PAPER 3 (herkansing) Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Ontwerprapport Daniëlle Griep Algemene Economie Werken zal je! Context-concept Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Doelgroep Havo 3 Sleuteltermen Context, arbeidsmarkt, vraag en aanbod, learner report Links Bibliografische referentie Studentnummer 10479813 Begeleider(s) P. van der Veen J. Fortuin Beoordelaar(s) indien bekend Datum 14 april 2013
Samenvatting paper 1: Leerlingen van Havo 3 vinden het begrip markt en dan de introductie hoe prijsvorming van producten plaatsvindt door middel van vraag en aanbod lastig, saai en abstract. Ontwerphypothese: Als ik het onderwerp arbeidsmarkt door middel van concept- context onderwijs aanbied met behulp van activerende werkvormen dan zal dit leiden tot betekenis van de theorie wordt het hogere denkniveau geactiveerd. Dit zal leiden tot betere toets resultaten en meer betrokken leerlingen dan wanneer de stof op een deductieve manier via directe instructie wordt gegeven. Ontwerpregels: 1. Ik ga deze lessenserie geven in een Havo 3 klas 2. 4 lesuren van 50 minuten 3. Bij 8 leerlingen van die klas ga ik een learner report afnemen 4. De toets resultaten van alle leerlingen over het onderwerp arbeidsmarkt (de vraag en het aanbod van arbeid) ga ik vergelijken met de toets resultaten over vraag en aanbod van producten van de toets van oktober 2012 Beschrijving onderzoeksmethode: Onderzoeksontwerp: 1. Er zullen twee nulmeting plaatsvinden: a. Als nulmeting voor de leerprestaties zal de toets over vraag en aanbod, die in oktober 2012 is gegeven, gelden. Binnen de economie komt hetzelfde aspect van vraag en aanbod op verschillende manieren terug. In september en oktober 2012 is de vraag en aanbod van producten behandeld. Dit is op een wiskundige manier gebracht. Nu, in deze lessenserie, komt vraag en aanbod weer terug. Nu als vraag en aanbod van arbeid. Deze vraag en aanbod worden op een andere manier aangeboden en daarmee kan er een vergelijking gemaakt worden. Er wordt bij deze nulmeting geen rekening gehouden met het feit dat leerlingen al een periode het vak economie hebben gevolgd en daardoor de kans bestaat dat ze over meer economische vaardigheden beschikken dan toen ze starten met economie in september 2012. b. De resultaten van de leerlingen van een 3 havo klas van vorig jaar over de toets arbeidsmarkt. Bij het vergelijken van de toets cijfers moet er wel een schaling gemaakt worden met de gemiddelde rapportcijfers. 2. Na het geven van de lessenserie zal ik een toets afnemen. Een onderdeel van de toets zal gaan over arbeidsmarkt. De vraagstelling over vraag en aanbod zal hetzelfde zijn zoals in oktober 2012 is geweest. De resultaten over vraag en aanbod van de arbeidsmarkt zal ik vergelijken met de resultaten van oktober 2012 en met de resultaten van de toets van de 3 havo klas van vorig jaar.
3. Na de lessenserie zal ik bij 8 leerlingen een learner report afnemen. De leerlingen zullen geselecteerd worden voor het afnemen van het learner report op basis van rapportcijfers (goed én slecht) en motivatie (wel én niet gemotiveerd ). Er zullen 5 gemotiveerde leerlingen worden uitgekozen (zowel goede als slechte cijfers) en 3 niet gemotiveerde leerlingen (zowel goede als slechte cijfers). Succescriterium Ik ben tevreden met de onderzoeksresultaten als: 1. Over de toets over arbeidsmarkt 0,1 punt hoger wordt gescoord ten opzichte van de vorige toets van oktober 2012 (nulmeting a) en ook 0,1 punt hoger wordt gescoord ten opzichte van de toets van vorig jaar (nulmeting b). 2. Er een toename van niet gemotiveerde leerlingen naar gemotiveerdere leerlingen is én de leerlingen die al gemotiveerd zijn gelijk zijn gebleven met hun motivatie. Onderzoeksinstrumenten: De leerprestaties van de leerlingen is de belangrijkste variabele die ik wil onderzoeken. Of de stof werkelijk door de leerlingen is begrepen, kan worden beoordeeld door middel van een toets (Geerlings en Veen, 2007). Een toets maakt een vergelijking mogelijk tussen klassen en door een toets krijg je als docent inzicht in het leerproces en de leerresultaten. Om de subjectieve leereffecten en de motivatie ( heb ik het idee dat ik er iets van geleerd heb ) van de leerlingen te meten zal ik gebruik maken van het learner report. Het learner report geeft de leerervaringen van de leerlingen weer (Kesteren, 1993). De gegevens vanuit een learner report zijn vaak moeilijk kwantificeerbaar. Het learner report heb ik afgeleid van van der Graaf, E. (2012) Grip op de zaak : training van metacognitieve luisterstrategieën (ilo.publication-archive.com). Onderzoeksgroep: De te onderzoeken groep is een Havo 3 klas. In deze klas zal de lessenserie zoals beschreven in paper 2 worden gegeven. Procedure: De nameting, de toets over arbeidsmarkt, zal gegeven worden in week 22. Deze resultaten zullen vergeleken worden met de resultaten van de nul-meting (de toets van oktober 2012). Het learner report zal afgenomen worden zodra de lessenserie over arbeidsmarkt is afgelopen. Dat zal zijn rond week 19 daarna volgt de verwerking van het learner report.
Data-analyse: De resultaten van de toetsen zal ik verwerken in een excel-spreadsheet. De toetsresultaten van de klassen zal ik met elkaar vergelijken. De gesloten vragen van het learner report zal ik via excel verwerken, de open vragen worden voor zover mogelijk geclassificeerd. Literatuur: Geerlings, T., & Veen, T. v. (2007). Lesgeven en zelfstandig leren, repository-ilo, UvA Janssen, T (2000), Iets van herkenning en opluchting, een onderzoek naar leereffecten van literatuuronderwijs. Instituut voor de Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam Kesteren, B. van (1993), Applications of de Groot s Learner Report : A tool to identify educational objectives and learning experiences. Department of Agricultural Education, Wageningen Agricultural Van der Graaf, E. (2012) Grip op de zaak : training van metacognitieve luisterstrategieën. Universiteit van Amsterdam, ILO Publicaties, Ontwerponderzoek : plannen en producten: http://ilo.publication-archive.com BIJLAGE 1: Learner report BIJLAGE 2: Toets Havo 3
Bijlage 1: Learner Report Arbeidsmarkt Je naam: Klas: Met dit Learner Report wil ik er graag achter komen wat jij vindt van de lessen over arbeidsmarkt, wat je geleerd hebt en wat jij vindt dat je er aan gehad hebt. Met leren bedoel ik niet alleen meer kennis gekregen hebben, maar ook wat je door de lessen over arbeidsmarkt over jezelf geleerd hebt. Nu is het niet zo eenvoudig om zomaar even op te schrijven wat je allemaal geleerd hebt. Daarom is er een manier bedacht waarop je dit wat gemakkelijker kunt doen. Deze manier gaat ervan uit dat er vier soorten van leren zijn. Er zijn geen goede of foute antwoorden: het gaat er om wat jij vindt.
1. LEREN OVER ALGEMENE FEITEN EN REGELS Bij de eerste soort van leren gaat het om algemene feiten en regels. Een leerling kan van Aardrijkskunde bijvoorbeeld zeggen: - Ik heb geleerd dat er een verschil bestaat tussen landklimaat en zeeklimaat. Deze voorbeelden gaan over leren zoals dat op school gebruikelijk is: het gaat om algemene feiten en regels die in schoolboeken staan. Dit soort leren kun je met behulp van de volgende zinnen opschrijven: - Ik heb geleerd dat (iets zo is) - Ik heb geleerd dat (iets zo werkt) - Ik heb geleerd hoe (iets gedaan moet worden) - Ik heb geleerd (enz.) Schrijf hieronder op wat jij tot nu toe allemaal aan dit soort algemene feiten en regels van de lessen over arbeidsmarkt geleerd hebt. Gebruik bij voorkeur zinnen zoals hierboven in het hokje staan. Probeer zo veel mogelijk zinnen te maken, maar schrijf alleen op wat je echt geleerd hebt. IK HEB GELEERD
2. LEREN OVER UITZONDERINGEN De tweede soort van leren vormen de uitzonderingen die je geleerd of ontdekt hebt, dat je dus geleerd hebt dat iets niet zo is. Een leerling kan bijvoorbeeld van Engels zeggen: - Ik heb gemerkt dat het niet waar is dat Engels een gemakkelijke taal is - Ik heb ontdekt dat het niet zo is dat if en when hetzelfde betekenen (dat dacht ik namelijk altijd wel) Bij deze soort van leren ontdekt iemand dat iets niet zo is, als hij of zij altijd gedacht had. Je ontdekt dat bepaalde feiten niet altijd helemaal kloppen. Dit soort leren kun je met behulp van de volgende zinnen opschrijven: - Ik heb geleerd dat het niet waar is dat (iets altijd zo is) - Ik heb ontdekt dat er ook bestaan - Ik heb gemerkt dat iets niet altijd op manier, maar ook op manier gedaan kan worden - Ik heb geleerd dat niet - Ik heb geleerd dat ook (enz.) Schrijf hieronder op wat jij van de lessen over arbeidsmarkt allemaal al aan uitzonderingen op regels geleerd en ontdekt hebt. Gebruik bij voorkeur zinnen zoals hierboven in het grijze hokje staan. Probeer zoveel mogelijk zinnen te bedenken. IK HEB GELEERD DAT HET NIET WAAR IS DAT
3. LEREN OVER JEZELF Er bestaat ook een meer persoonlijke soort van leren. Daarbij gaat het erom wat je over jezelf geleerd hebt. Een leerling kan bijvoorbeeld van Nederlands (literatuur) zeggen: - Ik heb gemerkt dat ik het liefst oorlogsboeken lees. - Ik heb ontdekt dat waargebeurde verhalen mij het meest aanspreken. Deze voorbeelden gaan over persoonlijke ervaringen, die zowel goed als slecht, leuk als vervelend kunnen zijn. Je kunt ze met behulp van de volgende zinnen opschrijven: - Ik heb geleerd dat ik vind, omdat - Ik heb geleerd dat ik goed (slecht) ben in - Ik heb gemerkt dat ik een hekel heb aan, omdat - Ik heb geleerd dat ik dat probleem het beste op manier kan aanpakken, omdat - Ik heb gemerkt dat ik - Ik heb geleerd dat ik (enz.) Schijf hieronder op wat jouw persoonlijke leerervaringen bij de lessen over arbeidsmarkt zijn. Gebruik bij voorkeur zinnen zoals die hierboven in het grijze hokje staan. Probeer weer zoveel mogelijk zinnen te maken. IK HEB GELEERD DAT IK
4. LEREN OVER DINGEN VAN JEZELF DIE ANDERS ZIJN DAN JE DACHT Het leren van uitzonderingen, het ontdekken dat iets niet altijd zo is als je gedacht had, komt ook voor bij de persoonlijk soort van leren. Een leerling kan van de lessen gymnastiek bijvoorbeeld opschrijven: - Ik heb gemerkt dat het niet waar is dat ik altijd een hekel heb aan balsporten, omdat ik toen we op school voor het eerst gingen slagballen, ik dat wel leuk vond. - Ik heb gemerkt dat het niet waar is dat ik altijd slecht ben in gym, omdat ik in teamsporten best goed ben als verdediger. Bij deze vierde soort van leren blijkt je mening over jezelf (bijvoorbeeld: daar ben ik slecht in, dat vind ik leuk, dat doe ik altijd zo) niet altijd te kloppen. Je kunt verrassingen en uitzonderingen ontdekken bij jezelf. Dit soort leren kan per leerling sterk verschillen. Je kunt het met behulp van de volgende zinnen opschrijven: - Ik heb geleerd dat het niet waar is dat ik altijd goed (slecht) ben in, omdat - Ik heb ontdekt dat het niet waar is dat ik nooit maar - Ik heb gemerkt dat het niet waar is dat ik altijd een hekel heb aan, omdat - Ik heb geleerd dat ik dit probleem ook op manier kan aanpakken. - Ik heb geleerd dat het niet waar is dat ik (enz.) Schrijf hieronder op wat jij van de lessen over arbeidsmarkt aan uitzonderingen over jezelf geleerd hebt. Gebruik bij voorkeur zinnen zoals hierboven in het hokje staan. Probeer weer zoveel mogelijk zinnen te maken, maar schrijf alleen op wat je echt geleerd hebt. IK HEB GELEERD DAT HET NIET WAAR IS DAT IK
Tot slot Het kan best zijn dat je onze manier om op te schrijven wat je geleerd hebt niet goed vindt. Of dat je ook dingen geleerd hebt die je niet op onze manier kunt opschrijven. Als dit zo is, kun je hieronder alles opschrijven wat je geleerd hebt op een manier die je zelf het beste ligt. Verwerking learner report: De geven antwoorden zal ik secuur doorlezen en trachten zo veel mogelijk te groepen per onderwerp. Er komen in een bestand zoveel mogelijk geclusterde antwoorden over: 1. Leren over algemene feiten en regels 2. Leren over uitzonderingen 3. Leren over jezelf 4. Leren over dingen van jezelf die anders zijn dan je dacht Hierdoor tracht ik een (voor zover mogelijk) een paar conclusies te kunnen trekken.
Bijlage 2: ECONOMIE Hoofdstuk 3 Paragraaf 1,2,3,4 en 6 Naam: Er zijn in totaal 18 vragen en in totaal zijn 32 punten te verdienen. Het gebruik van een grafische rekenmachine is niet toegestaan. Na afloop van het proefwerk moet je ook het opgavenblad inleveren. Vergeet niet je naam op beide bladen te zetten. Bij rekenvragen moet je altijd een berekening laten zien. Afronden op 1 decimaal of op eurocenten, tenzij er iets anders staat. Geef een foutloze uitleg als je een antwoord moet toelichten, verklaren of uitleggen. Leerlingen met dyslexie of tijdverlening maken alleen bij tijdgebrek opgave 18 niet. Steeds meer buitenlandse studenten op universiteiten AMSTERDAM - Universiteiten krijgen steeds meer te maken met buitenlandse studenten. In vijf jaar tijd is het aantal ingelote buitenlanders verdubbeld. Foto: ANP Vorig jaar kwam bijna een of de vijf studenten niet uit Nederland. Dat blijkt uit cijfers van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), schrijft het Nederlands Dagblad. 2p 1. Steeds meer buitenlandse studenten komen in Nederland studeren. Is dit export of import. Leg dit uit. 2p 3. De overheid beïnvloedt vaak de hoeveelheid verkochte producten. Geef twee middelen die de overheid kan inzetten om die hoeveelheid verkochte producten te beïnvloeden.
1p 4. Welk voorbeeld is een collectief goed? A. Een maaltijd in een restaurant B. Een lantaarnpaal C. Een potlood D. Een particuliere parkeergarage 1p. 5. Als je bier, frisdrank en sigaretten koopt dan betaal je A. BTW en accijns B. BTW en ecotax C. Alleen BTW D. Alleen accijns 2p 6. Op de arbeidsmarkt is sprake van vraag en aanbod. Wie zijn aanbieders van arbeid? Meer antwoorden kunnen goed zijn. a. Een vakkenvuller die bij een supermarkt werkt b. Een ijssalon die vanwege het mooie weer iemand voor de zaterdag zoekt c. Een bakker die bij Bakkerij Kuin werkt d. Bakkerij Kuin die een zaterdaghulp in dienst heeft e. Bakkerij Kuin die nog een bakker voor de maandagnacht zoekt FNV en Albert Heijn weer om de tafel FNV Bondgenoten is weer in onderhandeling met Albert Heijn over een nieuwe cao. Dat zegt althans FNV-campagneleider Ron Meyer donderdag in een uitzending van Dit is de Dag op Radio 1. We zijn op dit moment in gesprek. Dat Albert Heijn weer wil praten heeft ongetwijfeld te maken met onze acties'', vertelt Meyer. Volgens een woordvoerster van Albert Heijn wordt er wel gepraat met de FNV maar is een nieuwe cao geen onderwerp van die gesprekken. Ze herhaalde dat er al een nieuwe arbeidsovereenkomst is afgesloten met vakbond CNV.,,Er komt dus geen nieuwe cao. We hebben eerder gezegd dat we graag met FNV in gesprek willen om de verhoudingen te normaliseren'', aldus de zegsvrouw. Bron: Z24, 21 maart 2013
1p 2p 7. Waar staat de afkorting cao voor 8. Wat staat er in een cao? P= prijs van arbeid Q= hoeveelheid van arbeid 2p 2p 3p 1p 3p 9. Zie bovenstaande grafieken, welke grafiek geeft het minimumloon weer en waarom. 10. Leg uit waarom de overheid een minimumloon instelt. 11. Leg uit wat er onder de sociale fondsen wordt verstaan en geef een voorbeeld van een sociaal fonds. 12. Leg uit wat een progressief belastingtarief is. 13. Wat wordt er bedoeld met het Nederlandse boxenstelsel en leg de boxen uit. Belastingen: schijventarief inkomstenbelasting Tariefpercentage Van Tot over belastbaar inkomen 30% 0 15.331 35% 15.331 27.847 40% 27.847 47.745 47.745 -> 50% over de resterende euro s
Geert de Vries heeft een bruto-inkomen van 58.900. Hij heeft één aftrekpost: 2.400 aan betaalde hypotheekrente. Hij heeft in totaal recht op 1.000 aan heffingskortingen. Gebruik de gegevens van bovenstaand schema. 1p 3p 14. Bereken zijn belastbaar inkomen. 15. Bereken hoeveel belasting Geert moet betalen. 1p 2p 16. Zie bovenstaande grafiek. Welke oorzaak kan de verschuiving van de aanbodlijn hebben veroorzaakt. 17. De Europese Unie heft invoerrechten op Thaise rijst. Leg uit wat het gevolg is voor de Thaise rijstboeren. Lees onderstaande bronnen: Bron A: CPB: Schiphol moet uitbreiden Uitbreiding van Schiphol met een of twee banen heeft verschillende welvaartsaspecten. De grootste voordelen zijn voor de Nederlandse passagiers die van de luchthaven gebruik maken. Maar er zijn ook negatieve gevolgen voor de omgeving van Schiphol. Uit onderzoek blijkt dat de voordelen groter zijn dan de nadelen. Schiphol draagt bij aan een hogere welvaart. Bron B: Nederlanders zijn in de laatste 20 jaar steeds rijker en dus steeds welvarender geworden. Maar de ontevredenheid is ook toegenomen. Nederlanders zijn meer ontevreden over de gezondheidszorg, over het onderwijs, over het gebrek aan natuurlandschappen in het land. 3p 18. In welk verhaal wordt het begrip welvaart goed gebruikt en leg uit.