Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Transcriptie

1 Handleiding en opgaven niveau A1 Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A1 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad Stappenplan (zie pagina 7) Aandachtspunt - Op grond van wat u weet over de leerlingen en op basis van de stof die in de rekenmethode aan bod geweest is, bepaalt u bij stap 2 van het Stappenplan welke manieren of aanpakken u aan de orde stelt. Opgave 1: Samen Voorkennis ophalen over het onderwerp Introduceer het onderwerp van deze les: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Kennen de leerlingen de Donald Duck? Welke stripfiguren uit de Donald Duck kennen ze? Wie heeft er een abonnement op de Donald Duck? Weten ze hoeveel de Donald Duck kost per week? Kunnen ze schatten hoeveel een jaarabonnement kost? Wanneer u in de klas geen Nieuwsbegrip doet, is het van belang wat meer aandacht te besteden aan het ophalen van voorkennis over het onderwerp van deze week en te wijzen op het feit dat de Donald Duck in Nederland al 60 jaar bestaat. Laat eventueel het Nieuwsbegripfilmpje zien, dat hoort bij dit onderwerp. (Zie recent materiaal: week 42, 2012, niveau A, digibordfilmpje). Als u geen abonnement heeft op Nieuwsbegrip kunt u overwegen een ander filmpje op te zoeken over dit onderwerp. Stel eventueel nog een aantal vragen over het Nieuwsbegripfilmpje: Waar was Donald Duck voor het eerst te zien? (in een tekenfilm) Hoe oud zijn de meeste lezers van de Donald Duck? (tussen 8 en 12 jaar) In hoeveel andere landen komt het blad uit? (in 9 andere landen) Hoe heet het weekblad in sommige andere landen? (Mickey Mouse) Welke bekende Nederlander kreeg een rol in de Donald Duck? (minister-president Mark Rutte) Stappenplan Nieuwsrekenen s(b)o Laat het Werkblad Stappenplan op het digibord zien. Vertel nog een keer wat het doel van het Stappenplan is en wat de pictogrammen betekenen. De pictogrammen staan voor de drie stappen die je moet nemen om tot een oplossing van een rekenvraag van Nieuwsrekenen te komen: Stap 1: Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag Stap 2: Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Stap 3: Ik beantwoord de rekenvraag 1

2 Stap 1: Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag U laat het opgavenblad op het bord zien (zorg ervoor dat de rekenopgaven nog even bedekt zijn en dat alleen de tekst te zien is) terwijl het papieren Opgavenblad en het Werkblad Stappenplan worden uitgedeeld. Laat de leerlingen op het Werkblad Stappenplan hun naam invullen en een kruisje zetten bij Samen. Ook op het Opgavenblad zetten ze hun naam. Tekst en schema lezen U leest de tekst voor terwijl de leerlingen met u meelezen. Tijdens het lezen van het stukje tekst geeft u hardop denkend weer wat u te binnen schiet. Bijvoorbeeld bij 60 jaar dat u niet wist dat het blad al zo oud is. En bij 2 euro en 25 cent dat dat best veel geld is als je elke week de Donald Duck koopt. En bij goedkoper dat je wel eerst meer moet betalen, maar dat het per week toch goedkoper is dan 2 euro en 25 cent. Misschien is het ook nodig ook stil te staan bij het verschil tussen losse verkoop en een abonnement. Bij de tabel vertelt u dat aan de linkerkant het aantal weken staat. Dat is het aantal weken van het abonnement. Aan de rechterkant staan de prijzen. En ook: hoe meer weken een abonnement duurt, hoe hoger de prijs is. Laat dit met een voorbeeld zien. Tekst arceren Geef iedere leerling een markeerstift. Geef hardop denkend aan welke zinnen, begrippen en woorden met rekenen te maken hebben. Markeer ze op het bord. Begin met de getallen en arceer ze: 60, één, 2, 25, 4 9, want dat zijn duidelijke rekenbegrippen. De leerlingen doen hetzelfde op hun eigen Opgavenblad. Leg dan uit dat u nog eens goed naar deze getallen gaat kijken om te snappen wat het voor getallen zijn: Er staat 60 jaar. Het gaat hier dus om jaren, dus het woord jaar arceer ik ook. Achter één staat keer per week. Dat betekent dus hoe vaak je het blad kan kopen. Ik arceer het hele stukje één keer per week. Op deze manier loopt u de getallen in het stukje tekst langs en legt u uit welke woorden er mee te maken hebben. En dat u deze woorden dus ook arceert (zie de afbeelding op deze pagina). Vervolgens vraagt u zich hardop af of er nog andere woorden zijn die met rekenen te maken hebben: dit jaar (dat is dus 2012), meestal en goedkoper (minder betalen). Ook deze woorden arceert u. 2

3 In het schema gaat alles eigenlijk over rekenen. U besluit daarom om wat er in het schema staat niet allemaal te arceren. Nadat u de tekst en het schema besproken heeft, zegt u hardop denkend dat u nu het verhaaltje en het schema begrepen heeft. U kunt nu een kruisje zetten op het Werkblad Stappenplan bij het verhaaltje en het schema. De leerlingen doen dat ook. Na het bespreken van de tekst, kunnen de leerlingen misschien zelf een paar rekenvragen bedenken. Deze hoeven niet uitgerekend te worden. Eventueel schrijft u een paar leuke vragen op het bord. De eerste rekenvraag Op het bord laat u opgave 1 zien en u leest deze voor: Je kunt 12 weken lang de Donald Duck los in de winkel kopen. Maar je kunt ook een abonnement van 12 weken nemen. Een abonnement is goedkoper. Hoeveel goedkoper? Als je de Donald Duck in de winkel koopt, moet je daar elke week betalen. Als je een abonnement van 12 weken neemt, betaal je dat in één keer. Nu willen ze weten hoeveel je bij een abonnement minder hoeft te betalen. We snappen nu de rekenvraag en zetten dus een kruisje op het Werkblad Stappenplan bij de rekenvraag. Stap 2: Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Wijs op het pictogram: We gaan nu bedenken hoe je erachter komt hoeveel een abonnement van 12 weken goedkoper is dan 12 keer een Donald Duck in de winkel kopen. Leg uit dat er vaak meer manieren zijn om tot een oplossing te komen. U vertelt dat u eerst gaat proberen om in de tekst te kijken of u daar al iets over het antwoord kan vinden. Geef aan dat in de tekst staat dat één Donald Duck 2 euro en 25 cent kost. Dan moet je dus voor 12 weken 12 keer dat bedrag doen. Dat is best moeilijk. Vertel dat u nog even verder leest. Daar staat dat voor 4 weken de Donald Duck 9 euro kost. U noteert vervolgens hardop denkend de berekening op het bord (zie afbeelding) op het Werkblad Stappenplan bij Stap 2. De leerlingen tekenen of noteren hierna hun eigen oplossingsmanier op het Werkblad Stappenplan bij Stap 2. Laat naar voren komen dat ook andere oplossingen mogelijk zijn. Stap 3: Ik beantwoord de rekenvraag Wijs op het derde pictogram. Het beantwoorden van de rekenvraag is nu eigenlijk niet zo moeilijk meer: = 2. Schrijf nu het antwoord op het bord op het Opgavenblad. Doe dat in de context van het verhaal: 2 euro goedkoper. Vertel de leerlingen dat het antwoord op een Nieuwsrekenopgave nooit alleen een getal kan zijn. Daarna schrijven de leerlingen het antwoord bij opgave 1 op het Opgavenblad. 3

4 Opgave 2: Proberen Stap 1: Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag De leerlingen pakken hun Opgavenblad en u deelt een nieuw Werkblad Stappenplan uit. Laat de leerlingen hun naam invullen en een kruisje zetten bij Proberen. Vraag de leerlingen wat ze moeten doen bij Stap 1. Laat de leerlingen samen de tekst nog eens lezen. Ze kruisen bij Stap 1 aan dat ze het verhaaltje hebben begrepen. Vervolgens doen ze hetzelfde met de rekenvraag, dus opgave 2. Vraag aan de tweetallen hoe het gegaan is. Hebben ze de nieuwe rekenvraag goed begrepen? Stap 2: Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Attendeer de leerlingen op Stap 2. Wijs hen erop dat er verschillende manieren zijn om de rekenvraag aan te pakken. Laat de leerlingen volgens de werkvorm denken-delen-uitwisselen in tweetallen bedenken hoe zij de rekenvraag zouden oplossen. Ze bedenken dan eerst individueel een aanpak (denken). Ze noteren of tekenen hun aanpak bij Stap 2 op het Werkblad Stappenplan. Ze vertellen hun aanpak vervolgens aan elkaar. En eventueel passen ze hun eigen aanpak aan (delen). Inventariseer welke aanpakken de tweetallen gevonden hebben (uitwisselen). Benadruk dat er verschillende manieren kunnen zijn en dat deze allemaal goed kunnen zijn. Maar soms is de ene manier handiger of sneller dan de andere manier. Vraag tot slot hoe het ging: wat was makkelijk, wat was moeilijk? Waar hadden ze nog hulp bij nodig? Stap 3: Ik beantwoord de rekenvraag Kijk met de leerlingen naar Stap 3. Laat de tweetallen hun antwoord opschrijven bij Stap 3 van het Werkblad Stappenplan. Bespreek de antwoorden en let erop dat de antwoorden vertaald zijn naar de context: 95 euro. Hierna schrijven de leerlingen het antwoord op het Opgavenblad bij opgave 2. Vraag tot slot hoe het ging: wat was makkelijk, wat was moeilijk? Waar hadden de leerlingen nog hulp bij nodig? Breng daarbij ook in wat u zelf heeft gezien en opgemerkt tijdens het rondlopen langs de tweetallen. 4

5 Opgave 3: Zelf De leerlingen pakken hun Opgavenblad en krijgen een nieuw Werkblad Stappenplan. Laat de leerlingen hun naam invullen en een kruisje zetten bij Zelf. De leerlingen werken zelfstandig (individueel of in tweetallen) aan de nieuwe rekenvraag, opgave 3 bij het thema Weekblad Donald Duck 60 jaar. Loop samen met de leerlingen nog even de stappen van het Stappenplan door aan de hand van het Werkblad Stappenplan. Vervolgens gaan de leerlingen aan de slag met opgave 3. Terwijl de leerlingen aan het werk zijn loopt u rond. Ter afronding van de les inventariseert u de aanpakken en antwoorden van de leerlingen en bespreekt die nog even kort. Let erop dat de antwoorden vertaald zijn naar de context: Je bespaart 5 euro (het antwoord is nooit alleen een getal). Evalueer ook de manier van (samen)werken en het zelfstandig werken met het Werkblad Stappenplan: - Hoe vond je het om op deze manier (samen) te rekenen? - Wat vond je makkelijk gaan? - Wat vond je moeilijk? - Waar heb je nog hulp bij nodig? - Wat heb je geleerd vandaag? - Wat hebben we geleerd voor de volgende les? 5

6 OPGAVENBLAD A1 NAAM: Abonnement op de Donald Duck Het tijdschrift Donald Duck bestaat dit jaar 60 jaar. De Donald Duck verschijnt één keer per week. Als je de Donald Duck in de winkel koopt, kost die 2 euro en 25 cent. Als je 4 weken lang de Donald Duck wilt lezen, kost dat 9 euro. Je kunt ook een abonnement nemen. Dat is meestal goedkoper. Hieronder zie je enkele prijzen van abonnementen. Bron: aantal weken prijs Foto ANP 12 weken 25 euro 26 weken (= een half jaar) 50 euro 39 weken 60 euro 52 weken 95 euro 65 weken 117 euro Je kunt 12 weken lang de Donald Duck los in de winkel kopen. Maar je kunt ook een abonnement van 12 weken nemen. Een abonnement is goedkoper. Hoeveel goedkoper? Hoeveel kost een jaarabonnement? Je kunt beter een abonnement van een jaar nemen, dan twee keer een abonnement van een half jaar. Hoeveel geld bespaar je met een jaarabonnement? 6

7 WERKBLAD STAPPENPLAN NAAM: SAMEN PROBEREN ZELF Stap 1 Ik begrijp het verhaaltje en de rekenvraag het verhaaltje het schema de rekenvraag Stap 2 Ik bedenk hoe ik de rekenvraag oplos Stap 3 Ik beantwoord de rekenvraag 7