Kantonrechter Amsterdam 1 juli 2013, nr. CV (mr. Ulrici) Noot E.M. Bevers en J.A.C. Brouwer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kantonrechter Amsterdam 1 juli 2013, nr. CV 12-7528.2 (mr. Ulrici) Noot E.M. Bevers en J.A.C. Brouwer"

Transcriptie

1 Jurisprudentie in Nederland oktober 2013, afl. 8 «JIN» Arbeidsrecht Kantonrechter Amsterdam 1 juli 2013, nr. CV (mr. Ulrici) Noot E.M. Bevers en J.A.C. Brouwer Uitzendwerkgever. Verplichte deelneming bedrijfstakpensioenfonds. Allocatiefunctie. Leiding en toezicht. Niet alle ondernemingen die door middel van detachering, payroll en andere vormen arbeid ter beschikking stellen aan derden worden als werkgever ex art. 7:690 BW aangemerkt en zijn verplicht tot deelneming in bedrijfstakpensioenfonds. Vereist is dat een allocatiefunctie op de arbeidsmarkt wordt vervuld, hetgeen bij C4C niet het geval is. [BW art. 7:690] 885 Bij Care 4 Care Human Resources BV (hierna: C4C) werken ruim 55 mensen. C4C wordt door zorginstellingen ingeschakeld indien er volgens de Inspectie voor de Volksgezondheid problemen zijn in de instelling. C4C levert via haar medewerkers kennis en informatie aan de zorginstelling; de medewerkers bewerkstelligen veranderprocessen in de instellingen, maken lokale protocollen en lossen knelpunten in de bedrijfsvoering op. De medewerkers van C4C worden voor een langere periode van drie maanden tot ongeveer een jaar, of zo lang als nodig is bij de zorginstelling ingezet. De medewerkers van C4C zijn hoogopgeleide mensen. Tijdens het verrichten van de werkzaamheden houdt C4C op afstand de leiding en het toezicht over de medewerkers, via haar accountmanagers. De medewerkers van C4C hebben een vast salaris en een vast dienstverband. Tussen C4C en Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (hierna: StiPP) is in geschil of C4C valt onder het verplichtstellingsbesluit tot deelneming in StiPP. Het deelnemen in StiPP is verplicht gesteld voor uitzendkrachten die op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam zijn voor een uitzendonderneming en onder een uitzendonderneming wordt door het verplichtstellingsbesluit verstaan de natuurlijke of rechtspersoon, die kort gezegd uitzendkrachten ter beschikking stelt van (uitzendt naar) opdrachtgevers, waarbij een koppeling wordt gemaakt met art.

2 151 Arbeidsrecht «JIN» Jurisprudentie in Nederland oktober 2013, afl :690 BW. Centrale vraag is derhalve of C4C is aan te merken als een werkgever bedoeld in art. 7:690 BW. De kantonrechter oordeelt als volgt. Onbetwist is dat C4C bedrijfsmatig medewerkers aan derden ter beschikking stelt om in de onderneming van de opdrachtgever werkzaamheden te verrichten. Ook is niet in geschil dat daarmee ten minste 50% van het totale premieplichtige loon gemoeid is. Echter, anders dan StiPP betoogt, is daarmee de aansluiting van C4C bij haar bedrijfstakpensioenfonds nog niet gegeven. De stelling van StiPP dat onder het begrip werkgever in de zin van art. 7:690 BW vallen alle ondernemingen die door middel van detachering, payroll en andere vormen arbeid ter beschikking stellen aan derden (m.a.w. alle zogenoemde driehoeksrelaties), wordt in zijn algemeenheid niet gevolgd. Uit de wetsgeschiedenis van art. 7:690 BW volgt namelijk dat de minister er expliciet van uitgaat dat de regeling van de uitzendovereenkomst alleen geldt voor die werkgevers, die daadwerkelijk een allocatiefunctie op de arbeidsmarkt vervullen (zie Kamerstukken II 1996/97, , nr. 6, p. 15 en 16). Uit de toelichting van C4C ter zitting op haar activiteiten kan worden afgeleid dat in haar onderneming het niet betreft vervanging van arbeid tijdens ziekte of afwezigheid, het opvangen van piekuren of soortgelijke plotseling opkomende werkzaamheden. De medewerkers van C4C hebben allemaal vanaf het begin een vast dienstverband met C4C en zijn als zodanig op één lijn te stellen met consultants, ICT-consulenten of zij die tijdelijk elders gedetacheerd worden om een bepaalde werkwijze of bepaalde protocollen te implementeren of juist wijzigingen door te voeren en ingesleten gedragingen veranderd te krijgen. C4C vervult derhalve geen allocatiefunctie, maar levert gespecialiseerde kennis en informatie aan de zorginstelling via haar medewerkers; kennis die de zorginstelling zelf niet in huis heeft. Hoewel de medewerkers van C4C zich aanpassen aan de werktijden en de organisatie van de zorginstelling, is daarmee nog niet gegeven dat zij onder leiding en toezicht van de zorginstelling werkzaam zijn. De zorginstelling heeft weliswaar een instructiebevoegdheid met betrekking tot de feitelijke gang van zaken, maar de kern van de leiding en het toezicht of de medewerker zijn werkzaamheden goed vervult, waar hij/zij werkzaam is en voor hoelang, wat zijn salaris is, met andere woorden het gezag blijft bij C4C en wordt door haar ingevuld. Dit alles wegende wordt geoordeeld dat C4C geen werkgever is als bedoeld in art. 7:690 BW en daarmee niet valt onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit voor StiPP. de besloten vennootschap Care 4 Care Human Resources BV, gevestigd te Rotterdam eiseres, nader te noemen C4C gemachtigde: mr. J.W. Janssens tegen de stichting Stichting Pensioenfonds voor personeelsdiensten, gevestigd te Amsterdam gedaagde, nader te noemen StiPP gemachtigde: mr. Th.D.D. de Vries Kantonrechter: Verdere verloop van de procedure In deze zaak is op 17 december 2012 een tussenvonnis gewezen, waarbij een comparitie van partijen is bepaald. De comparitie is gehouden op 26 maart Aanwezig waren namens C4C de heer H.J. van Amerongen en de gemachtigde. StiPP is verschenen bij haar gemachtigde. Beide partijen hebben hun standpunten mondeling toegelicht. De kantonrechter heeft vragen gesteld, waarvan aantekeningen zijn gemaakt, die in het dossier zijn opgenomen. Daarna is de zaak verwezen naar de rol voor een akte aan de zijde van C4C. Vervolgens heeft C4C kenbaar gemaakt af te zien van het nemen van een akte en vonnis gevraagd. De zaak staat derhalve thans weer voor vonnis. Gronden van de beslissing 1. Kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of C4C valt onder het verplichtstellingsbesluit tot deelneming in StiPP, zoals dit laatstelijk op 30 januari 2009 is vastgesteld (verder het verplichtstellingsbesluit). Zoals eerder bij tussenvonnis van 17 december 2012 is overwogen betreft dat de vraag of C4C een uitzendonderneming is als omschreven in artikel 1 van het verplichtstellingsbesluit en of de medewerkers van C4C uitzendkrachten zijn die op basis van een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 7:690 BW bij derden werkzaam zijn. 2. De comparitie van partijen is bepaald teneinde zo specifiek mogelijk inzicht te krijgen in de activiteiten van C4C en de wijze waarop zij de medewerkers aan derden ter beschikking stelt. Bij de comparitie heeft C4C het volgende aangevoerd, hetgeen door StiPP niet is weersproken: 2.1. Er werken bij C4C ruim 55 mensen. C4C wordt door zorginstellingen ingeschakeld indien er volgens de Inspectie voor de Volksgezondheid (verder de Inspectie) problemen zijn in de instelling. Dat kunnen problemen van financiële of organisatorische aard zijn, als gevolg waarvan de kwaliteit van de zorg in het geding komt. De medewerkers van C4C moet dan een impuls leveren op vakinhoudelijk gebied C4C levert als middels haar medewerkers kennis en informatie aan de zorginstelling; de medewerkers bewerkstelligen veranderprocessen in de instellingen, maken locale protocollen en lossne knelpunten in de bedrijfsvoering op De medewerkers van C4C worden voor een langere periode van 3 maanden tot ongeveer een jaar, of zo lang als nodig is bij de zorginstelling ingezet. De medewerkers van C4C zijn hoogopgeleide mensen: voornamelijk verpleegkundigen met een BIG-registratie, maar ook financieel administrateurs of managers met ervaring in de zorg. De C4C-medewerkers krijgen coördinerende taken. C4C beslist in overleg met de medewerker en de zorginstelling wanneer de werkzaamheden van de C4C-medewerker afgerond zijn en de overeenkomst beëindigd wordt Tijdens het verrichten van de werkzaamheden houdt C4C op afstand de leiding en het toezicht over de medewerkers, middels haar accountmanagers. Het komt voor dat C4C een medewerker bij een zorginstelling weghaalt om elders in te zetten. C4C voert dan wel eerst een gesprek met de zorginstelling De medewerkers van C4C hebben een vast salaris en een vast dienstverband. Hun aan- en afwezigheid, daaronder hun werktijden en vakanties, worden in overleg met de zorginstelling bepaald. C4C past de CAO Verpleging Verzorging Thuiszorg toe op haar medewerkers en heeft een bedrijfspensioenregeling afgesloten bij Interpolis C4C heeft naast deze medewerkers ook middels de besloten vennootschap Flex BV uitzendkrachten werken, het door C4C genoemde flex-personeel. In 2011 heeft C4C deze groep medewerkers cq de onderneming waarin zijn werkzaam zijn, overgenomen uit een faillissement. Dit zijn medewerkers als bedoeld in artikel 7:690 BW. Zij zijn werkzaam op uitvoerend niveau. Deze medewerkers hebben geen vast salaris en vallen onder het verplichtstellingsbesluit. C4C houdt deze medewerkers zorgvuldig gescheiden van haar eigen medewerkers StiPP heeft C4C aangesloten op basis van de omschrijving van de activiteiten van C4C in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en de website van C4C, zonder nader eigen feitelijk onderzoek. Ook de Menzis-certificering heeft meege-

3 Jurisprudentie in Nederland oktober 2013, afl. 8 «JIN» Arbeidsrecht 151 speeld. De site van C4C vermeldt uitzendkrachten/uitzendbureau/detacheringsbureau Ten minste 50% van het totale premieplichtig loon op jaarbasis wordt door C4C aan de medewerkers, die op deze wijze in zorginstellingen werkzaam zijn, uitgekeerd. Beoordeling 3. Het deelnemen in StiPP is verplicht gesteld voor uitzendkrachten die op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam zijn voor een uitzendonderneming en onder een uitzendonderneming wordt door het verplichtstellingsbesluit verstaan de natuurlijke of rechtspersoon, die kort gezegd uitzendkrachten ter beschikking stelt van (uitzendt naar) opdrachtgevers, waarbij een koppeling wordt gemaakt met artikel 7: 690 BW. Beoordeeld moet dus aan de hand van hetgeen C4C precies doet, of C4C is aan te merken als een werkgever bedoeld in artikel 7: 690 BW. Het gaat daarbij om de feitelijke gang van zaken, niet om hoe C4C zich noemt of hoe zij zich afficheert op haar website. Dat immers is niet altijd een getrouwe weergave van de werkelijke gang van zaken. 4. Onbetwist is dat C4C bedrijfsmatig medewerkers aan derden ter beschikking stelt om in de onderneming van de opdrachtgever werkzaamheden te verrichten. Ook is niet in geschil dat daarmee tenminste 50% van het totale premieplichtige loon gemoeid is. Echter, anders dan StiPP betoogt, is daarmee de aansluiting van C4C bij haar bedrijfstakpensioenfonds nog niet gegeven. De stelling van StiPP (zoals verwoord bij brief van 21 februari 2011, prod 1 bij dagvaarding) dat onder het begrip werkgever in de zin van artikel 7:690 BW vallen alle ondernemingen die middels detachering, payroll en andere vormen arbeid ter beschikking stellen aan derden (m.a.w. alle zogenoemde driekhoeksrelaties), wordt in zijn algemeenheid niet gevolgd. Allocatie-functie 5. In iedere afzonderlijke situatie moet immers worden bekeken of terbeschikkingstelling in dat concrete geval al of niet onder de definitie van artikel 7: 690 BW valt. Vervult dat de werkgever bij de detachering geen allocatiefunctie, dan valt zij niet onder de werking van artikel 7:690 BW (en in casu dus ook niet onder het verplichtstellingsbesluit). Uit de wetsgeschiedenis van artikel 7: 690 BW volgt namelijk dat de Minister er expliciet van uitgaat dat de regeling van de uitzendovereenkomst alleen geldt voor die werkgevers, die daad-werkelijk een allocatiefunctie op de arbeidsmarkt vervullen (zie TK, , nr 6, blz. 15 en 16). Volgens de Minister gaat het om werkgevers (intermediairs) die er hun bedrijf van maken om vraag en aanbod van tijdelijke arbeid bij elkaar te brengen. Inmiddels heeft deze visie ook in Bijlage B van het Ontslagbesluit zijn weerklank gevonden, alwaar het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de definitie van uitzendwerkgever is opgenomen. 6. Uit de toelichting van C4C ter zitting op haar activiteiten kan worden afgeleid dat in haar onderneming niet het betreft vervanging van arbeid tijdens ziekte of afwezigheid, het opvangen van piek-uren of soortgelijke plotseling opkomende werkzaamheden. De medewerkers van C4C hebben allemaal vanaf het begin een vast dienstverband met C4C en zijn als zodanig op één lijn te stellen met consultants, ict-consulenten of zij, die tijdelijk elders gedetacheerd worden om een bepaalde werkwijze of bepaalde protocollen te implementeren of juist wijzigingen door te voeren en ingesleten gedragingen veranderd te krijgen. 7. C4C vervult derhalve geen allocatiefunctie, maar levert gespecialiseerde kennis en informatie aan de zorginstelling middels haar medewerkers; kennis die de zorginstelling zelf niet in huis heeft. Leiding en toezicht 8. Hoewel de medewerkers van C4C zich aanpassen aan de werktijden en de organisatie van de zorginstelling, is daarmee nog niet gegeven dat zij onder leiding en toezicht van de zorginstelling werkzaam zijn. De zorginstelling heeft weliswaar een instructiebevoegdheid met be-trekking tot de feitelijke gang van zaken, maar de kern van de leiding en het toezicht of de medewerker zijn werkzaamheden goed vervuld, waar hij/ zij werkzaam is en voor hoelang, wat zijn salaris is, met andere woorden het gezag blijft bij C4C en wordt door haar ingevuld. 9. Dit alles wegende wordt geoordeeld dat C4C geen werkgever is als bedoeld in artikel 7: 690 BW en daarmee niet valt onder de werkingsfeer van het verplichtstellingsbesluit voor StiPP. 10. De gevraagde verklaring voor recht kan derhalve worden gegeven en dit betekent dat de vordering van C4C wordt toegewezen zoals hieronder wordt bepaald. 11. Bij deze uitkomst van de procedure wordt StiPP veroordeeld in de proceskosten, daaronder die gevallen aan de zijde van C4C. Beslissing De kantonrechter: I. verklaart voor recht dat C4C niet valt onder de verplichtstelling om deel te nemen in StiPP; II. veroordeelt StiPP in de kosten van de procedure, aan de zijde van C4C tot heden bepaald op; aan griffiegeld i 109,= aan dagvaardingskosten i 76,17 aan salaris gemachtigde i 600,= totaal i 785,17; III. wijst af het meer of anders gevorderde. NOOT Interessant aan deze zaak is dat de kantonrechter niet alleen de allocatie(ve) functie expliciet benoemt als een constitutief vereiste voor een uitzendovereenkomst, maar ook concretiseert waarom daarvan in het onderhavige geval geen sprake zou zijn. Daarbij hanteert de kantonrechter criteria die wij niet eerder in de rechtspraak zijn tegengekomen. 1 Feiten C4C is een onderneming die hoogopgeleide medewerkers ter beschikking stelt aan zorginstellingen die met problemen kampen van financiële of organisatorische aard. De duur van de terbeschikkingstelling varieert van drie maanden tot ongeveer een jaar, of zo lang als nodig is. De taken van de C4C-medewerkers zijn coördinerend van aard. C4C beslist in overleg met de medewerker en de zorginstelling wanneer de werkzaamheden zijn afgerond en de terbeschikkingstelling wordt beëindigd. Tijdens het verrichten van de werkzaamheden houdt C4C op afstand via haar accountmanagers leiding en toezicht over de medewerkers. Soms haalt C4C na overleg met de zorginstelling een medewerker weg om elders in te zetten. De medewerkers van C4C hebben een vast salaris en een vast dienstverband. Hun aan- en afwezigheid, waaronder hun werktijden en vakanties, worden in overleg met de zorginstelling bepaald. C4C past de CAO 1 Zie voor uitspraken waarin de allocatieve functie eveneens nadrukkelijk aan de orde kwam: Hof s-gravenhage 29 november 2002, «JAR» 2002/293, Ktr. Deventer, 10 december 2002, «JAR» 2003/ 47, Ktr. Alphen aan den Rijn, 23 maart 2004, «JAR» 2004/118 en Ktr. Enschede 21 maart 2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ

4 151 Arbeidsrecht «JIN» Jurisprudentie in Nederland oktober 2013, afl Verpleging Verzorging Thuiszorg toe op haar medewerkers en heeft een bedrijfspensioenregeling afgesloten bij Interpolis. Rechtsvraag Kern van het geschil betreft de vraag of C4C valt onder het verplichtstellingsbesluit tot deelneming in Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP), zoals laatstelijk vastgesteld op 30 januari Daarvoor moet worden beoordeeld of C4C een uitzendonderneming is als omschreven in art. 1 van het verplichtstellingsbesluit en (dus) of de medewerkers van C4C uitzendkrachten zijn die op basis van een uitzendovereenkomst als bedoeld in art. 7:690 BW bij derden werkzaam zijn. Uitgangspunt: niet alle driehoeksrelaties zijn uitzendconstructies De kantonrechter stelt voorop dat niet alle driehoeksrelaties per definitie een uitzendconstructie opleveren in de zin van art. 7:690 BW, maar dat dit per geval moet worden beoordeeld. In zijn algemeenheid lijkt dit vertrekpunt ons juist. Uit rechtspraak en de literatuur blijkt dat met name zuiver papieren driehoeksrelaties niet als uitzendovereenkomst in de zin van art. 7:690 BW hebben te gelden, maar gewoon als tweepartijenrelatie in de zin van art. 7:610 BW moeten worden beschouwd. Verwezen zij naar de recente stroom payrollrechtspraak, 2 maar ook naar het Albronarrest 3 en de rechtspraak op het vlak van de toerekening en de vereenzelviging. 4 De kern van deze rechtspraak is, dat door constructies moet worden heen gekeken. Een onderneming die zich materieel als de werkgever van de arbeidskracht manifesteert, dient veelal ook in juridisch opzicht als zodanig te worden beschouwd. Of sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW moet worden bepaald aan de hand van hetgeen partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan die overeenkomst uitvoering en aldus inhoud hebben gegeven. Bij de beoordeling wat partijen voor ogen heeft gestaan, is (de benaming van) het formele contract niet doorslaggevend, maar spelen alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien een rol. 5 Allocatieve functie: (aparte) constitutieve voorwaarde voor de uitzendovereenkomst? Vervolgens stelt de kantonrechter dat voor beantwoording van de vraag of een onderneming wel of geen uitzendwerkgever is in de zin van art. 7:690 BW, deze onderneming een allocatiefunctie op de arbeidsmarkt moet vervullen. In de tekst van art. 7:690 BW komt het begrip allocatiefunctie niet voor. Volgens de kantonrechter blijkt uit de wetshistorie en uit bijlage B van het Ontslagbesluit dat eerst sprake is van een uitzendovereenkomst als de werkgever er zijn bedrijf van maakt vraag en aanbod van tijdelijke arbeid op de arbeidsmarkt bij elkaar te brengen. Eerder overwoog de Kantonrechter Enschede in gelijke zin. 6 Ook volgens Zwemmer is art. 7:690 BW slechts van toepassing als de 2 Zie Ktr. Amsterdam 10 oktober 2012, AR Updates , Ktr. Leeuwarden 12 oktober 2012, ECLI:NL:RBLEE:2012:BY0861, Ktr. Rotterdam 11 februari 2013, «JAR» 2013/46, Ktr. Enschede 21 maart 2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5108 en 4 april 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:BZ6630, Ktr. Almelo 13 mei 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:CA1178 en Rb. Den Haag 26 juni 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013: HR 5 april 2013, «JAR» 2013/ HR 13 oktober 2000, NJ 2000, 698 (Rainbow), HR 1 december 2000, «JAR» 2001/12 (Fugro). 5 HR 14 november 1997, NJ 1998, 149 (Groen/Schoevers). activiteiten van de werkgever bestaan uit het bij elkaar brengen van vraag naar en aanbod van (tijdelijke) arbeid op de arbeidsmarkt. Ook hij leidt deze voorwaarde voor het bestaan van een uitzendovereenkomst af uit de wetsgeschiedenis. 7 Hoogeveen en Van Houte menen daarentegen dat art. 7:690 BW grammaticaal moet worden geïnterpreteerd. 8 De wettekst bevat niet het vereiste van een allocatieve functie. Strikt genomen vormt deze functie dus geen voorwaarde voor een geldige uitzendovereenkomst. Hun opvatting vindt onder meer steun in een brief d.d. 24 maart van de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in antwoord op Kamervragen over payrollondernemers. De minister schrijft: In dit artikel [7:690 BW] wordt de uitzendovereenkomst omschreven als de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde. Naar de letter van de wet wordt dus in het geheel niet als vereiste gesteld dat er sprake is van een allocatieve functie. De Memorie van Toelichting bij wijzigingen in de Flexwet 10 is op dit onderdeel niet eenduidig. Weliswaar bevat de Memorie van Toelichting een aantal verwijzingen naar de allocatieve functie, 11 maar eveneens wordt expliciet vermeld dat de voorgestelde regeling voor de uitzendovereenkomst niet slechts betrekking heeft op de klassieke uitzendrelatie, maar op alle andere driehoeksrelaties, waarbij de werknemer bedrijfsmatig door een werkgever aan een derde ter beschikking wordt gesteld om onder leiding en toezicht van die derde arbeid te verrichten. De benaming van de driehoeksrelatie is niet doorslaggevend, maar slechts het antwoord op de vraag of aan de elementen van de definitie van art. 7:690 lid 1 BW is voldaan. 12 Bedrijfsmatige terbeschikkingstelling: niet incidenteel en allocatief Wij lezen de Memorie van Toelichting aldus, dat de allocatiefunctie heeft te gelden als een nadere uitwerking van de wettelijke voorwaarde dat de werkgever arbeidskrachten ter beschikking stelt in het kader van zijn beroep of bedrijf: daarvan kan eerst sprake zijn, als de werkgever op niet-incidentele basis voorziet in de vraag naar tijdelijke arbeidskrachten op de arbeidsmarkt. De wetgever heeft het immers aldus geformuleerd: De bijzondere regeling van de uitzendovereenkomst geldt alleen voor die werkgevers die daadwerkelijk een allocatiefunctie op de arbeidsmarkt vervullen, dus die in het kader van de uitoefening van hun beroep of bedrijf arbeidskrachten ter beschikking stellen aan derden. 13 En: De terbeschikkingstelling moet geschieden in het kader van het beroep of het bedrijf van de werkgever. Dat betekent dat terbeschikkingstelling (een) doelstelling van de bedrijfs- of beroepsactiviteiten van de werkgever moet zijn; de 6 Ktr. Enschede 21 maart 2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5108, r.o J.P.H. Zwemmer, Pluraliteit van werkgeverschap (diss. Amsterdam UvA), Monografieën Sociaal Recht 55, Deventer: Kluwer 2012, p Y.A.E. van Houte, Uitzending en payrolling: overeenkomst en verschil, ArbeidsRecht 2011/36 en E.M. Hoogeveen, Payrolling: uitholling werknemersbescherming of gat in de markt?, ArbeidsRecht 2012/6. 9 Kenmerk AV/AR/2010/ Kamerstukken II 1996/97, , p. 9 en MvT, p. 2, 9, 10 en MvT, p MvT, p. 10; cursivering EB en JB.

5 Jurisprudentie in Nederland oktober 2013, afl. 8 «JIN» Arbeidsrecht 151 toepasselijkheid van de uitzend-overeenkomst is aldus gekoppeld aan de allocatieve functie van de werkgever. 14 Anders dan Zwemmer, die de allocatieve functie als een afzonderlijke voorwaarde voor het bestaan van een uitzendovereenkomst beschouwt (naast het vereiste dat de werkgever uit hoofde van zijn beroep of bedrijf werknemers ter beschikking stelt aan derden), menen wij derhalve dat de allocatie van (tijdelijke) arbeidskrachten op de arbeidsmarkt noodzakelijk is voor een bedrijfsmatige terbeschikkingstelling in de zin van art. 7:690 BW. Ook Smitskam lijkt deze mening te zijn toegedaan. Onder het kopje In het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever behandelt zij de verschillende opvattingen in de literatuur en rechtspraak over (de rol van de) allocatieve functie in het uitzendleerstuk. 15 Allocatieve functie: wat is dat? Relevant is de vraag wanneer nu precies sprake is van een bedrijfsmatige terbeschikkingstelling, althans van een allocatiefunctie. Hierop geeft de Memorie van Toelichting geen duidelijk antwoord. De terbeschikkingstelling moet tijdelijk zijn, zoveel is helder. 16 Maar een maximale duur van de terbeschikkingstelling ontbreekt. Met de komst van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs 17 is de maximale uitzendtermijn juist afgeschaft. Als enige houvast geldt dus dat de terbeschikkingstelling geen permanente duur mag hebben. Ook een langdurige terbeschikkingstelling zou derhalve onder het bereik van art. 7:690 BW moeten kunnen vallen. Juist ook gelet op de toename van, soms ook langer durende, uitzendrelaties heeft het kabinet het destijds gewenst geacht de uitzendrelatie in een aparte afdeling van titel 7.10 BW te regelen. 18 De arbeidsmarkt meer precies: de vraag naar en het aanbod van werkenden in de maatschappij moet bij de uitzending betrokken zijn. Om die reden valt intra-concerndetachering krachtens art. 7:691 lid 6 BW buiten het uitzendregime, 19 maar ook de meest omstreden variant van payrolling, waarbij arbeidskrachten formeel bij de payroller in dienst zijn, maar door de inlener zelf worden geworven, geselecteerd en tewerkgesteld. 20 De vraag en het aanbod van de arbeidskrachten zijn in die gevallen reeds door de arbeidskracht en de inlener zelf samengebracht. De uitzend-werkgever heeft hierin geen werkelijk aandeel (gehad). Zowel de personeels-bv als een dergelijke payrollwerkgever hebben als voornaamste doelstelling en activiteit arbeidskrachten ter beschikking te stellen aan derden, maar vervullen daarmee geen rol op de arbeidsmarkt. Wij leiden uit de Memorie van Toelichting aldus af dat van terbeschikkingstelling in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf sprake kan zijn als de kernactiviteit van de werkgever bestaat uit de terbeschikkingstelling van arbeidskrachten gedurende een lange periode, aan een en dezelfde derde, mits deze terbeschikkingstelling ook een allocerend effect heeft op de arbeidsmarkt (en dus niet slechts op papier, of in concernverband). De Hoge Raad heeft in het arrest ABN/Mahli bepaald dat een dergelijke terbeschikkingstelling ook na verloop van lange tijd niet automatisch van kleur verschiet en een arbeidsovereenkomst (tussen de inlener en de arbeidskracht) wordt, maar een uitzendovereenkomst blijft. 21 C4C geen allocatieve functie? In het licht van het vorenstaande is de conclusie van de kantonrechter dat de werkgever in kwestie geen allocatiefunctie heeft, opmerkelijk. De kantonrechter overweegt daartoe dat C4C weliswaar bedrijfsmatig medewerkers aan derden ter beschikking stelt om in de onderneming van de opdrachtgever werkzaamheden te verrichten, maar kennelijk onvoldoende allocatief, nu de terbeschikkingstelling niet plaatsvond ter vervanging van arbeid tijdens ziekte of afwezigheid, het opvangen van piekuren of soortgelijke plotseling opkomende werkzaamheden en betrekking had op de levering van gespecialiseerde kennis en informatie aan de zorginstelling (...) die de zorginstelling zelf niet in huis heeft. Deze door de kantonrechter gebezigde criteria zijn noch in de wettekst zelf, noch in de Memorie van Toelichting terug te lezen. C4C stelt tijdelijk specialistische medewerkers ter beschikking aan derden in de arbeidsmarkt. Dit is haar (niet-incidentele) bedrijfsactiviteit, zo wordt ook in het vonnis bevestigd. Bij de inlenende zorginstelling bestaat behoefte aan dergelijke medewerkers, om welke reden dan ook. C4C voorziet in die vraag. Daarmee lijkt sprake te zijn van bedrijfsmatige terbeschikkingstelling in de zin van art. 7:690 BW. Van een allocatieve functie, zo men wil. De kantonrechter lijkt met haar tussenconclusie aan te sluiten bij de opvatting dat de tijdelijke terbeschikkingstelling van een of meer gespecialiseerde werknemers, die hoog gekwalificeerde werkzaamheden verrichten, niet onder de reikwijdte van 7:690 BW valt. 22 Deze opvatting houdt echter verband met het gebrek aan leiding en toezicht bij de derde, niet met het gebrek aan een allocatieve functie van de uitzender. Een voorbeeld: het ene advocatenkantoor leent tijdelijk een medewerker uit aan het andere, ter vervanging van arbeid tijdens ziekte. Van een uitzendovereenkomst tussen het uitlenende advocatenkantoor en de medewerker is dan geen sprake. Met de deskundigheid van de betreffende advocaat-medewerker heeft dat echter niets van doen, met de reden voor de uitzending en de allocatieve werking ervan evenmin. Een dergelijke terbeschikkingstelling is geen uitzending in de zin van art. 7:690 BW, omdat de uitlener zich niet hoofdzakelijk en structureel met uitzending bezighoudt, maar incidenteel. In dat geval is geen sprake van een bedrijfsmatige terbeschikkingstelling zoals bedoeld in art. 7:690 BW. 23 Gezag versus leiding en toezicht Tot slot overweegt de kantonrechter dat de zorginstelling weliswaar een instructiebevoegdheid heeft, maar het gezag bij C4C berust, 24 om dit alles wegende tot het eindoordeel te komen dat geen sprake is van uitzending in de zin van art. 7:690 BW. Deze redenering bevreemdt ons. Juist indien en omdat de uitzender, in dit geval C4C, het gezag over de arbeidskracht behoudt, terwijl bij de derde, in dit geval de zorginstelling, een MvT, p C.J. Smitskam, Flexibele arbeidsrelaties, H Inleiding, p. 39 en MvT, p WAADI, Stb. 1998, MvT, p MvT, p Ktr. Enschede 21 maart 2013, ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5108 en 4 april 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:BZ HR 5 april 2002, «JAR» 2002/ zie in dit verband F.B.J. Grapperhaus en M. Jansen, De uitzendovereenkomst, Deventer: Kluwer 1999, p. 37. Zie ook C.J. Loonstra en W.A. Zondag (red.), SDU Commentaar Arbeidsrecht, Art. 7:690 BW, C.1.4. Onder toezicht en leiding van derde. 23 MvT, p C4C beoordeelt de medewerkers, bepaalt de duur van de terbeschikkingstelling en betaalt het salaris.

6 152 Arbeidsrecht «JIN» Jurisprudentie in Nederland oktober 2013, afl. 8 instructiebevoegdheid berust, is sprake van een driehoeksrelatie in de zin van art. 7:690 BW. Dat de zorginstelling zich niet met de inhoud van de werkzaamheden bemoeit en hier ook geen kennis van heeft, betekent niet per definitie dat zij geen leiding geeft en toezicht houdt in de zin van art. 7:690 BW. De kantonrechter vat deze 25 twee begrippen op als een (zwakke) vorm van werkgeversgezag. Voor het hebben van gezag is inhoudelijke kennis van en bemoeienis met het werk van werknemer in veel bedrijven tegenwoordig geen vereiste meer. Dat een veelal hoogopgeleide, gespecialiseerde werknemer veel vrijheid en zelfstandigheid heeft in de uitvoering van zijn werkzaamheden, staat niet in de weg aan diens ondergeschiktheid, ook niet ten opzichte van de opdrachtgever bij wie hij door zijn werkgever is tewerkgesteld. 26 E.M. Bevers Clingendael Advocaten J.A.C. Brouwer Wybenga Advocaten 890

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2356. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00920

ECLI:NL:HR:2016:2356. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00920 ECLI:NL:HR:2016:2356 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 04-11-2016 Zaaknummer 15/00920 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:238,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:4547

ECLI:NL:GHAMS:2014:4547 ECLI:NL:GHAMS:2014:4547 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 12-03-2015 Zaaknummer 200.134.988-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

J.C.A. Ettema Weijers Ettema Advocaten

J.C.A. Ettema Weijers Ettema Advocaten 207 Arbeidsrecht «JIN» Jurisprudentie in Nederland december 2014, afl. 10 1126 voetletsel en anderzijds het knieletsel in een (ver) verwijderd verband tot elkaar staan. Voorts is het oordeel van het hof

Nadere informatie

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst?

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? Van: NOAB Adviesgroeplid Kantoor Mr. van Zijl Datum: juni 2017 Onderwerp: Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? 1. Inleiding De Hoge Raad heeft duidelijkheid gegeven over de

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht - team kanton zaaknummer: vonnis van: 22 januari 2018 Vonnis van de kantonrechter

vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht - team kanton zaaknummer: vonnis van: 22 januari 2018 Vonnis van de kantonrechter vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht - team kanton zaaknummer: vonnis van: 22 januari 2018 Vonnis van de kantonrechter Inzake eiseres in conventie, verweerster in reconventie nader te noemen:..

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3035

ECLI:NL:GHDHA:2014:3035 ECLI:NL:GHDHA:2014:3035 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 30-09-2014 Datum publicatie 21-10-2014 Zaaknummer 200.128.231-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

zaak.nummer rechtbank Amsterdam : \ CV EXPL arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 december 2016

zaak.nummer rechtbank Amsterdam : \ CV EXPL arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 december 2016 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team I zaak.nummer : 200.168.839/01 zaak.nummer rechtbank Amsterdam : 2846345 \ CV EXPL 14-6113 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861

JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861 JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861 Payrolling, Geen overgang naar payrollbedrijf zonder uitdrukkelijke instemming werknemer Publicatie JAR 2012 afl.16

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Annotatie. Care4Care/StiPP: vloek of zegen? Hoge Raad 4 november 2016, ECLI: NL: HR: 2016: mr. K. Dorenbos, mr. R. Mourits en mr. C.

Annotatie. Care4Care/StiPP: vloek of zegen? Hoge Raad 4 november 2016, ECLI: NL: HR: 2016: mr. K. Dorenbos, mr. R. Mourits en mr. C. Care4Care/StiPP: vloek of zegen? Hoge Raad 4 november 2016, ECLI: NL: HR: 2016: 2356 mr. K. Dorenbos, mr. R. Mourits en mr. C. Waterman 1 1. Inleiding De Hoge Raad heeft zich uitgesproken over wat nu precies

Nadere informatie

Doorlening, toezicht en leiding en de uitzendovereenkomst

Doorlening, toezicht en leiding en de uitzendovereenkomst J.P.H. Zwemmer 1 1ArtikelenAfl. 1januari 2018 Doorlening, toezicht en leiding en de uitzendovereenkomst In zijn arrest van 12 september 2017 2 oordeelt het Hof Amsterdam dat de doorlener ten opzichte van

Nadere informatie

Het Care4Care-arrest en de olievlekwerking van artikel 7:690 BW

Het Care4Care-arrest en de olievlekwerking van artikel 7:690 BW Het Care4Care-arrest en de olievlekwerking van artikel 7:690 BW mr. dr. Johan Zwemmer* 30 1. Inleiding In het kader van de Wet flexibiliteit en zekerheid, die in werking trad op 1 januari 1999, werd aan

Nadere informatie

«JAR» De vraag of de vrijwillige keuze van een VUTgerechtigde

«JAR» De vraag of de vrijwillige keuze van een VUTgerechtigde maakt het gegeven dat een VUT-gerechtigde afziet van het gebruik van dit recht, diens positie niet vergelijkbaar met een werknemer zonder VUT-rechten (punt 2.13 conclusie). De Hoge Raad laat het hier besproken

Nadere informatie

Artikel 690 BW in Vijftig weeffouten in het BW - Nijmegen Ars Aequi Libri 2017 Zwemmer, J.P.H.

Artikel 690 BW in Vijftig weeffouten in het BW - Nijmegen Ars Aequi Libri 2017 Zwemmer, J.P.H. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Artikel 690 BW in Vijftig weeffouten in het BW - Nijmegen Ars Aequi Libri 2017 Zwemmer, J.P.H. Published in: Nijmegen Ars Aequi Libri 2017 Link to publication Citation

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid vonnis RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Civiel recht Zittingsplaats Utrecht zaaknummer: NL17.10283 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd te, eiseres, hierna

Nadere informatie

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt?

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie 16 januari 2014 Iris Hoen Inleiding 1. Payrolling 2. Relatie tussen payrollonderneming en werknemer

Nadere informatie

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Johan Zwemmer Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Artikel 7:610 lid 1 BW De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

Rechtbank Overijssel, kantonrechter, zittingsplaats Almelo

Rechtbank Overijssel, kantonrechter, zittingsplaats Almelo Page 1 of 8 JAR 2014/95 Rechtbank Overijssel, kantonrechter, zittingsplaats Almelo, 11-03-2014, 2127916\CV EXPL 13-3492, ECLI:NL:RBOVE:2014:1214 Payrollovereenkomst is arbeidsovereenkomst met inlener,

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Voordelen en risico's van payrolling

Voordelen en risico's van payrolling mr. J.P.M. (Joop) van Zijl advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet:

Nadere informatie

Flex Flexibele oplossingen voor het Onderwijs

Flex Flexibele oplossingen voor het Onderwijs ibele oplossingen voor het Onderwijs Excellent Onderwijs B.V. Oude Middenweg 17 2491 AC Den Haag Payrolling in juridisch perspectief Inleiding In de media verschijnen nogal eens berichten over payrolling.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht

Nadere informatie

E.B. Wits Sprengers Advocaten

E.B. Wits Sprengers Advocaten 416 het hof onvoldoende gewicht in de schaal. Naar mijn mening kwalificeert deze arbeidsrelatie als uitzendovereenkomst, nu aan alle elementen van art. 7:690 BW is voldaan. Het hof verwijst in r.o. 3.12

Nadere informatie

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564 Informatie 2012 afl. 2 Gerechtshof Amsterdam 27 december 2011 200.065.076/01 LJN BU9564 mr. Kingma mr. Smit mr. Van der Kwaak Appellant te (...), appellant, advocaat: mr. W.A. van Veen te Utrecht, tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491 ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-04-2006 Datum publicatie 09-05-2006 Zaaknummer 17636 \ VV EXPL 06-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 38, derde lid, 38c, en 95, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Gelet op de artikelen 38, derde lid, 38c, en 95, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen; Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. 2018-0000062701, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met aanpassing van de premiedifferentiatie voor werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24122013 Datum publicatie 13012014 Zaaknummer 2293657 RL EXPL 1325337 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Rechtspraak.nl Print uitspraak pagina 1 van 5 2772015 ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24072015 Datum publicatie 25072015 Zaaknummer 3437926 cv expl 1445430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019

Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019 Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019 1. Wat is de Wet arbeidsmarkt in balans? De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is een wet die ervoor moet zorgen dat de arbeidsmarkt meer in balans komt

Nadere informatie

Vereniging voor Arbeidsrecht

Vereniging voor Arbeidsrecht Vereniging voor Arbeidsrecht 7 maart 2013 Prof. dr. R.M. Beltzer 1 2 Een uitstervend ras? Te behandelen! 1. Het probleem: de krimpende markt en concurrentie 2. Iedereen een arbeidsovereenkomst? De elementen

Nadere informatie

Handleiding Modelopgaaf werkingssfeer CAO voor Uitzendkrachten

Handleiding Modelopgaaf werkingssfeer CAO voor Uitzendkrachten Gebruik handleiding De is opgesteld teneinde een oordeel te kunnen v ormen over de verplichte toepassing van de CAO voor Uitzendkrachten door de onderneming. Deze handleiding is bedoeld ten behoeve van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-028 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 februari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Case note: Ktr. Rb. Gelderland zp Arnhem (zaaknummr 3997734\CV EXPL 15-5067\475: [Intra-concern detachering en uitzendovereenkomst. Betekenis allocatiefunctie]) Zwemmer,

Nadere informatie

2 Drie pijlers nader verklaard

2 Drie pijlers nader verklaard I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie sociaal recht Sociaal recht Het sociaal recht kent drie pijlers: het individueel arbeidsrecht; het collectief arbeidsrecht; en het socialezekerheidsrecht. 2 Drie

Nadere informatie

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509 LV Den Haag. Geachte heer De Geus,

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509 LV Den Haag. Geachte heer De Geus, Bezuidenhoutseweg 60 postbus 90405 2509 LK Den Haag tel. 070-3499 577 fax 070-3499 796 e-mail: j.hamaker@ser.nl Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Hierna geef ik een toelichting op mijn beoordeling. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde:

Hierna geef ik een toelichting op mijn beoordeling. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: Belastingdienst Belastingdienst, Postbus 10014, 8000 GA Zwolle Advinsure BV T.a.v. mr. P.H.T.M. de Keijzer Europa-allee lob 8265 VB KAMPEN Betreft: Beoordeling overeenkomst Advinsure B.V. Geachte heer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2557

ECLI:NL:RBLIM:2017:2557 ECLI:NL:RBLIM:2017:2557 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 22032017 Datum publicatie 22032017 Zaaknummer 5649569 CV 17532 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:1417

ECLI:NL:RBOVE:2017:1417 ECLI:NL:RBOVE:2017:1417 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 30-03-2017 Zaaknummer 5741705 \ CV EXPL 17-1439 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:PHR:2016:238 Permanente link: Conclusie. Parket bij de Hoge Raad

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:PHR:2016:238 Permanente link: Conclusie. Parket bij de Hoge Raad pagina 1 van 24 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:PHR:2016:238 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Datum conclusie 15-04-2016 Datum publicatie 19-04-2016 Zaaknummer 15/00920 Rechtsgebieden

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

FlexExpert B.V. EquiPlus Mennagement B.V. DomJur

FlexExpert B.V. EquiPlus Mennagement B.V. DomJur Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 18-12-2017 Datum publicatie 10-01-2018 Zaaknummer C/05/328722/KG ZA 17-547 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding vonnis FlexExpert

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546

ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546 ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 27-07-2010 Datum publicatie 09-08-2010 Zaaknummer 463608 VV EXPL 10-72 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBROT:2017:886 ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:3943

ECLI:NL:GHDHA:2013:3943 ECLI:NL:GHDHA:2013:3943 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-10-2013 Datum publicatie 09-12-2014 Zaaknummer 200.129.922-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat 1 Onderscheid tussen werknemer en andere vormen van beschikbaar stellen van arbeid: Fiscale

Nadere informatie

Masterscriptie. Studentnummer: 10008799. Inleverdatum: 7 juni 2013. Payroll; houdbaarheidsdatum in zicht? R. Branco-Martins

Masterscriptie. Studentnummer: 10008799. Inleverdatum: 7 juni 2013. Payroll; houdbaarheidsdatum in zicht? R. Branco-Martins Masterscriptie Student: Thomas Bosch Studentnummer: 10008799 Inleverdatum: 7 juni 2013 Onderwerp: Titel: Docent: Payroll Payroll; houdbaarheidsdatum in zicht? R. Branco-Martins Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-11-2010 Datum publicatie 19-11-2010 Zaaknummer 710236 VV Expl. 10-8085 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten

Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten Mr. J.P.H. Zwemmer 1 Het Albron-arrest, de contractuele werkgever versus de niet-contractuele werkgever en de mogelijke gevolgen voor andere uitzendvarianten 4 In het Albron-arrest oordeelt het Hof van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:8694

ECLI:NL:RBROT:2015:8694 ECLI:NL:RBROT:2015:8694 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 27-11-2015 Datum publicatie 09-12-2015 Zaaknummer KTN-2259226 - KTN-2417339_27112015 Rechtsgebieden Verbintenissenrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Partijen worden aangeduid als 'SNCU' enerzijds en 'Euro Packing' en '[Bestuurder]', gezamenlijk 'gedaagden' anderzijds.

Partijen worden aangeduid als 'SNCU' enerzijds en 'Euro Packing' en '[Bestuurder]', gezamenlijk 'gedaagden' anderzijds. VONNIS RECHTBANK DEN HAAG Team kanton Den Haag EMF Rolnr.: 3220546 /14-21116 9 december 2014 Vonnis in de zaak van: de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, gevestigd te Barendrecht, eisende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-12-2011 Datum publicatie 16-12-2011 Zaaknummer CV 11-26226 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2682

ECLI:NL:GHARL:2017:2682 ECLI:NL:GHARL:2017:2682 Instantie Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 30-03-2017 Zaaknummer 200.189.034/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Personeelsvennootschap en sectorindeling. P.I.T. Sassen

Personeelsvennootschap en sectorindeling. P.I.T. Sassen Personeelsvennootschap en sectorindeling P.I.T. Sassen s o c i a l e z e k e r h e i d Personeelsvennootschap en sectorindeling Veel concerns maken gebruik van een personeelsvennootschap die optreedt als

Nadere informatie

118. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ

118. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ 118. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ Mr. dr. J.P.H. ZWeMMer Steeds vaker besteden bedrijven onder de noemer contracting

Nadere informatie

Wet arbeidsmarkt in balans

Wet arbeidsmarkt in balans Wet arbeidsmarkt in balans Jeroen Brouwer (ABU) PIANOo-congres, Den Haag, 6 juni 2019 Status en tijdspad van de Wab 5 februari 2019 Tweede kamer 28 mei 2019 Eerste Kamer 1 januari 2020 Ingangsdatum 2 Wat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:6088

ECLI:NL:RBROT:2016:6088 ECLI:NL:RBROT:2016:6088 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08072016 Datum publicatie 05082016 Zaaknummer 4988424 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg enkelvoudig Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-03-2014 Datum publicatie 06-05-2014 Zaaknummer 200.128.514-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Casus 13 Kom op voor je recht

Casus 13 Kom op voor je recht Casus 13 Kom op voor je recht Een werkgever kan tegenwoordig niet meer alle beslissingen nemen die hij noodzakelijk acht in het kader van zijn bedrijfsvoering. Naar de factor arbeid moet in een aantal

Nadere informatie

Uitspraak. RECHTBANK BREDA Sector kanton. Locatie Bergen op Zoom. zaak/rolnr.: AZ VERZ beschikking d.d. 22 juli 2009.

Uitspraak. RECHTBANK BREDA Sector kanton. Locatie Bergen op Zoom. zaak/rolnr.: AZ VERZ beschikking d.d. 22 juli 2009. Werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer o.g.v. bedrijfseconomische omstandigheden. Werknemer betoogt dat werkgever bij de reorganisatie het afspiegelingsbeginsel op onjuiste

Nadere informatie

149. VAAN VvA Wab Payrolling

149. VAAN VvA Wab Payrolling 149. VAAN VvA Wab Payrolling MR. DR. J.P.H. (JOHAN) ZWEMMER 1. Inleiding tot de introductie van wetgeving ter regulering van payrolling in het BW en in de Waadi De regering stelt voor in een nieuw in te

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

De tussenstand na vijf jaar cao-handhaving

De tussenstand na vijf jaar cao-handhaving De tussenstand na vijf jaar cao-handhaving Veel voorkomende kwalificatieproblemen van de uitzendrelatie en hun oplossingen A.E. Hofman UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM De tussenstand na vijf jaar cao-handhaving

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:530

ECLI:NL:RBMNE:2016:530 ECLI:NL:RBMNE:2016:530 Instantie Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 17-02-2016 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 4656371 ME VERZ 15-310 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

RECLAME CODE COMMISSIE

RECLAME CODE COMMISSIE / RECLAME CODE COMMISSIE Dossier 2014/00365 Beslissing van de Reclame Code Commissie in de zaak van : Alternatief Voor Vakbond (AW), gevestigd te Utrecht, klager tegen : De Vereniging Payroll Ondernemingen

Nadere informatie

Notitie. Adviesgroep. Aan DID en bestuurders. T (lokaal tarief) F

Notitie. Adviesgroep. Aan DID en bestuurders. T (lokaal tarief) F Aan DID en bestuurders Van Marieke Kristen, Adviseur Juridische Zaken, Adviesgroep Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 15 juli 2014 030 27

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:3629

ECLI:NL:RBNNE:2016:3629 ECLI:NL:RBNNE:2016:3629 Instantie Datum uitspraak 20-07-2016 Datum publicatie 29-07-2016 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 5164243 VV EXPL 16-58 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1278

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1278 ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1278 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-05-2008 Datum publicatie 14-05-2008 Zaaknummer 525594 UC EXPL 07-7361 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) De uitzendkracht, de gedetacheerde en de payrollwerknemer Zwemmer, J.P.H.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) De uitzendkracht, de gedetacheerde en de payrollwerknemer Zwemmer, J.P.H. UvA-DARE (Digital Academic Repository) De uitzendkracht, de gedetacheerde en de payrollwerknemer Zwemmer, J.P.H. Published in: Arbeidsrechtelijke themata - Bijzondere arbeidsverhoudingen Link to publication

Nadere informatie