Het leren omgaan met moderne (digitale) media vormt een nadrukkelijk onderdeel van het onderwijsaanbod.



Vergelijkbare documenten
Voor leerlingen met dit profiel is structuurverlening heel belangrijk. De omgeving moet overzichtelijk en voorspelbaar gemaakt worden.

Profiel 3, VSO Arbeidsmatige Dagbesteding 1. Algemeen

Profiel 1, VSO Belevingsgerichte dagbesteding 1. Algemeen

Vertoont zelfinitiatief maar overziet gevolgen van eigen handelen vaak niet. Is in het gunstigste geval in staat om zelfstandig te reizen (vso)

Profiel 2, VSO Activiteitengerichte Dagbesteding 1. Algemeen

Profiel 4, VSO Arbeid 1. Algemeen

Voor leerlingen met dit profiel is structuurverlening heel belangrijk. De omgeving moet overzichtelijk en voorspelbaar gemaakt worden.

Profiel 5, SO Diplomagericht 1. Algemeen

Profiel 2, SO Activiteitengerichte Dagbesteding 1. Algemeen

Leerling-kenmerken: sociale regels Begrijpt (sociale) afspraken niet/nauwelijks Overziet de consequenties van eigen handelen niet/nauwelijks

Het leren omgaan met de computer vormt een nadrukkelijk onderdeel van het onderwijsaanbod.

Kan zelf niet een verantwoorde eigen keuze

Bernardusschool Praktische stroom, uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding

Handelingssuggesties 1. Pedagogische veiligheid

Gedrag en leren van kinderen met psychiatrische problemen en/of gedragsstoornissen. Jan Bijstra (RENN4) Henderien Steenbeek (RUG)

Typering van de vakken die binnen het profiel Cognitief ZML en PRO worden aangeboden

ARRANGEMENTKAART REKENEN DEFINITIEF VSO- AFDELING Versie April 2013

31 oktober Martine Joustra

Samen laten we elke jongere groeien

Stevensbeek Beloning- en ontspanningsmomenten binnen het speciaal onderwijs

Leerjaar 4, 16 jaar. Leerjaar 5, 17 jaar

ontwikkelingsperspectief

Uitstroombrochure. Arbeidstoeleiding VSO. Uitstroombrochure Bernardusschool

- Aan het eind van deze fase is niveau 1F bereikt

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Van ontwikkelingsperspectief naar groepsplan

Ouderavond Ordening en Ontwikkeling

kempelscan K1-fase Eerste semester

Stap 1 Doelen vaststellen

Format groepsplan. HOE bied ik dit aan? -instructie -leeromgeving AANPAK METHODIEK. Automatiseren Modelen. Automatiseren Modelen Begeleid inoefenen

Inleiding. Start met proefabonnement. acadin 1

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL Fase 1, leerjaar 1 en 2 Vak: Mens, Natuur & Techniek

Ontwikkelingsperspectief in het basisonderwijs. Maart 2014

Zelfstandig Leren

Functionerings niveau. niveau. CED 3 (voornemen : Plancius)

Bijlage bij groepsplan begrijpend lezen

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAK GEDRAG. Mozarthof school voor ZML Leerlijn Leren leren dd /6

Uitstroomperspectief (UPP) Speciaal Onderwijs (SO)

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Rekenverbeterplan Basisschool Crescendo: algemeen

Juf, wat gaan we eigenlijk leren? Jouw vakkennis - hun basis

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Ark

Praktijkonderwijs. TerraNigraMaastricht

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

Basisaanbod VSO Lelystad, locatie Aurum College December 2018

STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso

NB: Alleen voor de gekleurde doelen zijn taakkaarten voor Stage/WEP. In LVS2000 staat taakkaart getypt achter betreffende doelen.

Geestig Omgaan met (ongewenst) gedrag van kinderen in groep

Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase. Leerjaar 3, 15 Jaar. Leerjaar 4, 16 jaar

ProZO! Schoolrapportage

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Ontwikkelingsperspectief Opgesteld door: (naam en functie)

Huiswerkbeleid

Leerroute 3 en 4. Modules met bijbehorende vakken/vakomschrijving Kerndoelen 1

KAD ERNO TI TI E ONDERSTEUNEN BIJ VORMGEVEN PASSENDE LEERSTOFINHOUD VOOR DE BERNARD US S CH O O L D EN HAAG UITSTROOMPROFIELEN SO. versie: 0.

Getallen. Onderdeel 1: Optellen en aftrekken. Onderdeel 1 van Getallen sluit aan op de leerlijnen Rekenboog.zml bij de Kerndoelen 1 en 2

Het is heel belangrijk dat het groepsplan naadloos

ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF (OPP) 1 Regulier onderwijs versie

STOP 4-7 programma. Samen sterker Terug. Pad

Opbrengsten VSO De Kameleon Inleiding

visie daarnaast visie op pedagogisch klimaat en op school als organisatie

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN

Tabel 1 Uitstroombestemmingen en leerroutes van het VSO van de van Voorthuijsenschool (2016) Praktisch (P) Dagbesteding

VERANTWOORDING: ETEN IS LESTIJD

ARRANGEMENTKAART REKENEN SO- AFDELING

Voortgezet Speciaal Onderwijs januari 2013

De begeleider als instrument bij gedragsproblemen

PrOmotie, Hét leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs

Werken met een ontwikkelingsperspectief

De leerkrachten willen de kinderen het gevoel geven van veiligheid en geborgenheid.

Didactiek. Didactiek. Algemeen gedeelte Initiator. Inleiding: Bouwstenen van het didactisch proces

Schoolgids Deel b VSO t Korhoen

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs

Leerlijn werken Pedologisch Instituut, CED-Groep

Schoolondersteuningsprofiel versie 2.0

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent!

Schoolondersteuningsprofiel 2.0

De basis voor de ondersteuning van elk kind ligt gewoon in de klas.

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Informatie voor ouders over het ontwikkelingsperspectief, leerroutes en uitstroomprofielen

Stap 2 Leeractiviteiten ontwerpen

Uitstroomprofiel. Bernardusschool SO 5-13-jarigen

Schoolondersteuningsprofiel versie 2.0

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Groepsplan VSO AGL Naam school: Drechtster College

Leerjaar 4: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Groepsplan Zonnehuisschool VSO dagbesteding

Begeleidingsplan. Hogeschool IPABO

Doorverwijzen naar het voortgezet onderwijs

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Draaiboek voor een gastles

Transcriptie:

1. Profiel 2: Algemeen Leerlingen worden onder andere in Profiel 2 geplaatst vanwege hun cognitieve niveau (35<IQ< 50/55) en het behaalde leerlijn-niveau. (aan het eind van de SO periode worden vaardigheden op niveau 6 beheerst. Aan het eind van de VSO periode worden vaardigheden op niveau 9 beheerst) Het onderwijs in dit profiel bereidt leerlingen voor op arbeidsmatig werken, wonen en recreëren met begeleiding op enige afstand. Als leerlingen in dit profiel voor de leerlijnen leren leren en sociale competentie hoger scoren (rond niveau 12) is het ook mogelijk om deze leerlingen te plaatsen in het vrije bedrijf en/of begeleid te laten wonen en recreëren. De leerling met profiel 2 heeft namelijk voldoende bagage om bij uitstroom eenvoudige tekstjes te lezen en toe te passen in de praktijk. Tevens kan hij de verworven rekenvaardigheden toepassen in praktijksituaties. Doel is om de leerling zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in het toekomstige wonen, werken en recreëren. De leerlingen ontvangen een VSO-getuigschrift, op grond van het doorlopen van de leerroute die voorbereidt op beschermd werken. Er worden kerndoelen vastgesteld voor het uitstroomprofiel beschermd werken De kerndoelen zijn gericht op praktische toepassing bij wonen, werken en vrijetijdsbesteding en bevatten ten minste de aspecten voorbereiding op arbeid, Nederlandse taal, rekenen, oriëntatie op wonen, oriëntatie op dagactiviteiten, mens en natuur, mens en maatschappij, oriëntatie op cultuur en sport en bewegen. Het leren omgaan met moderne (digitale) media vormt een nadrukkelijk onderdeel van het onderwijsaanbod. 1

2. Profiel 2: Leerling- kenmerken Leerling-kenmerken; Algemeen Matige verstandelijke beperking IQ bereik; 35 <IQ> 50/55 Vergelijkbaar ontwikkelingsniveau: 4-6 jaar In SO en VSO: de leerlingen volgen regulier zml onderwijs Ontwikkelingsperspectief / uitstroommogelijkheden: Na de SO periode stroomt de leerling door naar het regulier VSO. Na de VSO periode stroomt de leerling uit naar dagbesteding: beschermd werken. Voor leerlingen met dit profiel is het van belang dat de omgeving overzichtelijk en voorspelbaar gemaakt wordt. Dit houdt in: Orden de omgeving en de lesstof Maak verwachtingen duidelijk Herhaal ook de reeds behaalde doelen (leerstof zakt na een tijdje weer weg) Maak gebeurtenissen voorspelbaar Maak de betekenis van dingen, gebeurtenissen, communicatie en omgangsregels duidelijk Voorzie de te verrichten handelingen duidelijk van een begin en een eind. Bekrachtig elke adequate gewenste handeling of adequaat gedrag volgens leertheoretische principes. Leerling-kenmerken: zelfstandigheid Heeft ondersteuning nodig bij het uitvoeren van meervoudige opdrachten. Vertoont zelfinitiatief maar overziet gevolgen van eigen handelen vaak niet. Is in het gunstigste geval in staat om zelfstandig te reizen Leerling-kenmerken: zelfredzaamheid Kan zich na de kleuterperiode zelfstandig aan- en uitkleden Kan materialen zonder hulp opruimen Kan een eenvoudige boodschap overbrengen Kan eenvoudige, bekende opdrachten / taken zelfstandig uitvoeren Leerling-kenmerken: taakgerichtheid Kan gedurende steeds langere tijd zelfstandig aaneengesloten blijven werken Kan meervoudige opdrachten aan, mits deze visueel ondersteund worden Kan een bekende opdracht omzetten in uitvoering met minimale begeleiding Schakelen van de ene naar de volgende activiteit is mogelijk, mits dit goed vantevoren is doorgesproken Heeft beperkte transfer mogelijkheden van handelen bij bekende taken 2

3. Profiel 2: plaatsing De leerlingen worden met 4 jaar toegelaten in het SO. (Speciaal onderwijs) Zij worden dan geplaatst in de groep, met de jongste leerlingen. ( 4 6 jaar) In deze groep wordt nog geen specifieke profiel indeling gehanteerd. Met 6 /7 jaar stromen ze door naar een combinatie SO groep (7 12 jaar) waarin leerlingen met combinaties van profiel 2/3 worden geplaatst. Op 12 jarige leeftijd worden deze leerlingen geplaatst in de VSO (Voorgezet Speciaal Onderwijs) brugklassen. De leerlingen krijgen in de brugklas les in de eigen mentorgroep. Groepsdoorbrekende activiteiten zijn er nauwelijks. De leerlingen blijven tot 15 jaar in deze brugklas. Daarna worden ze geplaatst in een praktijkklas (oriëntatie jaar) van het VSO (16 17 jaar) Hier maken de leerlingen kennis met de uitstroomrichtingen van de school. Aan het eind van het oriëntatie jaar kiest de leerling samen met school en ouders voor de uitstroom die het beste bij hem/haar past. Na een aantal individuele stages stromen de leerlingen uit naar beschermd werken of een plek in een bedrijf, al dan niet met begeleiding van een jobcoach) 3

4. Profiel 2: (ortho ) pedagogische aanpak basisprincipes ten aanzien van structuur Structuur in begeleidingsstijl Wees duidelijk over het gewenste gedrag (benoemen) Leer adequate omgangsvormen expliciet aan. Leren vindt plaats vanuit het principe van empowerment Gebruik weinig taal Geef doe opdrachten Benadruk sterke kanten: bijv. visuele gerichtheid van de meeste leerlingen dmv visualiseren van leerprocessen /opdrachten Geef één opdracht tegelijk; meerdere opdrachten werken verwarrend (SO) in de VSO kunnen meerdere opdrachten gegeven worden, mits ondersteund door stappenplannen of een door middel van een dagschema. Gebruik duidelijke woorden. Spreek in korte, richtinggevende doe zinnen. Doe dit Pak dat.. Voor deze leerling is het belangrijk om in heldere, concrete taal te spreken en te handelen. Misschien, soms, vaak zijn woorden die zoveel mogelijk vermeden dienen te worden (zeg wat je bedoelt, en doe wat je zegt) Bouw routines op: dingen gaan op dezelfde manier; dit geeft rust en veiligheid Bouw rituelen op: werk met werkkleding voor het vergroten competentiegevoelens Leerkrachtvaardigheden: structuur in tijd Zorg voor een visueel dagprogramma. Baken de werktijd af met behulp van een time timer Leerkrachtvaardigheden: Algemeen Laat de leerling zelf keuzes maken binnen kaders, om autonomiegevoel te ontwikkelen. Blijf aanwezig en herhaal regels meerdere keren per dag. Biedt structuur door telkens te benoemen wat je verwacht. Laat de leerling binnen duidelijke kaders en afspraken individueel taken vervullen. Leg uit waarom je handelt zoals je handelt. Zorg voor selectie en regulering van prikkels. Maak het onderwijs niet leerkrachtafhankelijk. Dit betekent dat de routine doorloopt bij afwezigheid van de leerkracht. Heb begrip voor de problemen van de leerling en het soms bizarre gedrag. (in samenhang met comorbiditeit) Wees voorzichtig met het beroep doen op gevoelsmatig inzicht. Houd distantie en hanteer een neutrale benadering. Leerkrachtvaardigheden: Leerkrachtgedrag: Pas een uitnodigende, positieve en duidelijke benadering toe in leerling-contact. Vermijd gevoelens van afwijzing, werk met positieve bekrachtigers en beloning; gewenst gedrag benadrukken, ongewenst gedrag niet teveel benadrukken. Heb respect voor de leerling en win zijn vertrouwen. Sfeer en houding bepalen de individuele relatie met de leerling. Speel flexibel in op situaties. Waardeer de eigen inbreng van leerlingen. Wees creatief in denken en doen om steeds opnieuw lesprogramma s aan te passen en/of te ontwikkelen om passend onderwijs te kunnen bieden. Wees consequent in de uitvoering van regels en afspraken. Leerkrachtvaardigheden: Communicatie Ondersteun de communicatie op concrete wijze door te werken met picto s, foto s of concrete verwijzers Gebruik niet teveel taal. Formuleer kort en bondig,. Laat vooral ook zien wat je wilt. De leerkracht is model 4

Ondersteun sociaal gedrag door middel van stappenplannen in de vorm van foto s picto s of schrift Leerkrachtvaardigheden: Communicatie: Zorg dat je de aandacht van de leerling hebt, voordat je instructie geeft. Beperk je taalgebruik: praten is prikkelen. Daarom kort, enkelvoudig en eenvoudig formuleren. Verval niet in discussies (welles-nietes). Een gebaar maakt vaak meer indruk dan veel gepraat. Gebruik duidelijke taal, geen figuurlijke taal. De leerling ervaart de wereld namelijk op een andere manier, en kan andere betekenissen geven aan taal. Vermijd ironie en sarcasme en reflecteer na een grapje altijd even en benoem expliciet dat het een grapje was. Leerkrachtvaardigheden: Regels: Gebruik zoveel mogelijk non-verbale signalen. Structureer blijvend voor, herhaal steeds regels en afspraken. Voorkom pedagogische middelen zoals het uit de groep verwijderen, het gebruik van time-out zoveel mogelijk. Maak afspraken (contract) over wanneer welke maatregel wordt toegepast. Bij sommige leerlingen werkt het wel goed om een time-out te nemen om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen Leerkrachtvaardigheden: Positieve benadering / bekrachtiging Benoem zoveel mogelijk het gewenste gedrag. Probeer alert te zijn op positief gedrag, hoe miniem ook, en beloon dit direct. Probeer negatief gedrag te negeren voor zover dit mogelijk is. Negatieve aandacht is voor deze leerlingen vaak ook een beloning. Belonen werkt beter dan straffen. Stel samen met de leerling de beloners vast. Dit werkt motiverend. Bepaal eerst welk positief gedrag je wilt zien, voordat je het ongewenste gedrag gaat vernaderen. Besteed positieve aandacht door kleine opdrachten direct hoog te waarderen (opdrachten waarvan je zeker weet dat de leerling ze goed kan uitvoeren zodat succeservaringen verzekerd zijn). Positieve aandacht betekent ook: probleemsituaties voorzien en preventief te werk gaan. Bijvoorbeeld door de leerling van tevoren te vertellen wat er gaat gebeuren als iets van de normale dagelijkse gang van zaken afwijkt. Wees voorzichtig met het oefenen van zwakke vaardigheden. 5

5. Profiel 2: (ortho) didactisch aanbod Aanbod algemeen Voor de ontwikkeling van de leerlingen binnen Profiel 2 is het belangrijk dat in de SO periode de leervakken methodisch worden aangeboden. Aan het eind van de SO periode is het aanvankelijk leesproces bij de leerling met profiel 2 (bijna) afgerond. In de VSO blijft het methodisch aanbieden van lezen en rekenen in de brugklasperiode (12 15 jaar) belangrijk. Leerlingen met een profiel 2 kunnen over het algemeen eenvoudige zinnetjes lezen waardoor ze in staat zijn om een stappenplan van foto s gecombineerd met tekst te lezen en te begrijpen. Tevens zijn ze in staat om de praktische vaardigheden van het rekenen in de praktijk toe te passen. Het onderwijs in het VSO richt zich ook op het aanleren van en het vergroten van kennis van deze praktische toepassingen van het rekenen. (geldrekenen, klokkijken, meten en wegen) Na de brugklasperiode wordt het aanbod van praktijkvakken met daaraan gekoppelde beroepscompetenties steeds belangrijker. In de praktijkklas oriëntatie jaar (15/16 jaar) maken de leerlingen kennis met arbeidsvaardigheden in een praktijksituatie. (arbeidstraining) Ook kiezen ze na deze periode voor een uitstroomrichting. In de uitstroomgroepen gaan de leerlingen nog meer werken in de arbeidstrainingsplekken en beginnen de individuele stages. Via stages vinden deze leerling een werkplek in de arbeidsmatige dagbesteding. De leerling met een Profiel 2 leert ervaringsgericht en door herhaling. Cognitieve vaardigheden staan in dienst van en ondersteunen de praktische vaardigheden. De ontwikkeling van een goede taak- en werkhouding vormt van jongs af aan een doel op zich. De ontwikkeling van de sociale competentie vaardigheden houdt onder andere een aanbod van burgerschapskunde en het leren samenwerken met anderen in. Het sociaal functioneren van de leerling in de maatschappij vormt de spil van het onderwijsaanbod bij het aanleren van deze vaardigheden. Leerlingen met Profiel 2 kunnen zich over het algemeen via gesproken taal voldoende uiten en de ander begrijpen. Bij complexere vormen van communicatie en handelen in sociale- en/of praktijksituaties is ondersteuning van een volwassene noodzakelijk. Leerkrachtvaardigheden: algemeen Er wordt lesgegeven volgens de volgende principes Deel leerstof op in overzichtelijke stappen. Maak individuele stappenplannen Visualiseer gedrag Pas positieve bekrachtiging toe Buig angstig en/of agressief gedrag om Pas het ADI model toe Versterk de taakoriëntatie. (bij leerlingen met comorbiditeit een taak altijd aanbieden op dezelfde wijze) Geef lesovergangen duidelijk en tijdig aan. (leerlingen moeten zich hierop voor kunnen bereiden) Splits lesstof op in overzichtelijke deeltaken, waarbij er niet teveel verschillende opdrachten ineens gegeven worden Zorg voor veel doetijd en een korte luistertijd Besteed veel aandacht aan motivatie Zorg voor goede afwisseling inspanning en ontspanning Leerkrachtvaardigheden: Communicatie algemeen Uitgangspunt is positieve bekrachtiging. Maak contact. Geef leerlingen voldoende bedenktijd (minimaal 10 sec wachten). Spreek de leerling bij de naam aan. Gebruik een stellende, directieve, maar neutrale wijze van communicatie. (gebruik woorden nu en praat in de ik-vorm tijdens de instructie) 6

Leerkrachtvaardigheden: communicatie tijdens de instructie / verwerking Zet stappenplannen, foto s, film etc. dagelijks in om het leerproces te ondersteunen en de dagindeling te verhelderen Verduidelijk en visualiseer de leerstof en de opdracht tijdens de les meerdere malen. Herhaling is noodzakelijk!. Ondersteun de mondelinge instructie visueel met behulp van schema s, stappenplannen, filmpjes etc. Zorg voor een rijke, didactische leeromgeving. Maak gebruik van de computer en het digibord. Deze bieden veel structuur, zijn zelfcorrigerend en geven snel feedback. Visualiseer groepsregels en hang deze zichtbaar op in de klas Controleer meerdere malen of de leerling snapt wat er van hem verwacht wordt door hem regelmatig de lesstof of de opdracht te laten samenvatten.(wat gaan we leren, wat moet je doen?) Geef niet vanuit de verte instructie (de leerkracht is nabij de leerling en zorgt voor persoonlijk (oog)contact tijdens het geven van instructie.) Leerkrachtvaardigheden: Regels: Kies samen met de leerlingen de belangrijkste regels. Regels zijn er om steun te bieden, niet om te straffen of te verbieden. Hou je zelf ook aan de regels. Hanteer regels consequent Hang de regels voor iedereen zichtbaar op. Regelkenmerken: Eenduidig Stellend en directief Positief Leerkrachtvaardigheden: Kennis: Kennis van leerlingen met een verstandelijke beperking Kennis van de invloed van psychiatrische beelden bij leerlingen met een verstandelijke beperking Kennis van verschillende syndromen en ziektebeelden Leerkrachtvaardigheden: Klassenmanagement Maak gebruik van een vast dagrooster Voorkom afleiding, zorg voor een rustige werkomgeving (indien nodig, deur dicht) Hanteer vaste afspraken bij hulp vragen Geef alles een vaste plek voorzien van labels Neem een centrale plek in als leerkracht Hanteer vaste looproutes Leerkrachtvaardigheden: feedback geven Geef direct eenduidige en heldere feedback op gewenst en ongewenst gedrag Wees kort en duidelijk in je reacties Leg niet uit wat er mis is gegaan maar benoem welk gewenst gedrag ervoor in de plaats moet komen Bekrachtig onmiddellijk het gewenste gedrag, zodra je dit waarneemt. Maak bij comorbiditeit - gebruik van een beloningssysteem 7

6. Profiel 2: kernleerlijnen en vakaanbod in de VSO (12 18/19/20 jaar) Aanbod VSO afdeling: Algemeen 1. Wat betreft de vergroten van de sociale competentie focust het onderwijs in de VSO zich op het vergroten van het zelfvertrouwen, de zelfredzaamheid en de weerbaarheid van de leerling. De leerling krijgt inzicht in eigen gedrag en vaardigheden en de te behalen doelen door het gebruik van het groeimodel. Per leerjaar werken de leerlingen aan van te voren vastgestelde doelen. In de leerlingenmap arbeidstoeleiding ziet de leerling aan welke doelen hij/zij moet werken. Tijdens de praktijklessen, arbeidstrainingen en stages wordt de leerlingen vooraf meegedeeld dat we ook gaan letten hun leerdoel in de leerlingenmap. Na de les wordt het resultaat met de leerling besproken. Leerlingen met een profiel twee worden actief betrokken bij de bespreking. Er wordt nadrukkelijk gevraagd naar hun eigen mening. Hebben ze het doel behaald of niet? De spanne van zelfstandig werken wordt uitgebouwd, Op het eind van de schoolloopbaan moet de leerling in staat zijn om van pauze tot pauze te werken. De leerling leert om hulp te vragen, aan te geven wanneer hij een probleem heeft, Maar ook om aan te geven dat hij bang, boos of verdrietig is en hoe hij hiermee om moet gaan. We maken hierbij ook gebruik van de stappenplannen van de website Sociaal op Stap. Op deze website worden 300 stappenplannen aangeboden, die inzetbaar zijn in sociale situaties. Met behulp van het digibord kunnen deze stappenplannen via bijv een rollenspel worden besproken. In de brugklassen worden lessen uit de methode Kinderen en hun sociale talenten aangeboden. De methode Kr8 wordt in de praktijk/stageklassen ingezet om de leerlingen voor te bereiden op werknemersvaardigheden. Sinds november 2012 heeft de school de beschikking over 30 smartphones, waarop de stappenplannen voor de meest voorkomende sociale situaties zijn geïnstalleerd. In rapportbesprekingen zal met ouders worden besproken of het wenselijk is om privé ook een smartphone aan te schaffen om deze werkwijze thuis voort te zetten. 2. Onder andere door middel van het vak productie worden de leerlingen voorbereid op het meer arbeidsmatig werken en het verbeteren van de taak- werkhouding. We hanteren in de VSO twee verschillende invalshoeken om het vak productie vorm te geven. Vanuit een creatief aanbod wordt de leerling geleerd om te werken met stappenplannen en hierdoor wordt een zelfstandiger werkhouding aangeleerd. Een wezenlijk punt van verschil met de SO afdeling is dat de gemaakte producten niet zelf mogen worden gehouden, maar worden verkocht. Tijdens dit vak wordt ook steeds aandacht besteed aan uitbreiden van de tijdsspanne, waarin leerlingen zo zelfstandig mogelijke moeten werken. Nabijheid van een volwassene blijft echter noodzakelijk voor deze leerlingen. De tweede invalshoek betreft een meer arbeidsmatig aanbod van het vak door werkzaamheden aan te bieden die de school uitvoert voor bedrijven. 3. Het rekenonderwijs en het onderwijs in schriftelijke taal is voor leerlingen met een Profiel 2 gericht op het verwerven van basisvaardigheden op het gebied van lezen, klokkijken, geldrekenen en meten en wegen. Eenvoudige rekenbewerkingen kunnen worden toegepast met behulp van een rekenmachine. De leerling kan onderschriften van stappenplannen en handleidingen lezen en interpreteren en hier vervolgens naar handelen. (Denk hierbij aan recepten, taakkaarten,etc) 4. Voorbereiding op latere werksituatie: Via oriëntatie in de brugklas, arbeidstraining in de praktijkklas en individuele stages in de stageklas wordt de leerling voorbereid op het werken in de dagbesteding. Het stagebureau zoekt naar stageplaatsen waar de leerling in een arbeidsomgeving wordt geplaatst die aansluit bij de interesse van de leerling. Doel is het uitstromen naar beschermd werken (in de dagbesteding) en het zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren in een woonsetting. 8

Onderwijs aanbod gerelateerd aan de kern leerlijnen en de belangrijkste methodes in schematisch overzicht Leerlijn: eindniveau 9 onderdeel Belangrijkste methodes Schriftelijke en mondelinge taal Rekenen en wiskunde Sociale competentie en sociaal emotionele vaardigheden Leren leren Motorische ontwikkeling Wonen AVI M4 beheersingsniveau Cito begrijpend lezen: M4: A,B,C score Cito spelling: M4:A,B,C score Kan verschillende soorten eenvoudige teksten lezen en begrijpen. (recepten, actueel, eenvoudig (kranten) artikel, handleidingen, recepten Kan eenvoudig briefje schrijven (meerdere, met elkaar samenhangende eenvoudige zinnen) Kan eigen naam noteren op een formulier (bijv. bij een stagecontract) Kan eerste eenvoudige spellingscategorieën goed spellen. CITO M4 voldoende Koppelt hoeveelheden aan getallen tot en met 200 in reële situaties (beperkt tot de context van geld en meten) Kan eenvoudige rekenbegrippen toepassen in praktische situaties. Kan de optellen en aftrekken met behulp van de rekenmachine Kan herhaald optellen met 2, 5 en 10 en dit toepassen bij klokkijken en geldrekenen. Kent de positie tot 200 van getallen op de getallenlijn Meet lengte op en benoemt deze m.b.v. standaardmaten (meters en/of centimeters) Gaat om met natuurlijke inhoudsmaten (bijv. theelepel, scheutje, eetlepel, dopje) Kijkt globaal klok en kan tijdsbegrippen toepassen. (minuut, uur, kwartier ) Kent de maanden van het jaar en een aantal kalenderfeiten Kan eenvoudige bedragen tot 20,- betalen en weet globaal hoeveel hij terugkrijgt CITO M5 voldoende Verwerven van arbeidscompetenties: bijv samenwerken, aangeven dat je hulp nodig hebt, op tijd komen, hygiënisch en ergonomisch werken etc. Kan van pauze tot pauze geconcentreerd werken aan eenvoudige bekende taken met nabijheid van een begeleider. Kan aan de hand van stappenplannen een meervoudige taak uitvoeren, Heeft basisuithoudingsvermogen. Kent een aantal spelvormen, Kan gereedschappen van uitstroomrichting hanteren en juist toepassen Kan eenvoudige huishoudelijke taken zelfstandig uitvoeren, Kan eenvoudige Taal op Maat, de digitale methode Nieuwsbegrip Aanbod via digitale media in vak LIST (Lezen Informatica Schrijven en Taal) Rekenzeker, Rekenboog, Maatwerk, losse opgaven over geldrekenen, klokkijken, meten en wegen Kinderen en hun sociale talenten, Stip stagedeel, Kr8, Sociaal op stap Afspraken op schoolniveau. Gebruik van de leerlingenmap Werkvormen zoals samenwerkend leren Oefenen tijdens de vakmomenten Methodes van de praktijkvakken 9

Praktijkvakken gerechten met behulp van recept zelfstandig bereiden, kan zelfstandig reizen, Kan met hulp, eigen administratie regelen, Volgt na keuze van uitstroomrichting de vakken van de uitstroomrichting, heeft van deze vakken basis theoriekennis, behaalt de hiervoor benodigde Burgerschapskunde, zelfstandig reizen training Methodes van de praktijkvakken certificaten Zie voor een meer gedetailleerde beschrijving van de diverse vakken in het VSO a. de website van de school: www.wavanlieflandschool.nl (groepsplannen, leerlijnen en vakaanbod). De schoolgids geeft uitgebreide informatie hierover. Elke ouder ontvangt jaarlijks de schoolgids. 10

7. Profiel 2: Ontwikkelingsperspectief en uitstroom De WA van Lieflandschool hanteert leerlijnen om de ontwikkeling van haar leerlingen te volgen en inzichtelijk te maken. Leerlijnen zijn onderverdeeld in 12 leerstof niveaus, waarin de moeilijkheidsgraad van de leerstof langzamerhand oploopt van basaal (niveau 1) naar een complexer (niveau 12) De leerlingen met Profiel 2 ontwikkelen zich volgens onderstaand schema. De leerlingen ontwikkelen zich op het ene leergebied anders, dan op het andere. De van Lieflandschool streeft ernaar om het hoogst haalbare uit haar leerlingen te halen. Op deelgebieden zullen de leerlingen met het Profiel 2 zich verder ontwikkelen dan het roze schema en op deelgebieden minder ver. Streefniveau is niveau 6 van de CED leerlijnen op de belangrijkste kernleerlijnen bij het afsluiten van de SO periode en niveau 9 bij het afsluiten van de VSO periode (zie voor opgave van deze leerlijnen bij 7 : leerstofaanbod en leerlijnen) Het ontwikkelingsperspectief met het daaraan gekoppelde uitstroomniveau wordt mede bepaald door het behaalde niveau op de leerlijnen. Als leerlingen nog heel jong zijn, kan dit nog niet precies bepaald worden. Naarmate de school doorlopen wordt, kan het perspectief scherper worden omschreven. Leerlingen met overwegend Profiel 2 (roze) stromen op circa 18 - jarige leeftijd uit naar beschermd werken, wonen en recreëren. Bijv. werken bij de Jumbo onder de paraplu van een zorginstelling. Leerlingen die hoger uitkomen op de leerlijnen sociale competentie en leren leren, kunnen ook uitstromen naar arbeid. In de schoolgids kunt u lezen waar de schoolverlaters uiteindelijk uitstromen in het hoofdstuk leeropbrengsten. Profiel 2 Leeftijd CED niveau Cito niveau 12 jaar 6 100% M3: D 13 jaar 7 50% M3: lage C 14 jaar 7100% M3:A,B,C 15 jaar 8 50% E3: D 16 jaar 8100% E3:A,B,C 17 jaar 9 50% M4: D 18 jaar 9100% M4:A,B,C Uitstroombestemming: Beschermd werken (Arbeidsmatige dagbesteding in de maatschappij) 11

8. Profiel 2: Leerlingvolgsysteem en toetsing De ontwikkeling van de leerling wordt bijgehouden in LVS2000. (Leerling Volg Systeem 2000) Dit is het digitale leerlingvolgsysteem van de school. In dit leerlingvolgsysteem zijn alle leerlijnen, met de daarbij behorende doelen opgenomen. Na een lessencyclus waarbij de leerstof gericht op het behalen van een specifiek doel wordt aangeboden, noteert de leerkracht het leerresultaat in het leerlingvolgsysteem. Het beoordelen of doelen behaald zijn vindt plaats op 3 verschillende manieren: 1. Door het afnemen van Cito toetsen (bij een bepaald leerlijn niveau wordt een bepaalde Cito toets afgenomen.) Een Cito toets is een onafhankelijke, genormeerde toets. Hiermee kun je de resultaten van de leerling vergelijken met een gemiddelde basisschoolleerling. Dit geeft ouders en leerkrachten een aanduiding van het functioneringsniveau van de leerling in vergelijking met basisschoolleerlingen. Niveau 9 van de CED leerlijnen komt gemiddeld overeen met het ontwikkelingsniveau van een basisschoolleerling in klas 4 van de basisschool. Hierbij horen de CITO toetsen M4 en E4 (Midden leerjaar 4 en Eind leerjaar 4) 2. Door het afnemen van methode gebonden toetsen. (bijv. de aanvankelijk leesmethode Veilig Stap voor Stap toetst na elk leerstofblok de vaardigheden mbv een aantal toetsen) 3. Door het observeren van leerlingen in de klas. Bijv. doel: half uur zelfstandig aan een taak werken. Dit kan de leerkracht observeren in de dagelijkse klassensituatie Per leerling wordt een leerling-kaart gemaakt, waarin visueel wordt aangegeven hoe de ontwikkeling verloopt per kernleerlijn. (zie hiervoor kopje 6 en 7 van deze profielbeschrijving) De kaart geeft de volgende informatie a. Welk niveau van de leerlijn de leerling voldoende beheerst. b. Welk niveau van de Cito toets voldoende wordt beheerst. c. De resultaten van de methode gebonden toetsen Tijdens de evaluatie- en handelingsplan besprekingen wordt deze leerling-kaart gebruikt om het leerniveau en het leerresultaat inzichtelijk te maken voor ouders. 12