = x (t) 2 + y (t) 2 = = ( qf (t t 0) + v 1 ) ( gf )2 (t t 0 ) 2 + 2qF v 1 (t t 0) v2 2. Nu we een expliciete forule voor v(t) hebben gevonden, oeten we t eind en t 0 nog vinden. Hiervoor gebruiken we het feit dat x(t eind ) = L en y(t eind ) = y p. De vergelijkingen die hieruit volgen zijn: x(t eind ) = qf 2 (t eind t 0 ) 2 + v 1 (t eind t 0 ) = L y(t eind ) = (t eind t 0 ) = y p. Voor de verdere berekeningen neen we aan dat t eind = 0, zodat t 0 negatief wordt. Dit is ogelijk odat voor het berekenen van de interferentie-afstand de absolute tijd geen invloed zal hebben. Bovenstaande vergelijkingen worden nu: (5) x(0) = qf 2 t2 0 v 1 t 0 = L, y(0) = t 0 = y p. 9

10 Uit (5) volgt dat t 0 = yp zodat we de expliciete uitdrukkingen voor v(t), t 0 en t eind hebben gevonden. Nu kunnen we de gevonden integraal bij (4) oplossen: h t eind t 0 v(s) 2 ds = h t eind t 0 ( gf )2 (s t 0 ) 2 + 2qF v 1 (s t 0) + v1 2 + v2ds 2 = h [(gf 3 2 ) s 3 + ( qf v 1 (qf )2 t 0 )s 2 + (v1 2 + v2 2 + ( qf )2 t 2 0 2qF v 1 t 0)s + c 5 ] t eind t 0 Vullen we t 0 = yp en t eind = 0 in, dan krijgen we dat het aantal golven van een elektron die vertrekt uit (x, y) = (0, 0) gelijk wordt aan: ( gf )2 ( y p 3 ) 3 + qf v 1 (y p ) 2 + ( 1 + 2) y p 10

11 4.3 De horizontale en verticale beginsnelheid Uit vergelijking (3) zien we dat het aantal golven die het elektron aakt, afhangt van v 1 en. O het aantal golven alleen te laten afhangen van de plaats waar het elektron op plaat B terechtkot, oeten we zowel v 1 als uitdrukken in teren van y p. O dit te bewerkstelligen zullen we als eerst v 1 uitdrukken in teren van zodat we vervolgens alleen hoeven uit te drukken in teren van y p. Stelling De horizontale en verticale beginsnelheid van een elektron die vertrekt uit (x, y) = (0, 0) worden gegeven door: 2E kin v 1 = y2 p(2e kin + qf L + 4Ekin 2 + 4E kinqf L q 2 F 2 yp) 2 2(yp 2 + L 2, ) y2 p(2e kin + qf L + 4Ekin 2 + 4E kinqf L q 2 F 2 yp) 2 = ± 2(yp 2 + L 2. ) Bewijs: Een elektron heeft op het begin een bepaalde hoeveelheid beginenergie, ook wel kinetische energie (E kin ) genaad. Uit de forule van kinetische energie volgt dan: (6) 1 2 v2 = E kin, 1 2 (v2 1 + v2) 2 = E kin, v1 2 + v2 2 = 2E kin, 2Ekin v 1 = v2 2. Doordat we v 1 in teren van hebben uitgedrukt, wordt vergelijking (3) voor het aantal golven van een elektron gelijk aan: (7) ( gf )2 ( y p ) 3 + qf 3 2E kin v2 2 ( y p ) 2 + 2E kin y p. 11

12 De laatste stap die we nu nog oeten doen is uitdrukken in teren van y p. Hiervoor gebruiken we het feit dat we gevonden hebben dat t 0 = yp. Als we dit nu saen et de uitdrukking van v 1 substitueren in (5) vinden we: qf 2 (y p ) 2 + y p 2Ekin v2 2 = L. Hier koen vier ogelijke uitdrukkingen voor uit, naelijk: y2 p(2e kin + qf L ± 4Ekin 2 + 4E kinqf L q 2 F 2 yp) 2 = ± 2(yp 2 + L 2. ) En voor v 1 vinden we uit (6): 2E y2 kin p(2e kin + qf L ± 4E 2 v 1 = kin + 4E kinqf L q 2 F 2 yp) 2 2(yp 2 + L 2. ) Het ±-teken dat voor de wortel van staat, kot doordat de beginsnelheid is in verticale richting. Voor een bepaalde kinetische energie in het begin kan een elektron dus ohoog of olaag bewegen, zie figuur 3. We erken op dat de twee ogelijke banen die het elektron kan aken syetrisch zijn. Figuur 5: twee syetrische banen van een elektron 12

13 Bij de uitdrukking voor v 1 is het niet ogelijk o een teken voor de wortel te krijgen. v 1 is naelijk de beginsnelheid van een elektron in horizontale richting en als er een teken voor de wortel zou staan, zouden de elektronen dus ook naar links kunnen bewegen. Dit is echter onogelijk odat de positief geladen plaat B juist alle elektronen naar rechts trekt. Nu is er nog enkel de vraag of het ±-teken binnen de wortel ogelijk is. De vraag is dus of het ogelijk is o et een gelijke kinetische energie aar een verschillende beginsnelheid in hetzelfde punt y p uit te koen (zie figuur 6). Figuur 6: Is dit ogelijk? De enige ogelijkheid waarbij dit zou kunnen is dat een elektron eerst naar links beweegt waarna het vervolgens wel in y p kan uitkoen. De horizontale beginsnelheid oet dus negatief zijn. Dit kan er alsvolgt uitzien: Figuur 7: Horizontale beginsnelheid is negatief Door de relevante waarden van de variabelen in te vullen, blijkt de volgende keuze van het ±-teken de juiste te zijn[2]: 2E y2 kin p(2e kin + qf L + 4E 2 v 1 = kin + 4E kinqf L q 2 F 2 yp) 2 2(yp 2 + L 2 ) y2 p(2e kin + qf L + 4Ekin 2 + 4E kinqf L q 2 F 2 yp) 2 = ± 2(yp 2 + L 2 ) 13

14 4.4 elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, D) Nu we exact de baan, het aantal golven per baan en de beginsnelheid hebben bepaald voor alle elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, 0), oeten we nog hetzelfde doen voor alle elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, D). We zullen hierbij niet alles heleaal uitwerken zoals we hierboven hebben gedaan. Het verschil is dat de elektronen op een andere vertrekplaats vertrekken, ze op een ander tijdstip kunnen vertrekken en een andere beginsnelheid kunnen hebben. De beginvoorwaarden worden dan ook anders, naelijk: Daaro krijgen we: x(t 1 ) = 0, x (t 1 ) = v 3, y(t 1 ) = D, y (t 1 ) = v 4. x(t) = qf 2 (t t 1) 2 + v 3 (t t 1 ), et afgeleiden: y(t) = v 4 (t t 1 ) + D, x (t) = qf (t t 1) + v 3, y (t) = v 4. We erken op dat de integraal voor het aantal golven van de elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, 0) gelijk is aan die van de elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, D), behalve dat we nu integreren van t 1 tot t eind. Het aantal golven van een elektron die vertrekt uit (x, y) = (0, D) wordt dus: waarbij v(t) = x (t) 2 + y (t) 2. h t eind t 1 v(s) 2 ds, Voor het vinden van t 1 neen we t eind = 0. Nu volgt uit y(t eind ) = y(0) = y p dat t 1 = D yp v 4. Het aantal golven van een elektron die vertrekt uit (x, y) = (0, D) wordt dan: (8) ( gf )2 ( y p D 3 ) 3 + qf v 3 v 4 (y p D ) 2 + (v3 2 + v v 4) 2 y p D. 4 v 4 14

15 Odat alle elektronen een gelijke kinetische energie bij vertrek hebben, vinden we hier ook dat: 1 2 v2 = E kin, 1 2 (v2 3 + v4) 2 = E kin, v3 2 + v4 2 = 2E kin, 2Ekin v 3 = v2 4. Substitueren we dit in (8) dan wordt de vergelijking voor het aantal golven gelijk aan: ( gf (9) )2 ( y p D ) 3 + qf 2E kin v2 4 ( y p D ) 2 + 2E kin y p D. 3 v 4 v 4 v 4 Onze laatste stap is o v 4 uit te drukken in teren van y p. Hiervoor gebruiken we het feit dat x(t eind ) = x(0) = L. De vergelijking die hieruit volgt is: qf 2 t2 1 v 3 t 1 = L. Vullen we t 1 = D yp v 4 en v 3 = 2E kin v2 4 dan vinden we: qf 2 (y p D ) 2 + y p D 2Ekin v 4 v 4 v2 4 = L. Hier koen vier ogelijke uitdrukkingen voor v 4 uit. Maar odat we al eerder hebben gezien dat er voor v 4 precies twee ogelijke uitdrukkingen zijn (naar boven en naar beneden) en voor v 3 precies één (alleen naar rechts) worden de horizontale en verticale beginsnelheid gegeven door: v 3 = (y p D) 2 (2E kin + qf L + 4Ekin 2 + 4E kinqf L q 2 F 2 (y p D) 2 ) 2((y p D) 2 + L 2, ) 2E kin v 4 = ± (y p D) 2 (2E kin + qf L + 4Ekin 2 + 4E kinqf L q 2 F 2 (y p D) 2 ) 2((y p D) 2 + L 2. ) 15

16 5 Interferentie 5.1 Zien we altijd een interferentie patroon? Nu we alle berekeningen hebben gedaan o de interferenitie-afstand te bepalen rest ons nog de vraag of er eigenlijk wel altijd interferentie plaatsvindt. We kunnen ons bijvoorbeeld wel voorstellen dat wanneer D heel groot wordt er geen interferentie zal plaatsvinden odat de banen uit de twee verschillende startpunten elkaar dan niet kruisen. Dit is goed te zien in de figuur hieronder. Figuur 8: links: geen interferentie, rechts: wel interferentie De buitenste parabolische banen per vertrekpunt in figuur 5 zijn de banen van de elektronen die een axiale en iniale y p geven. Voor deze banen geldt dat de elektronen een axiale verticale snelheid hebben. We erken op dat als de banen uit de twee verschillende vertrekpunten van de elektronen et axiale verticale snelheid elkaar snijden er interferentie plaatsvindt. In figuur 5 zien we dat de axiale verticale snelheid van de elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, 0) positief oet zijn en van de elktronen die vertrekken uit (x, y) = (0, D) negatief. Dit kot doordat de banen uit de twee verschillende vertrekpunten van de elektronen et axiale verticale snelheid syetrisch zijn. Een baan van een elektron die vertrekt uit (x, y) = (0, 0) et een negatieve axiale verticale snelheid kan dus nooit snijden et een baan van een elektron die vertrekt uit (x, y) = (0, D) et een negatieve axiale verticale snelheid. De eerste stap wordt o een y pax en een y pin van het interferentie patroon te vinden. Odat de ethode voor het vinden van y pax exact hetzelfde is, zullen we alleen y pax uitwerken. en y pin 16

17 Stelling y pax = 4Ekin L qf. Bewijs: Uit v1 2 + v2 2 = 2E kin volgt voor de elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, 0) et axiale verticale snelheid dat v 1 = 0. Oftewel, = ± Substitueren we v 1 = 0 in (1), dan volgt voor de baan van een elektron: x(t) = qf 2 (t t 0) 2, 2E kin. Voor t = t eind = 0 krijgen we: y(t) = (t t 0 ). qf 2 t2 0 = L, t 0 = y p. Substitueren we nu t 0 uit de eerste vergelijking in de tweede vergelijking en vullen = ± in, dan krijgen we: 2E kin 2L y p = ± qf = ± 2Ekin 2L qf = ± 4E kin L qf. O interferentie te krijgen, hebben we gezien dat de axiale verticale snelheid van de elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, 0) positief oet zijn. We krijgen dus: 4E kin L y pax = qf. Met precies dezelfde ethode vinden we voor de baan van de elektronen die vertrekken et een negatieve axiale verticale snelheid uit (x, y) = (0, D): 4E kin L y pin = D qf. 17

18 We hebben nu het volgende: Figuur 9: De banen van de elektronen et axiale negatieve en positieve verticale snelheid In figuur 9 is goed te zien dat er interferentie plaatsvindt wanneer geldt: 4E kin L 4E kin L D qf qf, oftewel, D 2 4E kin L qf. Nu we precies weten voor welke variabelen er interferentie plaatsvindt, kunnen we de op experient gebaseerde variabelen bepalen. Deze variabelen zijn alsvolgt: q = V E kin = J = kg L = 10 6 F = 100N D =

19 5.2 Interferentie-afstand O interferentie te krijgen, oet er gelden dat twee banen uit verschillende vertrekplaatsen precies op hetzelfde oent en een gelijke fase in punt y p aankoen. Doordat ze dezelfde fase oeten hebben betekent het dat het verschil in aantal golven van de twee banen in het punt y p gelijk oet zijn aan k, et k R. We oeten dus het verschil in aantal golven van de banen gelijk stellen aan twee opeenvolgende k s. We neen k = 0 en k = 1. We erken op dat voor k = 0 de banen uit precies een gelijk aantal golven bestaan. Hieruit oet dus volgen dat y p = 1 2D. Dit is goed te zien in figuur 10. Figuur 10: Banen et een gelijk aantal golven koen precies aan in y p = 1 2 D De vergelijking die hier bij hoort volgt uit (7) en (9) (et bijbehorende waarden voor en v 4 ) en is: h h ( qf )2 ( y p ) 3 + qf 3 ( qf )2 3 2E kin v2 2 ( y p D ) 3 + qf v 4 2E kin v2 4 ( y p ) 2 + 2E kin y p ( y p D ) 2 + 2E kin v 4 y p D = 0. v 4 We erken op dat er geen v 4 aar v 4 in de vergelijking staat, odat de elektronen vanuit (x, y) = (0, D) et een negatieve verticale snelheid vertrekken. Er is goed te zien dat als we y p = 1 2D invullen, er precies 0 uitkot. Deze vergelijking hebben we ook nueriek opgelost[3] en er kwa dan ook y p = uit, zodat onze voorspelling klopt. O nu de interferentie-afstand te bepalen, neen we alsvolgt k = 1. 19

20 We erken op dat we ook k = 1 hadden kunnen kiezen, odat dit precies dezelfde waarde voor k=1 geeft aar dan negatief. De interferentie-afstand blijft dan dus ook hetzelfde. De vergelijking voor k=1 is als volgt: h h ( qf )2 ( y p ) 3 + qf 3 ( qf )2 3 2E kin v2 2 ( y p D ) 3 + qf v 4 2E kin Hieruit volgt de nuerieke waarde: y p = De interferentie-afstand wordt nu: v2 4 ( y p ) 2 + 2E kin y p ( y p D ) 2 + 2E kin v = y p D = 1. v 4 Odat we weten wat y pax en y pin zijn, kunnen we exact bepalen hoeveel interferenties er te zien zijn op plaat B. Als eerst oeten we y pax en y pin berekenen. 4E kin L y pax = = 6 qf = = 0.2, 100 y pin = D 4E kin L = qf = = Het aantal interferenties dat te zien is op plaat B is dan: ,

21 5.3 Grootte van het interferentie patroon We zijn ook geïnteresseerd in wat er gebeurt et y pax en y pin als we verschillende paraaters veranderen. Odat y pax en y pin afhankelijk zijn van E kin, L en F, kunnen we heel veel variëren. We zullen echter alleen F variëren en zien wat er gebeurd et y pax. In het volgende figuur is dus een y pax, L-grafiek te zien et verschillende waarden voor F. Figuur 11 In de grafiek zien we dat y pax kleiner wordt voor grotere waarden van F. Dit kunnen we verklaren doordat de plaat et een steeds grotere kracht de elektronen naar zich toe trekt. Hierdoor zullen de elektronen eerder op plaat B aankoen waardoor de uitwijking van de banen steeds kleiner oet worden. Doordat de uitwijking afneet zal y pax dus ook afneen. Als we E kin gaan variëren, zien we aan de forule al dat y pax groter zal worden voor grotere waarde van E kin. Als E kin naelijk toeneet, krijgen de elektronen een grotere beginenergie waardoor de beginsnelheid zal gaan toeneen. De uitwijking van de banen kan dus groter worden waardoor y pax zal toeneen. De laatste variabel die we kunnen variëren is L. We erken op dat y pax groter zal worden voor grotere waarden van L. Dit kot doordat als de afstand groter wordt, de banen groter zullen worden en odat de banen parabolisch zijn zal y pax ook groter worden. 21

22 5.4 Grafische weergave O de interferentie-afstand grafisch weer te geven, erken we eerst op dat als we kijken naar de forule voor het aantal golven van de elektronen die vertrekken vanuit (x, y) = (0, 0), dan zien we dat er de teren ( yp ) 3, ( yp ) 2 -situatie en oeten we Zo krijgen we voor de eerste ter li yp 0( yp ) 3, en yp in staan. Voor y p = 0 krijgen we dus een 0 0 dus de liieten neen. enzovoort. O nu een grafiek et het punt y p = 0 erin te krijgen, neen we y p [ , ]. We erken nu wel op dat voor y p [ , 0.0] negatief is en voor y p [0.0, ] positief is. De grafiek die we krijgen, staat hieronder Figuur 12 Doordat y p zich eerst in de richting van 0 beweegt en vervolgens weer groter wordt, is in de grafiek goed te zien dat het aantal golven eerst afneet en daarna weer toeneet. Als we kijken naar de forule voor het aantal golven van de elektronen die vertrekken vanuit (x, y) = (0, D), dan zien we dat er de teren ( yp D v 4 ) 3, ( yp D 4 )2 en yp 0 0 in staan. We erken dus op dat we voor y p = D een -situatie hebben en dus de liieten oeten neen. Zo krijgen we voor de eerste ter li yp D( yp ) 3, enzovoort. O nu een grafiek et het punt y p = D erin te krijgen, neen we y p [ , ]. 22

23 We erken nu wel op dat voor y p [ , ], v 4 negatief is en voor y p [ , ] positief. De grafiek wordt dan: Figuur 13 Doordat y p zich eerst in de richting van D beweegt en vervolgens weer groter wordt, is in de grafiek goed te zien dat het aantal golven eerst afneet en daarna weer toeneet. O nu te laten zien voor welke y p er een interferentie bestaat, zullen we het verschil in aantal golven grafisch weergeven. We kunnen in de grafiek dus aflezen dat als het verschil in aantal golven gelijk is aan k et k R, er een interferentie is voor bijbehorende y p. Figuur 14 In bovenstaande figuur is goed te zien dat het klopt dat beide banen een gelijk aantal golven hebben op y p = Beide banen bestaan dan uit ±920 golven. Verder is te zien dat we de grenswaarden van y p niet gelijk aan y pax en y pin hebben genoen. Dit kot doordat y p dan teveel ogelijke waarden kan aanneen waardoor de grafiek onnauwkeurig wordt. We hebben gekozen voor y p [0.0, ] zodat de verticale snelheid van de elektronen die vertekken uit (x, y) = (0, 0) positief blijft en van de elektronen uit (x, y) = (0, D) negatief. 23

24 6 Conclusie Met de ethode die wij gebruikt hebben, vinden we eerst de baan die hoort bij elke y p op plaat B. Doordat de elektronen uit twee plaatsen kunnen vertrekken vinden we voor elke y p dus ook twee banen. Vervolgens bepalen we voor elke baan uit hoeveel golven deze baan bestaat. Als laatst bekijken we voor welke y p 2 banen et een gelijk aantal golven uit precies op hetzelfde oent aankoen. Door het verschil te neen van 2 van zulke opeenvolgende y p, vinden we de interferentie-afstand. Het aantal golven van de elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, 0) wordt gegeven door: ( qf )2 ( y p ) 3 + qf 2E kin v2 2 ( y p ) 2 + 2E kin y p. h 3 Het aantal golven van de elektronen die vertrekken uit (x, y) = (0, D) wordt gegeven door: ( qf )2 ( y p D ) 3 + qf 2E kin v2 4 ( y p D ) 2 + 2E kin y p D. h 3 v 4 v 4 v 4 Met verticale beginsnelheden: y2 p(2e kin + qf L + 4Ekin 2 + 4E kinqf L q 2 F 2 yp) 2 = 2(yp 2 + L 2, ) v 4 = (y p D) 2 (2E kin + qf L + 4Ekin 2 + 4E kinqf L q 2 F 2 (y p D) 2 ) 2((y p D) 2 + L 2. ) De interferentie-afstand wordt bepaald door het verschil van 2 opeenvolgende y ps te neen die te berekenen zijn in de volgende vergelijking: h h ( qf )2 ( y p ) 3 + qf 3 ( qf )2 3 2E kin v2 2 ( y p D ) 3 + qf v 4 et 2 opeenvolgende k s R. 2E kin v2 4 ( y p ) 2 + 2E kin y p ( y p D ) 2 + 2E kin v 4 y p D = k v 4 24

25 Als eenaal de interferentie-afstand y p is bepaald, is ook het aantal interferenties te bepalen. We erken eerst op dat er alleen interferentie plaatsvindt als: D 2 4E kin L qf. Voor variabelen die hieraan voldoen geldt dat het aantal interferenties gelijk is aan: y pax y pin y p, waarbij geldt: y pax = y pin = D 4E kin L qf, 4E kin L qf. In bovenstaande forules zien we ook dat het interferentiepatroon groter wordt naarate E kin en/of L groter wordt en kleiner wordt als F groter wordt. 25

26 Referenties [1] Broglie, Louis de, The wave nature of the electron, Nobel Lecture, Deceber 12, [2] Hiervoor hebben we de website gebruikt. [3] De nuerieke waarden zijn berekend et het Coputer Algebra Systee, Maxia. [4] R.Haberan, Applied Partial Differential Equations, fourth Edition, Pearson Prentice Hall, New Jersey, [5] G.J. Verbiest, J.N. Sion, T.H. Oosterkap, M.J. Rost, Subsurface atoic force iscroscopy: towards a quantitative understanding, Nanotechnology 23, [6] H.D. Young and R.A. Freedan, University Physics, 12th edition, Addison Wesley. [7] Eugene Hecht, Optics, 4th edition, Addison Wesley. [8] G.R. Fowles and G.L. Cassiday, Analytical Mechanics, 7th edition, Thoson Learning, inc.,

Uitwerking examen natuurkunde 2009 (tweede tijdvak) 1

Uitwerking examen natuurkunde 2009 (tweede tijdvak) 1 Uitwerking exaen natuurkunde 009 (tweede tijdvak) Opgave Optische uis. Teken eerst de verbindingslijn tussen de punten P en Q (lichtstraal in nevenstaande figuur). Deze rechte lijn is ongebroken en gaat

Nadere informatie

Geleid herontdekken van de golffunctie

Geleid herontdekken van de golffunctie Geleid herontdekken van de golffunctie Nascholingscursus Quantumwereld Lodewijk Koopman lkoopman@dds.nl januari-maart 2013 1 Dubbel-spleet experiment Er wordt wel eens gezegd dat elektronen interfereren.

Nadere informatie

Examen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120, 11 april 2012, uur

Examen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120, 11 april 2012, uur Exaen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C0, april 0, 400 700 uur Dit tentaen bestaat uit 4 opgaven Indien u een opgave niet kunt aken, geef dan aan hoe u de opgave zou aken; dat kan een deel van de

Nadere informatie

Gravitatie en kosmologie

Gravitatie en kosmologie Gravitatie en kosologie FEW Cursus Jo van den Brand & Joris van Heijningen Speciale relativiteitstheorie: 6 oktober 2015 Copyright (C) Vrije Universiteit 2009 Inhoud Inleiding Overzicht Klassieke echanica

Nadere informatie

De Elektrische Auto. Technische Universiteit Eindhoven. Modelleren 2WH02. Begeleider: E.H. van Brummelen Probleemhebber: S.W.

De Elektrische Auto. Technische Universiteit Eindhoven. Modelleren 2WH02. Begeleider: E.H. van Brummelen Probleemhebber: S.W. Technische Universiteit Eindhoven Modelleren 2WH2 De Elektrische Auto Auteurs: 748918 John van Dijk 741692 Bart de Wit Begeleider: E.H. van Bruelen Probleehebber: S.W. Rienstra 13 januari 212 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Programmeren en Wetenschappelijk Rekenen in Python. Wi1205AE I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 6 mei 2014

Programmeren en Wetenschappelijk Rekenen in Python. Wi1205AE I.A.M. Goddijn, Faculteit EWI 6 mei 2014 Programmeren en Wetenschappelijk Rekenen in Python Wi1205AE, 6 mei 2014 Bijeenkomst 5 Onderwerpen Het maken van een model Numerieke integratie Grafische weergave 6 mei 2014 1 Voorbeeld: sprong van een

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

UITWERKINGEN Examentraining mechanica HAVO5-Na 1. UITWERKINGEN Examentraining mechanica HAVO5-Na

UITWERKINGEN Examentraining mechanica HAVO5-Na 1. UITWERKINGEN Examentraining mechanica HAVO5-Na UITWERKINGEN Examentraining mechanica HAVO-Na UITWERKINGEN Examentraining mechanica HAVO-Na. Parachutist a. Dee opgave kan orden opgelost aan de hand van de beegingsvergelijkingen voor de eenparig versnelde

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting door een scholier 1016 woorden 19 januari 2003 5,6 80 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

Begripsvragen: Elektrisch veld

Begripsvragen: Elektrisch veld Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]

Nadere informatie

Eenparige rechtlijnige beweging

Eenparige rechtlijnige beweging Eenparige rechtlijnige beweging Leerplandoelen FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.1 Snelheid B1 In concrete voorbeelden van beweging het

Nadere informatie

De Broglie. N.G. Schultheiss

De Broglie. N.G. Schultheiss De Broglie N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Detecteren en gaat vooraf aan de module Fluorescentie. In deze module wordt de kleur van het geabsorbeerd of geëmitteerd licht gekoppeld

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

Klassieke Mechanica a (Tentamen 11 mei 2012) Uitwerkingen

Klassieke Mechanica a (Tentamen 11 mei 2012) Uitwerkingen Klassieke Mechanica a (Tentamen mei ) Uitwerkingen Opgave. (Beweging in een conservatief krachtenveld) a. Een kracht is conservatief als r F =. Dit blijkt na invullen: (r F) x = @F z =@y @F y =@z = =,

Nadere informatie

De steen in de vijver 19 december 2007

De steen in de vijver 19 december 2007 De in de vijver 19 deceber 2007 Inleiding Er is een oud, bekend problee waarbij een in de vijver gegooid wordt. Het zal daardoor stijgen. ls dezelfde in een je in het gelegd wordt zal het ook stijgen.

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN en UITWERKINGEN 1/10

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN en UITWERKINGEN 1/10 VAK: echanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets - AT echanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT - OPGAVEN en UITWERKINGEN / DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAA EN LEERLINGNUER! Beschikbare tijd: inuten

Nadere informatie

Stelsels van eerstegraadsvergelijkingen met DERIVE of de TI-89/92

Stelsels van eerstegraadsvergelijkingen met DERIVE of de TI-89/92 Stelsels van eerstegraadsvergelijkingen et DERIVE of de TI-89/9 Leon Lenders, Bree Gewoonlijk begint het hoofdstuk "Stelsels van eerstegraadsvergelijkingen" et het opstellen van enkele stelsels, uitgaande

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie (a) Magnetisch dipooloent Zoals het elektrisch dipooloent is het agnetisch dipooloent een vectoriële grootheid. Het agnetisch dipooloent wordt gedefinieerd voor een gesloten

Nadere informatie

Oefentoets uitwerkingen

Oefentoets uitwerkingen Vak: Wiskunde Onderwerp: Hogere machtsverb., gebr. func=es, exp. func=es en logaritmen Leerjaar: 3 (206/207) Periode: 3 Oefentoets uitwerkingen Opmerkingen vooraf: Geef je antwoord al=jd mét berekening

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. amen VWO 2009 tijdvak dinsdag 2 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B,2 Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 9 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

LeeR. & leef. bijbel. Zie volgende pagina s. boekje. uit je CATECHESE. onderbouw VAN: 1

LeeR. & leef. bijbel. Zie volgende pagina s. boekje. uit je CATECHESE. onderbouw VAN: 1 LeeR & leef uit je VAN: 1 CATECHESE onderbouw bijbel boekje Bijlagen bij les 14 - Niet stelen aar delen Introductie 2: Iedereen doet het... Introductie 3: Het geld-telt-spel De eerste pagina kan als achterkant

Nadere informatie

Kromlijnige bewegingen. Verticale valbeweging. m s. Herhaling Vallen. Vrije val. Oefenopgave 1

Kromlijnige bewegingen. Verticale valbeweging. m s. Herhaling Vallen. Vrije val. Oefenopgave 1 Krolijnige bewegingen Herhaling Vallen Onder vallen verta ik iedere beweging door de lucht zonder aandrijving (door pierkracht of otorkracht). Bijvoorbeeld de beweging van een voorwerp dat i weggegooid.

Nadere informatie

5.1 De numerieke rekenmethode

5.1 De numerieke rekenmethode Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Opgave 1 a Zie tabel 5.1. 5.1 De numerieke rekenmethode tijd aan begin van de tijdstap (jaar) tijd aan eind van de tijdstap (jaar) bedrag bij begin van de tijdstap ( )

Nadere informatie

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan. TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek EE1200-B - Klassieke en Kwantummechanica - deel B Hertentamen 13 maart 2014 14:00-17:00 Aanwijzingen:

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1 Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1 5 november 2015 Patrick Baesjou Vraag 1 [17]: a. Voor de veerconstante moeten we de hoekfrequentie ω weten. Die wordt gegeven door: ω = 2π f ( = 62.8 s 1 ) Vervolgens

Nadere informatie

Eenparige rechtlijnige beweging

Eenparige rechtlijnige beweging Eenparige rechtlijnige beweging Leerplandoelen FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.1 Snelheid B1 In concrete voorbeelden van beweging het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de

Nadere informatie

Verslag practicum composieten Kevin Kanters & Bastiaan de Jager. Inhoudsopgave

Verslag practicum composieten Kevin Kanters & Bastiaan de Jager. Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding. 3 2. Trekstaven. 4 2.1. Berekeningen trekstaven. 4 2.2. Meetresultaten trekstaven. 7 3. Buigbalken. 8 3.1. Berekeningen buigbalken. 8 3.2. Meetresultaten buigbalken. 10 4. Coposiet

Nadere informatie

Spelregels Drietal hockey

Spelregels Drietal hockey Spelregels Drietal hockey Hoe ziet een speelveld eruit? speelr ichtin g speel richti ng. Veldarkeringen in de vor van pylonnen Doelarkeringen in de vor van pylonnen De zijlijnen doen dienst als achterlijnen.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II Drinkbak In figuur staat een tekening van een drinkbak voor dieren. De bak bestaat uit drie delen: een rechthoekige, metalen plaat die gebogen is tot een symmetrische goot, een voorkant en een achterkant

Nadere informatie

Tussentoets Analyse 2. Natuur- en sterrenkunde.

Tussentoets Analyse 2. Natuur- en sterrenkunde. Tussentoets Analyse 2. Natuur- en sterrenkunde. Dinsdag 9 maart 2010, 9.00-11.00. Het gebruik van een rekenmachine is toegestaan. Motiveer elk antwoord dat je geeft d.m.v. een berekening of redenering.

Nadere informatie

Meetonzekerheid bij de bepaling van de dichtheid van een cent

Meetonzekerheid bij de bepaling van de dichtheid van een cent Novubandproef 4-M01 ersie 0.1 Len 2010 Meetonzekerheid bij de bepalin van de dichtheid van een cent (bij Systeatische natuurkunde wo4 1.6) Benodid ateriaal: Hollandse cent, of eventueel een ander untstuk

Nadere informatie

5 Lineaire differentiaalvergelijkingen

5 Lineaire differentiaalvergelijkingen 5 Lineaire differentiaalvergelijkingen In veel toepassingen in de techniek en de exacte wetenschappen wordt gewerkt met differentiaalvergelijkingen om continue processen te modelleren. Het gaat dan meestal

Nadere informatie

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule: Voorbeeldmeetrapport (eenparig versnelde beweging stopwatch en meetlat) Eenparig versnelde beweging stopwatch en meetlat. Doel van de proef Een kogel die van een helling afrolt, voert een eenparig versnelde

Nadere informatie

Schatten en simuleren

Schatten en simuleren Les 4 Schatten en siuleren 4.1 Maxiu likelihood Tot nu toe hebben we eestal naar voorbeelden gekeken waar we van een kansverdeling zijn uitgegaan en dan voorspellingen hebben geaakt. In de praktijk koen

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 207 tijdvak vrijdag 9 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde Masterclass VWO-leerlingen juni 2008 Snelle glijbanen Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD 2009 1 Technische Universiteit Delft Probleemstelling Gegeven: een punt A(0,a) en een punt B(b, 0) met a 0.

Nadere informatie

Families parabolen en fonteinen met de TI-Nspire

Families parabolen en fonteinen met de TI-Nspire Families parabolen en fonteinen met de TI-Nspire Dr Didier Deses Samenvatting We bestuderen 1-parameterfamilies van parabolen. De klassieke families (bijv.: y = ax 2 ) komen aan bod alsook de parabolen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2009 - I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2009 - I en benadering van een nulpunt Voor elke positieve startwaarde 0 is een rij 0,, 2, gegeven door de volgende recursievergelijking: n+ = 2 n +. n Deze recursievergelijking kunnen we ook schrijven als n+ =

Nadere informatie

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN

Prof. Margriet Van Bael STUDENTNR:... Conceptuele Natuurkunde met technische toepassingen. Deel OEFENINGEN FEB Exaen D0H1A 7/01/014 NAAM... Prof. Margriet Van Bael Conceptuele Natuurkunde et technische toepassingen Deel OEFENINGEN Instructies voor studenten Noteer je identificatiegegevens (naa, studentennuer)

Nadere informatie

Een model voor een lift

Een model voor een lift Een model voor een lift 2 de Leergang Wiskunde schooljaar 213/14 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Inleiding... 5 Model 1, oriëntatie... 7 Model 1... 9 Model 2, oriëntatie... 11 Model 2... 13

Nadere informatie

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 9/1/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuiging

Nadere informatie

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Vraag 1a 4 punten geeft ; geeft dus in punt A geldt ;, dus en Dit geeft Vraag 1b 4 punten ( ) ( ) ( ) Vraag 1c 4 punten ( ). Dit is de normaalvector van

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-I

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-I Eindexamen wiskunde B1 vwo 00-I Verschuivend zwaartepunt Een kubusvormige bak met deksel heeft binnenmaten 10 bij 10 bij 10 cm en weegt 1 kilogram. Het zwaartepunt B van de bak ligt in het centrum van

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Naam:... Studentnummer:...

Naam:... Studentnummer:... AFDELING DER BEWEGINGSWETENSCHAPPEN, VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM INSTRUCTIE - Dit is een gesloten boek tentamen - Gebruik van een gewone (geen grafische) rekenmachine is toegestaan - Gebruik van enig

Nadere informatie

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss 7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische

Nadere informatie

vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode

vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,

Nadere informatie

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Millenniumbrug Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt: λ = vt met λ = 44 m en T = 0,90 s. De golfsnelheid in het λ 44 wegdek

Nadere informatie

Mooie samenvatting: http://members.ziggo.nl/mmm.bessems/kinematica%20 Stencil%20V4%20samenvatting.doc.

Mooie samenvatting: http://members.ziggo.nl/mmm.bessems/kinematica%20 Stencil%20V4%20samenvatting.doc. studiewijzer : natuurkunde leerjaar : 010-011 klas :6 periode : stof : (Sub)domeinen C1 en A 6 s() t vt s v t gem v a t s() t at 1 Boek klas 5 H5 Domein C: Mechanica; Subdomein: Rechtlijnige beweging De

Nadere informatie

Opgave: Deeltjesversnellers

Opgave: Deeltjesversnellers Opgave: Deeltjesversnellers a) Een proton is een positief geladen en wordt dus versneld in de richting van afnemende potentiaal. Op het tijdstip t1 is VA - VB negatief, dat betekent dat de potentiaal van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.2/1.3 Snelheidsgrafieken en versnellen In een (v,t)-diagram staat de snelheid (v) uit tegen de tijd (t). Het (v,t)-diagram

Nadere informatie

Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT

Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT Project tweede graad : VRIJ TECHNISCH INSTITUUT VEURNE Iepersesteenweg 90 8630 VEURNE e-mail: info@vtiveurne.be vzw Katholiek Secundair Onderwijs Veurne Nieuwpoort,

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B1,2 wiskunde B1,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 88 punten te behalen; het examen bestaat uit 19 vragen.

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1

Examen VWO. wiskunde B1 wiskunde B Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.3 6.3 uur 5 Voor dit eamen zijn maimaal 87 punten te behalen; het eamen bestaat uit vragen. Voor elk vraagnummer is

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

2010-II bij vraag 1. Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek.

2010-II bij vraag 1. Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek. 200-II bij vraag Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek. Een applet (animatie) hierover is te vinden op bijvoorbeeld: http://home.planet.nl/~hietb062/java3.htm#constantehoek De punten P op

Nadere informatie

Grootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt

Grootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt 1.3 Grootheden en eenheden Grootheid: eigenschap die je kunt meten (met een meetinstrument) Eenheid: maat waarin de grootheid wordt uitgedrukt BINAS : BINAS 3A: BINAS 4: vermenigvuldigingsfactoren basisgrootheden

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

De eenparige rechtlijnige beweging

De eenparige rechtlijnige beweging De eenparige rechtlijnige beweging Inleidende experimenten Via opdrachten met de robot LEGO NXT willen we de leerstof van mechanica aanbrengen en op een creatieve en speelse manier leren nadenken over

Nadere informatie

Stevin Antwoorden hoofdstuk 6 Trillingen ( ) Pagina 1 van 9

Stevin Antwoorden hoofdstuk 6 Trillingen ( ) Pagina 1 van 9 Stevin Antwoorden hoofdstuk 6 rillingen (06-05-) Pagina van 9 Als je een ander antwoord vindt, zijn er instens twee ogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je er (vrijwel)

Nadere informatie

Trillingen en tonen. 5.1 Inleiding. 5.2 Trillingsgrootheden

Trillingen en tonen. 5.1 Inleiding. 5.2 Trillingsgrootheden 5 Trillingen en tonen 5.1 Inleiding A 1 a Hartslag (polsslag), enstruatiecyclus, adehaling b De snaren van een gitaar en de lucht in blaasinstruenten trillen. De toeschouwers aken heen en weer gaande bewegingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal Elektrische flux Een cilinder van een niet-geleidend materiaal wordt in een elektrisch veld gezet als geschetst. De totale elektrische flux door het oppervlak van de

Nadere informatie

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax 00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten

Nadere informatie

120 6 rillingen In deze paragraaf onderzoeken we hoe voorwerpen dansen en zwaaien rondo een evenwichtsstand. Een paar afspraken Een beweging die zich

120 6 rillingen In deze paragraaf onderzoeken we hoe voorwerpen dansen en zwaaien rondo een evenwichtsstand. Een paar afspraken Een beweging die zich 6 rillingen Nadat het gewichtje is losgelaten, gaat het op-en-neer dansen. Maar na enige tijd gaat dat over in heen-en-weer zwaaien. Het danstepo is twee keer zo hoog als het zwaaitepo. Hoe kot dat? 120

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I Inademen Bij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen is de hoeveelheid verse

Nadere informatie

7.1 Ongelijkheden [1]

7.1 Ongelijkheden [1] 7.1 Ongelijkheden [1] In het plaatje hierboven zijn vier intervallen getekend. Een open bolletje betekent dat dit getal niet bij het interval hoort. Een gesloten bolletje betekent dat dit getal wel bij

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 89 punten te behalen; het examen bestaat uit 20 vragen. Voor elk

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B1,2 wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 2 juni 3.30 6.30 uur 20 06 Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen; het examen bestaat uit 8 vragen. Voor

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B,2 (nieuwe stijl) Eamen VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs Tijdvak 2 Woensdag 8 juni 3.30 6.30 uur 20 03 Voor dit eamen zijn maimaal 84 punten te behalen; het eamen bestaat uit 7 vragen.

Nadere informatie

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Millenniumbrug Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I Eindeamen wiskunde B vwo 5-I Inademen Bij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen

Nadere informatie

Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College

Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College Herkansing Eindtoets Toegepaste Natuurwetenschappen and Second Chance final assessment Applied Natural Sciences (3NBB) Maandag 15 April, 2013, 14.00 17.00

Nadere informatie

Eerste graadsfuncties

Eerste graadsfuncties CAMPUS BRUSSEL Opfriscursus Wiskunde Eerste graadsfuncties Eerste-graadsfuncties 1 Eerste graadsfuncties: een voorbeeld Een taxibedrijf rekent de volgende kosten aan haar klanten: Dan een vaste vertrekprijs

Nadere informatie

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15. NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H6 22-12-10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven met in totaal 31 punten. Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Opgave 1: De helling af (16p) Een wielrenner

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I Inademen ij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen is de hoeveelheid verse

Nadere informatie

= = = 6. methode-b: het oppervlak onder de snelheid-tijd-grafiek is een maat voor de afgelegde weg.

= = = 6. methode-b: het oppervlak onder de snelheid-tijd-grafiek is een maat voor de afgelegde weg. Verbeterleutel Ea 6MWE_LWE Correctieleutel bij Vraag-V01: Steengoede grafiek 7 We bepalen de geiddelde nelheid uit de grafiek: v + 1 0 1 v vg = = = 6 Hieruit volgt voor de afgelegde aftand:. v. g = = vg

Nadere informatie

Stuknummer: AM3.04634

Stuknummer: AM3.04634 Gaih- Uitgeprinte ail voor de Geeenteraad als Ingekoen Stuk... https://ail.google.co/ail/u/0/?ui=2&ik= 1 add 1 a09c3&view=pt. I (/

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 4 mei 13.30 16.30 uur 0 0 Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen; het examen bestaat uit 18

Nadere informatie

snelheid in m/s Fig. 2

snelheid in m/s Fig. 2 Dit oefen-vt en de uitwerking vind je op Itslearning en op www.agtijmensen.nl 1. Oversteken. Een BMW nadert eenparig met 21 m/s een 53 m verder gelegen zebrapad. Ria die bij de zebra stond te wachten steekt

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Stelsels eerste orde lineaire differentiaalvergelijkingen

Hoofdstuk 7: Stelsels eerste orde lineaire differentiaalvergelijkingen Hoofdstuk 7: Stelsels eerste orde lineaire differentiaalvergelijkingen Bij het vak Lineaire Algebra hebben we reeds kennis gemaakt met stelsels eerste orde lineaire differentiaalvergelijkingen We hebben

Nadere informatie

NATUURKUNDE. Figuur 1

NATUURKUNDE. Figuur 1 NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 12-13: KRACHT EN BEWEGING OOFDSTUK 12-13: K 6/7/2009 Deze toets bestaat uit 5 opgaven (51 + 4 punten) en een uitwerkbijlage. Gebruik eigen grafische rekenmachine

Nadere informatie

Complexe eigenwaarden

Complexe eigenwaarden Complexe eigenwaarden Tot nu toe hebben we alleen reële getallen toegelaten als eigenwaarden van een matrix Het is echter vrij eenvoudig om de definitie uit te breiden tot de complexe getallen Een consequentie

Nadere informatie

Kracht en Energie Inhoud

Kracht en Energie Inhoud Kracht en Energie Inhoud Wat is kracht? (Inleiding) Kracht is een vector Krachten saenstellen ( optellen ) Krachten ontbinden ( aftrekken ) Resulterende kracht 1 e wet van Newton: wet van de traagheid

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 3.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. y = -4x + 8 kan herschreven worden als y + 4x = 8 Dit is een lineaire vergelijking met twee variabelen. Als je

Nadere informatie

Notities College Gecondenseerde Materie Elektronen in kristallen I: Klassiek vrije elektronengas, Drude model:

Notities College Gecondenseerde Materie Elektronen in kristallen I: Klassiek vrije elektronengas, Drude model: Notities College Gecondenseerde Materie Elektronen in kristallen I: Klassiek vrije elektronengas, Drude odel Elektronen in kristallen, ofwel elektronenstructuur, tegenhanger van de geoetrische structuur.

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

TEST JE WISKUNDEKENNIS!

TEST JE WISKUNDEKENNIS! Bewegingswetenschappen Je overweegt Bewegingswetenschappen te gaan studeren. Een goede keus. Het gaat hier immers om een interessante, veelzijdige studie met gezonde arbeidsmarktperspectieven. Je hebt

Nadere informatie

Exact periode 3 Rechte lijn kunde

Exact periode 3 Rechte lijn kunde Exact periode 3 Rechte lijn kunde diktaat exact blok 3 1 6-3-2017 Hoofdstuk1 Wat analisten willen.. 1.1 Een voorbeeld. Standaard1 Standaard2 Standaard3 Standaard4 Monster Standaard1 Standaard2 Standaard3

Nadere informatie

sin( α + π) = sin( α) O (sin( x ) cos( x )) = sin ( x ) 2sin( x )cos( x ) + cos ( x ) = sin ( x ) + cos ( x ) 2sin( x )cos( x ) = 1 2sin( x )cos( x )

sin( α + π) = sin( α) O (sin( x ) cos( x )) = sin ( x ) 2sin( x )cos( x ) + cos ( x ) = sin ( x ) + cos ( x ) 2sin( x )cos( x ) = 1 2sin( x )cos( x ) G&R vwo B deel Goniometrie en beweging C. von Schwartzenberg / spiegelen in de y -as y = sin( x f ( x = sin( x f ( x = sin( x heeft dezelfde grafiek als y = sin( x. spiegelen in de y -as y = cos( x g(

Nadere informatie

Essential University Physics Richard Wolfson 2 nd Edition

Essential University Physics Richard Wolfson 2 nd Edition 4-9-013 Chapter Hoofdstuk 6 Lecture 6 Essential University Physics Richard Wolfson nd Edition Arbeid, Energie, en Vermogen 01 Pearson Education, Inc. Slide 6-1 6.1 Arbeid door een Constante Kracht Voor

Nadere informatie

Voorbereiding op de de cursus. E = mc 2. Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Voorbereiding op de de cursus. E = mc 2. Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Voorbereiding op de de cursus E = mc Najaar 08 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek In dit document staan de uitwerkingen van de opgaven ter voorbereiding van de lezing. Inhoudsopgave Inleiding De A 3 Algebra

Nadere informatie

De MEETKUNDE BOEK 2 Over de natuur van de kromme lijnen.

De MEETKUNDE BOEK 2 Over de natuur van de kromme lijnen. De MEETKUNDE BOEK 2 Over de natuur van de kroe lijnen. [p. 315] De ouden (d.w.. de Grieken) hebben eer juist opgeerkt dat soige eetkundige probleen vlak ijn, andere lichaelijk & weer andere lijnachtig,

Nadere informatie

Eerste graadsfuncties

Eerste graadsfuncties CAMPUS BRUSSEL Opfriscursus Wiskunde Eerste graadsfuncties 1 Eerste graadsfuncties: een voorbeeld Een taxibedrijf rekent de volgende kosten aan haar klanten: Dan een vaste vertrekprijs van 5 een kiloeterprijs

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Fileprobleem

Praktische opdracht Aardrijkskunde Fileprobleem Praktische opdracht Aardrijkskunde Fileproblee Praktische-opdracht door een scholier 2906 woorden 29 aart 2006 6,9 32 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde *Hoofdvraag: Hoe kan je het fileproblee tegen gaan?

Nadere informatie