y * 4 October 1935, tfo , Af d. H. O. Dubbele onderwijsbevoegdheid «foor historici. er 1935.

Transcriptie

1 y * er October 1935, tfo , Af d. H. O. Dubbele onderwijsbevoegdheid «foor historici. Be Eerste Afdeeling?an den Onderwijsraad heeft de eer Uwe Excellentie hierbij wederom aan te bieden een schrijven, d»d#30 September 1935» No.1761 A, van Curatoren der Rijksuniversiteit te leiden, met bijgevoegd schrijven, d.d»28 September 1935 van de Faculteit eer ^etteren en Wijsbegeerte te Leiden, betreffende eene aanvulling van artikel 8, lid 1, van het Academisch Statuut, met het oog op het verkrijgen van een dubbele onderwijsbevoegdheid voor historici. Wat dit verzoek betreft moge de Afdeeling herinneren aan haar advies van 6 Augustus 1935, No ($in»missive van 17 Hei 1935» No#2028, Afd.H.O.j Toen wilde de Leidsche faculteit een oplossing zoeken in dier voege, dat de verwerving van de gecombineerde onder* wijsbevoegdheid voor geschiedenis en aardrijkskunde moeilijker werd gemaakt. Thans stelt de Faculteit het omgekeerde voori om een bevoorrechting der te Utrecht of Amsterdam studeerende historici te ontgaan stelt zij voor, dat de doctorandus in de geschiedenis(die immers te Leiden, Groningen, Amsterdam V.ïï* en Nijmegen niet tevens aardrijkskunde kan studeeren) na zijn doctoraal examen, door eene toevoeging 4ë* **i2 artikel 8 van het Academisch Statuut, alsnog gelegenheid zal krijgen een onderwijsbevoegdheid in de aardrijkskunde -te- Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen 1 s- Qravenhage*

2 te verwerven door het afleggen van een doctoraal examen in de Vereenigde Faculteiten der Letteren en Wijsbegeerte en Wis- en Natuurkunde met sociale aardrijkskunde als hoofdvak en natuurkundige aardrijkskunde als bijvak. Het komt de Afdeeling voor dat aldus inderdaad een onbillijkheid jegens de genoemde histoici kan worden weggenomen. Het bezwaar, dat op deze wijze de strekking van artikel 8 een weinig wordt uitgebreid, schijnt tegen dit voordeel niet op t e wegen. De Afdeeling meent daarom den wensch van faculteit en Curatoren te Leiden te mogen ondersteunen. Evenwel zal dan nog, opdat het bedoelde inderdaad effect zal sorteeren? aan a rtikel 21 een nieuw negende lid moeten worden toegevoegd, luidende* «Het getuigschrift van met goed gevolg afgelegd doctoraal examen volgens artikel 8,lid 4, geeft de bevoegdheid tot het geven van onderwijs in de aardrijkskunde»* Namens de Afdeeling voornoemd, *wnd*voorzit t er»»secretaris» e

3 r;:rrr.r-rr-:: -~- i CUUtM Mfl Al tic -luftu- ff^t^ fea***"**** si G-S '. 'U l/m*.. ("l± *»A -K, <?\*^ J&~.? 0^tf^t*-*t -j,ç/t(,t"-: Y*v( fc^ct t^-i, aoud)~

4 Afschrift» Aan den Waarn»Voorzitter van de Eerste Afdeeling vani den Onderwijsraad» Hooggeachte Collega» Naar aanleiding van de in mijn handen om praeadvies gestelde stukken heb ik de eer, met terugzending der begeleidende bescheiden het volgends te berichten* e!- Wat punt a betreft merk ik op» dat dezelfde zaak reeds vroeger aanhangig is geweest en laatstelijk behandeld in het advies dor Afdeeling van 6 Augustus 1935* Toen wilde de Leidsehe faculteit een oplossing zoeken in dier voegep dat de verwerving van gecombineerde onderwijsbevoegdheid geschiedenis en aardrijkskunde moeilijker werd gemaakt«thans stelt de faculteit het omgekeerde voorj om een bevoorrechting der te Utrecht of Amsterdam studeerende historici te ontgaan stelt zij voor, dat de doctorandus in de geschiedenis( die immers te Leiden, Groningen, Amsterdara V.u*. en Nijmegen niet tevens aardrijkskunde kan studeeren) na zijn doctoraal examennalsnog"geiêgenheid zal krijgen een onderwijsbevoegdheid in de aardrijkskunde te verwerven door het afleggen van een doet oraal- examen in de Vereenigde Faciliteiten der Letteren É Wijsbegeerte en Wis-en Natuurkunde met sociale aardrijkskunde als hoofdvak en Natuurkundige Aardrijkskunde als bijvak«het komt mij voor dat aldus inderdaad een onbillijkheid liegen s de genoemde historici kan worden weggenomen. Het bezwaar, dat aldus de strek» king van art*8 een weinig wordt uitgebreid» schijnt mij tegen dit voordeel niet op t e wegen«ik stel dus vaor* dat de Afdeeling den ensch van Faculteit en Curatoren ondersteunt» Evenwel zal dan nog, opdat het bedoeld«effekr sorteert aan a rt»21 een nieuw negende lid moeten worden toegevoegd» luidende H Het getuigschrift van met goed gevolg afgelegd doctoraalexamen volgens art#8,lid 4, geeft de bevoegdheid tot het geven van onderwijs 1» de aardrijkskunde»" o -2

5 b. KOHNSTAMM HAPENDRIFT" M POSTGIRO 8323 ERMELo, 30 October 1935 en Heer H.W.Tilanus, Statenlaan 125, Den Haag.- faarde Heer Tilanus, Hierbij de stukken met mijn praeadvies terug. Ik heb van e gelegenheid gebruik gemaakt om ook de kwestie van 53 aan de fcde te stellen. De brief van Prof.Scholten, waarover gesproken wordt, rcuur ik U de volgende week, daar ik hem a.s. Maandag nog even pet hebben voor een faculté itsvergadering hier. Met vr. gr., Uw dw. V Ä^^yM4A

6 y&hh -/A*, j^m & f* ^&*y J^* t ffiyryv^i^^' f&i ^ "T J&^ 4&<* &>LS&41J&. 1 S* uu<4m ' ^ut^jf su**** ^ / C <fe^*cfe+<*, '\fl>*>*v*~c\/> s & ^ # stï&k M &* Xr* di 'isv<n~ * * * ym b m?h&0c*^2 ë* <*C a^. yfa faas&**^' **~*rf'***^' S fr<*/~ t & &üy é- /43ï~. J^h fa' \ HtA^i^' y 7^^ Wat st. 4t*+a*«t 6 U^u^i ~ ^yrx 6k tâ. i/*^ ^ ^ K «^ jl*+f h^l. t j /VVu LU*> A A WÊÊkl a. \^yn^i^ *fl jr^<***- tu -^ ö sï2-'?***+»*** P I * / &

7 Otot.LséüfrUjvCsU^f Ï^U /Krt ûïrc* JC^p^âf a^jdeslsù /&>7s&*#^^'^ ^Uc«^^ ù? /l& fd t )» Ür?\4iu v^i^vic^ ^e^u *&*** #U^<_ 4~*c*^, /H c. C/^yZsZyyU'c >2 é-*-*-** fc *^L- ^.<^(,

8 /6*^**' 'S'

9 Afschrift Ko «CURATOREN DER RIJKSUNIVERSITEIT TE LEIDEN» Ko«1761 A. Leiden, 30 September 1935«Betreffende! Dubbele onderwijsbevoegdheid voor historicio Wij hebben de eer Uwer Excellentie hierbij in afschrift te doen toekomen een schrijven van de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte betreffende h et instellen van een "nader examen 11, als bedoeld in artikel 8, al»l van het Academisch Statuut«Wij veroorloven ons Uwer Excellentie in overweging te geven het tot standkomen van deze aanvulling wel te willen bevorderen, aangezien daarmede naar ons oordeel een onbillijkheid jegens de te Groningen en Leiden studeerenden zou worden opgeheven» Curatoren der Rijksuniversiteit te Leiden, Namens hen, (w»g») PoE # Idenburg, Secretaris,, Aan Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs,Kunst en en Wetenschappen te 's-gravenhageo