SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J"

Transcriptie

1 SAMENVATTING Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het cursusjaar besloten dat een themadag moest worden gehouden en heeft die gepland op een reeds vastgestelde verlofdag. De werknemers stellen dat in strijd met geldende vakantieregeling een verlofdag is ingetrokken en dat hierdoor de inzet van 200 dagen per jaar is overschreden. Op grond van de in de vakantieregeling opgenomen definitie van een verlofdag is een medewerker in beginsel vrijgesteld van de verplichting tot het verrichten van arbeid, maar mag de werkgever in redelijkheid van een medewerker vragen om voorkomende werkzaamheden te verrichten. Een themadag kan samenhangen met overleg, scholing, ontwikkeling of teamvorming en is opgenomen in de jaartaak. De themadag zoals georganiseerd door de werkgever kan daarom onder het begrip voorkomende werkzaamheden worden begrepen. De vakantieregeling verzet zich er derhalve niet tegen dat de werkgever in redelijkheid van een medewerker vraagt om op een verlofdag een themadag bij te wonen. Van het intrekken van een verlofdag is in dat geval geen sprake. Het verrichten van voorkomende werkzaamheden op een verlofdag dient als uitzondering te worden beschouwd. De werkgever heeft wel voldoende aannemelijk gemaakt dat het belangrijk was dat deze themadag werd gehouden, maar heeft onvoldoende onderbouwd dat de themadag op de betreffende verlofdag diende plaats te vinden. De werkgever heeft derhalve niet in redelijkheid van de werknemers kunnen vragen om de themadag op de geplande verlofdag bij te wonen. Partijen verschillen van mening of voor de vaststelling van het aantal te werken dagen moet worden aangesloten bij een cursusjaar of bij een kalenderjaar, maar niet over de berekening zelf. Nu de werkgever voor de vaststelling van het aantal te werken dagen consistent aansluit bij een kalenderjaar, wordt op dit punt geen onjuiste interpretatie van de vakantieregeling gegeven. Voorts is gebleken dat op basis van de berekening voor het kalenderjaar 2014 de norm van 200 dagen niet wordt overschreden. Van een verplichting voor de werkgever om teveel ingezette werkdagen te compenseren is dan ook geen sprake. in het geding tussen: UITSPRAAK A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J en de Raad van Bestuur van de Stichting ROC H, gevestigd te I, verweerder, hierna te noemen de werkgever Pagina 1 van 6

2 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij verzoekschrift met bijlagen van 16 mei 2014, ingekomen op 19 mei 2014, hebben de ondernemingsraad en de werkgever gezamenlijk aan de Commissie een geschil voorgelegd met betrekking tot de uitleg en toepassing van de binnen de organisatie geldende vakantieregeling. Bij brief van 28 mei 2014 is het verzoek aangepast en zijn bovengenoemde werknemers verzoekers geworden in plaats van de ondernemingsraad. De mondelinge behandeling van het geschil vond plaats op 17 september 2014 te Utrecht. De werknemers werden ter zitting vertegenwoordigd door hun gemachtigde. De werkgever werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer K, adviseur HRM. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast. 2. DE FEITEN Werknemers zijn allen werkzaam bij de Stichting ROC H. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de cao bve. De werkgever heeft met instemming van de ondernemingsraad (OR) een vakantieregeling vastgesteld (d.d. 12 juni 2012). Een vakantierooster is als addendum bij de vakantieregeling gevoegd. Dit vakantierooster wordt jaarlijks in overleg met de OR en per kalenderjaar vastgesteld. In het vakantierooster zijn de vakantie-, verlof- en (eventuele) compensatiedagen voor het betreffende jaar vastgelegd. Medio februari 2014 heeft de Raad van Bestuur besloten dat op 6 mei 2014 een themadag/studiedag voor het onderwijzend personeel (OP) moest worden gehouden. In het vakantierooster 2014 was 6 mei 2014 als verlofdag aangemerkt. De OR heeft op 27 februari 2014 tijdens de overlegvergadering aan de Raad van Bestuur de vraag voorgelegd op welke gronden 6 mei 2014 als werkdag in plaats van als een verlofdag kan worden aangemerkt. Na enige correspondentie over en weer hebben de OR en de Raad van Bestuur in april 2014 in gezamenlijk overleg besloten om deze vraag voor te leggen aan de interne geschillencommissie personeelsbeleid ROC West-Brabant. Deze geschillencommissie heeft zich bij brief van 22 april 2014 onbevoegd verklaard omdat het geschil niet was voorgelegd door een individuele werknemer. Hierop hebben de OR en de werkgever bij brief van 16 mei 2014 het geschil gezamenlijk voorgelegd aan de Commissie. Bij brief van 28 mei 2014 is het verzoek aangepast in die zin dat de werknemers verzoekers zijn geworden. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Standpunt werknemers De werkgever heeft in strijd met de vakantieregeling gehandeld omdat door het inplannen van een themadag op 6 mei 2014 sprake is van het intrekken van een verlofdag. Op grond van artikel 2 lid 1 van de vakantieregeling kan een verlofdag alleen worden ingetrokken bij rampen en zeer buitengewone omstandigheden. Daarvan is bij het houden van een themadag/studiedag geen sprake. Ook is deze wijziging van de vakantieregeling niet voorgelegd aan de OR. Evenmin kon de werkgever op grond van artikel 1 van de vakantieregeling verlangen dat de werknemers op deze verlofdag voorkomende werkzaamheden zouden verrichten. Volgens de definitie van een verlofdag mag de werkgever alleen in redelijkheid een beroep doen op de medewerker om voorkomende werkzaamheden te verrichten. Onder in redelijkheid moet worden verstaan: die situaties waarin het sociaal aanvaardbaar is om te komen werken, zoals bij een interne verhuizing. In dit geval was er in redelijkheid geen grond om van het rooster af te wijken en de verlofdag in te trekken. De Pagina 2 van 6

3 werkgever had immers aan het begin van het cursusjaar, bij het vaststellen van de jaartaak, deze dag kunnen inplannen. Wanneer de werkgever in een lang cursusjaar als niet in staat is om een dergelijke themadag in te plannen, dan zal in een kort cursusjaar vaker een verlofdag worden ingetrokken. Daarnaast menen de werknemers dat van in redelijkheid kan worden gesproken als er afstemming plaatsvindt met de onderdeelcommissie en de noodzakelijkheid van de afwijking van het vakantierooster wordt besproken. Nu is het van bovenaf opgelegd. Voorts hebben de medewerkers aangevoerd dat in de cao bve en de vakantieregeling is geregeld dat de normjaartaak van 1659 uur in maximaal 200 werkdagen mag worden opgedragen. Door het intrekken van de verlofdag wordt het maximum van 200 werkdagen per jaar overschreden. Voorafgaand aan het cursusjaar worden de normjaartaken aan het personeel uitgereikt; het vakantieaddendum wordt hierbij gevoegd. Omdat de normjaartaak is gekoppeld aan een cursusjaar moet voor de telling van het aantal dagen ook van een cursusjaar worden uitgegaan. Desgevraagd door de Commissie hebben de werknemers aangegeven dat wanneer wordt uitgegaan van kalenderjaren de berekening van de werkgever klopt. Ook komt het voor dat in het ene cursusjaar vanwege de lengte van het cursusjaar meer dan 200 dagen wordt gewerkt maar dat dit met het cursusjaar erna wordt gecompenseerd. De werknemers voeren hierbij aan dat zij in hun visie worden ondersteund door de vakbond. Concluderend verzoeken de werknemers de Commissie uitspraak te doen over de volgende zaken: 1. De rechtmatigheid van het eenzijdig intrekken van een verlofdag (in casu 6 mei 2014); 2. Of het aantal van 200 werkdagen waarin de normjaartaak moet worden opgedragen berekend moet worden per cursusjaar of per kalenderjaar; 3. Of het teveel aan ingezette werkdagen gecompenseerd moet worden. Standpunt werkgever Er is geen sprake van het wijzigen of vaststellen van de vakantieregeling, maar van de uitvoering daarvan. Voorleggen aan de OR was dan ook niet nodig. Immers, op grond van de definitie van verlofdag mag door de werkgever in redelijkheid een beroep op de medewerkers worden gedaan om voorkomende werkzaamheden te verrichten. Een themadag valt hieronder. Het gaat in dit geval bovendien niet om het intrekken van een verlofdag maar om het in redelijkheid vragen om te komen werken. De verlofdagen worden verspreid over het kalenderjaar ingepland en vaak gekoppeld aan andere dagen waarop de medewerker al vrij is. In dit geval ontstond gaandeweg het cursusjaar behoefte aan een themadag voor het OP en is dit gepland op 6 mei De belangen waren zodanig dat er voor de zomervakantie een themadag gehouden diende te worden om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Een andere dag zou het primaire proces teveel verstoren. Er is overigens geen sprake van beleid op dit punt. Desgevraagd door de Commissie heeft de werkgever aangegeven dat het geen probleem zou zijn om in het vervolg af te stemmen met de onderdeelcommissie. Echter, dat dit niet is gebeurd, betekent niet dat er niet in redelijkheid tot het inplannen van deze dag kon worden gekomen. De normjaartaak van 1659 uur wordt per cursusjaar vastgesteld, maar de verdeling over het maximum van 200 dagen wordt per kalenderjaar bekeken. Dit sluit aan bij de intentie van de cao bve; de werkgever wordt in deze visie ondersteund door de MBO Raad. Omdat de schoolvakanties verschuiven, kan het zo zijn dat het ene cursusjaar meer dan 200 dagen wordt gewerkt, maar dit wordt dan in het daarop volgende cursusjaar gecompenseerd zodat per kalenderjaar het maximum van 200 dagen niet wordt overschreden. In kalenderjaar 2014 zijn slechts 193 werkdagen ingeroosterd. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid Pagina 3 van 6

4 De instelling is aangesloten bij deze Commissie. Omdat het geschil de goede verstandhouding tussen partijen kan schaden en in goed overleg tussen partijen aan de Commissie is voorgelegd, is de Commissie op grond van artikel N-7 cao bve bevoegd van het geschil kennis te nemen en zijn de werknemers ontvankelijk in hun verzoek. Verlofdag Het geschil In artikel 1 van de vakantieregeling is verlofdag als volgt gedefinieerd: Een werkdag waarop de medewerker in beginsel vrijgesteld is van de verplichting tot het verrichten van arbeid, maar waarop de werkgever in redelijkheid een beroep op de medewerker mag doen om voorkomende werkzaamheden te verrichten. Een vakantiedag is gedefinieerd als: een werkdag waarop de medewerker vrijgesteld is van verplichtingen tot het verrichten van arbeid. Voorts is in artikel 2 lid 2 van de vakantieregeling bepaald dat bij rampen en in andere zeer buitengewone omstandigheden de leidinggevende de vakantie-, verlof- en compensatiedagen kan intrekken. In de vakantieregeling is vastgelegd dat medewerkers verplicht zijn, conform het vakantierooster, vakantie- en verlofdagen binnen de schoolvakanties op te nemen (artikel 7), en dat deze dagen zoveel mogelijk dienen te worden opgenomen in het kalenderjaar waarin het recht daarop ontstaat (11 lid 1 ). Op grond van de in de vakantieregeling opgenomen definitie van een verlofdag mag de werkgever in redelijkheid van een medewerker vragen om op een verlofdag voorkomende werkzaamheden te verrichten. Een themadag/studiedag kan samenhangen met overleg, scholing, ontwikkeling of teamvorming en is opgenomen in de jaartaak. Een dergelijke themadag, zoals ook de themadag op 6 mei 2014, kan daarom onder het begrip voorkomende werkzaamheden worden begrepen. De vakantieregeling verzet zich er derhalve niet tegen dat de werkgever in redelijkheid van een medewerker vraagt om op een verlofdag een themadag bij te wonen. Anders dan de werknemers stellen is van het intrekken van een verlofdag zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van de vakantieregeling, in dat geval geen sprake. De vraag die vervolgens voorligt is of de werkgever in redelijkheid aan de werknemers heeft kunnen vragen om op de verlofdag de themadag bij te wonen. De Commissie stelt voorop dat een medewerker in beginsel op een verlofdag vrijgesteld is van de verplichting om arbeid te verrichten. Het verrichten van voorkomende werkzaamheden dient dan ook als uitzondering op de hoofdregel te worden beschouwd. Dit brengt mee dat aan het begrip in redelijkheid een terughoudende toepassing moet worden gegeven. De werkgever dient daarom aannemelijk te maken dat de betreffende werkzaamheden zodanig van belang zijn dat deze op een verlofdag verricht moeten worden en dat er geen andere dag niet zijnde een verlofdag - voorhanden is. De Commissie is het met de werkgever eens dat aan het begin van een cursusjaar niet reeds alles kan worden voorzien en dat er gaande het cursusjaar situaties kunnen ontstaan die om aanpassing van een planning vragen. De werkgever heeft in dat kader voldoende aannemelijk gemaakt dat het belangrijk was om een themadag te houden. Evenwel heeft de werkgever onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze themadag op de betreffende verlofdag (6 mei 2014) diende plaats te vinden. De werkgever heeft niet draagkrachtig gemotiveerd waarom hij in het (lange) cursusjaar , mede gelet op de reeds andere geplande studiedagen, op 6 mei 2014 was aangewezen. De werkgever heeft weliswaar gesteld dat de keuze voor een andere dag het primaire proces zou verstoren, maar nagelaten om dit te onderbouwen. Pagina 4 van 6

5 De Commissie overweegt voorts dat, anders dan de werknemers aangeven, overleg met de onderdeelcommissie geen voorwaarde is om te kunnen spreken van een in redelijkheid gedaan verzoek. De Commissie geeft de werkgever wel mee dat een dergelijk overleg, waarin het belang van de werkzaamheden en de in aanmerking komende dagen kunnen worden besproken, de aanvaarding door de medewerkers kan vergroten. De werknemers hebben nog aangevoerd dat het aanwijzen van themadagen/studiedagen op verlofdagen standaard praktijk gaat worden. Deze stelling hebben zij echter niet onderbouwd en daarvan is de Commissie evenmin gebleken. De Commissie oordeelt derhalve dat de werkgever niet heeft onderbouwd waarom in redelijkheid van de medewerkers kon worden gevraagd om op de verlofdag 6 mei 2014 een themadag bij te wonen. 200 dagen per kalenderjaar of cursusjaar In artikel 6 lid 2 van de vakantieregeling is bepaald: Conform artikel F-1 lid 2 cao bve kunnen medewerkers op 200 dagen per jaar ingezet worden voor het verrichten van werkzaamheden. Wordt de norm van 200 dagen overschreden, dan kan de medewerker in overleg met de leidinggevende gecompenseerd worden. In de vakantieregeling van de werkgever noch in de cao bve of de daarbij opgenomen toelichting wordt aangegeven of moet worden uitgegaan van een cursusjaar of een kalenderjaar. Gebleken is dat de werkgever per cursusjaar een normtaak vaststelt maar de inzet van 200 dagen per kalenderjaar berekent. De reden daarvoor is het verschuiven van de zomervakantie waardoor het ene cursusjaar korter is dan het andere cursusjaar. De inzet van 200 dagen kan in een lang cursusjaar sneller worden overschreden. In een kalenderjaar kan de inzet van 200 dagen makkelijker worden verdeeld. De Commissie constateert dat partijen weliswaar van mening verschillen over de vraag of moet worden aangesloten bij een cursusjaar of bij een kalenderjaar voor de vaststelling van het aantal te werken dagen, maar dat zij niet van mening verschillen over de berekening zelf. Werknemers hebben immers gesteld dat de berekening uitgaande van een kalenderjaar klopt. De Commissie overweegt dat van belang is dat de werkgever consistent aan dient te sluiten bij òf een cursusjaar òf een kalenderjaar, zodat dit met het daarop volgende cursus- of kalenderjaar kan worden gecompenseerd indien dat nodig is. Nu is gebleken dat de werkgever consistent aansluit bij een kalenderjaar, oordeelt de Commissie dat op dit punt geen onjuiste interpretatie van de vakantieregeling wordt gegeven. Compensatie teveel aan ingezette werkdagen De werknemers hebben de Commissie verzocht om te beoordelen of het teveel aan ingezette werkdagen gecompenseerd moet worden. In artikel 6 lid 2 van de vakantieregeling is opgenomen dat wanneer de norm van 200 dagen wordt overschreden, de medewerker in overleg met de leidinggevende gecompenseerd kan worden. De Commissie heeft hierboven geconstateerd dat de werkgever, door voor de vaststelling van het aantal te werken dagen aan te sluiten bij een kalenderjaar, geen onjuiste interpretatie van de vakantieregeling heeft gegeven. Voorts is gebleken dat op basis van de berekening voor het huidige kalenderjaar de norm van 200 dagen niet wordt overschreden. Van een verplichting van de werkgever om teveel ingezette werkdagen te compenseren, is dan ook geen sprake. Pagina 5 van 6

6 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie dat de werkgever: geen onjuiste uitleg heeft gegeven aan het begrip verlofdag zoals gedefinieerd in artikel 1 van de vakantieregeling maar dat de werkgever niet in redelijkheid van de medewerkers heeft kunnen vragen om de themadag op de geplande verlofdag bij te wonen; geen onjuiste interpretatie van de vakantieregeling heeft gegeven door voor de vaststelling van het aantal te werken dagen aan te sluiten bij een kalenderjaar; in dit kalenderjaar niet gehouden is compensatie te bieden voor ingezette werkdagen, omdat van overschrijding van de norm van 200 dagen in 2014 geen sprake is. Aldus gedaan te Utrecht op 5 november 2014 door mr. P.E.M. Messer-Dinnissen, voorzitter, drs. J.P.A. van den Berg, mr. Chr. H. Stokman-Prins, leden, in aanwezigheid van mr. O.A.B. Luiken, secretaris. mr. P.E.M. Messer-Dinnissen voorzitter mr. O.A.B. Luiken secretaris Pagina 6 van 6

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106912 UITSPRAAK in het geding tussen: het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag en de deelmedezeggenschapsraad van C te B, verweerder, hierna te noemen de DMR 1.

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC X, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC X, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 106127 - Geschil toepassing art. D-19 jo F-14 cao bve (inzetbaarheid deeltijder) De werknemer gaat uit van het dagen-criterium als gevolg waarvan hij zijns inziens inzetbaar is op 106 dagen

Nadere informatie

Commissie voor geschillen CAO BVE-MBO Jaarverslag 2014

Commissie voor geschillen CAO BVE-MBO Jaarverslag 2014 Commissie voor geschillen CAO BVE-MBO Voorwoord Hierbij treft u aan het jaarverslag 2014 aan van de Commissie voor geschillen CAO BVE- MBO. In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:530

ECLI:NL:RBMNE:2016:530 ECLI:NL:RBMNE:2016:530 Instantie Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 17-02-2016 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 4656371 ME VERZ 15-310 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,

Nadere informatie

Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2013

Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2013 Commissie voor geschillen CAO-BVE Voorwoord Hierbij treft u aan het jaarverslag 2013 aan van de Commissie voor geschillen CAO-BVE. In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere instanties

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105800 - Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO

SAMENVATTING. 105800 - Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO SAMENVATTING 105800 - Bezwaar tegen de waardering als Docent B, schaal 10; HBO Partijen zijn verdeeld over: A. De aard van de werkzaamheden van bezwaarde op de resultaatgebieden: 1. Optreden als expert/inhoudsdeskundige,

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F SAMENVATTING 105474 - Geschil over toepassing van art. H-60 CAO BVE Werknemer heeft jarenlang gewerkt als docent maar is, na een periode van arbeidsongeschiktheid, werkzaam als onderwijsassistent. De werkgever

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107335 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren 107364 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving

Nadere informatie

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. 108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Commissie van beroep vo

Commissie van beroep vo 107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G SAMENVATTING 106442 - Verzoek voorlopige voorziening ontslag op staande voet; De werkgever heeft de werknemer op staande voet ontslagen vanwege het plegen van valsheid in geschrifte. Hij zou twee documenten,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107525 - De werkgever past de cao mbo niet goed toe door de werkverdeling vast te stellen zonder dat eerst het team in de gelegenheid is gesteld hiervoor een voorstel te doen en door onjuiste invulling

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J.

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J. SAMENVATTING 105053 - Geschil nakoming voorwaarde aan instemming; HBO De MR heeft een geschil voorgelegd met betrekking tot de nakoming door het instellingsbestuur van een voorwaarde verbonden aan de instemming

Nadere informatie

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 106484 - Door werkneemster niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M. 107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie ADVIES Rolnummer: RP98.038 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING INZAKE

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE SAMENVATTING 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; Gelet op de mogelijke onregelmatigheden in leerlingdossiers bestond er op zichzelf voldoende reden voor

Nadere informatie

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap onderwijs BVE en HBO Jaarverslag 2010 Inleiding De Commissie was bevoegd voor de behandeling van medezeggenschapgeschillen in de sectoren BVE en HBO.

Nadere informatie

De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.

De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. 108160 - De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer [appellant], wonende te [woonplaats], appellant,

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 105250 - Geschil over toepassing artikel H-60 De werknemer is op grond van artikel H-60 CAO BVE (herplaatsing in lagere functie vanwege disfunctioneren) vanuit een schaal 14-functie zonder

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR

SAMENVATTING. de Personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad van het B, hierna te noemen de PMR 103435 Interpretatiegeschil artikel 3.b.4 lid 1 SAMENVATTING Werkgever maakt voor werving personeel ter vervulling van reguliere functies gebruik van uitzendbureaus. De werkgever doet dit om de financiële

Nadere informatie

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. 108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR.

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR. 107987 UITSPRAAK in het geding tussen: het College van Bestuur van [naam stichting], gevestigd te [plaatsnaam], verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag, gemachtigde: mevrouw mr. S.A. Geerdink en

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao

Nadere informatie

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is

Nadere informatie

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO SAMENVATTING 105366 / 105383 Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO De werkgever heeft de in de CAO PO voorgeschreven procedure om tot een rddf plaatsing te besluiten op een juiste wijze gevolgd. Op grond

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen ADVIES Rolnummer: LPL 99.057 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE

Nadere informatie

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. 108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. E.M. Kauffman

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. E.M. Kauffman Werknemer, aanvankelijk benoemd als docent, kampt al vele jaren met hartproblemen als gevolg waarvan hij langdurig arbeidsongeschikt is geweest. Na volledig herstel is hij weer gaan werken als projectleider,

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) 104466 - Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) Naar aanleiding van de start van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele

Nadere informatie

Commissie van Beroep BVE

Commissie van Beroep BVE SAMENVATTING 105083 De werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij zich niet op correcte wijze had ziek gemeld, omdat hij ondanks deze ziekmelding en zonder toestemming op studiereis naar Londen is

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) 105291-12.09 Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) Ter versterking van de (katholieke) identiteit van de stichting heeft het bevoegd gezag in 2008 besloten dat

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M. 107486 - De ontheffing uit de taken wordt gelijkgesteld aan een schorsing. Omdat de voorgeschreven verweerprocedure niet is gevolgd, houdt deze schorsing geen stand. in het geding tussen: UITSPRAAK de

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105600 - Ontslag op staande voet wegens werkweigering; Naast haar functie bij de werkgever is werkneemster werkzaam in haar eigen agrarisch bedrijf. In verband met oogstwerkzaamheden heeft

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105659 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking/gewichtige reden; De werknemer kan na een periode van detachering niet terugkeren in zijn oude functie van manager bedrijfsvoering.

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR

Nadere informatie

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster 103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.

Nadere informatie

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 106147 - Geschil over toepassing reparatiebeleid onbevoegde docenten; BVE De werknemer heeft met goedvinden van de werkgever een geschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot de toepassing

Nadere informatie

Inleiding Samenstelling van de Commissie

Inleiding Samenstelling van de Commissie Bezwarencommissie CAO VO Jaarverslag 2009 Inleiding De Commissie is ingesteld door de Cao-partijen en strekt haar werkzaamheden uit over scholen voor voortgezet onderwijs die onder het gezag staan van

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO

Commissie van Beroep VO 105924 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De gymleraar heeft bezittingen van leerlingen in bewaring genomen. Na de les ontbreekt een ipod. De werkgever stelt dat de werknemer in strijd

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Samenvatting uitspraak 08.019 Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Het bevoegd gezag heeft besloten het schoolexamenvak Maatschappijleer te verplaatsen

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106228 - Beroep tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING De werkgever heeft vele werknemers in dienst die, om verschillende redenen, een betrekkingsomvang van meer dan 1,0 wtf hebben. De werkgever

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR 08.017 Samenvatting uitspraak Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder b en f en (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid, beleid organisatie) en artikel 12 lid 1 onder b en h WMS (samenstelling van de

Nadere informatie

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104464 - Interpretatiegeschil VO - artikel 16 lid 2 onder a en b WMS (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid en criteria verdeling middelen over voorzieningen op (boven)schools niveau) De

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees 106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2012

Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2012 Commissie voor geschillen CAO-BVE Voorwoord Hierbij treft u aan het jaarverslag 2012 aan van de Commissie voor geschillen CAO-BVE. In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere instanties

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) SAMENVATTING 105648-13.03 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) De gemeente, waar de stichting het bevoegd gezag is van tien openbare basisscholen, wordt opgedeeld over

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR 107152 - De lessentabel van deze school is onderdeel van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; partijen hebben voldoende concreet belang bij het verzoek tot uitspraak in dit interpretatiegeschil.

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M. 106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014-Z-02 datum 16 mei 2014 Klacht betreffende het niet correct toepassen van de vakantieregeling en andere wetgeving ten opzichte

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 104019 Geschil toepassing FPU-suppletieregeling BVE De werkneemster maakt aanspraak op de FPU-suppletieregeling op basis van het Sociaal Plan van de instelling. Werkneemster was werkzaam in

Nadere informatie

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) SAMENVATTING 104469 - Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) GMR heeft geweigerd in te stemmen met het voornemen om voor alle teamleiders, ongeacht

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING U I T S P R A AK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 104000 Geschil toepassing FPU-suppletieregeling BVE De werkneemster maakt aanspraak op de FPU-suppletieregeling op basis van het Sociaal Plan van de instelling. Werkneemster was werkzaam in

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. SAMENVATTING 105584 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; Het dienstverband met de werknemer, werkzaam als Projectmanager B, is opgezegd wegens opheffing van de betrekking als gevolg van

Nadere informatie

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is reeds bij brieven van 10 oktober 2018 aan partijen meegedeeld.

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is reeds bij brieven van 10 oktober 2018 aan partijen meegedeeld. 108363 - Geschil over weigering toelating leerling met syndroom van Down. De school heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling. in het geding tussen: ADVIES [Verzoekster],

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR 107249 16.03 Het besluit om de premie voor de IPAP-regeling voortaan voor eigen rekening van de werknemers te laten komen is een wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid (artikel

Nadere informatie

UITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6

UITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6 107962 - Nalevingsgeschil. Het bevoegd gezag hoeft de kosten voor het raadplegen van een extern deskundige niet te vergoeden, omdat niet gebleken is dat de kosten redelijkerwijze noodzakelijk waren. UITSPRAAK

Nadere informatie

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge.

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. 108477/108497 - Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. UITSPRAAK in het geding tussen: de (personeelsgeleding van de) medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen 108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 105234 - Geschil over werkgelegenheidsbeleid, artikel 10.1 CAO PO De werkgever wordt geconfronteerd met plotselinge terugloop van leerlingenaantal en wil met de centrales in overleg over de

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A 107607 - De overplaatsing als gevolg van boventalligheid houdt geen stand omdat de werkgever de regels die hij hiervoor heeft opgesteld niet juist heeft toegepast. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 106167 - Geschil over toepassing van artikel 6 ZAR-BVE SAMENVATTING De werkgever heeft een korting op het salaris van 30% over het verleende ziekteverlof toegepast. De werknemer stelt op grond van artikel

Nadere informatie

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M. S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken

Nadere informatie

SAMENVATTING. in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 104234 - Interpretatiegeschil start duale opleiding; HBO Geschil over de vraag of de MR instemmingsrecht heeft ten aanzien van ene voorgenomen besluit te starten met enkele duale opleidingen

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G. 107524 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van psychodiagnostisch assistent is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden passen binnen de toegekende functie en de kenmerkscores

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) 08.010 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) Het bevoegd gezag heeft een notitie vastgesteld waarin is opgenomen dat bij incidentele

Nadere informatie

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. 107612 De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, verzoekers, gemachtigde:

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) SAMENVATTING 105501- Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) In een overlegvergadering met de deelraad van een nevenvestiging van de school,

Nadere informatie

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK 108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],

Nadere informatie

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. 106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, appellante,

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 104213 - Beroep tegen ontslag wegens reorganisatie; BVE Werknemer is ontslagen omdat zijn arbeidsplaats als gevolg van een reorganisatie is komen te vervallen. Werknemer heeft een functies

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder 107682 School kan een leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet weigeren zonder voldoende onderzoek naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Ook is overleg nodig met de ouders over welke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H. 107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding

Nadere informatie