Afd. II MODERNISERING VAN HET VERMOGENSBEHEER 8-13

Vergelijkbare documenten
Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht Larcier...

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak C. De rechtsleer D. De gewoonte E. De algemene rechtsbeginselen...

Tel.: 011/ Vrederechter Hasselt kanton 1 / 2 Fax: 011/ Naam:.. Voornaam:... Beroep: Adres:... Tel.:...GSM.:... .:...

Inhoud. Voorwoord... Zaakregister... Tabel van de geciteerde beslissingen... HOOFDSTUK I ALGEMENE BEGRIPPEN A FDELING I A FDELING II

Artikel 1240 van het Gerechtelijk Wetboek

II. BURGERLIJK RECHT

RICHTLIJNEN VOOR DE VOOGD EN TOEZIENDE VOOGD

INHOUDSTAFEL. Voorwoord 5 Inhoudstafel 7 Korte inleiding 12

OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING Art 1241 BW TOT INSTELING VAN EEN GERECHTELIJKE BESCHERMINGSMAATREGEL

De verzoekende partij is van mening dat, ten aanzien van de hiernagenoemde persoon, een rechterlijke beschermingsmaatregel moet worden bevolen.

OMSTANDIGE GENEESKUNDIGE VERKLARING 1 - Artikel 1240 Ger. W. tot instelling van een

Handelingen verricht i.k.v. het ouderlijk gezag waarvoor machtiging van vrederechter vereist is. Standpunt van de Gezinsbond

Het voorlopig bewind. Thierry DELAHAYE en Christoph CASTELEIN. larcier

4.1. Vooraf: soorten adoptie De adoptanten gezamenlijk Eén adoptant Wat is voogdij?... 5

Boek I. Personen... 1 Titel I. Genot en verlies van de burgerlijke rechten... 1 Hoofdstuk I. Genot van de burgerlijke

Inleidende titel. Bekendmaking, gevolgen en toepassing van de wetten in het algemeen.

CIVIELE CODE TITEL X. - MINDERJARIGHEID, VOOGDIJ EN ONTVOOGDING. HOOFDSTUK I. - MINDERJARIGHEID.

Titel VII. (...) Afstamming... 26

Verlies van een partner - Verwerking - Kinderen

HOOFDSTUK II. DE VOORAFGAANDE VERSLAGPLICHT

NIEUWSFLASH 6. v.u. Nadia Dekoning, A. Rodenbachstraat 20, 9470 Denderleeuw oktober 2015 IK WIL IK KAN IK MAG

INHOUD. Zaakregister Table alphabétique Tabel van de geciteerde beslissingen Voorwoord HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEGRIPPEN

HOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1

VERZOEKSCHRIFT TOT RECHTERLIJKE BESCHERMING VAN EEN ONBEKWAME

OPLEIDING BEWINDVOERDERS MACHTIGINGEN. Walter Niewold Vrederechter Hasselt I

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

Model A.1. Verzoekschrift bij toepassing van artikel 213 BW (onderhoudsgeld tussen echtgenoten) de artikelen 1034bis e.v. en 1320 e.v. Ger.W.

INHOUD. Woord vooraf... v Over de auteurs... vii Algemene bibliografie... ix ERFRECHT

Rechterlijke beschermingsmaatregelen - bewindvoering. Wet van 17 maart2013

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

DE WEDERZIJDSE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN ECHTGENOTEN EN DE HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS De wet van 14 juli 1976 Een evaluatie

HET GLOBAAL BESCHERMINGSSTATUUT

Voorwoord... xv HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING... 5 HOOFDSTUK III. ARTIKEL 229 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK... 17

HUWELIJK EN (ECHT)SCHEIDING: EEN MODELLENBOEK

DEEL 1. ALGEMENE SITUERING VAN HET VOORLOPIG BEWIND 1. Hoofdstuk 1. Waarom voorlopig bewind? 5 1. Preventief 5 2. Curatief 6

Mter. Toon VANCOILLIE Mter. Karen VERHOLLEMAN

INLEIDING. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE HERVORMING INZAKE HET VERBOD VAN ERFOVEREENKOMSTEN 1

Voorlopige bewindvoering. Tim Wuyts Vrijwillig wetenschappelijk medewerker KULeuven Justitiemedewerker Kamerfractie CD&V

BELGISCH INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIE. Zaal 058/

INHOUDSTAFEL VOORWOORD... DANKWOORD... LIJST VAN DE MEEST GEBRUIKTE AFKORTINGEN... INLEIDING...1 I. VOORSTELLING VAN HET ONDERWERP...3 II. METHODE...

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v DEEL I. GRONDVOORWAARDEN VOOR ADOPTIE CHRISTOPH CASTELEIN...1 HOOFDSTUK 1. AFBAKENING...3 HOOFDSTUK 2. ALGEMEEN...

DE NIEUWE WET OP HET BEWIND

VERZOEKSCHRIFT. Naam:. Voornaam:. Beroep:.. Woonplaats/verblijfplaats: ...

BEWINDVOERING. Leerstoel Jules Knapen 2019 Walter Niewold Vrederechter Hasselt I

30 DECEMBER Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

Beknopte inhoudstafel

Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER

Beknopte inhoudstafel

Het nieuwe beschermstatuut

Compendium van het personenen familierecht

DEEL I. DE WET VAN 27 APRIL 2007 INZAKE ECHTSCHEIDING. KNELPUNTEN VAN MATERIEEL RECHT EN VAN PROCES- RECHT

Compendium van het personenen familierecht

Gevolgen van de erfopvolging

Vredegerechten arrondissement Oost-Vlaanderen

VRAGENLIJST voor het opstellen van een levenstestament / algemene volmacht

HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

DEEL I. HET VERBLIJFSCO-OUDERSCHAP ALS PRIORITAIR TE ONDERZOEKEN VERBLIJFSREGELING ILSE MARTENS... 1

Je rechten bij erfenis

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT

VERZOEKSCHRIFT TOT RECHTERLIJKE BESCHERMING VAN EEN ONBEKWAME

7 Inleiding / 11 8 Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap / 12 9 Nationaliteit en internationaal privaatrecht / 16

De familie- en jeugdrechtbank

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

VOORWOORD...v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

.1.Wat de bevoegdheid van de vrederechter betreft. .2.Wat de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel betreft

INHOUD. Artikelen. INLEIDENDE TITEL Bekendmaking, gevolgen en toepassing van de wetten in het algemeen 1-6 BOEK I - PERSONEN 7-515

DEEL I. DOELSTELLINGEN VAN DE HERVORMING. DE ECHTSCHEI- DING OP GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

De familiekamer en de jeugdkamer in het hof van beroep te Antwerpen

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de zevende druk / V. Voorwoord bij de zesde druk / VI. Enige afkortingen en symbolen / XV

Parlementaire Geschiedenis Burgerlijk Wetboek Boek 10. Internationaal Privaatrecht (IPR)

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

lnleiding /1 I. Ontwikkeling van het personen- en familierecht / 2 II. EVRM / 8 HI. Europeanisering / 23 IV. Literatuur / 28

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ERFRECHT EN SCHENKING

1 van :27

INHOUD. WOORD VOORAF... v

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIER 057/ e Kamer. 1 en 1bis. 1e en 3e Ma. 09:00 u. 2bis

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33

BURGERLIJK WETBOEK. BOEK III. OP WELKE WIJZE EIGENDOM VERKREGEN WORDT

Afkortingen. Inleiding

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DESKUNDIGENONDERZOEK IN BURGERLIJKE ZAKEN

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier...

Erfrecht en schenking

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

INHOUD BW VW 3. BOEK I. PERSONEN art. (*1) Titel I. Genot en verlies van de burgerlijke rechten (K. VUYLSTEKE) 7-33

Inhoudsopgave. Deel I Huurprincipes Burgerlijk Wetboek Boek III Wijze van eigendomsverkrijging Titel VIII Huur...

Wet schenk- en erfbelasting

I DE SYNDICUS, BEGRIPSOMSCHRIJVING VOORWAARDEN 13 II AANSTELLING EN BENOEMING SYNDICUS 27

Inhoud. Woord vooraf...v. De arrondissementen, de mobiliteit en het beheer

Transcriptie:

Inhoud V Blz. AFKORTINGEN EN CITEERWIJZEN LITERATUURLIJST V XV XVII Nrs. TITEL I VOOGDIJ EN HAAR KENMERKEN 1-37 Hfdst. I VOOGDIJ ALS ONDERSTEUNENDE MAATREGEL 1-13 OPTIEK VAN DE WETGEVER 3-7 I MODERNISERING VAN HET VERMOGENSBEHEER 8-13 Hfdst. II KENMERKEN VAN DE VOOGDIJ 14-37 1. Aard van de wettelijke bepalingen inzake de voogdij 14-16 2. Enkelvoudig karakter van de voogdij 17-19 3. Persoonlijk karakter van de voogdij 20-24 4. Onverplicht karakter van de (toeziende) voogdij 25-27 5. Onbezoldigd karakter van de voogdij 28 6. Verantwoordelijkheid van de voogd 29-33 7. Familiaal karakter van de voogdij 34-37 TITEL II BEGIN EN EINDE VAN DE VOOGDIJ 38-87 Hfdst. I ONTSTAAN VAN DE VOOGDIJ 38-57 1. Beide ouders zijn overleden Enige ouder is overleden 44-50 A. Afstamming staat vast ten aanzien van beide ouders 46-48 B. Afstamming staat vast ten aanzien van e e n ouder 49-50 2. Beide ouders zijn wettelijk onbekend Enige ouder is wettelijk onbekend 51-52 3. Beide ouders zijn in de voortdurende onmogelijkheid om het ouderlijk gezag uit te oefenen Enige ouder is in de voortdurende onmogelijkheid om het ouderlijk gezag uit te oefenen 53-55 4. Intrekking van de ontvoogding 56-57 Hfdst. II VOORTDURENDE ONMOGELIJKHEID OM HET OUDERLIJK GEZAG UIT TE OEFENEN 58-76 1. Afdoende bewijs van de voortdurende onmogelijkheid 61-64 2. Feitelijk bewijs van de voortdurende onmogelijkheid 65-76 Hfdst. III ONTSTAAN VAN DE VOOGDIJ BIJ ADOPTIE 77-84 1. Na gewone adoptie of volle adoptie door twee adoptanten 77-78 2. Na gewone adoptie of volle adoptie door ée n adoptant van een kind, dat geen kind of adoptief kind is van zijn echtgenoot 79

VI 3. Na stiefouderadoptie 80-82 A. Na gewone stiefouderadoptie 80-81 B. Na volle stiefouderadoptie 82 4. Na herroeping van de adoptie 83-84 Hfdst. IV EINDE VAN DE VOOGDIJ 85-87 TITEL III ORGANISATIE VAN DE VOOGDIJ 88-301 Hfdst. I VREDERECHTER 88-108 VOOGDIJFORUM 88-103 1. Bevoegdheid van de vrederechter ratione loci 90-94 2. Bevoegdheid van de vrederechter ratione materiae 95-103 A. Organisatie van de voogdij 96-101 B. Toezicht op de voogdij 102-103 I BEPERKTE VERANDERLIJKHEID VAN HET VOOGDIJFORUM 104-108 1. Principe 104-106 2. Uitzondering 107-108 Hfdst. II DRINGENDE MAATREGELEN 109-114 Hfdst. III VOOGD 115-301 KEUZE VAN DE VOOGD 115-187 1. Ouderlijke aanwijzing 115-178 A. Aard van de door de ouder(s) opgedragen voogdij 118-124 B. Afzonderlijke aanwijzing door de ouder die het laatst het ouderlijk gezag uitoefent 125-144 1. Vormen 125-132 a. Bij testament 125-128 b. Bij verklaring voor de vrederechter 129-130 c. Bij verklaring voor een notaris 131-132 2. Ouder die het laatst het ouderlijk gezag uitoefent 133-141 3. Herroeping van de afzonderlijke aanwijzing 142-144 C. Gezamenlijke aanwijzing door beide ouders 145-157 1. Vormen 147 2. Gezamenlijk handelen van beide ouders 148-152 3. Gezamenlijk wijzigen van de eerdere aanwijzing 153-154 4. Eenzijdige herroeping van de gezamenlijke aanwijzing 155-157 D. Keuzevrijheid van de ouders 158-164 E. Communicatie 165 F. Vrederechterlijke homologatie 166-174 1. Preventieve controle 166-167 2. Marginale controle 168 3. Procedure 169-173 4. Gedeeltelijke homologatie 174 G. Geen door de ouder(s) opgedragen toeziende voogdij 175-176 H. Ouderlijke aanwijzing komt te laat aan het licht 177-178 2. Benoeming door de vrederechter 179-184 3. Raadpleging van de familie 185-187 I SPLITSING VAN DE VOOGDIJOPDRACHT 188-207 1. Uitgangspunt 188-189

VII 2. Uitzondering 190-192 3. Splitsingsmogelijkheden 193-199 A. Door de wetgever geviseerde hypothese 193 B. Quid bij de aanwijzing van de voogd door de ouder(s)? 194 C. Andere mogelijkheden 195-197 D. Splitsing in de loop van de voogdij 198-199 4. Splitsing van de toeziende voogdij 200 5. Belang van de pupil 201-202 6. Onderling overleg 203-205 7. Betwisting tussen de (toeziende) voogden 206-207 II ADMINISTRATIEVE VOOGDIJ 208-217 V GRONDEN VAN ONBEKWAAMHEID 218-242 1. Gronden van onbekwaamheid 218-225 A. Kenmerken 218-221 B. Toepassingsgebied 222-225 2. Personen die niet de vrije beschikking over hun goederen hebben 226-233 A. Minderjarigen 227-229 B. Geestesgestoorden 230-233 3. Personen ten aanzien van wie de jeugdrechtbank een van de maatregelen heeft bevolen die zijn bedoeld in de artikelen 29-32 van de Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming 234-237 4. Wettelijk onbekwame strafrechtelijk veroordeelden 238-242 Afd. V GRONDEN TOT UITSLUITING EN ONTZETTING 243-288 1. Gronden tot uitsluiting en ontzetting 243-254 A. Kenmerken 243-251 B. Toepassingsgebied 252-254 2. Kennelijk wangedrag 255-258 3. Beheer getuigend van onbekwaamheid (ongeschiktheid) of ontrouw 259-266 4. Zij die zelf of van wie de echtgenoot, de wettelijk samenwonende, de feitelijk samenwonende, een bloedverwant in de opgaande lijn of een bloedverwant in de nederdalende lijn tegen de pupil een rechtsgeding voeren waarbij de staat van de pupil, zijn vermogen of een aanzienlijk deel van zijn goederen zijn betrokken 267-274 5. Afzetting (art. 19 Sw.) 275-279 6. Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (art. 31-34 Sw.) 280-284 7. Artikelen 49 juncto 52, tweede lid Hyp. W. 285 8. Procedure tot ontzetting 286-288 Afd. VI RECHTSOPVOLGERS VAN DE OVERLEDEN VOOGD 289-296 Afd. VII VERVANGING VAN DE VOOGD 297-301 TITEL IV TOEZIENDE VOOGDIJ 302-375 Hfdst. I TOEZIENDE VOOGD 302-327 BEGRIP TOEZIENDE VOOGD 302-306 I BENOEMING VAN DE TOEZIENDE VOOGD 307-321 1. In elke voogdij fungeert een toeziende voogd 307

VIII 2. In de regel benoemt de vrederechter de toeziende voogd 308-309 3. Beoordelingsbevoegdheid van de vrederechter 310-312 A. Regel 310 B. Uitzondering 311-312 4. Quid indien niemand de toeziende voogdij aanvaardt? 313-314 5. Splitsingsmogelijkheden 315 6. Extrapolatie van de artikelen 396-399 B.W. 316-318 A. Ontlasting van de toeziende voogd 316 B. Onbekwaamheid, uitsluiting en ontzetting van de toeziende voogd 317-318 7. Bijzondere onbekwaamheid van de toeziende voogd 319-320 8. Geldt artikel 907 B.W. ook voor de toeziende voogd? 321 II EINDE VAN DE TOEZIENDE VOOGDIJ(OPDRACHT) 322-327 1. Toeziende voogdij eindigt op hetzelfde tijdstip als de voogdij 322 2. Gevallen van bee indiging 323-327 A. Gevallen van bee indiging aan de zijde van de pupil 324 B. Gevallen van bee indiging aan de zijde van de voogd 325-326 C. Gevallen van beëindiging aan de zijde van de toeziende voogd 327 Hfdst. II TAKEN VAN DE TOEZIENDE VOOGD 328-375 AARD VAN DE AAN DE TOEZIENDE VOOGD TOEKOMENDE TAKEN 328-329 I BELANGRIJKSTE TAAK VAN DE TOEZIENDE VOOGD 330-343 1. Toezicht houden op de voogd 330-331 2. Permanent toezicht 332-336 3. Belang van de pupil 337-338 4. Toepassingen 339-343 II BIJKOMENDE OPDRACHT VAN DE TOEZIENDE VOOGD 344-363 1. Toeziende voogd vervangt de voogd 344-345 2. Belangentegenstelling 346-350 3. Moet dan steeds een toeziende voogd ad hoc worden aangesteld? 351-354 4. Belangentegenstelling én met de voogd e n met de toeziende voogd 355-359 5. Belangentegenstelling enkel met de toeziende voogd 360-363 V TAAK VAN DE TOEZIENDE VOOGD BIJ HET OPENVALLEN VAN DE VOOGDIJ 364-367 1. Zelfs ingeval de voogdij openvalt vervangt de toeziende voogd de voogd niet van rechtswege 364 2. Wanneer valt de voogdij open? 365-366 3. Toeziende voogd doet een nieuwe voogd benoemen 367 Afd. V VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE TOEZIENDE VOOGD 368-374 Afd. VI WAARBORGEN TE VERSTREKKEN DOOR DE TOEZIENDE VOOGD 375 TITEL V WERKING VAN DE VOOGDIJ 376-405 Hfdst. I ZORG VOOR DE PERSOON EN DE OPVOEDING VAN DE PUPIL 376-382

IX Hfdst. II Hfdst. III BEHEER VAN DE GOEDEREN EN VERTEGENWOORDIGINGS- BEVOEGDHEID 383-402 1. Volheid van bevoegdheden aan de zijde van de voogd 383-389 2. Verantwoordelijkheid van de voogd 390-395 3. Delegatie van bevoegdheden 396-400 4. Inkomsten van de pupil 401-402 BETWISTING TUSSEN DE PUPIL EN ZIJN (TOEZIENDE) VOOGD 403-405 TITEL VI VERMOGENSBEHEER 406-718 Hfdst. I VERMOGENSBESCHRIJVING 406-427 1. Vermogensbeschrijving als uitgangspunt voor een goede werking van de voogdij 406 2. Huidige regeling is gegroeid uit een bestaande praktijk 407-411 3. Notarieel is de regel, onderhands de uitzondering 412-416 4. Summiere boedelbeschrijving 417 5. Aanwezigheid van de toeziende voogd 418-421 6. Vraag over de schulden van de pupil 422-423 7. Termijn 424 8. Sanctie 425-426 9. Geen verplichting meer tot verkoop van de roerende goederen 427 Hfdst. II BASISBESCHIKKINGEN 428-445 1. Steeds herzienbare basisbeschikkingen ter omkadering van het vermogensbeheer 428-429 2. Bepaling van de jaarlijkse onderhouds- en opvoedingskosten en van de jaarlijkse beheerskosten 430 3. Precisering van de verplichting tot belegging van het inkomstensaldo 431 4. Bepaling van de centrale (bank)instelling 432 5. Bepaling van de beleggingsvoorwaarden 433-435 6. Bepaling van de door de voogd te verstrekken waarborgen 436-441 7. Bepaling van maatregelen inzake een gebeurlijk aan de pupil toekomende handelszaak, dan wel onderneming 442-445 Hfdst. III REKENINGENBEHEER 446-463 REKENINGEN 446-452 1. Vermogensbeheer in het raam van een of meer rekeningen 446-448 2. Rekening(en) op naam van de pupil 449-452 I BELEGGINGSVOORWAARDEN 453-463 1. Vrederechter bepaalt de beleggingsvoorwaarden 453-454 2. Kwijting van kapitalen 455-463 Hfdst. IV MACHTIGINGSVEREISTE 464-650 IN DE REGEL BEHEERT DE VOOGD DE GOEDEREN VAN ZIJN PUPIL ZONDER NALEVING VAN BIJZONDERE VORMVER- EISTEN 464-465 I VREDERECHTERLIJKE MACHTIGING 466-477

X II V RELEVANTIE VAN ARTIKEL 410 B.W. WAT BETREFT DE UIT- OEFENING VAN HET OUDERLIJK GEZAG 478-479 BELANGRIJKE RECHTSHANDELINGEN (WAARVOOR MACH- TIGING IS VEREIST) 480-643 1. Vervreemding van goederen van de pupil 480-541 A. Machtigingsvereiste voor de vervreeemding van goederen van de pupil 480-482 B. Vervreemden 483-486 C. Schenken en testeren 487-491 D. Kan de pupil zelf giften doen? 492-495 E. Door de wet zelf opgelegde vervreemding 496 F. In beginsel vereiste openbare verkoping 497-502 G. Onroerende goederen 503-525 1. Verkoop van een volledig in eigendom aan de pupil toebehorend onroerend goed 507-511 2. Door de voogd voorgenomen verkoop van een onroerend goed waarin zijn pupil deelgerechtigd is 512-518 a. Medegerechtigden gaan akkoord 513-514 b. Medegerechtigden gaan niet akkoord 515-518 3. Initiatief gaat uit van de (samen met de pupil) medegerechtigden inzake de verkoop van een (onverdeeld) onroerend goed 519-525 H. Vervreemding van een onroerend goed dat afhangt van een aan de pupil toegevallen nalatenschap 526-529 I. Vervreemding van een onroerend goed in onverdeeldheid tussen de pupil en een afwezige, een gefailleerde of een overeenkomstig artikel 488bis B.W. beschermde persoon 530-532 J. Roerende goederen 533-536 K. Beschikken over de goederen die onbeschikbaar zijn op grond van een beslissing genomen krachtens artikel 379 B.W., op grond van artikel 776 B.W. of overeenkomstig een beslissing van de familieraad genomen vo o r de inwerkingtreding van de Wet van 29 april 2001 537-541 2. Vervreemding van souvenirs en persoonlijke voorwerpen 542-546 3. Verkrijging door de (toeziende) voogd van goederen van de pupil 547 4. Aankoop van een goed 548-555 A. Aankoop van een onroerend goed 548-554 B. Aankoop van een roerend goed 555 5. Hypotheekverstrekking of inpandgeving van goederen van de pupil 556-561 6. Aangaan van een lening 562-570 7. Sluiten van een gewone huurovereenkomst van meer dan negen jaar, sluiten dan wel hernieuwen van een handelshuurovereenkomst en sluiten van een pachtovereenkomst 571-580 8. Huur door de (toeziende) voogd van goederen van de pupil 581-582 9. Verwerping of aanvaarding van een nalatenschap, een algemeen legaat of een legaat onder algemene titel 583-593 10. Aanvaarding van een schenking of een bijzonder legaat 594-602 11. Overeenkomst van onverdeeldheid aangaan 603-604 12. Optreden in rechte 605-630 A. Optreden in rechte als verweerder 607 B. Optreden in rechte als eiser 608-622 C. Uitzonderingen 623-630 1. Artikel 1150, tweede lid Ger. W. 624 2. Artikel 1180, sub 18 Ger. W. 625 3. Artikel 1206 Ger. W. 626-628

XI 4. Artikel 1187, tweede lid Ger. W. 629 5. Burgerlijke partijstelling 630 13. Berusting in een vordering of in een rechterlijke beslissing 631-634 14. Aangaan van een dading en sluiten van een arbitrageovereenkomst 635-638 15. Voortzetting van de door de pupil verkregen handel 639-643 Afd. V Hfdst. V I SANCTIE BIJ DE NIET-NALEVING VAN HET MACHTIGINGS- VEREISTE 644-650 VERKRIJGING EN INHUURNEMING DOOR DE (TOEZIENDE) VOOGD VAN GOEDEREN VAN DE PUPIL 651-662 VERKRIJGING DOOR DE (TOEZIENDE) VOOGD VAN GOEDE- REN VAN DE PUPIL 651-660 1. Principieel verbod voor de (toeziende) voogd om de goederen van zijn pupil te verkrijgen 651-653 2. Verkrijgen 654-656 3. Uitzonderingen 657-660 A. Wet van 16 mei 1900 tot erfregeling van de kleine nalatenschappen 657 B. Wet van 29 augustus 1988 op de erfregeling inzake landbouwbedrijven met het oog op het bevorderen van de continuïteit 658-659 C. Verdeling 660 INHUURNEMING DOOR DE (TOEZIENDE) VOOGD VAN GOE- DEREN VAN DE PUPIL 661-662 Hfdst. VI LINK MET HET OUDERLIJKE GOEDERENBEHEER 663-718 EXTRAPOLATIE VAN HET MACHTIGINGSVEREISTE BE- DOELD IN ARTIKEL 410 B.W. 663-668 I BEVOEGDHEID VAN DE VREDERECHTER 669-679 1. Materiële bevoegdheid 669 2. Territoriale bevoegdheid 670-679 A. Gemeen recht 670-672 B. Uitdrukkelijke algemene regeling 673 C. Mogelijkheid tot correctie 674-675 D. Quid met de specifieke bevoegdheidsregels? 676-679 II PROCEDURE 680-683 V DOOR DE OUDERS VERSCHULDIGD ROLRECHT 684 Afd. V Afd. VI BELANGENTEGENSTELLING TUSSEN DE OUDERS ONDER- LING 685-686 BELANGENTEGENSTELLING TUSSEN DE MINDERJARIGE EN ZIJN OUDERS 687-689 Afd. VII UITZONDERING BEDOELD IN ARTIKEL 935, DERDE LID B.W. 690-692 Afd. VIII KRITIEK 693-698

XII X ZEER FRAGMENTAIRE REPARATIE 699-701 Afd. X Afd. XI VERWERPING OF AANVAARDING VAN EEN NALATEN- SCHAP, EEN ALGEMEEN LEGAAT OF EEN LEGAAT ONDER ALGEMENE TITEL 702-708 VERVREEMDING VAN ROERENDE GOEDEREN VAN DE PU- PIL 709-716 Afd. XII RICHTLIJN VOOR DE PRAKTIJK 717-718 TITEL VII VERANTWOORDINGSVERPLICHTING 719-826 Hfdst. I PERIODIEKE VERANTWOORDINGSVERPLICHTING 719-727 JAARLIJKSE REKENING INZAKE HET BEHEER 719-725 I Hfdst. II AFSLUITING VAN DE VOOGDIJREKENINGEN BIJ VERVAN- GING VAN DE VOOGD 726-727 VERANTWOORDINGSVERPLICHTING BIJ HET EINDE VAN DE VOOGDIJ(OPDRACHT) 728-810 GEVALLEN VAN BEËINDIGING 728-737 1. Gevallen waarin de voogdijopdracht eindigt 730-735 2. Gevallen waarin de voogdij in se eindigt 736-737 I DEFINITIEVE VOOGDIJREKENING 738-767 1. Wie legt verantwoording af? 739-742 2. Aan wie wordt verantwoording afgelegd? 743-750 A. Ingeval de voogdijopdracht eindigt 743-746 B. Ingeval de voogdij in se eindigt 747-750 3. Hoe wordt verantwoording afgelegd? 751-764 4. Kosten 765-767 II OPRECHTHEID VAN DE (DEFINITIEVE) VOOGDIJREKENING 768-774 V BESCHIKKINGEN VAN DE PUPIL TEN VOORDELE VAN ZIJN VOOGD: LINK TUSSEN DE ARTIKELEN 416 B.W. EN 907 B.W. 775-810 1. Beschikkingen van de minderjarige pupil ten voordele van zijn voogd 775-781 A. Situering van artikel 907, eerste lid B.W. binnen de principiële handelingsonbekwaamheid van de minderjarige 775-778 B. Sanctie 779-781 2. Beschikkingen van de meerderjarig geworden pupil ten voordele van zijn (gewezen) voogd 782-792 A. Onbekwaamheid vervat in artikel 907, tweede lid B.W. 782-783 B. Overlegging en goedkeuring van de voogdijrekening 784 C. Draagwijdte van artikel 907, tweede lid B.W. en verhouding tot artikel 416 B.W. 785-791 D. Sanctie 792 3. Uitzonderingen op de twee voorafgaande bepalingen 793-797 4. Artikel 907 B.W. betreft enkel de eigenlijke voogdij 798-810 A. Toeziende voogd 800

XIII B. (Toeziende) voogd ad hoc 801 C. Ontlaste, onbekwame of ontzette voogd 802 D. Vervangen voogd 803-806 E. Erfgenamen van de voogd 807-809 F. Curator over de ontvoogde minderjarige 810 Hfdst. III GOEDKEURING VAN DE REKENING EN AANSPRAKELIJK- HEIDSVORDERINGEN 811-817 Hfdst. IV VERSCHULDIGD SALDO 818-820 Hfdst. V VERJARING 821-826 TITEL VIII VOOGDIJ IN INTERNATIONALE CONTEXT 827-885 Hfdst. I ALGEMEEN INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT 827-839 1. Gemeenrechtelijke verwijzingsregel 827-830 2. Verdrag van 12 juni 1902 tot regeling van de voogdij van minderjarigen 831-832 3. Wetboek van internationaal privaatrecht 833-839 Hfdst. II EUROPEES INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT 840-853 Hfdst. III Hfdst. IV VERDRAG VAN DEN HAAG VAN 19 OKTOBER 1996 INZAKE DE BEVOEGDHEID, HET TOEPASSELIJKE RECHT, DE ERKEN- NING EN DWANGUITVOERING EN SAMENWERKING BETREF- FENDE DE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID EN MAATREGELEN VAN KINDERBESCHERMING 854-860 VOOGDIJ OVER DE NIET-BEGELEIDE MINDERJARIGE VREEMDELING 861-885 PROBLEMATIEK VAN DE NIET-BEGELEIDE MINDERJARIGE VREEMDELING 861-863 I WET VAN 24 DECEMBER 2002 864-885 1. Dienst Voogdij 865 2. Toepassingsgebied 866 3. Procedure 867 4. Aanwijzing van de voogd 868-869 5. Opdracht van de voogd 870-875 6. Verantwoordingsverplichting van de voogd 876-879 7. Toezicht 880-883 8. Beëindiging van de voogdij 884-885 Blz. ZAAKREGISTER 521