Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -



Vergelijkbare documenten
Wiskunde 2 september 2008 versie Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

3.1 Kwadratische functies[1]

Oefentoets uitwerkingen

WISKUNDETOETS FPP. Instructies

Meerkeuzevragen. Antwoord 2. Rekenregels voor machten p.334. Notatie-afspraken voor niet-gehele exponenten A e is een

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Startrekenen Wiskit. Leerwerkboek deel 1 Functies. Basisvaardigheden wiskunde SANDER HEEBELS ROB LAGENDIJK JELTE FOLKERTSMA

Vragen over algebraïsche vaardigheden aan het eind van klas 3 havo/vwo

WISKUNDETOETS FGB. Instructies

Hogeschool Rotterdam. Voorbeeldexamen Wiskunde A

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

Paragraaf 12.1 : Exponentiële groei

exponentiële standaardfunctie

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

Analyse. Samenvatting: logaritmen. Frank Derks Gerard Heijmeriks

Samenvatting Wiskunde B

exponentiële verbanden

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

Toetsopgaven vwo A/B deel 2 hoofdstuk 7

3.4. Antwoorden door N woorden 24 januari keer beoordeeld. Wiskunde B. wi vwo B1 H1 Vergelijkingen en ongelijkheden 1.

7.1 Ongelijkheden [1]

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3

1. Orthogonale Hyperbolen

Paragraaf 5.1 : Machten en wortels

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Paragraaf 1.1 : Lineaire functies en Modulus

Oef 1. Oef 2 Geef het functievoorschrift van g, h en k als a = 1

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

In een zware tornado worden maximale windsnelheden van ongeveer 280 km/u bereikt.

WISKUNDETOETS FPP. Oefentoets Deze wiskundetoets bestaat uit 30 vierkeuzevragen

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

Logaritmen. Het tijdstip t waarop S(t) = is op de t-as aangegeven. Dat tijdstip komt niet mooi uit. Dat tijdstip noemen 5,3

Logaritmische functie

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Machten, exponenten en logaritmen

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde.

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen

Paragraaf 1.1 : Lineaire verbanden

Paragraaf 5.1 : Wortelvormen en Breuken

Differentiaalrekening. Elementaire techniek van het differentieren.

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Het is niet toegestaan om een formulekaart of rekenmachine te gebruiken. f(x) = 9x(x 1) en g(x) = 9x 5. Figuur 1: De grafieken van de functies f en g.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B havo 2018-II

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Examen HAVO. wiskunde B1

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t

Samenvatting wiskunde B

mei 16 19:37 Iedere keer is de groeifactor gelijk. (een factor is een getal in een vermenigvuldiging)

2.1 Lineaire functies [1]

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies

De onderstaande waarden in de tabel zet je dan netjes uit in een xy-assenstelsel: naar boven, een negatief getal schuift de parabool naar beneden.

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

13.0 Voorkennis. Links is de grafiek van de functie f(x) = 5x 4 + 2x 3 6x 2 5 getekend op het interval [-2, 2]; Deze grafiek heeft drie toppen.

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Schooljaar: Leerkracht: M. Smet Leervak: Wiskunde Leerplan: D/2002/0279/048

Oefentoets - Lineaire problemen

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Paragraaf 9.1 : Twee soorten groei

Eindexamen wiskunde B havo I

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar

Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Wiskunde MBO Niveau 4 Periode 2. M. van der Pijl. Transfer Database

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Grafieken, functies en verzamelingen. Eerst enkele begrippen. Grafiek. Assenstelsel. Oorsprong. Coördinaten. Stapgrootte.

Verbanden en functies

Het opstellen van een lineaire formule.

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: Logaritmen en getal e 1/3/2017. dr. Brenda Casteleyn

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Functies en grafieken. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

7,7. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei keer beoordeeld. Wiskunde C theorie CE.

Transcriptie:

Wiskunde 0 maart 04 versie - -. a 3 a =. a.. 6.,AppB./ a 4 3. a 3. Rekenregels voor machten: als je twee machten op elkaar deelt, trek je de exponenten van elkaar af. De exponent van a wordt dan =. 3 6 a 6 = 6 a ( 6 ) = a. Gegeven is de functie h: x. Voor welke waarde van x is de helling (richtingscoëfficiënt) van de grafiek van h gelijk aan?. Als x =.. Als x =. 3. Voor geen enkele waarde van x.3,97/ x Volgens de differentiëerregels is de afgeleide van h: h (x) = x. Bepaal nu wanneer geldt dat h (x) = x = = x, dus x = Voor deze vergelijking is geen oplossing (een kwadraat kan niet negatief zijn). 3. Oogkleur is genetisch bepaald. Stel dat voor een bepaald ouderpaar de kans op een blauwogig kind gelijk is aan, de kans op een groenogig kind gelijk is aan, en de kans 4 op een bruinogig kind ook gelijk is aan. Het stel wil drie kinderen. Hoe groot is de kans 4 dat twee van hun kinderen groene ogen hebben en één kind blauwe ogen heeft?.. 3.. 3. 6 3 3. 3,AppD/

Wiskunde 0 maart 04 versie - - Er zijn drie volgordes mogelijk, namelijk het blauwogige kind wordt als eerste, als tweede of als derde geboren, terwijl de rest groene ogen heeft. De kans op twee groenogige kinderen en één blauwogig kind is 3 4 4 = 3 3 4. Welke grafiek hoort bij de functie f: x e (x )? y b c a O x. a.. b,appb/ 3. c Bereken bv. het snijpunt met de y-as door x=0 in te vullen. Dit geeft grafiek die door het punt (0;7,39) gaat is grafiek b. e 7,39. De enige 5. Gegeven is de functie f met het functievoorschrift f: x x. Wat is het Domein van functie f?

Wiskunde 0 maart 04 versie - 3 -., ] en [,,H7/. [0, 3. R Beredeneer welke waarden in het functievoorschrift passen. Onder wortel mag geen negatief getal komen te staan. Er moet dus gelden: x > 0. Los deze ongelijkheid op, dan zie je dat deze alleen waar is als x > of als x < 6. Het Centraal Bureau voor de statistiek rapporteert: In 03 kwamen er 6 duizend immigranten naar Nederland. De grootste groep migranten is afkomstig uit Polen. Per saldo vestigden zich in 03 bijna 0 duizend in Polen geboren personen in Nederland. Wat was in 03 het percentage Polen onder de immigranten naar Nederland?. Ongeveer 0,06%. Ongeveer 6%,9/ 3. Ongeveer 6% Het percentage Polen is (bijna) 0000/6000. Dit is ongeveer 0,06, ongeveer 6% LET OP - U heeft van dit tentamen versie gemaakt. Geef dit aan in de versiecode op het meerkeuzeformulier. OP DE VOLGENDE PAGINA VINDT U DE OPEN VRAGEN

Wiskunde 0 maart 04 versie - 4 - Open vragen Let op: u kunt alleen punten voor een antwoord ontvangen als u laat zien hoe u aan het antwoord bent gekomen door redeneerstappen of berekeningen op te schrijven.. Gegeven zijn de functies f(x) = x en g(x) = x + 3x 4. a) Bepaal de snijpunten met de x-as en met de y-as voor de grafiek van f. ( punt). Snijpunt y-as: f(0) =, dus snijpunt is (0, ). Snijpunt x-as: x = 0. Dit klopt voor x =, dus snijpunt is (,0) b) Bepaal de snijpunten met de de x-as en met de y-as voor de grafiek van g (als deze snijpunten er zijn). ( punten) Snijpunt y-as: (0, 4). Snijpunten x-as: Los op x + 3x 4 = 0. Ontbinden met productsommethode: (x )(x + 4) = 0 Oplossingen zijn x = of x = 4. Dit kan ook met de abc-formule. Snijpunten met de x-as zijn (,0) en (-4,0). c) Bepaal of de grafieken van f en g elkaar snijden en zo ja, bereken de coördinaten van het snijpunt of de snijpunten. ( punten) Stel de functievoorschriften aan elkaar gelijk om de x-coördinaten van de snijpunten te vinden. x = x + 3x 4 x + x = 0 Ontbinden met productsommethode: (x )(x + ) = 0 Oplossingen zijn x = of x =. Vul deze waarden in in het functievoorschrift van f of van g om de bijbehorende y-coördinaten te vinden, dit geeft: (, 6) en (,0) d) Schets de grafieken van f en g in een assenstelsel. ( punt) y f g O x

Wiskunde 0 maart 04 versie - 5 -. 3y = y 6x a. Los op: { x = y + ( punten) Stelsel van twee eerstegraadsvergelijkingen. Met substitutiemethode: Herschrijf bovenste vergelijking 3y = y 6x y = 6x y = 3x Substitueer voor y in de onderste vergelijking 3x: x = 3x + x = x = Invullen in één van de twee vergelijkingen levert y = 3 Oplossing (,3) b. Los op: log x log x (x 4) = log + log(x 4) Dus moet gelden: x(x 4) = x 4x = 0 = log (3 punten) Ontbind in factoren: (x 6)(x + ) = 0 of gebruik abc-formule. Oplossingen: x = 6 of x =. Logaritmen kunnen geen negatieve getallen aan, dus de enige oplossing is x = 6 3. Het aantal muizen in een bepaald gebied neemt exponentieel toe met de formule M = B,70 t Hierbij stelt M het aantal muizen voor, t is de tijd in aantal jaren, en B is het aantal muizen waarmee het begon bij t = 0. Neem aan dat er in het begin 8 muizen waren (dus B = 8). a. Hoeveel muizen zijn er na 0 jaar? Rond af op hele muizen. ( punt) M = 8,70 0 63. Na 0 jaar zijn er 63 muizen. b. Na hoeveel jaar zijn er 0.000 muizen? Rond naar boven af op hele jaren. ( punten) Los de vergelijking 8 (,70) t = 0000 op voor t, dat is het aantal jaren dat het duurt voordat er 0000 muizen zijn.,70 t = 50. Neem aan weerszijden de logaritme met het grondtal,70:

Wiskunde 0 maart 04 versie - 6 -,70 t = log 50 = 0000 muizen. log 50 log,70 3,4 Naar boven afronden op hele jaren: na 4 jaren waren er Toen er 5.000 muizen waren kwam een uilenfamilie in het gebied wonen. Sindsdien nam het aantal muizen af met de formule M = U g t. In deze formule staat M weer voor het aantal muizen in een bepaald jaar, U staat voor het aantal muizen toen de uilen erbij kwamen (dus 5.000), t is weer de tijd in jaren en g is de groeifactor. Vijf jaar (dus als t = 5) nadat de uilen in het gebied kwamen wonen is het aantal muizen afgenomen tot 0.000. c. Bepaal de groeifactor g in twee decimalen nauwkeurig. ( punten) 0000 = 5000 g 5 g 5 = 0000 5000 = 3 5 g = 3 0,9 De groeifactor g = 0,9 Punten mc: 0- goed: 0 pt; 3 goed: pt; 4 goed: pt; 5 goed: 3 pt; 6 goed: 4 pt. Punten open vragen: maximaal 6 Eindcijfer = + (punten mc + punten open vragen ) 9