STAATSBLAD TAX H»T KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. ±Vtj WET van den Uden Januari 1919, houdende gelijkstelling van Indische eindexamen getuigschriften

Transcriptie

1 STAATSBLAD TAX H»T KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (N ±Vtj WET van den Uden Januari 1919, houdende gelijkstelling van Indische eindexamen getuigschriften met het getuigschrift van het eindexamen der hoogere burgerscholen met vijf- * jarigen cursus in Nederland. WIJ WILHELMINA, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ. x Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te wéten : Alzoo Wij in overweging genomen hebben dat eene wijziging van de wet van 21 Mei 1873 {Staatsblad n. 56) noodig is, in verband met het voornemen om in Nederlandsch-Indië naast de bestaande hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus eene inrichting voor middelbaar onderwijs (algemeene middelbare school, afdeeling B) in het leven te roepen ; J Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Eenig artikel. Artikel 1 der wet van 21 Mei 1873 (Staatsblad n. 56) wordt gelezen als volgt: De getuigschriften in Nederlandsch-Indië uitgereikt aan hen, die voldaan hebben aan het eindexamen van de hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus of van de algemeene middelbare %mbchool, afdeeling B, worden gelijkgesteld met de in Nederland 1 afgegeven getuigschriften van met gunstig gevolg afgelegd 4 eindexamen der hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus." Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten,

2 19 2 Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauw keurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te 's-gravenhage, den Uden Januari De Minister van Koloniën, IDENBURG. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, J. TH. DE VISSER. WILHELMINA. Uitgegeven den een en dertigsten Januari De Minister van Justitie. HEEMSKERK.

3 2, Het leerplan der school is volkomen gelijk aan dat der openbare scholen» zoodat er uit hoofde van het leerplan zeker geen bezwaar tegen kan bestaan» de school der Carpentier-Alting-stichting het recht te geven zelf het eindexamen af te nemen* Dit opmerkend e»wil de Afdeeling jfiet te kennen QQtv&n $ dat volkomen gelijkheid van leerplan als eisch gesteld zou moeten worden aan bijzondere scholen om voor het jus promovendi in aanmerking te mogen komenf immers ook hier te lande geldt deze eisch niet(artikel 45 tredecies der Middelbaar onderwijswet» ^r is ^een enkele reden» voor Indië iets anders te verlangen* Wel is er reden spoedig wijziging te brengen in den tegenwoordigen toestand* waarbij de leerlingen der Carpentier-Alting*stiehting worden verwezen naar de eindexamencommissie der Koning-Willem 111- school» welke verwijzing» naar het de Afdeeling wil voorkomen» op geen enkele wettelijke bepaling steunt* De Afdeeling meent daarom Uwe Excellentie te moeten adviseer en het daarheen te leiden» dat aan deze school zoo spoedig mogelijk het recht wordt gegeven, zelf het eindexamen af te nemen* Zij veroorlooft zich er de aandacht van XFv/e Excellentie op te vestigen» dat in het nader gewijzigd ontwerp van wet tot regeling van het algemeen vormend middelbaar en voorbereidend hooger onderwij s (zitting 1922-^1923 Ho*65) de hier bedoelde zaak werd geregeld» door de bepaling van artikel 81, luidende* Evenwel schijnt bij het jongste ontwerp tot regeling van het algemeen vormend middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs deze "Met de getuigschriften, vermeld in artikel 73» worden geheel of gedeeltelijk gelijkgesteld die, welke in 's Rijks koloniën door bestuurders van instellingen, alwaar het onderwijs naar Ons oordeel gelijkwaardig is met dat aan de lycea, gymnasia*hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus of hoogere burgerschelen voor meisjes met zesjarigen cursus hier te lande* aan hen»die het onderwijs aan zoodanige instelling tot het linde toe hebben genoten, wegens met gunstig gevolg afgelegd examen is uitgereikt* voor zooverre dit voorrecht door Ons aan die instellingen is toegekend*" -zaak-

4 3. zaak uit het oog te zijn verloren. De Afdeeling meet daarom Uwe Excellentie te moeten adviseeren in bedoeld wetsontwerp alsnog een dergelijke bepaling op te nemen* Ten einde intussehen zoo spoedig mogelijk te kunnen voldoen aan het verzoek van Uwer Excellenties Ambtsgenoot van Kolonien» ware wellicht te bevorderen, dat bij afzonderlijk wetsontwerp aan de wet van den Uden Januari 1919» Staatsblad no*19.een artikel wordt toegevoegd in den zin van bovenaangehaald ontwerp-artike1 81* De bovenvermelde brieven van den Minister van Kolonien worden hierbij wederom aangeboden* Marne n s de Afdeeling voornoemd* /^///*. S^^o,Voorzitter*»Secretaris*

5 J /M t* J u.-':cj>7:j, s. j~ /fis/ / ' of fyza-, Bll ^^^,^^/^y^j^ '/ - -r ** : ' I ill w^- /«*- ^V

6 0 S Zy AJt^t^j^ ///Zfl. ßCc -ZLatstsis féê^uutt-o-c-' M^-éiS tush-/fa, _^«^^^Ä^»*^^^^ /HJLSL/ fcû>l^ist4 /*> fîtes/ U* (threes rfcnrr e-t^- &nrr *XLA, A^ & **^~S ***- J r rfcc<<ji&él' /ct^ue^t^ /ijj efe&té&ù* - ju/l tryljcoj<yju. ^irr^c'c^ü^ps-c^co^yf^^^^ 7c^ / ( / ^ M ^ H ^ «^.?ZZ^> A^^n^cje^r fiy^v &a>ouart>pfat*lj 2e'frt^jL^JjfJ 2 *^'- /Ql/f JJTVL. a-zrzl fa^r^i^à^ Icu^utue^^i.^ />n^ a^. &*-

7 </hj&ul> I ûlce, CU. AjtJt<ts TVUIAS óc f ü^sujcüst, Je^u^e^ /7yiJ &~t^ hsc&s " At**4jf&+«s I** A^l- / -. - J<Z^i/i Zdoà /L/L**L*.-óc&*ste^^' fa/vwù^s A > -^-Ctrzr^fC.^ juiu* /usia& ^ûiesï. t, olsl>frta A+WC<-^ a asiszréaj^.. /y^yu^e4ytyn ^i^c 2L 4& re*4^ JTT^S. fila Jua&CJlßc /zrvyttfc4/ba&. \ y w ty& fljuu/âtôl. -foyajt,; Ast!* J& cée^û^aa^r tâstss7u***<âzsie^ nj~ ^. ^U^/L^ÂcA^L (yu. asia S fou*. ÂLJ é4**^fauu*i *4Ae+AL*mj^cyts /i '^ws^-f 'frefaól^l&fc', etosficc, /LOSUSA/V/L^*** 7 1

8 / X^/ /'-^/ >*z^ Ä^^> Surfest, fa.ff.-fo-e^ a^uu &e%e. â^e^u/ayt^ of^^-ert/^cee /t/y / s/ ^ dec* Au!^jz^;/>â^ *6. J* y^t^^y j&^. ^ü^r^i^ ^^A (/i^lâ-à^ A-, / Uy/ C/^7rcAL^<; fcc^a- /i^-c^a,c^a^u^9^ I /^MLUW*^ y/&*u«jl<^d. I A^s^yu***^^ ' A*^^*~> U^r-f^. v. I ^ ^ Jrf"- ffc^ts tr^ Z 1?