Interpersoonlijk competent

Transcriptie

1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...0 Inleiding...1 Interpersoonlijk competent...2 Pedagogisch competent...3 Vakinhoudelijk & didactisch competent...4 Organisatorisch competent...5 Competent in samenwerken met collega s...6 Competent in samenwerken met omgeving...6 Competent in reflectie & ontwikkeling...7 Tijdsplanning...8

2 Inleiding Voor U ligt mijn leerwerkplan, onderverdeeld in de 7 competentiedomeinen met daarbij mijn punten waarvan ik hoop iets te kunnen leren tijdens mijn stage. Allereerst heb ik mijn goede en minder goede punten uit de Quickscan resultaten gehaald en hieronder opgeschreven. Daar heb ik een leervraag aan toegevoegd, gerelateerd aan het minder goede punt. Vervolgens heb ik hier enkele acties aan gekoppeld, de opdracht waar iets mee te leren valt. Bij een actie/opdracht hoort natuurlijk een bepaalde verwachting, welk product levert het op voor het portfolio? Ook dit heb ik vermeld bij de verschillende acties. Deze zijn overigens verdeeld in zelf bedachte acties en verplichte acties. 1

3 Interpersoonlijk competent + Ik ben goed in leiding geven maar ik geef ook verantwoordelijkheid en eigen inbreng - Ik ben iets minder goed in het scheppen van een goed klimaat voor samenwerking met de leerlingen en leerlingen onderling Hoe kan ik een beter samenwerkingsklimaat realiseren binnen de klas, zowel voor leraarleerling als leerling-leerling? -Leerlingen observeren en kijken naar de samenwerking, tijdens verschillende activiteiten. -Praten met docenten over leerlingen. 1. Product: Verwerking van de gevonden resultaten/bevindingen in een kort verslag. Observeer minstens vijf keer een klas of groep leerlingen. Iedere observatie kenmerkt zich door een andere thema. De volgende thema s moeten aan de orde komen in je verschillende observaties: - Observatie 1: Gedragspatronen van individuele deelnemers binnen een klas of groep. Je kiest in dit geval (in overleg met je werkplekbegeleider) twee deelnemers die je gedurende minstens één les observeert op hun (gewenst of ongewenst) gedrag. - Observatie 2: Observeer leerverschillen tussen deelnemers. Bespreek met je werkplekbegeleiders welke deelnemers en welk lesmoment voor deze opdracht in aanmerking kunnen komen. - Observatie 3 en 4: Observeer in één groep gedurende minstens twee lessen het sociale klimaat van die groep (denk onder andere aan hun omgang met elkaar, taalgebruik, waarden en normen). - Observatie 5: Observeer in een groep (deelnemers en leerkracht) de regels en afspraken die er gelden en of iedereen zich eraan houdt. Ten aanzien van elke observatie bedenk je vooraf op welke aandachtspunten je zult letten. Je maakt als het ware een observatie-instrument. Vervolgens maak je een verslag van je waarnemingen en formuleer je conclusies (met name in relatie tot wat je hebt geleerd van deze observaties). 2. Product: Verslag over de waarnemingen en hieruit getrokken conclusies. 2

4 Pedagogisch competent + Ik ben goed in staat om me een beeld te vormen van het sociale klimaat in een groep en de vorderingen en welbevindingen van de individuen binnen een groep. - Ik ben iets minder goed in staat om op basis van deze observaties een plan te maken van aanpak betreffende het begeleiden van de leerlingen richting een veilig leef en werkklimaat ter bevordering van de emotionele en morele ontwikkeling. Hoe kan ik leerlingen begeleiden in het bevorderen van de emotionele en morele ontwikkeling. -Praten met docenten of literatuur raadplegen. 3. Product: Een kort verslag over het begeleiden in het bevorderen van de emotionele en morele ontwikkeling. Begeleid verschillende deelnemers bij verschillende soorten leerprocessen. a. Assisteer, onder verantwoordelijkheid van je werkplekbegeleider, de deelnemers bij het uitvoeren van een eenvoudige practicumopdracht. Bewaak de voortgang en rapporteer bijzonderheden (in bijvoorbeeld aanpak, achterstand, leerprobleem) aan de werkplekbegeleider. b. Trek conclusies over het begeleiden en bespreek het na met je werkplekbegeleider. Wat is je opgevallen? Wat zijn de voorwaarden van adequate feedback? Hoe ga jij in op de vragen en opmerkingen? Zeg hierbij ook iets over hoe en met name bij welke stappen in de opdracht feedback wordt gegeven. c. Maak een verslag van elke uitvoering en nabespreking. Hierin neem je ook je leerpunten op. d. Voer stap a, b en c minimaal 5x uit. 4. Product: 5 korte verslagen over je bevindingen. 3

5 Vakinhoudelijk & didactisch competent + Ik kan goed aansluiting geven bij dat gene wat de leerlingen aan het doen zijn en hierbij een passende begeleiding geven die gericht is op verwerving van de leerinhouden en het ontwikkelen van zelfstandige leergewoonten. - Ik heb minder goed inzicht in de manier waarop leerlingen hun werk aanpakken Hoe kan ik beter inzicht krijgen van de aanpak van de leerlingen met betrekking tot het eigen maken van de lesstof? -Leerlingen observeren en praten met docenten hierover. -Praten met leerlingen over hun studiegewoonten. 5. Product: Een kort verslag of een schema, waaruit op te maken valt hoe de leerlingen zich de lesstof eigen maken. Maak planmatig een voorbereiding voor onderdelen van een leer programma, die je vervolgens uitvoert met hulp van je begeleider. a. Bereid een instructie voor en voer deze uit onder verantwoordelijkheid van je werkplekbegeleider. Vul hiervoor een lesvoorbereidingsformulier in. Je kunt hiervoor een relatief kleine homogene groep leerlingen nemen, die je een korte eenvoudige instructie geeft. Dat kan tijdens een theorieles maar een praktijkles of practicum behoort ook tot de mogelijkheden. b. Bespreek de uitvoering met je werkplekbegeleider na. Ga in elk geval in op: o De organisatie (stond alles klaar, is de ruimte adequaat ingericht, etc.) o Aansluiten bij de beginsituatie van de leerlingen o Hoe activeer je leerlingen? Welke werkvormen gebruik je daarvoor? o Feedback: hoe heb je feedback gegeven aan de leerlingen? o Aandachtspunten per fase: voorbereiding, uitvoering en evaluatie o Op welke punten is je lesvoorbereiding voor verbetering vatbaar? o Etc. c. Maak een verslag van elke uitvoering en nabespreking. Hierin neem je ook je leerpunten op. d. Voer stap a, b en c minimaal 5x uit. 6. Product: Lesvoorbereidingsformulier, Instructie in de praktijk uitgevoerd (eventueel opgenomen op video), kort verslag van de uitvoering en nabespreking. 4

6 Organisatorisch competent + Ik ben goed in staat om op consequente wijze functionele en door leerlingen gedragen procedures en afspraken te hanteren. - Iets minder goed ben ik in het bijhouden van een planning die bij de leerlingen goed bekend is. Hoe realiseer ik een goede planning die voor de leerlingen ook te begrijpen en te volgen valt? -Overleggen met docenten over de aanpak hiervan. -Aan leerlingen zélf vragen wat zij verwachten van een duidelijke overzichtelijke planning. 7. Product: Verslag of schema of eventueel een planning waarin duidelijk is hoe een voor leerlingen te begrijpen planning er uit moet zien. Breng je stageschool in beeld: Onderzoek de organisatievorm e. Tot welk schooltype behoort je stageschool? f. Beschrijf de omvang van de school. g. In welke wet is dit schooltype beschreven? Onderwijsexamenreglement (OER) Bestudeer het onderwijsexamenreglement (OER) van de vakgroep waar je stage loopt. Beantwoord in ieder geval de volgende vragen: h. Wat is het OER, wat word er in geregeld? i. Wie heeft het samengesteld? j. Hoe bindend is de inhoud? 8. Product: Een kort verslag 5

7 Competent in samenwerken met collega s + Ik lever een goede bijdrage aan de ontwikkeling en verbetering van mijn school. - Ik ben minder sterk in het delen van informatie voor het belang van de voortgang van het werk en het gebruik van informatie afkomstig van collega s. Hoe kan ik beter leren omgaan met belangrijke informatie afkomstig van bijvoorbeeld collega s ter bevordering van het werk? -Praten met collega s, over de omgang met belangrijke informatie 9. Product: Zeer beknopte beschrijving over de omgang met belangrijke informatie. Competent in samenwerken met omgeving + Ik kan goed met mensen overleggen en contacten onderhouden met mensen en instellingen buiten de school. - Ik ben iets minder goed in het professioneel informatie verstrekken naar ouders en andere belanghebbenden en het gebruik van informatie die ik terug krijg. Hoe kan ik leren op een professionele manier informatie aan ouders te verstrekken? -Praten met docenten, hoe er informatie naar ouders wordt verstrekt. 10. Product: Kort verslag met belangrijke punten over het verstrekken van informatie naar ouders. Competentiegericht leren: - Wat is competentiegericht opleiden? - Op welke wijze wordt binnen jouw stageschool invulling gegeven aan competentiegericht onderwijs? - Hoe verloopt dit vernieuwingsproces: welke mensen spelen hierin een belangrijke rol? - Wat is jouw mening over competentiegericht onderwijs in het algemeen en wat vind je van de wijze waarop er binnen je stageschool invulling aan wordt gegeven? o Voordat je bovenstaande vragen beantwoordt, dien je eerst goed na te denken over waar je de benodigde informatie kunt vinden (denk aan internet, brochures, officiële stukken, docenten, teamleiders, etc.). Wanneer je alle informatie hebt kun je een beknopt verslag schrijven. 11. Product: Beknopt verslag over bovenstaand onderwerp (denk aan bronvermelding). 6

8 Competent in reflectie & ontwikkeling + Ik kan goed planmatig werken aan de ontwikkeling van mijn bekwaamheid op basis van een goede analyse van mijn competenties. - Ik kan mijn bekwaamheid iets minder goed afstemmen op het beleid van de school. Hoe kan ik leren mijn bekwaamheid optimaal af te stemmen op het beleid van de school? -Verdiepen in het beleid van de school. -Eventueel overleggen met collega s over het beleid van de school. -Of: Leerwerkplan aanpassen aan het beleid en de mogelijkheden op de school 12. Product: Beknopt verslag over het beleid van de school en hoe je daar optimaal op af kunt stemmen. Of Aangepast leerwerkplan. 7

9 Tijdsplanning Bovengenoemde activiteiten heb ik genummerd. Hieronder de volgorde waarin ik deze graag zou willen afwerken aan de hand van wat ik belangrijk vind om te leren, met daar aan gekoppeld de tijd die ik denk daar voor nodig te hebben. - Verdiepen in het beleid van de school (Punt 12) 1 á 2 weken - Observatie, 5 verschillende thema s (Punt 2) 2 tot 5 weken - Onderzoek stageschool, (bestudeer het OER) (Punt 8) 1 á 2 weken - Inzicht proberen te krijgen in de aanpak van leerlingen tot het eigen maken van de lesstof (Punt 5) 1 á 2 weken - Onderzoek naar competentiegericht leren (Punt 11) 1 á 2 weken - Realiseren van een goede, voor leerlingen te begrijpen, planning (Punt 7) 1 á 2 weken - Realiseren van een beter samenwerkingsklimaat binnen de les (Punt 1) 1 week - Begeleiding van verschillende deelnemers bij verschillende soorten leerprocessen (Punt 4) 5 weken - Les voorbereiden en uitvoren (Punt 6) 5 weken - Begeleiden van leerlingen in het bevorderen van de emotionele en morele ontwikkeling (Punt 3) 1 á 2 weken - Verstrekken van informatie op een professionele manier (Punt 10) 1 week - Hoe ga je om met belangrijke informatie ten behoeve van het werk? (Punt 9) 1 week 8