CASUS MAMMACARCINOOM

Vergelijkbare documenten
Basiscursus Oncologie Hormonale therapie en doelgerichte behandeling bij kanker

longtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Gemetastaseerd mammacarcinoom. Jolien Tol, internist- oncoloog Jeroen Bosch ziekenhuis

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

Coloncarcinoom. Inleiding 13/11/2009. Epidemiologie van het colorectaal carcinoom (CRC)

Wel of Niet starten?

PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE?

Biologicals; nieuwe therapeutische opties

H Hormonale therapie bij borstkanker

Gemetastaseerd mammacarcinoom

Medische Workshop 2: De oncologische zorg: stap voor stap

BORSTKANKER. Wat is borstkanker? kanker < cancer (krab) kanker: ongecontroleerde groei van cellen borstkanker: cellen van borstklierweefsel voorkomen:

Casus 1 (3) Komt op poli, laat bloedbeeld prikken Uitslag: Normaalwaarden? T.a.v. Trombopenie: waar let je op? Wat nu? Hb 3.8 L 2.

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

Behandeling op maat. Mammacarcinoom en targeted therapy 4 e mammacongres Harderwijk. Carolien P. Schröder, MD, PhD Internist oncoloog UMCG

Disclosure belangen J.L.L.M. Coenen. Lid adviesraad cabazitaxel; Sanofi Sprekersvergoeding Astellas

LONGKANKER. Wat is longkanker? Symptomen. Apotheker Bernard Vanhoutte AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV. Een kwaadaardig gezwel

7.1 Anti-hormonale therapie

Behandeling van dikke

Overbehandeling bij gemetastaseerd borstcarcinoma. Hans Wildiers Medisch oncoloog, UZLeuven, MBC

Handouts Overzicht. Medische oncologie voor de algemeen internist. Dhr. K., 53 jaar. Dhr. K., 53 jaar. med.: geen

Prostaatkanker: Behandeling door oncoloog. Jarmo Hunting

Borstkanker en hormoontherapie

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

Adjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2

Systeemtherapie bij mammacarcinoom. Symposium Ontwikkelingen bij borstkanker 20 juni 2013 Utrecht

Hormonale therapie bij kanker. Basiscursus oncologie M. Bontenbal, ErasmusMC Rotterdam

OLIJFdag 3 oktober 2015

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017

Longkanker; state of the art

Hormoontherapie bij borstkanker

Individualized treatment in Breast Cancer op het scherpst van de snede

De rol van systeemtherapie bij de primaire behandeling van het colorectaal carcinoom en bij de behandeling van gemetastaseerde ziekte

Oncologische zorg bij ouderen

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog

Gemetastaseerd mammacarcinoom. Jolien Tol, internist- oncoloog Jeroen Bosch ziekenhuis

Behandelingsmogelijkheden en trials bij het oesophagus- en maagcarcinoom M. Wumkes, Medische Oncologie VUmc

Anti-hormonale therapie ja of nee?

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg

Hormonale behandeling van prostaatkanker

19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht. Longkanker. Nieuwe inzichten en aanpak. Annemieke Kreiter Nurse practitioner oncologie SKB Winterswijk

Infoblad KANKER ALGEMEEN. Hormonale therapie

ANTIOXIDANTEN BIJ KANKERTHERAPIEËN STANDAARD KANKERTHERAPIEËN GEEN ANTIOXIDANTEN BIJ CHEMOTHERAPIE ANTIOXIDANTEN BIJ KANKERTHERAPIEËN?

Sarcoma State of the art deel 2

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie

Thuishospitalisatie Herceptin. Pilootproject ikv projectoproep FOD UZ Leuven ism Khobra huisartsenkring en Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant

Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel HORMONALE THERAPIE

Instructie Pubmed. (toegevoegde dia door Peter Flach)

Borstcentrum Bernhoven. Yvonne Paquay Chirurg

Prostaatkanker. 07 september De Prostaat

Urogenitale maligniteiten. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 27 september 2014

Interline augustus CHEMOTHERAPIE casusschetsen

Hormonale behandeling van prostaatkanker

Darmkanker Presentatie voor Marikenhuis

Scholing colorectaal carcinoom. Jeanine Roodhart, internist-oncoloog i.o. 9 april 2018

Samenvatting Richtlijn Behandeling van het mammacarcinoom

Late effecten van de behandeling van kanker: chemotherapie en hormoontherapie. Maaike de Boer, internist-oncoloog, MUMC+

Tumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013

Farmacologie van de monoklonale anti-stoffen in de oncologie

HER2/NEU kleuringen (IH en FISH) identificatie hoog risico (stadia 1&2) gevoeligheid aan Herceptine (behandeling meta s en zelfs adjuvant)

Hormoonbehandeling bij prostaatkanker Urologie

Systemische behandeling junctieen maagcarcinoom

Nieuwe ontwikkelingen binnen de GE Oncologie: wordt de behandeling te duur? Hanneke Wilmink Internist- oncoloog

Nieuwe ontwikkelingen in de oncologie. Liesbeth de Vries Medische Oncologie UMCG

Palliatieve zorg bij longkanker. Jeske Staal-van den Brekel, longarts ZGT, locatie Almelo

Mail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema

Behandeling van patiënten met Hodgkin lymfoom: wikken en wegen? Josée Zijlstra Hematoloog Vumc

Niet-kleincellig Longkanker Sjaak Burgers

Mail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema


Prostaatkanker Wat zijn de behandelmogelijkheden. Joost de Baaij, verpleegkundig specialist Marikenhuis 3 juni 2019

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

(neo)adjuvante hormoontherapie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief

Basisbegrippen Oncologie

Commissie BOM beoordeelt drie middelen

Werkafspraken prostaatkanker, IKNL regionale werkgroep urologische tumoren locatie Amsterdam.

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Medische Publieksacademie 4 maart 2019

Targeted Therapy Casus Oesofaguscarcinoom. Dokter, dit is mijn tumor. Marion Stevense AIOS Interne Oncologie

EFFECT studie - Formulier follow-up registratie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4-6 maanden postoperatief

Wat weet een internist van oncologie? Casus. Nederlandse zorg voor kankerpatiënten. Nefroloog 0,06% Vasc gnk/endo <1% Hematoloog 1,58%

Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017

10 e Post O.N.S. Meeting. Els Meuleman Verpleegkundig specialist oncologie Slingeland Ziekenhuis Doetinchem

10 e Post O.N.S. Meeting. Ted Goossens Verpleegkundig specialist Oncologie SJG Weert

5 borstkanker Adviezen over omgaan met bijwerkingen 7 Vragen / informatie 11

Chemotherapie. HJ Droogendijk Internist-oncoloog 23 januari 2014

EFFECT studie - Formulier follow-up registratie

Analyse en behandeling bij verdenking op maligniteit bij de oudste ouderen

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode maanden postoperatief

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 4e Voorjaars Symposium V&VN Landelijk Netwerk Verpleegkundig Specialisten Oncologie 24 maart 2016

Radium 223 therapie bij botmetastasen

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven

Transcriptie:

CASUS MAMMACARCINOOM 1987 wordt bij een 44 jarige, tot dan gezonde, vrouw mammacarcinoom rechts gevonden. Zij wordt behandeld met een radicale mastectomie. Nabehandeling met radiotherapie volgt. Waarom? Geen systemische nabehandeling?

Mammacarcinoom Adjuvante behandeling Hoogrisicomammacarcinoom positieve klieren, grote tumor (> 3 cm) slechte differentiatie chirurgie Adjuvante behandeling

Mammacarcinoom Adjuvante behandeling Hormonaal (indien oestrogeen- en/of progesteronreceptor positief is) LHRH-agonist (pre-menopauzaal), tamoxifen aromataseremmer Chemotherapie 5-FU, epirubicine (doxorubicine), cyclofosfamide 5-FU, methotrexaat, cyclofosfamide docetaxel, doxorubicine, cyclofosfamide Immunotherapie trastuzumab + chemotherapie (behandelingsduur één jaar!)

Mammacarcinoom Adjuvante behandeling Overlevingswinst adjuvante behandeling ±25% reductie van relatief risico Risico 60% op overlijden, dan is absoluut risico verminderd met 15%, d.w.z. risico is nog 45% Risico 20% op overlijden dan is absoluut risico verminderd met 5%, d.w.z. risico is nog 15% NB in het laatste geval wordt overleving dus slechts met 5% verbeterd! Bijdrage van chemotherapie/hormonale therapie is afhankelijk van hormonale status tumor

Mammacarcinoom Adjuvante behandeling

Mammacarcinoom Adjuvante behandeling Problemen na behandeling vermoeidheid geen energie overgangsklachten stemmingswisselingen identiteitsproblemen seksualiteit gewichtstoename

CASUS MAMMACARCINOOM Zij blijft onder controle van de internist, die nooit bijzonderheden vindt bij nacontroles. In maart 2000 komt zij op het spreekuur met pijn in de rug en rechter lies bij langer lopen. Bij onderzoek is het rugonderzoek niet afwijkend, wel is er een beperkte endorotatie van de rechter heup. Patiënte wordt verwezen naar de fysiotherapeut, die haar een paar weken behandelt. Wat zou u doen?

CASUS MAMMACARCINOOM Desondanks krijgt zij meer pijn in de rug en vertelt erg moe te zijn de laatste tijd. Bloedonderzoek: BSE *32, Ca verhoogd, Alk.fosf verhoogd. X-LWK: uitgebreide osteoblastische ophelderingen in sacrum, os ileum rechts, wervels L2 t/m L5 en Th 12. Wat zijn nu, denkt u, de volgende stappen in de behandeling?

hormonale behandeling receptor hormonen, groeifactoren etc receptor receptorkinase Signaal: - celdeling - metastasering - angiogenese - immuunsuppressie

Mammacarcinoom hormonale therapie Ovariectomie: - chirurgisch - LH-RH-analoga (zoladex) Anti-oestrogenen: Nolvadex Aromotase remmers: Arimidex/Femara Progestagen: Megace Fulvestrant:Faslodex

LHRH-agonisten Zoladex (gosereline) implantaten 3.6, 10.8 mg Zet hypofyse aan tot productie van LH/FSH tot dat deze uitgeput is Ovaria stoppen met de productie van progesteron en oestrogenen Bijwerkingen: opvliegers, transpiratie, droge vagina en verminderde libido, doorbraakbloedingen, depressie osteoporose bij vrouwen s.c.

Tamoxifen niet-steroid trifenylethyleenderivaat anti-oestrogene werking mamma bijwerkingen: endometriumcarcinoom opvliegers, emotionele problemen Gastro-intestinaal, huiduitslag gewichtstoename, flare up: botpijnen, hypercalciemie

Arimidex/Femara/Aromasin selectieve aromatase remmer Remt vorming oestrogenen uit androgene precursors (bijnieren, vetweefsel) Bijwerkingen: opvliegers, osteoporose, gewrichtsklachten, haaruitval, vaginale droogte, gastrointestinaal, krachteloosheid, vermoeidheid

Megace steroid met progestatieve werking remt hypofyse, werking onduidelijk Bijwerkingen: menstruatie stoornissen, amenorroe, hypertensie, toename eetlust, vochtretentie, leverfunctie stoornissen, trombo-embolische aandoeningen, acne, hirsutisme, depressie

Faslodex (fulvestrant): Verlaagt oestrogeen receptor expressie Heeft geen oestrogene werking Blokkeert volledig oestrogeen activiteit i.m

CASUS MAMMACARCINOOM Patiënte krijgt Tamoxifen 50mg 1dd, palliatieve bestraling tegen de pijn en APD i.v. iedere 4 weken. Hiermee gaat het een tijd redelijk, minder pijn, maar in augustus 2002 komt zij vervroegd van vakantie terug vanwege veel pijn en toenemende moeheid. De oncoloog geeft Arimidex 1 dd 1 mg voor drie maanden. Bij geen verbetering: chemotherapie met Adriamycine en Cyclofosfamide.

Mammacarcinoom Palliatieve chemotherapie Eerstelijns: antracyclines (respons 40-60%) FEC, AC, doxorubicine Tweedelijns: taxanen (respons 20-40%) Paclitaxel, docetaxel Derdelijns (respons < 20%) CMF, vinorelbine, capecitabine, gemcitabine

Mammacarcinoom Palliatieve behandeling Wanneer chemotherapie? bij haast (uitgebreide long- of levermetastasen) Wanneer hormonale therapie? als oestrogeen- en/of progesteronreceptor op de tumor tot expressie komt als men meer dan 3 maanden de tijd heeft om effect van de behandeling te beoordelen (huid-, bot-, kleine lever- of longmetastasen). kans op respons kan in eerste lijn tot 60% zijn!

Mammacarcinoom Immunotherapie:trastuzumab Muis/humaan chimerische antistof Anti-HER2/neu (EGF-receptorfamilie) HER2/neu overexpressie in 25-30% van de borstkanker Mechanisme:- immunologisch - signaaltransductie

Mammacarcinoom Trastuzumab groeifactoren etc trastuzumab receptor (Her-2-neu) receptorkinase Signaal: - celdeling - metastasering - angiogenese - immuunsuppressie

Mammacarcinoom Docetaxel ± trastuzumab HER2-positive MBC (IHC 3+/FISH+) n = 188 docetaxel 100 mg/m 2 /3w x 6 docetaxel 100 mg/m 2 /3w x 6 Trastuzumab 4 mg/kg i.v. vervolgens 2 mg/kg/week tot progressieve ziekte

Mammacarcinoom Docetaxel ± trastuzumab Resultaat Trastuzumab + docetaxel (n=92) Docetaxel alone (n=94) p-value Respons (%) 61,0 36,0 0,001 DR (mediaan, mnd) 8,3 4,2 TTP (mediaan,mnd) 10,6 6,1 0,0001 OS* (mediaan, mnd) 27,7 18,3 0,0002

Mammacarcinoom Vinorelbine + trastuzumab 09-01-2003 30-10-2003

CASUS MAMMACARCINOOM Behandeling met Aromasin volgt, hierop een stabiele toestand, minder pijn en een dalend CA-15.3 gehalte. Bij echo onderzoek geen levermeta s. In 2004 is er bij controle meer botmetastasering en zijn er 2 leveruitzaaiingen. Via de oncoloog behandeling met Faslodex. Hiermee geen remissie, maar progressie van de ziekte. Patiente krijgt weer 6 chemokuren met Adriamycine en Cyclofosfamide, daarnaast APD infusen. Begin 2005 weer toename ziekte en start Capecitabine, waarop het CA-15.3 gehalte weer fraai daalt.

CASUS COLONCARCINOOM Patiënt, 65 jaar, komt op het spreekuur voor zijn bloeddrukcontrole. Hij geeft verder geen klachten aan. Bij onderzoek valt het u op, dat hij er slecht en wat bleek uitziet. Bij navraag geeft hij wel toe, dat hij de laatste tijd wat vermoeider is. U stelt een bloed- en faecesonderzoek voor. Wat kan een ander belangrijk symptoom zijn?

CASUS COLONCARCINOOM Bloeduitslagen: BSE 57, Hb 5.5, Ht 0.3, MCV 73, HCHC 18.5, MCH 1355, leuco 7.0, Fe 2.0, TYBC 75, Yzerverzadiging 0.04 Faeces: occult bloed pos. Verdenking: coloncarcinoom. Scopie: tumoreus proces flexura hepatica. PA: adenocarcinoom Wat nu?

Coloncarcinoom Adjuvante behandeling Hoogrisico coloncarcinoom (niet-rectum) lymfeklieren positief (Dukes C-coloncarcinoom) 5-jaarsoverleving 30-60% afhankelijk van aantal positieve lymfeklieren en eigenschappen van de tumor Doel: doden micrometastasen en daarmee verbetering van overleving

Coloncarcinoom Adjuvante behandeling Behandeling: 5-FU en folinezuur (bolus); wekelijks of 5 dagen per 4 weken; in totaal 6 maanden Xeloda tabletten (3 weken 1 week pauze, half jaar) 5-Fu, oxaliplatin of xeloda/oxaliplatin Bijwerkingen: misselijkheid, braken, mucositis, diarree, beenmergdepressie, moeheid (bij zwaar schema vaak dosisreductie nodig), neuropathie (oxaliplatin), hand-voetsyndroom (xeloda)

Coloncarcinoom Adjuvante behandeling Problemen na behandeling na 1 jaar over het algemeen volledig hersteld (alleen de neuropathie (oxaliplatin) niet 5-10%) vermoeidheid en verminderde inspanningstolerantie komt niet zo vaak voor

CASUS COLONCARCINOOM Echo bovenbuik: metastasen in de lever. Welke behandelingsmogelijkheden zijn er nog?

Gemetastaseerd Coloncarcinoom curatieve intentie Kunnen lever of longmetastase radicaal verwijderd worden? partiele hepatectomie? lobectomie? Zo ja, dan 5 jaarsoverleving 20-30%

Gemetastaseerd Coloncarcinoom Palliatieve behandeling Metastasen: lever, long, lymfeklieren zelden huid, bot, hersenen Doel: - verbetering van kwaliteit van leven (vermindering van klachten (dyspnoe, pijn, moeheid, algemene malaise,enz.) - verlenging van het leven (genezing is in het algemeen niet meer mogelijk indien afwijkingen niet operabel zijn) - mediane overleving 16-20 maanden, 5-jaarsoverleving < 5%

Eerstelijn Gemetastaseerd Coloncarcinoom Palliatieve behandeling 5-FU (i.v.), capecitabine (oraal), UFT(oraal) (response 20%) 5-FU (48-uurs pomp) + oxaliplatine (folfox) (respons 40-60%) 5-FU + CPT11 (respons 40-60%) sinds kort ook bevacizumab toegevoegd aan behandeling! Tweedelijn Irinotecan (CPT11) (respons 20%)

Coloncarcinoom angiogenese remming: bevacizumab antistof gericht tegen VEGF intraveneuze toediening bijwerkingen: hypertensie, proteïnurie, darmperforatie (zelden), mogelijk ook verhoogde kans op arteriële/veneuze trombose

Coloncarcinoom Cetuximab Epithelial growth factor (EGF) cetuximab EGF-receptor receptorkinase Signaal: - celdeling - metastasering - angiogenese - immuunsuppressie

CAIRO 2 studie stage IV colorectal cancer Xeloda, oxaliplatin, avastin versus Xeloda, oxaliplatin, avastin + cetuximab

CASUS NIERCELCARCINOOM 56-jarige man Jan 2001: resectie metastase van niercelcarcinoom in parotis Mrt 2001: niertumor links, lymfadenopathie + botmetastasen,radiotherapie rib + expectatief (zeer langzame progressie)

Niercelcarcinoom behandeling: interferon-alpha Bij voorkeur bij patiënten in een goede conditie en met alleen longmetastasen Subcutane injecties (3-7 keer per week) Respons (20-30%), soms complete respons en zeer langdurige remissies (genezing) Mediane overlevingsverlenging (2 maanden) Bijwerkingen: vermoeidheid, griepachtige verschijnselen, afwijkingen hematologie, schildklier- en lever-/nier-waarden

Niercelcarcinoom behandeling: tyrosinekinase remmers VEGF VEGF tumor VEGF VEGF VEGF VEGF VEGF-receptor endotheel tyrosinekinase angiogenese

Niercelcarcinoom behandeling: tyrosinekinase remmers VEGF VEGF-receptor endotheel TKRs - sunitinib - sorafenib tyrosinekinase angiogenese

Niercelcarcinoom behandeling: tyrosinekinase remmers tabletten responsen 5-40% levensverlenging (± 5 maanden) verbetering kwaliteit van leven (snelle verbetering kankergerelateerde pijn en moeheid) Bijwerkingen: moeheid, hand-voetsyndroom, hypertensie, stomatitis, nausea, diarree, thrombocytopenie, neutropenie

CASUS NIERCELCARCINOOM Juli 2005: duidelijke progressie maar nog geen klachten, gezien slechte hartfunctie en depressiviteit geen interferon. Hierna enkele malen radiotherapie metastase mond + huid Jan 2006: Hb 3.9 waarvoor bloedtransfusie April 2006: komt in rolstoel, Hb 4.7 en opnieuw bloedtransfusie, ligt de hele dag op bed, heeft geen energie en in de mond is een metastase zichtbaar

CASUS LONGCARCINOOM Mevr. M. December 2003, 49 jaar. A/ bultje supraclaviculair rechts verder geen klachten O/ lijkt lymfoom, verder geen lymfomen palpabel C: lymfoom? Wat te doen?

CASUS LONGCARCINOOM consult chirurg Via chirurg bij longarts Stadium III-B niet kleincellig longca. Met lymfekliermetastase Welke behandeling?

Longcarcinoom Kleincellig (15-25%) Niet-kleincellig (75-85%) adenocarcinoom (20-30%, neemt toe) plaveiselcelcarcinoom (30-40%, neemt af) grootcelligcarcinoom

Longcarcinoom Kleincellig longcarcinoom Snelgroeiende aggresieve tumor Stagering limited disease (beperkt tot één ipsilaterale thorax; 30%) extensive disease (overig; 70%)

Kleincellig longcarcinoom Behandeling limited disease Stadium I (< 10%); kleine tumor zonder metastasen resectie + adjuvante chemotherapie (cisplatine + etoposide of cyclofosfamide, doxorubicine, etoposide) 5-jaarsoverleving 35-45% Stadium II + III: combined modality (chemotherapie (cisplatine + etoposide) + tegelijkertijd radiotherapie); 5-jaarsoverleving 20-25% bij complete remissie ook profylactische schedelbestraling

Kleincellig longcarcinoom Behandeling extensive disease Zeer chemosensitieve tumor (respons tot 80%) cyclofosfamide, doxorubicine, etoposide cisplatine en etoposide carboplatine en paclitaxel 4-6 kuren Slechte prognose responsduur is kort 1-jaars overleving 15-25% 5-jaars overleving (< 5%)

Niet-kleincellig longcarcinoom Stadium I (T1, 2N0M0): lobectomie/pneumectomie 5-jaarsoverl. 60-70% Stadium II (T1, 2N1/T3N0M0): lobectomie/pneumectomie 5-jaarsoverlev.30-45% Adjuvante chemotherapie (cisplatin/vinorelbine) verbetert de absolute 5-jaarsoverleving met 5-10%

Niet-kleincellig longcarcinoom Stadium IIIa (T3, N1, M0, T1-3N2M0): Neoadjuvante chemotherapie gevolgd door locoregionale therapie, bij voorkeur chirurgie (anders radiotherapie) Mediane overleving: 13-32 maanden 5-jaarsoverleving: 25-40%

Niet-kleincellig longcarcinoom Stadium IIIb (T4, N0, M0, T1-3N3M0): Palliatieve (chemo-)radiotherapie Mediane overleving: 8-12 maanden 5-jaarsoverleving: ±5%

CASUS LONGCARCINOOM Eind 2004 meer dyspnoeklachten Longarts: thans stadium IV, snelle progressie. Start 2e lijns chemo: Taxotere Daarbij veel complicaties, infecties. Patiënte overleden Rol Taxotere duidelijk?, goede resultaten? Tarceva optie geweest??

Niet-kleincellig longcarcinoom Stadium IV (metastasen op afstand) Metastasen: long, lever, bijnier, botten, hersenen Palliatieve chemotherapie (overlevingswinst voor hele groep 2 maanden; NB geldt niet voor individu) Respons: 30-50%

Combinaties: Niet-kleincellig longcarcinoom cisplatine/gemcitabine, carboplatine/paclitaxel cisplatine/etoposide, gemcitabine/paclitaxel cisplatine/vinorelbine Chemotherapie Bijwerkingen: vermoeidheid, misselijkheid/braken, beenmergdepressie, alopecia (paclitaxel), nierfunctiestoornissen, neuropathie en vaatproblematiek (infarct, afsluiting, trombose). Wordt beschouwd als één van de zware behandelingen binnen oncologie. Mede in verband met co-morbiditeit. Tweedelijn taxotere (RR 10%, geringe overlevingswinst)

Niet-kleincellig longcarcinoom EGFR-tyrosinekinase remmer: erlotinib Epithelial Growth Factor (EGF) receptor (EGFR) tyrosinekinase Signaal: - celdeling - metastasering - angiogenese - immuunsuppressie tumor

Niet-kleincellig longcarcinoom EGFR-tyrosinekinase remmer: erlotinib Epithelial Growth Factor (EGF) receptor (EGFR) Erlotinib tyrosinekinase Signaal: - celdeling - metastasering - angiogenese - immuunsuppressie tumor

Single agent EGFR inhibitors in advanced NSCLC after >1 lines Drug studies response % Gefitinib IDEAL1-2 9-19 Erlotinib BR21 9 Cetuximab Lynch ASCO 04 7

BR.21: erlotinib phase III study in advanced, relapsed NSCLC stage IIIB/IV, relapsed NSCLC; PS 0 3; failed one or two prior regimens 2:1 randomization Daily oral erlotinib 150mg/day Daily oral placebo n=731 patients Primary objective: overall survival Secondary objectives: response rate, stable-disease rate, duration of response, time to disease progression, and QoL Shepherd et al. ASCO 2004

Tumor Response in Selected Subsets Subset Females Males RR 14.4% 6.0% p-value 0.0065 Adenocarcinoma Squamous Cell Ca Other Histologies 13.9% 3.8% 4.5% 0.0020 Never smoked Current/Ex-smoker 24.7% 3.9% <0.0001

EGFR-remmer tabletten Niet-kleincellig longcarcinoom EGFR-tyrosinekinase remmer: erlotinib lage respons (5-10%), hoger bij jonge Aziatische vrouwen die niet roken (> 50%) Patiënten met bepaalde receptormutatie nog hogere kans overlevingswinst hele groep 2 maanden (subgroep meer) Bijwerkingen: acne, diarree

CASUS prostaatcarcinoom 58 jarige man met prostatisme en wat bloed in de urine. RT: hobbelige prostaat PSA 9 Wat is het beleid?

Prostaatcarcinoom Incidentie in Nederland: ±5000 mannen Obductie: 30% > 50 jaar 70% > 80 jaar

Prostaatcarcinoom T1-2 (binnen kapsel) radiotherapie of radicale prostatectomie bij patiënten van wie de levensverwachting meer dan 10 jaar is 5-jaarsoverleving 70-80% T3-T4 (buiten kapsel) radicale radiotherapie of radicale prostatectomie bij patiënten van wie de levensverwachting meer dan 10 jaar is afhankelijk van grootte tumor, gleason-score, PSAgehalte, eventueel nog adjuvante hormonale therapie (gosereline) 5-jaarsoverleving 20-70%

CASUS prostaatcarcinoom 1996 radicale prostatectomie ivm adenocarcinoom 1998 lokaal recidief waarvoor radiotherapie + zoladex Follow up

LHRH-agonisten Zoladex (gosereline) implantaten 3.6, 10.8 mg Zet hypofyse aan tot productie van LH/FSH tot dat deze uitgeput is testis stoppen met de productie van testosteron Bijwerkingen: opvliegers, verminderde libido en impotentie bij mannen, flare up bij starten behandeling

androcur Anti-androgeen. Blokkeert de receptor van testosteron (prostaat, huid, geslachtsdrift etc) bijwerkingen: Vermoeidheid, misselijkheid, depressie Leverproblemen libidovermindering

Flutamide/bicalutamide Niet-steroide anti-androgeen Remt omzetting (perifeer) van testosteron in bioactieve dihydrotestosteron bijwerkingen: Gynaecomastie, pijn in de borstklieren, verminderde libido en potentie, vocht retentie opvliegers, emotionele problemen gastrointestinaal gewichtstoename, - leverfunctie stoornissen

CASUS prostaatcarcinoom 2002 PSA stijging: anandron 2002 Opnieuw PSA stijging: ketokonazol 2005: RT lytische haard 13 X 3 Gy Maart 2006: lever, lymfklier en botmetastasen. Echter geen klachten: beleid expectatief

Prostaatcarcinoom Palliatieve behandeling Metastasen in regionale lymfeklieren Wait and see tot progressie: behandelen Bij klachten: behandelen Hormonale therapie Niet-steroïdaal anti-androgeen (flutamide, bicalutamide; minder kans op potentieverlies) castratie LHRH-agonist

Prostaatcarcinoom beloop Na orchidectomie daalts PSA in ongeveer 3-6 maanden Behandeling is 2 3 jaar (mediaan) effectief Hierna gaan hormoon ongevoelige cellijnen overheersen; tweedelijns hormonale therapie heeft dan meestal mn palliatief, maar geen overlevingsvoordeel

Prostaatcarcinoom Palliatieve behandeling Hormonaal refractair prostaatcarcinoom Therapeutische opties chemotherapie: eerstelijns: docetaxel/prednison (overlevingswinst 2 mnd) tweedelijns mitoxantrone/prednison(palliatief) radioactief strontium (botmetastasen) lokale radiotherapie