107364 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving en de kenmerkscores correct zijn vastgesteld. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij bezwaarschrift van 13 juli 2016, ingekomen op 13 juli 2016 en aangevuld op 5 oktober 2016, heeft A bezwaar ingediend tegen het besluit van de werkgever van 2 juni 2016 om haar te benoemen in de functie van accountmanager met schaal 10. De werkgever heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend, ingekomen op 14 november 2016. De mondelinge behandeling van het bezwaar vond plaats op 19 december 2016. A verscheen in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde. De werkgever werd vertegenwoordigd door de heer E, directeur C, de heer F, hoofd P&O en de heer G, HR-adviseur. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast. 2. DE FEITEN A is sinds 1 februari 2011 in dienst bij (de rechtsvoorgangers van) C in een vast dienstverband met een volledige betrekkingsomvang. Op de arbeidsverhouding is de cao-mbo van toepassing. A is in dienst getreden bij de rechtsvoorganger H als accountmanager met schaal 10. Belangrijkste afnemer van diensten van H was C. In verband met vermindering van de bedrijfsresultaten van H en te voorzien verval van arbeidsplaatsen is besloten om een deel van de werkzaamheden onder te brengen bij C via een (gedeeltelijke) overgang van onderneming. Nadat de beide ondernemingsraden van de twee bedrijven hierover positief hebben geadviseerd, werd de (gedeeltelijke) overgang van onderneming per 1 januari 2015 een feit. Aan de medewerkers van H is de keuze voorgelegd om per 1 januari 2015 in dienst te komen bij C. A is een van de werknemers die is overgegaan. 107364/ uitspraak d.d. 30 januari 2017 pagina 1 van 5
De ex-werknemers van H die overgingen naar C behielden hun salaris en overige arbeidsvoorwaarden en kregen een tijdelijke functie, in afwachting van een toe te delen definitieve functie. A is geplaats in de functie van interim specialist adviseur. C heeft zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de functies die qua inhoud aansloten op de taken die de medewerker voorheen uitvoerde. Omdat niet alle functies bij H ook bij C voorkomen zijn drie nieuwe functies beschreven en gewaardeerd, waaronder de functie van accountmanager. Aan A is vervolgens bij besluit van 2 juni 2016 de functie van accountmanager met schaal 10 toegekend. Tegen deze beslissing richt zich het bezwaar van A. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN A voert aan dat haar functiebeschrijving en waardering niet juist zijn vastgesteld. De functie van specialist-adviseur is meer op haar van toepassing dan die van accountmanager. Zij voert hiertoe aan dat de Wet overgang van onderneming in haar geval van toepassing is en dat de werkgever hiermee in strijd heeft gehandeld door een functiewijziging door te voeren. Voor de beschrijving en waardering van de functie geldt dat er geen onderbouwing is van gemaakte keuzes. Er is ook geen overleg met A geweest over haar functie(invulling). Daarbij ontbreken noodzakelijke onderdelen van de beschrijving (zoals speelruimte), wordt afgeweken van de gehanteerde indeling in functiefamilies bij fuwasys bve en valt niet te herleiden of en hoe de functiewaardering gedocumenteerd is. A stelt dat haar werkzaamheden bestaan uit het verzorgen van marktwerking ten behoeve van het genereren van scholing, het maken van scholingsplannen en het ontwikkelen en implementeren van product-/marktcombinaties. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor het opbouwen, managen en uitbouwen van klantrelaties, geeft zij invulling aan opleidingsvraagstukken, fungeert zij als eerste aanspreekpunt voor de klant en adviseert zij over ontwikkelingen in de sector. Zij is verantwoordelijk voor projectuitvoering en implementatie, zet ontwikkelingen en trends in de markt om in concrete opdrachten en legt hierover periodiek verantwoording af aan het College van Bestuur en de Unitdirecteur. Voorts bouwt zij de relaties van het ROC verder uit door up&cross-selling en zij geeft adviezen die raakvlakken kunnen vertonen met overkoepelende beleidsterreinen. Ter zitting heeft A voorts aangevoerd dat zij coördinerende werkzaamheden verricht. Na de overgang van onderneming diende de werkgever over te gaan tot harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden. Aan A is ook een harmonisatievoorstel voorgelegd. A heeft aangegeven dat de werkgever pas tot harmonisatie kan overgaan als de functie is vastgelegd conform de overgang van de onderneming. Dit is niet gebeurd en de harmonisatie is niet juist uitgevoerd. De werkgever heeft ook een brief over de harmonisatie aan het personeel gezonden, maar in die brief klopt een aantal elementen niet, zoals bijvoorbeeld het behoud van arbeidsvoorwaarden, taken en overleg over functies. De werkgever stelt dat de functie van A juist is ingedeeld in die van accountmanager. 107364/ uitspraak d.d. 30 januari 2017 pagina 2 van 5
Nadat alle medewerkers van H de keuze is voorgelegd om al dan niet over te gaan naar C, zijn tien werknemers overgegaan. Zij kwamen binnen bij C op een tijdelijke interim-functie, in afwachting van de invoering van de resultaten van een ingestelde projectgroep. Bij plaatsing in de definitieve functies is aansluiting gezocht bij de functies die wat betreft de inhoud zo veel mogelijk aansluiten bij de taken die de medewerker, toen hij/zij nog in dienst was bij H, uitvoerde. Bij de plaatsing is rekening gehouden met de specifieke deskundigheid die accountmanagers en opleidingsadviseurs in het verleden hebben opgebouwd in een bepaalde sector. Daarnaast trad er krimp op bij H en moest er bezuinigd worden. Hierdoor moest voor sommige medewerkers ander werk gezocht worden of de inhoud van de functie worden aangepast. Er is overleg met de nieuwe werknemers en hun leidinggevenden geweest over de nieuwe functies. Deze functies, waaronder accountmanager, zijn extern beschreven en gewaardeerd. Er is aansluiting gezocht bij de taken die A uitvoerde bij H. Het is niet duidelijk op welke punten A het niet eens is met de beschrijving en waardering van haar functie. De werkgever is van oordeel dat hij de overgang van onderneming juist op A heeft toegepast. Daarbij stelt hij dat de vraag of de Wet overgang van onderneming juist is toegepast niet aan de Commissie kan worden voorgelegd, omdat deze de bevoegdheid hiervoor mist. Hetzelfde geldt voor de vraag of de werkgever de harmonisatie juist heeft toegepast ten aanzien van A. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid De instelling is aangesloten bij deze Commissie. Het bezwaar van A is gericht tegen de beschrijving en waardering van haar functie. Voorts heeft A aan de orde gesteld dat de werkgever de overgang van onderneming en de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden niet juist heeft toegepast. Op grond van artikel 12.4 lid 2 cao mbo is de Commissie slechts bevoegd te oordelen over de waardering van de functie en de beschrijving van de functie van de werknemer in relatie tot de hem opgedragen taken. Om deze reden verklaart de Commissie zich niet bevoegd het overige door A aan de orde gestelde, over de overgang van onderneming en harmonisatie van arbeidsvoorwaarden, te behandelen en zal dit daarom buiten beschouwing laten. Omdat het bezwaar tegen de beschrijving en de waardering van de functie van de werknemer voorts binnen de geldende termijn is ingediend, is het bezwaar ontvankelijk. Accountmanager met schaal 10 De Commissie overweegt dat A bij de rechtsvoorganger van de werkgever benoemd was als accountmanager. Dat de werkgever na eerst om organisatorische redenen haar tijdelijk in de functie van specialist-adviseur te hebben benoemd, bezwaarde vervolgens benoemt in een gelijkwaardige functie, acht de Commissie begrijpelijk. 107364/ uitspraak d.d. 30 januari 2017 pagina 3 van 5
De werkgever heeft ter zitting aangegeven dat A, met de overige accountmanagers, in de gelegenheid is gesteld om commentaar te leveren op de conceptbeschrijving van de functie. Vervolgens heeft geen overleg met de werknemers plaatst gehad over het al dan niet aanpassen van het concept. De Commissie acht dit een gemiste kans. In dit stadium had met de werknemers verder overleg gevoerd kunnen worden over de inhoud van de functie. Het ontbreken van dit overleg is echter niet zo ernstig dat dit op zich tot gegrondheid van het bezwaar dient te leiden. Over de functiebeschrijving overweegt de Commissie dat deze breed is en niet gedetailleerd. Het behoort tot de beleidsvrijheid van de werkgever om op een dergelijke wijze de functies binnen de instelling te beschrijven. Het onderdeel speelruimte ontbreekt niet in de functiebeschrijving, maar is terug te vinden onder resultaatgebied 3, Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dat wordt afgeweken van de gehanteerde indeling bij fuwasys bve is de Commissie niet gebleken. De indeling in functiefamilies behoort ook tot de beleidsvrijheid van de werkgever. Daarbij is deze indeling in de omstandigheden van dit geval niet van belang omdat deze geen invloed heeft op de waardering van de functie. Over de door A opgevoerde taken overweegt de Commissie dat de door A opgevoerde werkzaamheden terug te vinden zijn in de functiebeschrijving. Het verzorgen van marktwerking ten behoeve van het genereren van scholing valt onder resultaatgebied 1, tweede en vierde bullet van de functiebeschrijving onder Marktbewerking: het opstellen van adviesnota s, beleidsvoorstellen en accountplannen en het bijdragen aan de totstandkoming van multidisciplinaire accountplannen. Het ontwikkelen en implementeren van product-/marktcombinaties, opbouwen managen en uitbouwen van klantrelaties, invulling opleidingsvraagstukken en fungeren als eerste aanspreekpunt voor de klant en advisering over ontwikkelingen in de sector, valt onder resultaatgebied 2, Relatiebeheer, eerste en tweede bullet: genereren van omzet door relatiebeheer en het opbouwen van structurele relaties en onder resultaatgebied 3, Uitvoering, eerste en zevende bullet: bijdragen aan projectvoorbereiding, uitvoering, implementatie en evaluatie en fungeren als vraagbaak voor inhoudelijke en uitvoeringsvragen van klanten. Van een aantal door A opgevoerde taken is de Commissie niet gebleken dat deze tot haar functie behoren of dat zij deze verricht. Het betreft het maken van scholingsplannen, productontwikkeling en het geven van adviezen die raakvlakken kunnen vertonen met overkoepelende beleidsterreinen. Voorts is de Commissie niet gebleken dat A eindverantwoordelijk is voor projectuitvoering en implementatie. Zij dient dit af te stemmen met relaties en collega-accountmanagers, waarbij zij verantwoording over haar inhoudelijke bijdrage aflegt aan de Unitdirecteur. Aldus is de functie van A naar het oordeel van de Commissie correct beschreven. A heeft voor het overige geen grieven tegen scores op kenmerken ingebracht en de Commissie ziet geen reden te twijfelen aan de waardering van de functie. Het geheel overziend, is de Commissie van oordeel dat de werkgever de functie van A juist heeft beschreven en gewaardeerd zodat het bezwaar ongegrond is. 107364/ uitspraak d.d. 30 januari 2017 pagina 4 van 5
5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie zich niet bevoegd te oordelen over de vraag of de werkgever juiste toepassing heeft gegeven aan de Wet overgang van onderneming dan wel aan het uitvoeren van de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden. Voor het overige verklaart de Commissie het bezwaar ongegrond. Vastgesteld te Utrecht op 30 januari 2017 door H. In 't Veld, voorzitter, W. den Hertog en mr. E. van Zadelhoff, leden, in aanwezigheid van mr. J.A. Breunesse, secretaris. H. In 't Veld mr. J.A. Breunesse voorzitter secretaris 107364/ uitspraak d.d. 30 januari 2017 pagina 5 van 5