Doorlening, toezicht en leiding en de uitzendovereenkomst

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Doorlening, toezicht en leiding en de uitzendovereenkomst"

Transcriptie

1 J.P.H. Zwemmer 1 1ArtikelenAfl. 1januari 2018 Doorlening, toezicht en leiding en de uitzendovereenkomst In zijn arrest van 12 september oordeelt het Hof Amsterdam dat de doorlener ten opzichte van de werkgever kwalificeert als de derde ex artikel 7:690 BW onder wiens toezicht en leiding de werknemer zijn arbeid verricht. In deze bijdrage worden de overwegingen besproken op basis waarvan het hof tot dit oordeel komt en wat hiervan de gevolgen kunnen zijn voor werknemers die via een doorlener ter beschikking worden gesteld aan een uiteindelijke inlener. 3 Daarbij wordt ook ingegaan op het op 23 november 2017 door drie oppositiepartijen ingediende initiatiefwetsvoorstel ter regulering van payrolling. Tot slot wordt aandacht besteed aan de wijze waarop het hof invulling geeft aan de overwegingen van de Hoge Raad in het Care4Care-arrest 4 bij de kwalificatie van de werkgever in een doorleensituatie met behulp van een payrollbedrijf. 1. Vier (in plaats van drie) partijen Bij de uitzendovereenkomst zijn drie partijen betrokken: de werkgever, de werknemer en een derde aan wie de werknemer door de werkgever ter beschikking wordt gesteld. Artikel 7:690 BW bepaalt dat de werknemer krachtens een overeenkomst van opdracht tussen de werkgever en de derde ter beschikking wordt gesteld van de derde om arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van deze derde. Bij doorlening zijn (minimaal) vier partijen betrokken omdat de (uiteindelijke) inlener de werknemer inleent via een doorlener die in dat kader een overeenkomst is aangegaan met de partij die een arbeidscontract sluit met de werknemer. Is hier sprake van een uitzendovereenkomst? De werknemer verricht immers geen arbeid voor de doorlener maar voor een andere derde en er is geen sprake van een (opdracht) overeenkomst tussen zijn werkgever en die andere derde. Als wordt aangenomen dat sprake is van een uitzendovereenkomst, dan resteert nog de vraag wie kan worden aangemerkt als de derde ex artikel 7:690 BW; de doorlener of de (uiteindelijke) inlener. 2. Varianten van doorlening Doorlening van werknemers komt in verschillende situaties voor. Soms wordt doorgeleend in de situatie waarin een 1 Mr. dr. J.P.H. Zwemmer is universitair docent arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam, advocaat bij Stibbe en redacteur van dit tijdschrift. 2 Hof Amsterdam 12 september 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3723 (Percival). 3 Deze bijdrage vormt deels een bewerking van mijn noot bij het arrest van het Hof Amsterdam van 12 september 2017 onder JAR 2017/ HR 4 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2356, NJ 2017/370, m.nt. Verhulp en JAR 2016/286, m.nt. Knipschild. uitzendbureau een bij hem in dienst zijnde uitzendkracht tijdelijk doorleent aan een andere uitzendbureau die een opdrachtgever heeft die behoefte heeft aan deze uitzendkracht. Een andere vorm van doorlening doet zich voor bij contracting in de situatie waarin het contractingbedrijf een activiteit gaat verrichten voor een opdrachtgever en de daarbij door hem ingezette werknemers betrekt van een uitzend- of payrollbedrijf. In de situatie zoals aan de orde in het arrest van het Hof Amsterdam van 12 september 2017 werft en selecteert de doorlener de werknemers, neemt een payrollbedrijf deze werknemers in dienst en worden zij vervolgens op basis van door de doorlener met het payrollbedrijf en met opdrachtgevers gesloten overeenkomsten ter beschikking gesteld aan die opdrachtgevers. Deze laatste doorleenvariant vertoont gelijkenissen met wat Tanja en Den Hoed hebben aangeduid als backoffice payrolling. 5 Hierbij wordt de werving en selectie van de werknemer verricht door een uitzendbureau, sluit het uitzendbureau opdrachtovereenkomsten met enerzijds een payrollbedrijf en anderzijds een inlener. Op grond hiervan sluit het payrollbedrijf een arbeidsovereenkomst met de werknemer en gaat het uitzendbureau als doorlener de werknemer ter beschikking stellen aan de (uiteindelijke) inlener. 6 In de literatuur wordt veelal aangenomen dat bij doorlening sprake is van een uitzendovereenkomst. Verhulp heeft hierover gezegd dat hoewel de tekst van artikel 7:690 BW anders doet vermoeden, geen reden bestaat aan een dergelijke doorgeleende uitzendkracht de status van uitzendkracht te ontnemen. 7 Volgens Grapperhaus en Jansen verbiedt de wet niet dat de derde op zijn beurt toezicht en leiding over 5 M. Tanja & J. den Hoed, De uitzendovereenkomst: een beperkende uitleg, met verruimende gevolgen, TRA 2017/15. 6 Daarbij komt volgens Tanja en Den Hoed ook voor dat het payrollbedrijf verschillende handelsnamen hanteert voor de vennootschap waar de werknemers in dienst zijn, die op de (handels)naam van de uitzendonderneming lijkt. Hierdoor verdwijnt, zo stellen Tanja en Den Hoed, het onderscheid tussen de twee ondernemingen en opereren de twee bureaus jegens de inlenende onderneming, hoewel feitelijk en juridisch gescheiden, als waren zij één onderneming. 7 E. Verhulp, Flexibiliteit en zekerheid, Den Haag: Sdu Uitgevers 2001 (derde druk), p In de tweede druk uit 1999 is Verhulp hierover nog een stuk voorzichtiger. Hier licht Verhulp toe dat uit de tekst van artikel 7:690 BW volgt dat doorlening niet onder artikel 7:690 BW is te brengen. Hoewel er redenen zijn te pleiten voor een restrictieve uitleg van artikel 7:690 BW, lijkt hem de stelling dat dan geen sprake is van een uitzendovereenkomst met de werkgever van de doorgeleende werknemer moeilijk te handhaven. Daarbij verwijst Verhulp naar de eerdere afschaffing van het verbod van doorlening (zoals dat was opgenomen in artikel 93 lid 1 sub c Arbeidsvoorzieningswet 1990) in verband met de introductie van de definitie van de uitzendovereenkomst als bijzondere arbeidsovereenkomst. Daardoor lijkt het, zoals Verhulp dat stelt, het meest voor de hand te liggen ook in geval van doorlening aan te nemen dat de wetgever meende dat een uitzendovereenkomst tot stand is gebracht. Vervolgens nuanceert Verhulp dat dan weer door erop te wijzen dat dit in het geheel niet blijkt uit de wetsgeschiedenis en het de vraag is of de niet duidelijk kenbare bedoeling van de wetgever een dergelijke afwijking van de wettekst rechtvaardigt. Zie E. Verhulp, Flexibiliteit en zekerheid, Den Haag: Sdu Uitgevers 1999 (tweede druk), p. 264/ Afl. 1 - januari 2018

2 Artikelen DOORLENING, TOEZICHT EN LEIDING EN DE UITZENDOVEREENKOMST de terbeschikkinggestelde subdelegeert aan een vierde. 8 Dit betekent volgens Grapperhaus dat de relatie tussen de uitzendwerkgever en de werknemer beheerst blijft door artikel 7:690 BW, ongeacht of de uitzendkracht wordt doorgeleend. 9 Verburg merkt hierover op dat de opdrachtovereenkomst tussen de uitzendwerkgever en de derde de titel verschaft voor de delegatie van de gezagsverhouding aan de derde en de werknemer dit gedelegeerde gezag aanvaardt door aanvaarding van de uitzendovereenkomst. Bij doorlening aan een vierde (of vijfde) geschiedt volgens Verburg steeds iets soortgelijks. 10 In het Sociaal Akkoord van 11 april 2013 is afgesproken dat nieuwe vormen van flexibiliteit waaronder doorlenen ingepast dienen te worden in de bestaande rechterlijke ordening zodat geheel transparant is of, en zo ja onder welke voorwaarden, deze arbeidscontracten kunnen worden aangeboden. 11 Naar aanleiding van deze afspraak deelde de Stichting van de Arbeid (StvdA) in haar brief van 1 november 2013 aan het ministerie van SZW mee dat onder andere over doorlening een nader advies zou worden uitgebracht. 12 Daarbij lichtte de StvdA toe dat de werknemer bij doorlening door een combinatie van verschillende flexvormen te maken kan krijgen met twee of meer partijen voor hetzelfde werk. Bijvoorbeeld omdat hij wordt doorgeleend van een payrollbedrijf via een uitzendbedrijf naar een inlener. Hier, zo deelt de StvdA mee, speelt het vraagstuk van het uitoefenen van het werkgeverschap, de rechtspositie van de werknemer en de toepasselijkheid van regelgeving en cao. Van een advies van de StvdA is het echter nog niet gekomen. Op 29 juni 2015 deelde de StvdA aan het ministerie van SZW mee dat de discussie over onder meer doorlening (nog) niet tot een gezamenlijke visie van werkgevers en werknemers had geleid. Daarbij benadrukte de StvdA dat daarmee de discussie niet stopt omdat daarvoor de noodzaak om te komen tot een gedragen oplossing te groot is Doorlening en de uitzendovereenkomst Of bij doorlening sprake is van een uitzendovereenkomst en wie daarbij als derde ex artikel 7:690 BW geldt, heeft gevolgen voor het antwoord op vragen als welk loon en overige vergoedingen aan de werknemer moeten worden betaald, of het verlichte ontslagregime bij uitzending van toepassing is en of premies moeten worden afgedragen aan het verplichtgestelde pensioenfonds (en andere sociale fondsen) 8 F.B.J. Grapperhaus & M. Jansen, De uitzendovereenkomst (Monografieën Sociaal Recht nr. 15), Deventer: Kluwer 1999, p F.B.J. Grapperhaus, T&C Arbeidsrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2016 (negende druk), artikel 7:690 BW, aant L.G. Verburg, De uitzendwereld na C4C: bespiegelingen over heden en toekomst, ArA 2017/1, p Sociaal Akkoord p. 26, bijlage bij Kamerstukken II 2012/13, 33566, Brief StvdA 1 november 2013 (bijlage bij de brief van 29 juni 2015): www. stvda.nl/nl/publicaties/nota/ /2015/ driehoeksrelaties. aspx. 13 Brief StvdA 29 juni 2015: driehoeksrelaties.aspx. in de uitzendbranche. In het Care4Care-arrest 14, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het door de (uitzend)werkgever vervullen van een allocatiefunctie op de arbeidsmarkt geen vereiste (meer) is bij de kwalificatie van de uitzendovereenkomst. Dat betekent dat, wanneer wordt aangenomen dat met het door de werknemer en het payrollbedrijf ondertekenen van een schriftelijke (arbeids)overeenkomst een arbeidsovereenkomst tot stand komt tussen de werknemer en het payrollbedrijf, ook bij payrolling sprake zou zijn van een uitzendovereenkomst. Voor de payrollwerknemer die wordt doorgeleend zoals aan de orde in het arrest van het Hof Amsterdam is een andere overweging van de Hoge Raad in het Care4Care-arrest eveneens van belang. In die andere overweging oordeelt de Hoge Raad dat de vraag of sprake is van toezicht en leiding van de derde ex artikel 7:690 BW aan de hand van dezelfde maatstaven moet worden beantwoord als die gelden bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een gezagsverhouding als bedoeld in artikel 7:610 BW. 15 Dat betekent dat zowel het feitelijke gezag van de derde over de door de werknemer verrichte arbeid, als het door de derde contractueel bedingen van zeggenschap over de door de werknemer verrichte arbeid, toezicht en leiding in de zin van artikel 7:690 BW kan impliceren. 16 Heeft de Hoge Raad hiermee ook gezegd dat sprake is van toezicht en leiding van de derde in de situatie waarin de derde in de opdrachtovereenkomst met de ter beschikking stellende werkgever (contractueel) zeggenschap heeft bedongen over de door de werknemer te verrichten arbeid, terwijl die toezicht en leiding feitelijk (op de werkvloer) bij een andere partij liggen, zoals bij doorlening het geval is? Dat is mijns inziens nog maar de vraag. De aanleiding voor deze overweging van de Hoge Raad vormde de stelling van Care4Care dat toezicht en leiding van de zorginstellingen over de aan hen ter beschikking gestelde werknemers ontbrak omdat zij hoogopgeleide, gekwalificeerde specialisten waren die hun werkzaamheden overeenkomstig hun eigen professionele standaarden verrichtten en de zorginstellingen ter zake zelf over onvoldoende kennis beschikten. In de door Care4Care met de zorginstellingen gesloten opdrachtovereenkomsten was echter overeengekomen dat de zorginstellingen bevoegd waren tot het geven van instructies aan de werknemers en ook het toezicht over deze werkzaamheden aan hen werd overgedragen. 17 Dat laatste vormde voor het Hof Amsterdam in eerdere instantie het aanknopingspunt voor zijn oordeel dat voldaan was aan het element toezicht en leiding in de relatie tussen de werknemers en de zorginstellingen. Dit omdat het toezicht en de leiding over de werkzaamheden van deze hoogopgeleide, gekwalificeerde specialisten zich niet feitelijk (op de werkvloer) manifesteert, 14 HR 4 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2356, NJ 2017/370, m.nt. Verhulp en JAR 2016/286, m.nt. Knipschild. 15 Zie hierover nader p van mijn hoofdstuk 17 De uitzendkracht, de gedetacheerde en de payrollwerknemer in: Bijzondere arbeidsverhoudingen (red.: Van der Voet), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2017 (tweede druk). 16 Zie hierover o.a. HR 17 juni 1994, NJ 1994/757, m.nt. Stein (Imam) en HR 8 mei 1998, NJ 2000/ Hof Amsterdam 28 oktober 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4547. Afl. 1 - januari

3 DOORLENING, TOEZICHT EN LEIDING EN DE UITZENDOVEREENKOMST Artikelen maar uitsluitend volgt uit de bevoegdheid tot het geven van instructies. Deze bevoegdheid was door Care4Care overgedragen aan de zorginstellingen, aldus het hof. De Hoge Raad heeft dit vervolgens bevestigd met zijn overweging dat de vraag of sprake is van toezicht en leiding van de derde ex artikel 7:690 BW aan de hand van dezelfde maatstaven moet worden beantwoord als die gelden bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een gezagsverhouding als bedoeld in artikel 7:610 BW. een situatie waarin de derde in de opdrachtovereenkomst met de ter beschikking stellende werkgever (contractueel) zeggenschap heeft bedongen over de door de werknemer te verrichten arbeid, terwijl die toezicht en leiding feitelijk (op de werkvloer) bij een andere partij liggen, doorslaggevende betekenis toe aan de hierover gemaakte contractuele afspraken bij de beantwoording van de vraag of sprake is van toezicht en leiding van de derde in de zin van artikel 7:690 BW Hof Amsterdam: doorlener is de derde ex artikel 7:690 BW onder wiens toezicht en leiding de werknemer arbeid verricht 5. Gevolgen overwegingen Hof Amsterdam voor recht op gelijke beloning doorgeleende werknemer op grond van artikel 8 Waadi De wijze waarop de Hoge Raad in het Care4Care-arrest invulling geeft aan het element toezicht en leiding in de definitie van artikel 7:690 BW heeft gevolgen voor de hiervoor beschreven situaties van doorlening, zoals blijkt uit de wijze waarop het Hof Amsterdam deze overweging toepast in zijn arrest van 12 september In deze procedure stelt StiPP (het verplicht gestelde pensioenfonds in de uitzendbranche) zich op het standpunt dat tussen het payrollbedrijf en de via de doorlener aan de opdrachtgevers van de doorlener ter beschikking gestelde werknemers sprake is van uitzend overeenkomsten. In eerste instantie vangt StiPP bot. De kantonrechter oordeelt dat door het payrollbedrijf weliswaar werknemers ter beschikking worden gesteld aan de opdrachtgevers van de doorlener, maar daaraan geen rechtstreekse opdrachten tussen hem en die opdrachtgevers ten grondslag liggen. Het is de doorlener die contracteert met de opdrachtgevers en daarmee is niet voldaan aan het vereiste in artikel 7:690 BW dat de werknemer krachtens een overeenkomst van opdracht tussen de werkgever en de derde ter beschikking wordt gesteld van de derde. Het hof oordeelt dat aan alle vereisten van artikel 7:690 BW is voldaan in de driehoeksverhouding tussen het payrollbedrijf, de doorlener en de werknemer en vernietigt het vonnis van de kantonrechter. Het hof overweegt dat voor de vraag wie heeft te gelden als de derde onder wiens toezicht en leiding de werknemer de arbeid verricht, niet beslissend is onder wiens feitelijke leiding de werknemer zijn arbeid verricht, maar de contractuele relatie waaraan de uiteindelijke inlener zijn instructiebevoegdheid ten opzichte van de werknemer ontleent. Naar het oordeel van het hof kan bij doorlening die uiteindelijke inlener, bij gebreke van een contractuele relatie met de werkgever, die instructiebevoegdheid ontlenen aan de contractuele relatie met de doorlener. De doorlener verkreeg deze instructiebevoegdheid van de werkgever op grond van de door hem met de werkgever gesloten (opdracht)overeenkomst. Dat de doorlener geen gebruik maakt van zijn instructiebevoegdheid, omdat de werknemer voor hem geen arbeid verricht, maar deze overdraagt aan de uiteindelijke inlener doet er naar het oordeel van het hof niet aan af dat de doorlener ten opzichte van de werkgever kwalificeert als de derde ex artikel 7:690 BW onder wiens toezicht en leiding de werknemer zijn arbeid verricht. Hiermee kent het hof in Op de voet van de overwegingen van het hof zou bij de hiervoor beschreven situaties van doorlening sprake zijn van een uitzendovereenkomst tussen werkgever, werknemer en doorlener. Daardoor maakt de werknemer op grond van de ABU-cao aanspraak op beloning conform een cao of beloningsregeling die van toepassing is bij de doorlener 19 terwijl de werknemer anders, wanneer geen sprake zou zijn van een uitzendovereenkomst (omdat de doorlener niet kwalificeert als de derde in artikel 7:690 BW), op grond van artikel 8 Waadi aanspraak zou maken op beloning conform de (bedrijfstak)cao of beloningsregeling die van toepassing is bij de uiteindelijke inlener. Op grond van artikel 8 lid 1 Waadi heeft de ter beschikking gestelde arbeidskracht namelijk recht op ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden als die welke gelden voor werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt (mijn cursivering). 20 Wanneer sprake is van backoffice payrolling en/of de doorlener slechts een bemiddelaar is of opereert als contractingbedrijf, kunnen de overwegingen van het hof voor de doorgeleende werknemer het slechtste van twee werelden betekenen: én het verlichte ontslagregime bij uitzending is dan op hem van toepassing én hij maakt geen aanspraak op beloning conform de op de uiteindelijke inlener van toepassing zijnde (bedrijfstak)cao of beloningsregeling. Voor deze 18 In vergelijkbare zin oordeelden Hof s-hertogenbosch 21 oktober 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4353, JAR 2015/10, m.nt. Zwemmer (Qatro) en Hof Den Haag 25 april 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1034, JAR 2017/169, m.nt. Hoogeveen (RMS). Zie anders Hof s-hertogenbosch 10 januari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:32, RAR 2017/54 (Synapsis). 19 Zie artikel 19 ABU-cao. De doorlener is op basis van de definitiebepalingen in de ABU-cao de opdrachtgever aan wie de werknemer ter beschikking wordt gesteld en de inlenersbeloning wordt in de ABU-cao gedefinieerd als de rechtens geldende beloning van de werknemer in dienst van de opdrachtgever (mijn cursivering). In het loonverhoudingsvoorschrift in de NBBU-cao (artikel 22 lid 1) wordt weliswaar verwezen naar artikel 8 Waadi, maar aangesloten bij het loon van werknemers werkzaam in gelijkwaardige functies in dienst van de inlener (mijn cursivering). Op grond van de definitiebepalingen in de NBBU-cao is de inlener de natuurlijke- of rechtspersoon die een overeenkomst van opdracht sluit met de uitzendonderneming krachtens welke de uitzendkracht aan hem ter beschikking wordt gesteld om onder zijn toezicht en leiding arbeid te verrichten. Op de voet van de overwegingen van het Hof Amsterdam is ook de inlener in de NBBU-cao dus de doorlener. 20 Artikel 8 lid 1 Waadi is van driekwart dwingend recht en hiervan mag (binnen de grenzen van artikel 8 lid 3 Waadi) worden afgeweken in de ABUcao. 10 Afl. 1 - januari 2018

4 Artikelen DOORLENING, TOEZICHT EN LEIDING EN DE UITZENDOVEREENKOMST werknemer zal een pensioen bij StiPP dan een schrale troost zijn Tot slot: arbeidscontract is arbeidsovereenkomst? 6. Initiatiefwetsvoorstel payrolling bevat leemte voor doorgeleende (payroll) werknemer Op 23 november 2017 is door de oppositiepartijen PvdA, GroenLinks en SP een initiatiefwetsvoorstel ingediend ter nadere regulering van de payrolling. 22 Dit wetsvoorstel voorziet in een nieuw artikel 8a Waadi waarmee wordt beoogd de arbeidsrechtelijke positie van de payrollwerknemers hetzelfde te laten zijn als die zou zijn geweest wanneer zij rechtstreeks in dienst zouden zijn van de opdrachtgever van het payrollbedrijf. Zo heeft de payrollwerknemer op grond van de eerste twee leden van dit voorgestelde artikel recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden voor werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de opdrachtgever en, als die er niet zijn, op dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden voor werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in de sector van het beroeps- of bedrijfsleven, waarin de opdrachtgever werkzaam is. Voorts hebben zij recht op een pensioenregeling die ten minste gelijkwaardig is aan de pensioenregeling waarop zij recht hadden gehad wanneer zij rechtstreeks in dienst zouden zijn van de opdrachtgever (lid 3) en is het verlichte ontslagregime bij uitzending op hen niet van toepassing (lid 5). Van dit voorgestelde artikel 8a Waadi kan, anders dan in het geval van artikel 8 Waadi, niet bij cao worden afgeweken (lid 6). Nu echter in de tekst van het voorgestelde artikel 8a Waadi wordt verwezen naar de arbeidsvoorwaarden die gelden bij de opdrachtgever en niet naar die bij de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt, zou de werknemer in de situatie van backoffice payrolling als aan de orde was in het arrest van het Hof Amsterdam nog steeds geen recht hebben op dezelfde arbeidsvoorwaarden als die gelden bij de uiteindelijke inlener. De in het voorgestelde artikel 8a Waadi genoemde opdrachtgever is hier immers de doorlener en niet de uiteindelijke inlener. Dit zou kunnen worden opgelost door in het voorgestelde artikel 8a Waadi net als in artikel 8 Waadi te spreken van de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt in plaats van de opdrachtgever. Niet alleen bij de beantwoording van de vraag of sprake is van toezicht en leiding van de derde kent het Hof Amsterdam doorslaggevende betekenis toe aan de daarover door partijen gemaakte contractuele afspraken, maar ook bij de beantwoording van de vraag of tussen de werknemer en de werkgever, een payrollbedrijf, een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Het hof overweegt hierover als volgt: Dat tussen [payrollbedrijf] en de [werknemer] sprake is van een arbeidsovereenkomst, volgt onmiskenbaar uit de door [payrollbedrijf] gebruikte tekst van de standaard-arbeidsovereenkomst waarmee zij haar rechtsverhouding met de [werknemers] heeft vastgelegd. Het hof oordeelt vervolgens dat, omdat het payrollbedrijf de werknemers bedrijfsmatig ter beschikking stelt, sprake is van een uitzendovereenkomst. Dat laatste volgt inderdaad uit het Care4Care-arrest en is ten aanzien van payrolling expliciet bevestigd door de Hoge Raad in zijn kort daarna gewezen arrest van 2 december 2016 (Leerorkest). 23 Dat het payrollbedrijf en de werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst met elkaar aangaan, betekent echter niet dat daarmee vaststaat dat tussen hen een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen (waarbij het payrollbedrijf dan op grond van artikel 7:690 BW kwalificeert als een werkgever die zijn werknemer ter beschikking stelt in het kader van een uitzendovereenkomst). Artikel 7:690 BW is namelijk, evenals artikel 7:610 BW, van dwingend recht. Partijen kunnen niet contractueel afspreken dat bij payrolling sprake is van een arbeidsovereenkomst met het payrollbedrijf en, in het verlengde daarvan, een uitzendovereenkomst ex artikel 7:690 BW, omdat de payrollwerknemer onder toezicht en leiding van een derde arbeid verricht. Sinds 1997 heeft de Hoge Raad in een reeks arresten bevestigd en in verschillende situaties uitgewerkt dat wanneer de contractuele afspraken van meet af aan niet corresponderen met de feitelijke uitvoering, hier bij de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst doorheen moet worden gekeken. 24 Uit deze arresten volgt dat ook bij de beantwoording van de vraag of een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen met een uitzendwerkgever, van doorslaggevende betekenis is op welke wijze partijen feitelijk uitvoering hebben gegeven aan de door hen gemaakte contractuele afspraken. In de situatie waarin het payrollbedrijf zowel bij de totstandkoming als bij 21 Dit is een DC-regeling en bijna alle pensioenen bij StiPP blijven onder de afkoopgrens. Omdat het afkopen van pensioen beleid is bij StiPP, hielden de uitkeringen van StiPP in de afgelopen jaren telkens voor meer dan 90% verband met de afkoop van pensioenen. Zie deze cijfers via nl/2016/12/06/wat-is-het-nut-van-stipp-pensioenfonds/. 22 Kamerstukken II 2017/18, 34837, 1-3. Nu het hier gaat om een initiatiefwetsvoorstel van drie oppositiepartijen is nog maar de vraag of dit wetsvoorstel zal worden aangenomen. Ondenkbaar is dit echter niet nu in het regeerakkoord van 10 oktober 2017 (bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 34700, 34) maatregelen met een vergelijkbaar resultaat zijn aangekondigd door de coalitiepartijen die sinds 26 oktober 2017 het Kabinet Rutte III vormen. 23 HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2757, JAR 2017/16, m.nt. Maats, NJ 2017/371, m.nt. Verhulp en TRA 2017/18, m.nt. Vegter. 24 Zie o.a. HR 14 november 1997, NJ 1998/149 (Groen/Schoevers), HR 10 oktober 2003, NJ 2007/446 (Van der Male B.V./Den Hoedt), HR 14 april 2006, NJ 2007/447 (Beurspromovendi/UvA), HR 10 december 2004, NJ 2005/239 (Diosynth B.V./Groot-van Veen), HR 15 december 2006, NJ 2007/448 (Van Houdts/BBO International), HR 13 juli 2007, NJ 2007/449, m.nt. Verhulp (STR/PGGM), HR 25 maart 2011, NJ 2011/594, m.nt. Verhulp, JAR 2011/109, m.nt. Loonstra en AR Updates , m.nt. Zwemmer ( De Gouden Kooi ) en meer specifiek met betrekking tot de kwalificatie van de werkgever: HR 9 oktober 2015, NJ 2016/276, m.nt. Houweling en JAR 2015/277, m.nt. De Jong (Logidex). Afl. 1 - januari

5 DOORLENING, TOEZICHT EN LEIDING EN DE UITZENDOVEREENKOMST Artikelen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst met de werknemers uitsluitend als contractueel verlengstuk van de opdrachtgever fungeerde, kan op basis van deze arresten nog steeds worden geoordeeld dat geen arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen met het payrollbedrijf. 25 De Hoge Raad is hier niet op teruggekomen in het Care4Care-arrest en in het Leerorkest-arrest. In het Care4Care-arrest was het werkgeverschap van Care4Care onomstreden. Dat laatste lag weliswaar anders in het Leerorkest-arrest, maar omdat hier werd geklaagd tegen het oordeel van het hof dat voor het aannemen van een uitzendovereenkomst geen sprake hoeft te zijn van een door het payrollbedrijf vervulde allocatiefunctie, gaf het cassatiemiddel de Hoge Raad geen aanleiding zich hierover uit te laten in dit arrest Zie hierover p. 131 t/m 134 van mijn hoofdstuk 5 Payrolling in: Flexibele arbeidsrelaties, Monografieën Sociaal Recht nr. 25 (red.: Verhulp & De Wolff), Deventer: Wolters Kluwer 2017 (tweede druk). 26 Zo ook Verhulp in zijn noot onder het Care4Care- en het Leerorkest-arrest in NJ 2017/370 en NJ 2017/ Afl. 1 - januari 2018

Het Care4Care-arrest en de olievlekwerking van artikel 7:690 BW

Het Care4Care-arrest en de olievlekwerking van artikel 7:690 BW Het Care4Care-arrest en de olievlekwerking van artikel 7:690 BW mr. dr. Johan Zwemmer* 30 1. Inleiding In het kader van de Wet flexibiliteit en zekerheid, die in werking trad op 1 januari 1999, werd aan

Nadere informatie

149. VAAN VvA Wab Payrolling

149. VAAN VvA Wab Payrolling 149. VAAN VvA Wab Payrolling MR. DR. J.P.H. (JOHAN) ZWEMMER 1. Inleiding tot de introductie van wetgeving ter regulering van payrolling in het BW en in de Waadi De regering stelt voor in een nieuw in te

Nadere informatie

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Johan Zwemmer Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Artikel 7:610 lid 1 BW De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) De uitzendkracht, de gedetacheerde en de payrollwerknemer Zwemmer, J.P.H.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) De uitzendkracht, de gedetacheerde en de payrollwerknemer Zwemmer, J.P.H. UvA-DARE (Digital Academic Repository) De uitzendkracht, de gedetacheerde en de payrollwerknemer Zwemmer, J.P.H. Published in: Arbeidsrechtelijke themata - Bijzondere arbeidsverhoudingen Link to publication

Nadere informatie

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst?

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? Van: NOAB Adviesgroeplid Kantoor Mr. van Zijl Datum: juni 2017 Onderwerp: Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? 1. Inleiding De Hoge Raad heeft duidelijkheid gegeven over de

Nadere informatie

In het kader van de uitwerking van de afspraken in het Sociaal Akkoord is inmiddels het ontslagregime ten aanzien van payrolling aangepast.

In het kader van de uitwerking van de afspraken in het Sociaal Akkoord is inmiddels het ontslagregime ten aanzien van payrolling aangepast. Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer mr. dr. L.F. Asscher Postbus 9080 2509 LV DEN HAAG ' 070-3 499 577 070-3 499 796 i nfo@stvda.n

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Flexibele arbeidsrelaties Zwemmer, J.P.H. Published in: Monografieen Sociaal Recht. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Flexibele arbeidsrelaties Zwemmer, J.P.H. Published in: Monografieen Sociaal Recht. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Flexibele arbeidsrelaties Zwemmer, J.P.H. Published in: Monografieen Sociaal Recht Link to publication Citation for published version (APA): Zwemmer, J. P. H. (2017).

Nadere informatie

118. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ

118. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ 118. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ Mr. dr. J.P.H. ZWeMMer Steeds vaker besteden bedrijven onder de noemer contracting

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019

Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019 Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019 1. Wat is de Wet arbeidsmarkt in balans? De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is een wet die ervoor moet zorgen dat de arbeidsmarkt meer in balans komt

Nadere informatie

Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019

Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019 Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019 1. Wat is de Wet arbeidsmarkt in balans? De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is een wet die ervoor moet zorgen dat de arbeidsmarkt meer in balans komt

Nadere informatie

Artikel 690 BW in Vijftig weeffouten in het BW - Nijmegen Ars Aequi Libri 2017 Zwemmer, J.P.H.

Artikel 690 BW in Vijftig weeffouten in het BW - Nijmegen Ars Aequi Libri 2017 Zwemmer, J.P.H. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Artikel 690 BW in Vijftig weeffouten in het BW - Nijmegen Ars Aequi Libri 2017 Zwemmer, J.P.H. Published in: Nijmegen Ars Aequi Libri 2017 Link to publication Citation

Nadere informatie

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2356. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00920

ECLI:NL:HR:2016:2356. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00920 ECLI:NL:HR:2016:2356 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 04-11-2016 Zaaknummer 15/00920 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:238,

Nadere informatie

Notitie. Adviesgroep. Aan DID en bestuurders. T (lokaal tarief) F

Notitie. Adviesgroep. Aan DID en bestuurders. T (lokaal tarief) F Aan DID en bestuurders Van Marieke Kristen, Adviseur Juridische Zaken, Adviesgroep Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 15 juli 2014 030 27

Nadere informatie

Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ

Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ Publicatie: Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk Aflevering: 2015/3 Vindplaats: 2015/118 Publicatiedatum: 20 april 2015 Auteurs: Zwemmer, J.P.H. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch

Nadere informatie

Kantonrechter Amsterdam 1 juli 2013, nr. CV 12-7528.2 (mr. Ulrici) Noot E.M. Bevers en J.A.C. Brouwer

Kantonrechter Amsterdam 1 juli 2013, nr. CV 12-7528.2 (mr. Ulrici) Noot E.M. Bevers en J.A.C. Brouwer Jurisprudentie in Nederland oktober 2013, afl. 8 «JIN» Arbeidsrecht 151 151 Kantonrechter Amsterdam 1 juli 2013, nr. CV 12-7528.2 (mr. Ulrici) Noot E.M. Bevers en J.A.C. Brouwer Uitzendwerkgever. Verplichte

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861

JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861 JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861 Payrolling, Geen overgang naar payrollbedrijf zonder uitdrukkelijke instemming werknemer Publicatie JAR 2012 afl.16

Nadere informatie

Leergang Arbeidsrecht

Leergang Arbeidsrecht Leergang Arbeidsrecht Datum 2 oktober 2015 Sprekers Mr. R Scheepstra Mr. Y. Hoekerd Inhoudsopgave Mr. R. Scheepstra & Mr. Y. Hoekerd M. F. Baltussen, Het hof van Justitie van de EG en de Detacheringsrichtlijn:

Nadere informatie

Notitie. VAAN VvA Werkgroep Internetconsultatie WAB. Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) Vereniging voor Arbeidsrecht (VvA)

Notitie. VAAN VvA Werkgroep Internetconsultatie WAB. Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) Vereniging voor Arbeidsrecht (VvA) Notitie VAAN VvA Werkgroep Internetconsultatie WAB Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) Vereniging voor Arbeidsrecht (VvA) 4 mei 2018 INHOUDSOPGAVE Algemene inleiding 3 Payrolling 6 Bijzondere

Nadere informatie

Gerechtshof 's-hertogenbosch 21-10-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4353, (Stichting Naleving CAO voor. Uitzendkrachten/Qatro)

Gerechtshof 's-hertogenbosch 21-10-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4353, (Stichting Naleving CAO voor. Uitzendkrachten/Qatro) commentaar op Gerechtshof 's-hertogenbosch 21-10-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4353, (Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten/Qatro) datum 16-12-2014 auteur J.P.H. Zwemmer Gerechtshof 's-hertogenbosch 21-10-2014,

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendbureaus die niet

Nadere informatie

ABU leden Een uitzendbureau dat lid is van de ABU ondervindt per 5 november 2017 geen veranderingen als

ABU leden Een uitzendbureau dat lid is van de ABU ondervindt per 5 november 2017 geen veranderingen als Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 5 november 2017 is er sprake van een onderbreking van de algemeen verbindendverklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!"

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?! Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!" Mr. G.W. (Geert) Rouwet sectie arbeidsrecht 1 2 Agenda 1. inleiding 2. feiten en ontwikkelingen 3. actualiteiten

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Payrolling, een vreemde eend in de arbeidsrechtelijke bijt

Onderzoeksrapport. Payrolling, een vreemde eend in de arbeidsrechtelijke bijt Onderzoeksrapport Payrolling, een vreemde eend in de arbeidsrechtelijke bijt Een onderzoek naar de rechtsverhoudingen en rechtsbescherming bij payrolling Samengesteld door J. L. A. R. van Haperen In opdracht

Nadere informatie

Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten

Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten Mr. J.P.H. Zwemmer 1 Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten 4 In het Albron-arrest oordeelt het Hof van

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de CAO voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

1. De arbeidsovereenkomst 1.1. Inleiding De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst teneinde de positie van de werknemer te beschermen.

1. De arbeidsovereenkomst 1.1. Inleiding De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst teneinde de positie van de werknemer te beschermen. Arbeidsrecht in de praktijk Hoofdstuk 1: de arbeidsovereenkomst In dit hoofdstuk wordt de arbeidsovereenkomst besproken, en de verschillen met soortgelijke overeenkomsten, zoals de aanneming van werk en

Nadere informatie

ONDUIDELIJKHEDEN GEZAGSCRITERIUM BIJ KWALIFICATIE ARBEIDSOVEREENKOMST

ONDUIDELIJKHEDEN GEZAGSCRITERIUM BIJ KWALIFICATIE ARBEIDSOVEREENKOMST ONDUIDELIJKHEDEN GEZAGSCRITERIUM BIJ KWALIFICATIE ARBEIDSOVEREENKOMST Position paper op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Johan Zwemmer 1, 24 augustus 2018 1. De beoordeling

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:4547

ECLI:NL:GHAMS:2014:4547 ECLI:NL:GHAMS:2014:4547 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 12-03-2015 Zaaknummer 200.134.988-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Wet arbeidsmarkt in balans

Wet arbeidsmarkt in balans Wet arbeidsmarkt in balans Jeroen Brouwer (ABU) PIANOo-congres, Den Haag, 6 juni 2019 Status en tijdspad van de Wab 5 februari 2019 Tweede kamer 28 mei 2019 Eerste Kamer 1 januari 2020 Ingangsdatum 2 Wat

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht?

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendkrachten

Nadere informatie

Vereniging voor Arbeidsrecht

Vereniging voor Arbeidsrecht Vereniging voor Arbeidsrecht 7 maart 2013 Prof. dr. R.M. Beltzer 1 2 Een uitstervend ras? Te behandelen! 1. Het probleem: de krimpende markt en concurrentie 2. Iedereen een arbeidsovereenkomst? De elementen

Nadere informatie

Voordelen en risico's van payrolling

Voordelen en risico's van payrolling mr. J.P.M. (Joop) van Zijl advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet:

Nadere informatie

14 maart 2019 adequaat pensioen payrollkrachten

14 maart 2019 adequaat pensioen payrollkrachten 14 maart 2019 Reactie Internetconsultatie AMvB adequaat pensioen payrollkrachten I n l e i d i n g Op 7 november 2018 is het wetsvoorstel Wet Arbeidsmarkt in balans (Wab) door minister Koolmees van Sociale

Nadere informatie

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Jaap van Slooten Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrechtelijke bescherming Algemeen vermogensrechtelijke bescherming

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht?

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de CAO voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Is jouw uitzendbureau lid van brancheorganisatie ABU of de NBBU?

Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Is jouw uitzendbureau lid van brancheorganisatie ABU of de NBBU? Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Einde van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendkrachten die werken

Nadere informatie

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat 1 Onderscheid tussen werknemer en andere vormen van beschikbaar stellen van arbeid: Fiscale

Nadere informatie

Flexibele arbeidsrelaties

Flexibele arbeidsrelaties Flexibele arbeidsrelaties Prof. mr. E. Verhulp (red.) Mr. R.M. Beltzer Prof. dr. K. Boonstra Mr. D. Christe Prof. mr. J. Riphagen KLUWER,Jjp Deventer - 2002 Woord vooraf v Afkortingen xv Lijst van verkort

Nadere informatie

Annotatie. Care4Care/StiPP: vloek of zegen? Hoge Raad 4 november 2016, ECLI: NL: HR: 2016: mr. K. Dorenbos, mr. R. Mourits en mr. C.

Annotatie. Care4Care/StiPP: vloek of zegen? Hoge Raad 4 november 2016, ECLI: NL: HR: 2016: mr. K. Dorenbos, mr. R. Mourits en mr. C. Care4Care/StiPP: vloek of zegen? Hoge Raad 4 november 2016, ECLI: NL: HR: 2016: 2356 mr. K. Dorenbos, mr. R. Mourits en mr. C. Waterman 1 1. Inleiding De Hoge Raad heeft zich uitgesproken over wat nu precies

Nadere informatie

De uitzendkracht anno 2010

De uitzendkracht anno 2010 De uitzendkracht anno 2010 Mw. mr. E. Knipschild Met de invoering van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid werd mede beoogd de positie van de uitzendkracht te verduidelijken. De afgelopen tien jaar is de

Nadere informatie

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt?

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie 16 januari 2014 Iris Hoen Inleiding 1. Payrolling 2. Relatie tussen payrollonderneming en werknemer

Nadere informatie

PAYROLLING. Is de payrollovereenkomst verenigbaar met het arbeidsrecht? Masterscriptie Arbeidsrecht. Wendela Melenhorst. Studentnummer:

PAYROLLING. Is de payrollovereenkomst verenigbaar met het arbeidsrecht? Masterscriptie Arbeidsrecht. Wendela Melenhorst. Studentnummer: Masterscriptie Arbeidsrecht PAYROLLING Is de payrollovereenkomst verenigbaar met het arbeidsrecht? Wendela Melenhorst Studentnummer: 10526986 Begeleider: Niels Jansen 22 augustus 2014 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Vijf jaar Ambtenaar & Recht in vogelvlucht

Vijf jaar Ambtenaar & Recht in vogelvlucht Vijf jaar Ambtenaar & Recht in vogelvlucht Redactie: mr. J. Blanken, mr. B. Damen, mr. N. Hummel, mr.dr. B.B.B. Lanting Vereniging Ambtenaar & Recht Payrollwerknemers bij de overheid Rechtbank Den Haag

Nadere informatie

Rechtbank Overijssel, kantonrechter, zittingsplaats Almelo

Rechtbank Overijssel, kantonrechter, zittingsplaats Almelo Page 1 of 8 JAR 2014/95 Rechtbank Overijssel, kantonrechter, zittingsplaats Almelo, 11-03-2014, 2127916\CV EXPL 13-3492, ECLI:NL:RBOVE:2014:1214 Payrollovereenkomst is arbeidsovereenkomst met inlener,

Nadere informatie

J.C.A. Ettema Weijers Ettema Advocaten

J.C.A. Ettema Weijers Ettema Advocaten 207 Arbeidsrecht «JIN» Jurisprudentie in Nederland december 2014, afl. 10 1126 voetletsel en anderzijds het knieletsel in een (ver) verwijderd verband tot elkaar staan. Voorts is het oordeel van het hof

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

LEERGANG ARBEIDSRECHT II

LEERGANG ARBEIDSRECHT II LEERGANG ARBEIDSRECHT II SPREKERS Mr. R.E.G. Scheepstra, advocaat Baker & McKenzie Mr. I.D. Hoekerd, advocaat Baker & McKenzie 21 januari 2016 Kasteel Waardenburg GEH Tutein Noltheniuslaan 7 4181 AS Waardenburg

Nadere informatie

De payrollonderneming, de inlener en het werkgeverschap in de (lagere) jurisprudentie Zwemmer, J.P.H.

De payrollonderneming, de inlener en het werkgeverschap in de (lagere) jurisprudentie Zwemmer, J.P.H. UvA-DARE (Digital Academic Repository) De payrollonderneming, de inlener en het werkgeverschap in de (lagere) jurisprudentie Zwemmer, J.P.H. Published in: Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk Link to publication

Nadere informatie

Payrolling Definitieve versie

Payrolling Definitieve versie Masterscriptie Arbeid en onderneming Payrolling In hoeverre wordt de huidige problematiek rond payrolling opgelost door invoering van de Wet Werk en Zekerheid? Definitieve versie Student: Odile van der

Nadere informatie

Flex Flexibele oplossingen voor het Onderwijs

Flex Flexibele oplossingen voor het Onderwijs ibele oplossingen voor het Onderwijs Excellent Onderwijs B.V. Oude Middenweg 17 2491 AC Den Haag Payrolling in juridisch perspectief Inleiding In de media verschijnen nogal eens berichten over payrolling.

Nadere informatie

2 Drie pijlers nader verklaard

2 Drie pijlers nader verklaard I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie sociaal recht Sociaal recht Het sociaal recht kent drie pijlers: het individueel arbeidsrecht; het collectief arbeidsrecht; en het socialezekerheidsrecht. 2 Drie

Nadere informatie

Voor wie geldt de inlenersbeloning. Wettelijke basis voor inlenersbeloning - WAADI - WAS. Welke elementen vallen onder de inlenersbeloning

Voor wie geldt de inlenersbeloning. Wettelijke basis voor inlenersbeloning - WAADI - WAS. Welke elementen vallen onder de inlenersbeloning Inlenersbeloning Inhoudsopgave Voor wie geldt de inlenersbeloning Voor wie niet van toepassing Wettelijke basis voor inlenersbeloning - WAADI - WAS Definitie van inlenersbeloning Welke elementen vallen

Nadere informatie

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA)

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.106362 File ID Filename Version uvapub:106362 337452.pdf final SOURCE (OR PART

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Case note: Hof Arnhem-Leeuwarden (zaaknummer 200.161.188/01: werknemeruitzendkracht/staat der Nederlanden (Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap), in het

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Gemeenteblad Jaar 2018 Nummer Publicatiedatum Niet invullen Agendapunt initiatiefvoorstel 8 februari 2018 Onderwerp Instemmen met het initiatiefvoorstel Gelijke behandeling en arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564 Informatie 2012 afl. 2 Gerechtshof Amsterdam 27 december 2011 200.065.076/01 LJN BU9564 mr. Kingma mr. Smit mr. Van der Kwaak Appellant te (...), appellant, advocaat: mr. W.A. van Veen te Utrecht, tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:2645

ECLI:NL:CRVB:2016:2645 ECLI:NL:CRVB:2016:2645 Instantie Datum uitspraak 13-07-2016 Datum publicatie 14-07-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4866 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht?

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? Auteur: Michelle Maaijen a r b e i d s r e c h t Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? De onderneming die uitzendkrachten inleent (inlener), kan op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk

Nadere informatie

Flexibele arbeid in 2015 3 september 2014

Flexibele arbeid in 2015 3 september 2014 Flexibele arbeid in 2015 3 september 2014 Inhoudsopgave Flexibele arbeid in 2015... 3 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd... 3 Algemeen... 3 WWZ: proeftijd... 3 WWZ: concurrentiebeding... 3 WWZ: ketenregeling...

Nadere informatie

«JAR» 1. Het procesverloop (...; red.)

«JAR» 1. Het procesverloop (...; red.) Kantonrechter Rechtbank Noord-Holland zp Haarlem 28 maart 2018, nrs. 5933933\CV EXPL 17-4031 e.v., ECLI:NL:RBNHO:2018:1 (mr. Jansen) Noot mr. dr. J.P.H. Zwemmer Inlener is onderneming waar terbeschikkingstelling

Nadere informatie

wie is de werkgever en welke verplichtingen hebben het payroubedrijf en de opdrachtgever jegens de werknemer? Inleiding

wie is de werkgever en welke verplichtingen hebben het payroubedrijf en de opdrachtgever jegens de werknemer? Inleiding ARTIKEL 68 Payrolling: wie is de werkgever en welke verplichtingen hebben het payroubedrijf en de opdrachtgever jegens de werknemer? Mr. dr. J.P.H. Zwemmer * Payrolling is een betrekkelijk nieuwe vorm

Nadere informatie

Een algemeenverbindendverklaring heeft in beginsel geen nawerking.

Een algemeenverbindendverklaring heeft in beginsel geen nawerking. Factsheet 10 augustus 2017 L. Spangenberg Gevolgen van een avv-loze periode voor de ongebonden werkgever De ABU-CAO voor Uitzendkrachten is afgesloten en algemeen verbindend verklaard tot en met 4 november

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van datum openlaten, nr. nr. invullen;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van datum openlaten, nr. nr. invullen; Ontwerpbesluit van tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met afwijking van artikel 8a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs voor werknemers

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33286 25 november 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2014, 2014-0000102276,

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pluraliteit van werkgeverschap Zwemmer, J.P.H. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pluraliteit van werkgeverschap Zwemmer, J.P.H. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pluraliteit van werkgeverschap Zwemmer, J.P.H. Link to publication Citation for published version (APA): Zwemmer, J. P. H. (2012). Pluraliteit van werkgeverschap

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 64367 16 november 2018 Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten

Nadere informatie

Flexibele arbeidsrelaties en de keten. Eendaagse Arbeidszaken VNG Esther Nijhof

Flexibele arbeidsrelaties en de keten. Eendaagse Arbeidszaken VNG Esther Nijhof Flexibele arbeidsrelaties en de keten Eendaagse Arbeidszaken VNG Esther Nijhof Wet Flexibiliteit en Zekerheid Civiel 1999 Ketenregeling in artikel 7:668a BW: 3 x 3 x 3 Opvolgend werkgeverschap Dezelfde

Nadere informatie

Payrolling: driehoek of toch een lijn? Een onderzoek naar de nadelige consequenties voor de werknemer bij payrolling.

Payrolling: driehoek of toch een lijn? Een onderzoek naar de nadelige consequenties voor de werknemer bij payrolling. Payrolling: driehoek of toch een lijn? Een onderzoek naar de nadelige consequenties voor de werknemer bij payrolling. Gerdien van de Groep-Bakker Studentnummer 10409246 Begeleider: mr.dr. J.P.H. Zwemmer

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2018 Betreft Kamervragen van de leden Gijs van Dijk (PvdA), Smeulders (GroenLinks) en van Kent (SP)

Datum 9 oktober 2018 Betreft Kamervragen van de leden Gijs van Dijk (PvdA), Smeulders (GroenLinks) en van Kent (SP) > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Hierna geef ik een toelichting op mijn beoordeling. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde:

Hierna geef ik een toelichting op mijn beoordeling. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: Belastingdienst Belastingdienst, Postbus 10014, 8000 GA Zwolle Advinsure BV T.a.v. mr. P.H.T.M. de Keijzer Europa-allee lob 8265 VB KAMPEN Betreft: Beoordeling overeenkomst Advinsure B.V. Geachte heer

Nadere informatie

PE LLICAAN ADVOCATEN & ADVISEURS

PE LLICAAN ADVOCATEN & ADVISEURS PE LLICAAN ADVOCATEN & ADVISEURS Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Zijne Excellentie drs. W. Koolmees Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG Rotterdam, Betreft; Reactie conceptwetsvoorstel arbeidsmarkt

Nadere informatie

Handleiding Modelopgaaf werkingssfeer CAO voor Uitzendkrachten

Handleiding Modelopgaaf werkingssfeer CAO voor Uitzendkrachten Gebruik handleiding De is opgesteld teneinde een oordeel te kunnen v ormen over de verplichte toepassing van de CAO voor Uitzendkrachten door de onderneming. Deze handleiding is bedoeld ten behoeve van

Nadere informatie

Schaken met de WWZ. Wet Aanpak Schijnconstructies en andere wetenswaardigheden in de WWZ. 2 juni 2015 mr. Mareine Callemijn

Schaken met de WWZ. Wet Aanpak Schijnconstructies en andere wetenswaardigheden in de WWZ. 2 juni 2015 mr. Mareine Callemijn Schaken met de WWZ Wet Aanpak Schijnconstructies en andere wetenswaardigheden in de WWZ 2 juni 2015 mr. Mareine Callemijn 1 Volkskrant 23 maart 2015 2 Schijnconstructies Constructies, al dan niet grensoverschrijdend,

Nadere informatie

Wet arbeidsmarkt in balans. Over de kleren van Keizer Koolmees. Ruben Houweling

Wet arbeidsmarkt in balans. Over de kleren van Keizer Koolmees. Ruben Houweling Wet arbeidsmarkt in balans. Over de kleren van Keizer Koolmees Ruben Houweling Wwz vs Wab Wwz Wab Vast Flex Vast Flex Doel Wwz: Het arbeidsrecht aanpassen aan veranderende arbeidsverhoudingen in de samenleving.

Nadere informatie

2. WAS - Civiele ketenaansprakelijkheid (loonbetaling)

2. WAS - Civiele ketenaansprakelijkheid (loonbetaling) 2. WAS - Civiele ketenaansprakelijkheid (loonbetaling) Niet-verwijtbaarheid Niet limitatief: inspanningsverplichting Maatregelen vooraf: certificaat of keurmerk contractuele voorwaarden uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

Flexibele arbeid verder(weg?) met WWZ. Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling

Flexibele arbeid verder(weg?) met WWZ. Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling Flexibele arbeid verder(weg?) met WWZ Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling Ontwikkeling van het preventieve ontslagstelsel Generaal H.G. Winkelman Ontwikkeling van het preventieve ontslagstelsel Besluit van

Nadere informatie

«JAR» tegen Percival BV te Eindhoven, geïntimeerde, 1. Het geding in hoger beroep (...; red.)

«JAR» tegen Percival BV te Eindhoven, geïntimeerde, 1. Het geding in hoger beroep (...; red.) Gerechtshof Amsterdam 12 september 2017, nr. 200.190.037/01, ECLI:NL:GHAMS:2017:3723 (mr. Steenberghe, mr. Van der Meer, mr. Cortenraad) Noot mr. dr. J.P.H. Zwemmer Doorlening. Terbeschikkingstelling in

Nadere informatie

Payrolling. Duiding van de driehoeksverhouding.

Payrolling. Duiding van de driehoeksverhouding. Payrolling Duiding van de driehoeksverhouding. De onmogelijke driehoek van Escher. Naam: Fleur van Assendelft de Coningh Studentnummer: 0561517 Inleverdatum: 9 februari 2011 Begeleider: De heer mr. J.P.H.

Nadere informatie

C/09/ / HA ZA / , ECLI:NL:RBDHA:2013:7749: BDG

C/09/ / HA ZA / , ECLI:NL:RBDHA:2013:7749: BDG UvA-DARE (Digital Academic Repository) Case note: Rb. Den Haag (zaaknummer C/09/433443 / HA ZA / 12-1463, ECLI:NL:RBDHA:2013:7749: BDG Technisch Administratieve Diensten B.V./De Staat: Rechtbank Den Haag

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Tekstaanpassingen CAO Bakkersbedrijf ( t/m ) in verband met de procedure voor algemeen verbindend verklaring

Tekstaanpassingen CAO Bakkersbedrijf ( t/m ) in verband met de procedure voor algemeen verbindend verklaring GO Bakkersbedrijf Secretaris: mr. P.F. Passchier T: 0182 69 30 35 (doorkiesnummer) M: 06-519 54 530 E: passchier@nbov.nl Postbus 332 2800 AH Gouda Tekstaanpassingen CAO Bakkersbedrijf (01-04-2014 t/m 31-03-2015)

Nadere informatie

Casus 4 Een dagje ouder

Casus 4 Een dagje ouder Casus 4 Een dagje ouder CAO s zijn overeenkomsten en hebben daardoor een bepaalde looptijd. Houdt hun werking op als de tijd verstreken is en CAOpartijen (nog) geen nieuwe CAO hebben kunnen afsluiten?

Nadere informatie

Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip

Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip Richtlijnconforme interpretatie van het Nederlands werknemersbegrip mr. C.L. Waterman 1 1. Inleiding Het Nederlands arbeidsrecht bestaat voor een substantieel gedeelte uit een implementatie van Europese

Nadere informatie

RECLAME CODE COMMISSIE

RECLAME CODE COMMISSIE / RECLAME CODE COMMISSIE Dossier 2014/00365 Beslissing van de Reclame Code Commissie in de zaak van : Alternatief Voor Vakbond (AW), gevestigd te Utrecht, klager tegen : De Vereniging Payroll Ondernemingen

Nadere informatie

Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi

Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi EUROPEES EN INTERNATIONAAL Het concurrentiebeding en het belemmeringsverbod van art. 9a Waadi MR. DRS. M.C. VAN KOPPEN 1 Met ingang van 27 april 2012 is ter implementatie van Richtlijn 2008/104/EG betreffende

Nadere informatie

Veranderingen toepassing ketenbepaling Rijksambtenaren krijgen een nieuwe rechtspositie. Factsheet voor HR-adviseurs

Veranderingen toepassing ketenbepaling Rijksambtenaren krijgen een nieuwe rechtspositie. Factsheet voor HR-adviseurs Veranderingen toepassing ketenbepaling Rijksambtenaren krijgen een nieuwe rechtspositie Factsheet voor HR-adviseurs De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) zorgt ervoor dat de rechtspositie

Nadere informatie

Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017

Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017 Masterclass Arbeidsrecht: ZZP ers 21 november 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrecht Vermogensrecht Europeesrecht Conclusie 2 Inleiding Uitgangspunten: - Geen werknemer

Nadere informatie

Over het werkgeverschap van de personeelsvennootschap en groepsaansprakelijkheid bij het intra-concern detacheren van werknemers

Over het werkgeverschap van de personeelsvennootschap en groepsaansprakelijkheid bij het intra-concern detacheren van werknemers J.P.H. Zwemmer 1 Over het werkgeverschap van de personeelsvennootschap en groepsaansprakelijkheid bij het intra-concern detacheren van werknemers 1. Inleiding Omdat een concern geen zelfstandig rechtssubject

Nadere informatie

VERANDERINGEN IN DE UITZEND CAO'S IN DE WET WERK EN ZEKERHEID IN 2015

VERANDERINGEN IN DE UITZEND CAO'S IN DE WET WERK EN ZEKERHEID IN 2015 VERANDERINGEN IN DE UITZEND CAO'S IN DE WET WERK EN ZEKERHEID IN 2015 Het komende jaar staat in het teken van veranderingen op het gebied van flexibele arbeidsrelaties. Deze worden enerzijds ingegeven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 837 Voorstel van wet van de leden Gijs van Dijk, Özdil en Van Kent tot wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs teneinde

Nadere informatie

Flexibel personeel evenement & veiligheid. Van 2.0 naar 3.0 Risico s beperken

Flexibel personeel evenement & veiligheid. Van 2.0 naar 3.0 Risico s beperken Flexibel personeel evenement & veiligheid Van 2.0 naar 3.0 Risico s beperken Soorten Flexibel personeel Eigen medewerkers met een tijdelijk contract Vaste uren Variabele uren Oproepcontract MET en ZONDER

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/175688

Nadere informatie

2 «JAR» 1. De procedure (...; red.) 2. De beoordeling

2 «JAR» 1. De procedure (...; red.) 2. De beoordeling 2 «JAR» 2 Detachering. Albron niet van toepassing Kantonrechter Rechtbank Midden-Nederland zp Amersfoort 24 oktober 2018, nr. 6471865 AC EXPL 17-4295 JH/1050, ECLI:NL:RBMNE:2018:5408 (mr. Slootweg) Noot

Nadere informatie