lu FEB 2012 Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 12INT00347 Datum vergadering:



Vergelijkbare documenten
Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

NIEUW BESCHUT WERKEN o.g.v. Participatiewet. Gemeente Hellendoorn. t.b.v. raadscommissie Samenlevingszaken

Bestuurlijke structuur Wet Werken naar Vermogen en Wet sociale werkvoorziening

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 19 mei 2014 Agendapunt: 12

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR

Uitvoering Participatiewet en positie WAVA hierin Volgnr Corsa kenmerk Portefeuillehouder wethouder P.

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Raadsvoorstel. Raadsvergadering d.d. : 22 november Agendapunt : 12. : concept begroting 2012 Ability. B&W besluit d.d.

Beschut werk in Aanleiding

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede).

Registratienummer. Datum: 16 september Afdeling / Team: MO / Beleid

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015

onderwerp Zienswijze SWA ontwerp programmabegroting 2016 en SWA meerjarenbegroting

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Analyse en visie BaanStede in het licht van de Participatiewet

Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB

Raadsvoorstel. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA B 1b 12/303. jaar stuknr. Raad. Onderwerp: Aanvraag herstructureringsfaciliteit Wsw

onderwerp: Beleidsregels terugkeergarantie bij beëindiging begeleid werken in het kader van de Wsw

linn nun in ii in ii ii L

Nr Houten, 6 november Verlenging Aanwijzingsbesluit uitvoeringsorganisatie Wsw voor de periode

Coen van Hoorn raad

4. Ten aanzien van de conceptmeerjarenbegroting uw zienswijze kenbaar maken aan het bestuur van WOZL.

Raadsvoorstel. !IL Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Raadsnota. Aan de gemeenteraad,

Individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2013

Opdracht: Rapportage aan gemeenteraad over concept-uittredingsvoorwaarden voor uittreding uit de GR SOWECO.

Raadsvergadering : 15 december Voorstelnr. : R : omzetten tijdelijke contracten in vaste contracten bij medewerkers van Wedeka.

GEMEENTE REIMERSWAAL. RAADSVOORSTEL Agendapunt: 7 Aan de gemeenteraad. Datum: 5 november Onderwerp Liquidatie MEE Zeeland

Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Onderwerp: Conceptbegroting 2012 van het Werkvoorzieningschap Weert e.o. De Risse en De Risse Holding BV.

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Voorstel raad en raadsbesluit

Vragen en antwoorden Informatiebijeenkomst Felua-groep

In de volgende paragrafen volgt een nadere uiteenzetting van tijdstippen en besluiten,.

B&W Vergadering. Dossiernummer 1637 Vertrouwelijk Vergaderdatum 25 april 2017 Agendapunt Zaaknummer Gemeenteraad

Presentatie Rapport Samen Verder Bouwen

Gemeen tewaterland. Monnickendam, 31 maart Nummer: Portefeuillehouder: drs. L. Bromet

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Collegevoorstel. Uitvoeringsovereenkomst Verordening PGB Wsw

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Oplegnotitie begroting 2017

De missie van DZB en de Wet werken naar vermogen

Raadsvoorstel Zaak :

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Registratienr.: BP Transitiearrangement tussen Gemeente en WSD

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum:

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012

Managementsamenvatting

Voorstel raad en raadsbesluit

Commissienotitie. Onderwerp Herstructureringsplan Wsw van de GR WSD. Status Informerend

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen

Oktober Participatiewet; kansen in samenwerking

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten:

Voorstel raad en raadsbesluit

Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling: Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

GEMEENTE OLDEBROEK. Informatie van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d

Raadsvoorstel nr.: Raad d.d.: Portefeuillehouder: J.A. de Boer Budgethouder: W.J. Krijgsman Registratienummer:

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Heerhugowaard 13. SEP Agendanr.: 12 Voorstelnr.: RB Onderwerp: Begroting 2015 WNK bedrijven Programma: 4 Sociale Samenhang

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Agendapunt: 11. No. 53/ 15. Dokkum, 29 september ONDERWERP: Ontwerpbegroting 2016 GR DDFK gemeenten. SAMENVATTING: Aan de gemeenteraad,

Oplegnotitie (Conceptbegroting 2012 WOZL) Gemeenteblad nr. 2011/41

Beschut Werk in de praktijk. presentatie 30 maart 2016 Jan-Jaap de Haan (Cedris)

WSD voert verder opdrachten uit van gemeenten op het gebied van schoonmaak, catering, groenvoorziening en dienstverlening.

ANNOTATIE AB1724. Algemeen: Vergadering: AB Datum vergadering: 22 september Agendapunt: 3 Onderwerp: Toekomst APV taken en bijzondere wetten

Raadsinformatieavond. dinsdag 22 april Transitieplan UW

2. De van het rijk ontvangen bonus begeleid werken over 2011 ter hoogte van aan Breed verstrekken.

Onderwerp Besluitvorming uitkomsten bezuinigingstaakstelling en uitkomsten reorganisatie ICO

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

LluA3.ll Datum NOORDEN VELD. Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggevende ADVIES VAN. 28 o. ktober Afdeling R&S. Telefoon 441 BW11.

Coen van Hoorn raad

openbaar Onderwerp: Programmabegroting 2016 Permar WS conform advies besloten.

Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: Vissers 1. Notitie Toekomstige positie 1. Visienota Participatiewet WAVA binnen de Participatiewet

Transitie Wsw BWR - Gemeente Haren

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

: Voorstel inzake kaderstellende discussie Zorgloket

Presentatie raadsleden Renswoude. Hans Zuidema, adviseur en projectleider 9 oktober 2018

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

P. Verhoeven raad

Ontwerpbegroting Vixia 2014

Le L a e r a n n & & S h S a h r a e e b i b jie j e e n e k n om o s m t t S W S Zwolle 12 oktober

Gemeenteraad. Aan de gemeenteraad Dienst/afdeling: SMM. Onderwerp: Toekomst uitvoering Participatiewet en Wsw

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5

De raad van de gemeente Emmen Ontwikkeling, Beleid en Directiestaf. uw kenmerk bijlage behandeld door M.J. Visser

Transcriptie:

Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 12INT00347 Datum vergadering: lu FEB 2012 Onderwerp: Besluitvorming toekomstige uitvoering WSW / toekomst Soweco Advies: 1. Kennis nemen van de verschillende uitgebrachte rapporten in het kader van onderzoek toekomstige uitvoering WSW / toekomst Soweco, en de portefeuillehouder ten behoeve van de vergaderingen in het DB Soweco de volgende uitgangspunten mee te geven: a. Vast te stellen dat het meerjarenplan Soweco 2013-2017 niet voldoet aan de door het DB Soweco gestelde opdracht, en dat het niet in het gemeentelijk beleid past om extra taken m.b.t. AWBZ dagbegeleiding, WWnV en WMO toe te wijzen aan Soweco. b. In te stemmen met de voorgestelde werkwijze t.a.v. frictiekosten bij uittreding, zoals beschreven in het rapport van bureau Langedijk, en hierover het standpunt van het DB Soweco af te wachten. 2. opdracht te geven tot een nadere analyse van de opgestelde begroting voor de lokale uitvoering van de WSW, onder meer door een second opinion via een externe deskundige. 3. Na afronding van de besluitvorming in het DB Soweco te komen tot een definitief voorstel voor behandeling in de gemeenteraad, rekening houdend met de adviezen van de raadscommissie, omtrent lokale of regionale uitvoering van de WSW (te behandelen in de commissie van maart en gemeenteraadsvergadering van april 2012). 4. Na deze definitieve besluitvorming zorg te dragen voor het aanvragen van de herstructureringsbijdrage en het treffen van voorbereidingen voor de nieuwe uitvoering van de WSW (hetzij regionaal, hetzij lokaal). Besluit B en W: Korte samenvatting: In dit rapport worden de verschillende onderzoeken die met betrekking tot de uitvoering van de WSW c.q. toekomst Soweco zijn gedaan, naast elkaar gezet om tot een afgewogen advies te komen. Opgemerkt wordt dat het nu gaat om het bepalen van de richting, mede ten behoeve van de besluitvorming in het DB Soweco. Deze koers kan op 14-2 in de besloten vergadering met de raadscommissie worden besproken, en door de portefeuillehouder worden meegenomen in de vervolg-besprekingen binnen het DB Soweco (16-2). Na besluitvorming binnen het DB en na verdere financiële doorrekening van de stukken volgt binnenkort een advies om te komen tot een definitief voorstel voor behandeling in de gemeenteraad. Aanleiding: Om te komen tot besluitvorming inzake de toekomstige uitvoering van de WSW c.q. de toekomst van Soweco zijn op 1-2-2012 de volgende rapporten beschikbaar gekomen: 1. Meerjarenplan Soweco NV 2013-201 7, uitgaande van kader AB Soweco 1 5-1 2-2011. 2. Rapportage onderzoek gevolgen uittreding per gemeente (bureau SWO Langedijk).

- 3-3. Rapportage onderzoek locale uitvoeringsmogelijkheden WSW in de gemeenten Hellendoorn en Rijssen-Holten (gezamenlijke werkgroep uit beide gemeenten). 4. Rapport flexibilisering verdeelsleutel Soweco (regionale ambtelijke werkgroep). Daarnaast is voorwerk gedaan voor het kunnen indienen van een aanvraag voor de herstructureringsbijdrage van het rijk. De concretisering hiervan hangt echter af van de nu door de GR c.q. de gemeenten te nemen beslissingen. Relevante eerdere besluiten: - motie gemeenteraad Hellendoorn d.d. 13-12-2011 - opdracht DB Soweco en beleidskader toekomst Soweco d.d. 1 5-12-2011. Doelstelling: Het naast elkaar zetten van de verschillende onderzoeken, inzicht geven in de (financiële) gevolgen van de verschillende scenario's, en het afwegen van kansen en bedreigingen om tot een afgewogen advies te komen. Oplossing: Hieronder gaan wij kort in op de verschillende gepresenteerde stukken, zoals hierboven genoemd. Ad. 1.: meerjarenplan Soweco 2013-2017. Het kader van het AB Soweco, zoals besproken op 15-12-2011, benoemt 3 uitgangspunten: Geen nieuwe instroom van SW'ers in het bedrijf m.i.v. 1-1-2012; Vermindering van het aantal SW'ers met 10 % per jaar (van 'binnen' naar 'buiten') m.i.v. 2013. Kostprijs per AJ te verlagen naar 24.000,-- per jaar, te realiseren uiterlijk in 2017. Het AB was zich hierbij zeer bewust van het feit dat de kostprijs daarmee vanaf 201 5 2.000,- hoger ligt dan de rijkssubsidie, en dat hiermee een beslag op gemeentelijke middelen zou worden gedaan. Daarom is wel een voorbehoud gemaakt van instemming door de gemeenteraden. Het meerjarenplan 2013-2017 van Soweco is gepresenteerd in de DB-vergadering van 6-2-2012, en leidt tot de volgende conclusies: 1. Met diverse maatregelen in de bestaande bedrijfsvoering kan de bijdrage terug naar 26.000,- per AJ (fase 1). In deze fase gaat het om maatregelen als: geen nieuwe instroom 10 % per jaar naar buiten (via detachering of begeleid werken, o.a. eigen groenploeg via detachering naar gemeenten) forse sanering in overhead (afbouw staffuncties, vermindering begeleiding etc) 2. De bijdrage kan verder dalen naar 24.000,- per AJ als nieuwe aktiviteiten aan Soweco kunnen worden toegevoegd (fase 2). Hierbij denkt Soweco aan: uitvoering dagbesteding AWBZ (combinatie met onderlaag "beschut werken") uitvoering WWnV (= oude BC "privaat": inzetten langdurig werklozen met behoud van uitkering) tariefsverhogingen detacheringen (via nieuw commercieel detacherings- & arbeidsbemiddelingsbedrijf) extra werk uit gemeenten (groen, projecten, WMO, SROI-aanbestedingsbeleid etc.) Om dit te realiseren stelt Soweco een structuurwijziging voor (o.a. voor grotere rol bedrijfsleven) en worden diverse randvoorwaarden benoemd, zoals: Leegstaande gebouwen in beheer bij de GR (dus uit de exploitatie van het bedrijf) Boventallig personeel laten uitstromen via natuurlijk verloop, overname door gemeente of sociaal plan. Minder service naar gemeenten m.b.t. rapportages, declaraties rijksbijdragen, etc. Nader te maken afspraken over het benodigde weerstandsvermogen binnen het bedrijf.

- 4 - Soweco concludeert zelf al dat met alleen de maatregelen uit fase 1 bij lange na niet aan de opdracht van het AB voldaan kan worden. Om toch uit te komen op de gestelde 24.000,- per AJ zouden gemeenten extra taken aan het bedrijf moeten toewijzen. Wij trekken hieruit de conclusie dat: 1. het meerjarenplan van Soweco NIET voldoet aan het door het AB gestelde kader; 2. de risico's, zowel m.b.t. onroerend goed als boventallig personeel, worden volledig bij de gemeenten neergelegd, en de financiële gevolgen zijn nog in het geheel niet uitgewerkt; 3. het toewijzen van extra taken m.b.t. AWBZ, WMO en WWnV past niet in het beleid van onze gemeenten om hier zelf regie op te kunnen voeren en te kiezen voor een zo lokaal mogelijke uitvoering (op dit terrein zijn in onze gemeenten ook diverse plaatselijke instellingen actief). Ad. 2. Rapportage onderzoek gevolgen uittreding per gemeente. Voor het berekenen van de financiële gevolgen van uittreding per gemeente heeft bureau Langedijk 3 invalshoeken genomen: Overdracht SW-populatie: uitgangspunt is dat een uittredende gemeente in ieder geval alle eigen SW'ers overneemt. Daarmee is het subsidietekort voor deze SW'ers (loonkosten - subsidie) de volledige verantwoordelijkheid voor de uittredende gemeente. Het blijkt dat er op dit punt flinke verschillen zijn tussen de gemeenten, die binnen de collectiviteit van de GR eerder nooit zichtbaar werden. Zo heeft de gemeente Rijssen- Holten ten opzichte van de andere gemeenten een hoge gemiddelde loonsom voor de SW'ers, wellicht mede door het relatief geringe aantal mensen in "beschut". Bij de gemeente Hellendoorn ligt dit precies andersom. Als de uittredende gemeente een relatief hoog subsidietekort heeft (zoals Rijssen-Holten), heeft dat een positief effect op het subsidieresultaat voor de achterblijvende gemeenten, waarvoor een verrekening wordt voorgesteld. Het omgekeerde geldt ook: een eventueel uittreden van de gemeente Hellendoorn (met relatief goedkope SW'ers) heeft een negatief effect op het subsidieresultaat voor de achterblijvende gemeenten, waarvoor de uittredende gemeente een vergoeding moet betalen. Daar staat uiteraard tegenover dat deze gemeente dan ook direct het voordeel geniet van de lagere loonsom van de SW'ers. Gevolgen exploitatieresultaat: uittreding door een gemeente (met meestal ook het terugnemen van verstrekte opdrachten) heeft invloed op het exploitatieresultaat, bijv door teruglopende inkomsten. Per gemeente is hiervoor een afkoopsom berekend, op basis van de hierdoor ontstane tekorten gedurende 4 jaar. Uitgangspunt daarbij is geweest dat de bestaande overhead (b.v. gebouwen) bij uittreding van een gemeente niet direct kan worden verlaagd. Daarom telt de volledige overhead mee in de afkoopsom, waarbij de gedachte is dat het achterblijvende bedrijf in staat moet worden geacht om binnen 4 jaar de nodige maatregelen te kunnen nemen om ook de overhead af te slanken. Frictiekosten: uitgaande van bepaalde aannames rondom wachtgelden (ambtelijke medewerkers maximaal 3 jaar doorbetalen) en kosten voor herplaatsing zijn de maximale frictiekosten voor afvloeiing personeel berekend, en voor 100 % meegenomen in een te betalen afkoopsom. Opgemerkt wordt dat géén eigen onderzoek is gedaan naar de feitelijke personele situatie bij Soweco. Verder wordt opgemerkt dat deze frictiekosten door de uittredende gemeente kunnen worden verminderd door b.v. overname van personeel of gebouwen. In de berekeningen is het vermogen van Soweco op 0 gesteld, om reden dat Soweco nagenoeg géén reserve meer heeft, en dat leegstaande onroerende goederen gezien de huidige marktomstandigheden ook moeilijk verkoopbaar zijn (er wordt daarentegen eerder gesproken over het afboeken van verliezen). Dit betekent dat een uittredende gemeente géén baten ontvangt uit vermogen of bezittingen van de GR (maar ook niet bijdraagt aan evt. verliezen).

- 5 - De uitkomsten zijn per gemeente behoorlijk verschillend. In ons geval komt de afkoopsom voor Rijssen-Holten neer op 470.000,-, en voor Hellendoorn op 1.197.000,-. Het advies van bureau Langedijk is op 8-2-2012 gepresenteerd in de DB-vergadering van Soweco. Het DB bespreekt op 13-2-2012 de vraag of dit rapport kan worden vastgesteld. Pas daarna kan een definitieve afweging plaatsvinden over het blijven bij Soweco of het uittreden tegen betaling van een afkoopsom. Overigens wordt aan het rapport van Langedijk nog een afzonderlijke paragraaf toegevoegd die betrekking heeft op volledige liquidatie van het bedrijf. Zoals het bureau in de presentatie richting DB heeft aangegeven komen de kosten in geval van volledige liquidatie veel hoger uit. Ad. 3. Rapportage onderzoek locale uitvoeringsmogelijkheden in Hellendoorn en Rijssen-Holten. Omdat de moties van deze gemeenten gelijkluidend waren, is gekozen voor een gezamenlijk onderzoek, wat vertaald is in één gezamenlijke rapportage voor beide gemeenten. In bijgaande rapportage worden de mogelijkheden in beeld gebracht voor een locale uitvoering van de WSW. De conclusie luidt dat hiervoor goede mogelijkheden worden gezien. Daarbij heeft het onze voorkeur om de uitvoering en begeleiding zoveel mogelijk bij één externe partij neer te leggen. De formele werkgeversrol komt hierbij v.w.b. de SW-medewerkers overigens wel bij de gemeente te liggen (op grond van de wet is de gemeente hier rechtstreeks verantwoordelijk voor). Alle P&O-taken die hieruit voortvloeien kunnen echter worden uitbesteed. Door deze aanpak blijven de organisatorische gevolgen voor de gemeentelijke organisatie zeer beperkt (géén gevolgen voor bijv. openbare werken of P&O). Op grond van de bepalingen in de GR Soweco is uittreding uit Soweco pas mogelijk ingaande 2014. Om die reden is voor de lokale uitvoering een concept-meerjarenbegroting 2014-2018 opgesteld, overigens gebaseerd op de gegevens van 2012. Deze concept-begroting biedt goede perspectieven om financieel binnen een aantal jaren uit te komen op een subsidie van 22.000,- a 23.000,- per AJ, dus (nagenoeg) budget-neutraal t.o.v. de rijkssubsidie. Dit perspectief is aanmerkelijk positiever dan de meerjarenbegroting van Soweco. Opgemerkt wordt dat diverse uitgangspunten en aannames zijn geformuleerd (o.a. ten aanzien de te realiseren uitstroom en de tarieven), en dat diverse zaken nog nader uitgewerkt moeten worden. Afgesproken is om zowel uitstroom als tarieven in de begroting voorzichtig te ramen. De in onze begroting geraamde inkomsten per uur blijven nog onder de landelijk gemiddelde tarieven bij de SW-bedrijven, wat blijkt uit benchmark-gegevens van Cedris (SW-koepelorganisatie). Verder is aan het locale plan een risico-paragraaf toegevoegd, om voldoende kritisch naar onze plannen te blijven kijken. Tenslotte is toegezegd de concept-begroting nog bij wijze van "second opinion" door een externe te laten toetsen. Naast het feit van een geschikte externe partner in onze gemeenten is het een prettige omstandigheid dat zowel in Nijverdal als in Rijssen al een lokale afdeling van Soweco gevestigd is (Multipack). Mede ten behoeve van een zo geruisloos mogelijke overgang naar de nieuwe situatie is in de plannen uitgegaan van voortzetting van het gebruik van de bestaande gebouwen in de beide gemeenten. In de concept-begroting is daarom rekening gehouden met huur van de bestaande gebouwen hiervoor (zowel Multipack als ook de groen-locaties). Voor het overige is in deze concept-begroting géén rekening gehouden met eventuele frictiekosten als gevolg van uittreding uit Soweco. Uiteraard is wel gesproken over mogelijkheden voor overname van ambtelijk begeleidend personeel, maar dit moet nog verder worden ingevuld. Opgemerkt wordt dat de gevoerde gesprekken met mogelijke externe partners uitsluitend oriënterend van aard zijn geweest, in het licht van de verkenning van de locale mogelijkheden. Beseft wordt dat deze mogelijkheden afgewogen moeten worden tegen voortzetting van de deelname in Soweco.

- 6 - Daarnaast moet - indien gekozen wordt voor lokale uitvoering - nog nader bezien worden op welke wijze tot opdrachtverstrekking aan de externe kan worden gekomen (via aanbesteding of via een aanwijzingsbesluit op grond van de WSW). Een aspect dat daarbij onderzocht moet worden is de vraag hoe vorm te geven aan voldoende sturingsmogelijkheden de gemeenten Hellendoorn en Rijssen-Holten. Ad 4. Flexibilisering verdeelsleutel Soweco. De werkgroep komt tot de volgende conclusies: een betere sturing "aan de voorkant" is mogelijk door te komen tot gedifferentieerde normbedragen per categorie van SW'ers (bijv. beschut, groen, detacheringen en begeleid werken). Daarmee wordt meer rekening gehouden met het verschil in verdiencapaciteit en kosten per categorie, en kan elke gemeente zelf beslissen hoeveel plaatsen in welke categorie worden "ingekocht" bij Soweco. Bij de verdeling van het exploitatieresultaat kan middels een bonus/malus-regeling meer rekening worden gehouden met de mate van opdrachtverstrekking door de gemeenten, naast of in plaats van de huidige verdeling naar rato van het aantal AJ's per gemeente. Een dergelijke regeling behoeft nog wel nadere uitwerking. Op termijn zou toegewerkt kunnen worden naar contracten per gemeente, waarbij ook verlies/winst per gemeente wordt afgerekend. Dat kan zowel binnen de bestaande GR (als werkgever voor de SW'ers) als ook zonder GR. Er is geen directe koppeling mogelijk tussen verdeelsleutel en frictiekosten. Hooguit worden frictiekosten sneller inzichtelijk door het werken met gedifferentieerde normbedragen. Voor het overige moeten frictiekosten per geval worden bezien. Het advies van de werkgroep laat zien dat er wel mogelijkheden zijn voor flexibilisering van de bestaande GR. Deze adviezen kunnen betrokken worden bij de aanpassing van de bestaande GR Soweco. Dit is echter pas in een latere fase aan de orde. Effecten: Op basis van alle genoemde stukken moet nu tot een afweging van voor- en nadelen gekomen worden, allereerst t.b.v. de behandeling in het DB Soweco, en daarna om de officiële openbare besluitvorming in gang te zetten. Hiervoor sluiten wij aan bij de in eerdere stukken genoemde uitgangspunten die gesteld zijn ten aanzien van de uitvoering van de WSW. Criterium Uitvoering via Soweco Lokale uitvoering i.s.m. Hellendoorn. Zo lokaal mogelijk (dicht bij huis) Zo regulier mogelijk werken (werken aan door- en uitstroom) Binding met bedrijfsleven, zowel voor opdrachten als t.b.v. uitstroom Redelijk geborgd, mits huidige vestigingen Multipack blijven bestaan (risico bij bezuinigingen bedrijfsvoering) Resultaten Soweco t.a.v. door- en uitstroom al jarenlang teleurstellend (o.a. weinig BW). Wil het nu "helemaal anders" doen, maar geeft (nog) niet aan hoe. Weinig binding met lokale bedrijven. Soweco staat minder goed bekend. Loopt opdrachten mis en/of laat soms kansen onbenut. Huidige vestigingen zijn uitgangspunt in startfase. Op termijn wellicht naar andere gebouwen, maar wel binnen ons lokale werkgebied. Goede ervaringen van lokaal re-integratiebedrijf met hoge uitstroom t.a.v. moeilijke doelgroepen, zoals Wajong, WWB en WAO. Kent SWdoelgroep vanuit eerdere ervaringen (werkleiding Multipack). Lokale re-integratiebedrijf beschikt over uitstekend netwerk met plaatselijke bedrijfsleven, staat goed bekend. Opmerkingen Op termijn zal wel efficiency-vraag gaan spelen over aantal locaties, ivm voorziene krimp van het aantal SW'ers. Lokale bedrijf heeft goede visie op uitstroom, passend in nieuwe wetgeving (WWnV). Moet dit t.a.v. de SW-doelgroep in de praktijk nog wel bewijzen (maar dat geldt ook voor Soweco). Bij lokale uitvoering kan sneller worden ingespeeld op concrete plaatsingsmogelijkheden van bedrijfsleven.

- 7 - Eenvoudige structuur, weinig overhead Sturingsmogelijkheden voor gemeente, flexibiliteit in uitvoering Uitvoering zoveel mogelijk binnen de rijkssubsidie (daalt naar 22.000,- per AJ m.i.v. 2015). Zekerheid bieden aan de SWwerknemers Structuur complex (blijft ook zo in nieuwe plannen), overhead te groot (daarom nu veel saneren) en veel leegstand. Beperkte mogelijkheden binnen huidige GR. Lokale initiatieven en opdrachten worden niet beloond (o.a. ten aanzien van begeleid werken) Binnen bestaand takenpakket (= fase 1) komt Soweco in 2017 uit op 26.000,- per AJ. Door toevoeging nieuwe taken (= fase 2) wordt verdere daling tot 24.000,- mogelijk geacht. Blijven bij Soweco geeft minder onrust bij SW'ers. Lokale re-integratiebedrijf is flexibel, maar wel klein. Zeer beperkte overhead en weinig "eigen" gebouwen, omdat meer werk bij bedrijven is ondergebracht. In lokale uitvoering meer sturingsmogelijkheden voor gemeente. Goede ervaringen bij uitvoering WWB doortrekken naar doelgroep SW.. Op basis voorlopige begroting komt locale uitvoering uit op afgerond 25.000,- per AJ in 2014, dalend naar 22.000,- a 23.000,- per AJ in 2017 ( = nagenoeg budget-neutraal, binnen rijkssubsidie). Uittreding geeft meer onrust bij zittende SW'ers. Kan voorkomen door afgeven werkgarantie via gemeente + zo geruisloos mogelijke overdracht. Bij keuze voor locale uitvoering, de tijd tot 2014 benutten voor ontwikkeling van de locale infrastructuur Aanloopkosten t.l.v. herstructureringsgelden. Bij keuze voor blijven bij Soweco, dan sturen op flexibilisering verdeelsleutel. Verder - ongeacht wie uitvoerder is - nieuwe plaatsingen zoveel mogelijk direct via BW invullen. In geval van locale uitvoering moet afkoopsom uittreding worden betaald, zie advies Langedijk. Nader onderzoek overname ambtelijk personeel (niet- SW) in overleg met lokale externe partner. Met betrekking tot de financiële aspecten wordt verder nog het volgende opgemerkt. Op basis van de voorlopige financiële gegevens is een berekening gemaakt waarin naast elkaar zijn gezet: meerjarenprognose Soweco op basis huidige begroting 2012; meerjarenprognose Soweco op basis van nieuwe meerjarenplan, uitsluitend fase 1 (uitgaande van 26.000,- per AJ in 2017); meerjarenprognose lokale uitvoering op basis voorlopige begroting gemeente Hellendoorn. De incidentele afkoopsom i.g.v. uittreden van de gemeente Hellendoorn uit Soweco. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat het hierbij gaat om een overzicht op basis van de voorlopige cijfers, omdat de concept-begroting voor de lokale uitvoering nog nader bezien wordt (incl. second opinion). Verder wordt opgemerkt dat ook de nieuwe meerjarenraming van Soweco nog diverse niet doorgerekende risico's kent, zoals de gevolgen van sanering voor zittend personeel (niet-sw) en de financiering van leegstaand onroerend goed. In de volgende (openbare) eindrapportage kunnen meer definitieve cijfers worden gebruikt, zodat op basis daarvan een goede afweging kan plaatsvinden. Voor wat betreft de incidentele kosten kan gebruik gemaakt worden van de mogelijke herstructureringsbijdrage van het rijk. Zoals bekend is op basis van het aantal AJ's voor de gemeente Hellendoorn een rijksbijdrage mogelijk van totaal ruim 813.000,- die in meerdere tranches zal worden uitbetaald. Planning: Zoals bekend moet i.v.m. de aanvraag voor herstructureringsgelden (uiterlijk 30/4/2012) uiterlijk begin maart een collegestandpunt worden ingenomen over de toekomstige uitvoering WSW in onze gemeenten, c.q. de toekomst van Soweco. De besluitvorming hierover moet uiterlijk in april door de gemeenteraden worden afgerond. Financiële consequenties:

- 8 - In de gemeentebegroting van Hellendoorn is rekening gehouden met een structurele gemeentelijke bijdrage in de uitvoering van de WSW van 430.000,- (inclusief kosten ex- Larcom). Incidenteel is voor 2012 een bedrag van 100.000,- bijgeraamd voor de meerkosten, gedekt uit het Participatiefonds. Mede op basis van de te nemen beslissingen omtrent toekomst Soweco zal bij de eerstvolgende begroting worden bezien in hoeverre nog extra middelen voor 2013 moeten worden vrijgemaakt, gezien de huidige tekorten bij Soweco en het feit dat eventuele uittreding uit Soweco op zijn vroegst m.i.v. 2014 kan worden gerealiseerd. Voor de langere termijn vinden wij dat als uitgangspunt moet worden genomen dat kosten voor uitvoering van de WSW in de gemeente Hellendoorn structureel op zijn minst binnen de huidige raming van 430.000,- moet blijven, en dat de uitdaging moet zijn om deze vanaf 2017 te kunnen verlagen. Personele consequenties: Uiteraard heeft een eventueel besluit tot uittreding uit Soweco en het organiseren van een locale uitvoering van de WSW personele consequenties. Voor wat betreft de SW-medewerkers van onze gemeenten wordt er van uitgegaan dat hun SW-aanstelling door onze beide gemeenten wordt overgenomen. Op grond van de wet is de gemeente hier rechtstreeks verantwoordelijk voor. Ten aanzien van overige personeelsleden van Soweco (begeleiding, staf e.d.) zal dit afzonderlijk bezien moeten worden, afhankelijk van de functie van betrokkenen. Een gangbaar uitgangspunt is "mens volgt werk", maar uitgaande van de keuze om de lokale uitvoering zoveel mogelijk bij een externe partij neer te leggen zal dit met hen nader besproken moeten worden. Communicatie: Vooralsnog géén communicatie naar buiten, i.v.m. behandeling in een besloten commissievergadering, en de gevoelige materie in verband met de kwetsbare doelgroep. Behandeling in openbaarheid vindt plaats nadat er een overleg is geweest tussen het bestuur van de GR en de directie van Soweco en nadat de directie van Soweco de medewerkers heeft geïnformeerd.

Besluit B en W 12BW00076 Nummer 12INT00347 Datum vergadering: Gemeente Hellendoorn 14 februari 201 2 Onderwerp: Besluitvorming toekomstige uitvoering WSW / toekomst Soweco Advies: 1. Kennis nemen van de verschillende uitgebrachte rapporten in het kader van onderzoek toekomstige uitvoering WSW / toekomst Soweco, en de portefeuillehouder ten behoeve van de vergaderingen in het DB Soweco de volgende uitgangspunten mee te geven: a. Vastte stellen dat het meerjarenplan Soweco 2013-2017 niet voldoet aan de door het DB Soweco gestelde opdracht, en dat het niet in het gemeentelijk beleid past om extra taken m.b.t. AWBZ dagbegeleiding, WWnV en WMO toe te wijzen aan Soweco. b. In te stemmen met de voorgestelde werkwijze t.a.v. frictiekosten bij uittreding, zoals beschreven in het rapport van bureau Langedijk, en hierover het standpunt van het DB Soweco af te wachten. 2. Opdracht te geven tot een nadere analyse van de opgestelde begroting voor de lokale uitvoering van de WSW, onder meer door een second opinion via een externe deskundige. 3. Na afronding van de besluitvorming in het DB Soweco te komen tot een definitief voorstel voor behandeling in de gemeenteraad, rekening houdend met de adviezen van de raadscommissie, omtrent lokale of regionale uitvoering van de WSW (te behandelen in de commissie van maart en gemeenteraadsvergadering van april 2012). 4. Na deze definitieve besluitvorming zorg te dragen voor het aanvragen van de herstructureringsbijdrage en het treffen van voorbereidingen voor de nieuwe uitvoering van de WSW (hetzij regionaal, hetzij lokaal). Besluit: GEWIJZIGD BESLUIT: 1. Kennis nemen van de verschillende uitgebrachte rapporten in het kader van onderzoek toekomstige uitvoering WSW / toekomst Soweco, en de portefeuillehouder ten behoeve van de vergaderingen in het DB Soweco de volgende uitgangspunten mee te geven: a. Vast te stellen dat het meerjarenplan Soweco 2013-2017 niet voldoet aan de door het DB Soweco gestelde opdracht, en dat het niet in het gemeentelijk beleid past om extra taken m.b.t. AWBZ dagbegeleiding, WWnV en WMO toe te wijzen aan Soweco. b. In te stemmen met de voorgestelde werkwijze t.a.v. frictiekosten bij uittreding, zoals beschreven in het rapport van bureau Langedijk, en hierover het standpunt van het DB Soweco af te wachten. 2. Opdracht te geven tot een nadere analyse van de opgestelde begroting voor de lokale uitvoering van de WSW, onder meer door een second opinion via een externe deskundige. 3. Na afronding van de besluitvorming in het DB Soweco te komen tot een definitief voorstel voor behandeling in de gemeenteraad, rekening houdend met de adviezen van de raadscommissie, omtrent lokale of regionale uitvoering van de WSW (te behandelen in de commissie van maart en gemeenteraadsvergadering van april 2012). 4. Na deze definitieve besluitvorming zorg te dragen voor het aanvragen van de herstructureringsbijdrage en het treffen van voorbereidingen voor de nieuwe uitvoering van de WSW (hetzij regionaal, hetzij lokaal). 5. De voorkeur wordt uitgesproken voor de lokale uitvoering van de WSW, boven het blijven participeren in de GR Soweco, en daarbij als uitgangspunten te bepalen: Afkoopsom conform advies bureau Langedijk tot maximaal het gestelde bedrag, mits op basis van finale kwijting, en de opmerking dat deze verminderd kunnen worden in geval van overname van lopende verplichtingen t.a.v. gebouwen of personeel voor de lokale uitvoering. Te kiezen voor uitvoering in samenwerking met de gemeente Rijssen-Holten, aansluitend op de bestaande samenwerking ten aanzien van reïntergratie en invoering WWnV. Met nadruk wordt opgemerkt dat deze voorlopige richting nader uitgezocht wordt en ter advisering aan het college wordt voorgelegd. bajz! 2.wpd/TOEKOMSTSOWECO.DOC

RAPPORT ONDERZOEK LOKALE UITVOERING WSW IN DE GEMEENTEN RIJSSEN-HOLTEN EN HELLENDOORN. 1. Aanleiding / opdracht In de raadsvergaderingen van 13 en 15 december 2011 hebben de gemeenteraden van Hellendoorn en Rijssen-Holten unaniem een gelijkluidende motie aangenomen die oproept tot het doen van onderzoek naar de mogelijkheden voor een zelfstandige, lokale uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), mogelijk in samenwerking met de buurgemeente. Deze moties zijn een rechtstreeks gevolg van de op 30-11-2011 gehouden informatieavond voor de 6 gemeenteraden over de toekomst van SOWECO. De moties hebben een rol gespeeld bij de besluitvorming binnen het Dagelijks Bestuur van SOWECO op 15 en 19 december 2011, waarin verschillende opdrachten voor vervolgonderzoeken zijn gegeven, die allemaal uiterlijk 31-1-2012 moesten worden afgerond. Naast deze regionale opdrachten is lokaal onderzoek gedaan naar de lokale uitvoeringsmogelijkheden Wsw, conform de moties van de gemeenteraden. Gelet op de eensluidende moties lag het voor de hand dit onderzoek gezamenlijk op te pakken. Hiervoor is een plan van aanpak opgesteld met dezelfde rapportage-datum. Het onderzoek is in de maand januari 2012 uitgevoerd. Over de resultaten hiervan wordt nu middels één gelijkluidend rapport gerapporteerd. De colleges van B&W kunnen de uitkomsten hiervan betrekken bij de besluitvorming omtrent de toekomst van SOWECO. 2. Achtergrond De werkwijze ten aanzien van de Wsw verandert. Het aantal Arbeidsjaren (AJ) gaat sterk terug en de nadruk komt steeds meer te liggen op werken in een gewone werkomgeving. Alleen voor de categorie "beschut werken" blijft een beperkte voorziening in stand. De andere categorieën zullen veel meer in gewone werkomgevingen geplaatst moeten worden, met een overgangsrecht voor de zittende populatie. Daarbij zal mogelijk sprake zijn van subsidiëring. Door de invoering van de wet "Werken naar vermogen" komt de bemiddeling voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt in één hand te liggen, die van de gemeente. Of de gemeente dat dan zelf doet of uitbesteed, is een uitvoeringsvraag. In het kader van onderzoek naar de toekomst van SOWECO (gezien bovenstaande wettelijke ontwikkelingen), is de vraag gesteld of er een lokaal alternatief zou kunnen zijn voor de uitvoering, namelijk buiten de huidige gemeenschappelijke regeling die door SOWECO wordt uitgevoerd. Dit rapport is een verslag van het onderzoek dat daarnaar is uitgevoerd. 3. Beleidsoverwegingen 3.1 Inleiding Bij het overwegen van de mogelijkheid om de gemeenschappelijke regeling SOWECO te verlaten, wordt uitgegaan van de huidige stand van zaken (een praktische benadering). Principieel is het juister om op grond van beleidsoverwegingen tot een keuze te komen en mogelijke oplossingen daar aan te toetsen. In deze notitie wordt dat als uitgangspunt gekozen. 3.2 Uitgangspunten Uitgangspunt van de Wet op de sociale werkvoorziening is om de mensen zo regulier mogelijk in te zetten. De doelgroep is een kwetsbare groep mensen, en dat brengt een aantal andere beleidsuitgangspunten met zich mee. De optelsom van uitgangspunten is de volgende: Het is het beste om zo lokaal mogelijk te werken, zoveel mogelijk in de eigen omgeving. Om voor deze doelgroep werk te organiseren dat voldoet aan hun mogelijkheden, is binding met het lokale bedrijfsleven van groot belang. Eenvoudige structuur, geringe overhead, sturingsmogelijkheden per gemeente. Zekerheid: geleidelijke overgang naar nieuwe situatie, waarin oplossing wordt geboden voor alle zittende SW-ers, zowel beschut als niet beschut. 1

Zoveel mogelijk sturen op doorstroom en uitstroom, resulterend in nieuwe plaatsingen bij bedrijven. Risico's voor de gemeente minimaliseren (uitvoering zo mogelijk binnen rijkssubsidie).

3.3 Uitwerking 3.3.1. Dienstverband Het uitgangspunt zekerheid is in de wet vastgelegd in die zin, dat de verantwoordelijkheid voor de geplaatste SW-geïndiceerde mensen altijd bij de gemeente blijft. Ook als door aanwijzing of uitbesteding een andere organisatie de uitvoering verzorgt, blijft de verantwoordelijkheid bij de gemeente. In feite is het alsof de Wsw-ers bij de gemeente in dienst zijn. Vanuit het uitgangspunt van zekerheid, geeft een dienstverband bij de gemeente de mensen ook de meeste zekerheid. 3.3.2. Lokaal werken Zo lokaal mogelijk werken betekent dat werk in de buurt gezocht wordt of dat transport van materialen plaatsvindt. Daarnaast is het een gegeven dat organisaties meer bereid zijn mensen met een beperking in te zetten als deze uit de directe nabijheid van de organisatie komen. Hoe verder weg, hoe minder bereidheid. In het begrip "naoberschap" is dit goed weergegeven. Om aan deze aspecten tegemoet te komen, moet een uitvoeringsorganisatie een uitstekende binding hebben met zoveel mogelijk lokale werkgevers. Zichtbaarheid binnen de gemeente is daarvoor ook van belang. 3.3.3. Zo regulier mogelijk werken Dit wettelijke uitgangspunt is uitgewerkt in het doel om zoveel mogelijk mensen te begeleiden naar zo normaal mogelijk werken. Daarvoor moet de uitstroom (plaatsing in regulier werk) worden bevorderd. Dat kan alleen als daar zeer actief mee wordt omgesprongen. Vanuit de benadering van de vier categorieën betekent dat interne doorstroming van de minste categorie naar de volgende en uiteindelijk uitstroom naar begeleid werken of zelfs een regulier contract. De categorieën zijn: 1. Beschut werken (buiten en binnen) 2. Groepsdetachering 3. Individuele detachering 4. Begeleid werken De theorie geeft aan dat vanuit iedere categorie je naar een volgende categorie kan gaan, maar niet meteen meer stappen kunt zetten. Daarom is een doorstroom nodig om ook de uitstroom te kunnen bewerkstelligen. 3.3.4. Flexibiliteit De arbeidsmarkt vraagt flexibiliteit. Hoewel de doelgroep er juist een is met beperkingen, is het toch nodig om binnen de gegeven mogelijkheden, zo flexibel mogelijk te kunnen werken. Een kleinere organisatie met overzicht over medewerkers, mogelijkheden, opdrachten, en andere aspecten, geniet daarom de voorkeur boven een grotere, in zekere mate gebureaucratiseerde organisatie. 4. Werkwijze Er zijn veel gesprekken gevoerd, met de ambtelijke organisatie, met lokale werkgevers en met deskundigen. Langzaam is uit deze gesprekken een beeld naar voren gekomen dat het mogelijk is om een alternatief te organiseren. Daarbij is het beeld verschoven van het zoeken van meerdere uitvoerders voor verschillende groepen SW-ers naar het werken met één uitvoerder die bereid is en in staat wordt geacht om de hele doelgroep op te nemen. Van die uitvoerder wordt verwacht dat die, met behulp van het lokale netwerk met bedrijven en instellingen, naast de dagelijkse werkbegeleiding ook werkt aan door- en uitstroom naar zo mogelijk regulier werk of zonodig onderuitstroom naar dagopvang. Om deze reden zijn in dit stadium nog geen afzonderlijke gesprekken met andere instellingen, dagverblijven e.d. gevoerd. Vanzelfsprekend is aanvullend nog werk nodig om zaken verder in te vullen, om vragen te beantwoorden en om de zaken te gaan regelen. Dit komt pas aan de orde na de besluitvorming in de raad. 3

5. Huidige opbouw Op dit moment ziet de opbouw er zo uit: Groen (SOWECO) Multipack (SOWECO) Overigen (SOWECO) Elders (niet SOWECO) RH H RH H RH H RH H Beschut werken 25 35 45 68 20 35 3 14 Groepsdetachering 18 11 1 4 25 21 1 - Individuele deta. 6 2 - - 17 20 1 - Begeleid werken 9 1 1-2 - 9 6 Uit de totaalverdeling blijkt dat er een duidelijk kwalitatief verschil is in de opbouw van de aantallen per indicatie. Uit de in zijn totaliteit zwaardere indicering van de mensen uit Hellendoorn, volgt dat het inverdienvermogen kleiner is en dat verklaart ook de verschillen in de eerste opgestelde begrotingen. De hogere loonsom in Rijssen-Holten wordt meer dan gecompenseerd door het hogere inverdienvermogen. Totaalverdeling SW-ers met dienstverband bij SOWECO: Rijssen-Holten Hellendoorn Beschut werken 53,25 % 70,05 % Groepsdetachering 26,04 % 16,59 % Individuele detachering 13,61 % 10,14 % Begeleid werken 7,10 % 3,23 % In eerste opgestelde begrotingen zijn de financiële gegevens opgenomen van de SW-ers die bij SOWECO in dienst zijn. 6. Visie op uitstroom Een rode draad in de ontwikkelingen met betrekking tot de Wsw van de afgelopen jaren is dat de SW-bedrijven zich meer moeten richten op doorstroming van SW-medewerkers richting reguliere arbeidsplaatsen in het bedrijfsleven. Daarom is onder meer het begeleid werken ingevoerd, waarbij SW-ers géén aanstelling meer hebben bij een SW-bedrijf (met de CAO-WSW), maar een aanstelling bij reguliere bedrijven. De voorgenomen nieuwe wetgeving (per 1-1-2013) gaat een stuk verder, en leidt tot een drastische krimp van de sociale werkvoorziening in de komende jaren, wat zich vertaalt in een dalende taakstelling. Nieuwe instroom (indien al haalbaar) is alleen mogelijk voor wie aangewezen is op beschutte arbeid. Gedurende de (langdurige) afbouwperiode blijven de gemeenten nog wel te maken houden met de overige categorieën, samengevat onder "niet-beschut". Mede gezien de dalende rijkssubsidie per AJ is bevordering van uitstroom naar reguliere banen en zoveel mogelijk gebruik maken van de vorm van begeleid werken voor de toekomst van groot belang. Er is een groot verschil in de inschatting van mogelijke uitstroom door SOWECO en de gemeenten Hellendoorn en Rijssen-Holten. Het standpunt van SOWECO is dat uitstroom moeilijk is, ook naar begeleid werken. Zij stellen dat noch de werkgever, noch de werknemer er belang bij heeft om over te stappen. De werkgever wil het risico bij SOWECO laten en wel gemakkelijker meewerken aan detachering, maar niet aan begeleid werken, omdat de betreffende persoon dan bij hen in dienst treedt. De werknemer verlaat niet graag de Wsw CAO, omdat deze gunstig is en hoge inschaling kent. De praktijk van de afgelopen jaren bevestigt dit standpunt van SOWECO, gezien het geringe aantal personen dat is uitgestroomd naar begeleid werken (voor Rijssen-Holten 7 - waarvan 5 volledig op eigen initiatief van de gemeente - en voor Hellendoorn 6). Ook afgezet tegen landelijke prestaties blijft de realisatie van begeleid werken bij SOWECO fors achter. Opgemerkt wordt dat dit mede veroorzaakt wordt door de bedrijfsvoering van SOWECO, waarbij diverse SW-ers intern als voorman zijn aangesteld, die vervolgens voor de continuïteit van de productie niet gemist kunnen 4

worden en qua salaris zodanig zijn gegroeid dat dit belemmerd werkt voor uitplaatsing richting het reguliere bedrijfsleven. Het standpunt van de gemeenten Hellendoorn en Rijssen-Holten is tegenovergesteld. Uit de praktijk blijkt dat de samenwerking met bedrijven die gespecialiseerd zijn in het begeleiden van mensen naar werk wel tot positieve resultaten leidt. Door het hebben van goede contacten met het (plaatselijk) bedrijfsleven worden ook in een economisch mindere tijd mensen uit de doelgroepen WWB, WIA en WAJONG in regulier werk geplaatst. Uit de aanbestedingen voor re-integratie van deze doelgroepen is het re-integratiebedrijf REACT Twente naar voren gekomen, waarmee de gemeenten Hellendoorn en Rijssen-Holten een overeenkomst hebben gesloten. Deze instelling heeft de afgelopen jaren goede ervaringen opgedaan middels samenwerking met lokale bedrijven, wat tot goede uitstroom-resultaten heeft geleid. Gelet daarop en mede op basis van de gemeentelijke contacten met het lokale bedrijfsleven (zie ook hieronder in 7.5.) achten beide gemeenten een gemiddelde door- en uitstroom van 6% (exclusief natuurlijke uitstroom van 4 %) per jaar als realistisch. De doorstroom en uitstroom betekent dat de inverdiencapaciteit verhoogd wordt. Gelet op het bovenstaande vinden de gemeenten Hellendoorn en Rijssen-Holten het gewenst om de uitvoering van de Wsw onder te brengen bij een - nader te selecteren - re-integratiebedrijf. 7. Inzicht in lokale plaatsingsmogelijkheden Plaatsingen dienen zo regulier mogelijk uitgezet te worden. Ingeschat wordt dat niet iedereen in de reguliere arbeidsmarkt zijn werkplek zal vinden. Ook het werken op een beschutte werkplek zal blijven bestaan. Voor het lokaal plaatsen van mensen die nu nog bij SOWECO werken wordt gedacht aan de volgende soorten plaatsingen: Plaatsingen in het groen (beschut buiten) Plaatsingen in Multipack (beschut binnen) Overige plaatsingen in beschutte omgeving Detacheringen Plaatsingen bij reguliere werkgevers (begeleid werken) 7.1. Groen (openbaar groen en sportvelden) over naar de gemeente De groep die werkzaamheden in het groen uitvoert voor de gemeente Hellendoorn, is 60 personen groot. Daarvan zijn er 44 afkomstig uit de gemeente. Er zijn nog 4 mensen uit de gemeente Hellendoorn actief in de ploeg groen in Rijssen-Holten. De groep die werkzaamheden in het groen uitvoert voor de gemeente Rijssen-Holten, is ook 60 personen groot. Daarvan zijn er 51 afkomstig uit de gemeente. Er zijn nog 7 mensen uit de gemeente Rijssen-Holten actief in het groen bij andere gemeenten. Bij overname van de groep groen, moet hier rekening mee worden gehouden. Het is een goede mogelijkheid om de groep groen in beide gemeenten over te nemen. Daarbij is het verstandig alles over te nemen zoals het is en geen veranderingen te stapelen. Zowel niet voor deze groep als voor de mensen die al in de buitendienst groen werken. Hiermee wordt onderbrenging bij particuliere hoveniersbedrijven niet uitgesloten, alleen zien we dat als mogelijkheid die voor de langere termijn onderzocht kan worden. Het uit SOWECO halen van alleen deze groepen groen brengt met zich mee, dat SOWECO financieel niet meer profiteert van deze inkomsten en deze kosten zullen dan via de uitvoerende organisatie als verlies terugkomen (frictiekosten). Als de gemeenten deze groepen overnemen, moeten zij zorgen voor adequate afhandeling van zaken en begeleiding. Dit is specialistisch werk. Het is aan te bevelen alle benodigde diensten in te kopen bij een gespecialiseerde organisatie, liefst een organisatie die gericht is op uitstroom en begeleiding. Daarmee wordt afgestapt van onze oorspronkelijke gedachte van integratie van de SW-ers in de eigen gemeentelijke organisatie, en kiezen we voor onderbrenging van de uitvoering bij een nog te selecteren (re-integratie)bedrijf. Hierbij worden in ieder geval vooralsnog de huidige werkleiding (Wsw-ers) gehandhaafd en wordt uitgaan van voortzetting van het gebruik van de bestaande gebouwen. 5

7.2. Mogelijkheden overnemen deel Multipack Ook deze groep kan in zijn totaliteit overgenomen worden. Deze groep vraagt meer aandacht dan de groep die werkzaam is in het groen. De inverdiencapaciteit is ook beduidend lager. Er is dan ook een (fictief) tekort in 2012 op deze groep dat voor een klein (onbekend) deel gecompenseerd wordt door inkomsten. De inkomsten zijn niet uitgesplitst over de verschillende hallen en werkzaamheden van SOWECO zelf. De huur van de hallen en de kosten van de onroerende goederen zijn meegenomen in de berekening. Uitgangspunt is ook hier het zo geruisloos mogelijk overnemen en vooralsnog uitgaan van de bestaande locaties in Nijverdal en Rijssen. Over de bedrijfsleiders van deze beide vestigingen (niet-sw-personeel) zullen t.z.t. afzonderlijke afspraken gemaakt moeten worden met de nog aan te wijzen uitvoerende instelling. Overigens wordt in dit verband opgemerkt dat het re-integratiebedrijf REACT Twente enkele jaren geleden op verzoek van SOWECO de groep die in Multipack Nijverdal en Rijssen werkt heeft begeleid. 7.3. Mogelijkheden opvang overige SW-ers in beschutte omgeving. Het gaat hierbij om de groep SW-ers die nu bij SOWECO werkzaam is, bij afdelingen als atelier, kabelconfectie, catering, printassemblage en techniek. De nieuwe partner zal ook deze mensen een werkplek moeten bieden en in staat zijn om met hen te werken aan of verbetering in de omstandigheden of als uiterste uitstroom naar dagactiviteiten. Dit kan onder andere door in overleg te treden met aanbieders van dagactiviteiten in de gemeente. Wij zien dit als mogelijke vervolgstappen in een latere fase, en hebben daarom in dit stadium nog geen gesprekken gevoerd met deze instellingen. Door ontbreken van gegevens van SOWECO is het niet mogelijk in de eerste opgestelde begrotingen meer te berekenen dan de loonsom. SOWECO kan niet alle mogelijke scenario's doorrekenen en kosten en baten van die scenario's berekenen. 7.4. Detacheringen (groeps- en individuele detacheringen). Het gaat hierbij om de SW-ers die nu via SOWECO elders werkzaamheden verrichten, met name de mensen die gedetacheerd bij reguliere bedrijven (b.v. Asito) of aan SOWECO gelieerde verzelfstandigde bedrijven (b.v. Sowecare). Er van uitgaande dat deze mensen hun werkzaamheden naar tevredenheid verrichten, is er geen aanleiding om hun tewerkstelling op korte termijn te wijzigen. Wij geven voorkeur aan een geleidelijke overgang naar de nieuwe situatie, waarbij de dienstverbanden en begeleiding elders komen te liggen, maar dit niet noodzakelijkerwijs ingrijpen in werkzaamheden en plaats van werk hoeft te betekenen. Bijkomend argument is dat het voorlopig handhaven van deze detacheringen ook ongewenste gevolgen bij b.v. Sowecare voorkomt. Dit neemt niet weg dat deze personen door actieve begeleiding uiteindelijk kunnen doorstromen naar een andere categorie. Gelet op de daling van de rijkssubsidie zijn extra inspanningen noodzakelijk om tot door- en uitstroom te komen. 7.5. plaatsingen bij bedrijfsleven (begeleid werken). Uitstroom uit de Wsw wordt voornamelijk gerealiseerd via begeleid werken. Zoals aangegeven is het aantal begeleid werkers bij SOWECO tot dusver erg laag, waarbij de goede SW-rechtspositie soms een belemmering is. Om die reden is het interessant in de toekomst ook te kijken naar rechtstreekse plaatsingen vanaf de wachtlijst naar begeleid werken (uiteraard voor zover er ruimte is in de SW-taakstelling en de betreffende kandidaten ook geschikt zijn voor begeleid werken). In dit verband wordt geattendeerd op de recente contacten van beide gemeenten met het plaatselijk bedrijfsleven, in het licht van de WWnV. Daaruit blijkt dat onze gemeenten beschikken over een prima werkgeversklimaat. In de eerste gesprekken die met werkgeverskringen zijn gevoerd, worden positieve signalen vanuit het bedrijfsleven ontvangen. Zij willen vorm geven aan hun maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid. Aandachtspunt in deze bereidheid is het punt van ontzorgen. Werkgevers zitten niet te wachten op administratieve rompslomp en de begeleiding van een werknemer met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Dit moet dus geregeld worden/zijn. 6

Een ondersteunende en begeleidende functie kan door de gemeente geregeld worden via een opdrachtrelatie met een re-integratiebedrijf, waarin tevens het verzorgen van het werkgeverschap voor de SW-medewerkers betrokken kan worden. 8. Juridische gevolgen 8.1: al dan niet overnemen dienstverbanden Er is veel gesproken over de consequenties van het overbrengen van de dienstverbanden naar een externe organisatie. Wat er ook gebeurt, de gemeente blijft onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de geplaatste SW-geïndiceerden. Het elders onderbrengen van de dienstverbanden heeft dan ook geen verplaatsing van risico tot gevolg, de gemeente blijft onder alle omstandigheden verantwoordelijk. Bijkomend argument is dat als een externe organisatie de begeleiding onvoldoende uitvoert, te weinig uitstroom organiseert of te weinig inverdient, deze gemakkelijker vervangen kan worden door een andere partij als de dienstverbanden niet bij hen zijn ondergebracht. Daarnaast hebben we (nog) geen externe organisatie gevonden die bereid is de dienstverbanden over te nemen. Dit betekent dat in geval van uittreding uit de GR SOWECO, de gemeenten Hellendoorn en Rijssen- Holten het formele werkgeverschap t.a.v. de SW-ers overnemen. Echter, alle P&O-taken hiervoor kunnen worden uitbesteed aan een externe partij. Uitgangspunt voor het uitbesteden van de uitvoering van de Wsw is om alle werk aan één partij uit te besteden. Van instroom tot uitstroom, van administratie tot begeleiding. Alle uitvoering in één organisatie. Alleen de eindverantwoordelijkheid blijft bij de gemeente, en dat is nu ook zo, maar dan via de GR. 8.2.: europees aanbesteden of aanwijzingsbesluit Uit besprekingen is gebleken dat de uitbesteding van alle activiteiten (diensten) die voor uitvoering van de Wsw nodig is, boven de norm voor europees aanbesteden komt. Een aanbestedingsprocedure is tijdrovend en administratief bewerkelijk: na een goede definitie van wat er aanbesteed wordt, vergt dit ruim 72 dagen doorlooptijd. Specifiek voor de Wsw wordt in de wet een alternatief voor openbare aanbesteding genoemd, namelijk het nemen van een aanwijzingsbesluit op basis van een meervoudige onderhandse procedure van aanbiedingen uit een beperkte kring van bedrijven die voldoen aan de daarbij gestelde criteria (organisaties die in hoofdzaak gericht zijn op het bieden van beschut werk). Dit kan een goede mogelijkheid zijn. De verwachting is dat er maar een enkele partij zich zal melden bij aanbesteding, de eisen zijn sterk lokaal gedefinieerd bijvoorbeeld uitstekende relaties met de plaatselijke ondernemers, de doelgroep goed kennen, de gemeente kennen, enzovoorts. 9. Kostenbegroting In de gesprekken met het bedrijfsleven is langzaam het beeld ontstaan dat een totale overgang naar een andere organisatie veruit te verkiezen lijkt boven een gedeeltelijke. Daarvoor is mede op basis van aangereikte gegevens (benodigde begeleiding, stafwerkzaamheden, contacten met werkgevers, werkomgeving en dergelijke) een eerste begroting opgesteld. Uitgangspunten daarbij zijn: een natuurlijk verloop van 4% doorstroom en uitstroom van gemiddeld 6% per jaar, waarvan het effect pas doortelt in de begroting van het daaropvolgende jaar. opbouw van inverdiencapaciteit afhankelijk van categorie naar 1,20 per uur (beschut werken) tot 17 per uur (begeleid werken). Handhaving bestaande locaties Een zo geruisloos mogelijke overname (uitgaan van b.v. huidige gebouwen) Nadere afspraken over al dan niet overnemen van niet SW-personeel. Frictiekosten niet meenemen in deze begroting 10. Beleidsmatige afwegingen 10.1. Beleidsmatige overwegingen en koers De hiervoor in par. 3 uitgewerkte uitgangspunten leiden tot een bepaalde koers. 7

Wat betreft het dienstverband, lijkt het logisch om dit aan te gaan vanuit de gemeente. Dit doet recht aan de verantwoordelijkheid van de gemeente en geeft flexibiliteit bij het bepalen welke organisatie begeleiding en uitstroom verzorgt. Er zijn gemeenten in Nederland die de dienstverbanden zelf aangaan met de geplaatste geïndiceerden, bijvoorbeeld Maastricht. Dit laat onverlet dat de uitvoering toch volledig door een derde partij kan worden uitgevoerd. Voorstel 1: neem de Wsw-ers in dienst bij de gemeente. Bij de uitwerking van de lokale variant wordt gerapporteerd over de juridische consequenties hiervan. Aan de organisatie die begeleiding en uitstroom verzorgt, worden een aantal specifieke kwaliteiten gevraagd. Deze moet zo lokaal mogelijk werken, zeer goed bekend zijn met het lokale bedrijfsleven en ervaring hebben in het begeleiden naar de arbeidsmarkt en het begeleiden van de doelgroep. Tevens mag het geen te grote organisatie zijn, om zo flexibel mogelijk te kunnen werken. SOWECO is een traditionele werkvoorziening die weinig gericht is op uitstroom en daar eerder de nadelen van ziet. Ook is zij groot en daardoor minder flexibel, werkt zij regionaal en is zij minder gericht op al het lokale bedrijfsleven. Voorstel 2: laat een extern (re-integratie)bedrijf alle begeleiding en uitstroom verzorgen, inclusief alle administratieve en andere staf activiteiten. Er zijn twee mogelijke werkwijzes om te bepalen welke externe partij de uitvoerende instelling wordt. Het kan door openbare aanbesteding en door een aanwijzingsbesluit o.g.v. de Wsw. Een aanwijzing mag alleen als het om een organisatie gaat die uitsluitend als doel heeft om de Wsw uit te voeren voor een gemeente. Op grond van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de uitvoering van de Wsw, ligt een aanwijzing voor de hand. Op deze wijze blijft de verantwoordelijkheid zo dicht mogelijk bij de gemeente. Voor welke procedure ook gekozen wordt, een zorgvuldige procedure vergt dat vooraf de opdracht-eisen voor de in te huren partij worden geformuleerd. Voorstel 3: Formuleer het programma van eisen - inclusief de te stel/en voorwaarden voor het overnemen van locaties, personeel e.d. - voor het zoeken naar een externe partij als mogelijk uitvoerende organisatie voor de Wsw van de gemeente Hellendoorn en Rijssen-Holten (als besloten wordt tot uittreding uit SOWECO). Wat betreft werklocaties geven de beleidsuitgangspunten aan om zo lokaal mogelijk te werken. Dit pleit voor het - in ieder geval vooralsnog - in stand houden van de huidige werklocaties in beide gemeenten, zowel voor het groenonderhoud als voor Multipack. Voor gedetacheerden lijkt dat eenvoudig, die houden hun werkplek, voor diegene die bij SOWECO zelf werkzaam zijn, is overleg nodig. Voorstel 4: hou de werklocaties zoveel mogelijk lokaal en laat de mensen zoveel mogelijk werken waar ze nu werken. 10.2. Samenvattend Op grond van de beleidsuitgangspunten wordt - indien wordt besloten tot uittreding uit SOWECO - geadviseerd de volgende beleidslijn te hanteren: 1. Neem de Wsw-ers in dienst bij de gemeente van woonplaats. 2. Zoek een externe partij als mogelijk uitvoeringsorgaan voor de Wsw voor de beide gemeenten. 3. Laat de externe partij alle benodigde activiteiten uitvoeren die nodig zijn om de Wsw toe te passen, de mensen te begeleiden, en op weg te helpen naar de arbeidsmarkt, inclusief alle benodigde stafactiviteiten. 4. Houdt de locaties zoveel mogelijk lokaal en laat de mensen zoveel mogelijk werken waar ze nu werken. 5. Bereidt deze overgang zorgvuldig voor, zoveel mogelijk samen met SOWECO, betrokkenen en de nog te benoemen uitvoerende instelling. 11. Gevolgen voor gemeentelijke organisatie 8

Uitgangspunt is dat alleen de dienstverbanden juridisch bij de gemeente komen te liggen en dat alle werk door een externe organisatie wordt uitgevoerd. De argumentatie hiervoor is, dat het om specialistisch werk gaat dat de gemeente nu niet doet en dus de kennis ook niet in huis heeft. Daarnaast streeft de gemeente naar een kleinere organisatie die meer de regie voert dan zelf uitvoert. Uitbesteden is dan voor de hand liggend. Dit betekent dat de keuze voor een lokale uitvoering van de Wsw weinig organisatorische gevolgen voor de gemeente zelf heeft: geen gevolgen bij de afdelingen groen of P&O. Wel moet nog nader worden geadviseerd over de extra taken van wachtlijstbeheer, plaatsingen begeleid werken, beleidsadvisering, afrekening rijkssubsidie etc. Dit is nu nog niet onderzocht, maar kan worden meegenomen bij het plan van aanpak invoering WWnV voor de beide gemeenten. 12. Larcom (specifiek gemeente Hellendoorn) Een speciaal groepje mensen van de gemeente Hellendoorn werkt nog bij Larcom. Ook zij komen in het voorstel over naar de gemeente. Bij keuze voor dit model zullen in overleg met Larcom nieuwe afspraken worden gemaakt over deze groep. Financieel zijn de kosten voor de hele groep ex-larcommers afgedekt door in de begroting alle loonkosten mee te nemen. 9

13. Risicoparagraaf In deze paragraaf worden de risico's één voor één afgelopen en ingeschat op realiteitswaarde en mogelijke schade, voor zover deze in te schatten zijn. Daarna zal benoemd worden hoe ieder risico vermeden, beperkt, overgedragen of gedekt 1 kan worden. Benoeming van de risico's 1. Uit SOWECO stappen Dit is in de formele zin geen risico, want het is zeker dat uit de GR stappen eenmalige kosten met zich meebrengt. Het uit de gemeenschappelijke regeling (GR) stappen levert een schade op. De omvang daarvan wordt berekend door de GR. Dit risico kan, als gekozen wordt voor lokale uitvoering van de Wsw, niet vermeden worden. Het kan wel beperkt worden door besprekingen te voeren met SOWECO over overname van schade veroorzakende aspecten, zoals gebouwen, medewerkers en roerende goederen. Concreet wordt gedacht aan de huur of eigendom van gebouwen die ingezet worden ten behoeve van de SW-ers in de gemeente, overnemen van roerende goederen in diezelfde gebouwen, overname van personeel dat direct betrokken is bij de begeleiding van SW-ers in de gemeente. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de nog aan te wijzen externe partij die de uitvoering van de Wsw op zich gaat nemen er ook voor zou kunnen kiezen zelf de medewerkers te kunnen selecteren en mogelijk kandidaten af te wijzen als deze niet passen bij de voorgestane andere aanpak. In dat geval zal bekeken moeten worden hoe hiermee omgegaan moet worden. Bij de uitnodiging tot inschrijving voor externe partijen zal hierover een voorwaarde worden opgenomen. Bij bedrijfsovernames is overname van personeel gangbaar, mits deze persoon als geschikt kan worden beoordeeld op basis van het functieprofiel in de nieuwe organisatie. Deze selectie kan grotere kosten veroorzaken dan op grond van standaardmethoden en overgangen verwacht wordt (mens volgt werk). Het restrisico kan niet overgedragen worden. Het restrisico zal dus financieel afgehandeld moeten worden. Zonder nadere besprekingen en onderhandelingen is geen indruk te geven van de omvang. 2. De dienstverbanden onderbrengen bij de gemeente. Hierin is geen ander risico gelegen dan in de huidige situatie. Ook nu is de gemeente verantwoordelijk voor alle gevolgen. Een eventueel risico wordt niet veroorzaakt door een dienstverband op zichzelf, maar door de activiteiten die bij de dienstverbanden horen. Deze komen onder andere risico's tot uiting. Dit risico is niet te vermijden, niet te beperken, niet over te dragen. Dus alleen in te dekken. Dit wordt in de weerstandscapaciteit van de gemeente standaard meegenomen. 3. De begeleiding en alle ondersteunende activiteiten overdragen aan een externe partij. Dit valt uiteen in verschillende deelrisico's. a. De instelling is onvoldoende in staat om deze groei in haar bedrijf te beheersen. Dit is een reëel risico. De organisatie moet zo worden ingericht om alles te doen wat nodig is om begeleiding, ondersteunende activiteiten en doorstroom en uitstroom te realiseren. Een factor die daar positief aan bijdraagt, is de voorbereidingstijd van anderhalf jaar. Dit risico kan niet vermeden worden. Dit risico kan vrijwel volledig beperkt worden door vanaf besluit tot aan 1 januari 2014 (ingangsdatum) een externe adviseur/onderzoeker mee te laten werken aan de voorbereiding. Deze moet de situatie kennen, de materie kennen en inzicht hebben in organisaties, financiën etc. De kosten schatten we in op 50.000,-. Dit wordt dan aangevraagd bij het herstructureringsfonds. Het restrisico is niet over te dragen. Dit restrisico hoeft niet verder financieel gedekt te worden omdat de kans op optreden te klein is door de externe begeleiding. b. De instelling realiseert onvoldoende inverdienvermogen. 1 Dit zijn de vier standaardmethoden om risico's te beheersen, in die volgorde af te lopen. 10

Een aantal jaar geleden heeft het re-integratiebedrijf REACT Twente de vestiging Multipack begeleid. De verdiensten zijn toen verdubbeld in enkele jaren. Deze ervaringen geven aan dat een hogere opbrengst tot de mogelijkheden behoort. Vanzelfsprekend is deze opgave duidelijk groter en staat tegen een achtergrond van economische recessie. Maar deze achtergrond geldt voor iedere organisatie die deze opdracht zou krijgen. Het is dus beter te spreken van het risico dat de inverdiencapaciteit onvoldoende door de markt gedragen wordt. Dit risico is niet te vermijden. Het kan beperkt worden door een actieve marktbenadering en zeer goede relaties met de lokale werkgevers. Verwacht wordt dat dit als opdracht bij een re-integratiebedrijf kan worden neergelegd, en daarmee in goede handen is. Daarmee is dit risico zoveel mogelijk beperkt. Het restrisico is niet over te dragen. En zal dus financieel ingeschat moeten worden. c. De instelling realiseert onvoldoende doorstroom. Dit is het grootste risico in omvang. Het aanpakken van alle mensen in alle categorieën om door te stromen naar een categorie met meer inverdiencapaciteit is de grootste uitdaging die er ligt. Het gaat om een kwetsbare doelgroep, die minder goed dan gemiddeld om kan gaan met veranderingen. Dit vergt het uiterste van de begeleiding. De begeleiding is dan ook cruciaal voor dit proces. Om deze reden wordt verwacht dat een externe partij hoge eisen zal stellen aan de begeleiders en zelf deze begeleiders zal selecteren. Dit is een kritieke succesfactor voor het slagen van deze overgang. Dit risico is niet te vermijden. Dit risico is te beperken. Enerzijds is dat gedaan door van realistische inschattingen (6% per jaar) uit te gaan. Anderzijds is het te beperken door de te verwachten selectieprocedure te accepteren. Dat kan betekenen dat een groter financieel beslag wordt gelegd op de middelen omdat dan méér dan procedureel noodzakelijk is, mensen uit de staf van SOWECO uit moeten stromen. Dit zal gedragen moeten worden door de gemeente. Dit restrisico is niet over te dragen. d. De instelling realiseert onvoldoende uitstroom naar begeleid werken. Ook hier is het risico beperkt door uit te gaan van een realistische uitstroom. Dit is daarna nog een beperkt risico. Vanuit de huidige situatie moeten volgens de eerste opgestelde begroting ongeveer 10 fte uitstromen per gemeente naar begeleid werken in 2018. Dat is een risico van in principe ongeveer 60.000. Dit omdat het gaat om het verschil in inverdieneffect van een individueel gedetacheerde tegenover een begeleid werkende medewerker. Dat verschil is ongeveer 6.000 per fte per jaar. Vermijding kan niet, het gaat om een beperkt risico. Overdragen kan ook niet, dekken wel. e. De instelling realiseert onvoldoende uitstroom naar de AWBZ Dit is een zeer beperkt risico. Momenteel is bekend dat er twee personen per gemeente naar de AWBZ zouden kunnen uitstromen. Dat betekent een risico van enkele duizenden per jaar. Dit risico kan niet vermeden worden, er zijn nu een keer externe partijen bij nodig die een plaatsing moeten realiseren. Het risico kan beperkt worden door inzet van de uitvoerende instelling om plaatsing te realiseren. Het risico kan niet overgedragen worden. Een beperkte afdekking is dan nodig. f. De externe instelling valt om een of andere reden weg als uitvoerder. In dit scenario moet dan snel een andere uitvoerder gevonden worden. Afhankelijk van de termijn waarop dat duidelijk wordt, kunnen adequate maatregelen getroffen worden. Doordat de aanstellingen bij de gemeente liggen, is direct een oplossing te vinden in uitbesteding aan een andere organisatie. Deze zal niet al te moeilijk te vinden zijn in andere bestaande organisaties die uitvoering voor andere gemeenten verzorgen. Hoewel de kans hierop klein is, is dit risico niet te vermijden. Ook is het als risico niet over te dragen, wel is op dat moment de uitvoering over te dragen aan een andere aanbieder. Het restrisico is te dekken. Het gaat dan om de kosten van overdracht aan een andere aanbieder. 4. De Arbeidsjaren en/of de subsidie per AJ lopen harder terug dan verwacht. Dit risico staat los van deze hele operatie en ook los van SOWECO. Het kan niet vermeden, beperkt of overgedragen worden. Er kan alleen een zekere dekking voor genomen worden. De 11

afhankelijkheid van het rijk komt in dit risico volledig tot uitdrukking, omdat ook de gemeentelijke financiering voor het grootste deel door het rijk verzorgd wordt lijkt het zinloos om dit risico mee te nemen. 5. Er komt een overschot aan SW-ers door instroom van andere gemeenten Ook dit is een niet in te schatten risico. In 2012 is er in beide gemeenten een instroom van 3 fte gerealiseerd bij SOWECO door verhuizingen. In een nieuwe situatie is dit wel te vermijden. 6. Reactie van de SW-ers. Dit is een wezenlijk risico. De doelgroep is kwetsbaar en voelt zich daardoor snel bedreigd in haar zekerheden. Dit risico is niet te vermijden, wel zoveel mogelijk te beperken door transparant, duidelijk en eerlijk op te treden. Overdracht van het risico is niet mogelijk, de gemeente is verantwoordelijk voor de geplaatsten. Financiële dekking wordt niet zinvol geacht. Er zou een bedrag opgenomen kunnen worden in de weerstandscapaciteit, maar er is geen zinvolle inschatting van te maken. Zodra er een reactie komt, is het geboden te reageren op adequate wijze. Dat is de enige zinvolle maatregel die zich uit in ureninzet. Afdekking van de restrisico's. Dat is op dit moment nog te vroeg. De vertaling naar een benodigde weerstandscapaciteit komt in een later stadium aan de orde, als ook meer bekend is over de kosten die uitstappen uit de GR met zich meebrengt. Ondertussen is wel in te schatten dat naast een juiste inzet van uren en kwaliteit wordt een beroep gedaan op het herstructureringsfonds van 50.000,- (inzet externe adviseur). Uitgaande van de gemiddelde loonkosten ad 30.000 per AJ en een subsidiebedrag van 22.050 per AJ zou in het extreemste geval het risico 8.000, - per AJ betekenen. Daar deze extreme situatie zeer waarschijnlijk niet aan de orde is, wordt het restrisico ruw ingeschat op een bedrag in de orde van grootte van 1 50.000,-. 12