Over de arm en hand wrijven Doel: stimuleren van aangedane hand en arm, aandacht op de arm. 1 Leg de niet-aangedane hand op de aangedane arm. Kijk naar uw arm. 2 Wrijf met hand over de arm tot aan de schouder en terug. VARIATIE Om de arm nog meer te prikkelen kunt u er zachtjes in knijpen. VARI
Vooroverbuigen Doel: verbeteren van bewegelijkheid van armen en romp. 1 Breng de handen in vouwgreep. Buig rustig voorover. Houd 5 tellen vast en kom rustig terug. Herhaal 3 x PAS OP Er mogen geen pijnklachten gevoeld worden. Daarnaast niet te diep gaan in verband met belasting van de aangedane arm en evenwicht. 2 Buig voorover over een been. Houd 5 tellen vast en kom rustig terug. Herhaal dit ook voor het andere been. Herhaal 3 x PAS OP Er mogen geen pijnklachten gevoeld worden. Daarnaast niet te diep gaan in verband met belasting van de aangedane arm en evenwicht.
Armen vooruit optillen Doel: schouder beweeglijk houden en beweging in de schouder stimuleren. 1 Ga rechtop zitten, armen ontspannen. 2 Pak de hand vast volgens de handgreep. 3 Til de armen gestrekt op tot ze vooruit wijzen. Leg de armen weer terug. Niet laten vallen! PAS OP Til de armen niet hoger op dan schouderhoogte. Stop met de oefening als u pijn voelt.
Hand naar de borst brengen Doel: elleboog beweeglijk houden en beweging in de stimuleren. 1 Ga rechtop aan tafel 1 zitten. 2 Laat de ellebogen steunen op het blad. 2 Pak de hand vast volgens de handgreep. 3 Beweeg de hand naar de borst en weer terug. PAS OP Houd de ellebogen op de tafel. Laat de armen niet terugvallen. TIP Laat de aangedane arm de beweging maken met behulp van de goede hand. Dit kan herstel in de hersenen stimuleren.
Hoofd voorover buigen Doel: nekspieren soepel houden. 1 Beide armen rusten op schoot. 2 Buig het hoofd langzaam zo ver mogelijk naar voren. Houd 3 tellen vast. 3 Breng het hoofd weer rustig terug. TIP Voer de oefening zo ontspannen mogelijk uit.
Onderbenen naar voren strekken Doel: bovenbeenspieren versterken en de knie beweeglijk houden. 1 Haak uw niet-aangedane voet achter de voet van uw aangedane been. 2 Strek beide benen zo ver mogelijk. Het niet-aangedane been helpt het andere been. Zet de voeten weer terug.
Opstaan en gaan zitten Doel: oefenen van opstaan en gaan zitten, versterken van de beenspieren, trainen van balans en spierkracht. Opstaan Schuif naar voren in de stoel. Zet de voeten een stukje uit elkaar. Zet ze iets naar achteren, onder de knieën. Zet af aan de armleuning en kom goed met de neus naar voren. Ga staan. Gaan zitten Ga dicht bij de stoel staan, liefst met de kuiten tegen de stoel. Pak de armleuning vast. Kom goed met de neus naar voren en ga langzaam zitten. Herhaal 2 5 x PAS OP Indien u het opstaan en zitten nog moeilijk vindt of het gaat onveilig dan moet u altijd zorgen voor een stevige tafel of andere steun om u aan vast te kunnen houden. Nooit optrekken aan de tafel of andere steun!
Pendelen Doel: armen ontspannen. 1 Ga rechtop zitten en laat beide armen hangen naast het lichaam. 2 Maak kleine bewegingen met de arm(en). Heen en weer of kleine rondjes. Houd 2 minuten aan. Herhaal 3 x TIP Ontspan de armen zo goed als mogelijk. Alsof de armen automatisch bewegen als klepel van een klok.
Polsen buigen en draaien Doel: beweeglijkheid van handen, polsen en onderarmen verbeteren. 1 Ga rechtop aan tafel zitten. Pak de hand vast volgens de handgreep. 2 Draai de handen naar links en naar rechts, alsof u op uw horloge wilt kijken. Laat de armen op de tafel liggen. VARIATIE Steun met de beide ellebogen op tafel. Buig de handen van links naar rechts en terug. VARIATIE Buig de handen van boven naar beneden en terug. VARIATIE Ondersteun het hoofd met de aangedane hand. VARIATIE Ondersteun het hoofd met beiden handen in handgreep.
Rug hol en bol maken Doel: romp bewegelijk houden en beweging in de aangedane rompspieren stimuleren. 1 Beide armen rusten op schoot en zit los van de rugleuning. 2 Maak de rug bol (onderuit gezakt zitten) en blijf recht naar voren kijken. Houd 3 tellen vast. 3 Maak vervolgens rustig de rug hol (overdreven rechtop zitten) en blijf recht naar voren kijken. Houd 3 tellen vast.
Schouders naar achteren en voren brengen Doel: schouders bewegelijk houden en beweging in de aangedane schouder stimuleren. 1 Beide armen rusten op schoot. 2 Trek de schouders rustig naar achteren (schouderbladen naar elkaar toe). Houd 3 tellen vast. PAS OP Blijf goed rechtop zitten. 3 Breng de schouders rustig weer terug en breng de schouders vervolgens naar voren. Houd 3 tellen vast. TIP Doe deze oefening ook als u de aangedane schouder maar een klein beetje kunt bewegen.
Schouders optrekken Doel: schouders bewegelijk houden en beweging in de aangedane schouder stimuleren. 1 Beide armen rusten op schoot. 2 Trek de schouders rustig op. Ook de schouder aan de aangedane kant! 3 Laat de schouders rustig weer zakken. TIP Doe deze oefening ook als u de aangedane schouder maar een klein beetje kunt optrekken.
Schuiven met handdoek Doel: armspieren versterken en de arm en schouder beweeglijk houden. Klaarleggen: handdoek. 1 Spreid de handdoek uit op tafel. Leg de armen op de handdoek. Pak de aangedane hand vast met de andere hand. 2 Schuif de armen over het blad naar voren (strek de ellebogen). Schuif de armen weer naar u toe. Door de handdoek glijden de armen over het blad. PAS OP Til de armen niet van de tafel. vvariatiev Beweeg de armen heen en weer (alsof u het blad schoonveegt).
Vingers optillen Doel: beweging in de vingers stimuleren. 1 Leg de aangedane arm en hand plat op de tafel. 2 Til uw vinger op en leg hem weer neer. Doe dit met alle vingers. Begin bij de duim. Help eventueel met de andere hand om de vingers op te tillen. PAS OP Trek de vingers van de aangedane hand niet achterover. Hiermee kunt u gewrichten beschadigen. TIP Het maakt voor het effect van de oefening niet uit of u de vingers daadwerkelijk kunt optillen. Het werkt ook als u de vingers alleen in uw gedachten optilt.