Pagina 1 van 5 Paper 4 Ontwerprapport Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Links Bibliografische referentie Hees, W. van MA Nederlands Van dichten comt mi cleine bate: Middeleeuwse literatuurgeschiedenis een brug te ver? Middeleeuwse literatuurgeschiedenis in de bovenbouw van de havo Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Docenten Nederlands Literatuurgeschiedenis, middeleeuwen, belevingswereld, expertmethode, thematische benadering, integrale benadering Hees, W. van (2013). Van dichten comt mi cleine bate: Middeleeuwse literatuurgeschiedenis een brug te ver?. Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen UvA. Studentnummer 10497862 Begeleider(s) Couzijn, M. Beoordelaar(s) indien Couzijn, M. en Huizenga, J. bekend Datum januari 2014
Pagina 2 van 5 Samenvatting paper 1: Ontwerpplan Laagland s integrale benadering bereikt niet de leerdoelen voor middeleeuwse literatuurgeschiedenis. De werkvorm is verwaterd en niet helder. Leerlingen zijn weinig gemotiveerd en hebben een slechte werkhouding. Zij krijgen geen handvatten om voor een voldoende te werken en halen lage cijfers voor het proefwerk omdat de lesstof niet beklijft. Ontwerphypothese Als tijdens literatuurgeschiedenis voor een thematische benadering wordt gekozen, waarin de authentieke tekst centraal staat en de historische context wordt ingezet om de belevingswereld van de leerlingen te activeren met behulp van de expertmethode, dan zijn de leerlingen meer gemotiveerd in deze lessen en hebben zij een actievere werkhouding, waardoor de lesstof beter zal beklijven en zullen de leerlingen tot betere leerresultaten komen. Na overleg met mijn ILO-begeleider is besloten om in het ontwerponderzoek niet op te nemen: 1) Het beklijven van lesstof en kennis. 2) Lage cijfers voor literatuurgeschiedenis. Ontwerpregels 1. Thematische benadering Een thematische benadering met verbanden naar de belevingswereld van leerlingen leidt tot een betere motivatie. 2. Motivatie De motivatie wordt vergroot door een thematische invalshoek en de expertmethode. 3. Activerend Leerlingen worden geactiveerd door de authentieke tekst met ruimte voor: a. sociaal-historische context. b. verbanden naar de belevingswereld van leerlingen. 4. Samenwerkend leren Samenwerkend leren op basis van de expertmethode vergroot de motivatie en heeft een activerende werking door positieve wederzijdse afhankelijkheid, medeverantwoordelijkheid en individuele aanspreekbaarheid.
Pagina 3 van 5 2. Beschrijving uitvoering lessen. Les 1 Alle 20 leerlingen waren deze les aanwezig. Zoals heel vaak start de les rommelig. Dit komt omdat de leerlingen uit de grote pauze komen en omdat literatuurgeschiedenis het vijfde (voorlaatste) uur op donderdagnamiddag is geroosterd. Om sneller te beginnen stond de kring al geprojecteerd op het white bord zodat de leerlingen in de juiste volgorde naast elkaar gaan zitten. De powerpointpresentatie ter introductie stond klaar. De werkbladen, opdrachtvellen en gekopieerde boekjes van Karel ende Elegast lagen al klaar. Tijdens het begin van de les, waarin ik vertelde wat de komende lessen op het programma zal staan en wat er in de eerste les zal gebeuren, gaat een telefoon van één van de meisjes af. Zij staat op uit de kring en loopt het lokaal uit. Toen zij terugkwam, sprak ik deze leerling hierop aan. Er ontstond een kleine woordenwisseling en ik stuurde haar eruit. De leerling in kwestie staat bekend om haar lastige karakter. Nadat de klas tot rust was gekomen, heb ik mijn les hervat. Ik startte mijn powerpointpresentatie over de middeleeuwen en waarin ik vervolgens de overstap maak naar Karel ende Elegast en het verhaal introduceer. In de werkfase hebben we een gedeelte van Karel ende Elegast gelezen en opdrachten gemaakt. Tot slot heb ik de volgende les geïntroduceerd door de klas in te delen in stamgroepen en expertgroepen. Ik heb de motieven onder de groepen verdeeld. Ik heb hun uitgelegd hoe het programma van de volgende les eruit zal zien en verwezen naar de spellingsles waarin we de expertmethode hebben geoefend. De leerlingen reageerden weinig enthousiast. De les verliep volgens het lesplan. Les 2 Wederom startte deze les rommelig. De leerlingen gingen in de kring zitten. Allen waren aanwezig. Terwijl ik de bedoeling van deze les uitlegde, ging ik rond om het huiswerk te controleren. Ik verwees naar de vorige literatuurles en ik herhaalde de bedoeling van de expertmethode met motieven. Na de huiswerkdisciplinecontrole, verdeelde ik de klas in groepjes en ik gaf ieder groepje een motief mee. Daarnaast zorgde ik dat ieder groepje instructie- en werkvellen had aansluitend bij hun motief. De leerlingen waren weinig gemotiveerd om aan de slag te gaan. Al snel begonnen ze te kletsen en hielden ze zich bezig met andere zaken. Ik greep in en riep tot orde. Ik verduidelijkte de instructie. Echter waren de zelfwerkzaamheid en de spanningsboog van de leerlingen kort: ongeveer tien minuten later moest ik weer ingrijpen. Ik stelde een doel: ik eiste dat de leerlingen twintig minuten stil werkte en tenminste één passend fragment bij hun motief zouden vinden. Deze eis bleek niet realiseerbaar. De motivatie, de zelfstandigheid en de zelfwerkzaamheid van de leerlingen waren kleiner dan waar ik in het lesplan mee rekening had gehouden. Les 3 Al vanaf het begin van de les, hield ik de regie strak in eigen handen. Ik legde duidelijk uit wat ik deze les wilde. Alle leerlingen waren er. Ik had nieuw leerlingenmateriaal gemaakt, dat stapsgewijs de leerlingen expert zou laten worden op het geselecteerde thema. Ik maakte duidelijk dat ik een betere werkhouding van de leerlingen wenste dan de vorige les en ik wees hen op de presentatie die de volgende les stond te wachten en dat het daarvoor belangrijk was dat ze nu goed moesten samenwerken. Voordat ik de leerlingen aan het werk zette, controleerde ik het huiswerk. Met geringe motivatie en veel tegenzin gingen de leerlingen aan de slag. Gedurende de werkfase was ik druk bezig de leerlingen positief te stimuleren en aan het werk te houden. Uit korte gesprekjes met hen bleek dat zij het nut niet van deze opdracht (en die van de vorige les) inzagen.
Pagina 4 van 5 Ik denk dat ik bij het opstellen van de ontwerplessenserie niet voldoende de relevantie aan de orde heb gesteld. Ook heb ik het werken met de expertmethode bij deze klas, bekend om haar lage motivatie, onderschat. De leerlingen weten niet goed met zelfwerkzaamheid en verantwoordelijkheid in de les om te gaan. Meester, dat doe ik thuis wel. en Waarom moeten we dit doen? Waar is dit goed voor? waren in beide expertmethodelessen veel voorkomende geluiden van leerlingen. Voor beide expertmethodelessen kan ik concluderen dat ik de stappen voor de leerlingen nog kleiner en concreter had moeten maken. Les 4 Vanwege de geringe motivatie en interesse had ik twee nieuwe ingangseisen gesteld aan deze vierde en afsluitende les gesteld: 1. De leerlingen moesten een dag voor de les mij het huiswerk mailen. 2. De leerlingen moesten een dag voor de les mij hun presentatie mailen. Deze twee nieuwe regels vormden een formele stok achter de deur voor deze les: het huiswerk was gemaakt en alle leerlingen waren aanwezig. Omdat de leerlingen mij het huiswerk vooraf hadden gemaild, had ik hun presentaties al bestudeerd. Ook hieruit bleek een geringe interesse en motivatie: de meeste presentaties waren slordig verzorgd. De meeste slides kenden enkele steekwoorden met betrekking tot het motief of thema en de spelregels van het citeren uit de tekst werden niet of nauwelijks gehanteerd. Ik had werkbladen gemaakt waarop de leerlingen aantekeningen moesten maken over de presentaties van de andere. Het opstarten van de presentaties verliep rommelig. Ik was vergeten een lijstje te maken met de volgorde waarin de leerlingen zouden presenteren. Ook duurden de wisselingen tussen de presentaties redelijk lang. De leerlingen maakten hiervan dankbaar gebruik om de les te rekken. Mijn regie bleek niet strak genoeg. Toen het aantal presentaties op de helft was, zag ik bij het publiek de aandacht afnemen. Het werd steeds rommeliger in de klas. Daarom stelde ik de eis dat iedere toeschouwer een vraag moest verzinnen bij de presentatie. Echter kwamen de leerlingen met oppervlakkige vragen in plaats van inhoudelijke. Wegens tijdgebrek kon ik geen afsluitend klassengesprek over Karel en de Elegast met de leerlingen voeren. Terugblikkend over de hele lessenserie, denk ik dat de onderstaande punten verbeterd kunnen worden voor de toekomst: 1. Regie door de docent: tijdsindeling van de les. 2. Het kleiner en concreter aanbieden van de expertmethodeopdrachten. 3. Beschrijving uitvoering onderzoek Het onderzoek verliep voorspoedig. De leerlingen die waren geselecteerd voor Time-on-task waren iedere les aanwezig. Een aandachtspunt is dat ik het time-on-task schema iedere vijf minuten had ingedeeld. Bij analyse van de data, valt op dat deze meetmomenten samenvallen met de breekpunten van de instructie- en werkfasen. Het huiswerk heb ik iedere les structureel gecontroleerd. Hier waren twee opties mogelijk: wel of niet. Sommige leerlingen hadden het huiswerk gedeeltelijk. Dit gold nu als nee. Ik had een derde optie: gedeeltelijk kunnen maken voor het onderzoek. In de nameting van de vakbelevingstest vroegen de leerlingen waarom ze weer deze vragenlijst moesten invullen. Tijdens deze les waren de leerlingen ook erg rommelig en waren ze lastig te motiveren. Daarom denk ik dat ze deze test en de drie evaluatieve vragen niet serieus hebben ingevuld.
Pagina 5 van 5