Titelblad Profielproduct 1 // Plan van aanpak

Vergelijkbare documenten
Probleembeschrijving

Motivatie verhogen door activerende leertaken en het vergroten van de leerlingbetrokkenheid

Leren & Instructie 3 ONTWERPOPDRACHT: HERONTWERPEN

Paper 4: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Pourquoi Pourquoi Pas?? Onderzoek naar de beste manier om met de huidige leergang om te gaan binnen de sectie.

PROFIELPRODUCT - VERANTWOORDING

Titel In drie fasen de inkomstenbelastingen berekenen: P2. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Grafieken, samenwerkend leren, hardop denken, stappenplan

Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk)

Hoe kan je effectief leervaardigheden trainen op basis van het RTTI model?

Titel Stap voor stap de inkomstenbelasting berekenen. P1. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

De kracht van sociale media in het onderwijs

Laan, van der E.J.C. (2012), Nominaal en reëel? Dat is al snel teveel., Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

VOORDELEN VAN BLENDED LEARNING

Inhoud: Schoolplan Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging

Ontwerp onderzoek. Probleem beschrijving. Probleemanalyse. Karen Werter, Lesonderwerp: Sparen en lenen

Workshop Differentiatie. Oké, is het duidelijk zo? Iedereen beklimt dus deze boom.

Leerwerktaak Hoor je wat ik zeg?!

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Samenwerkend leren

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

DOEN! - Praktische opdracht beschrijvende statistiek in 4HAVO. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 3 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie in instructie

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

Leerwerktaak Samenwerkend lezen

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten.

Profiel Product Verantwoording. LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Het begeleiden van nieuwe docenten bij het uitvoeren van practica. Paper 1: Plan van aanpak.

Locatieplan Onstwedde ( ) Onderwerp: Vernieuwing VMBO

Iedereen STEM ook in buitengewoon onderwijs. 21/03/2018 Boeverbos

MISSIE - VISIE - MOTTO

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Leerwerktaak Voor alles is een woord

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Een probleem oplossen is ook een vaardigheid

Verwondering over de overeenkomsten tussen het gedrag van mensen en andere zoogdieren. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Leerwerktaak Spreken is goud!

Jaarverslag 2015/2016

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Plan van aanpak. 1. Aanleiding van de opdracht

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Leerwerktaak Samenspraak

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

LeidRaad Molenveld > werkformat LeidRaad & kubus Molenveld. Het Molenveld, de school waar elk kind telt!

Paper 1: Ontwerprapport. Management & Organisatie

15 16 Evaluatie Docentencursus Zuyd, juni Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing

DOEN! - Praktische opdracht beschrijvende statistiek in 4HAVO. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut : Telefoonnummer : Datum :

Toekomstgericht onderwijs

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari Kennisnet.

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Omschrijven, formules, natuurkunde, stappenplan, begripspracticum

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

Praktijkgericht onderwijs.

Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3

opbrengstgericht werken in en door de sectie Afspraken maken in de sectie over de manier van opbrengstgericht werken in de klas

Samenwerking. Betrokkenheid

TPACK-NL vragenlijst een toelichting

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE O.B.S. DE VRIJHEID, LOCATIE 1

SLIM LEREN. Plus school met intensieve begeleiding op maat.

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Geldigheid Dit toetsprotocol blijft geldig tot de volgende versie wordt vastgesteld. Voorgaande versies komen daarmee te vervallen.

GEGEVENS VOORBLAD PROFIELPRODUCT

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Ontwikkelingsgericht onderwijs

Piter Jelles Strategisch Perspectief

OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN

Interpersoonlijk competent

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Op expeditie naar waarde(n)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. : De Toermalijn. Onderzoeksnummer :

KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan SKO Flevoland en Veluwe. Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw

Informatie-avond havo 3. Voorlichting HaCo / Decanaat

Tussen-Feedbackformulier minor cultuureducatie (week 5 en 9 op onderdelen die in portfolio getoetst worden) Datum:

Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL

Voorspellen van slagingskansen

Verwondering over de overeenkomsten tussen het gedrag van mensen en andere zoogdieren. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Ondersteuningsprofiel Gomarus College HAVO/VWO

Vocabulaireverwerving Frans: motivatie en leerstrategieën Onderwerp Vocabulaireverwerving in Havo 3

Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten. Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Transcriptie:

Titelblad Profielproduct 1 // Plan van aanpak Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Profiel Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Susan Scholten, MA Kunst Algemeen, CKV, Kunstgeschiedenis Het verbeteren van de leerinhoud, communicatie en organisatie van het theoretische deel van het vak Tekenen door middel van een operationele vernieuwde ELO Het doelgericht vormgeven van een vernieuwde ELO Ontwikkelaar Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Havo ELO, leeropbrengst, leerinhoud, communicatie, organisatie, vernieuwend, operationeel, overdraagbaar. Studentnummer 10712569 Begeleiders - Mw. Ruth Stijntjes (SPD& kunstvakdocente) - Dhr. Peter van Hameren (schoolleider) Beoordelaar (indien bekend) Opdrachtgever - Dhr. Peter van Hameren (schoolleider) - Dhr. Jan-Willem Tuinman De Nieuwe Havo Amsterdam // Dhr. Peter van Hameren Datum 31 maart 2015

Ingangsvoorwaarden en akkoordverklaring. De schoolleider van De Nieuwe Havo heeft in overleg met mij en de vaksectie Tekenen/CKV/Kunstgeschiedenis een opdracht voor het profielproduct aan mij verstrekt. Zowel de schoolleider (Dhr. Peter van Hameren) als mijn begeleider op de werkplek en SPD (kunstvakdocent Mw. Ruth Stijntjes) hebben de wens om over te stappen op een nieuwe elektronische leeromgeving (verder: ELO). In dit Plan van Aanpak wordt de aanleiding, precieze omschrijving en planning van het profielproduct nader omschreven. Voor nu is het waardevol om de motivatie voor de keuze van de opdrachtgever en de begeleider op de werkplek te onderbouwen. De opdrachtgever, Dhr. Peter van Hameren, is benaderd omdat vanuit zijn functie als schoolleider kan aangeven waar op schoolbreed niveau behoefte aan is. Ook waakt hij ervoor dat het uiteindelijke profielproduct past bij de visie, missie en manier van lesgeven van de school. De begeleidster op de werkplek is mijn SPD en tevens kunstvakdocent Mw. Ruth Stijntjes. Zij is sectievoorzitter en kan ondersteuning bieden bij hoe de vernieuwde ELO voor het theoretische gedeelte van het vak Tekenen kan bijdragen aan het verhogen van de leeropbrengst. Ook kan zij me helpen aan relevante contacten op het gebied van ICT binnen de school. Voor de akkoordverklaring, inclusief een beknopte omschrijving het profielproduct, verwijs ik naar Bijlage 1. 1. Aanleiding van de opdracht De aanleiding van de opdracht laat zich vooral omschrijven vanuit een wens die vanuit de schoolpraktijk is ontstaan, maar vanuit een actueel probleem in onderwijsland. Namelijk, het mogelijk onbenut laten van de mogelijkheden van ICT in het onderwijs. De aanleiding wordt eerst omschreven vanuit de directe onderwijspraktijk op De Nieuwe Havo en daarna onderbouwd met literatuur die het probleem vanuit een breder kader schetst. 1.1. Aanleiding van de opdracht vanuit het perspectief van De Nieuwe Havo. De aanleiding voor de ontwerpwens, namelijk een operationele ELO voor het theoretische deel van het vak tekenen in de bovenbouw is drieledig. 1.1.1. Aansluiten bij het nieuwe Havo-profiel: In schooljaar 2012/2013 is mijn stageschool gestart met een nieuw havo-profiel in Amsterdam. Dit nieuwe havo-profiel wordt gelanceerd onder de noemer: De Nieuwe Havo, voorbereidend HBO. De Nieuwe Havo beschouwt havo en hbo als één leerroute, waarbij een ondernemende mentaliteit centraal staat. Het onderwijsprogramma is uitdagend en is ook gericht op zelf doen en uitproberen. Het vermogen om problemen op te lossen, creativiteit, kritisch te denken, goed te communiceren en samenwerken zijn vaardigheden die in de lessen aan bod komen. Om deze reden is het dan ook van belang dat het gebruik van de moderne technologie vooropstaat (De Nieuwe Havo, 2014). 1.1.2. Operationeel maken van de vernieuwde ELO: uitgaande van wat bij Aanleiding 1 gesteld is, namelijk het belang van het gebruik van de moderne technologie, kom ik bij de volgende aanleiding voor het profielproduct. Sinds dit schooljaar is er op De Nieuwe Havo namelijk ook een nieuwe communicatiesite via Microsoft gelanceerd. Deze site, die ook wel beschouwd wordt als een vernieuwde ELO, is een prachtig concept maar nog niet op alle fronten operationeel. Met op alle fronten bedoel ik dat nog niet alle docenten en leerlingen erop zijn aangesloten. Bij de meeste vakken en secties wordt nog niet optimaal gebruik gemaakt van deze vernieuwde ELO.

1.1.3. Leerprestaties van leerlingen verhogen door betere (online) communicatie: bij nog niet alle vakken en secties wordt gewerkt met de vernieuwde ELO, maar bij sommige vakken zou een operationele ELO ongetwijfeld een meerwaarde zijn. Ik wil onderzoeken in hoeverre een vernieuwde ELO betekenisvol kan zijn voor het theoretische deel van het vak tekenen in de bovenbouw (Kunstgeschiedenis). Vanuit de school en de vaksectie is de wens ontstaan dat de communicatie met een grotere groep beter kan en ook dat er op een inter-actievere manier moet worden lesgegeven. Ik wil onderzoeken in hoeverre een vernieuwde communicatiesite de communicatie tussen leerlingen en docent kan verbeteren en in hoeverre dit van invloed is op de leerprestaties van de leerlingen. 1.2. Aanleiding van de opdracht vanuit de actualiteit. Dat we in de 21 e eeuw kunnen spreken van een digitale revolutie waarbij veelvuldig gebruik wordt gemaakt van nieuwe media en ICT is niets nieuws onder de zon (Van Den Oetelaar, 2012). De hieruit voortgekomen term 21st century skills wordt ook al een ruim decennia in verband gebracht met de onderwijspraktijk. In de context van het onderwijs worden de volgende 21st century skills genoemd: samenwerken, kennisconstructie, ICT -gebruik voor leren, probleemoplossend denken en creativiteit en planmatig werken. In het kader van de hierboven omschreven wens geven deze 5 vaardigheden de aanleiding om te onderzoeken in hoeverre deze vaardigheden vergroot kunnen worden met behulp van een effectieve ELO. Met de ontwikkeling van ICT staat het delen van kennis en communiceren voorop. Dit vergroot, maar vermoeilijkt misschien ook wel, de mogelijkheden voor het onderwijs (Van Den Oetelaar, 2012). Hoe informatie gefilterd, gedeeld en herhaald wordt vergt per context nog enig onderzoek. Één ding staat vast volgens Stichting Leerplan Ontwikkeling (verder: SLO): een ELO kan bijdragen het vergroten van 21st century skills en aan de ondersteuning van zowel organisatorische als didactische taken van de docent. In 2010 heeft SLO een onderzoek gepubliceerd naar de inzet van ELO s in het voortgezet onderwijs. In dit onderzoek werden onder andere de definitie, relevantie en statistieken met betrekking tot het gebruik van de ELO besproken. De statistieken met betrekking tot het gebruik van de ELO zijn in het kader voor dit profielproduct interessant. De statistieken lieten ziet dat een ELO in ruim de helft van de middelbare scholen wordt gebruikt, maar dat het gebruik van mogelijke functies van de ELO s nog zeer beperkt is. De mogelijke functies worden onderverdeeld in instrumenten gericht op (leer)inhoud, communicatie en organisatie (Stichting Leerplan Ontwikkeling, 2010). In het verloop van dit paper zullen deze drie componenten terugkomen. 2. Probleemverkenning Uit de aanleiding van de opdracht blijkt dat het De Nieuwe Havo, inclusief de vaksectie Kunstvakken, de wens heeft om een operationele ELO op te zetten die ondersteunt op het gebied van (leer)inhoud, communicatie en organisatie. Op basis van de oriënterende gesprekken die ik heb gevoerd met de schoolleider en mijn SPD, concludeer ik dat nog niet alle mogelijkheden van de ELO worden benut. Hierdoor is de leeropbrengst volgens hen nog niet optimaal. Nu is het relevant om de problemen die met behulp van een effectieve ELO verholpen kunnen worden bloot te leggen. Wordt de leerinhoud inderdaad op een te beperkte en eenzijdige wijze overgebracht? Op welke gebieden is de communicatie tussen docent en leerlingen en leerlingen onderling niet optimaal? En laat de organisatie van het vakonderdeel te wensen over? In deze paragraaf geef ik hypothetisch antwoord op deze vragen en de antwoorden vormen de basis voor de probleemomschrijving (zie paragraaf 3). 2.1 Leerinhoud: de leerinhoud wordt gedefinieerd als de stof waaraan men leert, een concrete selectie van informatie die actoren gebruiken in hun leeractiviteiten (Valcke, 2010). De leerinhoud van het theoretische deel van het vak Tekenen is voornamelijk gebaseerd op het lesboek Kunst op Niveau. De leerinhoud wordt aangevuld en verduidelijkt door PowerPoints en huiswerkopdrachten.

De PowerPoints worden wekelijks geüpload in Magister, de ELO die momenteel gebruikt wordt. Huiswerkopdrachten worden niet digitaal ingeleverd. Naar aanleiding van gesprekken met leerlingen is gebleken dat leerlingen voor de toets vooral de PowerPoints leren en dat ze het boek moeilijk vinden. Hieruit kan ik concluderen dat er voor de ELO kansen liggen om de leerinhoud op een effectievere wijze over te brengen. Ondanks dat er huiswerkopdrachten worden uitgedeeld en de PowerPoints iedere week op magister worden geüpload, is er voor leerlingen maar beperkt de ruimte om op een (inter)actieve wijze de lesstof te herhalen. De informatie die leerlingen tot zich krijgen is beperkt tot het lesboek, de PowerPoint en de lessen. Door deze beperkte middelen waarin de leerinhoud is gegoten, blijven de mogelijkheden tot differentiëren ook beperkt. De 4 havo klas voor wie de vernieuwde ELO in de eerste instantie wordt ontworpen is een clusterklas. Leerlingen met verschillende profielkeuzes volgen het vak Tekenen. Dit geldt overigens voor alle bovenbouwleerlingen die het vak Tekenen volgen. Deze leerlingen hebben verschillende interesses en onderwijsbehoeften. Daarom zou het onderwijs aangepast moeten zijn aan de verschillen tussen leerlingen. Differentiatie is de wijze waarop een docent omgaat met verschillen tussen leerlingen. Ideaal is om alle leerlingen op een bepaald niveau te brengen door te differentiëren in zaken als instructiewijze en instructietijd (Kerpel, 2014). 2.2. Communicatie: differentiëren is pas mogelijk als het leerproces van de leerling gevolgd kan worden zodat je als docent weet waar de leerling staat. Een goede communicatie met de leerlingen is hiervoor noodzakelijk. Momenteel verloopt de communicatie met de leerlingen alleen tijdens de les wanneer ze vragen kunnen stellen en ik hen kan begeleiden. Sporadisch wordt inzicht gekregen in hun leerproces via handgeschreven huiswerkopdrachten en toetsen. De communicatie met leerlingen en het zicht op hun leerproces is relatief beperkt. Hierdoor wordt het moeilijker om te differentiëren en (individuele) feedback te geven aan leerlingen. Juist in de fase van leerstofverwerking is het belangrijk dat de docent weet welke denkstappen de leerlingen zetten en waar ze nog extra ondersteuning behoeven. De docent kan dan feedback geven en eventuele misconcepties bijstellen (Ebbens & Ettekoven, 2013) 2.3. Organisatie: de ELO wordt nu voornamelijk gebruikt voor administratieve doeleinden, zoals het registeren van de absentie en het invoeren van cijfers. Van het gebruik van de ELO voor organisatorische doeleinden is nog geen sprake. Organisatorische doeleinden zijn in deze context te omschrijven als het zichtbaar maken van de planning en het indienen van opdrachten. Leerlingen kunnen via de ELO nog nauwelijks achterhalen wat er precies van hen verwacht wordt en wat er (op de lange termijn) tijdens de lessen wordt behandeld. Juist het formuleren van een duidelijke leertaak en planning is van wezenlijk belang voor de motivatie van leerlingen. Leerlingen zijn eerder bereid zich in te zetten als ze precies weten wat er van hen verwacht wordt (Marzano, 2007). 3. Probleembeschrijving: 3.1. Definiëring van het probleem: Uit de probleemverkenning is gebleken dat er tijdens de kunstgeschiedenislessen relatief weinig duidelijkheid en structuur wordt geboden aan leerlingen. Ook is er door beperkte communicatie te weinig zicht op het leerproces van leerlingen, waardoor het moeilijk is om feedback op maat te geven en te differentiëren. Dit heeft als gevolg dat de leeropbrengst wordt beperkt en de motivatie van de leerlingen mogelijk wordt verlaagd. 3.2. Reikwijdte en mogelijke oorzaken van het probleem. Het probleem komt zowel voor bij leerlingen als docenten, maar leerlingen worden er uiteindelijk de dupe van. Voor docenten is het een mogelijk probleem omdat ze het leerproces van de individuele leerling nauwelijks kunnen volgen en daardoor moeizaam kunnen inspelen op de leerbehoefte van

de leerling. Voor leerlingen is het een mogelijk probleem omdat ze door het ontbreken van een duidelijke structuur en communicatie de motivatie voor het vak verliezen en hun grip op de lesstof kwijtraken. De volgende oorzaken liggen mogelijk ten grondslag aan het probleem: - Voor het vak Tekenen (met inbegrip van Kunstgeschiedenis) is wel een PTA, maar geen studiewijzer. Hierdoor wordt het leerlingen moeilijk gemaakt om op de lange termijn te plannen en overzicht te krijgen. Een goede planning en organisatie van dit studieonderdeel ontbreekt nog. - De leerinhoud wordt (nog) niet op een veelzijdige en interactieve manier gebracht, waardoor differentiatie en herhaling van de lesstof beperkt blijft. - De communicatie tussen leerlingen onderling en leerlingen en docent is (nog) beperkt door het ontbreken van een operationele ELO op dit gebied. 4. Onderzoeksaanpak: doelstelling Mijn onderzoeksaanpak is er ten eerste op gericht om te verifiëren of de hierboven genoemde probleemomschrijving gegrond is. Er zijn aannames gedaan over factoren die mogelijk ten grondslag liggen aan het probleem en er moet getoetst worden of deze aannames juist zijn. Indien dit het geval is, heeft het onderzoek als verder doel om te bepalen hoe de ELO een meerwaarde kan zijn voor de leerinhoud, communicatie en organisatie van het theoretische deel van het vak Tekenen (Kunstgeschiedenis). Het onderzoek moet achterhalen of het vaker herhalen van de lesstof, het geven van meer feedback en het zorgen voor meer differentiatie tot de mogelijke oplossingen behoort. 5. Centrale onderzoeksvraag Door de aanleiding van de wens voor het product te combineren met de probleemomschrijving ben ik tot de volgende onderzoeksvraag gekomen: Welke mogelijkheden moet de nieuwe ELO van het vak theoretische deel van het vak Tekenen in de bovenbouw van De Nieuwe Havo bieden op het gebied van (leer)inhoud, communicatie en organisatie opdat deze operationeel en overdraagbaar is, maar ook aansluit bij de missie en gewenste didactische aanpak van de school? 6. Deelvragen Om de centrale onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, heb ik de volgende deelvragen geformuleerd: 6.1 Hoe kenmerkt de missie en de gewenste didactische aanpak van de school zich? 6.2. Wat zijn de eindtermen van het vak Tekenen en hoe wordt het vak gegeven op De Nieuwe Havo? Met andere woorden: wat wordt er geleerd bij het praktische deel en het theoretische deel en hoe verhouden deze zich tot elkaar? 6.3. Wat is een ELO en hoe wordt deze momenteel ingezet bij het theoretische deel van het vak Tekenen? 6.4. In hoeverre zou een vernieuwde ELO betekenisvol zijn als aanvulling op de huidige lesmethode? 6.5. Welke 21st century skills passen het best in de context van het theoretische deel van het vak Tekenen en waarom? 6.6. In hoeverre kan een vernieuwde ELO eraan bijdragen om deze 21st century skills bij leerlingen te vergroten? 6.7. Welke mogelijkheden zou de vernieuwde ELO moeten bieden op het gebied van leerinhoud opdat er meer gedifferentieerd kan worden tussen het niveau de leerlingen.

6.8. Welke mogelijkheden zou de vernieuwde moeten bieden om de communicatie tussen docent en leerling te verbeteren opdat er beter zicht komt op leerproces van een individuele leerling en er zo (meer) feedback op maat gegeven kan worden? 6.9 Welke mogelijkheden zou de vernieuwde ELO moeten bieden om de organisatie van het vak voor zowel collega s als leerling duidelijker in kaart te brengen? 6.10 Welke factoren zijn bepalend voor het operationeel en overdraagbaar maken van de ELO?. 7. Onderzoeksaanpak: groepen en instrumenten De onderzoeksgroep is enerzijds beperkt tot de klas aan wie ik het theoretische deel van het vak tekenen verzorg, een 4 havo clusterklas van 29 leerlingen. De reden hiervoor is dat dit een grote klas is die erg divers is. Deze diversiteit is gebaseerd op de verschillende profielkeuzes van de leerlingen, maar ook op het verschil in de tot nu toe behaalde resultaten. Verder is deze onderzoeksgroep relevant omdat zij de eerste bovenbouw klas zijn die les volgen volgens het vernieuwde concept van De Nieuwe Havo. Het uitvoeren van het onderzoek bij deze groep kan daarom als pilot beschouwd worden voor klassen die hierna met de vernieuwde ELO gaan werken. Anderzijds is de onderzoeksgroep beperkt tot de school. Zoals de deelvragen laten zien, moet er nog nader onderzocht worden in hoeverre de 21st century skills aansluiten bij de missie van de school en welke (technische) mogelijkheden de vernieuwde ELO kan bieden. De onderzoeksinstrumenten die hiervoor ingezet zullen worden zijn: - interviews met leerlingen uit de 4 havo cluster. - interviews met collega s en schoolspecialisten op het gebied van ICT en Informatica. - een analyse van de gemaakte huiswerkopdrachten en toetsen van leerlingen. - een verdieping in de praktijk van scholen die een effectieve ELO voor dit vak al geïmplementeerd hebben. 8. Product Het in te leveren profielproduct is een vernieuwde, operationele en overdraagbare communicatiesite (ELO) voor het theoretische deel van het vak tekenen in de bovenbouw van De Nieuwe Havo. Het uiteindelijke profielproduct wordt tevens van een handleiding voorzien, opdat deze deelbaar en overdraagbaar wordt. De vernieuwde ELO wordt in opdracht gemaakt van de schoolleider, maar uiteindelijk geleverd aan de kunstvakdocenten van De Nieuwe Havo. Samen moeten we ervoor waken dat het profielproduct past bij de missie en werkwijze van de school en bijdraagt aan een verbetering op het gebied van leerinhoud, communicatie en organisatie bij het vak. 9. Tijdspad: Week 14: Inleveren PP1 (1 april 2015) Week 14: gesprek met Wouter Veldboer (applicatiebeheerder van de ELO) ter oriëntatie en (technische) mogelijkheden ELO. Week 15: beoordeling PP1 en verwerking feedback PP1 Week 16: interviews met leerlingen en evaluatie toetsresultaten en huiswerkopgaven (havo 4) Week 17: inleveren eventuele herkansing PP1 Week 19: meivakantie, tijd om deelvraag 1 t/m 6 te beantwoorden.

Week 20: hemelvaart (14 en 15 mei) Week 21: vergelijkend onderzoek naar andere ELO s voor Kunstgeschiedenis Week 22: deelvraag 7 t/m 10 beantwoorden Week 23: inleveren PP2 (3 juni) Week 24: eindgesprekken PP Week 26: herkansing PP2 Week 27: eindgesprekken PP2 (herkansing). Bibliografie De Nieuwe Havo. (2014). Wat leer je bij De Nieuwe Havo. Geraadpleegd op: http://www.denieuwehavo.nl/denieuwehavo/wat-leer-je-bij-de-nieuwe-havo Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren. Basisboek. Groningen: Wolters-Noordhoff. Kerpel, A. (2014). Differentiatie. Geraadpleegd via: http://wij-leren.nl/differentiatie-uitleg.php). Marzano, R., & Miedema, W. (2008). Leren in Vijf Dimensies. Moderne didactiek in het voortgezet onderwijs. Assen: Koninklijke van Gorcum. Oetelaar, F. van den. (2012). 21st Century Skills in het onderwijs. Whitepaper 1.0. Geraadpleegd via: http://www.21stcenturyskills.nl/download/whitepaper_21st_century_skills_in_het_onderwijs.pdf Stichting Leerplan Ontwikkeling. (2010). Inzet van de elektronische leeromgeving in het voortgezet onderwijs. Geraadpleegd via: file:///c:/users/susan/downloads/inzet-elektronische-leeromgevingvo%20(1).pdf Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor toekomstige leerkrachten. Gent: Academia Press.

Bijlage 1. Akkoordverklaring Naam opdrachtgever Naam instelling / school opdrachtgever Naam begeleider op school/instelling Naam student: Dhr. Peter van Hameren (schooldirecteur) De Nieuwe Havo (stageschool) Peter van Hameren en Mw. Stijntjes Susan Scholten Studentnummer: 10712569 Opdracht in notendop Moderne communicatiesite maken voor het theoretische deel van het vak Tekenen (kunstgeschiedenis) 1. Aanleiding van de opdracht: Aanleiding 1: In schooljaar 2012/2013 is mijn stageschool gestart met een nieuw havoprofiel in Amsterdam. Dit nieuwe havo-profiel wordt gelanceerd onder de noemer: De Nieuwe Havo, voorbereidend HBO. De Nieuwe Havo beschouwt havo en hbo als één leerroute, waarbij een ondernemende mentaliteit centraal staat. Het onderwijsprogramma is uitdagend en is ook gericht op zelf doen en uitproberen. Het vermogen om problemen op te lossen, creativiteit, kritisch denken, goed communiceren en samenwerken zijn vaardigheden die in de lessen aan bod komen. Om deze reden is het dan ook van belang dat hert gebruik van de moderne technologie vooropstaat. Aanleiding 2: uitgaande van wat bij Aanleiding 1 gesteld is, namelijk het belang van het gebruik van de moderne technologie, kom ik bij de volgende aanleiding voor het profielproduct. Sinds dit schooljaar is er op De Nieuwe Havo namelijk ook een nieuwe communicatiesite via Microsoft gelanceerd. Deze site, die ook wel beschouwd wordt als een vernieuwde ELO, is een prachtig concept maar nog niet op alle fronten operationeel. Met op alle fronten bedoel ik dat nog niet alle docenten en leerlingen erop zijn aangesloten. Bij de meeste vakken en secties wordt nog niet optimaal gebruik gemaakt van deze vernieuwde ELO. Het is dus nog in ontwikkeling. Aanleiding 3: bij nog niet alle vakken en secties wordt gewerkt met de vernieuwde ELO, maar bij sommige vakken zou een operationele ELO ongetwijfeld een meerwaarde zijn. Ik wil onderzoeken in hoeverre een vernieuwde ELO betekenisvol kan zijn voor het theoretische deel van het vak tekenen in de bovenbouw (Kunstgeschiedenis). Vanuit de school en de vaksectie is de wens ontstaan dat de communicatie met een grotere groep beter kan en ook dat er op een inter-actievere manier moet worden lesgegeven. Ik wil onderzoeken in hoeverre een vernieuwde communicatiesite de communicatie tussen leerlingen en docent kan verbeteren en in hoeverre dit van invloed is op de motivatie en leerprestaties van de leerlingen.

2. Omschrijving van de opdracht: Zoals hierboven reeds omschreven, wil ik onderzoeken in hoeverre een vernieuwde communicatiesite betekenisvol kan zijn voor het theoretische deel van het vak Tekenen in de bovenbouw (ook wel: kunstgeschiedenis). Op basis hiervan ontwerp ik een vernieuwde ELO voor dit vak. Mijn voorlopige centrale onderzoeksvraag is als volgt: Welke mogelijkheden moet de nieuwe communicatiesite van het vak Tekenen op De Nieuwe Havo bieden opdat deze operationeel en overdraagbaar is, maar ook aansluit bij de missie en gewenste didactische aanpak van de school (VIER)? VIER staat in deze context voor: Verkennen (Voorkennis, Lesdoelen) Instructie (Lesopbouw, werkvormen) Ervaring/Experimenteren ( Differentiatie, variatie) Reflectie ( Geleerd: kennen en kunnen; lesdoelen, open vragen) 3. In te leveren profielproduct: Een operationele en overdraagbare communicatiesite (ELO) voor het theoretische deel van het vak Tekenen in de bovenbouw van de havo.